• No results found

in elk geval n weerspiegeling is van de mentaliteit die op de duur nog veel onaangenaamheid veroorzaken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "in elk geval n weerspiegeling is van de mentaliteit die op de duur nog veel onaangenaamheid veroorzaken"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Hervcrrper.

Officieel

Orgaan

van de Nederduitsch

Hervormde Kerk

in Afrika.

Redactie:

Ds.

JAC VAN BELKUM,

Hoofd Redacteur.

Prof. Dr. S. P.

ENGELBRECHT.

Sub Hoofd Redacteur.

Ds. G. E. ALERS,

Ds. H. P.

WOLMARANS,

Ds. A. J.

BARGER.

Administrateur:

Mnr. H. J. L. Th.

ROORDA.

Intekenprijs

:

7/6 per ,aargang vooruitbetaalbaar.

Verschijnt op de 8ste en 23ste van iedere maand.

Alle abonnementsgelden te zenden aau

do Keer H. J. L. Th.

ROORDA,

P.K. Bus 444, Johannesburg,

No. 14. Pretoria, 23 januakie 1927.

JAARGANG

XVIII.

INHOUD.

Biz.

De

Hervormer 161

Offisieel 163

Kerkelike Berichten 163

Overdenking 166

Brieven van

Oom

Sarel 167

Kerkdiensten 169

Vir die Sondagskool 169

Korrespondentie 170

Ned. Herv. Weeshuis 170

Dc Hervornjer.

23 Januarie 1927.

InGraaff-Reinet is door

“Ons

Koerant” ’n pamflet uitgegeven van de

hand

van de heer P. B.

de Ville.

De naam

van het pamflet is ,,Die Reg-

maak

Party”.

Op

de buitenbladzijde wordt de

m-

houd gekarakteriseerd als “’n

Nuwe

en ’n Groot- gedagte”, en het pamflet wil niet behandeld wor- den als ,,’n pohtieke pamflet”,

maar

als ,,politieke

wetenskap”.

Waar

wij dit pamflet waardig keu- ren

om

er in deze plaats van ,,De

Hervormer”

iets over tezeggen, is het

met omdat

wij erwerkelik ’n ,,groot gedagte” of ’n brokje

,.wetenskap” in heb- ben aangetroffen, neen, integendeel, er zit geen enkelegedachte in, laat staanwetenskap. Wij spre- ken er echter over,

omdat

de inhoud van dit

pam-

flet in elk geval ’n weerspiegeling is van de

men-

taliteit van

sommigen

in ons land, ’n mentaliteit, die op de duur

nog

veel

onaangenaamheid

veroor- zaken kan.

De

schrijver treurt,

omdat

ons volk op politiek terrein verdeeld is. Hij acht het verkeerd en wil het nu rechtmaken, niet door herenigen,

want

dat is nietdoenlik,

maar

door ’nnieuwe partij te stichten, die de

naam

van

,,Regmaak

Party”

moet

dragen.

Die partij

moet

dan al de Afrikaners omvatten.

Iedereen zal

gedwongen

zijn zich bij die partij aan

te sluiten, doordat in die partij ,,kerken staat poli- tiek” ineengesmolten

moeten

worden,

want

het fundament van de Afrikaansepolitiekis... de Kerk!

Die nieuwepartij zal verdeeld zijn in twee seksies

:

’nkerkelike seksie, en ’n staatsseksie. Kerk en Staat zijn danin die partij een. Inde kerkelike sek- sie

kunnen

alleen personen

opgenomen

worden, die lid zijn van de Nederduits Gereformeerde Kerk

!

Zuid-Afrikaners, Hollandssprekende Zuid-Afrika- ners, die niet lid zijn van de Nederduits Gerefor- meerde Kerk, zoals Hervormden, Gereformeerden,

e.a., hebben dus geen deel en geen erfenis in Zuid- Afrika!Zij zijn buitengesloten en moetenzichblijk-

baar of zelf tot ’n party organiseren, of zich

maar

bij de een of andere Engelsepartij aansluiten.

Dan

heeft ,,die

Regmaak

Party” dus alles rechtgemaakt en zal ons volk weer een zijn.

Dan

moet, volgens de konstitutie, ,,die

Regmaak

Party” de kerke- raadsleden kiezen, de afgevaardigden naar de Sy- node benoemen, en de Schoolraadsleden, Stads- raadsleden en Volksraadsleden kiezen.

Zoals reedsboven gezegd, bevat dit alles geen enkele ,,gedagte” of ,,wetenskap” en wij zouden de schrijver aanraden, de onlangs verschenen lij—

(2)

i62

DE HERVORMER.

23 Januarie 1927.

vige boekdelen van Dr. de Visscher overde verhou-

dmg

van Kerk en Staat te lezen. Daarin zijn vele grote gedachten en veel wetenschap te vinden.

Daarin

kan men

00k zien hoe nadelig het voor de

Kerk

is, als zij over de Staat wil heersen, en hoe

zij zelf daarbij achteruitgaat en verliest. Het is

merkwaardig

hoe in Zuid-Afrika langzamerhand de neiging

opkomt

onder sommigen,

om

’nvermenging te zoeken van Kerk en Staat.

De komst

van het Godsrijk wil

men

door uiterlike dingen zoeken te bevorderen;

met

’n uiterlik gelaat wil

men

dat Rijk laten komen.

De

Kerk

moet

heersen, in de School- raden, inde Stadsraden, in de Provinsialeraden, in het Parlement.

Wee

ons volk,

wee

de Kerk van Zuid-Afrika, als dit gebeurt, en wij hier ’n vermen- gingkrijgen van

Kerk

enPolitiek.

De

Staatzaldan, ter wille van zelfbescherming, over de Kerk

gaan

heersen, en de Kerk als haar slavin

gaan

beschou- wen. Neen, wij willen geen overheersing van de

Kerk

door de Staat,

maar

00kniet een overheersing van de Staat door de Kerk.

Deze tweeterreinen

moeten

gescheidenblijven.

Het

gebeurt al teveel in

sommige

streken, dat

men

de staatsbelangenuit ’n kerkgenootschappelik oog- punt beziet. Wij hebben in ons land ’n volkomen scheiding van Kerk en Staat, en dat 'kerkgenoot- schap, dat zichzelfnaar voren schuift

om

de

macht

in handen te krijgen in onderwijszaken, in staats- zaken of

waar

00k, wordt er wel tijdelik door ge- baat,

maar

lijdt er op de lange duur schade door.

Het Koninkrijk

Gods

is een geestelik Koninkrijk, en

moet

doorgeestelikemiddelen bevorderd worden.

Daar mag men

geen vreemd vuur op het altaar brengen.

Moge

onze

Kerk

dit steeds voor ogen hou- den, en nooit als Kerk

meedoen

aan ’n wereldse politiek, of jagen naar aardse macht. Luther, de grote Kerkhervormer, heeft gezongen

:

Geen

aardse

macht

begeren wij;

Die gaat welras verloren

!

Ons

staat de sterke Held ter zij,

Dien

God

ons heeft verkoren.

Vraagt gij zijn

naam

? zo weet Dat Hij de Christus neet,

Gods

Eengeboren Zoon, Verwinnaar van de troon!

De

zeeg’ is ons beschoren

!

Naar

Rome-

Een

tijd geleden hebben wij in

De

Hervormer er aan herinnerd hoe in de Engelse Staatskerk ver- schillende stromingen zijn,

waarvan

de ene uiterste in de richting van het Rooms-Katholicisme vloeit,

envooral wat de opvattingvan het

Avondmaal

aan-

betreft,

Roomse

kleuren vertoont, en op de duur een volkomen samenvloeiing

met

de

Roomse

Kerk zou willen zien; de andere uiterste stroming gaat weerzo ver dat

men

daar het

Avondmaal

geheel en

alminacht, enliever zou willen, dat het

Avondmaal

nagelaten wordt. Tussen deze twee uitersten zijn verschillende andere stromingen. Het

“Common

Prayer

Book”

wil iedereenvan de Engelse kerk be- vredigen, en wordt door de ganse Kerk aanvaard.

Maar

nu wil de Rooms-Katholiek gekleurde stro-

ming

dat dat Prayer

Book

in zuiver

Roomse

geest herzien zal worden. Die stroming schijnt het op dit ogenblik in de kerk te zullen winnen, en zal mis- schien haar zin krijgen, tenzij het Engelse Parle-

ment

die voorgestelde herziening verwerpt. Als die herziening doorgaat, krijgt

men

in de Engelse kerk

inelkgeval ’ngroteschepping eneenbittere strijd.

De

Engelse Kerk in Zuid-Afrika is,

wat

haar Bis- schoppen en predikanten aanbetreft, een ontwikke- ling in de richting naar de

Roomse

Kerk gunstig gezind. Indien de herziening van ’t Prayer

Book

in

Rooms-Katholieke zin doorgaat, zal

Rome

op de duur in Zuid-Afrika door middel van de Engelse

Kerk

ongetwijfeld ’n grote

macht

krijgen.

Daarom mogen

wij niet, wat deze zaak aanbetreft, onver- schillig zijn.

De

droogte.

Wij beleven een ontzettend jaar.

De

droogte

neemt

de overhand en op vele plaatsen

neemt

de ellendebij de

dag

toe. Velen zijntotaalgeruineerd, en in de Kaapprovinsie is een distrikt door de Ad- ministrateur als noodlijdend verklaard.

Wat

het

worden moet

weet

God

alleen. Doorvelenwordtge- vraagd

om

’n

dag

van verootmoediging.

En

toch, het wil

soms

op ons de indruk maken, alsof onze

dagen

van verootmoediging ’n gruwel zijn in de ogen des Heren.

Want

zodra zulk ’n

dag

van ver- ootmoediging uitgeschreven wordt, begint 00k de twist.

Wordt

het van overheidswege bepaald, dan wordt door

sommige

leden van ons volk depolitiek er ingesleept. Vroeger wilden velen van de Natio-

nal

Party onder geen omstandigheden deelnemen aan een

dag

van verootmoediging door de Z.A.P.- Regering bepaald, en nu willen vele leden van de Zuid-Afrikaanse Partij weer niet deelnemen aan zulk een boetedag, die door de tegenwoordige Re- gering bepaald is.

Toen

de tegenwoordige

Regermg

aan het be- wind

kwam,

hadden wij een goed jaar, een regen- jaar.

Sommige

Nationalisten hebben zich er toen op beroemd, dat het is

vanwege

de nieuwe Rege-

ring, en nu dat het zo droog is, wijten anderen het 00k weer aan de nieuwe Regering. Als de dagen

(3)

23 Januarie 1927.

DE HERVORMER.

163

van verootmoediging door de Kerken bepaald wor- den, is het nog erger. Het is al gebeurd, dat de Verenigde Kerk niet wilde

saam

werken,

omdat

de

Hervormde

en de Gereformeerde Kerken er

mee

begonnen waren en later zelf

maar

’n

dag

van ver- ootmoedigingbepaald heeft. Zulkedagen zijn juist

dagen

waarop

wij niet twisten mogen.

Dock

wij vrezen, dat 00k tot ons gezegd kan worden

„uw

verbodsdagen zijn Mij een gruwel”. Scheurniet

uw

kleed,

maar

scheur

uw

hart. Het past ons niet

om

uiterlike boete te willen doen, neen.

God

geve, dat wij door

waar berouw

ons steeds voor

Hem mogen

verootmoedigen in deze kommervolle t'jden.

0FRS5EEL.

Vergadering van die Noordelike Ring.

Die agtiende vergadering van die Noordelike Ring sa D.V. gehou

word

op Dinsdag, 5 Apri

om

10 uur v.m. en volgende dae in die kerkgebou te Pretoria.

Die

name

van die afgevaardigdes moet,

met

die oog op losies, dadelik na dieverkiesing gestuur

word

aan die Skribavandie gemeente van Pretoria

n.l. die heer P. J. L. Grobler, Mainstraat, Pretoria.

Die afgevaardigdes

word

daaraan herinner dat hulle die kasboeke, notuleboeke, kopiee van doop -en lidmaatregisters en die jaarverslae van hulle gemeentes moet saambring.

Beskrywingspunte moet die ondergetekende bereik nie later as die 22ste Maart nie.

Die broeders predikante

word verwag om met

die nagmaalsvierings die 2de en 3de April te Pre- toria behulpsaam te wees.

JOH. DREYER.

Skriba Noord. Ring.

Dullstroom.

Die Westelike Ring.

Volgens besluit sal die volgende vergadering vandie Westelike Ringplaas vind tePotchefstroom

in die

Kerkgebou

van die Ned. Herv.

Gemeente

al-

daar op

Maandag,

18 April 1927, en volgende dae.

Predikante en Kerkrade van die Ring word herinner aandie besluit van 1926 dat Afgevaardig- des na die Ringsvergadering vroegtydig behoort aan te

kom

op die bestemde en bepaalde plek

om

deel te

neem

aan die kerkdienste op die

Sondag

voorafgaande, in die Gemeente,

waar

die vergade- ring plaas vind.

Die afskrifte van Doop- en Lidmaatregisters moet na invulling behoorlik

namens

die Kerkraad

vir korrek gesertifiseer

word

deur Skriba’s of deur die kerkraad geoutoriseerde persone.

Beskrywingspunte moet ondergetekende be- reiknie later as 18 Maart 1927, teneinde die Agen- da behoorlik in orde te kry.

J. J.

VENTER,

Skriba:

Kom.

v. d. W.R.

Adres: 168 Collinsstraat, Brixton, Johannesburg.

Vergadering vandie Oostelike Ring.

Die agtiende vergadering van die Oostelike Ring sal D.V. gehou

word

op

Woensdag,

die i6de Maart 1927,

om

9 uur v.m. en volgende dae in die kerkgebou te Vrededorp, Johannesburg.

Die Kerkrade

word

versoek

met

die eersko-

mende Nagmaal

in

Desember

of Januarie hulle af-

gevaardigdes tekies, enmet die oog oplosies direk die

name

aan die ondergetekende op te stuur. Be- skrywingspunte moet die Skriba van die Ring be- reik nie later as die iste Maart nie.

T. F. J.

DREYER,

Skriba.

Standerton.

KERKELIKE BERICHTEN.

Br. Nico

Campher

vestigt onze aandacht erop, dat in de

Almanak

van 1927 bij Venterskroon ten onrechte staat dat die

Gemeente

vakant is, en dat Ds. P. J. J. Venter dekonsulent is, terwijlDs. Ennis de predikant is,

want

Klerksdorp en Venterskroon

zijn twee gekombineerde Gemeenten, met Ds. En- nis alspredikant van alle twee.

Predikanten Vergadering.

De

volgende vergadering van de Predikan- ten zal D.V. gehouden worden te Pretoria op 1, 2 en 3 Maart 1927.

Dinsdag avond zal er een

samenkomst

zijn

met de studenten en

Woensdag

en

Donderdag

de

samenkomst

van depredikanten onderling.

Woensdag middag

zal er weer een gemeen- schappelijke maaltijd gehouden worden

met

da- mes.

Bijzonderheden zullen later bekend

gemaakt

worden.

Broeders Predikanten worden verzocht hun bestellingen zo te regelen dat zij die

dagen

vrij

zijn en

komen

kunnen.

L. E.

BRANDT, Waarnemende

Skriba.

P.S.

Ds,

Erasmus

heeft bedankt als Skriba.

(4)

DE HERVORMER.

23 Januarie 1927.

164

Konferensie van Guderlinge van die Oostelike Ring.

Ouderlmge

van die Oostelike Ring

word

herin- ner aan die Konferensie van

Ouderlmge

wat te

Germiston sal gehou

word

op die 8ste en gde Febr.

Die Konferensie begin die 8ste Febr.

om

7.30 n.m.

in die kerkgebou te Germiston.

A

1 die ouderlinge is

welkom.

Ook

die predikante word hartelik uitge- nooi.

Die wat wil

kom

moethulle

name

so gou moont-

lik aan Mnr. P. Bouwer, 15 Oosthuizenstraat, Ger- miston, stuur.

A.

OOSTHUIZEN.

Voor Gwelo*

Ondergetekende erkent hiermede met innige dankbaarheid, de ontvangsten voor de Herv. Ge- meente teGwelo, de

som

van van de

Gemeente

Pietersburg, en de

som

van .£1.5.11 van de Ge- meente Heilbron. Die giften

kwamen

goed te pas, bij de inwijding van een prachtig Herv. kerkje te Gwelo.

Waar

blijven de andere

Gemeenten

met hun giften? Het werk in Rhodesie is belangrijk. Er is een schone toekomst voor onze kerk. Broeders, helpt die kleine en

arme Gemeente

Gwelo. Zij telt

nu 181 leden.

Deze bovenstaande

sommen

heb ik ontvangen, pas voor ik naar Gwelo in

Desember

vertrok. Ik 11am het geld mee, enoverhandigde het aan Ouder- ling H. Oosthuizen.

En

het

was

juist goed van pas gekomen.

En

dit is oorzaak, dat het geld deze keer niet afgedragen werd aan Mnr. Roorda.

Groetend,

Ds. P.

W. ENNIS,

Klerksdorp.

Ventersdorp.

Die gemeente het

Nagmaal

gevier op Dinsdag 26

Desember

1.1. Die

opkoms was

bemoedigend, die

stemming

ernstig. Die dienste het reeds op Sater-

dagmiadag

25

Desember

begin.

Ons

plaaslike Pre- dikant hetal diedienste alleen

waargeneem

en het ernstige woorde tot ons gerig, ook met die oog op die jaarwisseling.

Ons dank

die Here vir ontvange seeninge.

Mag

ons nou ook ander tot

meer

en gro- ter seen wees

!

Dit

was

ons ’nvoorreg

om

dieouersvan Ds.

Erasmus

ook weer in ons midde te he.

Mag

die

Here hullenog lank spaar.

Ds.

Erasmus

hou buitediens (D.V.) op Wit- poort 23 Jan. 1927

om

3 uur n.m., en op Witrands- fontein 13 Feb.

om

3 uur n.m,

Rensburgsrust, Qost-Afrika.

Weer

het ons die groot voorreg gehad

om

Sy Eerw. Ds. Oosthuizen as herder en leraar in ons midde te he van 7 Nov. tot 28 Nov.

Op

7 en 14 Nov. het ons

gewone

Sondagdiente gehad, enop 28 Nov. het ons

Nagmaal

gevier.

Die opkomst

was

by al die dienste baie goed,

maar

met

Nagmaal

was; die kerkgeboutjie so vol dat baie van die groot

mense

nie sitplekke gehad het nie.

Al die dienste

was

deur SyEerw. gelei. Die preke

was

almal ernstig.

Mag

die Heer gee dat die prediking in menig dorstighart goed geplantis.

2 Jonge lidmate is voorgestel en aan 6 kitider- tjies is die Heilige

Doop

bedien.

Die gemeente Rensburgrus is vol

moed

en met

nuwe

hoop gaanons die toekoms in.

Baie

jammer

dat ons nie ons eie leraar het nie,

maar

ons beste hoop is

om

ook binnekort te probeer beroep, as hulle ook aan ons sover hier in Oos-Afrika wilgehoorgee.

Ons

gemeente word elke keer sterker.

Ons

wil

daarom

die gemeentes in ons vader- land hartelik bedank dat hulle nog aan ons denk,

om

so af en toe ’n Predikant aan ons af te staan.

(Ek glo as ons een het, sal dit hard gaan.)

Sondag

met Nagmaalviering lewer die leraar sy preek na aanleiding van Psalm 95 : 7

8. “He- den, zoo gij Zijne stem hoort, verhardt

uw

hart niet, gelijk teMeriba, gelijkten dage van Massa. in

de woestijn.”

Dit

was

’n woord van ernstige vermaning en togook ’n woord van aanmoediging.

Maandagmore

het die hele gemeente weer by-

mekaar gekom

op versoek van die sknba

namens

Kerkeraad en

Gemeente om

’n adres aan die leraar te gee.

Daar

is ook weerons

dank

aan SyEerw. uitge- spreek.

Hy

bedank ook al die lede by wie hy tuis was, vir hulle vrye ontvangs.

Ons wens

SyEerw.

’n voorspoedige en geseende reis na die gemeente Arushaen ook tuis.

Mag

ons LieweHeer die leraar lang spaar en dat ons ook weer die voorreg sal he

om

horn weer inons midde tehe.

F. S.

OEIVIER,

Skriba.

Sohweizer-Reneke.

Op

die 25e en 26c

Desember

het ons

Nagmaal

gevier.

Ons

konsulent, Ds. Strydom,

was

ook inons midde.

Maar

deurdat hy ’11 keelontsteking had, kon hynet een preekvir ons hou. SaterdagmorehetDs.

Venter ’n kerkdiens gehou, en in die

middag

voor-

(5)

23 Januarie 1927'.

DE HERVORMER.

165

bereidingsdiens. Die aand het Ds. van der Walt vandieGereformeerde Kerk gepreek. Die

Nagmaal

is

Sondagmore

deur ons twee lerare bedien. Ds.

Esterhuisen van die Verenigde Kerk het die Son- dagmiddagdiens waargeneem, en die aand het Ds.

Venter gesluit. Die

Gemeente

begint sterk word, en praat van kerkbou.

J. M. C. V.

KSerksdorp.

De

Ned. Herv.

Gemeente

van Klerksdorpvierdc

Avondmaal

op 8 en 9 Januarie 1927.

De

opkoms' der

Gemeente was

zwak.

De

oude kerkvader Ds.

C W.

du Toil

was

a.1 Vrijdagmiddag te Klerksdorp aangekomen,

om

Ds. Ennis te lielpen. Hij preekte

bij elke gelegenheid behalveZondagavond. Wij wa- ren alien verbaasd dat ZijnEerw.

nog

zo duidelik kon spreken, en dat zijn verstand 00k nog zo hel- der is.

Diepe indruk hebben zijn preken 00k gemaakt,

want

tra.nen van velen der hoorders vloeiden. Wij zijn

hem

dankbaar dat ZijnEerw. weder tot ons ge-

komen

is.

Zondag

n.m. is Ds. du Toit met oud-ouderling lhet Pienaarnaar Brakpan, distr. Lichtenburg ver- trokken

om

daareen paar

dagen

tekuieren.

Vijf jonge kinderen werden gedoopt door Ds.

Ennis.

De

broeder Johannes Scholtz heeft aan de Klerksdorpse gemeente, vanaf de Delverijen,

£88

17/6 gezonden als tienden, zijnde opbrengst van diamanten door

hem

verkocht. Broeder Scholtz is

een

arme man

en

moge

zijn voorbeeld door ande- ren gevolgd worden. Wij zijn

hem

zeer dankbaar.

Onze

volgende Avondmaalsviering zal zijn de eerste

Zondag

inApril,wanneerwij liopeneen grote bazaar tehouden.

NICO

J.

CAMPHER.

Lichtenburg.

De

gemeente van Lichtenburg vierdehaar eer- ste Nachtmaal in 1927, op Zaterdag en

Zondag

15 en 16 Januarie.

Niettegenstaande de grote hitteen droogte als gevolg ervan,

was

de opkomst zeer goed, behalve alleenZaterdag.

Zondag

echter

was

de kerk telkens geheel vol en waren vier voile tafels nodig voor de Nachtmaalgangers.

Ds. J. van

Belkum

vanHeidelberg

was

overge-

komen om

onze leraar te lielpen. Hij preekte Za- terdagmiddagover 1 Cor. 6 : 20: ,,Gij zijtduur ge- kocht” en wees erop, dat Jezus zichzelven vrijwil- lig hadopgeofferd

om

ons te verlossen van de zon-

de, en dat de gelovigennu 111 plaats van slaven des Satans, dienstknechten van Christus waren gewor- den en zo geroepen

om

zijn wil te volbrengen. Zon-

dagmorgen

bij de Nachtmaalsdienst preekte hij over Johannes 13 : 34, nogmaals wijzend op de grote liefde des Heren, als grond

waarom

wij 00k elkander moeten hefhebben in

woord

en.daad.

De

namiddagbeurt werd

waargenomen

door de plaatselike leraar, che sprak naar aanleiding van Tsalm 95: 1, 7, erop wijzende, dat

God

zelf 00k tot ons spreekt en dat wij Zijn stem kunnen horen en 00k moeten.

De

Heer toch spreekt tot ons, gelijk de natuur dat doet,

maar

velen willen niet horen, tot hun grote schade, terwijl zij, die naar

Hem

ho- ren, grotezegen ontvangen. Wij werden opgewekt ten alien tijde te luisteren,

omdat

het Pleden er al- tijdvoor ons is.

Ds. van

Belkum

hieldweer deavonddienstnaar aanleiding van 1 Petrus 2 : 12: ,,Houd

uwen

wan-

del eerlik (goed) onder de Heidenen.” Hij wees cr- op,, dat vele gelovigen zo slordig leven, dat hun werk zo dikwijls teleurstelde en dat er

daarom

zo veel

kwaad

van degelovigen gesproken werd, waar- door zij verdrukt werden en

God

niet verheerlikt,

wat

toch net doel der verlossing door Christus was.

Tussen de middag- en avonddienst had Ds.

van

Belkum

nog een konferentie

met

de

gehuwde

zusters der gemeente alleen, waarin hij sprak over de onzedelikheid, die tegenwoordig zo groot

was

en over het misbruik van sterke drank, 00k door Afrikaanse vrouwen, waardoor het huiselik en ze- delik leven 00k were! ondermijnd. Hij

vermaande

de zusters vooral de opvoeding der kinderen zorg- vuldig te behartigen.

Voor de oude leraar

was

het een voorrecht, die in 1891 de gemeente organiseerde

met

slechts 17 lidmaten der

Hervormde

Kerk, die nu

was

aan- gegroeid tot een 500-tal,

dank

zij het

werk

naast de Heer der Gemeente, door de arbeid van devroe- gere en de tegenwoordige leraar,

om

nog eens bier te

mogen

zijn en nog van dieoude ledende

hand

te

mogen

drukken.

Merkwaardig

is het, dat er zovele

jonge

mannen

en vrouwen aan de Nachtmaalsdis aanza- ten.

De

laatste tafel

was

bijna geheel ingenomen door de jongere zusters der gemeente. Dat is een goedbewijsvan de zegen op de arbeid van de leraar.

Ook

wordt door de kerkeraad hard gewerkt

om

de schuld der kerk, dieontstaan is in de tegen- spoeden der laatste jaren, (sprinkhanen, droogte, misoogst) aftebetalen, en toontde

gemeente

daar- voor veel medewerking.

Moge

des Heren zegen op deze Avondmaals- viering rusten!

(6)

166

EEN NIEUW BEGIN.

Josia begon den

God

zijns vaders David te zoeken. (2 Chr. 34 : 3.)

Gedachten zijn niet enkel weefsels van den menschelijken geest, diehij vormt, bewondert, lief-

koost misschien, en dan weerloslaat, tot ze spoor- loos verdwijnen. Zij hebben 00k hun eigen waarde en kracht. Zij prentenzichinonsgeheugen, zij ver- binden zich

met

onzen geest, zij stuwen onzen wil.

Het is niet alleen zoo, dat wij gedachten hebben.

Het is zoo, dat zij 00k ons hebben. Zoo ontstaan

soms

leidende, zelfs dwingende gedachten,

dwang-

ideeen, waaronder de

mensch

zucht,

maar waaraan

hij zich niet kan onttrekken.

Zulk een gedachte, die als een vanzelfsheid het oordeel beheerscht en het leven bepaalt, drukt Jeremia uit in de spreekwijze

: ,,De vaders hebben onrijpedruiven gegeten en der kinderentanden zijn

stomp geworden.” Dat zeide

men

in zijn tijd en in zijn land, het land der wijnstokken. Wij, in onzen

tijd, in het land der vruchtboomen, zeggen het eenigszins anders: ,,De appel valt niet ver van den stam.”

Men

meent: er bestaat een vast verband tusschen ouders en kinderen, als een ljzeren wet van oorzaak en gevolg. Mijn ouders zijn jong ge- storven

ik zal niet lang leven. Zij hebben altijd

met tegenspoed te

kampen

gehad

mij is geen ge-

lukgeschoren. Zij hebben den vloek van een slech- ten

naam

gedragen

ik zal mij daaraan niet kun-

nen onttrekken. Of,

omgekeerd

: Mijn ouders zijn heel oud

geworden —

ik kan daarop dus 00k reke- nen. Mijn

moeder was

een

vrome

vrouw

ik zal,

eer ik sterf, 00k

God

nog wel vinden. Ik heb een eervollen

naam medegekregen —

dezen zal ik zonder twijfel behouden. Zoo wordt het leven beurtelings gedrukt enopgeheven door de gedachte van het na- tuurlijke levensverband, alseen kracht, die onweer- staanbaarheerscht.

De

profeet verzet zich tegen deze opvatting.

,,Wie onrijpedruiven eet, diens tanden zullenstomp worden”. ,,Deziel, welke zondigt, die zal sterven”.

Hij openthet uitzicht op de zelfstandige betekenis, waarde, verantwoordelijkheid van elk menschenle- venals zoodanig. Hetiseenenieuwe schepping van God. Het brengt nieuwe mogelijkheden mede. Het opent nieuwe perspectieven.

Hoe

innig, benau-

wend

en verwarrend innig, 00k samengestrengeld met anderer levens, daaruit voortgekomen, daar-

mede

gevoed, daardoor geleid, daarnaar

gevormd

elk nieuw

mensch

is toch een nieuwe schepping

Gods

met eigen gaven, mogelijkheden, beloften, verantwoordelijkheid 00k. Goddank, dat het zoo is.

Ook

wij hebben behoefte er aan het te hooren en te realiseren,

om

te worden bevrijd van de dwang-

23 Januarie 1927.

idee der natuurnoodwendigheid en te

ademen

inde sfeer der goddelijke Voorzienigheid.

Jeremia zelf heeft hiervan een treffend voor- beeld beleefd in de persoon van den koning, zijn koning, Josia, bij wiensdood hyeen klaaglied heeft gezongen, als bij den dood van een der grooten in Israel.

Toch

leeft Josia in een tijd van decadentie.

Hij is een der laatste vorsten van Juda, als alles tot ontbinding overgaat, uitwendig en inwendig, instellingen en menschen, het leven in al zijn vor- men, politiek, econonnsch, huiselijk, persoonlijk, kerkelijk. Hij isde zoon van een vader, die'zich zo6 misdraagt, dat zijn eigen knechten

hem

na korten tijd uit den

weg

trachtente ruimen, zooals

men

dat met een schadelijk dier doet.

De

zoon is acht jaren oud.

En

als wij

hem

na acht jaren terugvindcn, dan zien wij een jongeman, die begint den

God

van zijn vader David te zoeken. Dit verrast als een wonder.

Zie hierhet kind van een decadenten tijd, den zoon van een verdorven vader, die opgroeit in een ver- peste atmosfeer.

En

deze jonge man, tot voile be- wustheid ontwaakt, grijpt terug naar de gewijde traditie van zijn huis, van koning David, en gaat den

God

van zijn vader David zoeken. Uit den te-

genwoordigen slechten tijd beroept lnj zich op het ideaal van het verleden. Boven de zinnelike en 11a- tuurlijke dingen uit heft hij zijn hart op tot den

God

des hemels en der aarde, den heilige en mach-

tige, wiens bestel en leiding hij als levensbehoefte beseft.

Gelukkige jonge man, die onrustig wordt in het leven, dat

hem omrmgt,

voor wiendeze voile, bonte .wereld leeg en vaal wordt en die met den harts- tocht zijnerzielzoekt naardatgene, waarinhij rust vindt, dathij vereeren kan, waaraan hij zich wijden

mag.

Gelukkig ook de jonge man, die als hij ont- waakt is tot de onrust van den Godzoeker, weet

waar

en wat hij moet zoeken. Josia wist het. Hij had slechts terug te zien naar de geschiedenis van zijn huis en volk. Hij wist van zijn vader David en van diens God.

Velen kunnen niet terugzien op deze wijze.

Zij hebben geen gewijde traditie, geen geestehjk voorgeslacht. Augustinus verhaalt, hoe hij, uit de zmnelijkheid ontwaakt, opstond

om God

tezoeken.

Maar

hij wistniet

waar

enhoe. E11 hetheeft lange, moeilijkejarenvan zoeken en missen gekost eerhij

den levenden

God

gevonden heeft.

Ook

in onzen

tijd zijn er zodanigen, die, onrustig geworden te

midden van alleswat zij zien, begrijpenen genieten kunnen,

omdat

zij de ongenoegzaamheid daarvan

zijngaanbeseffen, met koortsachtig verlangenzich uitstrekken naar wat anders is dan de aardsche werkelijkheid, hooger dan deze wereld, naar wat

DE HERVORMER.

(7)

23 Januarie 1927.

DE HERVORMER.

167

goddelijk is, naar

God

zelven,

maar

die den

God

hunner vaderen nietkunnen zoeken,

omdat

hun va- deren zelven geen

God

hebben gehad. Het duurt

soms

zeerlang eer zij vinden, indicn zij alniet zoe- kend verdwalenof verslappen. Gelukkigdus die, als hij gaat zoeken, weet dat er een

God

zijner vade- ren is, die de kracht en de heerlijkheid van hun le-

venisgeweest, de

God

enVader vanJezus Christus, die zich manifesteert in het geloof van het voorge- slacht, 00k in dat van zijne voorouders en ouders, die met

God

hebben geleefd en in

Hem

zijn gestor- ven.

Hoe

hetzij,Josia heeft den

God

vanzijnevade- ren gezocht engevonden. Hij is een ander

man

ge-

worden danzijnvadergeweest was, eennieuw man, die een nieuw leven is begonnen en aan zijn volk een nieuwe periode heeft geschonken.

Ten

slotte staat ieder

mensch

onmiddellijk tegenover God.

Vernieuwing, wedergeboorte, bekeering zijn reali- teiten inhet Koninkrijk Gods.

Onze God

is een levende God, die schept en vernieuwt. Hij wil met, dat wij ons door

dwang-

ideeen, als noodzakelijkheid en noodlot, Iaten be- heerschen,

maar

dat wij vrij worden in de verze- kerdheid, dat wij

mogen

leven in de sfeer zijner voorzienigheid en liefde, als in eene nieuwe wereld, inderdaad eene van onbegrensde mogehjkheden.

W.

J.

AALDERS.

(Overgenomen

uit Het

Algemeen

Weekblad.)

BRIEVES VAN

OOfV!

SAREL,

UITKIJK,

Januarie 1927.

Waarde

Neef Willem.

Als gij deze brief in handen krijgt, is.de tijd

van een gelukkig en vrolik Kerstfeest, en een voor- spoedig Nieuwjaar 1927 te wensen, reeds voorbij.

Oom

schaamt zichnu wel een beetje,

omdat

hij met

zijn

wensen

zolaat komt,

maar

hij wil het toch niet nalaten.

Oom

wilimmers gaarne zien, dat zijnlezers een voorspoedig Nieuwjaar hebben en 00k een ge- zegend Kerstfeest mochten vieren. Als

mensen

hebben wij in deze dagen meer dan ooit behoefte aan voorspoedin hettijdelikeenzegen en genadein

degeestelike dingen.

Daarom

schrijft

Oom

dan 00k aan u en begint hij zijn werk voor

De

Hervormer, met de ouderwetse,

maar daarom

toch niet minder hartelike en innige

wens

: Veel heil en zegen in dil

Nieuwejaar 1927. Dat is

Oom's

bede voor u en

uw

huis, Neef, en voor al zijn lezers, ja voor alle men- sen.

Oom

wil geenpredikatiehouden, datis nietzijn werk: hij laat dit over aan de leraars en aan hen die daartoe de genade

Gods

hebben ontvangen.

Toch

begint

Oom

deze brief met een

woord

uit het EvangelievanJohannes (Hoofdst. 8 :44): ,,De dui- vel is in de waarheid niet staande gebleven,

want

geene waarheid

was

in

hem.”

In deze woorden heeft onze Zaligmaker het karakter der wereld zo kort en duidehk uitgedrukt. Gebrek aan waarheid, jaonwaarheid is het

kenmerk

dezer wereld, in deze dagen, helaas, 00k in de Kerk van Christus op aar- de. Lees toch eens goed, wat

uw Oom

nu schrijft en zeg dan eens eerhkof hij recht is of niet.

Niet lang geleden had

uw Oom

een gesprek

met

een ljverig oprecht eneerlik leraar ener andere kerk. Hij had pas een begrafenis geleid en voelde zich zeer bedroefd en treurig.

Waarom,

zo vroeg

hij, worden wij leraars telkens lastig gevallen

met

begrafenissenteleidenenlijkpredikaties tehouden.

Oom

merkte op, dat in onze Kerk het houden van lijkpredikaties reeds in 1618 door de Synode

was

verboden (zie Art. 65 van de Kerken-ordening): ,,Daar de lijk-predicatien

met

en zijn, zal

men

ze niet instellen, en daar zij nu alreede zijn aangeno- men, zal naerstigheid

gedaan

worden,

om

dezelvc met de gevoegelijkstemiddelen af tedoen.”

Ook

is

volgens de Kerkwet, het houden van lijkpredikaties aan de leraren niet opgedragen.

Waarom

heeft

men

die gewoonte dan niet la- ten staanin Z.-Afrika?

Omdat

er in ons goede land nog zoveel is dat aan de

Roomse

Kerk herinnert.

Men meent

nu een- maal dat een gestorvene niet rustig kan in het graf liggen of naar de hemel gaan, wanneer niet de priester

hem

zalig spreekt. Ditis bijgeloofen niets anders. Daarbij

komt

dan nog, dat

men

begeert, dat van de doden niets dan goeds zal worden ge- zegd, dat de priester

moet

verklaren, dat hij naar de hemel is gegaan,

want

hij is toch een lid van de kerk.

Om

dit teverhinderen, heeft de bovengcmelde Synode van Dordt, de lijkpredikaties afgekeurd.

En

dat terecht

!

Waarom moet

een leraar een begrafenis leiden b.v. van een kind nog geen twaalf

maanden

oud, wanneer noch vader noch

moeder

ooit in de kerk

komen

enin geheel hunleven wereldszijn?

Waarom

moet een lijkdienst in de kerk of bij het graf ge- houden worden, van jong of oud, wanneer de ge- storvene geheel een werelds leven heeft geleid, 0111

God

en zijn dienst zich niet heeft

bekommerd

en gestorven is, zoals een heiden sterft die in Christus niet gelooft.

Mogen

deze

mensen

opeen christelike begrafe- nis aanspraak maken, alsof zij met Christus waren

(8)

168

DE HERVORMER.

23 Januarie 1927.

ontslapen en met

hem

zullen opstaan? Is dat geen leugen in het kerkelik leven, onwaarheid tegenover

God

en

mensen?

Nu

beweert

men

wel, dat er bij het graf een mooie gelegenheid is,

om

te wijzen op de ernst van het leven,de zekerheidvan temoeten sterven,

maar

wie dikwijls een begrafenis bijwoont, weet

maar

al

tegoed hoe weinig indruk zo’nplechtigheid maakt.

Er

mag

door enkelen over de dode worden ge- sproken, meestal spreekt

men

overde mooie begra- fenis, d.w.z. de mooiekist, de velemensen, de goed gcklede dragers en dergelijke dingen,

maar

niet over de ernst van het leven.

Oom

meent, deleraars moeten die begrafenis- sen

maar

afslaan, en alleen dan die houden, wan- neer waarlik een christen is heengegaan, die ge- toond heeft dit te zijn door trouw naar de kerk te gaan, en in zijn leven in alles een volger van Chris- tus te zijngeweest.

Met

de doop aan de kinderen is hetzelfde het geval. Alle

mensen

inZ.-Afrika, op enkele uitzonde- ringen na, begeren de doop voor hun binders, 00k

zij, die nooit in de kerk komen, voor de kerk niets bijdragen en

meer

in klubs, bioskopen, bar’s boe- ren dan in de kerk; die de kinderen niet zenden naar Zondagschool, katechisatie en in huis geen godsdienst houden noch de Schrift lezen. Dat

men

de

Doop

begeert, ja dikwijls eist voor de kinderen

is

maar

een

Roomse

gewoonte. Die kerk toch leert, dat de

Doop

de erfzonde afwast en als gevolg daarvan beweert zij, dat dus een ongedoopt kind dat niet is gewassen van de erfzonde, niet in de kernel kan komen. Dat 00k in onze kerk die leer geloofd wordt, weet leder leraar en 00k menige ou- derling.

Wanneer

een ldein kindje plotseling ziek wordt en stervende is, wordt haastig

om

de leraar gezonden, die hetdanmoet

komen

dopen. Die prak- tijk moet worden nagelaten.

Wanneer

een ongedoopt kind sterft,

komt

het

niet in de hemel,

omdat

de besprenkelmg met het doopwater niet is toegepast,

maar

eerder (indien het er niet komt)

omdat

het in Christus niet gehei- ligd is

omdat

de ouders niet in Christus geloven.

Als de Apostel Paulus I Kor. 7 :

12—16

schrijft over het geheiligd zijn van kinderen, dan beweert

hij uitdrukkelik, dat zij dit zijn,

omdat

of beide, of een van beide ouders gelovig isen dus 00kdit kind aan de Heer is overgegeven.

Zo is het dan 00k onredelik, dat ongelovige ouders aandringen op de doop hunner kinderen en nog bespottelikeris het, wanneer bij weigering van de

Doop

gezegd wordt tot de leraar: ,,nu gij zijt

aansprakelik ervoor, als dit kind niet in de hemel komt,” alsof de leraar de kinderen en grote

men-

sen in de hemel brengt. Christus alleen brengt ze daar en wel alleenlik de gelovigen, die door zijn bloed gereinigd zijn van de zonde.

Verder begaan de ouders een meineed, wan- necr zij, ongelovig zijnde, op de Doopvragen met ja antwoorden,

omdat

zij weten moeten, dat zij zelve geen gelovigen zijn, en dus de kinderen 00k niet geheiligd,

omdat

zij de Schrift

met

kennen en dus 00k de daar geleerde waarheden niet aanne- men; en

omdat

zij geen voornemen hebben, hun kinderen op te vocden naar de Schriften.

De

doop der kinderen is voor de ware gelovigen, een heilige en blijde zaak,

omdat

zij hun kleinen aan de hoede des Herentoevertrouwen; dedoop derkinderen van ongelovigen is een klucht die tot

wenen

stemt en met tot lachen.

Sommigen

begeren in onze dagen dat de for- mulieren voor

Doop

en

Avondmaal

zullen worden herzien en

sommige

leraars, 00k in Z.-Afrika, laten grote stukken daaruit weg. Dit laatste is dwaas, want deze liturgiese opstellen zijn niet hun eigen- dom,

maar

dat dergemeente, dieze alleen verande- ren kan, wanneer zij niet

meer

de uitdrukking vail

haar geloof zijn.

Nog

dwazer is het die oude geschriften te wil- len herzien,

omdat sommigen

ze onbruikbaar, ver- ouderd vinden. Is het misschien 00k beter te zeg- gen,

men

wil ze veranderen,

omdat

het geweten hen aanklaagt?

Daarom

niet de praktijk van het

Avondmaal

endeDoop, niet de Formulierenmoeten worden veranderd,

maar

wij moetenveranderd wor- den.

De

gelovigen moeten

meer

lerenteleven naar

Gods

wil en de ongelovigen is nodig, dat zij zich bekeren.

Maar

nog onbehoorlikeris het, wanneer, zoals zo dikwijls gebeurt, de ongelovigen schelden en ra- zen op kerk en leraren,

omdat

die niet willen doen, wat zij eisen.

Wat

wij nodig hebben is reiniging der kerk in-en uitwendig; zij

mag

niet zijn of wor- den een geldmakend Instituut, of een liefdadig- heidsgenootschap; zij is geroepen het Evangelie te prediken enzodoende hetRijk Gods tedoen komen.

Geen

vormdienst,

maar

waarheicl en oprechtheid hebbenwij nodig.

Geve die ons de Heerdoor Zijn H. Geest.

Met

vele groeten, Neef,

Uw Oom

SAREL.

(9)

23 Januarie 1927.

DE HERVORMER.

169

KERKD! ENSTEN.

Dullstroom.

’t Heilig

Avondmaal

zal hier gevierd worden op D.V. de 29ste en 30ste Januarie.

Trichardtsfontein.

Sondag

30 Jan.

Nagmaal

deur Ds. A. Oosthui- zen.

Brakpan.

Saterdag 5 Febr. 5 uur n.m. Kerkeraadsverga- dering; 7 uur Voorbereidingsdiens; 8 uur

Gemeen-

tevergadering.

Sondag

6 Febr. to uur v.m. Nagmaal.

Alle dienste

word

gelei deur Ds. Oosthuizen.

Piet Relief.

Zo de Heer wil zal op 20 Februarie het Nacht- maal gehouden worden door Ds. Jac. van Belkum, zo nodig

met Aanneming

en Doop.

Heidelberg.

30 Januarie te Balfour, ’s avonds 7.30 te Hei- delberg.

6 Februarie te Heidelberg leesdienst.

13 Februarie teHeidelberg, Ds. Jac. van Belkum.

Nam.

3 uur teTamboekiesfontein.

20 Februarie te Heidelberg leesdienst.

27 Februarie te Heidelberg, Ds. Jac. van Bel- kum.

Pietersburg.

Die e.v.

Nagmaal

te Pietersburg sal wees, so die Here wil, die 5cle en 6de Febr. 1927, wanneer dieberoepe predikant, dieWel.Eerw. HeerDs.H. P.

Wolmarans, bevestigsal word. Die brs. predikante wat die bevestiging wil bvwoon,

word

vriendelik uitgenodig.

Vrijdagaand 7.30 Kerkraadsvergadering.

Saterdag, 10 v.m., Bevestiging deur Ds. J.

van Belkum.

Saterdag, 2.30 n.m., Voorbereiding.

Saterdag,

4—

5 n.m., Ontvangsin die pastorie.

Saterdag, 7.30 n.m., Intreerede.

Sondag, 10 v.m.,

Awendmaal.

Sondag, 3 n.m., Nabetragting en Doop.

Sondag, 7.30 n.m., Slotdiens.

JOH. DREYER,

Konsulent.

Ds. T. F. J. Dreyer.

29en 30 Januarie,

Nagmaal

te Eendracht.

5 en 6 Februarie,

Nagmaal

teErmelo.

VIR DIE SONDACSKOOL.

SONDAG

30

JANUARIE.

Noach

in die Ark.

Gen. 7.

Die groot vloed

word

in die Bybel met lewen- dige kleure geskilder. Die beskrywing is eenvou- dig en vol majesteit. Die geskiedskrywer bring ’n

paardinge duidelik op die voorgrond: die straf van

God

oor die sonde en die goddelike liefde

waarmee

die ark omring word.

Noach

en sy famielie

word

gespaar,

omdat

hy regverdig en godvresend is.

Hy

moet die ark

maak

en

moet

dan van al die rein diere sewe en sewe, mannetjie en wyfie,,

neem

en van al die onrein diere twee, mannetjie en wyfie. Net so van die voels.

Dit lyk of die diere ’n voorgevoel het van die gevaar wat voorle. Vanself

kom

hulle na die ark toe

om

ingelaat te word deur Noach.

As

alger in is, shut

God

self die deur van die ark agter

Noach

toe.

Die sewe dae is voorby. Die reen stort neei van bo. Uit al die fonteine bruis die water uit. Met die skepping het God, die Here ’n skeiding ge-

maak

tussen die water bo en die water onder die uitspansel.

Nou word

dit weer een. Weldra isdaar net water, water oorals.

Daar

is ’n onafsienbare waterspieel wat die oppervlakte van die aarde be- dek. Dieaarde is soos ’n see wat nie deur kustebe- grens is. Veertig dae en nagte duur dit so voort Soveel reent dit dat al die bergtoppe bedek is

dem

die water. Vyftien elle is die water bo die hoogste bergtoppe. Vir honderd en vyftig dae is daar op die aarde net water. Al die

mense

en diere wat nog op die aarde is, verdrink. Alleen Noach, sy famie-

lie en die diere in die ark is gespaar.

Hier sien ons hoe die

mens

deur sy sonde die ganse aarde meesleep in sy ondergang.

Dis

merkwaardig

dat nie alleen

Gods

woord ons leer omtrent die sondvloed nie,

maar

dat by verskillende heidense volke daar oorleweringe be- staan omtrent die vloed. So bestaan daar Indiese, Babyloniese, Chinesee.a.verhaleomtrent dievloed, wat in hoofsaak ooreenkom met die bybelse ver- haal.

Selfs word nou vry algemeen deur natuurkun- dige

aangeneem

dat daar eens ’n vloed op aarde was. Dit

word

op verskillende gronde aangeneem.

Daar

isb.v. seeskelpe en versteningevan waterdiere gevind op die toppe van die hoogste berge. So b.v.

op die Himalaia-gebergte in Indieop ’n hoogte van sestien duisend voet.

Op sommige

plekke op aarde

kom

daar verskynsele voor wat alleen verklaar kan

word

as ons

aanneem

dat daar eens ’n geweldige oorstroming plaasgevind het.

(10)

DE HERVORMER.

23 Januarie 1927.

170

SONDAG

6

FEBR.

Noach gaan

uit die Ark.

Gen. 8.

Na

honderd en vyftig dae van aanhoudende strome van reent

kom

daar eindelik ’n end. Die Here laat ’n wind

opkom

wat verandering in die weer bring.

Langsamerhand

begin die water af te

neem. Eindelikland die arkop die hoeberg Ararat, wat oor die 16,000 voet hoog is.

Naderhand

is die toppe van die berge sigbaar. Eers stuur

Noch

’n raaf uit,

maar

die

kom

nie weer terug nie.

A

1die

lyke het voldoende aas verskaf aan die raaf.

Dan

laat

Noach

’nduif uit.

Hy

is nuusgierig

om

te weet hoeveel die water al gesak het. Die duif vind geen plek

waar

hy kan sit nie en 00k geen voedsel en

kom

terug.

Na

sewe dae

word

die duif weer uitge- laat.

Hy kom

terug met ’n afgebreekte olyfblaar in sy bek. Die borne is al sigbaar.

Sewe

dae later laat

Noach

die duif weer uitvlieg,

maar

hy

kom

nieterug nie. Die water isweggesak. Dieduif vind kos en ’n geskikte rusplek.

Kort daarna verlaat

Noach

00k die ark, hy, sy vrou en hinders en al die dierevan die ark. Hulle

is die eerste bewoners van die twede wereld.

Uit dankbaarheid dat hulle gespaar is, bou

Noach

’n altaar en offer daarop van al die rein diere. Die Here

neem

’n welbehae in sy offerande en beloof

om

dieaarde nie

meer

deur water te laat vergaan nie.

Noach

beteken troos.

Hy

is ’n tiepe van Kris- tus, onse Troos. In sy ark

word

vele behou. So sal

00k deur Kristus,onse Noach, onse Troosvele siele

behou word.

J. D.

K OR RESPONDENTS.

De

heer B. H. B. van Rietkop (Rhodesia), klaagt in een brief dat zijn gemeente is afge- scheept,

omdat

de leraar, die hen zou

komen

be- zoeken, door een plotselinge aanval van ziekte ver- hinderd is te reizen.

Wij plaatsen die brief niet, en geven B. H. B.

de raad om, indien hij meent te zijn afgescheept, een klacht te sturen aan de Kommissie der Alge-

mene

vergadering, van welke Ds. A. J. Barger, Middelburg, Tvl., de skriba is.

Wij vragen alleen of de heer B. H. B. niet kan verstaan dat de teleurstelling nog groter isvoor de leraar die onverwacht ziek is geworden en dus de

reis van misschien 800 en 900 mijlen niet kon

ma

ken.

NEDERDUITS HERVORMD WEESHUIS.

Krugersdorp.

Ontvangste oor

Desember

1926 per Ds. A. J

Bargervan:

Mev. J. J. Botha,

Main

St., Pretoria 10/-;

Mnr. N. Prinsloo, Oudezwaanskraal,

Erasmus

2/6;

Mev. J. Hoogterp, Germiston, Kol.-boekie £2.7.6;

Mej. E. M. v. d. Merwe, Klipfontein, Kendal, Kol.- boekie£2.4/-; Mev. T. G. Grobler, do. do. 9/6; Mev.

P. J. Grobler, do. do. 8/-; Mev. P. G. Prinsloo, do.

do. 5/6. Totaal £6.7./-.

Ontvangste oor

Desember

1926, per Ds.

Grobler:

Opbrings Verversingstent Dingaansfees

£17

8/9; Korting op tjek

£15

vir vakansie weeskinders

£2.1.3; van Mnr. du Plessis vir donasie ontvang

£10; van Mev. T. Duvenhage, Muldersdrift £1.14/-;

van Mnr. Hooglan, virJ. L. Muller, Bethal £1.19.6;

Mnr. P. S. J. van Rensburg, Potchefstroom

£1

16/6; Mnr. M. Bezuidenhout, Barberspan £1.6/-; J.

Wolvaart, Barberspan 8/9; Mej.

Anna

Pretorius, Barberspan 15/3; Mej. Bettie van Vuuren, Goed- vooruitzicht, Klerksdorp £1.10/-; Mnr. J. A. Swa- nepoel, Houwater, Leeuwdoorns £15; Oud. C. J.

Botha, Pietersburg £2.5.6; Mej.

Lena

Shaffer, Lek- kerlag 4/6; Mej. Martie Kruger, Vrede, Vryburg

11/-; Mej. A. M. Venter, Moedverloren, Lesley 14/-;

Mnr. D. J. Joubert, Moedverlore, Leslie £1; Mnr.

P. J. Brits, Herv. Sondagskool, Pietersburg

£2

10/-; Mej. C. Breytenbach, Tweefontein, Sybrand- kraal £1.2.6; Mnr. R. H. Heuff, Sondagskool Er- melo £1; Mnr. T. van Marie, Konsert Olifantsrivier Oos, £2; Mej. H. Bezuidenhout, Sondagskool Vlak- fontein 3/8; Ds.

W.

Poen, vir Mev. Holtzhausen, Schoemansdal £2.10.9; Mejj.

Anna

en A. Naude, Sondagskool Rietvlei 91, 15/-; Mev. Pons, S.A.V.F.

Potchefstroom £2; Mnr. J. H. Lingenvelde, vir N.

van Staden, Brixton 12/6; Mev. A. P. Prinsloo, De- von 15/-; Mnr. J. H. Botha (Boeredag)

Lake

Chris- sie£8.3/-; Mev. J. E. Stoop, Dorkas Verg. Germis- ton £3.8/-; Mev. P. S. Nortje, Visgat 10/-! Mev. D.

Erasmus, vir P.

Labuschagne

en Martie Kruger, Rooikop, Ventersdorp 18/9;van Vrind 10/-; Mej. H.

Kruger, Kromfort C.S.V., P.P.Rust £1; Mej. H. T.

Steyn, Sondagskool Groot Marico £1.2/-; Mnr. F.

Posma, Ouhoutbossie Dingaansfees

Lydenburg £2

6d.

;Mnr. R. G. Ockerse, Holland£5;

West

Krugers- dorp Sondagskool 8/3; G.van Waardt, Sondagskool Pretoria £4.12.6; Phthisis Board £20.4/-; Skatkis- order £74; Ds. Grobler, Krugersdorp £5. Totaal

£

199.1.5.

Boekhouer Weeshuis

Kom.

M.

W. VORSTER,

(11)

23 Januarie 1927.

DE HERVORMER.

171

De

Administrateur, de Heer H. J. L. Th.

Roorda, is niet thuis,

omdat

hij

om

ziekte door de Dokter naar de Natalse kust is gezonden.

Men

wordt dus heel vriendelik verzocht, geen brieven of geld te sturen voor 1 Februarie 1927.

DOODBERIC.

Na

’n geduldige lyding van 5

weke

is

my

dier- bare dogter

HETTIE

in die Here ontslaap, op 3 Des. 1926, in die ouder-

dom

van 6 maande. Bitteretrane vloei uitons oe as ons aan haardink; sy

was

’n

more

sterrekie inons huis.

Nog

erger

word

ons sielesmart as ons

kom

by die 19 Des. 1926 toe

God

van ons

weggeneem

het, uit die Krugersdorp Hospitaal,

my

innig ge- liefde eggenoot en teerbeminde Pappie van 4 kin- derkies,

GEORGE DIEDERIGK,

in die

ouderdom

van 38 jaar, na ’n bittere lyding van 7 maande. Die slae is hard en bloedend die wonde,

dog

ek

swyg

in eerbied en sien uit na ’n salige weersien.

Die bedroefde eggenote en kindertjies,

SANNIE

V. D.

BERG.

Groot

Manco.

DOODBERICHT.

Sag

en

kalm

in sy Heer ontslaap op 21

De

sember 1926, onse teder geliefde eggenoot, vader en behuwdvader,

CERT JOHAKNES ZAGHARIAS HELBERC,

op die plaas Bosluishoek No. 441, distrik Pieters- burg, indie

ouderdom

van 73 jaar, 4

maande

en 10 aae, synde gebore op 11 Augustus 1853, na ’n siekbed van ’n seer been en bloedvergiftiging, het- welk hy met voorbeeldige geduld en treffende kris- telikegelatenheid droeg,

want

hy wist dat syn Ver- losser leeft Ses en twintig jaar heefthij als ouder- ling die Ned. Herv.

Gemeente

van Pietersburg ge- diend, van 1888 tot 1914.

Hy was

’n inniggodvre- sende, liefdevolle, vredeliewende broeder. Die vre- de het hy altoos gesoek en daarna gejaag. Sy kerk en leraars het hy liefgehad. Die belange van sy gemeente, en veral van sy afdeling het by horn swaar geweeg. Jaren lank

was

hy voorleser en voorsinger by die openbare eredienste.

Hy

sal ge- mis

word

in sy huis, want hy

was

’n voorbeeldig eggenoot en vader. In sy gemeente,

want

hy het altyd die voorbeeld

gegewe

deur self tedoen, sodat met sy siekte die hulp van die bure so groot was,

dat

menigmaal

van hulle

moes

omdraai, daar er te veel was. 'n Paar dae voor sy dood het hy al sy binders

nog

by sy siekbed gehad, buite sy oudste dogter en haar

man,

hy het hulle allemaal

vermaan om

getrou aan hulle kerk te wees en reg te lewe.

Ons

treur oor sy heengaan,

maar

misgun horn die rus van die heerlikVaderhuis nie.

Wees

stil,

my

siel, eens

komt

die tyd, Dat ge in ’t lig der eeuwigheid,

Gods

grote werken salverstaan,

En

zegge,

God

heeft welgedaan.

Hartelik bedank ons al die familiebetrekkinge en belangstellende die ons gedurende sy siekte, af- sterwe en

by

die begrawenis op 22

Desember

1926 gehelp het en simpatie betoon het.

Die treurende eggenote,

J. C.

HELBERG,

gebore Smit.

Die treurende kinders,

G. P.

STEENKAMP,

en C.

W. HELBERG.

J. Z.

HELBERG,

en M. E.

STORM.

C. A.

STORM,

en E. M. M.

HELBERG.

P. C.

HELBERG,

en M. M.

JACOBS.

W.

H.

DE KOCK,

en

J. J.

HELBERG.

A. H. A. P.

HELBERG,

en A.S.

JORDAAN.

Potgietersrust, 24

Desember

1926.

M. J.

POS.

J- c. GINKEL.

“SOUTHERN LIFE”-KANTOOR,

No. 6, ST.

ANDRIES- EN KERKSTR., PRETORIA.

GEE INLIGTINGE GRATIS VIR ASSURANSIES, STUDIEBEURSE, LENINGS, EN VERBANDE OP

EIENDOMME, KERKE, PLASE, ENS.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het realiseren van waterdoelen in projecten van stedelijke vernieuwing kan worden ingeschat als zeer complex, vooral als de waterinbreng moet komen van het waterschap en er bij

Het boek bevat getuigenissen van mensen die hebben geloofd in God en de hemel ten gevolge van Coltons zogezegde visitatie, maar de Bijbel zegt dat zonder geloof het onmogelijk is

[r]

Het voorstel om geen wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen inzake de aankoop van die locaties, vonden wij voorbarig omdat de achtergrondinformatie ontbrak.. In

Alleen de mat doet haar even struikelen, zodat alle aanwezigen haar vlak voor het beeld „Dedoemme, ik lag er bijkans” horen zeggen, wat – afge- zien van Maria – niemand als een

„Soms lachen mensen dat het toch niet meer veel werk kan zijn, de kerkfabriek van Doel voorzit- ten”, zegt Georges Van De Vyver. „Misschien is onze inzet een vorm van

Er is veel over geschreven, maar nu ook zelf te bekijken: Boom KCB organiseert een tweetal middagen, op woensdag 26 oktober en 9 november as om het verhaal van de Bosberg,

Want, gelijc als Antimachus Clarius, lezende een groot deel van zijne gemaecte poëziën (eylas tot deze onze tiden toe niet [11v] overgebleven zijnde) de gemeente, die hi hadde