Gebruiks- en montageaanwijzing
Koelkast
met DynaCool
K(S) 35422 iD
K(S) 37422 iD
Beschrijving van het toestel . . . 4
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren . . . 7
Metalen flessenhouder . . . 7
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . 9
Hoe kunt u energie besparen? . . . 17
Toestel in- en uitschakelen . . . 19
Toestel bedienen . . . 20
Toestel inschakelen . . . 20
Toestel uitschakelen . . . 20
Bij langdurige afwezigheid . . . 20
De juiste temperatuur . . . 21
. . . in de koelzone . . . 21
Temperatuuraanduiding . . . 21
Temperatuur instellen . . . 22
Super koelen en DynaCool gebruiken . . . 23
DynaCool . . . 24
Deuralarm . . . 25
Akoestisch waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen. . . 25
Andere instellingen wijzigen. . . 26
Vergrendeling0 . . . 26
Akoestische signalen) . . . 27
Lichtsterkte van het displays. . . 28
Sabbat-modus¬ . . . 29
Levensmiddelen in de koelzone bewaren . . . 31
Verschillende koelgedeelten . . . 31
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden. . . 32
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt . . . 33
Levensmiddelen juist bewaren . . . 33
Fruit en groenten. . . 33
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten . . . 33
Inhoud
Binnenruimte indelen . . . 34
Rek/flessenrek aan de binnenkant van de deur verplaatsen . . . 34
Flessenhouder verschuiven . . . 34
Legplaat / legplaat met verlichting . . . 34
Legplaat / legplaat met verlichting verplaatsen . . . 34
Metalen flessenhouder verplaatsen. . . 35
Automatisch ontdooien . . . 36
Reiniging en onderhoud . . . 37
Legplaat / legplaat met verlichting . . . 38
Binnenruimte, toebehoren . . . 39
Deurdichting . . . 40
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen . . . 40
Storingen verhelpen . . . 41
Waar bepaalde geluiden vandaan komen . . . 49
Service After Sales/garantie . . . 50
Duur en voorwaarden van de garantie . . . 50
Gegevens voor testinstellingen . . . 51
Informatie voor handelaars . . . 52
Demo-functier. . . 52
Elektrische aansluiting . . . 54
Opmerkingen omtrent de montage . . . 55
Side-by-side . . . 55
Opstelplaats. . . 55
Klimaatklasse . . . 55
Luchttoevoer en -afvoer . . . 56
Voor u het toestel inbouwt . . . 57
Maakte het oude toestel gebruik van een andere scharniertechniek? . . . 58
Roestvrijstalen front . . . 58
Inhoud
Bedieningspaneel
a Het complete toestel in-/uitschakelen b Optische interface
(alleen voor de dienst Herstellingen aan huis van Miele)
c Toets voor DynaCool
(automatische temperatuurverdeling) d De functie "Super koelen"
in-/uitschakelen
e De temperatuur instellen (X voor kouder),
toets om een keuze te maken in de instelmodus
f Een keuze bevestigen (OK-toets) g De temperatuur instellen
(Y voor warmer),
toets om een keuze te maken in de instelmodus
h Het toestel in de instelmodus zetten of eruit halen
i Het deuralarm uitschakelen
j Display met temperatuuraanduiding en symbolen (symbolen alleen zicht- baar in de instelmodus, bij een alarm/een melding; zie tabel voor de betekenis van de symbolen)
Beschrijving van het toestel
Betekenis van de symbolen
Symbool Betekenis Functie
0 Vergrendeling Beveiliging tegen ongewenste uitschakeling, ongewenste wijziging van de temperatuur, ongewenste inschakeling van DynaCool of
"Super koelen" en ongewenste wijziging van instellingen
) Akoestische signalen Keuzemogelijkheden voor het toetsgeluid en het akoestische waarschuwingssignaal bij een deuralarm
s Lichtsterkte van het display
De lichtsterkte van het display instellen
¬ Sabbat-modus Het toestel in de sabbat-modus zetten of er- uit halen
t Netaansluiting Wanneer het toestel niet ingeschakeld is, bevestigt dit dat het toestel aangesloten is op het elektriciteitsnet
; Alarm Brandt continu bij een deuralarm;
knippert bij foutmeldingen
r Demo-functie
(alleen zichtbaar wan- neer de demo-functie ingeschakeld is)
De demo-functie uitschakelen
Beschrijving van het toestel
Op deze afbeelding wordt ter illustratie één model van het toestel weergegeven.
a Bedieningspaneel b Ventilator
c Legplaat met
verlichting (FlexiLight) d Rek/eiervakjes e Legplaat
f Metalen flessenhouder g Flessenrek
h Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater i Binnenverlichting
Fruit- en groentebak*
j Fruit- en groentebak*
* Afhankelijk van het model
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Roestvrijstalen rand met ledverlichting voor legplaat (FlexiLight)
De ledverlichting bevindt zich op de roestvrijstalen rand van de legplaat.
Door de legplaat te verplaatsen, kunt u de verlichting van de koelzone aanpas- sen aan uw wensen.
Metalen flessenhouder
Op de metalen flessenhouder kunt u flessen horizontaal in het toestel leggen en bewaren. Zo kunt u ruimte besparen in het toestel.
De metalen flessenhouder kan naar ei- gen wens in het toestel worden ge- plaatst.
Toebehoren voor het onderhoud van roestvrij staal
– Met het middel voor het onderhoud van roestvrij staal brengt u een water- en vuilafstotende bescher- mende film aan telkens als u het mid- del aanbrengt. Hiermee verwijdert u op behoedzame wijze waterstrepen, vingerafdrukken en andere vlekken en geeft u de oppervlakken een ge- lijkmatige stralende uitstraling.
– De reinigingsdoek voor roestvrij staal is doordrenkt met het middel voor het onderhoud van roestvrij staal.
Deze heeft dezelfde reinigende en beschermende eigenschappen als het middel voor het onderhoud van roestvrij staal.
Multifunctionele microvezeldoek De microvezeldoek helpt om
vingerafdrukken en normaal vuil te ver- wijderen op
roestvrijstalen fronten, bedieningspane- len van toestellen, vensters, meubels, autoruiten enz.
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe- horen is verkrijgbaar via de dienst Onderdelen en toebehoren van
Beschrijving van het toestel
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge- kozen dat door het milieu wordt verdra- gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge- spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container- park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap- paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio- neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be- handeling kunnen deze stoffen schade- lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa- raat dan ook nooit met het gewone af- val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af- danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht of
– de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus- sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor- schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen om- trent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
~ Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in gelijkaardige omgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
~ Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het koelen en bewaren van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
~ Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver- keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver- keerd werd bediend.
~ Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk- heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitgelegd is aan hen dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen in het huishouden
~ Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
~ Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be- dienen, maar alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitge- legd is aan hen dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
~ Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on- derhouden.
~ Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
~ Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings- materiaal.
Technische veiligheid
~ Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU-richtlijnen.
~ Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast
werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgelui- den te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen negatieve invloed op de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
– Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen, – ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
– verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
~ Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m
3groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe- stel.
~ De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan het toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
~ De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gegaran- deerd wanneer het wordt aangesloten op een volgens de voor- schriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elek- trische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien con- troleren.
~ Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
~ Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
~ Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
~ Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
~ Beschadigingen aan het toestel kunnen uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be- schadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
~ Gebruik het toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een veilige werking gegarandeerd.
~ Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of – de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
– de stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici- teitsnet.
~ Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al- leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
~ Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan- tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
~ Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
~ Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens in acht moeten worden genomen.
De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje in de binnenruimte van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
~ De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af- gedekt of afgesloten.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
~ Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende le- vensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlo- pend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
~ Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand- bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen- ten.
Gevaar voor brand en ontploffing!
~ Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs te maken). Er kunnen vonken ontstaan.
Gevaar voor ontploffing!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
~ Als u levensmiddelen eet die te lang werden bewaard, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers- heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de houdbaarheidsdatum en de
bewaarinstructies van de producent van de levensmiddelen in acht!
~ Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on- derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaansprakelijkheid.
Reiniging en onderhoud
~ Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
~ De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde- len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
~ Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om – rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrik- ken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
~ Transporteer het toestel altijd terwijl het verticaal staat en terwijl het zich in de transportverpakking bevindt. Zo voorkomt u schade.
~ Transporteer het toestel met zijn tweeën. Het toestel is immers zwaar. Gevaar voor verwonding en beschadiging!
Wat met een afgedankt toestel?
~ Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
~ Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door – koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken, – buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Normaal
energieverbruik
Verhoogd energieverbruik Opstellen/wachten In een verluchte ruimte. In een gesloten,
niet-verluchte ruimte.
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, for- nuis).
Naast een warmtebron (ver- warmingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertempera- tuur van ongeveer 20 °C.
Bij een hoge kamertempera- tuur.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen.
Als de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen afge- dekt zijn of onder het stof zit- ten.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de com- pressor en het metalen roos- ter (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compres- sor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
Temperatuur- instelling
Koelzone 4 tot 5 °C Bij een lage temperatuur- instelling: hoe lager de koelzonetemperatuur, hoe hoger het energieverbruik!
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal
energieverbruik
Verhoogd energieverbruik Gebruik Laat de laden, legplaten en
rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen in- dien nodig en altijd zo kort mogelijk.
Schik de levensmiddelen in het toestel.
Als u de deur vaak en langdu- rig opent, treedt er koudever- lies op en stroomt er warme kamerlucht naar binnen. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt langdu- rig.
Neem een koelzak mee wan- neer u boodschappen doet en plaats de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toe- stel afkoelen.
Warme gerechten en levens- middelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur,
brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang- durig.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot ver- lies van het koelvermogen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooi- en.
Doe de vakken niet te vol zo- dat de lucht kan circuleren.
Hoe kunt u energie besparen?
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmaterialen
^ Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit de binnenruimte.
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij- stalen gedeelten zijn van een be- schermfolie voorzien om ze bij het transport te beschermen.
^ Trek de beschermfolie van de roest- vrijstalen randen/gedeelten.
Onderhoud en reiniging
Neem daartoe de opmerkingen in acht die vermeld staan in de rubriek
"Reiniging en onderhoud".
^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken onmiddellijk na het afnemen van de beschermfolie in met het middel voor het onderhoud van roestvrij staal van Miele.
Belangrijk! Telkens als u het middel voor het onderhoud van roestvrij staal van Miele aanbrengt, brengt u een water- en vuilafstotende beschermen- de film aan!
Toebehoren – flessenhouder De lamellen van de flessenhouder reiken tot in het flessenrek en zorgen ervoor dat de flessen beter op hun plaats worden gehouden wanneer de toesteldeur wordt geopend en geslo- ten.
^ Steek de flessenhouder in het mid- den op de achterrand van het flessenrek.
Toestel in- en uitschakelen
Toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken (te selecte- ren).
Elke aanraking wordt met een toetsgeluid bevestigd. U kunt dat toetsgeluid uitscha- kelen (zie "Andere instellingen wijzigen – Akoestische signalen").
Toestel inschakelen
Zodra het toestel aangesloten is op het elektriciteitsnet, verschijnt na enkele ogenblikken het
netaansluitingssymboolt op het dis- play.
^ Raak de aan-uittoets aan.
Het netaansluitingssymboolt gaat uit en op het display verschijnt de tempe- ratuur.
Het toestel begint te koelen.
Wanneer u de toesteldeur opent, gaat de binnenverlichting aan en de licht- sterkte van de ledverlichting van de legplaten neemt toe totdat de maximale lichtsterkte bereikt is.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voor- dat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel legt.
Toestel uitschakelen
^ Raak de aan-uittoets aan.
Als dat niet mogelijk is, betekent dit dat de vergrendeling ingeschakeld is!
Op het display gaat de temperatuur- aanduiding uit en verschijnt het netaansluitingssymboolt.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit of schakel de des- betreffende zekering in uw
zekeringkast uit,
^ reinig het toestel,
^ laat de toesteldeur op een kier staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe- zigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de toe- steldeur gesloten blijft.
Toestel in- en uitschakelen
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro- -organismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De tempera- tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem- peratuur, hoe langzamer dit proces ver- loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt – als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm zijn,
– als de omgevingstemperatuur van het toestel hoog is.
Het toestel is ontworpen voor een be- paalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens in acht moe- ten worden genomen.
. . . in de koelzone
Voor de koelzone raden we een koeltemperatuur van 4 °C aan.
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het display geeft bij normale werking de gemiddelde, daadwerkelijke koelzonetemperatuur weer die mo- menteel heerst in het toestel.
Afhankelijk van de kamertemperatuur en de instelling kan het enkele uren du- ren voor de gewenste temperatuur be- reikt is en permanent wordt weergege- ven.
De juiste temperatuur
Temperatuur instellen
^ Stel met de twee toetsen onder het display de temperatuur in.
Het aanraken van de toetsen heeft het volgende effect:
– Hiermee wordt de temperatuur kou- der.
– Hiermee wordt de temperatuur war- mer.
Tijdens het instellen wordt de tempera- tuurwaarde knipperend weergegeven.
De volgende wijzigingen zijn op het dis- play merkbaar als u de toetsen aan- raakt:
– Eén keer aanraken: de laatst inge- stelde temperatuurwaarde wordt knipperend weergegeven.
– Telkens als u de toets nogmaals aan- raakt:
De temperatuurwaarde wijzigt in stappen van 1 °C.
– Uw vinger op de toets laten rusten:
De temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken.
Wanneer de laagste of hoogste tem- peratuurwaarde bereikt is, weerklinkt een negatief toetsgeluid (als het toetsgeluid ingeschakeld is).
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets hebt gedrukt,
geeft de temperatuuraanduiding auto- matisch de daadwerkelijke tempera- tuur weer die momenteel in het toestel heerst.
Of
^ raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u de temperatuuraanduiding na ca. 6 uur als er weinig levensmid- delen in het toestel zitten en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is.
Pas dan is de gekozen temperatuur werkelijk ingesteld.
Als de temperatuur na die tijd te hoog of te laag is, stelt u een andere tempe- ratuur in.
Mogelijke instelwaarden voor de tem- peratuur
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld:
van 1 °C tot 9 °C.
De juiste temperatuur
Functie Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de koelzone zeer snel op de koudste waar- de afgekoeld (afhankelijk van de ka- mertemperatuur).
Super koelen inschakelen
De functie "Super koelen" is vooral aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken snel wenst af te koelen.
^ Raak de toets voor "Super koelen"
aan, zodat deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt, doordat het toestel nu werkt met het maximale koelvermogen.
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" wordt auto- matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.
Het toestel werkt weer met het normale koelvermogen.
Om energie te besparen, kunt u de functie "Super koelen" zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koud genoeg zijn.
^ Raak de toets voor "Super koelen"
aan, zodat deze niet langer een gele kleur heeft.
De koeling van het toestel werkt weer met het normale vermogen.
Super koelen en DynaCool gebruiken
DynaCool
Zonder de dynamische koeling (DynaCool) ontstaan verschillende koelgedeelten in de koelzone ten ge- volge van de natuurlijke luchtcirculatie (de koude, zware lucht daalt naar het onderste gedeelte). Als u levensmid- delen in het toestel legt, kunt u rekening houden met deze verschillende
koelgedeelten (zie rubriek "De koelzone goed gebruiken" of een gelijkaardige rubriek).
Als u echter een grote hoeveelheid gelijkaardige levensmiddelen wilt be- waren (bijv. voor een feestje), kunt u met de dynamische koeling voor alle legplaten een relatief gelijkmatige tem- peratuur verkrijgen, zodat alle levens- middelen in de koelzone ongeveer even sterk worden gekoeld.
De temperatuur kan nog steeds worden ingesteld.
De dynamische koeling moet ook wor- den ingeschakeld bij
– een hoge kamertemperatuur (vanaf ca. 30 °C) en
– een hoge luchtvochtigheid.
Dynamische koeling inschakelen
^ Raak de toets voor DynaCool aan, zodat deze geel oplicht.
De ventilator is nu constant inge- schakeld.
Dynamische koeling uitschakelen Omdat het energieverbruik een beetje hoger is wanneer de dynamische koeling is ingeschakeld, dient u de dy- namische koeling in normale omstan- digheden weer uit te schakelen.
^ Raak de toets voor DynaCool aan, zodat deze niet langer een gele kleur heeft.
De ventilator is nu niet langer con- stant ingeschakeld. Deze wordt auto- matisch ingeschakeld wanneer de compressor inschakelt.
Wanneer de deur wordt geopend, wordt de ventilator automatisch tijde- lijk uitgeschakeld. Dat bespaart ener- gie.
Super koelen en DynaCool gebruiken
Het toestel is met een waarschuwings- systeem uitgerust om energieverlies te vermijden als de toesteldeur open blijft staan en om de ingevroren levensmid- delen tegen warmte te beschermen.
Als de toesteldeur lange tijd blijft open- staan, weerklinkt een waarschuwings- signaal. Het symbool voor het alarm; brandt.
Hoelang het duurt voordat het deur- alarm wordt geactiveerd, hangt af van de gekozen instelling en bedraagt 2 minuten (fabrieksinstelling) of 4 minu- ten. Het deuralarm kan ook worden uit- geschakeld (zie "Andere instellingen wijzigen – Akoestische signalen").
Zodra de toesteldeur wordt gesloten, stopt het akoestische waarschuwings- signaal en op het display gaat het sym- bool voor het alarm; uit.
Weerklinkt er geen waarschuwings- signaal hoewel het deuralarm geacti- veerd is, dan betekent dit dat het akoestische waarschuwingssignaal uitgeschakeld is in de instelmodus (zie "Andere instellingen wijzigen – Akoestische signalen").
Akoestisch
waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen
Als het akoestische waarschuwingssig- naal u stoort, kunt u het vroegtijdig uit- schakelen.
^ Raak de toets voor het uitschakelen van het deuralarm aan.
Het akoestische waarschuwingssig- naal wordt uitgeschakeld.
Het symbool voor het alarm; blijft branden totdat de toesteldeur wordt gesloten.
Deuralarm
Bepaalde instellingen van het toestel kunt u alleen in de instelmodus wijzi- gen.
Wanneer het toestel in de
instelmodus staat, wordt het deur- alarm of een andere foutmelding au- tomatisch onderdrukt. Op het display brandt wel het symbool voor het alarm;.
Instelmogelijkheden
0 Vergrendeling in-/uitschakelen ) Akoestische signalen in-/uitscha-
kelen
s Lichtsterkte van het display wijzi- gen
¬ Toestel in de sabbat-modus zet- ten of eruit halen
Alle genoemde instelmogelijkheden worden hieronder beschreven.
Vergrendeling 0
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen tegen:
– ongewenste uitschakeling,
– ongewenste wijziging van de tempe- ratuur,
– ongewenste inschakeling van DynaCool en "Super koelen", – ongewenste wijziging van instel-
lingen (alleen het uitschakelen van de vergrendeling is mogelijk).
Zo voorkomt u dat onbevoegden, bijv.
kinderen, het toestel kunnen uitscha- kelen of instellingen kunnen wijzigen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
^ Raak de toets voor de instellingen aan.
Op het display verschijnen alle selecteerbare symbolen. Het symbool 0 knippert.
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
Op het display knippert de laatst geko- zen instelling. Het symbool0 brandt.
Andere instellingen wijzigen
^ Door de toetsX of Y aan te raken, kunt u nu instellen of de vergrende- ling uitgeschakeld of ingeschakeld moet zijn:
0: de vergrendeling is uitgeschakeld 1: de vergrendeling is ingeschakeld
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgesla- gen. Het symbool0 knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro- nische besturing na ca. 1 minuut het toestel automatisch uit de
instelmodus.
Wanneer de vergrendeling ingescha- keld is, brandt0 op het display.
Akoestische signalen )
Het toestel is uitgerust met akoestische signalen zoals het toetsgeluid en het akoestische waarschuwingssignaal bij een deuralarm.
Het toetsgeluid en het akoestische waarschuwingssignaal bij een deur- alarm kunt u in- of uitschakelen.
U kunt kiezen uit 4 instelmogelijkheden.
In de fabriek is mogelijkheid3 inge- steld. Dat betekent dat het toetsgeluid en het deuralarm ingeschakeld zijn.
Akoestische signalen in-/uitschakelen
^ Raak de toets voor de instellingen aan.
Op het display verschijnen alle selecteerbare symbolen. Het symbool 0 knippert.
^ Raak zo vaak de toetsen voor het in- stellen van de temperatuur (X of Y) aan totdat op het display het symbool ) knippert.
Andere instellingen wijzigen
^ Door de toetsX of Y aan te raken, kunt u nu een van de volgende mo- gelijkheden kiezen:
0: toetsgeluid uit; deuralarm uit 1: toetsgeluid uit; deuralarm aan
(na 4 minuten)
2: toetsgeluid uit; deuralarm aan (na 2 minuten)
3: toetsgeluid aan; deuralarm aan (na 2 minuten)
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgesla- gen. Het symbool) knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro- nische besturing na ca. 1 minuut het toestel automatisch uit de
instelmodus.
Lichtsterkte van het display s
U kunt de lichtsterkte van het display aanpassen aan de lichtomstandighe- den van de omgeving.
De lichtsterkte van het display kunt u stapsgewijs instellen op standen1 tot 3.
In de fabriek is de maximale lichtsterk- te, mogelijkheid3, ingesteld.
Lichtsterkte van het display wijzigen
^ Raak de toets voor de instellingen aan.
Op het display verschijnen alle selecteerbare symbolen. Het symbool 0 knippert.
^ Raak zo vaak de toetsen voor het in- stellen van de temperatuur (X of Y) aan totdat op het display het symbool s knippert.
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
Op het display knippert de laatst geko- zen instelling. Het symbools brandt.
Andere instellingen wijzigen
^ Door de toetsX of Y aan te raken, kunt u nu de lichtsterkte van het dis- play wijzigen:
1: minimale lichtsterkte 2: gemiddelde lichtsterkte 3: maximale lichtsterkte
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgesla- gen. Het symbools knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro- nische besturing na ca. 1 minuut het toestel automatisch uit de
instelmodus.
Sabbat-modus ¬
Het toestel beschikt over een sabbat-modus, die kan worden ge- bruikt ter ondersteuning van religieuze gebruiken.
Wanneer het toestel in de
sabbat-modus staat, brandt het sym- bool¬ op het display en zijn alle func- ties van het toestel uitgeschakeld. Ze kunnen dus niet worden geselecteerd.
De volgende functies zijn dan uitge- schakeld:
– de binnenverlichting wanneer de toe- steldeur wordt geopend,
– alle akoestische signalen, – de temperatuuraanduiding, – de functies "Super koelen" en
DynaCool (als deze eerder ingescha- keld waren),
– alle toetsen behalve de toets voor de instellingen om zo het toestel uit de sabbat-modus te kunnen halen.
Het koelvermogen van het toestel wordt op geen enkele manier beïnvloed.
Wanneer het toestel in de
sabbat-modus staat, kunt u het niet uitschakelen. Daartoe moet u eerst het toestel uit de sabbat-modus ha-
Andere instellingen wijzigen
Toestel in de sabbat-modus zetten
^ Raak de toets voor de instellingen aan.
Op het display verschijnen alle selecteerbare symbolen. Het symbool 0 knippert.
^ Raak zo vaak de toetsen voor het in- stellen van de temperatuur (X of Y) aan totdat op het display het symbool
¬ knippert.
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
Op het display knippert de laatst geko- zen instelling. Het symbool¬ brandt.
^ Door de toetsX of Y aan te raken, kunt u nu het toestel in de
sabbat-modus zetten. Selecteer daartoe de instelling1.
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgesla- gen. Het symbool¬ brandt. Het toestel is in de sabbat-modus gezet.
Toestel uit de sabbat-modus halen
^ Raak de toets voor de instellingen aan.
Op het display branden het symbool¬ en de gekozen instelling1.
Na enkele ogenblikken verandert de weergave op het display. Alle
selecteerbare symbolen branden, het symbool¬ knippert en de instelling 0 brandt. Het toestel is uit de
sabbat-modus gehaald.
^ Raak de toets voor de instellingen aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro- nische besturing na ca. 1 minuut het toestel automatisch uit de
instelmodus.
Andere instellingen wijzigen
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de temperatuur in de koelzone niet overal gelijk. De koude, zware lucht daalt naar het onderste gedeelte van de koelzone.
Gebruik de verschillende koelgedeelten wanneer u levensmiddelen in het toe- stel plaatst!
Dit is een toestel met dynamische koeling waarbij er in het toestel een gelijkmatige temperatuur heerst wan- neer de ventilator draait. Tussen de verschillende koelgedeelten zijn er minder uitgesproken temperatuurver- schillen.
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone bevindt zich bovenaan in het voorste gedeelte en in de toesteldeur. Gebruik dat gedeelte bijv. om boter te bewaren, zodat ze gemakkelijk smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat hij zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone bevindt zich direct boven de fruit- en groentebakken (afhankelijk van het mo- del) of de fruit- en groentebak (afhanke- lijk van het model) en aan de achter- wand.
Gebruik deze gedeelten voor alle ge- voelige en snel bederfbare levensmid- delen, zoals:
– vis, vlees, gevogelte,
– worst, kant-en-klaargerechten, – gebak en gerechten met eieren of
room,
– vers deeg, taart-, pizza- en quiche- deeg,
– kaas en andere producten op basis van melk,
– in folie verpakte, bereide groenten en
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijf- gassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Gevaar voor ontploffing!
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmiddelen be- waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopen- de olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te- gen de achterwand komen. Ze kun- nen anders aan de achterwand vast- vriezen.
Plaats de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat er gemak- kelijk lucht tussen kan circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand niet af. Die is belangrijk voor het koelvermogen!
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden
Niet alle levensmiddelen kunnen in de koelkast bij temperaturen onder 5 °C bewaard worden, doordat ze gevoelig zijn voor koude.
Afhankelijk van het levensmiddel, kun- nen het uitzicht, de consistentie, de smaak en/of het vitaminegehalte van een levensmiddel veranderen wanneer het koel wordt bewaard.
Onder andere de volgende levensmid- delen zijn gevoelig voor koude:
– ananas, avocado's, bananen, granaatappels, mango's, meloenen, papaja's, passievruchten,
citrusvruchten (zoals citroenen, sinaasappels, mandarijnen, grapefruit),
– fruit dat nog verder moet rijpen, – aubergines, augurken, aardappelen,
paprika's, tomaten, courgettes, – harde kazen (zoals parmezaan en
bergkaas).
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt
De belangrijkste voorwaarde om le- vensmiddelen lang te kunnen bewaren, is hun versheid. Dat is van het grootste belang voor de bewaartijd van de pro- -ducten.
Let ook op de houdbaarheidsdatum en de juiste bewaartemperatuur.
De koelketen mag indien mogelijk niet onderbroken worden. Let er bijv. op dat de levensmiddelen niet te lang in een warme auto blijven liggen.
Tip: Neem een koeltas mee wanneer u boodschappen doet en leg de levens- middelen bij thuiskomst snel in het toe- stel.
Levensmiddelen juist bewaren
Levensmiddelen moet u altijd afgedekt of verpakt bewaren. Zo vermijdt u dat de levensmiddelen vreemde geuren opnemen of gaan uitdrogen. Tegelijk voorkomt u de overdracht van eventue- le kiemen. Dat is vooral belangrijk bij het bewaren van dierlijke levensmid- delen.
Een correcte instelling van de tempera- tuur en een aangepaste hygiëne kun- nen de houdbaarheid van de levens- middelen aanzienlijk verlengen.
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u wel onverpakt in de fruit- en groentebakken (afhanke- lijk van het model) of de fruit- en groen- tebak (afhankelijk van het model) bewa- ren.
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten sneller bederven.
Schaal- en schelpdieren bederven bij- voorbeeld sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft dan vlees.
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Rek/flessenrek aan de binnenkant van de deur verplaatsen
^ Schuif het rek/flessenrek naar boven en haal het uit het toestel.
^ Plaats het rek/flessenrek op de ge- wenste plaats weer in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op de verhogingen wordt vastgedrukt.
Flessenhouder verschuiven
U kunt de flessenhouder naar rechts of naar links verschuiven. Daardoor komt meer plaats vrij voor drankkartons.
De flessenhouder kan helemaal worden weggenomen (bijv. om deze te reini- gen):
^ Schuif het flessenrek naar boven en haal het naar voren toe uit het toestel.
^ Trek de flessenhouder vanaf de achterrand van het flessenrek naar boven toe af.
Legplaat / legplaat met verlichting
De ledverlichting bevindt zich op de roestvrijstalen rand van de legplaat.
Door de legplaat te verplaatsen, kunt u de verlichting van de koelzone aanpas- sen aan uw wensen.
Als de verlichting niet werkt, con- troleert u of de legplaat goed in de steunribben zit:
De legplaat heeft vooraan aan de linkerhoek metalen plaatjes (con- tacten) om de ledverlichting van stroom te voorzien. Zorg ervoor dat bij het inschuiven van de legplaat de contacten vergrendelen in de steunrib.
Legplaat / legplaat met verlichting verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem- ming met de hoogte van de te koelen levensmiddelen verplaatsen.
^ Til de legplaat vooraan eventjes op en trek ze iets naar voren. Schuif ze met de uitsparing over de
steunribben en verplaats ze naar bo- ven of naar onderen.
De achterste aanslagrand van de legplaat moet naar boven wijzen, zodat de levensmiddelen de achterwand niet kunnen raken en er niet aan vastvrie- zen.
Binnenruimte indelen
Schuifstoppen voorkomen dat de legplaten onbedoeld uit het toestel wor- den getrokken.
Metalen flessenhouder verplaatsen
(afhankelijk van het model)
De metalen flessenhouder kunt u naar eigen wens in het toestel plaatsen.
^ Til de metalen flessenhouder vooraan eventjes op en trek deze iets naar vo- ren. Schuif deze met de uitsparing over de steunribben en verplaats deze naar boven of naar onderen.
De achterste aanslagbeugel moet naar boven wijzen, zodat de flessen de ach- terwand niet kunnen raken.
Schuifstoppen voorkomen dat de meta- len flessenhouder onbedoeld uit het toestel wordt getrokken.
Fruit- en groentebak
(afhankelijk van het model)
De fruit- en groentebak is op telesco- pische geleiders gemonteerd en kan uit het toestel worden genomen om deze te vullen of leeg te maken en om deze te reinigen:
^ Trek de lade tot de aanslag uit het toestel en neem deze langs boven weg.
Schuif de telescopische geleiders vervolgens weer naar binnen. Zo vermijdt u schade!
De lade plaatsen
^ Leg de lade op de telescopische ge- leiders terwijl deze helemaal inge- schoven zijn.
^ Schuif de lade in het toestel totdat deze hoorbaar vergrendelt.
Binnenruimte indelen
De koelzone ontdooit automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er rijp en waterpareltjes worden gevormd op de achterwand van de koelzone.
Deze hoeft u niet te verwijderen. Ze ver- dampen immers vanzelf door de warm- te van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en een afvoeropening naar een
verdampsysteem aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen. Hou hiertoe het gootje en de afvoerope- ning schoon.
Automatisch ontdooien
Zorg ervoor dat er geen water te- rechtkomt in de elektronische bestu- ring, in de verlichting of op de meta- len plaatjes (contacten) in de linkersteunribben.
Er mag geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortslui- ting veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte van het toestel mag niet worden ver- wijderd. De informatie op dit plaatje is belangrijk in geval van een storing!
Opmerkingen omtrent reini- gingsmiddelen
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid- delen niet worden gebruikt om de op- pervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo- niak, zuur of chloor bevatten,
– afwasmiddelen voor de afwasauto- maat,
– ovensprays, – glasreinigers,
– schurende harde sponsen en bor- stels (bijv. schuursponsen), – speciale "wondersponsen", – scherpe metaalschrapers!
Gebruik voor het onderhoud van de roestvrijstalen oppervlakken van het toestel het middel voor het onder- houd van roestvrij staal van Miele (zie
"Beschrijving van het toestel – Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren").
Het bevat materiaalvriendelijke stof- fen. In tegenstelling tot een reini- gingsmiddel voor roestvrij staal bevat het geen polijststoffen. Met het mid- del voor het onderhoud van roestvrij staal van Miele kunt u vuil behoed- zaam verwijderen. Telkens als u het aanbrengt, brengt u bovendien een water- en vuilafstotende bescher- mende film aan.
Wij raden aan lauw water en wat hand- afwasmiddel te gebruiken om de op- pervlakken te reinigen.
Reiniging en onderhoud
Vóór het reinigen
^ Schakel het toestel uit.
Het display gaat uit. De koeling is uit- geschakeld.
Als dat niet het geval is, is de ver- grendeling ingeschakeld (zie "An- dere instellingen wijzigen – Vergren- deling uitschakelen" of een
gelijkaardige rubriek).
^ Trek de stekker uit of schakel de des- betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
^ Neem de levensmiddelen uit het toe- stel en bewaar ze op een koele plaats.
^ Neem alle andere onderdelen die uit het toestel kunnen worden genomen uit het toestel om ze te reinigen.
Legplaat / legplaat met verlichting
De roestvrijstalen randen met ledverlichting of de roestvrijstalen randen op de legplaten zijn niet ge- schikt voor reiniging in de afwasau- tomaat!
De roestvrijstalen rand met
ledverlichting op de legplaat mag niet in water worden gedaan om deze te reinigen!
Om de roestvrijstalen rand met
ledverlichting of de roestvrijstalen rand en de achterste beschermrand te ver- wijderen, gaat u als volgt te werk:
^ Leg de legplaat met de bovenzijde naar onderen gericht op een zachte ondergrond (bijv. een handdoek) op het werkblad.
Roestvrijstalen rand met ledverlichting
Opgelet! Maak de rand altijd eerst los aan de zijde waar er zich geen contacten (metalen plaatjes) voor de ledverlichting bevinden.
^ Aan de linkerzijde van de roestvrijsta- len rand neemt u de kunststofboord achteraan vast.
1. Buig de kunststofboord weg van de legplaat en 2. trek tegelijkertijd de rand af. Nu komt deze ook aan de andere zijde los.
^ 3. Trek de beschermrand af.
^ Na het reinigen bevestigt u de roest- vrijstalen rand of de beschermrand terug op de legplaat. Ga daartoe in omgekeerde volgorde te werk.
Reiniging en onderhoud
Flessenrek en rek
De roestvrijstalen gedeelten op de flessenrekken en rekken zijn niet ge- schikt voor reiniging in de afwasau- tomaat!
Om de roestvrijstalen gedeelten te ver- wijderen, gaat u als volgt te werk:
^ Leg het rek/flessenrek met de voorzij- de naar onderen gericht op het werk- blad.
^ Neem een van de uiteinden van het roestvrijstalen gedeelte vast en buig het weg van het rek. Nu komt het hele roestvrijstalen gedeelte los van het rek.
^ Na het reinigen bevestigt u het roest- vrijstalen gedeelte terug op het rek.
Ga daartoe in omgekeerde volgorde te werk.
Binnenruimte, toebehoren
Reinig het toestel regelmatig (min- stens 1 keer per maand).
Laat vuil niet aankoeken. Verwijder het direct.
^ Reinig de binnenruimten met lauw water en wat handafwasmiddel. Ga na het reinigen met een doek die met schoon water is vochtig gemaakt over deze oppervlakken. Wrijf vervol- gens alles droog met een doek.
Het volgende toebehoren is geschikt voor reiniging in de afwasautomaat:
– de flessenhouder met lamellen, het botervlootje, de eiervakjes
(elk afhankelijk van het model meege- leverd)
– de flessenrekken en rekken in de binnendeur (zonder het roestvrijstalen gedeelte)
– de legplaten (zonder de roestvrijsta- len randen met ledverlichting/roest- vrijstalen randen en
beschermranden)
De temperatuur van het gekozen af- wasprogramma mag maximaal 55 °C bedragen!
Reiniging en onderhoud
Het volgende toebehoren is niet ge- schikt voor reiniging in de afwasauto- maat:
– de roestvrijstalen gedeelten op de flessenrekken/rekken
– de roestvrijstalen randen met ledverlichting/roestvrijstalen randen en de beschermranden op de legplaten
– de metalen flessenhouder
^ Reinig dat toebehoren met de hand.
^ Reinig het gootje en de afvoerope- ning voor het dooiwater regelmatig met een wattenstaafje of iets derge- lijks, zodat het dooiwater ongehin- derd kan weglopen.
^ Verwijder eventueel vuil op de roest- vrijstalen gedeelten en randen met het middel voor het onderhoud van roestvrij staal van Miele.
^ Wrijf deze oppervlakken in elk geval na elke reiniging in met het middel voor het onderhoud van roestvrij staal van Miele met het oog op onderhoud.
Dat beschermt de roestvrijstalen op- pervlakken en het voorkomt dat de oppervlakken weer gauw vuil wor- den!
^ Laat de toesteldeur korte tijd open- staan.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Anders wordt deze na verloop van tijd poreus.
^ Reinig de deurdichting regelmatig uitsluitend met schoon water en wrijf deze vervolgens grondig droog met een doek.
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen
^ Reinig de luchttoevoer- en luchtaf- voeropeningen regelmatig met een borsteltje of een stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt, stijgt het ener- gieverbruik.
Na het reinigen
^ Plaats alle onderdelen in het toestel.
De linkersteunribben voor de legplaten hebben in de uitsparing metalen plaatjes (contacten) om de ledverlichting van stroom te voorzien.
Zorg ervoor dat de contacten schoon en droog zijn voordat u de legplaat met verlichting inschuift.
Schuif de legplaat in totdat u hoort dat deze vergrendelt. Alleen zo kan de verlichting werken.
^ Steek de stekker van het toestel weer in het stopcontact of schakel de des- betreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het toestel weer in.
^ Schakel de functie "Super koelen"
een tijdje in, zodat het toestel snel koud wordt.
^ Leg de levensmiddelen in het toestel en sluit de toesteldeur.
Reiniging en onderhoud
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u zelf oplossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen.
Slaagt u er niet in aan de hand van dit overzicht de oorzaak van een storing te vinden of een probleem te verhelpen, neem dan contact op met de dienst Herstel- lingen aan huis van Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mogelijk te houden, laat u indien mogelijk de deur van het toestel gesloten totdat de storing verholpen is.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-,
onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uit- gevoerd die door Miele erkend zijn.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het toestel heeft geen koelvermogen, de binnenverlich- ting werkt niet ter- wijl de toesteldeur geopend is en het display gaat niet aan.
Het toestel is niet ingescha- keld en op het display brandt het
netaansluitingssymboolt.
^ Raak de aan-uittoets aan.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
^ Steek de stekker in het stopcontact. Wanneer het toestel uitgeschakeld is, verschijnt op het display het netaansluitingssymboolt.
De desbetreffende zeke- ring in uw zekeringkast is gesprongen. Mogelijk is er een probleem met het koeltoestel, de elektrische spanning in uw huis of een ander toestel.
^ Neem contact op met op een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds vaker in en werkt steeds langer, zodat de temperatuur in het toestel daalt.
Probleem Oorzaak Oplossing
De temperatuur in het toestel is te laag.
De temperatuur in het toe- stel is te laag ingesteld.
^ Stel een andere tempera- tuur in.
De toesteldeur is niet goed gesloten.
^ Controleer of de toestel- deur goed sluit.
De functie "Super koelen" is nog ingeschakeld. De func- tie schakelt automatisch uit na ca. 12 uur.
Om energie te besparen, kunt u "Super koelen" zelf eerder uitschakelen:
^ Druk op de toets voor "Su- per koelen".
De compressor werkt constant.
Om energie te besparen, schakelt de compressor bij een gering koudeverbruik op een laag toerental over.
Daardoor wordt de wer- kingstijd van de compressor verlengd.
U hoeft niets te doen!
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds vaker in en werkt steeds langer, zodat de temperatuur in het toestel daalt.
Probleem Oorzaak Oplossing
De compressor schakelt steeds vaker in en werkt steeds langer.
De luchttoevoer- en luchtaf- voeropeningen zijn afge- dekt of afgesloten.
^ Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af.
^ Reinig de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen re- gelmatig om stof te verwij- deren.
De toesteldeur werd vaak geopend of er werden grote hoeveelheden verse levens- middelen geplaatst.
^ Open de deur alleen in- dien nodig en altijd zo kort mogelijk.
De vereiste temperatuur wordt na enige tijd vanzelf weer bereikt.
De kamertemperatuur is te warm.
Hoe hoger de kamertempe- ratuur, hoe langer de com- pressor werkt.
^ Neem de opmerkingen in acht die vermeld staan in de rubriek "Opmerkingen omtrent de montage – Opstelplaats".
Het toestel is niet goed in- gebouwd in de nis.
^ Neem de opmerkingen in acht die vermeld staan in de rubrieken "Opmer- kingen omtrent de monta- ge; Toestel inbouwen".
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds minder vaak in en werkt steeds korter, zodat de temperatuur in het toestel stijgt.
Probleem Oorzaak Oplossing
De temperatuur in het toestel is te warm.
Dit is geen storing! ^ Stel een andere tempera- tuur in.
^ Controleer de tempera- tuur in het toestel op- nieuw na 24 uur.
Aanduiding op het display
Probleem Oorzaak Oplossing
Op het display ver- schijnt "F0 tot F9".
Er zit een storing in het toe- stel.
^ Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Storingen verhelpen
Binnenverlichting
Probleem Oorzaak Oplossing
De ledverlichting op een van de
legplaten werkt niet.
De legplaat zit niet goed in de steunribben.
^ Schuif de legplaat in tot- dat u hoort dat deze vergrendelt.
De ledverlichting op de legplaten werkt niet.
Er is vloeistof terechtgeko- men op de ledverlichting van een legplaat of op de metalen plaatjes (con- tacten) in de
linkersteunribben.
Een veiligheidsuitschakeling schakelt de binnenverlich- ting uit.
^ Ga met een doek die u hebt vochtig gemaakt over de roestvrijstalen rand met de ledverlichting en wrijf deze vervolgens droog of laat deze buiten het toestel drogen. Reinig ook de metalen plaatjes (contacten) in de steunrib.
Zorg ervoor dat de con- tacten schoon en droog zijn voordat u de legplaten met verlichting inschuift.
^ Schuif de legplaat in tot- dat u hoort dat deze vergrendelt.
^ Sluit de toesteldeur.
Wanneer u de toesteldeur opnieuw opent, werkt de binnenverlichting weer.
Is dat niet het geval, dan zit er een storing in het toestel.
^ Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Storingen verhelpen
Binnenverlichting
Probleem Oorzaak Oplossing
De ledverlichting op de legplaten werkt niet.
De ledverlichting wordt au- tomatisch uitgeschakeld als de toesteldeur ca. 15 minu- ten openstaat. Dat voorkomt oververhitting.
^ Sluit de toesteldeur.
Wanneer u de toesteldeur opnieuw opent, werkt de binnenverlichting weer.
De ledverlichting op de roestvrijstalen rand is de- fect.
^ Vervang de roestvrijstalen rand met ledverlichting (verkrijgbaar via de dienst Onderdelen en toebeho- ren van Miele of bij uw Miele-handelaar).
De lichtafdekking mag niet worden afgenomen!
Er ontstaat gevaar als de afdekking beschadigd is of na beschadiging weggenomen is - Opgelet! Kijk nooit met optische instrumenten (zoals een vergrootglas of iets dergelijks) in de straal van de laser (laserstraling van klasse 1M)!
Onder de lichtafdekking bevinden zich onderde- len die onder spanning staan. Gevaar voor ver- wonding en bescha- diging!
Storingen verhelpen
Binnenverlichting
Probleem Oorzaak Oplossing
De ledverlichting van de fruit- en groentebak (afhan- kelijk van het mo- del) werkt niet.
De ledverlichting wordt au- tomatisch uitgeschakeld als de toesteldeur ca. 15 minu- ten openstaat. Dat voorkomt oververhitting.
^ Sluit de toesteldeur.
Wanneer u de toesteldeur opnieuw opent, werkt de binnenverlichting weer.
Is dat niet het geval, dan zit er een storing in het toestel.
^ Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
De ledverlichting mag alleen door de dienst Herstellingen aan huis van Miele worden hersteld en vervangen. On- der de lichtafdekking bevin- den zich onderdelen die on- der spanning staan. Gevaar voor verwonding en bescha- diging!
De lichtafdekking mag niet worden afgenomen!
Er ontstaat gevaar als de afdekking beschadigd is of na beschadiging weggenomen is - Opgelet! Kijk nooit met optische instrumenten (zoals een vergrootglas of iets dergelijks) in de straal van de laser
Storingen verhelpen
Andere storingen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het toestel kan niet worden uitgescha- keld.
De vergrendeling is inge- schakeld. Op het display brandt het symbool0.
^ Schakel de vergrendeling uit (zie "Instellingen wijzi- gen – Vergrendeling uit- schakelen" of een gelijkaardige rubriek).
Het toestel voelt warm aan aan de buitenwanden.
Dit is geen storing! De warmte die de motor van de compressor afgeeft bij het koelen, wordt gebruikt om condensatie te voorkomen.
U hoeft niets te doen!
De bodem van de koelzone is nat.
De afvoeropening voor het dooiwater zit verstopt.
^ Reinig het gootje en de af- voeropening voor het dooiwater.
Storingen verhelpen
Heel normale geluiden
Waar komen ze vandaan?
Brrrrr ... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har- der worden terwijl de motor wordt ingeschakeld.
Blubb, blubb ... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door de buisjes vloeit.
Klik ... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit- schakelt.
Sssrrrrr ... Bij toestellen met verschillende zones of bij NoFrost-modellen kunt u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnenruimte van het toestel.
Krak ... Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet, kunt u gekraak ho- ren.
Hou ermee rekening dat motor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit niet te vermijden zijn!
Geluiden die u vlot kunt ver- helpen
Oorzaak Oplossing
Geklepper, gerammel, gerinkel
Het toestel staat niet water- pas.
Stel het toestel waterpas.
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe- stel.
Het toestel raakt andere toe- stellen of meubels.
Schuif het toestel van de meu- bels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen.
Controleer de uitneembare on- derdelen en zet ze eventueel
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met
– uw Miele-handelaar of
– de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Om u gericht te kunnen helpen, heeft de dienst Herstellingen aan huis van Miele het toesteltype en het serienum- mer van uw toestel nodig. Beide gege- vens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het toestel.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie- voorwaarden in uw land neemt u con- tact op via het telefoonnummer van de dienst Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren) van de N.V. Miele België.
Het telefoonnummer van de dienst Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren) van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Service After Sales/garantie
De tests moeten volgens de van toe- passing zijnde normen en richtlijnen worden uitgevoerd.
Bij het voorbereiden en uitvoeren van de toesteltests moet ook rekening wor- den gehouden met de volgende gege- vens van de fabrikant:
– Beladingsplannen,
– Opmerkingen in de gebruiks- en montageaanwijzing.
Gegevens voor testinstellingen
Demo-functie r
Met de demo-functie kan het toestel worden gepresenteerd in de winkel of op een beurs. Het toestel kan dan wor- den bediend en de binnenverlichting werkt maar de compressor blijft uitge- schakeld.
Demo-functie inschakelen
^ Schakel het toestel uit door de aan- -uittoets aan te raken.
Als dat niet mogelijk is, betekent dit dat de vergrendeling ingeschakeld is!
Op het display gaat de temperatuur- aanduiding uit en verschijnt het netaansluitingssymboolt.
^ Plaats een vinger op de toetsX en laat uw vinger op de toets rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toetsX rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger op de toetsX totdat het symboolr verschijnt op het dis- play.
^ Laat de toetsX los.
De demo-functie is ingeschakeld. Het symboolr brandt op het display.
Informatie voor handelaars
Demo-functie uitschakelen
Het symboolr brandt op het display.
^ Raak de toets voor de instellingen aan.
Op het display verschijnen alle selecteerbare symbolen. Het symbool 0 knippert.
^ Raak zo vaak de toetsen voor het in- stellen van de temperatuur (X of Y) aan totdat op het display het symbool r knippert.
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
Op het display knippert een1 (beteke- nis: demo-functie is geactiveerd). Het symboolr brandt.
^ Raak de toetsX of Y aan, zodat een 0 (betekenis: demo-functie is uitge- schakeld) verschijnt op het display.
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgesla- gen. Het symboolr knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro- nische besturing na ca. 1 minuut het toestel automatisch uit de
instelmodus.
De demo-functie is uitgeschakeld. Het symboolr gaat uit.