• No results found

Professioneel handelen 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Professioneel handelen 1"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Professioneel handelen 1

Portfolio

Opleiding: Professionele bachelor Toegepaste Psychologie Academiejaar: 2021 - 2022

Trajectschijf: 1

Student:

Lector:

(2)

Inhoud

Professioneel handelen 1 ... 1

Portfolio ... 1

Inhoud ... 1

1 Opdracht ... 2

1.1 Opdracht 1: Eerste zelfreflectie ... 2

1.2 Opdracht 3: Tweede zelfreflectie ... 6

2 Referentielijst ... 7

3 Beoordelingsformulieren ... 8

3.1 6.1 Beoordelingsformulier opdracht 1 (Weging: 15%) ... 8

6.2 Beoordelingsformulier opdracht 2 (Weging: 25%) ... 9

(3)

Opdracht

Dit is het sjabloon voor de twee reflectie-opdrachten. Gebruik enkel het deel dat je nodig hebt en verwijder datgene wat je niet gebruikt.

1.1 Opdracht 1: Eerste zelfreflectie

In deze verslag zal ik mijn attitudeprofiel bespreken. Dat is niet altijd makkelijk omdat het moeilijk is om je blinde vlekken te zien. Na het invullen van mijn eigen attitudeprofiel vergeleek ik deze met het profiel ingevuld door mijn moeder en een medeleerling. Sommige resultaten kwamen overeen met mijn resultaten, sommige niet. Naar mijn mening beoordeelde mijn moeder strenger en kritischer in vergelijking met mij en mijn medestudent.

De gelijkenissen en verschillen tussen mijn radardiagram en dat van mijn moeder en mijn medestudent.

Bij het onderdeel “generieke attitudes” hebben we bij flexibiliteit allemaal hetzelfde resultaat aangeduid, de meningen rond de andere attitudes waren verdeeld. Bij de attitudes zorgvuldigheid, cliënt-/klantgericht en resultaatgericht heb ik voor “voldoende” gekozen, terwijl de andere kozen voor “goed” tot “zeer goed”.

We verschillen van mening bij het onderdeel “professionele grondhouding”. Bij vertrouwelijkheid en cultuurintensitief hebben we alle drie “zeer goed” aangeduid. Bij verantwoordelijkheid en empathie heb ik me hoger ingeschat. Terwijl ik mezelf daar telkens een “zeer goed” voor heb gegeven, heeft mijn mama een “voldoende” gegeven voor empathie, en een “onvoldoende” bij

verantwoordelijkheid.

Bij het onderdeel “zelfreflectie en leren” heb ik en mijn medestudent voor “goed” tot “zeer goed”

gekozen. Mijn moeder heeft bij zelfreflectief een onvoldoende gegeven. Over het algemeen vind ik dat mijn moeder objectiever is geweest bij mijn reflectie dan ik zelf. Dat kan zijn omdat ze me beter kent dan ik. Ik voel vaak dat ik blinde vlekken heb.

Verschillen die herkenbaar zijn en waarom:

Een van de eigenschappen waarover we het niet mee eens zijn met mijn moeder is mijn initiatief en verantwoordelijkheid. Ik heb zelf vaak het gevoel dat ik te veel verantwoordelijkheid neem. Mijn mama denkt er helemaal anders over. Dat kun je ook zien aan de radardiagram en aan de hand van de antwoorden van mijn moeder. Ze heeft bij die twee factoren voor “onvoldoende” gekozen. Dit herken ik bij mijn thuissituatie. Ik doe het huishouden en alle andere zaken buiten de school pas wanneer erom gevraagd wordt. Ik neem nooit zelf het initiatief en verantwoordelijkheid. Soms is dat helemaal anders.

Hiermee bedoel ik dan op mijn school of werk, daar neem ik wel initiatief en ben ervan op de hoogte wat mijn verantwoordelijkheden zijn. Het kan zijn dat ik mijn persoonlijkheid onbewust aanpast aan mijn omgeving.

Mijn mama gaf me ook telkens een lage score bij “zelfreflectie en leren” omdat ze ervan overtuigd is dat ik weinig leer uit mijn fouten. Bij ontwikkelingsgerichtheid koos ze voor “voldoende” en bij zelfreflectief “onvoldoende”. Ze zei dat ik bepaalde eigenschappen en gedragingen van mezelf niet genoeg zie, of zelfs soms negeer. Ze heeft me wel een “zeer goed” gegeven bij het samenwerken, terwijl ik hier een “onvoldoende” had gegeven voor mezelf. Dat is waarschijnlijk omdat ik met mensen die ik goed ken beter kan samenwerken. Thuis met mijn gezin en familie kan ik heel goed

(4)

samenwerken. Voor de rest vind ik dat samenwerken een attitude is waar ik mezelf moet ontwikkelen buiten mijn familie en omgeving. Hier kom ik later op terug.

Bij empathie had ik voor mezelf “zeer goed” gegeven omdat ik ervan overtuigd ben dat ik heel empathisch ben. Mijn mama heeft daar een “voldoende” voor gegeven.

Zonder het te beseffen, kan ik inderdaad soms niet empathisch zijn. Ik herken dit bij mijn discussies met veel mensen. Soms toon ik weinig empathie voor de gevoelens en de gedachten van mensen, hier worstel ik een beetje. Ik zou er voorzichtiger mee moeten omgaan.

Bij “generieke attitudes” heb ik en mijn moeder bij stressbestendigheid “zeer goed” gekozen, mijn medestudent heeft daarbij “goed” aangeduid. Ik vind dat ik heel stressbestendig ben omdat ik in de meeste situaties heel goed kan omgaan met stress. Dit heeft te maken met mijn persoonlijkheid. Ik vind van mezelf dat ik een positieve persoon ben en meestal goedgezind ben. Dit hoorde ik ook vaak van mijn leerkrachten uit het secundaire onderwijs. Wanneer ik het moeilijk heb met een situatie, raak ik niet direct gedemotiveerd. Wanneer er iets ernstig gebeurt, doe ik niet alsof het een einde is van de wereld. Ik beschouw en zie ze allemaal als ervaringen.

Kwaliteit dat ik bij mezelf herken en hoe deze sterkte bijdraagt aan het werken als psychologische consulent:

Een van de onderwerpen waar we alle drie hetzelfde over denken is dat ik een vertrouwelijke persoon ben. Mijn medestudent en moeder kozen hiervoor “zeer goed”. Ik denk dat ik dit aan mensen in mijn omgeving laat voelen. Ik ben echt een vertrouwelijke persoon. Mensen delen gemakkelijk zaken met mij dat ze hebben meegemaakt of een probleem waarmee ze het moeilijk mee hebben. Vaak ben ik de eerste persoon bij wie ze dat doen. Deze eigenschap zal voor mij echt een meerwaarde zijn op het werkveld als een psychologische consulent.

Stressbestendig zijn zal mij ook helpen als psychologische consulent op het werkveld. Bij minder gemakkelijke situaties raak ik niet direct in paniek. Bijvoorbeeld als ik een cliënt heb met een situatie waarmee ik het moeilijk mee heb om een oplossing te vinden, zal ik niet direct panikeren. Ik weet dat ik niet alleen moet staan voor een situatie. Regelmatig gaan er groepsvergaderingen gebeuren met andere collega’s waarbij ik hun feedback, idee of mening kan vragen. Iedereen heeft een

persoonlijkheid met gevoelens of ideeën dat ervoor zorgt dat iedereen anders kan denken bij een situatie. Met het feit dat ik niet alleen sta voor een situatie, zal ik mijn stressniveau altijd onder de controle kunnen houden.

Verschillen en gelijkenissen alleen met mijn medestudent:

Wanneer ik naar de resultaten keek van mijn medestudent, merkte ik dat ze niet streng en objectief genoeg was geweest bij het reflecteren. Dat komt waarschijnlijk door het feit dat ze me minder goed kent. Ze gaf voor de meeste attitudes “goed” tot “zeer goed”. Dat vind ik normaal want ik sta nooit helemaal open voor mensen buiten mijn familie en vriendenkring. Ik laat niet aan iedereen al mijn gedachten en gevoelens zien. Dit kan ik ook merken aan de radardiagrammen. Mijn mama kent me veel beter.

Een van de eigenschappen waar mijn medestudent wel een “onvoldoende” voor heeft gegeven is mijn constructief samenwerking en organisatiebetrokkenheid. Bij mijn eigen reflectie heb ik bij die twee zaken zelf ook een “onvoldoende” gegeven. Ik werk inderdaad liever zelfstandig of samen met één persoon. Ik denk dat ik deze eigenschap ook aan mijn omgeving laat zien, wat negatief is. Ik zou deze attitude graag willen veranderen. In mijn familie en close-omgeving lukt samenwerken wel.

(5)

Waarom zou het niet met de andere mensen niet lukken? Samenwerken is altijd een valkuil geweest voor mij maar tenminste wil ik er iets aan doen.

Eén attitude waar ik zelf een lagere score heb gegeven:

Ik heb gekozen voor de attitude samenwerken. Hier heb ik het moeilijk mee. Dit merk ik zelf ook aan mijn werkplaats. Ik werk als jobstudent in bibliotheek De Poort in Antwerpen. Ik houd heel veel van boeken en ik vind het zeer tof om in een bibliotheek te werken. Ik ben altijd vriendelijk en beleefd in de omgang, maar ben een beetje verlegen bij mensen die ik minder ken. Nu ken ik natuurlijk een paar mensen op mijn werk heel goed omdat ik daar ondertussen al een jaar werk. Bij andere collega’s en mensen zou het samenwerken ook moeten lukken!

Bij mensen waar ik minder contact mee heb voel ik me onzeker. Dit merk ik wanneer ik iets moet vragen aan een collega die ik niet zo goed ken. Bij gesprekken wanneer ik mijn kennis, ervaring of mening moet delen gebeurt deze ook. Ik weet eigenlijk wel wat ik wil zeggen, maar het komt er gewoon niet uit omdat ik zo een gevoel heb.

Ik wil graag een paar concrete acties ondernemen om hierin te groeien:

1. Ik ga proberen diep in te ademen als ik voel dat mijn stressniveau stijgt. Dat zou moeten lukken want in alle andere situaties heb ik bijna nooit stress. Een diepe en gecontroleerde ademhaling kalmeert de zenuwen, ontspant en zal me helpen te concentreren vooral voordat ik in een sociale omgeving ben waar ik met andere mensen omga. Ik doe vaak zelf ook thuis meditatie wanneer ik vrije tijd heb. Ademhalingsoefeningen helpen mij echt veel.

2. Ik moet niet te veel nadenken over wat er zou kunnen gebeuren. Mensen met een verlegenheid zoals ik hebben de neiging om na te denken over elke stap die ze zetten, elke woord dat ze zeggen of elke beweging die ze maken en nadenken in situaties waarin ze bij anderen moet zijn.

3. Ik moet mijn geest proberen vrij te maken van negatieve gedachten. Voor een belangrijk gesprek op het werk of voor een grote sociale gebeurtenis met andere mensen, begint mijn geest soms plaats te maken voor negatieve gedachten. Wat als iemand me uitlacht terwijl ik praat? Wat als ik het verkeerde zeg en mezelf voor gek zet? Dit soort gedachten maken de angst en paniek alleen maar erger en erger. Op zulke momenten zal ik proberen om positief te blijven zoals ik normaal altijd ben. Ik zal mijn geest proberen af te leiden van dergelijke gedachten, en mezelf kalmeren.

4. Eerste indrukken zijn voor mij altijd belangrijk, maar dat betekent niet alles.

Voor mij kan het ontmoeten van nieuwe mensen, vooral het communiceren bv. een sollicitatiegesprek, waar eerste indrukken erg belangrijk zijn, erg beangstigend zijn. Ik maak me te veel zorgen omdat er altijd een gedachte in mijn achterhoofd zit. Op zulke momenten kan ik mezelf kalmeren door te onthouden dat de eerste indruk niet alles is, dat er ook andere momenten en mogelijkheden zijn.

Slot

Het attitudeprofiel toonde niet alleen mijn werkpunten aan, maar ook mijn sterktes. Alles begint met een stap. Een van de belangrijkste stappen die ik nu heb ondernomen is mezelf reflecteren. In deze opleiding gaan we dit vaker moeten doen. Dit gaat me telkens een overzicht geven over mezelf, over

(6)

mijn sterktes en over mijn valkuilen. Zo kan ik mijn positieve en negatieve of minder goede

eigenschappen zien en ze verbeteren.

Weten wie ik ben en hoe ik bij andere mensen overkom, zal mij helpen. Als ik mijn eigen attitudes ken en voel, zou dat zowel helpen bij mijn privé- als mijn professionele leven. Zelfinzicht helpt zeker bij het maken van keuzes.

Reflectieverslag AP-vaardig resultaten

Naast mijn reflectieverslag over mijn attitudeprofiel wil ik ook mijn AP-vaardig resultaten analyseren.

Mijn resultaten waren niet altijd goed. Bij het onderdeel taalvaardigheid was ik zelfs soms net aan het randje van 50%. Volgens mij kan ik mijn taalvaardigheid verbeteren door altijd Nederlands te spreken, oefeningen maken en boeken te lezen. Inderdaad zal ik ook de taalcursussen en workshops volgen die op school plaatsvinden. Naar het eerste workshop ben ik al gegaan. Hiernaast probeer ik gebruik te maken van sites waar ik mijn spelling kan controleren.

Wiskunde is altijd moeilijk geweest voor mij. Ik verwachtte geen uitstekende resultaten. Ik heb geen buis behaald maar de resultaten waren niet schitterend. Het zou moeten verbeteren. Dit kan ik doen door meer en meer oefeningen te maken en video’s te bekijken. Wiskunde is zeker noodzakelijk voor het vak statistiek.

Diagram zelfreflectie (ingevuld door mezelf):

Diagram zelfreflectie (ingevuld door mijn moeder):

(7)

Diagram zelfreflectie (ingevuld door medeleerling):

1.2 Opdracht 3: Tweede zelfreflectie

Hier schrijf je je tweede reflectie neer. Voor meer informatie raadpleeg je de richtlijnen van de taak

(8)

Referentielijst

Dzhansu Myumyun (medestudent) Hava Yuksel (moeder)

(9)

Beoordelingsformulieren

3.1 6.1 Beoordelingsformulier opdracht 1 (Weging: 15%)

Leerdoel: 5.1. aan de hand van reflectiemodellen kritisch reflecteren over je krachten en valkuilen met oog op de ontwikkeling van je professionele basishouding

Beoordelingscriteria:

• De student heeft het attitude diagram ingevuld en gedeeld met de lector via Portfolio

• De student heeft het attitude diagram ingevuld en geüpload op Digitap

• Attitude diagram ingevuld door persoon 1 is gedeeld met de lector via Portfolio

• Attitude diagram ingevuld door persoon 1 is geüpload op Digitap

• Attitude diagram ingevuld door persoon 2 is gedeeld met de lector via Portfolio

• Attitude diagram ingevuld door persoon 2 is geüpload op Digitap

• De gelijkenissen tussen de ingevulde radar diagrammen zijn benoemd

• De verschillen tussen de ingevulde radar diagrammen zijn benoemd

• De student benoemt welke verschillen herkenbaar zijn

• De student beargumenteert waarom deze verschillen herkenbaar zijn

• De student benoemt welke 1 of 2 verschillen minder herkenbaar zijn

• De student beargumenteert waarom deze 1 of 2 verschillen minder herkenbaar zijn

• De student bespreekt welke kwaliteiten (1 of 2) hij of zij bij zichzelf herkent

• De student bespreekt welke werkpunten of valkuilen (1 of 2) hij of zij bij zichzelf herkent

Afwezig Ruim onvoldoende Onvoldoende Voldoende Goed Uitstekend

Feedback:

Leerdoel: 5.2. leerkansen over je professionele basishouding identificeren op basis van kritische reflectie

Beoordelingscriteria:

• De student kiest een attitude waarop de hij of zij zichzelf lager scoorde

• De student verwoordt welke acties hij of zij wil nemen om deze attitude te laten groeien

• De gekozen acties zijn duidelijk uitgewerkt

• De student benoemt een sterkte bij zichzelf

• De student bespreekt hoe deze sterkte bijdraagt aan het werken als psychologisch consulent

• De student heeft een sterkte gekozen uit de score uit het attitudediagram van de andere beoordelaars

• De student beschrijft hoe de gekozen sterkte bijdraagt aan het werken als psychologisch consulent

• De student analyseert zijn AP-vaardig resultaten.

• De student beschrijft acties om mindere AP-vaardig resultaten bij te werken.

Afwezig Ruim onvoldoende Onvoldoende Voldoende Goed Uitstekend

Feedback:

(10)

6.2 Beoordelingsformulier opdracht 2 (Weging: 25%)

Leerdoel: 5.1. aan de hand van reflectiemodellen kritisch reflecteren over je krachten en valkuilen met oog op de ontwikkeling van je professionele basishouding

Beoordelingscriteria:

• De student heeft het attitude diagram ingevuld en gedeeld met de lector via Portfolio en Digitap.

• Attitude diagram ingevuld door persoon 1 is gedeeld met de lector via Portfolio en Digitap.

• Attitude diagram ingevuld door persoon 2 is gedeeld met de lector via Portfolio en Digitap.

• Voor de opbouw van het reflectieverslag hanteert de student gekend reflectiemodel.

• De student beschrijft of er verschillen zijn tussen zijn eerste en tweede diagrammen.

• De verschillen/gelijkenissen tussen de eerste en tweede diagram ingevuld door persoon 1 zijn beschreven

• De verschillen/gelijkenissen tussen de eerste en tweede diagram ingevuld door persoon 2 zijn beschreven

• De student beargumenteert waarom er wel of geen verschillen zijn

• De student bespreekt welke kwaliteiten hij of zij bij zichzelf herkent

• De student bespreekt welke werkpunten of valkuilen hij of zij bij zichzelf herkent

Afwezig Ruim

onvoldoende

Onvoldoende Voldoende Goed Uitstekend

Feedback:

Leerdoel: 5.2. leerkansen over je professionele basishouding identificeren op basis van kritische reflectie

Beoordelingscriteria:

• De student benoemt een sterkte bij zichzelf

• De student heeft een sterkte gekozen uit de score uit het attitudediagram van persoon 1

• De student beschrijft hoe de gekozen sterkte bijdraagt aan het werken als psychologisch consulent

• De student heeft een sterkte gekozen uit de score uit het attitudediagram van persoon 2

• De student beschrijft hoe de gekozen sterkte bijdraagt aan het werken als psychologisch consulent

• De gezeten stappen om te evolueren zijn beschreven

• De student reflecteert rond het feit of genomen stappen succesvol zijn geweest

• De student beschrijft welke stappen hij/zij nog dient te nemen om zich verder te ontwikkelen

• De student reflecteert rond het feit wat hij/zij kan doen om de benoemde kwaliteit nog meer te ontwikkelen

(11)

• De werkpunten/valkuilen zijn beschreven

• De student bespreekt welk werkpunt/valkuil hij of zij kiest om volgend jaar tijdens het exploratiestage aan te werken

• De te nemen acties om van een werkpunt/valkuil naar een kwaliteit/sterkte te geraken zijn duidelijk beschreven

• De student beschrijft minstens twee acties

Er is rekening gehouden met de verkregen feedback rond de te nemen acties

Afwezig Ruim

onvoldoende

Onvoldoende Voldoende Goed Uitstekend

Feedback:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat stond bijvoorbeeld ook in de marktplaats-teksten bij de onderstaande foto’s van verschillende machines, maar deze 3 zou ik niet nemen, deze zaagtafels (het grote platte

Voor het vak Toegepast Praktijkgericht Onderzoek heb ik onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van fondsenwerving en wat daarbij de beste manier kan zijn. Hiervoor heb ik

De ontwikkelopgave heeft betrekking op het doorontwikkelen van het instrument voor professionals in de praktijk en op het verhelderen van hoe ‘Ik toon’ zich verhoudt tot

Aan de ontwikkelaars die in deze categorie zijn ingedeeld, heeft de commissie van deskundigen gevraagd om te rapporteren over de doorontwikkeling van hun instrument met betrekking

Aan de ontwikkelaars die in deze categorie zijn ingedeeld, heeft de commissie van deskundigen gevraagd om te rapporteren over de doorontwikkeling van hun instrument met betrekking

Homo-, lesbische en bi-jongeren worden vaak omringd door heteroseksuele mensen in wie zij zich niet of weinig kunnen herkennen en waarbij zij het gevoel hebben ‘anders’ te

Zoals u in het vervolg van dit advies kunt lezen, gaat de Raad er vanuit dat bij hetgeen door de minister wordt aangeduid als een beroepscode, het niet zozeer gaat om

Aldaar kunt u deze kinderen op een actieve manier in aanraking laten komen met uw sport en vereniging.
Voor de kinderen belooft dit een leuke en sportieve middag te worden,