34207 - Sint-Jozefsinstituut - ASO te Brugge 1 Vlaams Ministerie
van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie
Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Sint-Jozefsinstituut - ASO te Brugge
Hoofdstructuur so Instellingsnummer 34207
Instelling Sint-Jozefsinstituut - ASO
directeur Frans COOL
adres Noordzandstraat 76 - 8000 BRUGGE
telefoon 050-47.17.17
fax 050-47.17.10
e-mail sjh@sintjozefhumaniora.be
website/URL http://www.sintjozefhumaniora.be
Bestuur van de instelling 113779 - VZW S.O. Karel de Goede te BRUGGE
adres Zilverstraat 26 - 8000 BRUGGE
Scholengemeenschap 113159 - SGKSO Sint-Donaas Brugge te SINT- ANDRIES
adres Magdalenastraat 30 - 8200 SINT-ANDRIES
CLB 114736 - Vrij CLB Brugge(n) te BRUGGE
adres Sint-Maartensbilk 2 - 8000 BRUGGE
Dagen van het opvolgingsbezoek 14/01/2013 Einddatum van het opvolgingsbezoek 14/01/2013 Datum bespreking verslag met de instelling 14/01/2013
Samenstelling inspectieteam
Inspecteur-verslaggever Roger Van den Borre Teamleden Henri Christiaen Deskundige(n) behorend tot de
administratie nihil
Externe deskundige(n) nihil
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ... 3
1. HISTORIEK ... 5
2. TE REMEDIEREN TEKORTEN ... 5
3. ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD? ... 5
3.1 Economie ASO 2 ... 5
4. ADVIES ... 6
5. REGELING VOOR HET VERVOLG ... 6
34207 - Sint-Jozefsinstituut - ASO te Brugge 3
INLEIDING
Dit verslag is het resultaat van de opvolgingsdoorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe.
Als een instelling bij een doorlichting een beperkt gunstig advies kreeg, volgt na de periode, vermeld in het advies, een opvolgingsdoorlichting. Tijdens een opvolgingsdoorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de bij de voorgaande doorlichting vastgestelde tekortkomingen voldoende werden geremedieerd.
Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een (opvolgings)doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output:
• context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren
• input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling
• proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input
• output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt.
Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be.
Tijdens het opvolgingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten.
De opvolgingsdoorlichting resulteert in een opvolgingsverslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies.
Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de opvolging.
Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan twee adviezen uitbrengen:
• een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen
• een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten.
Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.
Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad.
Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.
De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
1Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
Meer informatie?
www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
34207 - Sint-Jozefsinstituut - ASO te Brugge 5
1. HISTORIEK
Het vorige doorlichtingsbezoek vond plaats van 26/10/2009 tot 29/10/2009 en werd afgesloten met een beperkt gunstig advies. Vanaf 01/09/2012 moet de instelling kunnen aantonen dat de tekorten die aan de basis lagen van dit advies, in voldoende mate werden geremedieerd. Dit verslag beschrijft in welke mate de instelling daarin is geslaagd.
2. TE REMEDIEREN TEKORTEN
Voltijds se cundair onde rwijs
Basisvorming / W ZB Keuze/Specifiek gedeelte
Graad 2 ASO Economie 0 De leerplanrealisatie voor
het vak economie in de tweede graad aso Economie
omwille van
3. ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD?
3.1 Economie ASO 2
Voldoet
Motivering
• Er was een gerichte aansturing en opvolging vanuit het schoolbestuur, de schoolleiding en de pedagogische begeleiding. In concreto gaat het over functioneringsgesprekken door de directeur en een begeleidingsplan met opvolgingstraject om de vastgestelde tekorten weg te werken. Aansluitend werden tevens de nodige nascholingen gevolgd om de eigen professionaliteit te versterken.
• Tijdens de opvolging werd aangetoond dat de leerplanrealisering voldoet in beide leerjaren. In het bijzonder zijn de tekorten van het tweede leerjaar weggewerkt. Er wordt nu bewust en gericht gehandeld vanuit het leerplanconcept met passende aandacht voor de relatie tussen doelstellingen, moderne media/ICT en werkvormen (o.a. groepswerk). De leerplanrealisering verloopt evenwichtig, waarbij ook de hoofdstukken ‘Produceren voor de wereldmarkt’ en ‘Groei en welvaart’ volwaardig behandeld worden. De toepassing van het actualiteitsprincipe vindt haar neerslag tijdens het dagelijks werk en via de inpassing in de vraagstelling van de examens.
• Er kon aangetoond worden dat men activiteiten opzet m.b.t. de specifieke eindtermen i.v.m. de onderzoekscompetentie. Het actief en onderzoekend leren krijgt hierdoor gestalte. Men is nog niet zover om de leerlingen voor een welomlijnde onderzoeksopdracht over een economisch vraagstuk eigenhandig onderzoeksvragen te laten formuleren en te laten rapporteren over hun onderzoeksactiviteiten. De leerlingen zijn wel vertrouwd met de toepassing van het OVUR-schema.
• De evaluatie beantwoordt aan de leerplanvereisten. Ze is valide en representatief voor wat respectievelijk de leerplandoelstellingen en de behandelde leerstof betreft. De vraagstelling is gevarieerd qua type van vraag en overstijgt dus het louter reproductieve. De puntenverdeling is duidelijk en er wordt zorgvuldig gecorrigeerd. Over de schooljaren heen wordt er gevarieerd qua vraagstelling.
4. ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning van de tekorten zoals vermeld in punt 2 van dit verslag
G UNST IG
voor alle structuuronderdelen.
voor alle structuuronderdelen.
5. REGELING VOOR HET VERVOLG
Nihil
Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Roger Van den Borre
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling:
Voor kennisname
Het bestuur of zijn gemandateerde
Frans Cool