VERKENNEND EN NADER BODEMONDERZOEK BROEKHEM 20 TE VALKENBURG
RADAR
27 september 2011 075753140:0.1 B01032.002146.0200
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 1
Inhoud
1 Inleiding ____________________________________________________________________________________________ 3 1.1 Aanleiding onderzoek ____________________________________________________________________ 3 1.2 Doel onderzoek ____________________________________________________________________________ 3 1.3 Afbakening _________________________________________________________________________________ 4 1.4 Leeswijzer __________________________________________________________________________________ 4
2 Vooronderzoek ___________________________________________________________________________________ 5 2.1 Algemeen ___________________________________________________________________________________ 5 2.2 Huidige situatie ____________________________________________________________________________ 5 2.3 Historische situatie ________________________________________________________________________ 5 2.4 Bodemonderzoeken _______________________________________________________________________ 6 2.5 Terreininspectie ____________________________________________________________________________ 6 2.6 Bodemopbouw en grondwater ___________________________________________________________ 6 2.7 Conclusies vooronderzoek _______________________________________________________________ 7
3 Opzet en uitvoering ______________________________________________________________________________ 8 3.1 Opzet ________________________________________________________________________________________ 8 3.2 Hypothese __________________________________________________________________________________ 8 3.3 Uitvoering veldwerk ______________________________________________________________________ 8 3.4 Uitgevoerde veld‐ en laboratoriumwerkzaamheden __________________________________ 9 3.5 Kwaliteitsborging _________________________________________________________________________ 11
4 Resultaten ________________________________________________________________________________________ 13 4.1 Bodemopbouw en grondwater __________________________________________________________ 13 4.2 Veldwaarnemingen ______________________________________________________________________ 13 4.3 Laboratoriumonderzoek en toetsing ___________________________________________________ 14 4.4 Toetsing hypothese _______________________________________________________________________ 18
5 Conclusies en aanbevelingen ________________________________________________________________ 19 5.1 Uitgevoerd onderzoek ___________________________________________________________________ 19 5.2 Conclusies _________________________________________________________________________________ 19 5.3 Aanbevelingen ____________________________________________________________________________ 20
Bijlage 1 Regionale ligging onderzoekslocatie ________________________________________________ 21 Bijlage 2 Boorprofielen ___________________________________________________________________________ 22 Bijlage 3 Analysecertificaten _____________________________________________________________________ 23 Bijlage 4 Getoetste analysecertificaten _________________________________________________________ 24 Bijlage 5 Toetsingskader _________________________________________________________________________ 25
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 2
Bijlage 6 Tekening 01: Situatie met boringen en proefgaten _________________________________ 27
Bijlage 7 Verklaring onafhankelijkheid (Kwalibo) ____________________________________________ 28
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 3
1.1
AANLEIDING ONDERZOEKRadar is voornemens om op de locatie Broekhem 20 te Valkenburg nieuwbouw te realiseren.
Om de geplande ontwikkeling mogelijk te maken, dient een ruimtelijke procedure doorlopen te worden. In dit kader dient tevens inzicht verkregen te worden in de milieuhygiënische bodemkwaliteit, immers de bodem dient geschikt te zijn voor het beoogde gebruik (woningbouw). Radar heeft daarom ARCADIS verzocht een verkennend bodemonderzoek uit te voeren.
De resultaten van dit verkennend bodemonderzoek gaven aanleiding om een nader bodemonderzoek uit te voeren. De resultaten van beide onderzoeken worden in deze rapportage beschreven.
1.2
DOEL ONDERZOEKHet doel van het verkennend bodemonderzoek is aan te tonen dat op de locatie
redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond of in het freatisch grondwater in gehalten boven de achtergrondwaarde of streefwaarde
(Bron: NEN 5740). Het verkennend bodemonderzoek moet vooraf worden gegaan door een vooronderzoek volgens NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, Nederlands Normalisatie‐instituut, 2009).
Uit het uitgevoerde vooronderzoek is gebleken dat er 2 deellocaties verdacht zijn m.b.t. het voorkomen van asbest in de bodem. Ter plaatse van deze deellocaties is een verkennend asbestonderzoek uitgevoerd conform NEN 5707 (Bodem – Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem, Nederlands Normalisatie‐instituut, 2003/2006). Doel van dit onderzoek is bepalen of de locatie verdacht of onverdacht is met betrekking tot het voorkomen van asbest in de bodem.
De resultaten van het verkennend bodemonderzoek gaven aanleiding tot het uitvoeren van een nader bodemonderzoek. Dit onderzoek is opgezet op basis van de NTA 5755 – Strategie voor nader bodemonderzoek van juli 2010. Het doel van het nader bodemonderzoek is het in voldoende mate in beeld brengen van de mate en omvang van de verontreiniging in de vaste bodem en vaststellen of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
1 Inleiding
HOOFDSTUK
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 4
1.3
AFBAKENINGHet bodemonderzoek is niet gericht op het onderzoeken van de mogelijkheden voor hergebruik van (eventueel) in een later stadium af te voeren grond. Op hergebruik van grond is het bodembeheerplan van de gemeente Valkenburg c.q. het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Voor bodemonderzoek dat in het kader van grondverzet wordt uitgevoerd gelden andere onderzoeksprotocollen. Wel zijn de onderzoeksresultaten indicatief getoetst aan de normen uit het bodembeheerplan en het Besluit bodemkwaliteit. Het doel daarvan is om een indicatie te krijgen over de mogelijkheden om eventueel vrijkomende grond te hergebruiken.
1.4
LEESWIJZERHoofdstuk 2 beschrijft de resultaten van het vooronderzoek. De opzet van het veld‐ en laboratoriumonderzoek volgen in hoofdstuk 3. De resultaten van het onderzoek staan beschreven in hoofdstuk 4. Tenslotte volgen in hoofdstuk 5 de conclusies en aanbevelingen.
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 5
2.1
ALGEMEENGebaseerd op het onderzoeksprotocol NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van
vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek) is ten behoeve van de bepaling van de onderzoeksstrategie een vooronderzoek uitgevoerd. Tevens zijn de resultaten van in het verleden (in de omgeving) uitgevoerde bodemonderzoeken geïnventariseerd. De resultaten van dit vooronderzoek zijn opgenomen in voorliggend hoofdstuk. De informatie is
afkomstig van/uit de terreininspectie en de informatie van de gemeente Valkenburg aan de Geul (contactpersoon de heer S. van Mulken).
2.2
HUIDIGE SITUATIEHet perceel is gelegen aan Broekhem 20 te Valkenburg en is kadastraal bekend als gemeente Valkenburg aan de Geul, sectie B, nummer 1409. De onderzoekslocatie heeft een
oppervlakte van circa 3.400 m², waarvan circa 500 m² bebouwd.
De regionale ligging van de onderzochte locatie is weergeven in bijlage 1.
Momenteel bevindt zich op de onderzoekslocatie een villa/wooncomplex. Het terrein is deels verhard met grind en klinkers en deels onverhard en in gebruik als
gazon/groenstrook. Op de locatie bevindt zich bovendien een soort schuurtje/overkapping.
Nu is men voornemens om de bestaande villa te verbouwen, waarbij alle aanwezige aanbouwen gesloopt zullen worden en vervangen zullen worden door nieuwbouw. De nieuwbouw voorziet in 24 woonunits.
2.3
HISTORISCHE SITUATIEUit de resultaten van het historisch onderzoek blijkt niet dat op de locatie in het verleden bodembedreigende, bedrijfsmatige, activiteiten hebben plaatsgevonden. Er is bij de gemeente voor de onderzoekslocatie één vergunning bekend, in 1965 verleend aan de Stichting Katholieke Vakantieverblijven voor de exploitatie van een kampeercentrum (kamphuis) aan de Broekhem 20. In het dossier (inv.nr. 5718) is geen tekening aanwezig.
Verder zijn er geen andere verleende hinderwet‐ of milieuvergunningen bekend. Wel zijn er een aantal bouwvergunningen verleend, zoals weergegeven in tabel 1.
2 Vooronderzoek
HOOFDSTUK
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 6
Datum Omschrijving bouwvergunning Aanvrager Dossiernr.
24 juli 1969 Uitbreiden van de jeugdherberg (vernieuwen van de serre), Broekhem 20
Katholieke Vakantiecentrale 3402
8 jan. 1970 Verbouwen van de jeugdherberg, Broekhem 20
Stichting Jan Baptist 999
24 april 1974 Bouwen van een volière (dakbedekking golfplaten), Broekhem 20
Stichting Jan Baptist 4301
24 febr. 1987 Uitbreiden van een gezinsvervangend tehuis, Broekhem 20
Stichting Jan Baptist 3483
27 jan. 1998 Verbouwen van het terras tot een overdekte veranda, Broekhem 20
Stichting Jan Baptist -
Uit deze gegevens blijkt dat de volière, waarvoor in 1974 een bouwvergunning is verleend, een dakbedekking heeft gehad van asbestverdachte golfplaten. De volière is niet meer op de onderzoekslocatie aanwezig. Uit de overige bouwvergunningen blijkt niet dat er andere asbestverdachte materialen zijn toegepast op de locatie.
2.4
BODEMONDERZOEKENOp de locatie en in de omgeving zijn in het verleden geen bodemonderzoeken uitgevoerd, die bekend zijn bij de gemeente Valkenburg aan de Geul.
De gemeente Valkenburg aan de Geul beschikt wel over een bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart (CSO d.d. 25 november 2007, rapportnr. 07.RB446). De huidige onderzoekslocatie is gelegen in het deelgebied “Oude kern Valkenburg”. In dit deelgebied is de bovengrond over het algemeen licht verontreinigd met cadmium, zink en PAK en de ondergrond licht verontreinigd met zink.
2.5
TERREININSPECTIEVoorafgaand aan de uitvoering van het daadwerkelijke veldwerk in het kader van het verkennend bodemonderzoek is een terreininspectie uitgevoerd. Hieruit is onder andere gebleken dat er op de locatie ook een schuur/overkapping aanwezig is met asbestverdachte golfplaten.
Verder zijn er geen bodembedreigende activiteiten waargenomen.
2.6
BODEMOPBOUW EN GRONDWATERVoor bodemgegevens en geohydrologische informatie is gebruik gemaakt van de gegevens van de Grondwaterkaart van Nederland van de Dienst Grondwaterverkenning TNO.
De onderzoekslocatie ligt op een hoogte van 73 à 74 m+NAP.
Uit gegevens van TNO‐NITG blijkt dat de gemiddelde grondwaterstand zich op een diepte van ca. 62 à 63 m+NAP bevindt en de regionale grondwaterstromingsrichting globaal zuidwestelijk gericht is.
De globale bodemopbouw, samengesteld op basis van gegevens van TNO‐NITG, is weergegeven in tabel 2.
Tabel 1 Verleende bouwvergunningen
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 7
Diepte Geologische laag Beschrijving
65 tot 73 m+NAP Formatie van Boxtel Deklaag en matig doorlatende laag, bestaande uit zwak tot sterk zandige leem 26 m-NAP tot 65 m+NAP Formaties van Maastricht en
Gulpen
Eerste watervoerend pakket
75-26 m-NAP Formaties van Vaals en Aken Matig doorlatende laag
2.7
CONCLUSIES VOORONDERZOEKUit de resultaten van het vooronderzoek blijkt dat op de locatie twee verdachte bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden/‐vinden:
De voormalige volière met asbestverdachte dakbedekking (golfplaten).
De huidige schuur met asbestverdachte dakbedekking (golfplaten).
Het overig deel van de locatie wordt als “onverdacht” beschouwd met betrekking tot het voorkomen van bodemverontreiniging.
Tabel 2
Globale bodemopbouw
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 8
3.1
OPZETEen verkennend bodemonderzoek heeft ten doel met een relatief geringe
onderzoeksinspanning vast te stellen of op een bepaalde locatie bodemverontreiniging aanwezig is. Een verkennend bodemonderzoek wordt op zowel “niet verdachte”als
“verdachte” locaties uitgevoerd: in het eerste geval is het doel van het verkennend bodemonderzoek het toetsen van het vermoeden dat er geen bodemverontreiniging aanwezig is en in het tweede geval is het doel, het toetsen van het vermoeden dat een specifieke vorm van bodemverontreiniging op de locatie aanwezig is. Op basis van vermoedens ten aanzien van de aanwezigheid van bodemverontreiniging wordt een onderzoekshypothese geformuleerd. In de NEN 5740 en de NEN 5707 zijn, afhankelijk van de onderzoeksstrategie, richtlijnen gegeven voor de aantallen te verrichten boringen en te analyseren grond‐ en grondwatermonsters als functie van de oppervlakte van de te onderzoeken locatie.
3.2
HYPOTHESEGezien de conclusie van het vooronderzoek is voor de opzet van het onderzoek voor het grootste deel van de locatie (3.400 m2) uitgegaan van de strategie “onverdacht” (ONV) uit de NEN 5740.
Voor de twee deellocaties die verdacht zijn met betrekking tot het voorkomen van asbest in de bodem, is uitgegaan van de strategie “Verdachte locatie met een plaatselijke
bodembelasting met een duidelijke kern” uit de NEN 5707.
3.3
UITVOERING VELDWERKDe eerste ronde van het veldwerk is uitgevoerd op 26 januari 2011 (uitvoering boringen en proefgaten) en naar aanleiding van de analyseresultaten is een tweede ronde uitgevoerd op 14 juni 2011 (aanvullende boringen nader bodemonderzoek).
In het veld is de vrijgekomen grond beoordeeld op de bodemkundige samenstelling. Hierbij zijn eveneens de percentages lutum en organische stof geschat. Daarnaast is gelet op het voorkomen van puin, slakken, kolengruis en dergelijke en op afwijkingen van geur en kleur, die kunnen duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging.
3 Opzet en uitvoering
HOOFDSTUK
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 9
Van de uitgeboorde grond van elke boring is een bovengrondmonster (0,0‐0,5 m ‐mv.) genomen. Uit elke boring doorgezet tot 2 m ‐mv. zijn van de lagen onder de 0,5 m grondmonsters genomen in trajecten van ten hoogste 0,5 m. Afhankelijk van de
bodemopbouw en de veldwaarnemingen is hiervan afgeweken en zijn per boringen één of meer extra grondmonsters genomen.
3.4
UITGEVOERDE VELD- EN LABORATORIUMWERKZAAMHEDENBOORPROGRAMMA
In tabel 3 is het uitgevoerde boorprogramma weergegeven.
De situering van de boringen en proefgaten is weergegeven op de tekening in bijlage 6.
(Deel)locatie Aantal boringen en peilbuizen
Boringen tot 0,5 m- mv
Boringen tot 2 m-mv Boringen tot 5,5 m- mv
Gehele terrein januari 2011
10 (004 t/m 013) 2 (002, 003) 1 (001)
Boringen tot 1 m-mv Boringen tot 1,5 m- mv
Peilbuizen
Aanvullende boringen juni 2011
24 (104 t/m 127) 3 (101, 102, 103) -
3 (001 t/m 003): aantal met nummer boringen/peilbuizen
Aangezien de grondwaterspiegel zich dieper dan 5 m –mv. bevond, is geen peilbuis geplaatst (er is geboord tot een maximale diepte van 5,5 m –mv.).
Aanvullend op de boringen weergegeven in tabel 3.1 zijn zowel bij de voormalige volière als de thans nog aanwezige schuur, beiden met een asbestverdachte dakbedekking, per
deellocatie 2 proefgaten ten behoeve van het asbestonderzoek gegraven (PG01 t/m PG04).
ANALYSEPROGRAMMA
Voor de analyses van de vaste bodem zijn van zowel de bovengrond als de ondergrond in het laboratorium mengmonsters samengesteld. Deze mengmonsters zijn samengesteld op basis van zintuiglijke waarnemingen, locaties van de boringen en/of de samenstelling van de grond.
Conform de NEN 5740 zijn mengmonsters van de bovengrond (0 tot 0,5 m ‐mv.) en mengmonsters van de ondergrond (0,5 ‐2 m ‐mv.) geanalyseerd op het analysepakket voor grond uit de NEN 5740.
Op de analysecertificaten (bijlage 3) en in tabel 3.2 is vermeld hoe de mengmonsters zijn samengesteld (uit welke individuele grondmonsters) en welke analyses op de
grond(meng)monsters zijn uitgevoerd. Tevens is vermeld van welke diepte de geanalyseerde grondmonsters afkomstig zijn.
Tabel 3
Uitgevoerde veldwerkzaamheden
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 10
Naar aanleiding van de analyseresultaten van de grond(meng)monsters zijn aanvullende boringen geplaatst om de verontreinigingssituatie goed in kaart te brengen. Van deze aanvullende boringen zijn verschillende boven‐ en ondergrondmonsters geanalyseerd op de verdachte parameters koper, zink en/of PAK. De geanalyseerde grondmonsters zijn
eveneens weergegeven in tabel 4.
Monstercode Samengesteld uit boringen (monstercode)
Monstertraject in m –mv.
Analyse op Opmerkingen/
veldwaarnemingen
MM01 005. 008, 009, 010, 012
(0 - 0,5) Standaardpakket Bovengrond achterterrein (sporen-zwak koolhoudend) MM02 011 (0 - 0,5) Standaardpakket Zintuiglijk verontreinigde
bovengrond (sporen puin)
MM03 pg03 (0 - 0,5) Standaardpakket Sterk slakhoudend, zwak
koolhoudend bovengrond- monster, sporen puin MM04 001, 003 (0,5 - 1,5) Standaardpakket Zintuiglijk verontreinigde
ondergrond (sporen-zwak puinhoudend, sporen kolen) MM05 002 (0,5 - 2,0) Standaardpakket Zintuiglijk schone ondergrond Aanvullende boringen en grondmonsters
101-2 101-2 (0,5 - 1,0) koper, zink
102-1 102-1 (0,0 - 0,5) koper, zink, PAK
103-2 103-2 (0,5 - 1,0) zink, PAK
105-1 105-1 (0,0 - 0,5) koper, zink, PAK zwak baksteenhoudend, sterk grindhoudend, zwak kolengruishoudend
108-1 108-1 (0,0 - 0,5) koper, zink zwak grindhoudend
110-1 110-1 (0,0 - 0,5) koper, zink zwak baksteenhoudend,
sterk grindhoudend 111-1 111-1 (0,0 - 0,5) koper, zink, PAK zwak baksteenhoudend,
sterk grindhoudend, zwak kolengruishoudend
112-1 112-1 (0,0 - 0,5) koper, zink zwak baksteenhoudend,
matig grindhoudend, zwak kolengruishoudend 113-1 113-1 (0,0 - 0,5) koper, zink, PAK zwak baksteenhoudend,
matig grindhoudend, zwak kolengruishoudend 114-1 114-1 (0,0 - 0,5) koper, zink, PAK zwak baksteenhoudend,
sterk grindhoudend, zwak kolengruishoudend
115-1 115-1 (0,0 - 0,5) PAK zwak baksteenhoudend,
sterk grindhoudend, zwak kolengruishoudend
116-2 116-2 (0,5 - 1,0) koper, zink matig baksteenhoudend
118-1 118-1 (0,0 - 0,5) koper, zink, PAK matig baksteenhoudend, zwak grindhoudend, zwak kolengruishoudend 120-1 120-1 (0,0 - 0,5) koper, zink, PAK zwak kolengruishoudend
121-1 121-1 (0,0 - 0,5) koper, zink zwak baksteenhoudend
124-1 124-1 (0,0 - 0,5) koper, zink, PAK matig baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend Tabel 4
Geanalyseerde grond(meng)monsters
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 11
Monstercode Samengesteld uit boringen (monstercode)
Monstertraject in m –mv.
Analyse op Opmerkingen/
veldwaarnemingen
125-1 125-1 (0,0 - 0,5) koper, zink matig baksteenhoudend,
matig grindhoudend
125-2 125-2 (0,5 - 1,0) koper, zink
MM = mengmonster
Toelichting analyses:
Het standaardpakket voor grond omvat:
‐ Zware metalen (barium, cadmium, cobalt, koper, kwik, molybdeen, nikkel, lood en zink).
‐ Minerale olie (gaschromatografisch).
‐ Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM‐reeks).
‐ Polychloorbifenylen (PCB’s).
Ten behoeve van het asbestonderzoek zijn de grondmonsters afkomstig uit de proefgaten PG02 en PG03 geanalyseerd op asbest in grond, op basis van de aangetroffen bijmengingen met puin, zoals weergegeven in tabel 5.
Analyse- monster
Samengesteld uit grondmonsters
Monstertraject m-mv
Analyse op Opmerkingen/
veldwaarnemingen ASB01 PG02-2 (voormalige
volière)
(0,0 - 0,5) Asbest in zandgrond
sporen kolen, sporen puin
ASB02 PG03-2 (schuur) (0,0 - 0,5) Asbest in zandgrond
zwak koolhoudend, sporen puin, sterk slakhoudend
3.5
KWALITEITSBORGINGDe veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd in overeenstemming met de regelgeving die bekend is onder de naam Kwalibo (=kwaliteitsborging in het bodembeheer). ARCADIS Nederland BV, vestiging Maastricht en Fransen Milieutechniek te Landgraaf zijn gecertificeerd en erkend voor de genoemde werkzaamheden. Dit houdt in dat:
De werkzaamheden conform BRL SIKB 2000 (Veldwerk bij milieuhygiënisch
bodemonderzoek) en VKB‐protocol 2001 (plaatsen handboringen en peilbuizen, nemen grondmonsters) en 2002 (nemen van grondwatermonsters) zijn uitgevoerd door een gecertificeerd en erkend bedrijf. Dit rapport draagt daarom het keurmerk
‘kwaliteitswaarborg bodembeheer SIKB’.
De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd door erkende medewerker, namelijk de heer A.J. Fransen van Fransen Milieutechniek te Landgraaf (1e veldwerkronde) en de heer J.A. Meeuwissen van ARCADIS.
De grondmonsters zijn (voor)behandeld door middel van de AS3000‐methode in het door de Raad voor de Accreditatie erkende laboratorium Eurofins Analytico te Barneveld.
Tabel 5
Geanalyseerde grondmonsters asbest
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 12
Conform de eisen uit de BRL SIKB 2000 melden wij het volgende:
De werkzaamheden waarop deze rapportage betrekking heeft, zijn conform BRL SIKB 2000 getoetst op partijdigheid. Daarom vermelden wij dat de uitvoerder van het veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek een ander is dan de eigenaar van het terrein waarop het veldwerk betrekking heeft. De verklaring van de milieukundige dat de veldwerkzaamheden onafhankelijk zijn uitgevoerd is opgenomen in bijlage 7.
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 13
In dit hoofdstuk worden de resultaten van het veld‐ en laboratoriumonderzoek besproken.
Voor meer gedetailleerde gegevens wordt verwezen naar de diverse bijlagen.
4.1
BODEMOPBOUW EN GRONDWATERDe bodemopbouw is afgeleid uit de boringen. De bovengrond bestaat uit zwak tot sterk zandige, plaatselijk humeus, leem, of sterk siltig, zeer fijn zand. In bijlage 2 zijn de boorstaten opgenomen van de bij het onderzoek uitgevoerde boringen. De locaties van de boringen zijn weergegeven op tekening 01 (bijlage 6).
Er is geen grondwater aangetroffen binnen de maximaal verkende diepte van 5.5 m‐mv.
4.2
VELDWAARNEMINGENGROND
De bij de boringen vrijkomende grond is in het veld onderzocht op (zintuiglijk)
waarneembare verontreinigingskenmerken. In tabel 6 zijn deze waarnemingen samengevat.
In de boorstaten (bijlage 2) zijn deze waarnemingen per uitgevoerde boring weergegeven.
Uit de beschrijvingen blijkt dat in de opgeboorde grond van de diverse boringen zwakke bijmengingen met o.a. puin en kolen(gruis) zijn waargenomen die duiden op de (mogelijke) aanwezigheid van bodemverontreiniging. In het grondmonster afkomstig uit het proefgat pg03 is tevens een sterke bijmenging bestaande uit slakken waargenomen.
Boring Traject (m-mv) Veldwaarnemingen
001 0,0 - 0,5 sporen kolen 1,0 - 1,5 zwak puinhoudend 002 0,0 - 0,5 sporen kolen 003 0,0 - 0,5 sporen kolen
0,5 - 1,5 sporen puin, sporen kolen 005 0,0 - 0,5 zwak koolhoudend 006 0,0 - 0,5 sporen kolen 007 0,0 - 0,5 sporen kolen 008 0,0 - 0,5 sporen kolen 009 0,0 - 0,5 sporen kolen 010 0,0 - 0,5 sporen kolen 011 0,0 - 0,3 sporen puin
0,3 - 0,5 sporen puin, sporen kolen
4 Resultaten
Tabel 6
Veldwaarnemingen
HOOFDSTUK
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 14
Boring Traject (m-mv) Veldwaarnemingen
012 0,0 - 0,5 sporen kolen pg01 0,0 - 0,5 sporen kolen
pg02 0,0 - 0,5 sporen kolen, sporen puin
pg03 0,0 - 0,5 sterk slakhoudend, zwak koolhoudend, sporen puin 101 0,0 - 0,5 sterk grindhoudend, matig baksteenhoudend 103 0,0 - 0,5 zwak grindhoudend, zwak kolengruishoudend 104 0,0 - 0,5 zwak grindhoudend, zwak baksteenhoudend
105 0,0 - 0,5 sterk grindhoudend, zwak baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend 0,5 - 1,0 zwak baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend
106 0,0 - 0,5 zwak baksteenhoudend, zwak grindhoudend 107 0,0 - 0,5 zwak grindhoudend
108 0,0 - 0,5 zwak grindhoudend
110 0,0 - 0,5 sterk grindhoudend, zwak baksteenhoudend
111 0,0 - 0,5 sterk grindhoudend, zwak baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend 112 0,0 - 0,5 matig grindhoudend, zwak baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend 113 0,0 - 0,5 matig grindhoudend, zwak baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend 114 0,0 - 0,5 zwak baksteenhoudend, sterk grindhoudend, zwak kolengruishoudend 115 0,0 - 0,5 zwak baksteenhoudend, sterk grindhoudend, zwak kolengruishoudend 116 0,5 - 1,0 matig baksteenhoudend
117 0,0 - 0,5 zwak grindhoudend
118 0,0 - 0,5 zwak grindhoudend, matig baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend 119 0,0 - 0,5 zwak grindhoudend, zwak kolengruishoudend
120 0,0 - 0,5 zwak kolengruishoudend 121 0,0 - 0,5 zwak baksteenhoudend
124 0,0 - 0,5 matig baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend 125 0,0 - 0,5 matig baksteenhoudend, matig grindhoudend
ASBEST
Onderzoek naar asbest in de bodem is uitgevoerd ter plaatse van en in de nabijheid van de verdachte deellocaties (voormalige volière en aanwezige schuur). Voorafgaand aan het graven van deproefgaten is een visuele inspectie van het maaiveld uitgevoerd conform NEN 5707. Hierbij zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Ook in de opgegraven grond van de proefgaten en in de overige puinhoudende boringen is visueel geen
asbestverdacht materiaal aangetroffen. Er zijn zintuiglijk verder ook geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van asbest in of op de bodem verkregen.
4.3
LABORATORIUMONDERZOEK EN TOETSINGTOETSING
De chemische analyses van de grond(meng)monsters geven informatie over de feitelijke aanwezigheid en de gehalten van onderzochte stoffen of groepen stoffen. De chemische analyses zijn uitgevoerd door het Raad voor Accreditatie erkend laboratorium Eurofins Analytico te Barneveld, volgens de geldende protocollen en richtlijnen.
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 15
De analysecertificaten van de onderzochte grondmonsters zijn opgenomen in bijlage 3. De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden uit de Circulaire bodemsanering 2009. De toetsingswaarden voor grond zijn afhankelijk van de humus‐ en lutumpercentage.
De getoetste analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 4.
Om de mate van verontreiniging aan te geven wordt in de voorliggende rapportage de volgende terminologie gebruikt:
Niet verontreinigd: gehalte ≤ achtergrondwaarde.
Licht verontreinigd: achtergrondwaarde < gehalte ≤ ½ (achtergrond+interventiewaarde).
Matig verontreinigd: ½ (achtergrond+interventiewaarde) < gehalte <
interventiewaarde.
Sterk verontreinigd: gehalte > interventiewaarde.
Daarnaast zijn de resultaten getoetst aan de achtergrondwaarden zoals vastgesteld in het bodembeheerplan inclusief bodemkwaliteitskaart van de gemeente Valkenburg. Deze toetsing geeft een indicatie van de hergebruiksmogelijkheden van eventueel vrijkomende grond binnen het gebied waarop het bodembeheerplan betrekking heeft en maakt duidelijk of er sprake is van een gebiedseigen bodemkwaliteit.
Bovendien zijn de analyseresultaten indicatief getoetst aan de normwaarden, genoemd in tabel 1 en 2 van Bijlage B (Achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie) van de Regeling bodemkwaliteit. Deze indicatieve toetsing geeft een indruk over de toepassingsmogelijkheden van eventueel vrijkomende grond buiten de grenzen van het bodembeheerplan van de gemeente Valkenburg aan de Geul. De resultaten zijn getoetst aan het generieke beleid, zoals vastgesteld in het Besluit bodemkwaliteit. Deze toetsing is slechts indicatief en geeft geen uitsluitsel over de toepassingsmogelijkheden. Hiervoor is een partijkeuring noodzakelijk. Voor de toetsing van de gemiddelde analyseresultaten heeft een correctie plaats gevonden voor het lutum‐ en organische stofgehalte.
Een toelichting op de toetsingskaders is weergegeven in bijlage 5.
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 16
GROND
De resultaten van de toetsing van de grondmonsters is samengevat tabel 7.
Monster- code
Traject >AW-2000 >T >I > AGW Bodemkwaliteitsklasse*
MM01 (0 - 0,5) Cadmium (0,83) Kwik (0,33) Lood (94) Zink (170) PAK (7,5)
- - Cadmium
(0,83) Kwik (0,33) Lood (94) Zink (170) PAK (7,5)
Industrie
MM02 (0 - 0,5) Cadmium (1,5) Kwik (0,12) Nikkel (18) Lood (110) PCB 1 PAK (1,9)
- Koper
(5.600) Zink (2.600)
Cadmium (1,5) Kwik (0,12) Nikkel (18) Lood (110)
Niet toepasbaar
MM03 (0 - 0,5) Cadmium (1,5) Kobalt (9,3) Koper (28) Kwik (0,16) Nikkel (20) Lood (220)
Zink (420) PAK (25)
- Cadmium
(1,5) Koper (28) Kwik (0,16) Nikkel (20) Lood (220)
Industrie
MM04 (0,5 - 1,5)
Zink (150) - - Zink (150) Industrie
MM05 (0,5 - 2,0)
PCB 1 - - - Overal toepasbaar
Aanvullende boringen en grondmonsters, analyses op koper, zink en/of PAK 101-2 (0,5 -
1,0)
- - - - n.v.t.
102-1 (0,0 - 0,5)
Zink (110) PAK (14)
- - PAK (14) n.v.t.
103-2 (0,5 - 1,0)
- - - - n.v.t.
105-1 (0,0 - 0,5)
Zink (230) PAK (2,0)
- - Zink (230) n.v.t.
108-1 (0,0 - 0,5)
- - - - n.v.t.
110-1 (0,0 - 0,5)
Zink (170) - - Zink (170) n.v.t.
111-1 (0,0 - 0,5)
Zink (240) PAK (6,4)
- - Zink (240)
PAK (6,4)
n.v.t.
112-1 (0,0 - 0,5)
Zink (200) - - Zink (200) n.v.t.
113-1 (0,0 - 0,5)
Zink (160) PAK (11)
- - Zink (160)
PAK (11)
n.v.t.
114-1 (0,0 - 0,5)
Zink (150) PAK (2,2)
- - Zink (150)
PAK (2,2)
n.v.t.
115-1 (0,0 - 0,5)
PAK (13) - - PAK (13) n.v.t.
116-2 (0,5 - 1,0)
- - - - n.v.t.
Tabel 7
Overschrijdingstabel analyseresultaten grond
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 17
Monster- code
Traject >AW-2000 >T >I > AGW Bodemkwaliteitsklasse*
118-1 (0,0 - 0,5)
Zink (170) PAK (4,4)
- - Zink (170)
PAK (4,4)
n.v.t.
120-1 (0,0 - 0,5)
Zink (110) - - - n.v.t.
121-1 (0,0 - 0,5)
Zink (110) - - - n.v.t.
124-1 (0,0 - 0,5)
Zink (180) - - Zink (180) n.v.t.
125-1 (0,0 - 0,5)
- Zink
(270)
- Zink (270) n.v.t.
125-2 (0,5 - 1,0)
Zink (140) - - Zink (140) n.v.t.
AW‐2000: achtergrondgrenswaarde T: tussenwaarde
I: interventiewaarde
AGW: achtergrondwaarde (gebiedseigen kwaliteit)
* indicatieve kwaliteitsklasse (X): gemeten gehalte in mg/kg d.s.
1 PCB’s zijn in enkele grond(meng)monsters gemeten in een waarde onder de detectiegrens. Omdat in deze gevallen voor PCB (som7) de achtergrondwaarde lager ligt dan de detectiegrens wordt tijdens de toetsing een overschrijding van de achtergrondwaarde aangegeven. Door bodemplus is aangegeven dat voor de desbetreffende parameters die beneden de detectiegrens (conform de AS3000) liggen,
aangenomen mag worden dat deze voldoen aan de klasse achtergrondwaarde, mits deze parameters niet te relateren zijn aan voormalige bodembedreigende activiteiten.
Uit de tabel blijkt dat de bovengrond ter plaatse van boring 011 sterk verontreinigd is met koper en zink en de bovengrond ter plaatse van boring 125 matig verontreinigd met zink.
Daarnaast zijn er ter plaatse van proefgat pg03 in de bovengrond nog matige verontreinigingen met zink en PAK aangetoond.
Ter plaatse van het overige terrein zijn in de bovengrond lichte verontreinigingen
aangetoond aan zware metalen (met name zink) en PAK. In de ondergrond zijn plaatselijk lichte verontreinigingen aan zink aangetoond. De aangetoonde gehalten overschrijden tevens veelal de achtergrondgrenswaarden uit het bodembeheerplan van de gemeente Valkenburg.
Opvallend is dat de parameter koper alléén in een hoog gehalte in de bovengrond ter plaatse van boring 011 wordt aangetroffen en ter plaatse van de boringen rondom boring 011 slechts in gehaltes beneden de AW2000. De oorzaak van deze zeer plaatselijke sterke verontreiniging is niet duidelijk.
De matige en sterke verontreinigingen zijn horizontaal en verticaal ingekaderd. Ter plaatse van boring 011 wordt de hoeveelheid sterk verontreinigde grond ingeschat op minder dan 25 m3. Er is dan ook geen geval van ernstige bodemverontreiniging op de onderzoekslocatie aanwezig.
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 18
In de twee asbestgrondmonsters (ASB01 en ASB02) is analytisch geen asbest aangetoond.
4.4
TOETSING HYPOTHESEDe vooraf opgestelde hypothese voor het grootste deel van de locatie, namelijk
“onverdacht”, onderzocht in voorliggend onderzoek, is niet juist. Er zijn plaatselijk lichte, matige en sterke verontreinigingen aangetoond met zware metalen en PAK.
Ook de hypothese voor de twee separaat onderzochte deellocaties (de voormalige volière en de huidige schuur), namelijk “verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke kern” uit de NEN 5707, blijkt niet juist. Er zijn immers geen aanwijzingen verkregen (zowel zintuiglijk als analytisch) voor het voorkomen van asbest in de bodem. De hele locatie kan daarom als asbest onverdacht beschouwd worden. Het voorliggende onderzoek doet echter geen bindende uitspraak over de aan‐ of afwezigheid van asbest in de bodem binnen de onderzoekslocatie.
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 19
5.1
UITGEVOERD ONDERZOEKIn opdracht van Woonvorm ‘t Anker heeft ARCADIS Nederland BV in de periode van januari 2011 t/m juni 2011 een verkennend en nader milieukundig bodemonderzoek verricht op de locatie Broekhem 20 te Valkenburg.
Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de ruimtelijke procedure die doorlopen wordt om de geplande ontwikkeling (woningbouw) op de onderzoekslocatie mogelijk te maken.
5.2
CONCLUSIESUit het uitgevoerde bodemonderzoek kan het volgende worden geconcludeerd:
In de bovengrond worden plaatselijk voor enkele geanalyseerde parameters (koper, zink en PAK) de waarde voor nader onderzoek (tussenwaarde) en/of de interventiewaarde overschreden. Deze matige en sterke verontreinigingen zijn horizontaal en verticaal ingekaderd. De hoeveelheid sterk verontreinigde grond op de locatie (ter plaatse van boring 011) wordt ingeschat op minder dan 25 m3. Er is dan ook geen geval van ernstige bodemverontreiniging op de onderzoekslocatie aanwezig.
Conform het bodembeheerplan van de gemeente Valkenburg aan de Geul zijn, gezien het feit dat er een sterke verontreiniging op de locatie aanwezig is, sanerende
maatregelen noodzakelijk. Echter conform het Beleidskader Bodem 2010 van provincie Limburg, is er pas een saneringsnoodzaak als er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (niet aanwezig op deze locatie). In overleg met de gemeente Valkenburg (de heer S. van Mulken) is besproken dat aangesloten kan worden op het beleid van provincie Limburg en dat er dus geen saneringsnoodzaak is.
De locatie is “onverdacht” met betrekking tot het voorkomen van asbest in de bodem.
Indien er grond van de locatie vrijkomt, moet er op grond van de indicatieve toetsing rekening mee worden gehouden dat deze niet zonder meer vrij toepasbaar is. Op
hergebruik van grond is het bodembeheerplan van de gemeente Valkenburg c.q. het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.
5 Conclusies en aanbevelingen
HOOFDSTUK
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 20
5.3
AANBEVELINGENAfhankelijk van de inhoud van de voorgenomen herontwikkeling en de daarbij te hanteren bouwpeilen (wel of geen ontgraving) adviseren wij de verontreinigde bovengrond volgens een nog op te stellen plan van aanpak te ontgraven.
Daarnaast geldt dat bij alle grondwerkzaamheden rekening gehouden moet worden met het vrijkomen van verontreinigde grond waarmee conform de geldende wet‐ en regelgeving op milieuhygiënisch verantwoorde wijze mee moet worden omgegaan.
OPMERKING
Hoewel het bodemonderzoek op zorgvuldige wijze is voorbereid en uitgevoerd, kan niet worden uitgesloten dat er in werkelijkheid afwijkingen optreden ten opzichte van de in dit rapport gepresenteerde gegevens. Immers, elk bodemonderzoek is gebaseerd op het nemen van een aantal steekmonsters, welke representatief worden geacht voor het onderzochte gebied, maar waarbij (lokale) afwijkingen niet volledig kunnen worden uitgesloten.
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 21
BIJLAGE 1 Regionale ligging onderzoekslocatie
0 250 500Meters
opdrachtgever: Woonvorm ‘t Anker
project: VBO en NBO Broekhem 20 te Valkenburg onderwerp: Regionale ligging
getekend : lieverloor goedgekeurd :
datum : 24-06-2011 datum :
schaal : projectleider : Yvonne Sanders
bladformaat : A4 vestiging : Maastricht
projectnummer tekening versie
B01032.002146 1 1
´
1:10.000
verkennend en nader bodemonderzoek broekhem 20 te valkenburg
075753140:0.1 ARCADIS 22
BIJLAGE 2 Boorprofielen
Projectcode: B010320021460100
Projectnaam: VBO Broekhem 20 te Valkenburg Projectleider: I.G.H. Kengen
Veldwerk uitgevoerd door: A.J. Fransen Boring: 001
Datum: 26-1-2011
0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
500
550
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
groenstrook
0
Leem, zwak zandig, matig humeus, sporen kolen, donkerbruin
50
Leem, zwak zandig, bruin
100
Leem, zwak zandig, zwak puinhoudend, bruin
150
Leem, zwak zandig, zwak roesthoudend, lichtbruin
300
Leem, sterk zandig, lichtbruin
550
Boring: 002
Datum: 26-1-2011
0
50
100
150
200
1
2
3
4
gazon
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, sporen kolen, bruin
50
Leem, sterk zandig, lichtbruin
200
Boring: 003
Datum: 26-1-2011
0
50
100
150
200
1
2
3
4
groenstrook
0
Leem, zwak zandig, matig humeus, sporen kolen, zwak mergelhoudend, donkerbruin
50
Leem, zwak zandig, sporen puin, sporen kolen, bruin
150
Leem, sterk zandig, lichtbruin
200
Boring: 004
Datum: 26-1-2011
0
50
1
groenstrook
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, bruin
50
Projectcode: B010320021460100
Projectnaam: VBO Broekhem 20 te Valkenburg Projectleider: I.G.H. Kengen
Veldwerk uitgevoerd door: A.J. Fransen Boring: 005
Datum: 26-1-2011
0
50
1
gazon
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, zwak grindig, zwak koolhoudend, bruin
50
Boring: 006
Datum: 26-1-2011
0
50
1
gazon
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, sporen kolen, bruin
50
Boring: 007
Datum: 26-1-2011
0
50
1
groenstrook
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, sporen kolen, donkerbruin
50
Boring: 008
Datum: 26-1-2011
0
50
1
groenstrook
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, sporen kolen, donkerbruin
50
Boring: 009
Datum: 26-1-2011
0
50
1
gazon
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, sporen kolen, bruin
50
Boring: 010
Datum: 26-1-2011
0
50
1
groenstrook
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, sporen kolen, bruin
50
Boring: 011
Datum: 26-1-2011
0
50
1 2
grind
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen puin, bruin
30
Leem, sterk zandig, zwak humeus, matig roesthoudend, sporen puin, sporen kolen, bruin
50
Boring: 012
Datum: 26-1-2011
0
50
1
groenstrook
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, sporen kolen, bruin
50
Projectcode: B010320021460100
Projectnaam: VBO Broekhem 20 te Valkenburg Projectleider: I.G.H. Kengen
Veldwerk uitgevoerd door: A.J. Fransen Boring: 013
Datum: 26-1-2011
0
50
1
klinker
0 10
Grind, zeer grof, sterk zandig, bruin
50
Boring: pg01
Datum: 26-1-2011
0
50
1 2
gazon
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, zwak grindig, zwak roesthoudend, sporen kolen, bruin
50
Boring: pg02
Datum: 26-1-2011
0
50
1 2
gazon
0
Leem, zwak zandig, zwak humeus, matig grindig, zwak roesthoudend, sporen kolen, sporen puin, bruin
50
Boring: pg03
Datum: 26-1-2011
0
50
1 2
groenstrook
0
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak grindig, sterk slakhoudend, zwak koolhoudend, sporen puin, donkergrijs
50
Boring: pg04
Datum: 26-1-2011
0
50
1 2
groenstrook
0
Leem, sterk zandig, sterk humeus, zwak grindig, matig wortelhoudend, donkerbruin
50
Projectcode: B010320021460100
Projectnaam: NBO Broekhem 20 te Valkenburg Projectleider: I.G.H. Kengen
Veldwerk uitgevoerd door: J.A. Meeuwissen Boring: 101
Datum: 14-6-2011
0
50
100
150
1
2
3
0
Zand, zeer fijn, sterk siltig, sterk grindhoudend, matig baksteenhoudend, lichtbruin
50
Zand, zeer fijn, sterk siltig, lichtbruin
150
Boring: 102
Datum: 14-6-2011
0
50
100
150
1
2
3
0
Zand, zeer fijn, sterk siltig, lichtbruin
150
Boring: 103
Datum: 14-6-2011
0
50
100
150
1
2
3
0
Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak grindhoudend, zwak kolengruishoudend, lichtbruin
50
Zand, zeer fijn, sterk siltig, lichtbruin
150
Boring: 104
Datum: 14-6-2011
0
50
100
1
2
0
Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak grindhoudend, zwak baksteenhoudend, lichtbruin
50
Zand, zeer fijn, sterk siltig, lichtbruin
100
Boring: 105
Datum: 14-6-2011
0
50
100
1
2
0
Zand, zeer fijn, sterk siltig, sterk grindhoudend, zwak baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend, lichtblauw
50
Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend, lichtbruin
100
Boring: 106
Datum: 14-6-2011
0
50
100
1
2
0
Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak baksteenhoudend, zwak grindhoudend, lichtbruin
50
Zand, zeer fijn, sterk siltig, lichtbruin
100
Boring: 107
Datum: 14-6-2011
0
50
100
1
2
0
Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak grindhoudend, lichtbruin
50
Zand, zeer fijn, sterk siltig, lichtbruin
100
Boring: 108
Datum: 14-6-2011
0
50
100
1
2
0
Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak grindhoudend, lichtbruin
50
Zand, zeer fijn, sterk siltig, lichtbruin
100