PEDAGOGISCH WERKPLAN BSO & VSO POLDERKANJERS
Wilhelminalaan 17 4247 EM Kedichem
Registratienummer: 303933148 Aantal kindplaatsen: 12
Inhoudsopgave
1. Pedagogische basisdoelen
1.1 Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving 1.1.a Wennen
1.1.b Mentorschappen
1.1.c Brengen & halen bij school
1.1.d Dagindeling per basisgroep 1.1.e Opendeuren-beleid
1.1.f Vakantieopvang
1.1.g Lichamelijkheid, seksualiteit en intimiteit 1.2 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie 1.2.a Het spel, activiteiten & thema’s
1.2.b Spelbegeleiding
1.2.c Mediaopvoeding/TV en computer
1.2.d Begeleiden naar zelfstandigheid
1.3 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie 1.3.a Kanjermethodiek 1.4 Het overdragen van normen en waarden 1.4.a Feesten 1.4.b Welkom & Afscheid 1.4.c Huisregels & afspraken 2. De locatie en de groep
2.1 Indeling van de ruimte en de basisgroepen 2.1.a Binnenruimte
2.1.b Buitenruimte 2.2 De basisgroep
2.3 Achterwacht
2.4 Samenwerking met derden
3. De pedagogisch medewerker
3.1 Inzet pedagogisch beleidsmedewerker en coach 4. Ouderbetrokkenheid en ouderactiviteiten 4.1 Dagelijkse overdracht
4.2 Telefonisch contact
4.3 Ouderactiviteit 4.4 Nieuwsbrieven
4.5 Regels en afspraken
4.6 Haal-brengservice 4.7 Klasbord
Voorwoord
Voor u ligt het pedagogisch werkplan van Voorschoolse opvang (VSO) en Buitenschoolse opvang (BSO) Polderkanjers
Het pedagogisch werkplan is gebaseerd op het pedagogisch beleid van SKCN. In het pedagogisch werkplan staat beschreven hoe het pedagogisch beleid in de dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd.
Beschreven staan werkafspraken, richtlijnen met betrekking tot het pedagogisch handelen in de praktijk en afspraken ten aanzien van borging en bijstelling van het pedagogisch werkplan.
Het veiligheid- en gezondheidsbeleidsplan staat naast het pedagogisch beleidsplan. Daarin
beschrijven en borgen we hoe we een veilige en gezonde werk-, speel- en leefomgeving aanbieden, waarbij kinderen beschermd worden tegen risico’s met ernstige gevolgen en leren omgaan met kleine risico’s.
1 Pedagogische basisdoelen
Zoals al in het algemeen pedagogisch beleid beschreven staat werken we aan vier pedagogische basisdoelen die geformuleerd zijn door Marianne Risken-Walraven.
Deze zijn:
1. Het bieden van emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving.
2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie.
3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie.
4. Het overdragen van normen en waarden.
1.1 Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving 1.1.a Wennen
De stappen die de verschillende medewerkers van SKCN volgen, vanaf het moment dat ouders interesse tonen in buitenschoolse opvang tot het moment van plaatsing van het kind, staan beschreven in ons kwaliteitshandboek.
De wenperiode van nieuwe kinderen start met een intakegesprek. Het intakegesprek is de eerste kennismaking tussen ouders, kind en de pedagogisch medewerker/mentor. Er is ruimte om
wederzijds vragen te stellen en er worden afspraken gemaakt rondom de begeleiding van het kind, ophalen van school, zo nodig taxivervoer, groepsregels, samenwerking met school e.d.
Ouders ontvangen een intakepakket, met huisregels, protocollen en formulieren. Ouders kunnen de intakemap thuis doorlezen en de formulieren ondertekend retour meenemen bij de eerste keer wennen. Elk kind dat geplaatst wordt krijgt de mogelijkheid om twee middagen te wennen, tijdens het intake gesprek worden deze afspraken gemaakt.
Wanneer het kind vanuit een kinderdagverblijf of peuterspeelgroep van SKCN doorstroomt naar de BSO, nemen de pedagogisch medewerkers/mentors van beide groepen contact met elkaar op voor een overdracht. Het kind dossier en de observatielijsten vanuit het programma KIJK worden overgedragen, wanneer het kind officieel overgaat naar de VSO/BSO.
1.1.b Mentorschappen
Elk kind heeft een mentor. De mentorschappen worden inzichtelijk gemaakt op de groep en staan geregistreerd in het kindplannings-systeem Rosa. Op de groep hangen foto’s met daarop de naam van de kinderen. Daarbij hangt ook de mentor van het kind. Bij nieuwe kinderen wordt er uitleg gegeven wat en wie de mentor is en hoe ze dat kunnen zien.
Ieder kind en iedere ouder kent de mentor, zoals beschreven staat in het pedagogisch beleidsplan.
De mentor is verantwoordelijk om het kind volgsysteem KIJK in te vullen en 1 x per jaar door te nemen met de ouders en evt. het kind.
1.1.c Brengen & ophalen bij school VSO
De kinderen worden door de ouder(s) naar de VSO gebracht.
Tijdens schoolweken is de voorschoolse opvang geopend vanaf 7 uur. De kinderen worden dor de ouders gebracht en de pedagogisch medewerker brengt de kinderen naar de klas. Zo nodig geeft de pedagogisch medewerker een overdracht aan de leraar.
BSO
Tijdens schoolweken komen de kinderen van de Sterrenkijker zelf naar de BSO. De kinderen van groep 1 & 2 worden door de leerkracht gebracht. Tijdens schoolweken worden de kinderen van de basisschool de Sterrenkijker in Kedichem, na schooltijd ontvangen door de pedagogisch
medewerkers.
De 3 uursregeling wordt op deze locatie niet toegepast.
1.1.d Dagindeling per basisgroep A. Schoolweken
VSO vanaf 7.30 uur
Binnenkomst Drinken/eventueel ontbijt
Vrij spel, verzorging of een activiteit 8.15 Brengen naar school
Korte middag vanaf ca. 14:30 uur
Binnenkomst Drinken/ fruit en groente Vrij spel of een activiteit 17:00 uur Drinken in de eigen basisgroep Ophalen Vrij spel
Lange middag vanaf 12:00 uur Binnenkomst Brood en melk
Vrij spel
± 14:30 uur Evt. binnenkomst van kinderen die later uit zijn Drinken/Fruit en groente
Vrij spel of een activiteit 17:00 uur Drinken in de eigen basisgroep Ophalen Vrij spel
B. Vakanties en vrije dagen
7:00 uur Kinderen met een VSO-contract kunnen komen 8:00-10:00 uur BSO kinderen kunnen komen
Vrij spel
10:00 uur Drinken en een gezond tussendoortje Vrij spel of een activiteit
12:00 uur Brood of andere gezonde lunch en melk Vrij spel of een activiteit
15:00 uur Drinken/Fruit en groente Vrij spel of een activiteit 17:00 uur Drinken in de eigen basisgroep
Vrij spel en naar huis
Elk kind wordt bij binnenkomst begroet en welkom geheten op de basisgroep. De kinderen mogen vrij spelen en eventueel alvast water drinken. Wanneer alle kinderen binnen zijn gaan de kinderen naar de eigen basisgroep en wordt er gezamenlijk gegeten aan tafel, conform het voedingsbeleid en het traktatiebeleid.
Op de lange middagen is er een gezamenlijke broodmaaltijd als lunch conform het voedingsbeleid.
Tijdens de vakantieopvang wordt er bij de lunch vaak iets speciaals gedaan, bv broodje gezond, gebakken ei (maximaal één maal per week iets minder gezond). Soms koken de kinderen zelf of is de maaltijd aangepast aan het thema. Het eetmoment is geschikt om te luisteren naar de
verhalen/inbreng van de kinderen (we luisteren naar elkaar!). Het thema en diverse
activiteitenmogelijkheden worden besproken. Het is een belangrijk groepsmoment. De eet- en drinkmomenten duren niet te lang en de kinderen helpen bij het afruimen en opruimen. Ieder kind brengt zijn eigen bord en beker naar het aanrecht. De pedagogisch medewerker verdeelt hierin de taken.
Voor en na het eten is een moment dat kinderen naar de WC gaan. Tussendoor zijn de kinderen natuurlijk steeds in de gelegenheid naar het toilet te gaan. Het is de bedoeling dat kinderen steeds even melden als ze naar het toilet gaan, zodat de pedagogisch medewerker weet waar elk kind is. Na de toiletgang wassen kinderen de handen. SKCN heeft richtlijnen opgesteld ten aanzien van
zindelijkheid.
1.1.e Opendeuren-beleid
Na het eten en drinken mogen kinderen vrijspelen en/of deelnemen aan activiteiten in de
basisgroep. De pedagogisch medewerkers houden toezicht en bieden activiteiten aan. Ieder kind is vrij om deel te nemen aan een activiteit of zelf een keuze te maken in wat het wil gaan doen.
Kinderen worden gestimuleerd om dagelijks buiten te spelen, ook buiten worden activiteiten aangeboden. De pedagogisch medewerkers houden buiten toezicht en spelen mee.
Rond 17.00 uur bouwt de pedagogisch medewerker een rustig moment in. Kinderen krijgen nog iets te drinken in de basisgroep aangeboden. Er is tijd voor een (gezelschaps-) spel en een verhaal.
De BSO is geopend tot 18.30 uur. Bij het ophalen is er tijd voor een overdracht, een praatje en kunnen bijzonderheden worden gemeld. De pedagogisch medewerkers nemen duidelijk afscheid van de kinderen. Rond de klok van 18.00 uur worden de groepen samengevoegd.
Met betrekking tot het halen en brengen zijn de volgende werkafspraken gemaakt:
Kinderen duidelijk aanspreken bij hun naam en welkom heten of duidelijk afscheid nemen.
Zorgen voor een goede overdracht aan de ouders.
Gedag zeggen bij weggaan.
Even zeggen als je ergens anders gaat spelen
Vriendjes en vriendinnetjes mogen in overleg met de pedagogisch medewerkers, na schriftelijke toestemming van de ouders incidenteel mee naar de BSO.
1.1. f Vakantieopvang
In de vakanties en op schoolvrije dagen zijn we de hele dag open vanaf 8.00 of VSO tijden, wanneer dat is afgesproken. De kinderen worden door hun ouders gebracht. Op deze dagen wordt er door alle kinderen geluncht. In de vakantie wordt een uitdagend activiteitenprogramma aangeboden en staat een thema centraal. De BSO locaties worden soms in de vakanties samengevoegd als het kind aantal op 3 dagen in de week onder de 11 is. De locatie sluit dan en de kinderen zijn welkom bij BSO de Polderkanjers in Leerdam. Dit wordt vooraf doorgegeven aan ouders. Het streven is dat er een pedagogisch medewerker van de eigen locatie aanwezig is tijdens de vakantie opvang. Tevens bestaat de mogelijkheid voor het kind en ouder om kennis te maken met de locatie in Leerdam.
1.1. g Lichamelijkheid, seksualiteit en intimiteit
Het beleid rondom dit thema staat beschreven in het pedagogisch beleidsplan BSO. Het beleid passen we toe volgens de onderstaande afspraken.
Omgangsregels en houding:
Als kinderen nieuwsgierig worden naar hun eigen lichaam of dat van de andere kinderen gaan de pedagogisch medewerkers er zo normaal mogelijk mee om. Er worden hierbij wel grenzen gesteld.
Dit om pedagogisch medewerkers en andere kinderen te beschermen tegen ongewenst gedrag/intimiteiten.
Als een kind de pedagogisch medewerker aanraakt op intieme plekken, benoemen dat je dat niet fijn vindt
Kinderen mogen doktertje spelen, broek/rok blijven aan
Bij mooi weer hebben de kinderen een zwempak of zwembroek aan
Zoentjes alleen op de wang
Kinderen doen elkaar geen pijn en doen geen dingen onder dwang
Er worden nette woorden gebruikt om de geslachtsdelen te benoemen.
Bij jongetjes is het woord “piemel” en bij meisjes “plassertje”. Als de kinderen ouder zijn worden de woorden “penis/piemel” en “vagina” gebruikt. Als kinderen schelden of vieze woorden zeggen, benoemen het gevoel wat er achter zit en leren de kinderen hoe zij hiermee om kunnen gaan. Ook de pedagogisch medewerkers letten op hun taalgebruik.
Er gebeuren geen gevaarlijke dingen
Op de BSO is de omgeving zo ingericht dat er ruimte is voor privacy door het gebruik van speelhoeken die voor een deel afgeschermd zijn (bijv. door gebruik te maken van een halfhoog kastje dwars in de ruimte te zetten)
Er zijn op de BSO computerspellen die passen bij de leeftijd van het kind en waar geen seks en geweld in voor komt. Kinderen mogen gebruik maken van het internet. Daarbij wordt er gebruik gemaakt van een surfsleutel
1.2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie 1.2.a Het spel, activiteiten & thema’s
De pedagogisch medewerkers bieden de kinderen een uitdagende speel- en leeromgeving aan, door activiteiten en te werken met thema’s in de vakantie.
Per basisgroep wordt er dagelijks een activiteit aangeboden.
Iedere week komen drie van de onderstaande pijlers aanbod.
Sport, beweging, spel
Expressie / drama / muziek
Kunst, cultuur en knutselen ( musea bezoeken)
Koken, voeding & tuinieren
Natuur, techniek en wetenschap
Maatschappelijke oriëntatie, bv bezoek aan verzorgingstehuis.
Vakantiethema’s
In iedere vakantie wordt er een thema gekozen, samen met de kinderen. Het lokaal wordt aangekleed in het thema. Dit kan samen met de kinderen worden opgebouwd en mogelijk ook worden afgebouwd. Met deze rijke speel-leeromgeving krijgen kinderen de gelegenheid om hun persoonlijke competenties te ontwikkelen.
De pedagogisch medewerkers maken een (vakantie) planning in afstemming met de kinderen, activiteitencoördinator, combi-functionarissen vanuit gemeente en ouders. Het activiteitenschema wordt hiervoor gebruikt.
Activiteitencoördinator
De activiteitencoördinator maakt een kwartaalplanning met workshops in samenwerking met combifunctionarissen vanuit gemeente en met school vanuit het naschools aanbod. De activiteitencoördinator organiseert zelf ook workshops en uitstapjes in samenwerking met de locaties.
Naschools aanbod
Soms biedt de school of de gemeente (combi-functionarissen) een naschools aanbod aan waar ouders hun kinderen voor in kunnen schrijven, ook tijdens BSO-tijd. Ouders zijn verantwoordelijk voor het kind tijdens de deelname aan het naschools aanbod. De BSO kan in overleg met ouders achterwacht zijn of begeleiding bieden van, naar of tijdens het aanbod. Vanwege de kleine locatie en omdat de pedagogisch medewerker alleen werkt, kan dit alleen binnen de school en kan zij niet halen of brengen.
Uitstapjes
De BSO maakt geregeld uitstapjes. Dit kan zijn naar de sport/voetbalvelden, schaatsen in Utrecht, zomers naar een pretpark, speeltuin e.d.
De richtlijnen voor een activiteit buiten de BSO zijn beschreven in het protocol uitstapjes.
1.2.b Spelbegeleiding
Het spelmateriaal dat op de buitenschoolse opvang aanwezig is, stimuleert het kind tot spel en past bij de ontwikkeling. Het spel van kleuters bestaat vooral uit motorisch spel, rollenspel en fantasiespel en het doen van creatieve activiteiten zoals knippen, plakken, kleien, verven, tekenen en kleuren. Het denken maakt in de kleuterleeftijd een grote ontwikkelingssprong. Behalve het begrip van het
concreet waarneembare in het hier en nu, ontwikkelt het kind de mogelijkheid om ook steeds meer in abstracte begrippen te denken. Vanaf vijf jaar vermindert het egocentrisch denken en kan een kind zich steeds beter in een ander verplaatsen. In het rollenspel wordt deze vaardigheid geoefend. Vanaf een jaar of 8 wordt het functioneren binnen de groep leeftijdsgenoten steeds belangrijker en worden meer ‘volwassen’ vaardigheden geoefend. Competitie gaat onder basisschoolkinderen een steeds grotere rol spelen.
Fantasiespel
Met fantasiemateriaal kan een kind het dagelijks leven nabootsen of zijn verbeelding uitspelen.
Hierdoor krijgt het kind grip op de wereld om zich heen. Verschillende rollen kunnen worden geoefend en gevoelens krijgen een plaatsje. Tijdens dit spel kan het kind alleen en samen spelen.
Door middel van het fantasiespel en rollenspel worden eigenlijk alle ontwikkelingsgebieden gestimuleerd.
Kinderen in de kleuterleeftijd spelen graag rollenspel met elkaar. Op de BSO is o.a. een poppenhoek, bouwboek, er zijn verkleedkleren, er zijn autootjes en speelgoedgereedschap. Er zijn geen
speelgoedwapens, maar kinderen krijgen wel de gelegenheid deze zelf te maken van constructiemateriaal, mits het spel plezierig voor ieder blijft.
Ragespeelgoed
In de basisschoolleeftijd ontstaan er regelmatig rages, waarbij bepaalde activiteiten of bepaald spelmateriaal ineens favoriet is bij kinderen. Omdat de VSO/BSO zoveel mogelijk probeert aan te sluiten bij de interesse- en belevingswereld van de kinderen, wordt het spel- en activiteitenaanbod daarom zoveel mogelijk aangepast aan wat op dat moment populair is. Daarbij worden de eigen uitgangspunten van SKCN niet uit het oog verloren.
1.2.c Mediaopvoeding: TV, computer en tablet
Onder kinderen is TV kijken en het doen van computerspelletjes erg populair. SKCN heeft in haar beleid richtlijnen opgenomen hoe om te gaan met TV en computer/(eigen) tablet.
De BSO kinderen mogen maximaal 20 minuten een computerspel doen. Er zijn op de BSO
computerspellen die passen bij de leeftijd van het kind en waar geen seks en geweld in voor komt.
Maximaal twee kinderen mogen meekijken. Kinderen onder de 8 jaar kunnen geen gebruik maken van het internet. De kinderen van 8 jaar en ouder mogen onderzicht van een pedagogisch
medewerker iets op zoeken voor een werkstuk, een spreekbeurt of zoiets dergelijks.
Tijdens de schoolweken wordt er af en toe televisie gekeken, bijvoorbeeld als het vies weer is. Het gaat dan altijd om een kort moment van ongeveer een kwartier à 20 minuten. Op alle BSO locaties is er de mogelijkheid voor video en DVD. Tijdens de vakanties wordt er ’s middags na de lunch een langere film gekeken. Mede om een rustmoment in de dag te creëren. Deze films zijn altijd zonder seks en geweld en geschikt voor de leeftijd van de aanwezige kinderen.
Wat betreft de aanschaf van computerspellen, en de keuze voor televisieprogramma’s en films hebben de kinderen inspraak, mits zij voldoen aan bovengenoemde criteria.
1.2.d Begeleiden naar zelfstandigheid
Vanaf ongeveer 8/9 jaar worden kinderen zelfstandiger. Kinderen willen graag zonder toezicht buiten kunnen spelen, ze willen eens alleen naar de bibliotheek of een boodschap doen, met een groepje naar het sportveld gaan. Op deze manier kunnen kinderen zoveel mogelijk hun vrije tijd naar eigen wens invullen. Ieder jaar bespreken de mentoren met ouders en hun kind(eren) de afspraken over autonomie en zelfstandigheid, welke vervolgens worden vastgelegd in de zelfstandigheidsverklaring en worden bewaard in de map kindgegevens. Er worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld, aan afgesproken tijden houden, bepaalde routes volgen om ergens te komen (zodat wij ze in geval van nood tegemoet kunnen komen), het spelen bij vriendjes en bereikbaarheid, zelfstandig naar huis gaan na een telefoontje van de ouders, etc. De mentor bespreekt de verklaring met ouders en kinderen door en we vinden het wenselijk dat beiden de verklaring ondertekenen, zodat ook het kind zich bewust is van de gemaakte afspraken.
1.3 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie 1.3.a Kanjermethodiek
Binnen de BSO maken wij gebruik van aspecten uit de Kanjermethode. In deze methode staat het wederzijds respect voorop. Het kind heeft respect voor “de ander” en “voor het andere”, zoals beschreven in het pedagogisch beleidplan. Regelmatig wordt de methodiek besproken met de kinderen. Er worden diverse kanjerspelletjes en activiteiten aangeboden. Op iedere BSO hangen drie posters, welke visueel maken hoe we met de kanjermethodiek werken. Bij gesprekken met kinderen worden de posters gebruikt om de methodiek te visualiseren en te concretiseren. We vragen de kinderen in individuele gesprekjes of in de groep naar hun bedoeling en maken afspraken, lukt dit niet, dan worden ouders betrokken bij de afspraken, middels de ‘oepsbrief’. De eerst week na de kerstvakantie en eerste week na de zomervakantie wordt er op de groepen aandacht besteed aan de kanjermethodiek. De huisregels worden uitgelegd, (ondertekend) en herhaald.
1.4 Het overdragen van normen en waarden 1.4.a Feesten
Ook op het buitenschoolse opvang wordt aandacht besteed aan de feestdagen met bijbehorende rituelen en versieringen. We vieren Sinterklaas en Kerst en vieren de verjaardagen. Wanneer een kind jarig is staat het kind even in het middelpunt van de belangstelling, worden er verjaardagsliedjes gezongen en mag de jarige een (gezonde) traktatie uitdelen. Daarnaast streven we jaarlijks naar een gezellig samenzijn met kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers.
1.4.b Welkom & Afscheid
Wanneer een kind van de VSO/BSO opvang afgaat, wordt een afscheidsfeestje gevierd. Ook hier wordt duidelijk aandacht aan besteed. Kinderen die afscheid nemen krijgen een
herinneringscadeautje van SKCN mee naar huis als aandenken aan de VSO/BSO.
1.4.c Huisregels & afspraken
Regels zijn belangrijk om het gedrag binnen de groep te reguleren. De jongste kinderen kunnen nog moeilijk rekening met elkaar houden of de gevolgen van hun gedrag overzien. Door regelmatig te herhalen wat er van een kind wordt verwacht en aandacht te geven aan wat goed gaat, zal dit echter steeds gemakkelijker worden.
Ook oudere kinderen vergeten in het vuur van hun spel soms aan welke regels ze zich moeten houden of proberen de grenzen van wat wel en niet geoorloofd is wat te verleggen.
Huisregels voor kinderen Aankomst
Rustig naar binnen gaan
Lopen in de gang, rennen doen we buiten
Schoenen mogen uit, opruimen in de hal
Jas en tas aan de kapstok in de luizenzak Het omgaan met elkaar
We vertrouwen elkaar
We helpen elkaar
Niemand speelt de baas
Niemand lacht uit
Niemand blijft zielig
Niemand doet elkaar opzettelijk pijn of verdriet
We hebben goede bedoelingen
We storen elkaar niet
We luisteren naar elkaar Conflictsituaties
Je probeert eerst zelf de ruzie op te lossen en zegt “ik vind het niet leuk, dat….”
Je vraagt hulp aan een vriend of vriendin
Je biedt hulp aan bij een conflict bij een ander
Je vraagt hulp aan de pedagogisch medewerker
We bespreken problemen met elkaar
We zoeken samen oplossingen en maken afspraken met elkaar
Heb je de regels overtreden, dan krijg je een waarschuwing. Samen met de pedagogisch
medewerker vul je de “oeps” brief in. Deze bespreek je met je ouders en neem je weer mee naar de VSO/BSO
Regels bij het spelen binnen
Het speelgoed opruimen voordat je met iets anders gaat spelen of naar huis gaat
Wanneer je eigen speelgoed meeneemt naar de BSO, ben je daar zelf verantwoordelijk voor
Gebruik speelgoed en materiaal waarvoor het bedoeld is en ga er zorgvuldig mee om
Regels voor Tv kijken en computeren
Speelgoed blijft in de speelhoek
Skates, rolschaatsen, steppen, fietsen, e.d. doen we buiten
Voetballen doen we buiten Regels bij het spelen buiten
Buiten rekening houden met andere kinderen wanneer je aan het spelen bent
Ben je 9 jaar en vinden je ouders het goed (na toestemming verklaring van ouders) dan mag je zelfstandig gaan spelen bij een vriendje of vriendinnetje, naar activiteiten gaan en/of spelen buiten het terrein van de BSO.
Binnen de omheining blijven. Wanneer er geen pedagogisch medewerker buiten is, worden er afspraken gemaakt waar er gespeeld mag worden. Alleen klimmen in daarvoor bestemde speeltoestellen
In de wintermaanden als het donker wordt, mag er op het voorplein gespeeld worden, mits er een pedagogische medewerker buiten is. Plein moet voorzien zijn van licht.
Tijdens het lopen naar of van school /voetbalvelden zijn de volgende regels afgesproken. We lopen rustig
Je blijft bij de pedagogisch medewerker lopen
Je steekt de straat pas over als je daar toestemming voor hebt gekregen en zelf goed gekeken hebt
Eten en drinken
Voor het eten en drinken, plassen en handen wassen met zeep
Wachten met eten tot iedereen zijn boterham of cracker heeft gesmeerd
Op de eerste boterham wordt iets hartigs gegeten, bij crackers mag gelijk zoet
Je mag bij het brood eten vijf boterhammen, bij het crackers eten drie
Geen speelgoed aan tafel tijdens het eten
Wanneer je knoeit, mag je dit zelf opruimen. De pedagogisch medewerker begeleidt je daarbij
Iedereen helpt met opruimen van de tafel
Tijdens het eten zitten we aan tafel, ook bij bijv. fruit wat wordt uitgedeeld.
Eigen beker, bord en mes opruimen
Je mag van tafel als iedereen aan je tafel klaar is met eten en drinken, na toestemming van de pedagogisch medewerker
Naar de wc gaan
Als je naar de wc gaat meld je dit aan de pedagogisch medewerker. Zo weet de pedagogisch medewerker waar je bent
Je gaat om de beurt naar de wc
Handen wassen met zeep
De wc doortrekken
Wanneer je hulp nodig hebt, vraag je dit aan de pedagogisch medewerker Vertrek
Eerst speelgoed opruimen waarmee je aan het spelen bent
We nemen afscheid en zeggen elkaar gedag
2 De locatie en de groep
2.1 Indeling van de ruimte en de basisgroepen
BSO Polderkanjers is gevestigd in de basisschool de Sterrenkijker, vesteging Kedichem. De BSO heeft één basisgroep.
Verticale groep 4 t/m 13 jaar 12 kinderen
2.1.a Binnenruimte
De inrichting van de groepsruimte is afgestemd op de diverse leeftijden van de kinderen. De groepen zijn uitnodigend, veilig en functioneel ingericht. De ruimte biedt de kinderen de mogelijkheid tot vrij spel, de gelegenheid zich even terug te trekken of het doen van een gezamenlijke activiteit aan tafel.
De ruimte biedt volop de mogelijkheid voor spel in verschillende hoeken en ondersteunen de kinderen zoveel mogelijk naar zelfstandigheid. Er zijn bijvoorbeeld open speelgoedkasten, zodat kinderen zelf speelgoed kunnen kiezen en opruimen. Het spelmateriaal is aangepast aan het ontwikkelingsniveau van de kinderen. De keuken grenst aan groep 2 en de hal.
Daarnaast zijn er verschillende hoeken waar kinderen zich kunnen terugtrekken voor spel. Bij de jongste groep is er een hoek met o.a. een poppenhuis, poppen en een poppenkast. Er is een hoek waar gespeeld kan worden met voertuigen en bouwmateriaal. Er is een mogelijkheid om op de gang te spelen. In de gang hangen (beschermd) jashaken op kindhoogte. De BSO heeft een eigen
kindertoilet.
Gebruik van de gymzaal:
Alleen onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers mogen de kinderen in de gymzaal spelen, zodat ze gelegenheid krijgen om te spelen, rennen, klimmen.
Het klimrek mag gebruikt worden, onder toezicht van de pedagogisch medewerker. Er liggen dan altijd matten onder het klimrek. De deur van de gymzaal staat open en de deur wordt vastgezet met de deurstopper. Voorafgaand aan het gebruik van de gymzaal inspecteert de pedagogisch
medewerker de ruimte op veiligheid.
2.1.b Buitenruimte
BSO Polderkanjers maakt gebruik van de buitenspeelruimte en van de speelpleinen van de school aan achterzijde van het gebouw. Bij voorkeur speelt een pedagogisch medewerkster samen met de kinderen buiten. Oudere kinderen mogen zelfstandig op het plein spelen, conform de afspraken welke zijn vastgelegd in de zelfstandigheidsverklaring.
De schoolpleinen zijn ingericht met verschillende speeltoestellen, en afgestemd op de leeftijden van de kinderen. De speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd op veiligheid door een gecertificeerd bedrijf in opdracht van de basisschool. Het logboek wordt bewaard in het kwaliteitshandboek veiligheid en gezondheid. Er is ruim voldoende buitenmateriaal zoals fietsen, skelters, ballen en springtouwen. Ook is er ruim de gelegenheid om te rennen, te fietsen, met skelters te rijden, met de bal te spelen of andere activiteiten te doen.
Op het eigen plein mogen kinderen vanaf 4 jaar buitenspelen. Bij voorkeur speelt een pedagogisch medewerker samen met de kinderen buiten. Mocht dit niet gaan, dan mogen de kinderen zelfstandig op het plein spelen en houden de medewerkers toezicht vanuit het lokaal. Ouders geven daarvoor toestemming d.m.v. de zelfstandigheidsverklaring. Vanaf 7 jaar mogen kinderen zelfstandig op de schoolpleinen spelen. Bij voorkeur speelt een pedagogisch medewerker samen met de kinderen buiten.
Mocht dit niet gaan, dan mogen de kinderen zelfstandig op het plein spelen en loopt de pedagogisch medewerkers regelmatig langs. Kinderen komen melden wanneer er hulp of een interventie nodig mocht zijn.
Het schoolplein is ingericht met verschillende speeltoestellen. Het plein voor de jongste kinderen heeft o.a. een zandbak en glijbaan. De eigen speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd door een gecertificeerd bedrijf Jannic uit Asperen. De andere pleinen en speeltoestellen vallen onder het beheer van de jenaplanschool de Wilgenhoek. Er is ruim voldoende buitenmateriaal zoals fietsen, skelters, ballen en springtouwen. Ook is er ruim de gelegenheid om te rennen, te fietsen, met skelters te rijden, met de bal te spelen of andere activiteiten te doen.
2.2 Basisgroepen
De BSO biedt opvang aan kinderen van 4 tot 13 jaar en biedt 12 kindplaatsen.
Iedere basisgroep heeft vaste pedagogisch medewerkers. De mentorschappen zijn verdeeld over de pedagogisch medewerkers.
2.3 Achterwacht
Bij een calamiteit belt de pedagogisch medewerker met de grotere BSO’s in Leerdam. De achterwacht is verdeeld en te vinden in het protocol achterwacht en staat altijd duidelijk op het maandelijkse personeelsrooster. Binnen tien minuten komt er een medewerker ondersteuning bieden.
Enkele medewerkers zijn opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Minimaal twee keer per jaar oefenen de kinderen en pedagogisch medewerkers een ontruimingsoefening. Daarnaast wordt er regelmatig met de kinderen besproken wat ze moeten doen als er iets met de pedagogisch medewerker gebeurd. In het ontruimingsplan en protocol achterwacht zijn telefoonnummers en nadere informatie hierover opgenomen.
2.4 Samenwerking met derden
BSO Polderkanjers is gevestigd in kindcentrum Het Kristal, dit is een samenwerkingsverband tussen O2A5 & SKCN. Onder het kindcentrum vallen ook Kinderdagverblijf de Krullevaar en jenaplanschool de Wilgenhoek. Met andere scholen zijn er ook verschillende initiatieven tot samenwerken. SKCN wil in de toekomst nog meer gaan samenwerken met haar partners van de Wilgenhoek en de Klimop school.
Samenwerking met Samendoen. Er worden regelmatig samen met de combi-functionarissen Sport en de cultuurcoaches van het Glasmuseum, samen gewerkt.
3. De pedagogisch medewerker
drijven en organisaties. Het maatschappelijke veld en het bedrijfsleven werken s
3.1 Inzet Pedagogisch beleidsmedewerker en coach
De wet IKK1 (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) schrijft voor dat elke kinderopvangorganisatie een pedagogisch beleidsmedewerker in dienst moet hebben. Pedagogisch beleidsmedewerkers dragen bij aan de kwaliteit van de opvang en hebben twee belangrijke zake. Ze houden zich enerzijds bezig met de ontwikkeling en invoering van het pedagogisch beleid en anderzijds coachen ze pedagogisch medewerkers bij hun werkzaamheden.
1Het aantal uur minimale inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker op jaarbasis is afhankelijk van het aantal fte aan pedagogisch medewerkers en het aantal kindercentra, volgens de volgende rekenregel:
(50 uur x het aantal kindercentra) + (10 uur x aantal fte pedagogisch medewerkers).
Pedagogisch beleidsmedewerker SKCN heeft een pedagogisch beleidsmedewerker in dienst die samen met de pedagoog en de cluster managers de beleidstaken op zich nemen.
Bij de afwegingen over de verdeling van de uren voor pedagogische beleidsontwikkeling over de verschillende locaties hebben we besloten de uren evenredig over de verschillende locaties te verdelen.
In 2020 worden de beleidsuren uren met name ingezet voor SKCN breed beleid, denkend aan de volgende onderwerpen zoals:
Babyspecialist (dagopvang)
VVE beleid (dagopvang en peuterspeelgroep)
Kanjer methodiek (BSO)
Beleid Voeding en bewegen (alle opvangsoorten)
Pedagogisch beleid (alle opvangsoorten)
Jaarlijks vinden er bijeenkomsten plaats waarbij de pedagogisch beleidsmedewerker, de pedagoog en clustermanagers overleg hebben over de ontwikkeling, implementatie en borging van het pedagogisch beleid. Tijdens team overleggen en pedagogische thema- overleggen wordt het beleid samen met de medewerkers besproken, geïntroduceerd en geëvalueerd.
Pedagogische coaching
Binnen SKCN locaties nemen de clustermanagers samen met de pedagoog de coachings taken op zich. De VVE coach, coacht de pedagogisch medewerkers die werkzaam zijn op een VVE-groep. Deze coachingsuren zijn extra bovenop de reguliere coachingsuren van de clustermanager. De VVE- coach en de pedagoog hebben structureel overleg over de implementatie en de borging van het VVE beleid.
De pedagogisch coach heeft daarnaast een aantal pedagogische speerpunten waar zij zich op focust.
Bij de BSO richt de coaching zich met name op de interactievaardigheden en de Kanjermethodiek. Bij de dagopvang op het werken met baby’s en bij de peuterspeelgroepen op het werken volgens de VVE richtlijnen. Voor alle opvangsoorten geldt dat de pedagoog mee kijkt bij zorgkinderen en ondersteunt bij het gebruik van de Meldcode.
De medewerkers worden door middel van coaching extra ondersteund bij de uitvoer van het dagelijkse het werk. Video Interactie Begeleiding (VIB) kan een onderdeel zijn van deze coaching Alle medewerkers ontvangen coaching door middel van:
1x per jaar individuele ontwikkelgesprekken
4x per jaar pedagogische groepsoverleggen
Minimaal 1x per jaar een groepsbezoek van de coach
Op aanvraag een groepsbezoek van de pedagoog
n aan een samenleving waar mensen elkaar weten te vinden. Kom ook naar
4.Ouderbetrokkenheid en ouderactiviteiten
Ouders zijn voor ons de belangrijkste partners in de opvang. Zij kennen hun kind het beste en kunnen ons veel informatie verschaffen over gedrag, voorkeuren, eetgedrag, enz. Ouders zijn welkom op de BSO om mee te praten, te denken en te doen.
Op verschillende manieren vindt informatieoverdracht plaats tussen de pedagogisch medewerkers, management, de directie en de ouders.
3.1 Dagelijkse overdracht
De individuele overdracht tussen ouders en pedagogisch medewerkers over het individuele kind verloopt mondeling tijdens haal- en brengmomenten. Wederzijds wordt informatie uitgewisseld.
Wanneer er vragen zijn rondom de ontwikkeling of pedagogisch medewerker van het kind, dan signaleren pedagogisch medewerkers dit aan de ouders.
3.2 Telefonisch contact
Uiteraard is het ook mogelijk om telefonisch contact op te nemen, zowel vanuit de ouder(s)/verzorger(s) naar de VSO/BSO als vice versa.
3.3 Ouderactiviteiten
De BSO organiseert verschillende activiteiten voor kinderen en ouders. Zo worden er ouderavonden en workshops georganiseerd om u te betrekken bij de BSO en de ontwikkeling van uw kind.
3.4 Nieuwsbrieven
Een aantal keer per jaar verschijnt een nieuwsbrief. Hierin zijn zaken die de gehele SKCN betreffen opgenomen en er staat altijd een bijdrage van de cliëntenraad in.
3.5 Regels en afspraken
Alle regels en afspraken zijn ook in het intakepakket te vinden dat ouders krijgen bij het intakegesprek.
3.6 Haal- en brengservice
De pedagogisch medewerkers bieden de service aan om kinderen naar hun sportclub te brengen of op te halen, wanneer de norm het toelaat.
3.7 Klasbord
De BSO werkt met Klasbord, een sociaal media tool waarmee de pedagogisch medewerkers foto’s van activiteiten kunnen delen, een tekstbericht kunnen versturen of bijvoorbeeld een oproep plaatsen. Klasbord is een veilige en afgesloten omgeving waar alleen de ouders en betrokkenen rondom een groep in kunnen.