Griffier van de Staten
Geleidebrief Kaderstellend
Naam voorstel
BLD-050
Statenvoorstel nieuwe hoogspanningsverbinding Zuid-West 380kV-west
Commissie Ruimte 22 april 2016
Betreft vergadering Provinciale Staten 3 juni 2016
Te verzenden Statenbreed via iBabs
Verzenddatum 19 april 2016
Commissiegriffier Alma van Wallenburg 0118 – 63 12 65 ac.v.wallenburg@zeeland.nl Statenadviseur Simon de Visser 0118 – 63 15 94 s.de.visser@zeeland.nl Inhoudelijk ambtenaar Louis Engelbert 0118 – 63 11 92 ljm.engelbert@zeeland.nl Verantwoordelijk bestuurder C.M.M. Schönknecht-Vermeulen
Inhoudelijk
Aanleiding Ter inzagelegging van ontwerp Rijksinpassingsplan (RIP) 380 kV-
verbinding; gelegenheid indienen reactie PS bij minister EZ uiterlijk voor 7 juni 2016.
Bevoegdheid PS
Wat stellen GS voor? Instemmen en bekrachtigen van ingestuurde zienswijze GS door PS op het RIP Zuid-West 380kV-verbinding; GS opdragen de minister van EZ hierover te informeren.
Argumenten Nut en noodzaak van het project 380kV staan in Zeeland al geruime tijd ter discussie. Een alternatieven onderzoek werd gemist. Door provincie en gemeenten Borsele, Kapelle en Reimerswaal is daarom een onafhankelijk onderzoek/quick scan naar nut en noodzaak en mogelijke alternatieven geïnitieerd. Het resultaat van de quick scan door Bureau D-Cision is op 13 april jl. toegelicht door de onderzoeker aan PS en raadsleden. Het resultaat is als bijlage toegevoegd aan het statenvoorstel.
Doelen en effecten Het ontwerp RIP regelt de planologische inpassing van een nieuwe 380kV- verbinding van Borssele naar Rilland. De verbinding maakt onderdeel uit van een nieuwe verbinding tussen toekomstige windparken voor de Zeeuwse kust en de landelijke ring bij Tilburg.
Het ontwerp RIP voor het net op zee naar Borssele wordt gelijktijdig voorgelegd aan de cie Ruimte op 22 april 2016.
Controleren Uitvoering Informeren
Kosten en dekking
Overige informatie B&W van Reimerswaal en Kapelle hebben een gelijksoortige zienswijze ingediend bij het ministerie EZ en verzoeken hun raden ook die te
Provincie
bekrachtigen. De uitkomst van de quick scan is voor gemeente Borsele aanleiding om verder af te zien van een reactie.
Onderzoeksbureau D-Cision zal op 22 april vertegenwoordigd zijn in de commissie Ruimte.
Resultaat commissiebehandeling
Gedeputeerde Staten
16005715
r'rovincie Zeeland
bericht op brief van:
uw kenmerk:
ons kenmerk: 16005875
afdeling: Ruimte
bijlage(n): div.
behandeld door: L.J.M. Engelbert
doorkiesnummer: 0118-631192
ondenwerp: Behandeling statenvoorstellen
De voorzitter van Provinciale Staten t.a.v. de statengriffier
PROVINCIE ZEELAND
AFD^(5^ AMBT.
AFD. TERlwJN
DATUM 1 3
IPR. 2016
DOC.m.
ZAAK NR.
CLASS.
verzonden:
1 2 APR.
Middelburg, 12 april 2016Geachte voorzitter,
Hierbij sturen wij u een voorstel aan Provinciale Staten over de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding en een voorstel aan Provinciale Staten over het net op zee Borssele.
Wij verzoeken u deze voorstellen in deze volgorde te behandelen in de vergadering van de commissie Ruimte van 22 april 2016 en vervolgens in Provinciale Staten van 3 juni 2016.
Hoogachtend, gedeputeerde staten,
drs man, voorzitter
—
\A.W. Smit, secretaris
Provinciehuis Middelburg Bezoekadres: Abdij 6 4331 BK IViiddelburg
Postadres:
Postbus 6001 4330 LA Middelburg
www.i:eeland.nl T: 0118-531011 F: 0118-626949
16005715 GedeputeerdeStaten
Provincie Zeeland
De voorzittervan Provinciale Staten t.a.v.de statengriffier
berichtop briefvan:
uw kenmerk:
PROVINCIE ZEELAND
16005875
onskenmerk:
Ruimte
afdeling:
AFDSG
AFD. TERM.JN
AMBT.
DATUM
1 3 APR. 2016
div.
bijlage(n):
behandeld door L.J.M.Engelbert
doorkiesnummer: 0118-631192
DOC.NR.
ZAAK NR.
CLASS.
Behandeling statenvoorstellen
onderwerp:
1 2 APR. 2018
Middelburg. 12 april2016verzonden:
Geachte voorzitter,
Hierbij sturen wijueen voorstel aan Provinciale Staten over de nieuwe 380 kVhoogspanningsverbindingen een voorstel aan ProvincialeStatenover het net op zee Borssele.
Wij verzoeken u deze voorstellen in deze volgorde te behandelen in de vergadering van de commissie Ruimte van22april 2016en vervolgens in Provinciale Statenvan3 juni2016.
Hoogachtend, gedeputeerdestaten,
drs.
J.M.MSPdlman,
voorzitterA
W. Smit,secretaris
www.zeeland.nl T: 0118 -631011 F: 0118 626949 Postadres:
Postbus 6001 4330 LAMiddelburg ProvinciehuisMiddelburg
Bezoekadres:Abdij6 4331BKMiddelburg
Provinciale Staten
Financiële consequenties externe inliuur:
Kostensoort:
Bedrag: € 0,00
Financiële consequenties opdracht / uitbesteding: . Kostensoort:
Bedrag:
Provincie
Zeeland
Gedeputeerde belast met
behandeling: mevr. C.M.M. Schönknecht-Vermeulen
Vergadering PS:
Nr:
Agenda nr:
Vergadering GS:
Nr:
3 iuni 2016 BLD-050 12 april 2016 16005870 Onderwerp: Nieuwe hoogspanningsverbinding
Zuid-West 380 kV-west. VOORSTEL
Aan de Provinciale Staten van Zeeland
<D
t/)
CD 03
CO
Samenvatting;
De minister van Economische Zaken stelt Provinciale Staten in de gelegenheid te reageren op het ontwerp Rijks inpassingsplan voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding. De provincie heeft samen met de betrokken gemeenten zelf onderzoek laten doen naar nut en noodzaak en mogelijke alternatieven. Daaruit blijkt dat er, anders dan uit het inpassingsplan blijkt, mogelijkhe
den zijn om gedeelten van het project ondergronds te brengen. Provinciale staten roepen de minister op de mogelijkheden verder met de provincie en gemeenten te onderzoeken.
Op 3 maart 2016 he eft de minister van E conomische Zaken u het ontwerp Rijks inpassingsplan voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding van Borssele naar Rilland toegestuurd. U wordt daarbij om een reactie voor uiterlijk 7 juni 2016 gevraagd. De formele termijn voor het indienen van een zienswijze bedraagt echter 6 weken en liep tot 14 april jl. Omdat wij er aan hechten uw opvatting ook als formele zienswijze kenbaar te maken en om binnen deze termijn te blijven heb
ben wij bijgevoegde reactie namens u reeds ingestuurd. Aan u wordt nu om instemming met de ingediende zienswijze gevraagd en deze tevens als uw reactie te bekrachtigen.
Het toegestuurde ontwerp Rijks inpassingsplan regelt de planologische inpassing van een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding van Borssele naar Rilland. Het maakt onderdeel uit van een nieuwe verbinding tussen de toekomstige windparken voor de Zeeuwse kust en de landelijke ring bij Tilburg. Het ontwerp Rijks inpassingsplan voor het net op zee naar Borssele wordt gelijktijdig aan u voorgelegd. Het nieuwe hoogspanningsstation bij Rilland hebt u reeds behandeld en voor wat betreft het gedeelte Rilland-Tilburg vindt een nieuw MER onderzoek plaats.
Nut en noodzaak van het project staan in Zeeland al geruime tijd ter discussie. Een alternatieven onderzoek wordt gemist. Op vragen die wij samen met de betrokken gemeenten aan de minister hebben gesteld zijn in de beantwoording geen nieuwe inzichten naar voren gekomen. Ook de toelichting van het voorliggende inpassingsplan overtuigd niet.
Uiteindelijk is dit voor ons aanleiding geweest om in samenspraak met de gemeenten met behulp van onafhankelijk deskundigen van bureau D-Cision met een quick scan zelfonderzoek naar nut en noodzaak en mogelijke alternatieven te laten uitvoeren. Het resultaat van de quick scan treft u als bijlage aan en is onlangs aan u toegelicht.
Op 2 december 2015 heeft de minister van Economische Zaken met een brief de 2<'® kamer ge
ïnformeerd over de resultaten van een onderzoek naar de mogelijkheden van v erkabeling en de consequenties hiervan voor met name het project Zuid-West 380 kV. Hij geeft aan dat uit advies van Tennet naar voren komt dat ondergronds aanleggen van tracégedeelten Borsele-Rilland niet
Provincie
Provinciale Staten
Financiëleconsequentiesexterneinhuur:
Kostensoort:
Bedrag:
Financiëleconsequentiesopdracht/uitbesteding:
.
Kostensoort:
Bedrag:
€0,00
Gedeputeerde belastmet behandeling:
VergaderingPS: 3juni2016 BLD-050 Nr:
mevr. C.M.M.Schönknecht-Vermeulen Agendanr:
VergaderingGS: 12april2016 16005870 Nr:
Onderwerp: Nieuwehoogspanningsverbinding
Zuid-West 380 kV-west. VOORSTEL
Aan deProvincialeStatenvanZeeland
Samenvatting:
DeministervanEconomische Zaken stelt Provinciale Staten in de gelegenheid te reagerenop het ontwerp Rijks inpassingsplanvoor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding. De provincie heeft samen metde betrokken gemeenten zelf onderzoek laten doennaar nut en noodzaak en mogelijkealternatieven. Daaruit blijkt dat er, anders dan uit het inpassingsplanblijkt, mogelijkhe¬
den zijn om gedeelten van het project ondergronds te brengen. Provinciale staten roepen de minister op de mogelijkheden verder met de provincieengemeententeonderzoeken.
Op 3 maart2016 heeft de ministervan Economische Zaken u het ontwerp Rijks inpassingsplan voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding van Borssele naar Rilland toegestuurd. U wordt daarbijom een reactie voor uiterlijk 7 juni 2016 gevraagd. De formele termijn voor het indienen vaneenzienswijze bedraagtechter 6 wekenen liep tot 14 april jl. Omdat wij er aan hechtenuw opvatting ook als formele zienswijze kenbaartemakenen om binnen deze termijn te blijven heb¬
ben wij bijgevoegde reactie namensureeds ingestuurd. Aan uwordtnuom instemming met de ingediende zienswijze gevraagd en dezetevensals uw reactie te bekrachtigen.
Hettoegestuurde ontwerp Rijks inpassingsplan regelt de planologische inpassing van een nieuwe 380kVhoogspanningsverbindingvan Borssele naar Rilland. Het maakt onderdeel uit van een nieuwe verbinding tussen de toekomstige windparkenvoor de Zeeuwse kust en de landelijke ring bij Tilburg. HetontwerpRijks inpassingsplanvoor het net op zee naar Borssele wordt gelijktijdig aan u voorgelegd. Het nieuwe hoogspanningsstation bij Rilland hebt u reeds behandeld en voor watbetreft het gedeelte Rilland-Tilburgvindteen nieuw MER onderzoek plaats.
Nuten noodzaak van het project staan in Zeeland al geruime tijd ter discussie. Eenalternatieven onderzoek wordt gemist. Opvragendiewijsamenmetde betrokken gemeentenaan de minister hebben gesteld zijninde beantwoording geen nieuwe inzichtennaar vorengekomen. Ook de toelichtingvan het voorliggende inpassingsplan overtuigd niet.
Uiteindelijk is dit vooronsaanleiding geweestominsamenspraak met de gemeentenmetbehulp van onafhankelijk deskundigen van bureau D-Cision met een quick scan zelf onderzoek naarnut en noodzaak en mogelijke alternatieven te laten uitvoeren. Het resultaat van de quick scan treft u alsbijlageaan en isonlangsaanutoegelicht.
Op 2 december 2015 heeft de ministervan EconomischeZaken meteen brief de2dekamerge- informeerdover de resultatenvaneen onderzoek naar de mogelijkheden van verkabeling en de consequentieshiervan voor metnamehet projectZuid-West380 kV. Hij geeftaan dat uit advies van Tennet naar voren komt dat ondergronds aanleggen van tracégedeelten Borsele-Rilland niet
Onderwerp: Nieuwe hoogspanningsverbinding Zuid-West 380 kV-west
mogelijk is, omdat dan ontoelaatbare hoge overspanningen kunnen ontstaan op zowel het 380 kV station Borssele als Rilland. O ndergronds aanbrengen van 10 km acht de minister voor het gedeelte Rilland-Tilburg wel mogelijk Mogelijk zelfs nog uit te breiden naar 20 km.
Uit het in onze opdracht zelf verrichte onderzoek blijkt nu echter dat de beperkingen in Zeeland veroorzaakt worden door de knip die wordt aangebracht in het project 380 kV hoogspanningsverbinding Borssele-Tilburg. De hoge overspanningen die zich voor kunnen doen bij alleen aanleg van het gedeelte Borssele-Rilland (fase 1) verdwijnen op het moment dat ook fase 2 (Rilland-Tilburg) is aangelegd. Dan ontstaat een compleet andere situatie waarbij ook in het gedeelte Borssele-Rilland de mogelijkheid ontstaat om tracégedeelten van de 380 kV ondergronds aan te brengen. Onze onderzoekers geven bovendien aan dat met het treffen van technische voorzieningen de gecon
stateerde overspanningen, ook voor alleen fase 1, beheersbaar kunnen blijven.
Uit het alternatievenonderzoek komt verder naar voren dat wanneer de minister toch niet zou willen kiezen voor het ondergronds brengen van een 380 kV verbinding in Zeeland er nog andere mogelijkheden zij n om de impact van het project te verminderen. In ons onderzoek is een variant in beeld gebracht waarbij er voor wordt gekozen om delen van de 150 kV verbinding ondergronds aan te brengen en de nieuwe en bestaande 380 kV samen te brengen over het gehele tracé in plaats van alleen op het gedeelte Borssele-Wiilem Annapolder. Nu alsnog blijkt dat er ook in Zeeland mogelijkheden zijn voor verkabeling een variant die volgens ons nader bekeken dient te worden.
Daarnaast is bij bestudering van de ter inzage liggende besluiten geconcludeerd dat bij het ontwerpbesluit Natuur
beschermingswet 1998 er onvoldoende zorgvuldig is gehandeld om effecten op kenmerkende natuurdoelen van de Oosterschelde en Westerschelde te voorkomen. Dit is in overleg met het ministerie reeds eerder kenbaar gemaakt, maar heeft niet geleid tot aanpassingen.
Wij constateren dat de stukken waarop de aanvraag is gebaseerd, gedateerd zijn, ontbreken of geen onderdeel uit maken van het ontwerpbesluit. Verder is het uitgangspunt van de beoordeling van effecten op natuur foutief inge
stoken. Er wordt uitgegaan van een geringe verandering van enkele draden en het project wordt niet beoordeeld ais een nieuwe hoogspanningsverbinding. Verder geven de onderliggende stukken een onvolledig beeld van mo
gelijke effecten op de natuur. Onderzoeken ontbreken op de locaties waar meeste effecten zijn te verwachten (traject Kruiningen - Rilland). Essentiële onderdelen waaronder stikstofdepositie, habitattypeverlies en draadslacht
offers worden niet of onjuist onderzocht en beoordeeld in relatie tot de natuur doelstellingen.
De huidige insteek van het project zal naar onze mening leiden tot significant negatieve effecten op de natuurdoelen van de Natura 2000-gebieden Oosterschelde en Westerschelde & Saeftinghe waarvoor wij in Europees verband een verplichting hebben om deze te behalen. Met de huidige inspanningen en ontwikkelingen is dit al een lastige opgave. Het is vanuit de natuuropgave dan ook niet wenselijk en juridisch gezien ook niet mogelijk een vergunning voor het huidige tracé te verlenen. Ook uit dit oogpu nt pleiten wij er bij de m inister voor om op het tracé waar de effecten op de natuur zich concentreren (grofweg Willem Annapolder-Rilland) te kiezen voor een van de alternatie
ven. Wij verwachten dat daarmee negatieve natuur effecten kunnen worden voorkomen.
De uitkomst van de quick scan en onze bevindingen over de impact op de natuurwaarden zijn voor ons aanleiding geweest om bijgevoegde zienswijze namens u en binnen de wettelijke termijn van 6 weken bij de minister in te dienen. Wij stellen u voor deze reactie te bekrachtigen en ons op te dragen de minister van Economische Zaken hierover te berichten. Burgemeester en wethouders van Reimerswaal en Kapelle hebben een gelijksoortige ziens
wijze ingediend en doen eenzelfde voorstel aan hun gemeenteraad. De uitkomst van de quick scan is voor de gemeente Borsele aanleiding om verder af te zien van een reactie. B en w van Borsele doen daarom geen voorstel aan de gemeenteraad.
Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besiuit.
Gedeputeerde staten,
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris.
2
Onderwerp: NieuwehoogspanningsverbindingZuid-West 380kV-west
mogelijkis,omdat dan ontoelaatbare hoge overspanningen kunnenontstaanopzowelhet 380 kV stationBorssele alsRilland. Ondergronds aanbrengen van 10kmacht de ministervoor het gedeelte Rilland-Tilburg wel mogelijk.
Mogelijk zelfsnoguit te breidennaar 20km.
Uit het in onze opdracht zelf verrichte onderzoekblijkt nu echter dat de beperkingen in Zeeland veroorzaakt worden door de knip die wordt aangebracht in het project 380kV hoogspanningsverbinding Borssele-Tilburg. De hoge overspanningendie zichvoor kunnen doen bij alleen aanleg van het gedeelte Borssele-Rilland (fase 1)verdwijnen op het moment dat ook fase 2 (Rilland-Tilburg) is aangelegd. Dan ontstaat een compleet andere situatie waarbij ookin het gedeelteBorssele-Rilland de mogelijkheid ontstaat om tracégedeelten van de 380 kV ondergronds aan tebrengen Onze onderzoekers gevenbovendien aan dat met het treffen van technische voorzieningen degecon¬
stateerde overspanningen, ook voor alleen fase 1, beheersbaar kunnen blijven.
Uit het alternatievenonderzoek komt verder naarvoren dat wanneer de minister toch niet zou willen kiezen voor het ondergronds brengen van een 380kV verbinding in Zeelandernogandere mogelijkheden zijnom de impact van hetproject teverminderen. Inons onderzoek is een variant in beeld gebracht waarbij er voor wordt gekozen om delenvan de 150 kV verbinding ondergronds aan te brengen en de nieuwe en bestaande 380 kV samen te brengen over het gehele tracé in plaats van alleen op het gedeelte Borssele-Willem Annapolder. Nu alsnog blijkt dat er ook in Zeeland mogelijkheden zijnvoor verkabeling een variant die volgens ons nader bekeken dient te worden.
Daarnaast is bij bestudering van de ter inzage liggendebesluiten geconcludeerd datbij het ontwerpbesluit Natuur¬
beschermingswet 1998 eronvoldoende zorgvuldig is gehandeldom effecten op kenmerkende natuurdoelen van de Oosterscheldeen Westerscheldetevoorkomen. Dit isinoverleg met het ministerie reeds eerderkenbaar gemaakt, maar heeft niet geleid tot aanpassingen.
Wij constateren dat de stukkenwaarop deaanvraagis gebaseerd, gedateerd zijn, ontbreken ofgeenonderdeel uit makenvan het ontwerpbesluit. Verder is het uitgangspunt van de beoordeling van effecten op natuurfoutiefinge¬
stoken.Erwordt uitgegaan van een geringe veranderingvan enkele draden en het project wordt niet beoordeeld alseen nieuwe hoogspanningsverbinding. Verdergevende onderliggende stukkeneen onvolledig beeld van mo¬
gelijke effecten op de natuur. Onderzoeken ontbreken op de locaties waar meesteeffecten zijn te verwachten (traject Kruiningen
-
Rilland).Essentiéleonderdelen waaronder stikstofdepositie, habitattypeverlies en draadslacht- offersworden nietof onjuist onderzocht en beoordeeld in relatie tot de natuur doelstellingen.Dehuidige insteek van het project zal naaronze mening leiden tot significant negatieve effecten op de natuurdoelen van de Natura 2000-gebieden OosterscheldeenWesterschelde & Saeftinghe waarvoor wij in Europees verband een verplichting hebben om deze te behalen. Met de huidige inspanningen en ontwikkelingen is dit al een lastige opgave. Het is vanuit de natuuropgave dan ook niet wenselijk en juridisch gezien ook niet mogelijk een vergunning voor het huidige tracé te verlenen. Ook uit dit oogpunt pleiten wij er bij de minister voor om op het tracé waar de effecten op de natuur zich concentreren (grofweg Willem Annapolder-Rilland) te kiezen voor een van de alternatie¬
ven. Wij verwachten dat daarmee negatieve natuur effecten kunnen worden voorkomen.
De uitkomstvan de quick scan en onze bevindingen over de impact op de natuurwaarden zijn voor ons aanleiding geweest om bijgevoegde zienswijzenamensuenbinnen de wettelijke termijn van 6 weken bij de minister in te dienen. Wij stellenuvoor deze reactie te bekrachtigen en ons op te dragendeministervan Economische Zaken hierover te berichten. Burgemeesteren wethouders van Reimerswaal en Kapelle hebben een gelijksoortige ziens¬
wijze ingediend en doen eenzelfde voorstel aan hun gemeenteraad. De uitkomst van de quick scan is voor de gemeenteBorsele aanleiding om verder af te zienvan een reactie.Ben w van Borsele doen daarom geen voorstel aandegemeenteraad.
Wijstellenuvoor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
Gedeputeerdestaten,
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris.
2
Onderwerp: Nieuwe hoogspanningsverbinding Zuid-West 380 kV-west
Ontwerp-besluit
De staten der provincie Zeeland,
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 12 april 2016, nr. 16005870;
besluiten:
In te stemmen met de ingestuurde zienswijze van het college van gedeputeerde staten op het ontwerp rijks inpas
singsplan Zuid-West 380 kV en het college op te dragen de minister van Economische Zaken hierover te informe
ren.
3
Onderwerp: Nieuwe hoogspanningsverbindingZuid-West380 kV-west
Ontwerp-besluit
De staten der provincie Zeeland,
gelezen het voorstel van GedeputeerdeStatenvan12april 2016,nr.16005870;
besluiten:
Inte stemmen met de ingestuurde zienswijze van het college van gedeputeerde staten op het ontwerp rijks inpas- singsplan Zuid-West 380 kV en het college optedragen de minister vanEconomischeZakenhieroverteinforme¬
ren.
3
Archiafexemplti» Provincie Zeeland
Gedeputeerde Staten
3 maart 2016 Bureau Energieprojecten
InspraakpuntZuid-West 380 kV-West Postbus 248
2250AE VOORSCHOTEN
bericht op brief van:
DGETM-EO/ 16022335
uwkenmerk:
16005874
onskenmerk:
Water, Bodemen Natuur
afdeling:
bijlage(n): 1
P.J.Sinke
Archiafexemplti» Provincie Zeeland
Gedeputeerde Staten
3 maart 2016 Bureau Energieprojecten
InspraakpuntZuid-West 380 kV-West Postbus 248
2250AE VOORSCHOTEN
bericht op brief van:
DGETM-EO/ 16022335
uwkenmerk:
16005874
onskenmerk:
Water, Bodemen Natuur
afdeling:
bijlage(n): 1
P.J.Sinke
Archiafexemplti» Provincie Zeeland
Gedeputeerde Staten
3 maart 2016 Bureau Energieprojecten
InspraakpuntZuid-West 380 kV-West Postbus 248
2250AE VOORSCHOTEN
bericht op brief van:
DGETM-EO/ 16022335
uwkenmerk:
16005874
onskenmerk:
Water, Bodemen Natuur
afdeling:
bijlage(n): 1
P.J.Sinke
behandelddoor:
0118-631136
doorkiesnummer:
Indienenvan een zienswijze op het ter inzage liggende
ontwerp-inpassingsplan en het ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998 van de 380 kV hoogspanningsverbinding Rilland- Borssele
onderwerp:
1 2 APR. 2016
Middelburg, 12april 2016verzonden:
Geachteheer Kamp,
Bij uw briefvan 3 maart 2016, heeft u ons in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op het ontwerp inpassingsplanen geattendeerd op het feit dat de overige voor het project benodigde besluiten met betrekking op de 380 kV hoogspanningsverbinding Rilland-Borssele terinzage liggen. Het gaat hierbij om twee geschei¬
den procedures. Ten eerste worden op grond van artikel 3.28 Wet ruimtelijke ordening de raden en staten gehoord over hetvoornemen om een Rijks inpassingsplan vast te stellen, waarbij Provinciale Staten wordt uitgenodigdom een reactie te geven. Daarnaast bestaat de mogelijkheid op basis van artikel 3.4 Algemene wetbestuursrecht in samenhang met artikel 3.35 Wet ruimtelijke ordening en de Crisis- en Herstelwet, voor hetinbrengen van een zienswijzeop de overigevoor het project benodigde besluiten.
Met deze brief dienen wijeengezamenlijke zienswijze in met de gemeenteReimerswaalen gemeente Kapelle op het ontwerp inpassingsplan en het ontwerp besluit Natuurbeschermingswet 1998, voor de realisatie en instandhouding 380kVverbinding Borssele-Rilland.
Voor de inhoud van de zienswijze verwijs ik u naar de bij deze brief gevoegde bijlage.
Inaansluiting op deze zienswijze zal Provinciale Staten van de Provincie Zeeland worden gehoord op 3 juni 2016.Na behandeling wordt uvan de reactie van ProvincialeStatenvanZeeland op de hoogte gesteld.
Hoogachtend, gedeputeerde staten,
drs.\J_MrM.Polman,voorzitter
7
A.W.Smit,secretaris
www.zeoliiiid.nl f:01.18-631011 R0118-626241)
irosafcices;
po.simiÿsojn
4330I.AMiddelburg' PrüviiicieluiisMiddelburg
BeiuekcKfej;"Abdijfi 4331BKMiddelbui;g
BIJLAGE 1
Gezamenlijke zienswijze Provincie Zeeland, gemeente Reimerswaal en gemeente Kapelle op het ontwerp inpassingsplan en het ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998 van de hoogspanningsverbinding Zuid- West 380 kV west.
Zoals de gezamenlijke colleges van gedeputeerde staten van Zeeland en de burgemeester en wethouders van de gemeenten Reim erswaal, Borsele en Kapelle bij brief van 12 januari 2016 al hebben aangegeven, staan nut en noodzaak van dit project in Zeeland behoorlijk ter discussie. Er wordt een alternatieven onderzoek gemist waarbij met name een kabelverbinding door de Westerschelde wordt onderzocht. Uw antwoorden in de brief van 22 februari 2016 hebben de twijfel over dit project bij ons niet kunnen wegnemen. Dit is voor ons aanleiding geweest om onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar alternatieven en nut en noodzaak van deze nieuwe verbinding. Daaruit komt voor wat betreft het alternatief verkabeling van delen van de 380 kV verbinding toch een ander beeld naar voren dan aangegeven in het ontwerp inpassingsplan. Wij gaan hier onderstaand verder op in.
Op 2 december 2015 heeft u de Tweede kamer schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van een onderzoek naar de mogelijkheden van verkabeling en de consequenties hiervan voor met name het project Zuid-West 380 kV. Ook in u w brief van 22 februari aan de colleges gaat u daarop in. U geeft aa n dat uit het advies van Tennet naar voren komt dat ondergronds aanleggen van tracégedeelten Borsele-Rilland niet mogelijk is, omdat dan ontoelaatbare hoge overspanningen kunnen ontstaan op zowel het 380 kV station Borssele als Rilland. Ondergronds aanbrengen van 10 km acht u voor het gedeelte Rilland-Tilburg wel mogelijk. Mogelijk zelfs nog uit te breiden naar 20 km.
Uit het in onze opdracht verrichte onderzoek blijkt nu echter dat de beperkingen in Zeeland veroorzaakt worden door de knip die wordt aangebracht in het project 380 kV hoogspanningsverbinding Borssele-Tilburg. De hoge overspanningen die zich voor kunnen doen bij alleen aanleg van het gedeelte Borssele-Rilland (fase 1) verdwijnen op het moment dat ook fase 2 (Rilland-Tilburg) is aangelegd. Dan ontstaat een compleet andere situatie waarbij ook in het gedeelte Borssele-Rilland de mogelijkheid ontstaat om tracégedeelten van de 380 kV ondergronds aan te brengen. Onze onderzoekers geven bovendien aan dat met het treffen van technische voorzieningen de geconstateerde overspanningen, ook voor alleen fase 1, beheersbaar kunnen blijven.
Uit het alternatievenonderzoek komt verder naar voren dat wanneer u toch niet zou willen kiezen voor het ondergronds brengen van een 380 kV verbinding in Zeeland er nog andere mogelijkheden zijn om de impact van het project te verminderen. In ons onderzoek is een variant in beeld gebracht waarbij er voor wordt gekozen om delen van de 150 kV verbinding ondergronds aan te brengen en de nieuwe en bestaande 380 kV samen te brengen over het gehele tracé in plaats van alleen op het gedeelte Borssele-Willem Annapolder (WAP). Nu alsnog blijkt dat er ook in Zeeland mogelijkheden zijn voor verkabeling is dit een variant die volgens ons nader bekeken dient te worden.
Daarnaast is bij bestudering van de ter inzage liggende ontwerpbesluiten geconcludeerd dat bij het ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998 er onvoldoende zorgvuldig is gehandeld om effecten op kenmerkende natuurdoelen van de Oosterschelde en Westerschelde te voorkomen. Dit is in overleg met uw ministerie reeds eerder kenbaar gemaakt, maar heeft niet geleid tot aanpassingen.
Wij constateren dat de stukken waarop de aanvraag is gebaseerd, gedateerd zijn, ontbreken of geen onderdeel uit maken van het ontwerpbesluit. Verder is het uitgangspunt van de beoordeling van effecten op natuur foutief ingestoken. Er wordt uitgegaan van een geringe verandering van enkele draden en het project wordt niet beoordeeld als een nieuwe hoogspanningsverbinding. Verder geven de onderliggende stukken een onvolledig beeld van mogelijke effecten op de natuur. Onderzoeken ontbreken op de locaties waar meeste effecten zijn te verwachten (traject Kruiningen - Rilland). Essentiële onderdelen waaronder stikstofdepositie, habitattypeverlies en draadslachtoffers worden niet of onjuist onderzocht en beoordeeld in relatie tot de natuur doelstellingen.
De huidige insteek van het project zal naar onze mening leiden tot significant negatieve effecten op de natuurdoelen van de Natura 2000-gebieden Oosterschelde en Westerschelde & Saeftinghe waarvoor wij in Europees verband een verplichting hebben om deze te behalen. Met de huidige inspanningen en ontwikkelingen is dit al een lastige opgave. Het is v anuit de natuuropgave dan ook niet wenselijk en juridisch gezien ook niet mogelijk een vergunning voor het huid ige tracé te verlenen. Ook uit dit oogpunt pleiten wij er voor om op het tracé waar de effec ten op de natuur zich concentreren (grofweg Willem Annapolder-Rilland) te kiezen voor een van de alternatieven zoals hiervoor beschreven. Wij verwachten dat met deze alternatieven negatieve effecten op natuur kunnen worden voorkomen.
BIJLAGE 1
Gezamenlijke zienswijze Provincie Zeeland, gemeente Reimerswaal en gemeente Kapelle op het ontwerp inpassingsplanen het ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998 van de hoogspanningsverbinding Zuid¬
west 380kVwest.
Zoals de gezamenlijke colleges van gedeputeerde staten van Zeeland en de burgemeester en wethouders van de gemeenten Reimerswaal, Borsele en Kapelle bij brief van 12 januari 2016 al hebben aangegeven, staan nut en noodzaak van dit project in Zeeland behoorlijk ter discussie.Erwordteen alternatieven onderzoek gemist waarbij met name een kabelverbinding door de Westerschelde wordt onderzocht. Uw antwoordenin de brief van 22 februari 2016 hebben de twijfel over dit project bij onsniet kunnenwegnemen.Dit is voor ons aanleiding geweest om onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naaralternatievenennuten noodzaak van deze nieuwe verbinding. Daaruit komtvoor wat betreft het alternatief verkabeling van delen van de 380 kV verbinding toch een ander beeld naar voren dan aangegeveninhet ontwerp inpassingsplan. Wij gaan hier onderstaand verderop in.
Op 2december 2015 heeft u de Tweede kamer schriftelijk geïnformeerd over de resultatenvan een onderzoek naar de mogelijkheden van verkabeling en de consequenties hiervan voor met name het project Zuid-West 380kV.Ook in uw brief van 22 februari aan de colleges gaat u daarop in.U geeft aan dat uit het advies van Tennet naar voren komt dat ondergronds aanleggen van tracégedeelten Borsele-Rilland niet mogelijk is, omdat dan ontoelaatbare hoge overspanningen kunnen ontstaan op zowel het 380 kV station Borssele als Rilland. Ondergronds aanbrengen van 10 km achtuvoor het gedeelte Rilland-Tilburg wel mogelijk. Mogelijk zelfsnoguit tebreidennaar 20 km.
Uit hetinonze opdracht verrichte onderzoek blijkt nu echter dat de beperkingen in Zeeland veroorzaakt worden door deknipdie wordt aangebracht in het project 380kVhoogspanningsverbinding Borssele-Tilburg. De hoge overspanningen die zich voor kunnen doen bij alleen aanleg van het gedeelte Borssele-Rilland (fase 1) verdwijnen op het moment dat ook fase 2 (Rilland-Tilburg) is aangelegd. Dan ontstaat een compleet andere situatie waarbij ook in het gedeelte Borssele-Rilland de mogelijkheid ontstaat om tracégedeelten van de 380 kVondergrondsaantebrengen. Onze onderzoekersgevenbovendienaan dat met het treffen van technische voorzieningen de geconstateerde overspanningen, ook voor alleen fase 1, beheersbaar kunnen blijven.
Uit het alternatievenonderzoek komt verder naar voren dat wanneerutoch nietzou willen kiezenvoor het ondergronds brengen van een 380kV verbindinginZeelander nog andere mogelijkheden zijn om de impact van het project te verminderen. In ons onderzoek is een variant in beeld gebracht waarbij er voor wordt gekozen om delen van de 150kV verbinding ondergronds aan te brengen ende nieuweenbestaande 380kV samen te brengen over het gehele tracé in plaats van alleen op het gedeelte Borssele-Willem Annapolder (WAP).Nu alsnog blijkt dater ook in Zeeland mogelijkheden zijn voor verkabeling is dit een variant die volgens ons nader bekeken dient te worden.
Daarnaast is bij bestudering van de ter inzage liggende ontwerpbesluiten geconcludeerd dat bij het ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998 er onvoldoende zorgvuldig is gehandeld om effecten op kenmerkende natuurdoelenvan de Oosterschelde en Westerscheldetevoorkomen. Dit isinoverlegmetuw ministerie reeds eerder kenbaar gemaakt, maar heeft niet geleid tot aanpassingen.
Wij constateren dat de stukken waarop de aanvraag is gebaseerd, gedateerd zijn, ontbreken of geen onderdeel uitmaken van het ontwerpbesluit. Verder is het uitgangspunt van de beoordeling van effectenop natuurfoutief ingestoken. Er wordt uitgegaan van een geringe verandering van enkele draden en het project wordt niet beoordeeld alseennieuwehoogspanningsverbinding. Verdergevende onderliggende stukken een onvolledig beeldvan mogelijke effecten op de natuur. Onderzoeken ontbreken op de locaties waar meeste effecten zijnteverwachten (traject Kruiningen-Rilland). Essentiële onderdelen waaronder stikstofdepositie, habitattypeverlies en draadslachtoffersworden nietofonjuistonderzochten beoordeeld in relatie tot de natuur doelstellingen.
De huidige insteek van het project zal naar onze mening leiden tot significant negatieve effecten op de natuurdoelenvan de Natura 2000-gebieden Oosterschelde en Westerschelde & Saeftinghewaarvoor wijin Europees verband een verplichting hebben om deze te behalen. Met de huidige inspanningen en ontwikkelingen isdit aleen lastigeopgave.Het isvanuit de natuuropgave dan ook niet wenselijk en juridisch gezien ook niet mogelijk een vergunning voor het huidige tracé te verlenen. Ook uit dit oogpunt pleiten wijer voor om op het tracé waar de effecten op de natuur zich concentreren (grofweg Willem Annapolder-Rilland) tekiezenvoor een van de alternatieven zoals hiervoor beschreven. Wij verwachten dat met deze alternatieven negatieve effecten op natuur kunnen worden voorkomen.
Samenvattend zijn wij van mening dat de door u getrokken conclusie dat verkabeiing in het tracé gedeelte Borssele-Rilland niet mogelijk is niet correct heeft plaatsgevonden. De aangebrachte knip in het westelijk en oostelijk deel blijkt een grote impact te hebben op die conclusie maar is bij de presentatie van onderzoeksresultaten volledig buiten beschouwing gelaten. Daarmee ontstaat een verkeerde voorstelling van zaken en op deze wijze kan het ontwerp inpassingsplan niet vastgesteld worden. Wij roepen u op, om allereerst met de betrokken colleges in overleg te treden en daarbij aan de hand van de uitkomsten van ons alternatieven onderzoek, met inachtneming van onze opmerkingen ten aanzien van de impact van het tracé op de Zeeuwse natuurwaarden, te bezien op welke wijze er aanpassingen mogelijk zijn die het project verbeteren en daarmee het draagvlak te vergroten.
Samenvattend zijn wij van mening dat de dooru getrokkenconclusiedat verkabeling inhet tracé gedeelte Borssele-Rilland nietmogelijk is niet correct heeft plaatsgevonden. De aangebrachteknip inhet westelijk en oostelijk deel blijkt een grote impact te hebben op die conclusie maar is bij de presentatie van onderzoeksresultatenvolledig buitenbeschouwinggelaten.Daarmeeontstaateen verkeerde voorstelling van zaken enop deze wijze kan het ontwerp inpassingsplan niet vastgesteld worden. Wij roepen u op, omallereerst metdebetrokken collegesinoverleg te treden en daarbij aan de hand van de uitkomsten van onsalternatieven onderzoek, met inachtneming van onze opmerkingen ten aanzien van de impact van hettracéop de Zeeuwse natuurwaarden, tebezien op welke wijze er aanpassingen mogelijk zijn die het project verbeteren endaarmee het draagvlak te vergroten.
2