26435 - Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - De Spycker te Brugge 1 Vlaams Ministerie
van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie
Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de controle van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de Vrije Lagere School voor
Buitengewoon Onderwijs De Spycker te Brugge
Hoofdstructuur BuBaO
Instellingsnummer 26435
Instelling Vrije Lagere School voor Buitengewoon
Onderwijs - De Spycker
Directeur Johan VANDENBROUCKE
Adres Polderstraat 78 - 8310 SINT-KRUIS
Telefoon 050-35.19.17
Fax 050-37.54.42
e-mail despycker@hotmail.com
Website/URL www.despycker.be
Bestuur van de instelling 972596 - Vrije Instituten B.O. te ASSEBROEK
Adres Weidestraat 156 - 8310 ASSEBROEK
Scholengemeenschap/Consortium 120907 - Vrije Scholen 't Rycke Velt
Adres Pastorieweg 4 - 8310 SINT-KRUIS
CLB 114736 - Vrij CLB Brugge(n) te BRUGGE
Adres Sint-Maartensbilk 2 - 8000 BRUGGE
Dagen van het doorlichtingsbezoek 23/04/2012, 24/04/2012, 26/04/2012 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 26/04/2012
Datum bespreking verslag met de instelling
24/05/2012
Samenstelling inspectieteam
Inspecteur-verslaggever Jan Mestdagh
Teamleden Francis Vandenbroucke
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING 3
1. RELEVANTE KENMERKEN 4
2. FOCUS VAN DE CONTROLE 4
3. ASPECTEN VAN HET WELZIJNSBELEID 5
3.1 Organisatie 5
3.2 Veiligheid van de leer- en werkomgeving 5
4. STERKTES EN ZWAKTES 7
4.1 Relevante aspecten waarin de instelling goed is 7
4.2 Relevante aspecten die de instelling kan verbeteren 7
4.3 Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren 7
5. ADVIES 8
6. REGELING VOOR HET VERVOLG 8
26435 - Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - De Spycker te Brugge 3
INLEIDING
Op 23/04/2012, 24/04/2012, 26/04/2012 bezocht de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap uw instelling. Zij deed dit in het kader van haar decretale opdracht om voor de overheid toezicht uit te oefenen op de kwaliteit en de kwaliteitszorg van onderwijsinstellingen.
Zij is daarbij bevoegd voor:
de controle van het studiepeil;
de naleving van de onderwijsregelgeving;
de controle op naleving van de wet op de veiligheid, het welzijn en de hygiëne.
Overeenkomstig het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid van art. 38 §5 om het toezicht inzake bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne afzonderlijk van de doorlichting uit te voeren.
Tijdens deze controle voert de inspectie volgende activiteiten uit: onderzoek en analyse van documenten en gegevens, observaties en gesprekken.
Het onderzoek mondt uit in een verslag. Dat begint met een opsomming van de relevante kenmerken van de instelling. Daarna volgt een overzicht van de aspecten inzake het welzijnsbeleid van de instelling die onderzocht worden.
Het verslag eindigt met het advies en de regeling voor het vervolgtoezicht.
Het verslag van de controle bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in één van drie mogelijke adviezen:
gunstig;
gunstig beperkt in de tijd;
ongunstig.
Een gunstig advies is noodzakelijk, wil de instelling verder erkend worden en/of verder opgenomen worden in de subsidiëringsregeling.
Het verslag moet binnen een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst op een personeelsvergadering integraal besproken worden.
Het verslag is openbaar en kan ongeveer drie maanden na de doorlichting geraadpleegd worden op de website van het departement onderwijs op het adres www.ond.vlaanderen.be/doorlichtingsverslagen of op www.schooldoorlichting.be.
Het verslag mag niet gebruikt worden voor publicitaire doeleinden (bijvoorbeeld met het oog op leerlingenwerving).
1. RELEVANTE KENMERKEN
Contextuele kenmerken
De lokalen van de school zijn verspreid over verschillende gebouwen en vleugels op een vrij uitgestrekt domein.
Situationele factoren
Er zijn kort voor de doorlichting in de administratieve vleugel renovatiewerken doorgevoerd.
2. FOCUS VAN DE CONTROLE
Aspecten van het welzijnsbeleid die in aanmerking kwamen voor onderzoek:
Organisatie van het welzijnsbeleid Ja
Veiligheid van de leer- en werkomgeving Ja
Gezondheid en hygiëne Neen
Milieu Neen
26435 - Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - De Spycker te Brugge 5
3. ASPECTEN VAN HET WELZIJNSBELEID
3.1 Organisatie
3.1.1 Het bestuur van de instelling
Het bestuur van de instelling beschikt over een dynamisch welzijnsbeleid.
Toelichting: Nihil
3.1.2 Comité
1Het comité preventie en bescherming op het werk/ander overlegorgaan voert de wettelijk voorziene opdrachten voldoende uit.
Toelichting: Nihil
3.1.3 Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (PBW)
De toepassing van de regelgeving met betrekking tot de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk vertoont hiaten die tijdelijk nog aanvaardbaar zijn.
Toelichting: De lokale preventieadviseur heeft momenteel zijn opleiding nog niet voltooid, maar is wel al bezig met zijn eindwerk in het kader van die vorming. Hij wordt enkele uren vrijgesteld om zijn opdracht i.v.m. het welzijnsbeleid te kunnen vervullen, maar onder meer door de opleiding en het inwerken in de materie is dit eerder krap.
3.1.4 Samenwerking met externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (PBW)
De externe dienst preventie en bescherming op het werk is voldoende complementair met de interne dienst.
Toelichting: Nihil
3.1.5 Aankoop- en indienststellingsbeleid
De interne preventiedienst wordt betrokken bij het aankoop- en indienststellingsbeleid maar er zijn nog hiaten die tijdelijk aanvaardbaar zijn.
Toelichting: De bestelformulieren worden nog niet mee ondertekend door de preventieadviseur.
3.2 Veiligheid van de leer- en werkomgeving
3.2.1 Bewoonbaarheid
In het logistieke beleid van de instelling is systematisch aandacht voor de verbetering van comfort en veiligheid.
Toelichting: Nihil
3.2.2 Veiligheid van het domein van de instelling
Op het domein van de instelling dienen nog maatregelen genomen te worden om mogelijk valgevaar te voorkomen.
1 Comité: het comité preventie en bescherming op het werk of een ander overlegorgaan (overlegcomité, personeelsvergadering, werkgroep … ) dat – in die gevallen waar het wettelijk mogelijk is – de taken van het comité preventie en bescherming op het werk op zich neemt.
Toelichting: Op een speelplaats zijn er nog een aantal gevaarlijke oneffenheden.
3.2.3 Verkeersveiligheid
Het dynamisch risicobeheersingbeleid heeft permanent aandacht voor en onderneemt acties gericht op de verkeersveiligheid op het domein van de instelling en in de onmiddellijke omgeving.
Toelichting: Nihil
3.2.4 Brandveiligheid
Er werd nog geen gevolg gegeven aan enkele opmerkingen van het brandpreventieverslag.
Toelichting: Er wordt gewacht op de keuring van de laagspanning om een nieuwe controle door de brandweer aan te vragen. De vorige controle dateert van 2005, geeft een aantal adviezen, vermeldt niet dat het ongunstig is, maar sindsdien zijn er wel een aantal renovaties gebeurd.
3.2.5 Evacuatie
Het evacuatiescenario is voorbeeldig uitgewerkt en geïntegreerd in het algemene beleid van de instelling.
Toelichting: Nihil
3.2.6 Veiligheid van de elektrische installatie(s)
De elektrische installatie(s) voldoen niet en kunnen een acuut en/of permanent gevaar betekenen voor het personeel en de leerlingen/cursisten.
Toelichting: Het keuringsverslag van de laagspanningsinstallatie (2010) vermeldt een aantal zaken die aanleiding geven om te concluderen dat de installatie niet voldoet. Sommige van die tekorten zijn reeds aangepakt, andere zijn nog niet weggewerkt. Er wordt gewacht op een aanvraag voor een nieuwe controle tot de renovatiewerken achter de rug zijn.
3.2.7 Veiligheid van toestellen
2De vigerende reglementering met betrekking tot een veilig gebruik van toestellen wordt voldoende nageleefd.
Toelichting: Nihil
26435 - Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - De Spycker te Brugge 7
4. STERKTES EN ZWAKTES
4.1 Relevante aspecten waarin de instelling goed is
De nieuwe plaatselijke preventieadviseur werkt zich goed in en neemt zijn verantwoordelijkheid voorbeeldig op.
De school maakt er werk van om de bewoonbaarheid van de gebouwen en het uitgestrekte domein voortdurend te optimaliseren en aan te passen aan nieuwe of actuele noden.
De school heeft een gepaste aandacht voor de verkeersveiligheid op het domein.
De evacuatieoefeningen zijn een voorbeeld van goede praktijk, zowel wat de betreft de oefeningen zelf als de opvolging ervan.
4.2 Relevante aspecten die de instelling kan verbeteren
Er kunnen meer sluitende afspraken gemaakt worden over het aankoop- en indienststellingbeleid.
In het brandweerverslag van 2005 staan enkele adviezen die nog niet opgevolgd zijn en het verdient aanbeveling om een nieuw brandweerverslag aan te vragen waarbij rekening gehouden wordt met gewijzigde situaties.
4.3 Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren
Tegen september 2015. Het laatste keuringsverslag (2010) van de laagspanningsinstallatie vermeldt tekorten die nog niet zijn weggewerkt.
5. ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies gunstig beperkt in de tijd voor de erkenningsvoorwaarden met betrekking tot bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.
Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren:
Tegen september 2015. Het laatste keuringsverslag (2010) van de laagspanningsinstallatie vermeldt tekorten die nog niet zijn weggewerkt.
6. REGELING VOOR HET VERVOLG
Het bestuur van de instelling moet vanaf 1 september 2015 kunnen aantonen dat er voldoende geremedieerd werd om de tekorten volgens de vooropgestelde termijnen weg te werken.
Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Jan Mestdagh Datum:
Voor kennisname namens de directie/het schoolbestuur:
Johan VANDENBROUCKE