• No results found

EUROBAROMETER 68 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "EUROBAROMETER 68 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE"

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

7

Deze opiniepeiling werd besteld en gecoördineerd door het Directoraat-generaal Communicatie.

Dit rapport is opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België.

Dit document vertegenwoordigt niet het standpunt van de Europese Commissie.

De interpretaties en opinies in dit document weerspiegelen enkel de standpunten van de auteurs.

.

Standaard Eurobarometer 68./ Najaar 2007 – TNS Opinion & Soc ial

EUROBAROMETER 68

DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE

Najaar 2007

NATIONAAL RAPPORT

BELGIE

Europese Commissie

(2)

INLEIDING... 4

I.HET KLIMAAT VAN DE PUBLIEKE OPINIE IN BELGIË... 5

1. Persoonlijke situatie en sociaal-economische context... 5

1.1. Leven in het algemeen ... 5

1.2. Belangrijkste problemen van België, nationale situatie van de werkgelegenheid en de economie ... 5

1.3. Situatie van de Europese economie... 9

2. Evolutie tijdens het komende jaar ... 11

2.1. Leven in het algemeen, financiën van het gezin en professionele situatie ... 11

2.2 Algemene situatie van het land, economie en arbeidsmarkt... 13

2.3 Algemene situatie in de Europese Unie ... 14

II.PLAATS VAN BELGIË IN DE EUROPESE UNIE... 15

1. Deelname aan het politieke leven ... 15

1.1. Frequentie van de politieke discussies... 15

1.2. « Betrokkenheid » bij de Europese aangelegenheden ... 16

2. Steun ten opzichte van de instellingen ... 17

2.1 Werking van de democratie in België en in de Europese Unie ... 17

2.2. Vertrouwen in de nationale en Europese politieke instellingen... 17

3. Gehechtheid aan de Europese Unie ... 19

3.1. Voordelen van het lidmaatschap van de Europese Unie ... 19

3.2. Taken van de Europese Unie in België ... 20

4. Verdeling van de bevoegdheden ... 23

4.1. Domeinen die binnen de Europese Unie zouden moeten worden geregeld... 23

4.2. Domeinen die vallen onder de bevoegdheid van de Belgische regering ... 24

III.BEELD EN KENNIS VAN DE EUROPESE UNIE... 25

1. Beeld van de Europese Unie ... 25

1.1. Beeld... 25

1.2. Gehechtheid ... 26

2. Reële kennis van de Europese Unie... 27

(3)

2.2. Bekendheid van de Europese instellingen ... 28

3. Informatiebronnen over de Europese Unie... 29

3.1. Behandeling van de Europese actualiteit ... 29

3.2. Vertrouwen in de media ... 32

1. Verwachtingen en definiëring van de prioriteiten ... 34

1.1. Een Europa met twee snelheden? ... 34

1.2. Optimisme of pessimisme over de toekomst van de Europese Unie... 34

1.3. Domeinen waarin de Europese instellingen hun actie zouden moeten versterken ... 35

2. Steun ten opzichte van de Europese beleidsvoering ... 37

2.1. Gemeenschappelijk immigratiebeleid... 37

2.2. Gemeenschappelijk buitenlands beleid... 39

2.3. Gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid ... 41

V.CONCLUSIE... 42

BIJLAGEN ... 44

1. Technische specificaties ... 44

2. Vragenlijst ... 47

(4)

Inleiding

De Standaard Eurobarometer 68 vond in België plaats tussen 25 september en 21 oktober 2007, op het ogenblik dat de onderhandelingen met het oog op de vorming van de nieuwe Belgische regering vastliepen, en het land in een politieke crisis wegzakte. Op het Europese niveau vormde het slotakkoord van de regeringsleiders van de 27 lidstaten over het hervormingsverdrag van 19 oktober één van de sleutelmomenten van de actualiteit van die periode. Op de internationale scène zorgt de stijging van de olieprijzen voor steeds grotere ongerustheid.

Zoals alle enquêtes van de Standaard Eurobarometer wordt ook deze enquête ingeleid door een reeks vragen die peilen naar het tevredenheidsgevoel en de verwachtingen van de burgers ten opzichte van hun persoonlijke situatie en in de sociaal-economische context waarin ze evolueren. De balansen en voorspellingen die door de Belgische burgers worden geformuleerd als antwoord op die vragen, worden geanalyseerd in het eerste hoofdstuk van dit rapport.

Het tweede hoofdstuk is gewijd aan de houding van de Belgische burgers ten overstaan van het beleid in hun land en in de Europese Unie: zijn ze geïnteresseerd in de politiek? Zijn ze tevreden over de werking van de democratie in hun land en in de Europese Unie? Hebben ze vertrouwen in hun politieke instellingen en in die van de Europese Unie? Nadat ze op die vragen hebben geantwoord, wordt naar de mening van de Belgische burgers gevraagd over de taken van de Europese Unie in hun land en over de, in hun ogen, optimale verdeling van bevoegdheden tussen hun regering en de Europese Unie.

Het derde hoofdstuk handelt over het beeld dat de meeste Belgen hebben van de Europese Unie en over de kennis inzake de Europese aangelegenheden van de bevolking. Daarbij wordt dieper ingegaan op de rol die de Belgische media spelen bij de verspreiding van informatie over de Europese aangelegenheden.

Tot slot, ter afsluiting van de enquête, wordt aan de Belgen gevraagd om een aantal domeinen te identificeren waarin de Europese Unie haar actie zou moeten versterken.

De vier hoofdstukken van dit rapport hebben de volgende titels:

I. Het klimaat van de publieke opinie in België, II. Plaats van België in de Europese Unie, III. Beeld en kennis van de Europese Unie, en IV. Evolutie van de opbouw van de Europese Unie.

De lezer kan de volledige tekst van de vragenlijst van de enquête als bijlage raadplegen, alsook een nota met de technische specificaties daarvan.

Bij de analyse van de resultaten die opgetekend werden in België wordt verwezen naar de Europese gemiddelden, maar ook naar de vroegere nationale resultaten, om te wijzen op de evoluties van de opinie. De resultaten van het najaar 2007 worden meestal vergeleken met die van de zomer 2007 (Standaard Eurobarometer 67) of van het najaar 2006 (Standaard Eurobarometer 66).De sociaal-

(5)

I.HET KLIMAAT VAN DE PUBLIEKE OPINIE IN BELGIË

1. Persoonlijke situatie en sociaal-economische context

1.1. Leven in het algemeen

In het najaar 2007 voelen de Belgen zich, over het algemeen, tevreden over het leven dat ze leiden (90%). Die tendens sluit aan bij de logica van de resultaten die daaromtrent in België werden opgetekend tijdens de voorgaande enquêtes van de Standaard Eurobarometer, meer bepaald de enquête 67 waarbij dat gevoel wordt aangegeven door 89% van de Belgen. Vanuit sociaal- demografisch oogpunt bevinden de Belgische burgers die het meest tevreden zijn over hun huidig leven zich in de leeftijdscategorie van 15 tot 39 jaar (93-94%), die een hoge opleiding hebben genoten (92%) en in Vlaanderen wonen (93%).

QA3 Bent u, over het geheel genomen, tevreden of niet tevreden met het leven dat u leidt ?

80%

89%

90%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Niet tevreden Tevreden

EU27 België (EB 67) België

1.2. Belangrijkste problemen van België, nationale situatie van de werkgelegenheid en de economie

Eén van de elementen die het algemene tevredenheidsgevoel van de Belgische bevolking verklaart, is een positieve economische balans (65%). Ten opzichte van de voorbije zomer zijn de Belgische respondenten evenwel minder geneigd om de situatie van de Belgische economie als goed te beschouwen (-4 percentagepunten). Op het niveau van de Europese Unie blijken de burgers gemengde gevoelens te hebben over de situatie van hun respectieve economieën, met 49%

negatieve meldingen en 48% positieve meldingen.

(6)

QA4.1 Hoe beoordeelt u de huidige situatie van de Belgische economie?(% België)

51%

66% 69%

65%

33% 29% 34%

1% 1% 2% 1%

48%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Vorjaar 2006 (EB 65)

Najaar 2006 (EB 66)

Vorjaar 2007 (EB 67)

Najaar 2007 (EB 68)

Goed Slecht WN

Het beeld van een verbeterde werkgelegenheid in België kan ook bijdragen tot een sterker algemeen tevredenheidsgevoel. In het najaar 2006 oordeelde 62% van de Belgische burgers namelijk dat de werkgelegenheidssituatie in hun land slecht was, terwijl 52% er thans van overtuigd is dat die goed is.

Een aantal sociaal-demografische groepen blijft evenwel sceptisch: de vrouwen (51%), de respondenten met een lage opleidingsgraad (54%), de werklozen (65%), de huisvrouwen en huismannen (52%) en de inwoners van plattelandszones (50%). Op het regionale niveau worden uiteenlopende opinies genoteerd tussen enerzijds de Vlamingen en de Brusselaars, die menen dat de werkgelegenheidssituatie goed is (respectievelijk 67% en 61%) en, anderzijds, de Walen, die net de tegenovergestelde mening zijn toegedaan (77%). De globaal genomen gunstige analyse van de werkgelegenheidssituatie in België staat in contrast met de analyse op Europese schaal, waar gemiddeld 61% van de respondenten gewag maakt van een slechte situatie op de werkgelegenheidsmarkt in hun respectieve landen.

QA4.4 Hoe beoordeelt u de huidige situatie van de werkgelegenheid in België?

(% België)

84%

62%

37%

52%

0% 1% 1%

47%

16%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Vorjaar 2004 (EB 63)

Najaar 2006 (EB 66)

Najaar 2007 (EB 68)

Slecht Goed WN

(7)

Aangezien de opinie van de Belgen over de werkgelegenheidssituatie in hun land gevoelig is verbeterd, lijkt het logisch dat de werkloosheid niet langer bovenaan de lijst van hun bekommernissen staat, zoals dat vorige zomer het geval was. Volgens hen is het belangrijkste probleem waarmee België thans geconfronteerd wordt namelijk de inflatie (35%, of +15 punten). Toch vermelden ze de werkloosheid op de tweede plaats (27%, of -12 punten), vóór de pensioenen (21%, of +4 punten) en de immigratie (21%, of +1 punten).

QA6a Wat zijn volgens u momenteel de twee belangrijkste zaken die in ons land spelen?

1%

6%

5%

4%

10%

11%

11%

14%

10%

21%

20%

35%

16%

27%

1%

3%

3%

5%

6%

11%

12%

15%

15%

17%

19%

20%

27%

39%

4%

2%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Anders Defensie/buitenlandse zaken Gezondheidszorg Onderw ijs Terrorisme Energie gerelateerde zaken Huisvesting Economische situatie Belastingen Milieubescherming Pensioenen Immigratie Stijgende prijzen/Inflatie Criminaliteit Werkloosheid

België België (EB 67)

Vergeleken bij hun Europese medeburgers lijken de Belgen gevoeliger te zijn voor de problemen die gerelateerd zijn aan de prijsstijgingen (+9 punten), de energieproblematiek (+6 punten), de immigratie (+5 punten), de belastingen (+5 punten), de huisvesting (+3 punten) en de milieubescherming (+3 punten). De gezondheidszorg (-15 punten), de criminaliteit (-8 punten), het terrorisme (-6 punten), de

(8)

economische situatie (-6 punten) en het onderwijssysteem (-4 punten) worden, daarentegen, minder vaak vermeld en aangehaald als de belangrijkste problemen waarmee hun land geconfronteerd wordt.

QA6a Wat zijn volgens u momenteel de twee belangrijkste zaken die in ons land spelen?

2%

10%

9%

21%

7%

4%

17%

8%

9%

24%

15%

14%

27%

26%

1%

4%

5%

6%

10%

10%

11%

11%

14%

16%

20%

21%

27%

35%

1%

2%

4%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Anders Defensie/buitenlandse zaken Terrorisme Onderw ijs Gezondheidszorg Milieubescherming Energie gerelateerde zaken Economische situatie Huisvesting Belastingen Criminaliteit Immigratie Pensioenen Werkloosheid Stijgende prijzen/Inflatie

EU27 België

(9)

1.3. Situatie van de Europese economie

Ondanks hun ongerustheid over de prijsstijgingen worden de werkgelegenheidssituatie en de economie in België gunstig beoordeeld door de Belgen. In een ruimer perspectief lijkt de situatie van de Europese economie eveneens goed (69%). Op het niveau van de Europese Unie zijn de ondervraagde burgers diezelfde mening toegedaan, zij het in mindere mate (58%).

QA4.3 Hoe beoordeelt u de huidige situatie van de Europese economie? (% België)

15%

27%

58%

29%

25%

69%

3%

68%

6%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Slecht Goed

EU27 België (EB 66) België

(10)

Bovendien kan de Europese Monetaire Unie nog steeds rekenen op een belangrijke steun van de Belgische bevolking. Met 82% gunstige antwoorden lijken de Belgen de meest fervente voorstanders van de eenheidsmunt, na de Ieren, de Sloven en de Luxemburgers.

QA22.1 Bent u voor of tegen een Europese Monetaire Unie met één enkele munt, de euro? (% eerder akkoord)

24%

45%

46%

48%

48%

49%

51%

52%

53%

54%

57%

60%

63%

63%

63%

65%

68%

68%

69%

71%

74%

77%

81%

82%

85%

86%

87%

61%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Verenigd Koninkrijk Zw eden Cyprus Letland Litouw en Polen Griekenland Denemarken Republiek Tsjechië Estland Bulgarije Portugal Malta Italië Slovakije Hongarije Oostenrijk Spanje Duitsland Roemenië Frankrijk Finland Nederland

*België Luxemburg Slovenië Ierland EU27

(11)

2. Evolutie tijdens het komende jaar

2.1. Leven in het algemeen, financiën van het gezin en professionele situatie

Zoals we hierboven hebben gezien, zijn de Belgen tevreden over het leven dat ze leidden in het najaar 2007. De komende maanden zien ze eveneens vrij sereen tegemoet, en verwachten ze geen speciale veranderingen in hun leven in het algemeen (59%). Sinds de voorbije zomer is het percentage van respondenten dat vreest voor een verslechtering van hun levensomstandigheden evenwel gestegen (12%, of +5 punten).

QA5.1 Wat zijn uw verwachtingen voor de komende 12 maanden: zullen de komende 12 maanden beter, slechter of hetzelfde zijn als het gaat om uw leven in het

algemeen?

3%

13%

30%

54%

7%

58%

12%

28%

59%

35%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Slechter Beter Hetzelfde

EU27 België (EB 67) België

Het merendeel van de Belgen ziet de komende twaalf maanden meer bepaald geen veranderingen in de financiële situatie van hun huishouden (62%). Het percentage van Belgische respondenten dat daaromtrent negatieve voorspellingen doet, is hoger dan zes maanden geleden (13%, of +3 punten), maar blijft lager dan het Europese gemiddelde (19%).

(12)

QA5.4 Wat zijn uw verwachtingen voor de komende 12 maanden: zullen de komende 12 maanden beter, slechter of hetzelfde zijn als het gaat om de financiële situatie in

uw huishouden?

3%

19%

25%

53%

13%

24%

62%

10%

65%

1%

1%

24%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Slechter Beter Hetzelfde

EU27 België België (EB 67)

De Belgische burgers drukken eveneens hun vertrouwen uit in de stabiliteit van hun professionele situatie voor het komende jaar (65%). Dat vertrouwen is zelfs groter dan dat van hun Europese medeburgers (+4 punten).

QA5.7 Wat zijn uw verwachtingen voor de komende 12 maanden: zullen de komende 12 maanden beter, slechter of hetzelfde zijn als het gaat om uw professionele

situatie ?

9%

8%

22%

61%

5%

64%

5%

21%

65%

9%

22%

9%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Slechter Beter Hetzelfde

EU27 België (EB 67) België

(13)

2.2 Algemene situatie van het land, economie en arbeidsmarkt

Op het vlak van de economie en de arbeidsmarkt in hun land verwachten de Belgen stabiliteit, net zoals voor hun individuele situatie. Zo meent 49%, en dat is een relatieve meerderheid, dat de komende twaalf maanden onveranderd zullen blijven op het vlak van de economische situatie in hun land. Meer dan één Belg op vier vreest evenwel dat die minder goed zullen zijn (29%).

QA5.2 Wat zijn uw verwachtingen voor de komende 12 maanden: zullen de komende 12 maanden beter, slechter of hetzelfde zijn als het gaat om de economische situatie

in (ONS LAND)?

6%

26%

24%

44%

28%

47%

29%

20%

49%

2%

23%

2%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Slechter Beter Hetzelfde

EU27 België (EB 67) België

Volgens een relatieve meerderheid van de Belgische burgers zal het komende jaar eveneens geen veranderingen inhouden op het vlak van de werkgelegenheidssituatie in hun land (48%). We wijzen erop dat, sinds de vorige Standaard Eurobarometer, het pessimisme over de werkgelegenheidssituatie in België gedaald is (-9 punten).

QA5.5 Wat zijn uw verwachtingen voor de komende 12 maanden: zullen de komende 12 maanden beter, slechter of hetzelfde zijn als het gaat om de werkgelegenheid in

(ONS LAND)?

1%

35%

24%

40%

25%

43%

26%

25%

48%

6%

26%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Slechter Beter Hetzelfde

België (EB 67) EU27 België

(14)

Rekening houdend met de veeleer gematigde verwachtingen van de Belgen op het vlak van de werkgelegenheid en de economie in hun land, lijkt het paradoxaal dat ze de neiging vertonen om erover te klagen dat het in België, algemeen genomen, de verkeerde kant opgaat (47%). Dat resultaat is misschien wel meer te wijten aan de politieke situatie van het land op het ogenblik van de enquête dan aan zijn sociaal-economische situatie.

QA7.1 Zou u zeggen dat het momenteel, over het algemeen, de goede kant of de verkeerde kant opgaat in (ONS LAND)?

5%

20%

34%

41%

23%

42%

21%

31%

47%

34%

1%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Geen van beide Het gaat de goede kant op Het gaat de verkeerde kant op

EU27 België (EB 67) België

2.3 Algemene situatie in de Europese Unie

Hoewel ze blijk geven van enig pessimisme over de algemene evolutie van hun land, wanneer het gaat om de Europese Unie, is een relatieve meerderheid van de Belgen van mening dat het de goede kant opgaat (48%). Die tendens wijst op een verandering ten opzichte van het najaar 2006, toen de meningen van de Belgische burgers daaromtrent verdeeld waren (37% « de goede kant » en 38%

« de verkeerde kant »).

QA7.2 Zou u zeggen dat het momenteel, over het algemeen, de goede kant of de verkeerde kant opgaat in de Europese Unie?

16%

21%

23%

40%

22%

37%

24%

25%

48%

38%

3%

3%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Geen van beide Het gaat de verkeerde kant op Het gaat de goede kant op

EU27 België (EB 67) België

(15)

II.PLAATS VAN BELGIË IN DE EUROPESE UNIE

1. Deelname aan het politieke leven

1.1. Frequentie van de politieke discussies

Nu de onderhandelingen met het oog op de vorming van een nieuwe Belgische regering aan de gang zijn, zegt 67% van de Belgen dat ze onder vrienden regelmatig over de politiek spreken. Hoewel men een stijging had verwacht, blijft dat percentage hetzelfde als dat van de voorbije zomer en onder dat van het Europese gemiddelde (-4 punten). Vanuit sociaal-demografisch oogpunt noteren we een meer uitgesproken belangstelling voor de politiek bij de leeftijdscategorie van de 40-54 jarigen (75%), de respondenten met een hoog opleidingsniveau (80%), de leidinggevende kaderleden (95%), de zelfstandigen (80%), de bedienden (80%) en, tot slot, de Brusselaars (79%).

QA1 Als u onder vrienden bent, wordt er dan vaak, af en toe, of nooit over politieke zaken gesproken? (% België)

64%

69% 67%

33%

66% 67%

72%

36% 33%

31% 34%

28%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Vorjaar 2005 (EB 63)

Najaar 2005 (EB 64)

Vorjaar 2006 (EB 65)

Najaar 2006 (EB 66)

Vorjaar 2007 (EB 67)

Najaar 2007 (EB 68)

"Af en toe" + "Vaak" Nooit WN

(16)

1.2. « Betrokkenheid » bij de Europese aangelegenheden

Hoewel de meeste Belgen zich interesseren voor de politiek, zegt slechts 27% van hen zich

« betrokken te voelen bij de Europese aangelegenheden ». Met dat resultaat plaatst België zich op de derde plaats onder de Lidstaten met het grootste aantal burgers dat zich betrokken voelt bij de Europese aangelegenheden. In de sociaal-demografische categorieën is dat gevoel in België ruimer verspreid onder de mannen (30%), de 55-plussers (31%), de personen met een hoge opleiding (33%), de zelfstandigen (38%), de leidinggevende kaderleden (33%), de gepensioneerden (31%) en de studenten (29%). Tot slot zeggen de stedelingen (van 30 tot 38%, naargelang van de belangrijkheid van de stad) en, meer bepaald, de Brusselaars (51%) zich vaker betrokken te voelen bij de Europese aangelegenheden dan hun landgenoten.

QA9a.3 Gaat u eerder akkoord of eerder niet akkoord met de volgende stelling:

“Ik voel me nauw betrokken bij de Europese aangelegenheden (% “veeleer akkoord”)

7%

9%

9%

11%

11%

11%

12%

12%

13%

14%

14%

15%

16%

18%

20%

23%

23%

24%

24%

25%

26%

26%

26%

26%

27%

28%

34%

20%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Cyprus Slovakije Verenigd Koninkrijk Roemenië Letland Finland Ierland Hongarije Republiek Tsjechië Litouw en Griekenland Zw eden Portugal Polen Oostenrijk Malta Frankrijk Italië Estland Denemarken Spanje Luxemburg Slovenië Nederland

*België Duitsland Bulgarije EU27

(17)

2. Steun ten opzichte van de instellingen

2.1 Werking van de democratie in België en in de Europese Unie

Ondervraagd over de werking van de democratie in België en in de Europese Unie verklaren de Belgen tevreden te zijn (66% in beide gevallen), zelfs meer tevreden dan hun Europese medeburgers (+8 punten in beide gevallen).1 Ze menen dat met de stem van hun land (72%) en met de belangen daarvan (54%) wel degelijk rekening wordt gehouden in de Europese Unie. Toch geven ze toe dat het de grootste landen zijn die de meeste macht hebben op het Europese niveau (74%).

QA9a.1-7 Wilt u mij voor elke uitspraak zeggen of u het eerder eens of oneens bent?

(% "eerder eens")

43%

30%

38%

74%

61%

47%

74%

72%

53%

56%

72%

75%

54%

31%

38%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

(ONS LAND) zal in de toekomst meer invloed krijgen in de Europese Unie.

Mijn stemt telt mee in de Europese Unie.

Met de belangen van (ONS LAND) w ordt goed rekening gehouden in de Europese Unie

De grootste landen hebben de meeste macht in de Europese Unie.

De stem van (ONS LAND) telt mee in de Europese Unie

EU27 België België (EB 67)

2.2. Vertrouwen in de nationale en Europese politieke instellingen

Sinds het najaar 2006 heeft het vertrouwen van de Belgen in hun politieke instellingen een flinke deuk gekregen. De vertrouwensindex van de Belgische regering toont bijgevolg een daling van 19 punten (of 43%), die van het Belgisch Parlement een daling van 17 punten (of 49%) en die van de Belgische politieke partijen een daling van 4 punten (29%). Uit het onderzoek van de sociaal-demografische gegevens blijkt dat de 15-24 jarigen (53%), de stadsbewoners (57%) en, meer bepaald, de Brusselaars (62%) ingaan tegen die algemene tendens: het merendeel van hen bevestigt namelijk vertrouwen te hebben in de Belgische regering. Het Belgische Parlement wordt gesteund door de

1 QA11a Bent u over het algemeen erg tevreden, veeleer tevreden, veeleer ontevreden of helemaal niet tevreden over de werking van de democratie in ons land?

QA11b En over de werking van de democratie in de Europese Unie?

(18)

meeste respondenten in de volgende groepen: de 15-24 jarigen (60%), de 25-39 jarigen (51%), de respondenten met een hoge opleiding (53%), de studenten (67%), de leidinggevende kaders (62%), de bedienden (62%), de stadsbewoners (van 53% tot 64%, naargelang van de belangrijkheid van de stad) en, meer bepaald, de Brusselaars (65%). Tot slot boezemen de politieke partijen meer wantrouwen in Wallonië (80%) en in Vlaanderen (65%) dan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (55%).

QA8.10-12 Zegt u mij voor elk van de volgende instellingen of u er eerder wel vertrouwen of eerder geen vertrouwen in heeft. (% "eerder wel vertrouwen ")

18%

34%

35%

43%

49%

62%

29%

66%

33%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Politieke partijen De (NATIONALITEIT) regering Het (NATIONALITEIT) Parlement

EU27 België België (EB 66)

De voorbije twaalf maanden is het vertrouwen van de Belgen in de Europese Unie eveneens gedaald (65%, of -8 punten), hoewel ze daarmee nog hoger scoren dan het Europese gemiddelde (48%).2 De Belgen blijven bovendien blijk geven van een grotere steun aan de Europese instellingen dan hun Europese medeburgers (tussen +8 en 13 punten).

(19)

QA16.1-9 Kunt u mij voor elk van de volgende stellingen zeggen of u er eerder wel vertrouwen of eerder geen vertrouwen in heeft? (% "eerder wel vertrouwen")

27%

29%

34%

36%

44%

50%

55%

50%

47%

43%

53%

56%

58%

68%

67%

62%

41%

48%

55%

59%

59%

68%

68%

69%

47%

40%

38%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Het Comité van de Regio's Het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie De Europese Ombudsman Het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie De Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers) Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Het Europees Parlement De Europese Commissie De Europese Centrale Bank

EU27 België België (EB 67)

3. Gehechtheid aan de Europese Unie

3.1. Voordelen van het lidmaatschap van de Europese Unie

Na gepeild te hebben naar hun vertrouwen in de Europese Unie en in haar instellingen, heeft de Standaard Eurobarometer naar de reactie van de Belgische respondenten gevraagd op het feit dat België deelt uitmaakt van de Europese Unie. Het blijkt dat 74% van hen meent dat dat een goede zaak is, dat is een percentage dat 4 punten hoger ligt dan de score van vorige zomer. De sociaal- demografische categorieën die het meest geneigd zijn om zich gunstig uit te spreken over de gehechtheid van hun land aan de Europese Unie, omvatten hoofdzakelijk de 15-24 jarigen (84%) en de personen met een hoog opleidingsniveau (82%). Vergeleken bij hun Europese medeburgers spreken de Belgen zich gunstiger uit over het statuut van Lidstaat van hun land (+16 punten). 3 Alles goed en wel beschouwd, menen ze dat hun land voordeel heeft gehaald uit dat statuut (75%).4

3 QA12a Denkt u, algemeen genomen, dat het feit dat ons land deel uitmaakt van de Europese Unie … ?

4 QA13a Alles goed en wel beschouwd, meent u dat ons land al dan niet voordeel heeft gehaald uit zijn lidmaatschap van de Europese Unie?

(20)

3.2. Taken van de Europese Unie in België

België zou voordeel hebben gehad bij de actie van de Europese Unie, met name op het vlak van de bestrijding van het terrorisme, (69%), de milieubescherming (68%), defensie en buitenlandse aangelegenheden (62%) en de economie (53%). Dat blijkt uit de antwoorden van een absolute meerderheid van de respondenten op vraag QA21. In het kader van die vraag hebben de respondenten een lijst ontvangen met domeinen en werd hen gevraagd om aan te geven of ze denken dat de Europese Unie een negatief rol, een positieve rol of een neutrale rol speelt in die domeinen.

Wanneer geen rekening wordt gehouden met de neutrale antwoorden, en men de percentages van negatieve en positieve antwoorden met elkaar vergelijkt, stelt men vast dat het percentage van positieve antwoorden hoger ligt dan dat van de negatieve antwoorden voor nagenoeg alle voorgestelde domeinen, met name de hoger vermelde domeinen alsook de bestrijding van de criminaliteit, de gezondheidszorg, het onderwijs, de immigratie, de bestrijding van de werkloosheid, het openbaar vervoer, de huisvesting en de pensioenen. Twee domeinen maken daarop een uitzondering, en zouden daarentegen een negatieve invloed van de Europese Unie ondervinden: de inflatie en de belastingen. Met andere woorden, de Belgen menen dat de invloed van de Europese Unie vooral positief is voor het merendeel van de voorgestelde domeinen, behalve voor de prijsstijgingen en de belastingen..

(21)

QA21.1-14 Kunt u mij voor elk van de volgende domeinen in ons land zeggen of u vindt dat de Europese Unie daarin een positieve rol speelt, een negatieve rol of een

neutrale rol? (% België)

28%

20%

20%

45%

10%

21%

29%

13%

12%

14%

18%

11%

12%

11%

20%

23%

24%

29%

32%

35%

38%

39%

40%

41%

53%

62%

68%

69%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%

Belasting Pensioenen Huisvesting Stijgende prijzen/inflatie Openbaar vervoer Bestrijding van de w erkloosheid Immigratie Onderw ijs Gezondheidszorg Bestrijding van criminaliteit Economische situatie Defensie en buitenlandse aangelegenheden Milieubescherming Bestrijding van het terrorisme

Positieve rol Negatieve rol

(22)

Bovendien is het percentage van Belgische respondenten, voor alle domeinen, behalve die van de bestrijding van de criminaliteit en het onderwijs, die menen dat de Europese Unie een positieve rol speelt gestegen sinds de enquête van de Standaard Eurobarometer 65, en scoort die hoger dan het Europese gemiddelde.

QA21.1-14 Kunt u mij voor elk van de volgende domeinen in (ONS LAND) zeggen of of u vindt dat de Europese Unie daarin een positieve rol speelt, een negatieve rol of een

neutrale rol? (% "een positieve rol")

16%

15%

17%

21%

29%

25%

29%

26%

22%

41%

39%

48%

52%

57%

20%

23%

24%

29%

32%

35%

38%

39%

40%

41%

53%

62%

68%

69%

0% 100%

Belasting Onderw ijs Huisvesting Stijgende prijzen/inflatie Openbaar vervoer Bestrijding van de w erkloosheid Immigratie Onderw ijs Gezondheidszorg Bestrijding van criminaliteit Economische situatie Defensie en buitenlandse aangelegenheden Onderw ijs Bestrijding van het terrorisme

EU27 België

(23)

4. Verdeling van de bevoegdheden

4.1. Domeinen die binnen de Europese Unie zouden moeten worden geregeld

In verschillende domeinen waar de Europese Unie, volgens hen, positief optreedt, willen de Belgen dat de beslissingen gemeenschappelijk worden genomen: de bestrijding van het terrorisme (89%), de milieubescherming (78%), defensie en buitenlandse aangelegenheden (77%), immigratie (73%), het vervoer (69%), de bestrijding van de criminaliteit (69%) en de economie (64%). Daarnaast vermelden ze het wetenschappelijk en technologisch onderzoek (78%), energie (77%), steun aan de gebieden met economische moeilijkheden (72%) en de concurrentie (70%) als domeinen die binnen de Europese Unie zouden moeten worden geregeld.

QA20a.1, 4-7, 9, 11-20 Kunt u mij voor elk van de volgende gebieden zeggen of u vindt dat beslissingen genomen moeten worden door de (NATIONALITEIT) regering, of

binnen de Europese Unie? (% België & "binnen de Europese Unie")

60%

64%

65%

69%

69%

70%

72%

73%

77%

77%

78%

78%

89%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Bescherming van de consument Economie Landbouw en visserij Bestrijden van criminaliteit Vervoer Concurrentie Steun aan gebieden die economische problemen hebben Immigratie Defensie en Buitenlandse Zaken Energie Beschermen van het milieu Wetenschappelijk en technologisch onderzoek Bestrijden van terrorisme

(24)

4.2. Domeinen die vallen onder de bevoegdheid van de Belgische regering

Het merendeel van de Belgen meent, daarentegen, dat de Belgische regering de volledige verantwoordelijkheid moet blijven dragen voor de besluitvorming inzake: de pensioenen (71%), de belastingen (65%), het onderwijssysteem (65%), de gezondheidszorg en de sociale zekerheid (64%) alsook het bestrijden van de werkloosheid (56%).

QA20a.2-3, 8,10 & 7 Kunt u mij voor elk van de volgende gebieden zeggen of u vindt dat beslissingen genomen moeten worden door de belgische regering, of binnen de

Europese Unie? (% België & "door de regering")

56%

64%

65%

65%

71%

0% 20% 40% 60% 80%

Bestrijden van de w erkloosheid Gezondheid en sociale zekerheid (SPLIT BALLOT A) Belastingen Onderw ijssysteem Pensioenen

(25)

III.BEELD EN KENNIS VAN DE EUROPESE UNIE

1. Beeld van de Europese Unie

1.1. Beeld

In het najaar 2007 roept de Europese Unie een positief beeld op bij 59% van de Belgische respondenten, dat is een percentage van 10 punten meer dan het Europese gemiddelde. We merken op dat het percentage van de Belgen die melding maken van een negatief beeld lager ligt dat dat van de vorige Eurobarometer (6%, of -5 punten). Vanuit sociaal-demografisch oogpunt blijken verschillende groepen een positiever beeld te hebben van de Euiropese Unie dan het gemiddelde: de 55-plussers (van 67% voor de 15-24 jarigen tot 59% voor de 40-54 jarigen), de respondenten met een hoog opleidingsniveau (67%), de studenten (74%), de bedienden (70%), de leidinggevende kaderleden (63%), de zelfstandigen (60%) en de Walen (63%).5

QA14 Welk beeld roept de Europese Unie in het algemeen bij u op: een positief beeld, een neutraal beeld, of een negatief beeld? (% België)

45%

54%

34% 34%

29%

35%

17%

12% 11% 11%

6%

60% 59%

54%

37%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Najaar 2005 (EB 64)

Vorjaar 2006 (EB 65)

Najaar 2006 (EB 66)

Vorjaar 2007 (EB 67)

Najaar 2007 (EB 68)

Positief Neutraal Negatief WN

5 QA14 Roept de Europese Unie in het algemeen een positief of een negatief beeld bij u op?

(26)

1.2. Gehechtheid

De Belgen zijn in eerste instantie gehecht aan hun land (84%), aan hun stad of dorp (83%), maar ook aan de Europese Unie (65%). Hun gehechtheid aan de Europese Unie is groter dat die waarvan hun Europese medeburgers blijk geven (+16 punten). Op het regionale niveau blijkt die gehechtheid vooral in Brussel (81%) en in Wallonië (73%).

QA10.1-4 In welke mate bent u gehecht aan ..

(% "gehecht")

65%

83%

84%

83%

87%

91%

66%

86%

49%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

de Europese Unie uw stad of dorp (ONS LAND)

België België (EB 67) EU27

(27)

2. Reële kennis van de Europese Unie

2.1. Inzicht in de werking van de Europese Unie

Na gepeild te hebben naar het beeld dat de Belgen hebben van de Europese Unie, heeft de Standaard Eurobarometer getracht om hun kennis daaromtrent te evalueren. Volgens de informatie verzameld in het kader van de enquête meent 50% van de Belgische burgers inzicht te hebben in de werking van de Europese Unie, dat is een percentage dat 10 punten hoger ligt dan het Europese gemiddelde.6 Wanneer hun kennis wordt getest, door hun vragen te stellen over precieze aspecten van de werking van de Europese Unie, blijkt dat een minderheid van hen namelijk exacte antwoorden geeft. Zo geeft 63% aan dat de Europese Unie momenteel niet is samengesteld uit 15 Lidstaten en meent 56% dat om de zes maanden een andere Lidstaat Voorzitter wordt van de Raad van de Europese Unie.

QA17.1-2 Kunt u mij voor elk van de volgende stellingen over de Europese Unie zeggen of u denkt dat die juist of onjuist is ? (% België)

56%

29%

31%

63%

13%

8%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Elke zes maanden w ordt een andere lidstaat voorzitter van de Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers)

De Europese Unie bestaat momenteel uit 15 lidstaten.

WN Juist Onjuist

6 QA9a.6 Gaat u veeleer akkoord of veeleer niet akkoord met de volgende stellingen? Ik heb inzicht in de werking van de Europese Unie

(28)

2.2. Bekendheid van de Europese instellingen

Naast de werking van de Europese Unie zijn de Belgen goed op de hoogte van haar belangrijkste instellingen, met name het Europees Parlement (93%) en de Europese Commissie (87%), de Europese Centrale Bank (70%), het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (64%), de Raad van de Europese Unie (59%) en de Europese Rekenkamer (52%). Meer dan één Belg op vijf heeft trouwens al gehoord over de Europese Ombudsman (35%), het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie (28%) en het Comité van de Regio’s van de Europese Unie (28%). Ten opzichte van hun Europese medeburgers lijken de Belgen beter vertrouwd te zijn met de Europese Commissie (+8 punten), de Europese Rekenkamer (+7 punten) en het Europees Parlement (+5 punten). De andere instellingen, met name het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie (-6 punten), het Comité van de Regio’s van de Europese Unie (-6 punten), de Raad van de Europese Unie (-3 punten), de Europese Ombudsman (-3 punten) en de Europese Centrale Bank (-1 punt) zijn minder bekend in België dan op het niveau van de 27.

QA15.1-9 Heeft u al gehoord over…? (% "ja")

26%

34%

38%

45%

64%

62%

71%

79%

88%

28%

53%

68%

70%

72%

90%

93%

28%

35%

52%

64%

59%

70%

87%

93%

35%

18%

20%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Het Comité van de Regio's Het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie De Europese Ombudsman De Europese Rekenkamer Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen De Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers) De Europese Centrale Bank De Europese Commissie Het Europees Parlement

EU27 België (EB 67) België

(29)

3. Informatiebronnen over de Europese Unie

3.1. Behandeling van de Europese actualiteit

De meeste Belgen zeggen inzicht te hebben in de werking van de Europese Unie en vertrouwd te zijn met haar instellingen, wat kan doen veronderstellen dat ze beschikken over de nodige informatie over dat onderwerp. Toch klaagt 72% van de Belgen dat « de mensen in België niet goed geïnformeerd zijn over de Europese politieke aangelegenheden ». Dat resultaat moet gerelativeerd worden: de 27% die het omgekeerde menen, plaatsen België op de zevende plaats tussen de Lidstaten met het grootste aantal respondenten die menen goed te zijn geïnformeerd. In België zijn de sociaal-demografische categorieën die het meest tevreden zijn over de hoeveelheid informatie die ze ontvangen over Europese aangelegenheden de 15-24 jarigen (32%), de 25-34 jarigen (31%), de zelfstandigen (40%), de studenten (36%), de inwoners van grote steden (39%) en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (52%).7

7 QA19 Vindt u dat men in ons land over het algemeen wel of niet goed op de hoogte is van Europese politieke zaken?

(30)

QA19 Vindt u dat men in (ONS LAND) over het algemeen wel of niet goed op de hoogte is van Europese politieke zaken? (% "goed op de hoogte")

9%

9%

12%

13%

13%

13%

16%

17%

17%

17%

18%

18%

20%

21%

21%

23%

26%

26%

27%

27%

27%

33%

34%

34%

41%

43%

50%

18%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Bulgarije Griekenland Hongarije Portugal Cyprus Nederland Roemenië Spanje Verenigd Koninkrijk Frankrijk Italië Duitsland Slovakije Polen Zw eden Litouw en Republiek Tsjechië Estland Oostenrijk

*België Finland Letland Ierland Malta Denemarken Luxemburg Slovenië EU27

(31)

Volgens de logica van de hoger opgetekende resultaten lijkt het percentage van Belgische respondenten die klagen dat hun media te weinig berichten over de Europese Unie, gestegen te zijn sinds het voorjaar 2006: +12 punten voor de radio, +12 punten voor de geschreven pers en +8 punten voor de televisie. De Belgen verklaren voor het merendeel nog tevreden te zijn over de berichtgeving over de Europese actualiteit in de geschreven pers, meer dan op de televisie of op de radio.

QC1.1-3 Wat vindt u in het algemeen gesproken van de berichtgeving door de (NATIONALITEIT) ... over de Europese Unie? Is dat teveel, precies goed of te weinig?

7%

6%

48%

39%

15%

4%

46%

35%

12%

7%

36%

45%

5%

46%

5%

3%

49%

43%

6%

7%

33%

54%

3%

38%

57%

11%

2%

37%

50%

13%

4%

21%

62%

46%

3%

2%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Teveel Te w einig Precies goed TELEVISIE Te w einig Teveel Te w einig Precies goed RADIO WN Teveel Te w einig Precies goed SCHRIJVENDE PRES

EU27 België België (EB 65)

(32)

3.2. Vertrouwen in de media

Algemeen genomen, hebben de Belgen vertrouwen in de traditionele media, met name de radio (70%), de televisie (62%) en de geschreven pers (57%). Het internet boezemt daarentegen slechts 38% van de respondenten vertrouwen in, dat is een percentage dat 4 lager ligt dan dat van de vorige zomer. Een relatieve meerderheid van de Belgen heeft geen vertrouwen in het internet (45%).

QA8.1-4 Zegt u mij voor elk van de volgende instellingen of u er eerder wel vertrouwen of eerder geen vertrouwen in heeft. (% "eerder vertrouwen")

33%

44%

52%

60%

53%

69%

57%

62%

70%

42%

66%

38%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Internet De geschreven pers De televisie De radio

EU27 België (EB 67) België

(33)

Meer bepaald wat betreft de actualiteit over de Europese Unie menen de Belgische burgers dat hun media aan objectieve berichtgeving doet (van 69 tot 71%, naargelang van de media). Sinds de zomer 2006 is die mening versterkt (van +3 tot 5 punten, naargelang van de media).

QC2.1-3 En bent u van mening dat de (NATIONALITEIT) … de Europese Unie te positief, objectief of te negatief voorstellen?

24%

13%

12%

51%

19%

13%

15%

53%

28%

10%

11%

51%

8%

12%

64%

5%

8%

19%

68%

14%

7%

12%

67%

12%

69%

6%

11%

12%

71%

8%

10%

10%

72%

16%

11%

8%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Te negatief Te positief Objectief GESCHREVEN PERS WN Te negatief Te positief Objectief TELEVISIE WN Te negatief Te positief Objectief RADIO

EU27 België (EB 65) België

(34)

IV.EVOLUTIE VAN DE OPBOUW VAN DE EUROPESE UNIE

1. Verwachtingen en definiëring van de prioriteiten

1.1. Een Europa met twee snelheden?

Aan het einde van de enquête werd naar de mening van de Belgische respondenten gevraagd over de wijze waarop ze de Europese Unie willen zien evolueren. Hun meningen daarover lopen uiteen:

46% meent dat de opbouw van de Europese Unie sneller zou kunnen vooruitgaan in een bepaalde groep van landen zonder te wachten op de andere landen, terwijl 48% zich daartegen verzet. Sinds de voorbije zomer heeft het idee van een Europa met twee snelheden bijgevolg terrein verloren: 59% van de Belgen verklaarden toen voorstander te zijn van een snellere opbouw van de Europese Unie in een bepaalde groep van landen.

QA22.5 Wilt u mij zeggen of u er voor of tegen bent het feit dat de ene groep landen sneller aan het bouwen is aan Europa dan dat andere landen doen?

21%

40%

39%

48%

46%

36%

6%

5%

59%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Tegen Voor

EU27 België België (EB 67)

1.2. Optimisme of pessimisme over de toekomst van de Europese Unie

Ten overstaan van hun Europese medeburgers geven de Belgen meer blijk van optimisme over de toekomst van de Europese Unie (75%, of +9 punten). Die tendens naar optimisme is vooral merkbaar bij de 15-24 jarigen (87%), de personen met een hoog opleidingsniveau (80%), de studenten (92%), de zelfstandigen (91%), de leidinggevende kaderleden (91%) en de Brusselaars (86%).

(35)

QA24 Zou u zeggen dat u optimistisch of pessimistisch bent over de toekomst van de Europese Unie...?

8%

26%

66%

23%

73%

20%

4%

75%

5%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Pessimistisch Optimistisch

EU27 België (EB 67) België

1.3. Domeinen waarin de Europese instellingen hun actie zouden moeten versterken

Om de Europese Unie sterker te maken, zouden de Europese instellingen, volgens de Belgen, de komende jaren vooral de nadruk moeten leggen op de vraagstukken betreffende de immigratie (38%), energie (35%) en het milieu (35%). Ten opzichte van de voorbije zomer stellen we een stijging vast van het percentage van Belgische respondenten die vinden dat de Europese Unie haar acties moet versterken op het vlak van de energieproblematiek (+8 punten), de solidariteit met de armere gebieden (+6 punten), de interne markt (+6 punten), het cultuurbeleid (+5 punten), de immigratie (+4 punten) en de Europese buitenlandse aangelegenheden (+3 punten). Met uitzondering van de buitenlandse aangelegenheden worden die domeinen in België meer naar voren geschoven als prioriteiten dan in al de 27 Lidstaten.

(36)

QA25 Op welke zaken zouden de Europese instellingen de komende jaren de nadruk moeten leggen om de Europese Unie in de toekomst te versterken?

2%

1%

11%

13%

13%

18%

22%

15%

21%

35%

24%

38%

35%

30%

1%

1%

6%

15%

14%

15%

20%

15%

17%

27%

26%

33%

33%

36%

1%

6%

9%

11%

12%

16%

17%

18%

27%

32%

34%

36%

40%

4%

2%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

WN Geen van deze Anders Cultuurbeleid Europees defensie beleid Europees onderw ijs beleid De interne markt Solidariteit met armere gebieden Wetenschappelijk onderzoek Europees buitenlands beleid Energie zaken Sociale zaken Immigratie zaken Milieu zaken Bestrijden van criminaliteit

België EU27 België (EB 67)

(37)

2. Steun ten opzichte van de Europese beleidsvoering

2.1. Gemeenschappelijk immigratiebeleid

In een aantal domeinen waarin de Europese Unie een positieve invloed8 zou hebben, willen de Belgische burgers dat de actie van de Europese Unie verlengd zou worden in de vorm van een gemeenschappelijke beleidsvoering. Zo drukt 82% de uitdrukkelijke wens uit voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor mensen die afkomstig zijn van landen die geen lid zijn van de Europese Unie. Na de Nederlanders, de Grieken en de Cyprioten, staan de Belgen op de derde plaats tussen de respondenten die de grootste voorstander zijn van zo’n beleid.9

8 Zie punt 3.2. van het tweede hoofdstuk.

9 QA21.10 En meent u voor elk van de volgende domeinen in ons land dat de Europese Unie een positieve rol, een negatieve rol of geen van beide speelt? « Immigratie »

(38)

QA23.2 Bent u het met de volgende stellingen eens of oneens?De Europese Unie zou een gemeenschappelijk immigratiebeleid moeten voeren voor mensen van buiten de

Europese Unie. (% "meer mee eens")

62%

62%

63%

64%

67%

68%

68%

68%

69%

70%

70%

71%

71%

73%

74%

74%

77%

78%

78%

80%

80%

81%

82%

82%

83%

83%

83%

74%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Portugal Roemenië Bulgarije Finland Ierland Verenigd Koninkrijk Litouw en Oostenrijk Italië Estland Luxemburg Zw eden Letland Malta Denemarken Frankrijk Spanje Polen Hongarije Republiek Tsjechië Slovenië Slovakije Duitsland

*België Cyprus Griekenland Nederland EU27

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie

(5) Op basis van de ontwerplijst die met instemming van elke van de betrokken lidstaten door de Commissie is opgesteld en waarop ook de gebieden met prioritaire

1.1 Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) kan instemmen met de instrumenten die de Europese Commissie in onderhavige mededeling voorstelt om de demonstratie van de opvang

1831/2003 verzocht om de verlening van een vergunning voor het gebruik van L‐isoleucine, geproduceerd door Escherichia coli FERM ABP‐10641, in drinkwater voor

Het Comité is het met de Commissie eens dat álle asielzoekers recht moeten hebben op menswaardige opvangvoorzieningen, ongeacht of zij in aanmerking komen voor de vluchtelingen-

Het moet informatie bevatten over de naam en het volledige adres van de aanvrager, zijn fiscaal identificatienummer (Taxpayer Identification Number, TIN), een

b) voor flexfuelvoertuigen op benzine en E85 worden de CO 2 -besparingswaarden voor benzine geregistreerd. http://www.emis.vito.be Publicatieblad van de Europese Unie d.d.. De

(23) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk de bestrijding van de drie voornaamste over- draagbare ziekten in het kader van de armoedebestrij- ding, met name in