• No results found

INHOUDSOPGAVE DEEL 112-I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INHOUDSOPGAVE DEEL 112-I"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WOORD VOORAF V

DEEL I ALGEMEEN

Hoofdstuk 1 Algemeen 3

D. Busch & C.W.M. Lieverse

1.1 Inleiding en verantwoording 3

1.2 Het begrip ‘beleggingsonderneming’ 4

1.2.1 Algemeen 4

1.2.2 Het begrip‘beleggingsonderneming in de zin

van de CRR’ 6

1.2.3 De bankbeleggingsonderneming 6

1.2.4 Beleggingsdiensten 7

1.2.4.1 Ontvangen en doorgeven van orders:

orderremisier 7

1.2.4.2 Voor rekening van cliënten uitvoeren van orders 8 1.2.4.3 Individueel vermogensbeheer 9

1.2.4.4 Beleggingsadvies 10

1.2.4.5 Overnemen of plaatsen van financiële

instrumenten met of zonder plaatsingsgarantie 11

1.2.5 Beleggingsactiviteiten 12

1.2.5.1 Algemeen 12

1.2.5.2 Handelen voor eigen rekening 12

1.2.5.3 Exploiteren van een OTF 13

1.2.5.4 Exploiteren van een multilaterale

handelsfaciliteit (MTF) 13

1.3 Begrip ‘in de uitoefening van beroep of bedrijf’ 13

1.4 Begrip ‘financieel instrument’ 15

1.4.1 Algemeen 15

1.4.2 Effecten 16

1.4.3 Geldmarktinstrumenten 17

1.4.4 Deelnemingsrechten in een beleggingsinstelling of

ICBE, niet zijnde een effect 17

VII

(2)

1.4.5 Termijncontracten, futures, rentetermijncontracten en financiële contracten ter verrekening van verschillen 18

1.4.6 Grondstoffenderivaten 18

1.4.7 Opties 21

1.4.8 Swaps, derivatencontracten ten aanzien van valuta’s 21

1.4.9 Gestructureerde deposito’s 22

1.5 Toezichtstructuur in de Wft: functioneel toezichtmodel 22 1.6 Structuur Wft en de plaats daarin van de regels voor

beleggingsondernemingen 23

1.6.1 Algemeen 23

1.6.2 Besluiten ter uitvoering van de Wft: tweede niveau

van regelgeving 25

1.6.3 Toezichthoudersregels: derde niveau van regelgeving 26 1.6.4 Beleidsregels en andere uitingen van de toezichthouders 26

1.7 De Europese dimensie 29

1.8 Overzicht van de indeling en inhoud van dit handboek 29

DEEL II MARKTTOEGANG

Hoofdstuk 2 Markttoegang 53

M. Wessels & R.K. Pijpers

2.1 Inleiding 55

2.2 Uitzonderingen op de vergunningplicht 56

2.2.1 Algemeen 56

2.2.2 Vergunningplicht niet van toepassing 56 2.2.2.1 Centrale banken en beheerders van de

overheidsschuld 56

2.2.2.2 Pensioenfondsen 57

2.2.2.3 Verzekeraars 57

2.2.2.4 Beheerders van beleggingsinstellingen en

beheerders van ICBE’s 58

2.2.2.5 Transmissiesysteembeheerders 59 2.2.2.6 Centrale effectenbewaarinstellingen 59 2.2.2.7 Beleggingsondernemingen uit derde landen 60 2.2.2.8 Overige instellingen, diensten en activiteiten 60 2.2.3 Uitgezonderd van de vergunningplicht 61

2.2.3.1 Banken 61

2.2.3.2 Financiële instellingen 62

2.2.3.3 Gemeentelijke kredietbanken 62

VIII

(3)

2.2.3.4 Beheerders van beleggingsinstellingen en

beheerders van ICBE’s 62

2.2.3.5 Marktexploitanten 63

2.2.3.6 Verbonden agenten 63

2.2.4 Vrijgesteld van de vergunningplicht 64 2.2.4.1 Beleggingsondernemingen uit derde landen 64 2.2.4.2 Particuliere participatiemaatschappijen 65 2.2.4.3 Beheerders van‘familie’vermogen 66

2.2.4.4 Nationaal regime MIFID II 66

2.2.5 Ontheffing van de vergunningplicht 66 2.2.6 Gevolgen van uitzonderingen op de vergunningplicht 67

2.3 Vergunningvereisten 67

2.3.1 Algemeen 67

2.3.1.1 Beleggingsonderneming met zetel in Nederland of met zetel in derde land die voornemens is beleggingsactiviteiten te verrichten 67 2.3.1.2 Beleggingsonderneming met zetel in derde

land die voornemens is om in Nederland beleggingsdiensten te verlenen aan niet-professionele beleggers of opt-up

professionele beleggers 69

2.3.1.3 Beleggingsonderneming met zetel in derde land die voornemens is om in Nederland beleggingsdiensten te verlenen aan professionele beleggers en in aanmerking

komende tegenpartijen 71

2.3.2 Geschiktheid dagelijks beleidsbepalers 72 2.3.3 Samenstelling en functioneren van leidinggevend orgaan 73 2.3.4 Betrouwbaarheid beleidsbepalers en medebeleidsbepalers 73

2.3.5 Integere bedrijfsuitoefening 75

2.3.6 Aantal en locatie dagelijks beleidsbepalers 76

2.3.7 Zeggenschapsstructuur 77

2.3.8 Bedrijfsvoering 77

2.3.9 Vermogensscheiding 78

2.3.10 Voorkomen belangenconflicten 79

2.3.11 Minimum eigen vermogen 80

2.3.12 Solvabiliteit 80

2.3.13 OTF of MTF 81

2.3.14 Mkb-groeimarkt 82

2.3.15 Datarapporteringsdiensten 83

IX

(4)

2.4 Vergunningaanvraag 84

2.4.1 Over te leggen gegevens 84

2.4.2 Aanvraagformulier 84

2.4.3 Termijnen 85

2.4.4 Reikwijdte vergunning 86

2.4.4.1 Persoonlijke en collectieve vergunningen 86 2.4.4.2 Beleggingsdiensten en beleggingsactiviteiten 86

2.4.4.3 Financiële diensten 87

2.5 Wijzigen, intrekken of beperken van een vergunning 87

2.5.1 Gronden 87

2.5.2 Samenwerking met DNB 88

2.5.3 Gevolgen 88

2.6 Beleggingsondernemingen met zetel in een andere lidstaat 89

2.6.1 Algemeen 89

2.6.2 Beleggingsondernemingen 89

2.6.3 Beheerders van een beleggingsinstelling en beheerders

van een ICBE 91

2.6.4 Tussenkomst verbonden agenten 91

2.6.5 Banken, financiële instellingen, verzekeraars en

entiteiten voor risicoacceptatie 92

2.6.6 Reikwijdte van de uitzondering op de vergunningplicht 92 2.7 Diensten van de informatiemaatschappij 93

2.8 Datarapporteringsdiensten 94

2.9 Innovatie 95

2.10 Toegang tot buitenlandse financiële markten 96

2.10.1 Algemeen 96

2.10.2 Bijkantoor of verbonden agent in een andere lidstaat 97 2.10.3 Bijkantoor in een staat die geen lidstaat is 98 2.10.4 Verrichten van diensten naar een andere lidstaat 98

2.10.5 OTF of MTF 100

2.10.6 Diensten van de informatiemaatschappij 100

2.11 Ter afsluiting 101

Hoofdstuk 3A Algoritmische handel 103

J. Dinant

3A.1 Inleiding 103

3A.2 Wettelijk kader 106

X

(5)

3A.3 Begrippen 107

3A.3.1 Algoritmische handel 107

3A.3.2 Techniek van hoogfrequente algoritmische handel 108

3A.4 Reikwijdte 109

3A.5 Handelaren 110

3A.5.1 Algemeen 110

3A.5.2 Eisen ten aanzien van de interne bedrijfsvoering 110 3A.5.2.1 Algemene organisatorische eisen 110

3A.5.2.2 Governance 111

3A.5.2.3 Rol compliancefunctie 111

3A.5.2.4 Personeel 112

3A.5.2.5 Uitbesteding en inkoop in verband met IT 113 3A.5.3 Eisen aan de weerbaarheid van handelssystemen 114

3A.5.3.1 Testen en inzetten van

handelsalgoritmesystemen en -strategieën 114 3A.5.3.2 Beheer na inzet van handelsalgoritmesystemen

en -strategieën 117

3A.5.3.3 Het bewaken van de weerbaarheid van

handelssystemen 120

3A.5.4 Informatieplicht en documentatieplicht 128

3A.5.4.1 Informatieplicht 128

3A.5.4.2 Documentatieplicht 129

3A.5.5 Eisen voor market makers 130

3A.5.5.1 Ad a): Bijzondere omstandigheden 131 3A.5.5.2 Ad b): Verplichting tot aangaan van

marketmaking overeenkomst 132

3A.5.5.3 De inhoud van de marketmaking overeenkomst 132

3A.6 Handelsplatformen 133

3A.6.1 Algemene eisen aan de interne bedrijfsvoering 134 3A.6.2 Eisen in verband met aangesloten handelaren die

gebruikmaken van algoritmische handel en HFT 136

3A.6.2.1 Zelfevaluatie 136

3A.6.2.2 Governance van handelsplatformen 137 3A.6.2.3 Compliancefunctie binnen governance-

regelingen 137

3A.6.2.4 Personeel 139

3A.6.2.5 Uitbesteding en overheidsopdrachten 140 3A.6.3 Capaciteit en weerbaarheid van handelsplatformen 143

3A.6.3.1 Due diligence voor leden van

handelsplatformen 143

3A.6.3.2 Testen van verhandelingssystemen 144 XI

(6)

3A.6.3.3 Conformiteitstests 144 3A.6.3.4 Testen van algoritmen van leden om

wanordelijke handelsvoorwaarden te

vermijden 146

3A.6.3.5 Capaciteit van handelsplatformen 147 3A.6.3.6 Algemene monitoringverplichtingen 148

3A.6.3.7 Doorlopende monitoring 148

3A.6.3.8 Periodieke evaluatie van prestaties en capaciteit van systemen voor algoritmische handel 149 3A.6.3.9 Regelingen voor bedrijfscontinuïteit 150 3A.6.3.10 Bedrijfscontinuïteitsplan 151 3A.6.3.11 Periodieke evaluatie van regelingen voor

bedrijfscontinuïteit 152

3A.6.3.12 Voorkoming van onordelijke

handelsomstandigheden 153

3A.6.3.13 Mechanismen voor beheer van volatiliteit 155 3A.6.3.14 Pre- en posttransactionele controles 155

3A.6.4 Marketmakingregelingen 156

3A.6.4.1 Identificatie van uitzonderlijke omstandigheden 157 3A.6.4.2 Verplichting voor handelsplatformen om

marketmakingregelingen in werking te stellen 157 3A.6.4.3 Minimumverplichtingen wat betreft de

marketmakingregelingen 158

3A.6.4.4 Billijke en niet-discriminerende

marketmakingregelingen 159

3A.6.5 Overige eisen 160

3A.6.5.1 Overeenkomst 160

3A.6.5.2 Markering 160

3A.6.5.3 Co-locatie 161

3A.6.5.4 Vergoedingsstructuur 161

3A.7 Conclusie 162

Hoofdstuk 3B Directe elektronische toegang 167 J. Dinant

3B.1 Inleiding 167

3B.2 Wettelijk kader 169

3B.3 Begrippen 170

3B.4 Reikwijdte 170

XII

(7)

3B.5 Aanbieders van DEA 171

3B.5.1 Algemeen 171

3B.5.2 Eisen aan de interne bedrijfsvoering 171 3B.5.3 Eisen aan de relatie met de cliënt 172 3B.5.3.1 Controles van de DEA-aanbieders 172 3B.5.3.2 Specificaties voor de systemen van

DEA-aanbieders 174

3B.5.3.3 Due diligence beoordeling van potentiële

DEA-cliënten 175

3B.5.3.4 Periodieke toetsing van DEA-cliënten 176 3B.5.4 Informatieplicht en documentatieplicht 177 3B.6 Handelsplatformen en toegang door gebruikers van DEA 177

3B.6.1 Interne bedrijfsvoering 177

3B.6.2 Voorwaarden om directe elektronische toegang (DEA)

te mogen verlenen 178

3B.6.3 Specifieke vereisten voor handelsplatformen die

gesponsorde toegang toestaan 179

3B.6.4 Veiligheid en toegangsbeperkingen 180

3B.7 Conclusie 181

Hoofdstuk 3C Aanbieders van datarapporteringsdiensten 185 J. Dinant

3C.1 Inleiding 185

3C.2 Wettelijke kader 188

3C.3 Begrippen 189

3C.3.1APA 189

3C.3.2CTP 189

3C.3.3ARM 190

3C.3.4Datarapporteringsdienst 190

3C.4 Datarapporteringsdienstverlener 190

3C.5 Reikwijdte 191

3C.5.1Verbod 191

3C.5.2Uitzonderingen vergunningplicht; exploiteren MTF of

OTF 191

3C.5.3Uitzonderingen vergunningplicht; exploiteren

gereglementeerde markt 192

3C.5.4Uitzonderingen vergunningplicht;

datarapporteringsdienstverlener met zetel in andere

lidstaat 192

XIII

(8)

3C.5.5Uitzonderingen vergunningplicht;

beleggingsonderneming met zetel in andere lidstaat 193

3C.5.6Register 193

3C.6 Vergunningverlening en -intrekking 194

3C.6.1Vergunningvereisten 194

3C.6.2Vergunningverlening 197

3C.6.3Het intrekken van een vergunning 198 3C.7 Vereisten voor het leidinggevend orgaan van een

aanbieder van datarapporteringsdiensten 199 3C.7.1Betrouwbaarheid en geschiktheid 199

3C.7.2Bedrijfsvoering 201

3C.8 Goedgekeurde publicatieregeling (APA) 203 3C.9 Verstrekker van een consolidated tape (CTP) 204 3C.10 Goedgekeurd rapporteringsmechanisme (ARM) 206

3C.11 Conclusie 207

Hoofdstuk 4 Beleggingsondernemingen uit derde landen 209 D. Busch & M.L. Louisse

4.1 Inleiding 209

4.2 De implementatie van MiFID II/MiFIR 210

4.2.1 Het regelgevend kader vóór MiFID II/MiFIR 210 4.2.2 Het regelgevend kader onder MiFID II/MiFIR 211

4.2.2.1 Implementatietabel 212

4.3 De reikwijdte van het derdelandenbeleid 215 4.3.1 Ondernemingen uit een derde land 215 4.3.2 Beleggingsdiensten versus beleggingsactiviteiten 216 4.3.3 Verkopen van en adviseren over gestructureerde

deposito’s 217

4.3.4 Datarapporteringsdiensten 217

4.3.5 Exploiteren van handelsplatformen 218 4.3.6 Wanneer wordt een beleggingsdienst/activiteit in

Nederland verleend/verricht? 221

4.3.6.1 Lokaliseren van beleggingsdiensten 222 4.3.6.2 Lokaliseren van beleggingsactiviteit

‘exploiteren van een MTF of OTF’ 223 4.3.6.3 Lokaliseren van beleggingsactiviteit‘handel

voor eigen rekening’ 224

4.3.6.4 Initiative test 224

4.4 In aanmerking komende tegenpartijen en per se

professionele beleggers 226

XIV

(9)

4.4.1 Een equivalentiebesluit van de Commissie 227

4.4.1.1 Reciprociteit 229

4.4.1.2 Equivalentie 229

4.4.1.3 De equivalentie- en reciprociteitstoets in

andere Europese wetgeving 230

4.4.1.4 Registratie door ESMA 234

4.4.1.5 Alleen op grensoverschrijdende basis? 235 4.4.1.6 Doorlopende verplichtingen 236

4.4.1.7 Europees paspoort 237

4.4.1.8 Intrekking van registratie door ESMA/

equivalentiebesluit van de Commissie 238

4.4.1.9 Overgangsregime 239

4.4.2 Geen equivalentiebesluit van de Commissie 239

4.4.2.1 Vergunningplicht 240

4.4.2.2 Vrijstellingen 241

4.5 Retailbeleggers en opt-up professionele beleggers 244 4.5.1 De lidstaatoptie: verplichte vestiging van een

bijkantoor 244

4.5.2 Vergunningplicht 245

4.5.2.1 Overgangsregime 247

4.5.3 Doorlopende vereisten 247

4.5.4 Geen Europees paspoort 250

4.6 Retailbeleggers, professionele beleggers en in

aanmerking komende tegenpartijen 251

4.7 Conclusie 253

DEEL III PRUDENTIEEL TOEZICHT EN STRUCTUURTOEZICHT

Hoofdstuk 5 Prudentieel toezicht op beleggingsondernemingen 259 E.P.M. Joosen

5.1 Inleiding 259

5.2 Voorgeschiedenis van het Europese recht 260 5.2.1 Eerste regelingen ingevolge de Richtlijn

kapitaaltoereikendheid van 1993 260

5.2.2 Handhaving van de gezamenlijke regels in de

Herziene richtlijn kapitaaltoereikendheid 261

5.2.3 Invoering van CRR en CRD IV 263

5.3 Reikwijdte van de bepalingen van CRR en CRD IV 266 5.3.1 Reikwijdte CRR bepaalt ook reikwijdte CRD IV 266 XV

(10)

5.3.2 Beleggingsondernemingen in de zin van de

verordening kapitaalvereisten 269

5.3.3 Prudentieel toezicht op 730k-beleggingsondernemingen 271 5.3.4 Zogenaamde 125k-beleggingsondernemingen 273 5.3.5 Uitzonderingen op grond van CRR en CRD IV 276

5.4 Minimumvermogenseisen 278

5.4.1 Verschillende hoogte van het minimumbedrag

aan eigen vermogen 278

5.4.2 Het verschil tussen minimumbedrag aan eigen

vermogen en solvabiliteit 284

5.4.3 Kwalitatieve eisen minimumbedrag eigen vermogen 286 5.5 Beheerste bedrijfsvoering en governance 289

5.5.1 Inleiding 289

5.5.2 Vereisten beheerste bedrijfsvoering voor CRR-

beleggingsondernemingen 290

5.5.2.1 Beheerste bedrijfsvoering wat betreft

prudentiële aspecten 290

5.5.2.2 Beheerste bedrijfsvoering betreffende

art. 3a:2-ondernemingen 291

5.5.3 Nadere regels beheerste bedrijfsvoering in het

Bpr Wft 292

5.5.3.1 Reikwijdte 292

5.5.3.2 Beleid gericht op beheersen van relevante

risico’s 295

5.5.3.3 Risico’s bedoeld in art. 79-87 CRD IV 302 5.5.3.4 Governance en risicobeheersingsfunctie 303

5.5.3.5 Herstelplan 304

5.5.3.6 Klokkenluidersregeling 306

5.5.3.7 Systematische naleving 307

5.5.3.8 Toetsing kapitaaltoereikendheid 309 5.5.3.9 Risicobeheer en risicobeheersingsorganisatie 310 5.5.3.10 Gebruik interne modellen 311

5.6 Kapitaalseisen voor de solvabiliteit 313

5.6.1 Reikwijdte van de CRR-regelingen voor

beleggingsondernemingen – Inleiding 313 5.6.2 Reikwijdte van de CRR-regelingen voor

beleggingsondernemingen – Toepassing 319 5.6.3 De solvabiliteitsratio van art. 92 CRR 325 5.6.4 Kwalitatieve eisen aan eigen vermogensbestanddelen 329 5.6.5 Definiëring van de relevantie van risicoposities 331 5.6.6 Kredietrisico van beleggingsondernemingen 335 XVI

(11)

5.6.6.1 Inleiding 335 5.6.6.2 Kredietrisico op cliënten 336

5.6.6.3 Tegenpartijkredietrisico 338

5.6.7 Marktrisico van beleggingsondernemingen 342

5.6.7.1 Inleiding 342

5.6.7.2 Handelsportefeuille 342

5.6.7.3 Kleine handelsportefeuilleactiviteiten 344 5.6.7.4 Bouwstenenmethode; algemeen en specifiek

risico 345

5.6.7.5 Standaardbenadering en interne modellen 346 5.6.7.6 Ontwikkelingen betreffende het marktrisico–

Fundamental Review of the Trading Book 348 5.6.8 Operationeel risico van beleggingsondernemingen 351

5.6.8.1 Inleiding 351

5.6.8.2 Berekeningsmethoden operationeel risico 351 5.6.8.3 Vastekosteneis als alternatief 352

5.7 Aanvullende kapitaalbuffers 353

5.7.1 Soorten aanvullende buffers 353

5.7.2 Relevantie voor beleggingsondernemingen 354

5.8 Het beleggerscompensatiestelsel 355

5.9 Liquiditeitstoezicht 359

5.10 ICAAP en SREP en Pillar 3-marktdiscipline 360 5.10.1 Het Drie Pillar-proces voor het prudentiële toezicht 360 5.10.2 Internal Capital Adequacy Assessment Process 362

5.10.3 Pillar 3-marktdiscipline 364

5.11 Groepstoezicht 365

5.11.1 Prudentieel geconsolideerd toezicht 365 5.11.2 Verlicht regime van geconsolideerd toezicht op

grond van art. 15 CRR 368

5.12 Sancties en interventie door de toezichthouder 369 5.12.1 Sancties en handhaving van normen van prudentieel

toezicht 369

5.12.2 Vroege interventie en toepassing art. 3:62a, 3:62b en

3:111a Wft 370

5.13 Toekomstige prudentiële regime voor

beleggingsondernemingen 372

5.13.1 Evaluatie van de CRR 372

5.13.2 Toekomstige regime voor

beleggingsondernemingen – EBA rapporten 374 5.13.3 Commissievoorstellen van 20 december 2017 voor

een nieuw prudentieel regime 379

XVII

(12)

5.13.3.1 Inleiding 379 5.13.3.2 Categorie 1-beleggingsondernemingen 380 5.13.3.3 Categorie 2- en 3-beleggingsondernemingen 382 5.13.3.4 Indeling in Categorie 3 of Categorie 2 382 5.13.3.5 Algemene uitgangspunten van het nieuwe

prudentiële regime 384

5.13.3.6 Kwalitatieve kapitaaleisen 385

5.13.3.7 Minimumkapitaaleis 386

5.13.3.8 Vastekosteneis 387

5.13.3.9 K-Factors voor berekening kapitaaleisen 387 5.13.3.10 Inwerkingtreding van het nieuwe prudentieel

toezichtregime 389

Hoofdstuk 6 Acquisitie van en door (bank)-

beleggingsondernemingen– het systeem

van verklaringen van geen bezwaar 391 C.W.M. Lieverse

6.1 Inleiding 391

6.1.1 Acquisitie van (bank)beleggingsondernemingen 391 6.1.2 Het onderscheid tussen beleggingsondernemingen

en bankbeleggingsondernemingen 391

6.2 De Europese basis van het vvgb-systeem 392

6.2.1 De Antonvenetarichtlijn 392

6.2.2 Overige Europese ontwikkelingen 392

6.2.3 Bankbeleggingsondernemingen 394

6.2.4 Beleggingsondernemingen 394

6.3 Implementatie in de Wft 394

6.3.1 Algemeen 394

6.3.2 Het vvgb-systeem voor banken en

beleggingsondernemingen 395

6.3.3 Het vvgb-systeem voor andere (financiële)

ondernemingen 395

6.3.4 Prudentieel toezicht 396

6.3.5 Zetel in Nederland 398

6.4 Het begrip gekwalificeerde deelneming 399 6.4.1 De Nederlandse definitie en de CRR-definitie 399 6.4.2 Het element ‘invloed van betekenis’ 400 6.4.3 Belang in kapitaal of het uitoefenen van

stemrechten/zeggenschap 400

XVIII

(13)

6.4.4 Het houden, verwerven of vergroten van een

belang vs. het uitoefenen van zeggenschap 402

6.4.5 De vvgb-eis bij een stichting 403

6.4.6 Toerekening op grond van art. 5:45 Wft 404

6.4.7 Acting in concert 407

6.4.8 Rechtstreeks of middellijk 408

6.4.9 Het houden, verwerven of vergroten 409 6.4.10 De uitzondering van art. 3:108 Wft: belangen op

eigen boek 411

6.4.11 De aanvrager 411

6.5 De bevoegde toezichthouder voor het afgeven van een

verklaring van geen bezwaar 412

6.5.1 Beleggingsondernemingen 412

6.5.2 Banken 412

6.5.3 Bevoegdheden van DNB 414

6.5.4 Bevoegdheden van de ECB 415

6.6 Voorschriften en beperkingen 416

6.6.1 Algemeen 416

6.6.2 Rechtspraak inzake voorschriften en beperkingen 416

6.6.3 Art. 3:106 Wft 417

6.7 De toetsingsgronden voor de vvgb 418

6.7.1 De toetsingsgronden in de Antonvenetarichtlijn 418 6.7.2 De toetsingsgronden in de Nederlandse wetgeving 421

6.7.3 Invulling weigeringsgronden 422

6.7.3.1 Grond a: de betrouwbaarheidseis 422 6.7.3.2 Grond b: de geschiktheidseis 422 6.7.3.3 Grond c: de financiële soliditeit van de

aanvrager 423

6.7.3.4 Grond d: compliance met de prudentiële

regels 423

6.7.3.5 Grond e: compliance met AML-wetgeving 424 6.7.3.6 Grond f: informatieverstrekking 424 6.7.3.7 Jurisprudentie weigeringsgronden 424

6.7.4 Proportionaliteitsprincipe 425

6.8 De betrouwbaarheidstoets van de beleidsbepalers 426

6.8.1 Algemeen 426

6.8.2 De reikwijdte van de betrouwbaarheidstoets 426 6.8.3 Samenloop met art. 3:9/4:10 Wft 427 6.8.4 Wijze van toetsing onder het Bpr Wft 428

XIX

(14)

6.9 De bandbreedte en de groepsverklaring van geen bezwaar 429

6.9.1 Bandbreedte 429

6.9.2 Groeps-vvgb 429

6.9.3 Collectiviteit 430

6.10 Procedurele aspecten 430

6.10.1 Bij wie indienen 430

6.10.2 Inrichting aanvraag 431

6.10.2.1 De Nederlandse regels 431

6.10.2.2 De Europese regels 431

6.10.3 Beslistermijn 432

6.10.4 Publicatie/mededeling 434

6.10.5 Bezwaar/beroep 434

6.10.6 Intrekking 435

6.10.7 Gevolgen ontbreken vvgb 435

6.10.8 Uitwisseling informatie 436

6.11 Meldingsplichten 436

6.11.1 Meldingsplicht van de houder van een vvgb 436 6.11.2 Meldingsplicht van de betrokken bank of

beleggingsonderneming 437

6.12 Overige toetsingen en verklaringen van geen

bezwaar, samenloop 437

6.12.1 Beleggingsonderneming 437

6.12.2 Marktexploitant 438

6.12.3 Banken 438

6.12.4 Bevoegde toezichthouder 439

6.12.5 Weigeringsgronden 439

6.12.6 Andere vvgb’s 440

6.12.7 Toetsing bestuurders 440

6.12.8 Holdingtoezicht 441

6.13 Slotbeschouwing 441

Hoofdstuk 7 De afwikkeling van beleggingsondernemingen 443 M.L. Louisse

7.1 De introductie van een nieuw afwikkelingskader

voor beleggingsondernemingen 443

7.2 Het afwikkelingskader voor beleggingsondernemingen

in Nederland 446

7.2.1 De implementatie van de BRRD in de Wft 448

XX

(15)

7.2.2 De reikwijdte van het afwikkelingskader 449 7.2.2.1 Stap 1: Is de beleggingsonderneming een

730k-beleggingsonderneming? 451

7.2.2.2 Stap 2: Maakt de 730k-beleggingsonderneming

deel uit van een groep? 452

7.2.2.3 Stap 3: Maakt de 730k-beleggingsonderneming

deel uit van een SRM-groep? 455

7.2.2.4 Stap 4: Maakt de 730k-beleggingsonderneming deel uit van een BRRD-groep? 458 7.2.2.5 Uitkomst stap 1-4: De beleggingsonderneming

kan worden afgewikkeld 459

7.2.3 Afwikkeling van een bankbeleggingsonderneming 461 7.3 Afwikkeling van een 730k-beleggingsonderneming 462

7.3.1 Wat houdt afwikkeling in? 462

7.3.2 Wanneer kan een 730k-beleggingsonderneming

worden afgewikkeld? 463

7.3.3 Afwikkeling op individueel niveau en groepsniveau 464 7.3.4 Toepassing van de afwikkelingsinstrumenten 468

7.3.4.1 Overgang van de onderneming

(overgang op een private partij) 469 7.3.4.2 Overgang op een overbruggingsinstelling 469 7.3.4.3 Afsplitsing van activa en/of passiva 469

7.3.4.4 Bail-in 470

7.3.5 De voorbereidingsfase en vroegtijdige interventiefase 471

7.3.5.1 De voorbereidingsfase 471

7.3.5.2 De vroegtijdige interventiefase 472 7.3.6 De samenwerking tussen de AFM, DNB en

Afwikkelingsraad 474

7.3.6.1 Samenwerking in de voorbereidingsfase 475 7.3.6.2 Samenwerking in de vroegtijdige

interventiefase 475

7.3.6.3 Samenwerking in de afwikkelingsfase 476 7.3.7 Het onderscheid tussen afwikkeling en interventie 477 7.3.8 Het onderscheid tussen afwikkeling en faillissement 479 7.4 Aandachtspunten voor bail-in bij 730k-

beleggingsondernemingen 481

7.4.1 Het beleggerscompensatiestelsel 481 7.4.2 Vermogensscheiding bij beleggingsondernemingen 482 7.4.2.1 Bankrekening ten name van de cliënt 482

7.4.2.2 Bewaarinstelling 483

7.4.2.3 Bewaring overeenkomstig de Wge 485 XXI

(16)

7.4.3 Bail-in van passiva uit hoofde van derivatentransacties 485 7.4.4 De verplichting tot het opnemen van een contractuele

afwikkelbaarheidsclausule 486

7.5 De financiering van de afwikkeling van een

730k-beleggingsonderneming 487

7.6 Conclusie 488

DEEL IVA GEDRAGSTOEZICHT Organisatorische eisen

Hoofdstuk 8 Bedrijfsvoering: organisatorische eisen 493 E.R. Schreuder & M.L.M.N. Heltzel

8.1 Inleiding 493

8.1.1 Algemeen 493

8.1.2 Aspecten van de bedrijfsvoering/inbedding in de

wetgeving (principle based benadering) 494 8.1.2.1 Aspecten van de bedrijfsvoering 494 8.1.2.2 Inbedding in de wetgeving (principle

based benadering) 495

8.1.3 Bedrijfsvoering vs. inrichting van de bedrijfsvoering:

verantwoording van keuzes onderwerpen 497

8.1.4 Inhoud van dit hoofdstuk 499

8.1.4.1 Algemeen 499

8.1.4.2 Algemene voorschriften 499

8.1.4.3 Specifieke voorschriften 501

8.1.5 Banken die tevens beleggingsonderneming zijn 501

8.1.6 Vrijstellingen 502

8.2 Geschiktheid en betrouwbaarheid van

(mede)beleidsbepalers en personen die toezicht houden op

het beleid 502

8.2.1 Geschiktheid: dagelijks beleidsbepalers en

toezichthouders 502

8.2.1.1 Dagelijks beleidsbepalers 502 8.2.1.2 Toezichthouders op het beleid 504 8.2.1.3 Reikwijdte van artikel 4:9 Wft 504

8.2.1.4 Geschiktheidstoets 505

8.2.1.5 Deskundigheid en vakbekwaamheid van

werknemers 508

8.2.2 Betrouwbaarheid: (mede)beleidsbepalers en

toezichthouders 508

XXII

(17)

8.3 Beheerste uitoefening van het bedrijf 511 8.3.1 Algemene aspecten van de bedrijfsvoering 511

8.3.1.1 Interne controlefunctie 512

8.3.1.2 Compliancefunctie 513

8.3.1.3 Algemene organisatorische eisen 518 8.3.1.4 Deskundigheid en vakbekwaamheid van

werknemers 519

8.3.1.5 Doeltreffend en prudent bestuur 524 8.3.2 Gedragsaspecten van de bedrijfsvoering 529

8.3.2.1 Bewaring van gegevens over

beleggingsdiensten, nevendiensten en

beleggingsactiviteiten 529

8.3.2.2 Algoritmische handel 537

8.3.2.3 Elektronische toegang tot een handelsplatform 539 8.3.2.4 Optreden als clearinginstelling 541 8.3.2.5 Productontwikkelingsproces 541 8.3.2.6 Beleid ten aanzien van belangenconflicten 544

8.3.2.7 Beloningsbeleid 555

8.3.2.8 Persoonlijke transacties 560

8.3.3 Prudentiële aspecten van de bedrijfsvoering 564

8.3.3.1 Risicobeheer 565

8.3.3.2 Onafhankelijke risicobeheerfunctie 567 8.3.3.3 Verantwoordelijkheid van de directie en het

bestuur voor het risicomanagement en de

risicobeheerfunctie 571

8.3.3.4 Afwikkeling van beleggingsondernemingen en organisatorische vereisten 573

8.4 Integere uitoefening van het bedrijf 575

8.4.1 Inleiding 575

8.4.2 Vormen van integriteit 578

8.4.3 Geschiedenis van integriteitswetgeving 580 8.4.4 Organisatorische integriteit: algemeen 582 8.4.5 Behandeling en vastlegging van incidenten 582

8.4.5.1 Voorbeelden van gedragingen of omstandigheden die een incident

kunnen zijn 584

8.4.5.2 Melding van incidenten aan AFM 587 8.4.6 Beoordeling betrouwbaarheid personeelsleden in

integriteitgevoelige functies 588

8.4.7 Risicoclassificaties van cliënten, producten en diensten 589

XXIII

(18)

8.4.7.1 Beleid met betrekking tot acceptatie van

cliënten 589

8.4.7.2 Identificatie van cliënten 590 8.4.7.3 Doorlopende toetsing van cliënten en

transacties op risicoprofiel 591 8.4.7.4 Documentatie en vastlegging van

cliëntacceptatie en indeling van cliënten

naar risico 592

8.4.8 Onderzoek naar bepaalde personen of instellingen 593

8.5 Klachtenregelingen 593

8.5.1 Interne klachtenprocedure 593

8.5.2 Aansluiting bij aangewezen geschilleninstantie 595 8.6 Tweehoofdige dagelijkse leiding en verrichten van

werkzaamheden vanuit Nederland 596

8.6.1 Tweehoofdige dagelijkse leiding 596 8.6.2 Verrichten van werkzaamheden vanuit Nederland 598

8.7 Vermogensscheidingsregels 598

8.8 Best execution en verwerking van orders 600

8.8.1 Best execution 600

8.8.2 Verwerking van orders van cliënten 601 8.9 Specifieke regels voor MTF’s en OTF’s 602

8.10 Ter afsluiting 604

Hoofdstuk 9 Inducements 609

R.E. Labeur

9.1 Inleiding 609

9.2 Wat zijn inducements? 610

9.3 Inducements onder MiFID en MiFID II 613

9.3.1 Relevantie Europese regels voor de Nederlandse

markt 613

9.3.2 Inducements onder MiFID 614

9.3.2.1 Introductie van de inducement norm 614

9.3.2.2 Organisatorische eisen 621

9.3.3 Inducements onder MiFID II 622

9.3.3.1 Een gedeeltelijk nieuw provisieregime 622 9.3.3.2 Provisieverbod voor individueel

vermogensbeheer en onafhankelijk advies 623 9.3.3.3 Provisieregels voor research 627 9.3.3.4 Inducement norm onder MiFID II 633

XXIV

(19)

9.3.3.5 Schematisch overzicht provisieregels op

Europees niveau 637

9.3.3.6 Organisatorische eisen 638

9.4 Inducements op de Nederlandse markt 640

9.4.1 Ontwikkeling van inducement norm naar Nederlands

provisieverbod 640

9.4.2 Nederlandse provisieregels 642

9.4.2.1 Dienstverlening aan niet-professionele

cliënten: art. 168a BGfo Wft 642 9.4.2.2 Dienstverlening aan professionele

cliënten: art. 168aa BGfo Wft 645 9.4.2.3 Schematisch overzicht provisieregels binnen

Nederland na MiFID II implementatie 646 9.4.2.4 Territoriale reikwijdte Nederlands

provisieverbod voor beleggingsondernemingen 647 9.4.2.5 AFM & het Nederlandse provisieverbod 648

9.4.3 Organisatorische eisen 652

9.5 Besluit 654

Hoofdstuk 10 Uitbesteding van werkzaamheden 657 E.P.M. Joosen

10.1 Inleiding 657

10.2 Wet- en regelgevend kader voor uitbesteding

door beleggingsondernemingen 658

10.2.1 Europese regelgeving 658

10.2.2 Regeling van uitbesteding door

beleggingsondernemingen in de Nederlandse wet-

en regelgeving 661

10.3 Wat is gereguleerde uitbesteding van werkzaamheden? 665 10.3.1 Wettelijke definitie van uitbesteden 665 10.3.2 Primaire en secundaire eisen aan uitbesteding 667 10.4 Generieke voorwaarden en verboden in verband

met uitbesteding 669

10.4.1 Algemeen 669

10.4.2 Geen delegatie van bestuursverantwoordelijkheid 669 10.4.3 Geen wijziging in de relatie met cliënten 669 10.4.4 Instandhouding vergunningvoorwaarden 670 10.4.5 Geen opheffing of wijziging vergunningvoorwaarden 671 10.5 Specifieke kwalitatieve voorwaarden in verband

met uitbesteding 671

XXV

(20)

10.5.1 Inleiding 671 10.5.2 Art. 31 lid 2 aanhef en onder a: Kwalificaties

van de dienstverlening 672

10.5.3 Art. 31 lid 2 aanhef en onder b: Daadwerkelijke

uitvoering, SLA’s en monitoring 676

10.5.4 Art. 31 lid 2 aanhef en onder c: Toezicht op

uitvoering door dienstverlener 677

10.5.5 Art. 31 lid 2 aanhef en onder d: Interventie bij

inadequate uitvoering 678

10.5.6 Art. 31 lid 2 aanhef en onder e: Daadwerkelijk

toezicht en behoud expertise 679

10.5.7 Art. 31 lid 2 aanhef en onder f: Inkennisstelling

wezenlijke ontwikkelingen 679

10.5.8 Art. 31 lid 2 aanhef en onder g: Beëindiging

uitbestedingsovereenkomst 680

10.5.9 Art. 31 lid 2 aanhef en onder h: Samenwerking met

toezichthouder 681

10.5.10 Art. 31 lid 2 aanhef en onder i: Recht op toegang

toezichthouders en accountants 682

10.5.11 Art. 31 lid 2 aanhef en onder j: Bescherming

vertrouwelijke informatie 684

10.5.12 Art. 31 lid 2 aanhef en onder k: Contingency

planning 684

10.5.13 Art. 31 lid 2 aanhef en onder l: Continuïteit van

dienstverlening 685

10.6 De overeenkomst tot uitbesteding 687

10.7 Uitbesteding binnen de groep 689

10.8 Grensoverschrijdende uitbesteding vermogensbeheer

buiten de EU/EER 690

10.9 Slotbeschouwing en conclusie 691

Hoofdstuk 11 Het productontwikkeling- en goedkeuringsproces

bij beleggingsondernemingen 695

R.A. Pattiselanno

11.1 Historie en wettelijke verankering

productontwikkeling- en goedkeuringsproces 695

11.1.1 Inleiding 695

11.1.2 AFM toezicht op de PARP en KNVB-model 696

11.1.3 Europese ontwikkelingen 698

XXVI

(21)

11.1.4 Invoering PARP voor beleggingsondernemingen

onder MiFID II 698

11.1.4.1 Algemeen: doelstelling, reikwijdte en PARP-regels op bestaande

beleggingsproducten 698

11.1.4.2 Producten en diensten en reikwijdte

beleggingsondernemingen 700

11.1.4.3 Inhoudelijke toetsing PARP-

beleggingsproducten 706

11.1.4.4 Doelgroepbepaling 708

11.1.4.5 Scenarioanalyse 739

11.1.4.6 Kostenstructuur 740

11.1.4.7 Productevaluatie 742

11.1.4.8 (Andere) overwegingen bij goedkeuring

van producten van‘derden’ 746

11.2 PARP en organisatorische maatregelen 748

11.2.1 Algemeen 748

11.2.2 Betrokken partijen 749

11.2.3 Vakbekwaamheidseisen 750

11.2.4 Belangentegenstellingen 752

11.3 Productinterventie 753

11.3.1 Algemeen: nieuwe bevoegdheden en reikwijdte 753

11.3.1.1 Reikwijdte 754

11.3.2 Interventiebevoegdheden AFM 755

11.3.2.1 Redelijke gronden voor de

interventiemaatregel 756

11.3.2.2 Afstemming andere toezichthouders

en ESMA 759

11.3.2.3 Duur interventiemaatregel en publicatie 760 11.3.3 Tijdelijke interventiebevoegdheden ESMA en EBA 760 11.3.4 Coördinerende rol en adviesbevoegdheid ESMA

en EBA 762

11.3.5 ‘Productinterventie’ in de huidige praktijk 762

11.3.5.1 Coco’s 762

11.3.5.2 Gestructureerde producten 763

11.3.5.3 Indexhuggers 764

11.3.5.4 CFD’s en binaire opties 765

11.4 Slotsom 768

XXVII

(22)

Hoofdstuk 12 Vermogensscheiding 771 W.A.K. Rank

12.1 Inleiding 771

12.2 Toezichtrechtelijke regelgeving 777

12.2.1 Europese toezichtregelgeving

vermogensscheiding: MiFID II 777

12.2.2 Europese toezichtregelgeving

vermogensscheiding: MiFID II-Uitvoeringsrichtlijn 778 12.2.3 Europese toezichtregelgeving

vermogensscheiding: MiFID

II-Uitvoeringsverordening 2017/565 783 12.2.4 Europese toezichtregelgeving vermogensscheiding:

EMIR 785

12.2.5 Europese toezichtregelgeving vermogensscheiding:

CSD-Verordening 789

12.2.6 Nederlandse toezichtregelgeving vermogensscheiding:

Wet op het financieel toezicht (Wft) 794 12.2.7 Nederlandse toezichtregelgeving vermogensscheiding:

Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Wft (BGfo Wft) 795

12.2.8 Nederlandse toezichtregelgeving vermogensscheiding:

Nadere Regeling gedragstoezicht financiële

ondernemingen Wft (NRgfo Wft) 799

12.2.8.1 Vermogensscheiding niet-

bankbeleggingsondernemingen 800

12.2.8.2 Vermogensscheiding

bankbeleggingsondernemingen 808

12.2.8.3 Alternatieve regelingen 810

12.3 Bewaring via de Wge 812

12.3.1 Introductie 812

12.3.2 Bescherming van effectenbeleggers 812 12.3.3 Bescherming van derivatenbeleggers 818

12.4 Bewaring via een bewaarinstelling 822

12.5 Depositogarantiestelsel en beleggerscompensatiestelsel 824

12.6 Samenvatting en conclusie 828

XXVIII

(23)

Hoofdstuk 13 Verbonden agenten 839 A.J.A.D. van den Hurk

13.1 Inleiding 839

13.2 Europese oorsprong 841

13.3 Implementatie in de Nederlandse wetgeving 845 13.4 Toetredingsvereisten voor verbonden agenten 849 13.4.1 Volledige verantwoordelijkheid 850

13.4.2 Aanmelding bij de AFM 853

13.5 Doorlopend toezicht op verbonden agenten 855

13.5.1 Algemeen 855

13.5.2 Prudentieel toezicht op verbonden agenten 856 13.5.3 Toepasselijkheid Deel Gedragstoezicht financiële

ondernemingen Wft op verbonden agenten 858

13.5.3.1 Algemeen 858

13.5.3.2 Reikwijdte en bijzondere bepalingen 859 13.5.3.3 Geschiktheid en betrouwbaarheid 860 13.5.3.4 Structurering en inrichting 860

13.5.3.5 Bedrijfsvoering 861

13.5.4 Specifieke eisen voor verbonden agenten 866 13.6 Verhouding tussen beleggingsondernemingen en

verbonden agenten 871

13.7 Afdoende maatregelen ter voorkoming van negatieve

gevolgen van andere werkzaamheden 873

13.8 Aanvang dienstverlening na inschrijving in het AFM-register 874 13.9 Vergewisplicht beleggingsonderneming 874

13.10 Beëindiging samenwerking 876

13.11 Melding van overtredingen aan de AFM 878

13.12 Europees paspoort 879

13.13 Handhaving 887

13.14 Afrondende opmerkingen 889

REGISTERS 1323

Jurisprudentie 1325

Wetsartikelen 1333

Afkortingen 1351

Trefwoorden 1371

XXIX

(24)

WOORD VOORAF V DEEL IVB GEDRAGSTOEZICHT

Omgang met cliënten

Hoofdstuk 14 Cliëntenclassificatie 895

L.J. Silverentand

14.1 Inleiding 895

14.2 Cliëntenclassificatie pre-MiFID 896

14.3 Na implementatie van de MiFID– drie categorieën cliënten 897

14.3.1 Inleiding 897

14.3.2 Niet-professionele beleggers 898

14.3.3 Professionele beleggers 898

14.3.4 In aanmerking komende tegenpartijen 899

14.4 Toepasselijkheid gedragsregels 900

14.4.1 Toepasselijkheid gedragsregels bij in aanmerking

komende tegenpartijen 900

14.4.2 Toepasselijkheid gedragsregels bij professionele

beleggers 901

14.5 Opt-up/Opt-down 902

14.5.1 Inleiding 902

14.5.2 Opt-up 902

14.5.3 Opt-down 906

14.6 Vastlegging en procedures cliëntenclassificatie 909

14.7 Slotopmerkingen 909

Hoofdstuk 15 Informatieverstrekking 911

F.R.H. van der Leeuw

15.1 Inleiding 911

15.2 Informeren en (al dan niet op onafhankelijke basis) adviseren 912

15.2.1 Informeren vs. adviseren 912

15.2.2 Onafhankelijk en niet-onafhankelijk advies 914 XXX

(25)

15.3 Het regelgevend kader voor informatieverstrekking 918

15.3.1 Algemeen 918

15.3.2 De hoofdregels in het kort 920

15.3.3 Uitwerking van de hoofdregels 921

15.4 Het adressaat van de regels 922

15.5 Wijzen van informatieverstrekking 925

15.5.1 Het schriftelijkheidsvereiste en de duurzame

drager of website 925

15.5.2 De cliëntenovereenkomst 927

15.5.3 Essentiële beleggersinformatie 929

15.5.4 Essentiële-informatiedocument 931

15.6 Inhoud van de regels 937

15.6.1 Algemeen 937

15.6.2 De norm: correct, duidelijk en niet misleidend 937 15.6.3 Art. 44 MiFID II-Uitvoeringsverordening 2017/565:

uitwerking van de norm 944

15.6.4 Eigen inspanning (niet-professionele) cliënt 947 15.6.5 Verplichte informatie in de precontractuele fase 948 15.6.6 Conclusie precontractuele informatie 960 15.6.7 Verplichte informatie in de contractuele fase 961

15.7 Conclusie 968

Hoofdstuk 16 Beleggingsondernemingen, ken uw cliënt! 973 R.P. Raas

16.1 Inleiding 973

16.2 Het‘ken-uw-cliënt’-beginsel in de Wet op het financieel

toezicht 974

16.3 Ken-uw-client bij vermogensbeheer en advies 975

16.3.1 Algemeen 975

16.3.2 Nadere uitwerking: MiFID II-

Uitvoeringsverordening 2017/565 976

16.3.3 Kennis en ervaring 978

16.3.4 Opvragen of verkrijgen? 979

16.3.5 Niet ontmoedigen 980

16.3.6 Informatie slechts gedeeltelijk beschikbaar 981

16.3.7 Waarschuwen of weigeren? 982

16.3.8 Juistheid van de informatie 984

16.3.9 Geschiktheidsverklaring 985

16.3.10 Ken-uw-cliënt en vertegenwoordiging 987 16.3.11 Gebundelde producten en diensten 987 XXXI

(26)

16.3.12 Vermogensbeheer en advies ten behoeve van professionele beleggers en in aanmerking

komende tegenpartijen 988

16.3.13 Samenvatting 989

16.4 Ken-uw-cliënt bij execution only 990

16.4.1 Algemeen 990

16.4.2 Kennis en ervaring 990

16.4.3 Geen weigeringsplicht 991

16.4.4 Eenvoudige producten 992

16.4.5 Juistheid van de informatie en verbod op het

aanzetten tot het niet verstrekken van informatie 995

16.4.6 Professionele beleggers 995

16.4.7 Samenvatting 996

16.5 Doorlopende verplichting 996

16.6 Vastleggen en bewaren informatie 998

16.7 Cliëntenprofiel en verwijzingen 998

16.8 Het cliëntenprofiel in de praktijk 999

16.8.1 Vragenlijst 999

16.8.1.1 Algemeen 999

16.8.1.2 Kennis en ervaring 1001

16.8.1.3 Beleggingsdoel 1002

16.8.1.4 Risicobereidheid 1002

16.8.1.5 Financiële positie 1003

16.8.2 Niet opstellen van het cliëntenprofiel: gevolgen 1003

16.9 Slot 1004

Hoofdstuk 17 Best execution 1007

D. Busch

17.1 Inleiding 1007

17.2 Doelstellingen best execution 1008

17.3 Reikwijdte best execution 1008

17.3.1 Niet-professionele en professionele cliënten 1008 17.3.2 Uitvoering van cliëntorders, self-placement en

matched principal trading 1009

17.3.3 Vermogensbeheerders 1012

17.3.4 Beheerders van beleggingsinstellingen en

beheerders van ICBE’s 1012

17.4 De inhoud van de best execution verplichting 1014

17.4.1 Algemeen 1014

17.4.2 Alle toereikende maatregelen 1014

XXXII

(27)

17.4.3 Wat‘best execution’ is kan van cliënt tot cliënt

en van order tot order verschillen 1015 17.4.4 Er kunnen meerdere manieren zijn om best

execution te realiseren 1015

17.4.5 Best execution houdt niet in dat voor elke individuele order het best mogelijke resultaat

moet worden gerealiseerd 1016

17.4.6 Specifieke instructies en best execution 1016

17.4.6.1 Algemeen 1016

17.4.6.2 Reikwijdte specifieke instructie 1017 17.4.6.3 Beleggingsonderneming mag geven

specifieke instructies niet aanmoedigen 1017 17.4.6.4 De scheidslijn tussen het inleggen van een

order en het geven van specifieke instructies 1017 17.4.7 Factoren die van belang zijn bij het behalen van

het best mogelijke resultaat 1019

17.4.7.1 Algemeen 1019

17.4.7.2 Prijs van een financieel instrument 1019

17.4.7.3 Uitvoeringskosten 1019

17.4.7.4 Snelheid 1021

17.4.7.5 Waarschijnlijkheid van uitvoering en

afwikkeling 1022

17.4.7.6 Omvang 1022

17.4.7.7 Aard 1022

17.4.7.8 Andere factoren 1023

17.4.8 Relatieve gewicht factoren 1025

17.4.8.1 Algemeen 1025

17.4.8.2 Relatieve gewicht factoren bij

niet-professionele cliënten 1027 17.4.9 Best execution als er meerdere plaatsen van uitvoering

worden genoemd in het orderuitvoeringsbeleid 1028 17.4.9.1 Verplichting tot vergelijking van de

resultaten op de plaatsen van uitvoering

genoemd in het orderuitvoeringsbeleid 1028 17.4.9.2 Factoren waarmee rekening moet worden

gehouden bij vergelijking van de resultaten op de plaatsen van uitvoering genoemd in

het orderuitvoeringsbeleid 1029

17.4.9.3 Objectieve vergelijking van de resultaten op de plaatsen van uitvoering genoemd

in het orderuitvoeringsbeleid 1030 XXXIII

(28)

17.5 Verplichting voor plaatsen van uitvoering tot

openbaarmaking van informatie over de kwaliteit van

uitvoering 1031

17.6 Informatie over de belangrijkste vijf plaatsen van

uitvoering en de kwaliteit van de uitvoering 1032 17.7 Orderuitvoeringsregelingen en orderuitvoeringsbeleid 1032

17.7.1 Algemeen 1032

17.7.2 Inhoud orderuitvoeringsbeleid 1034 17.7.3 Rol van de AFM ten aanzien van de inhoud van

het orderuitvoeringsbeleid 1039

17.7.4 Informatieverstrekking over het

orderuitvoeringsbeleid aan cliënten 1040

17.7.4.1 Algemeen 1040

17.7.4.2 Wijze van informatieverstrekking 1041 17.7.4.3 Welke informatie moet verstrekt worden

over het orderuitvoeringsbeleid? 1042 17.7.4.4 Informatieverzoek van de cliënt 1044 17.7.4.5 Wezenlijke wijzigingen in het

orderuitvoeringsbeleid 1045

17.7.4.6 Beleggingsonderneming toont op verzoek van een cliënt aan dat een order conform

het orderuitvoeringsbeleid is uitgevoerd 1045 17.7.5 Voorafgaande instemming of toestemming cliënt 1046

17.7.5.1 Algemeen 1046

17.7.5.2 Instemming 1046

17.7.5.3 Toestemming 1047

17.7.6 Specifieke instructies die strijdig zijn met het

orderuitvoeringsbeleid 1049

17.7.7 Toezicht op doeltreffendheidsregelingen en orderuitvoeringsbeleid door

beleggingsonderneming zelf 1050

17.8 Best execution bij (a) het plaatsen van orders bij derden door een vermogensbeheerder of door een beheerder van een beleggingsinstelling of een ICBE die als nevendienst individuele vermogens beheert; en (b) het ontvangen en

doorgeven van orders 1051

17.8.1 Algemeen 1051

17.8.2 Specifieke instructies 1054

17.8.3 Vaststelling en implementatie beleid 1054

XXXIV

(29)

17.8.4 Informatieverstrekking aan cliënten 1058 17.8.5 Evaluatiebeleid door beleggingsonderneming zelf 1059

17.9 Conclusie 1060

Hoofdstuk 18 Verwerking van cliëntorders 1063 D. Busch

18.1 Inleiding 1063

18.2 Verhouding tot de best execution regels 1063

18.3 Doelstellingen 1064

18.4 Reikwijdte 1065

18.4.1 Niet-professionele en professionele cliënten 1065 18.4.2 Uitvoering van cliëntorders, self-placement

en matched principal trading 1066

18.4.3 Verkoop van en advisering over gestructureerde

deposito’s 1068

18.4.4 Vermogensbeheerders 1069

18.4.5 Beheerders van ICBE’s en beheerders van

beleggingsinstellingen 1069

18.5 De inhoud van de regels inzake verwerking van cliëntorders 1071

18.5.1 Algemeen 1071

18.5.2 Correcte registratie en toewijzing 1071 18.5.3 Uitvoering van orders in volgorde van ontvangst 1072 18.5.4 Informatieplicht jegens niet-professionele belegger

in geval van afwikkelingsproblemen 1072 18.5.5 Onmiddellijke en correcte bijschrijving op rekening

cliënt 1072

18.5.6 Misbruik van informatie 1073

18.5.7 Samenvoeging van orders 1073

18.5.7.1 Geen samenvoeging van orders, tenzij 1073 18.5.7.2 Regels die in acht moeten worden

genomen bij samenvoeging van orders 1074 18.5.7.3 Wanneer is een samenvoeging ‘nadelig’

voor de cliënt? 1075

18.5.8 Limietorders 1077

18.5.8.1 Openbaarmakingsverplichting 1077 18.5.8.2 Ontheffing van

openbaarmakingsverplichting door AFM 1079

18.6 Conclusie 1079

XXXV

(30)

DEEL IVC GEDRAGSTOEZICHT

Markttransparantie en marktintegriteit

Hoofdstuk 19 Meldplicht en transparantieverplichtingen voor

en na de handel 1083

P.C. Cramer-De Jong

19.1 Inleiding 1083

19.2 Meldplicht voor beleggingsondernemingen 1086

19.2.1 Doelstelling 1086

19.2.2 Reikwijdte 1086

19.2.2.1 Definities 1086

19.2.2.2 Enkele specifieke situaties 1093

19.2.3 Wie moet melden? 1094

19.2.3.1 Hoofdregel 1094

19.2.3.2 Verantwoordelijkheid voor meldingen 1095 19.2.3.3 Bij welke toezichthouder moet worden

gemeld? 1095

19.2.3.4 Samenloop van meldingen binnen

keten van transacties 1096

19.2.4 Wat moet worden gemeld? 1097

19.2.4.1 Hoofdregel 1097

19.2.4.2 Bevoegdheid tot verzoek om aanvullende

gegevens 1098

19.2.5 Hoe en wanneer moet worden gemeld? 1098

19.2.5.1 De wijze van melden 1098

19.2.5.2 Transaction Reporting System (TRS) 1099

19.2.5.3 Tijdstip van melding 1100

19.2.6 Evaluatie van transactiemeldingen 1100

19.2.7 Bewaarplicht 1100

19.2.8 Verplichting tot verstrekking van

referentiegegevens voor financiële instrumenten 1100

19.3 Transparantie voor en na de handel 1101

19.3.1 Doelstelling 1101

19.3.2 Reikwijdte uitgebreid 1103

19.3.2.1 Type handelsplatform 1103

19.3.2.2 Type instrumenten 1104

19.3.3 Wie moet melden? 1105

19.3.4 Wat moet openbaar worden gemaakt door beleggingsondernemingen die een

handelsplatform exploiteren? 1106

XXXVI

(31)

19.3.4.1 Handelsplatformen:

eigenvermogensinstrumenten voor

de handel 1106

19.3.4.2 Ontheffing voor

eigenvermogensinstrumenten voor de handel 1107 19.3.4.3 Volumebeperkingsmechanisme 1111 19.3.4.4 Handelsplatformen: andere dan

eigenvermogensinstrumenten voor de

handel 1112

19.3.4.5 Tijdelijke schorsing voor andere dan eigenvermogensinstrumenten voor de

handel 1113

19.3.4.6 Ontheffing voor andere dan

eigenvermogensinstrumenten 1114

19.3.4.7 Handelsplatformen:

eigenvermogensinstrumenten na de handel 1117 19.3.4.8 Handelsplatformen: andere dan

eigenvermogensinstrumenten na de

handel 1118

19.3.4.9 Tijdelijke schorsing 1119

19.3.5 Wat moet openbaar worden gemaakt door

beleggingsondernemingen met SI? 1120

19.3.5.1 Beleggingsondernemingen met SI:

eigenvermogensinstrumenten voor de

handel 1120

19.3.5.2 Beleggingsondernemingen met SI:

andere dan eigenvermogensinstrumenten

voor de handel 1123

19.3.5.3 Uitgezonderde beleggingsondernemingen

met SI 1125

19.3.5.4 Beleggingsondernemingen die geen handelsplatform exploiteren:

eigenvermogensinstrumenten na de handel 1125 19.3.5.5 Beleggingsondernemingen die geen

handelsplatform exploiteren: andere dan eigenvermogensinstrumenten na de

handel 1126

19.3.5.6 Uitstel en tijdelijke schorsing 1127 19.3.6 Op welke wijze moet worden gepubliceerd en

wanneer? 1129

19.3.6.1 Wijze van publiceren 1129

XXXVII

(32)

19.3.6.2 Tijdstip van publicatie 1130 19.3.6.3 Uitstel na de handel mogelijk 1132

19.4 Conclusie 1136

Hoofdstuk 20 Klikplicht 1139

F.M.A.’t Hart

20.1 Inleiding 1139

20.1.1 Contouren oud regime 1139

20.1.2 De klikplicht nader beschouwd 1142

20.2 Het nieuwe regime in kort bestek 1143

20.2.1 Normadressaat 1144

20.2.2 Transacties 1144

20.2.3 Verbod marktmisbruik 1144

20.2.4 Preventie en opsporing 1145

20.3 Regelgeving en bronnen 1145

20.3.1 Marktmisbruikverordening 1145

20.3.2 Gedelegeerde verordening 2016/957 1145

20.3.3 ESMA 1146

20.3.4 AFM 1146

20.3.5 Wft en Besluit marktmisbruik 1146

20.4 Het nieuwe klikplicht regime 1147

20.4.1 Klikplicht 1147

20.4.2 Normadressaten 1147

20.4.3 Preventie-, monitorings- en opsporingsplicht 1148

20.4.4 Software 1149

20.4.5 Professional judgment 1150

20.5 De interne organisatie 1151

20.5.1 Systemen, regelingen en procedures 1151

20.5.2 Analyse 1152

20.5.3 Uitbesteding 1153

20.5.4 Opleiding 1154

20.5.5 Documentatieplicht 1155

20.6 De melding 1156

20.6.1 Meldingsplicht 1156

20.6.2 Tijdstip melding 1157

20.6.3 Redelijk vermoeden 1158

20.7 Geheimhouding en aansprakelijkheid 1159

20.7.1 Geheimhouding 1159

20.7.2 Vertrouwelijkheid melding AFM 1160

20.7.3 Vrijwaring 1161

XXXVIII

(33)

20.8 Samenloop 1161 20.8.1 Verschillende verplichtingen ter preventie en

opsporing marktmisbruik 1161

20.8.2 Besluit uitvoering verordening marktmisbruik 1161

20.9 Behaalde resultaten 1162

20.9.1 Algemeen 1162

20.9.2 Het AFM rapport 2007 1163

20.9.3 Het AFM rapport 2010 1164

20.9.4 Jaarverslagen 2013 tot en met 2017 1165

20.9.5 Handhaving 1165

20.9.6 Jurisprudentie 1168

20.9.7 Kritiek EESC 1169

20.10 Slot 1170

DEEL IVD GEDRAGSTOEZICHT Handelsplatformen

Hoofdstuk 21 Handelsplatformen 1175

F.F. Nagelkerke

21.1 Inleiding 1175

21.2 Wat zijn handelsplatformen in de zin van de Wft? 1177

21.2.1 Algemeen 1177

21.2.2 Multilaterale handelsfaciliteit (MTF) 1177 21.2.3 Georganiseerde handelsfaciliteit 1182

21.2.4 Gereglementeerde markt 1185

21.2.5 Beleggingsonderneming met systematische

interne afhandeling (SI) 1187

21.3 Vergunning 1191

21.3.1 Algemeen 1191

21.3.2 Vergunning en procedure 1192

21.3.2.1 Algemeen 1192

21.3.2.2 MTF en OTF 1192

21.3.2.3 Uitleg AFM van begrip‘in Nederland’ 1193

21.3.2.4 Gereglementeerde markt 1194

21.3.2.5 SI 1196

21.3.3 Kosten van een vergunning 1197

21.3.4 Vereisten voor vergunning 1198

21.3.4.1 Algemeen 1198

21.3.4.2 Betrouwbaarheid en geschiktheid

dagelijks beleidsbepalers 1199

XXXIX

(34)

21.3.4.3 Verklaring van geen bezwaar 1201 21.3.4.4 Aansluiting beleggerscompensatiestelsel 1203

21.3.4.5 Aanvangskapitaal 1204

21.3.4.6 Organisatorische eisen 1205

21.3.4.7 Integere bedrijfsvoering 1205 21.3.4.8 Beleid ter voorkoming van

belangenconflicten 1206

21.3.4.9 Inrichting van de bedrijfsvoering 1208 21.3.4.10 Matched principal trading 1209 21.3.4.11 Clearing en settlement en uitbesteden 1209

21.3.4.12 Vermogensscheiding 1210

21.3.4.13 Regels inzake handelsproces en

afhandeling van transacties 1211 21.3.4.14 Criteria voor billijke en ordelijke handel

op MTF, OTF en gereglementeerde markt 1212 21.3.4.15 Toelating financiële instrumenten tot de

MTF, OTF en gereglementeerde markt 1213 21.3.4.16 Afwikkeling van transacties 1215 21.3.4.17 Toegang tot de handelsplatformen en

een SI 1216

21.3.4.18 Handelsonderbrekers, tick sizes en

kloksynchronisatie 1217

21.4 Europees paspoort 1218

21.4.1 Algemeen 1218

21.4.2 MTF en OTF 1219

21.4.3 Gereglementeerde markt 1221

21.4.4 SI 1221

21.4.5 Ontheffing 1221

21.5 Doorlopend toezicht 1222

21.5.1 Algemeen 1222

21.5.2 Bevoegde toezichthouders 1222

21.5.2.1 MTF, OTF en SI 1222

21.5.2.2 Gereglementeerde markt 1222

21.5.3 Markttransparantie 1223

21.5.3.1 Transactiemeldplicht 1223

21.5.3.2 Prijstransparantie vóór en ná de handel 1225 21.5.4 Toezicht op naleving regels van de MTF,

OTF en de gereglementeerde markt 1227

21.6 Clearing en settlement 1228

21.6.1 Algemeen 1228

XL

(35)

21.7 Handhavingsbevoegdheden van de AFM en DNB 1229 21.8 Regels voor beleggingsondernemingen met

betrekking tot handelsplatformen 1231

21.8.1 Algemeen 1231

21.8.2 Best execution 1231

21.8.3 Handelsverplichtingen 1231

21.9 Conclusie 1233

DEEL V HANDHAVING

Hoofdstuk 22 Bestuursrechtelijke handhaving 1237 J.R. van Angeren

22.1 Inleiding 1237

22.2 Toezicht op de naleving 1240

22.2.1 Algemeen 1240

22.2.2 Omvang medewerkingsplicht 1243

22.2.3 Verplichtingen van de toezichthouder bij het

uitoefenen van het toezicht 1246

22.2.4 Verplichting om handhavend op te treden? 1248

22.3 De aanwijzing 1250

22.4 Het benoemen van een curator 1257

22.5 Verbod lidmaatschap handelsplatform 1262

22.6 Sluiting bijkantoor 1262

22.7 Opschorting, onderbreking en uitsluiting van de handel 1263 22.8 Maatregelen ten aanzien van de accountant

van de beleggingsonderneming 1265

22.9 Last onder dwangsom 1265

22.10 De bestuurlijke boete 1269

22.11 Publicatie door de toezichthouders van handhavingsbesluiten 1276

22.11.1 Algemeen 1276

22.11.2 De openbare waarschuwing 1276

22.11.3 Het publiceren van handhavingsmaatregelen 1278

22.12 Conclusie 1281

Hoofdstuk 23 Strafrechtelijke handhaving 1283 R.M.I. Lamp, Y. Amar & V.J.C. de Bruijn

23.1 Inleiding 1283

23.2 De keuze voor strafrechtelijke handhaving 1284

XLI

(36)

23.3 De WED 1288 23.4 Strafbare Wft- en MAR-voorschriften van

toepassing op beleggingsondernemingen 1295

23.4.1 Algemeen 1295

23.4.2 Vergunningsplicht 1296

23.4.3 Aantrekken van opvorderbare gelden 1297

23.4.4 Gekwalificeerde deelneming 1297

23.4.5 Eigen vermogen en solvabiliteit 1298 23.4.6 Marktmisbruik en optreden op markten in

financiële instrumenten 1298

23.5 Strafbaarheid van open normen 1300

23.6 Relevante commune strafbare feiten 1300

23.6.1 Algemeen 1300

23.6.2 Valsheid in geschrifte 1301

23.6.2.1 Geschrift 1302

23.6.2.2 Bewijsbestemming 1303

23.6.2.3 Valselijk opmaken of vervalsen 1303

23.6.2.4 Oogmerk tot misleiding 1304

23.6.3 Oplichting 1304

23.6.3.1 Algemeen 1304

23.6.3.2 Oogmerk tot wederrechtelijke bevoordeling 1306

23.6.3.3 Causaliteit 1307

23.6.3.4 De oplichtingsmiddelen 1307

23.6.3.5 De overdracht 1308

23.6.4 Deelnemen aan een criminele organisatie 1308

23.6.4.1 Algemeen 1308

23.6.4.2 Organisatie 1309

23.6.4.3 Oogmerk tot het plegen van misdrijven 1310

23.6.4.4 Deelneming 1310

23.7 De strafbaarheid van rechtspersonen en feitelijk leidinggevers 1310

23.7.1 Algemeen 1310

23.7.2 Strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen 1311 23.7.3 Strafrechtelijke aansprakelijkheid van feitelijk

leidinggevers 1314

23.8 Una via 1315

23.8.1 Algemeen 1315

23.8.2 Einde strafrechtelijke vervolging bij (voorgenomen)

bestuurlijke boete 1316

XLII

(37)

23.8.3 Geen bestuurlijke boete na aanvang van het

strafrechtelijke onderzoek ter terechtzitting 1318 23.8.4 Uitwisseling gegevens tussen autoriteiten 1318

23.9 Slot 1319

REGISTERS 1323

Jurisprudentie 1325

Wetsartikelen 1333

Afkortingen 1351

Trefwoorden 1371

XLIII

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De percentages voor produktiederving zijn aannames, als deze niet optreedt heeft het gesloten systeem met transporttabletten een vergelijkbaar netto bedrijfsresultaat als

Van veel regio’s zijn voorlopige Concept RES’en gebruikt waarover nog niet besloten was, dus waarin nog wijzigingen konden optreden.. Desalniettemin geeft de analyse een goed eerste

De oorzaak van de schoolse vertraging kan te wijten zijn aan meerdere factoren: zittenblijven, ziekte, verlate instap in het lager onderwijs, … Leerlingen uit het

Tevens is het verzoek om uw kind geen paracetamol te geven voordat uw kind onze kinderopvang komt bezoeken, indien u dit onverhoopt wel hebt gedaan dient u dit door te geven aan

€ 1,5 miljoen vanaf 2022 en het structureel wegvallen van inkomsten uit dividendopbrengsten van Eneco voor een bedrag van € 0,4 miljoen vanaf 2021 (het wegvallen van deze twee

Zij zorgen er voor dat er een goed ontruimings- en inruimingsplan aanwezig is/zijn en zij organiseren ontruimingsoefeningen (minimaal 2). Tevens bewaken zij dat de school aan de

Ik had natuurlijk wel eens horen mompelen over het bestaan van calorieën, obesitas, diabetes, hartfalen, mensen bij wie de stoel om de heupen blijft hangen als ze opstaan, maar

Ook Gledhill (2013) beschrijft dat genre naar gemeenschappelijke kenmerken refereert en voegt daar aan toe dat elk genre bepaalde verwachtingen zal scheppen bij