• No results found

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 april 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 april 2019"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

beraadslaging/proces verbaal Kopie

college van burgemeester en schepenen

Zitting van 5 april 2019

Besluit GOEDGEKEURD

A-punt Stadsontwikkeling / Vergunningen

Samenstelling

de heer Bart De Wever, burgemeester

de heer Koen Kennis, schepen; mevrouw Jinnih Beels, schepen; mevrouw Annick De Ridder, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Tom Meeuws, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen

de heer Sven Cauwelier, algemeen directeur Iedereen aanwezig, behalve:

de heer Claude Marinower, schepen

60 2019_CBS_02687

Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid.

Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2018157681.

Maria-Theresialei 4. District Ekeren - Goedkeuring Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Projectnummer: OMV_2018157681

Gegevens van de aanvrager:

Comm.VA Delhaize Le Lion/De Leeuw met als adres Osseghemstraat 53 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek Gegevens van de

exploitant:

Comm.VA Delhaize Le Lion/De Leeuw met als adres Osseghemstraat 53 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek Ligging van het project: Maria-Theresialei 4 te 2180 Ekeren-Antwerpen

Kadastrale gegevens: Antwerpen afdeling 33 sectie H nrs. 610T, 610L, 610V en 610P Inrichtingsnummer: 20171206-0039

Vergunningsplichten: Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag: het slopen, herbouwen en exploiteren van een supermarkt Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

- 17/10/2014: vergunning (20142050) bijbouwen aan een bestaande supermarkt.

Laatst vergunde en bestaande toestand

- bestaande supermarkt met parking (te slopen).

(2)

Inhoud van de aanvraag

- afbraak van bestaande supermarkt;

- bouwen van een nieuwe supermarkt:

- vrijstaand pand met 1 tot 3 bouwlagen onder plat dak met ondergrondse parking;

- verspringende kroonlijsthoogte tussen de 6,50 en 11,15 m;

- de gevel is afgewerkt met gevelbezetting in parel witte en grijze kleur en voorzien van schrijnwerk

in aluminium kleur RAL7015;

- het dak wordt voorzien van een extensief groendak en zonnepanelen;

- aanbrengen van zaak-gebonden publiciteit;

- voorzien van luifel en hoogspanningscabine;

- voorzien van buitenparking;

- aanleggen van een wadi;

- de verlegging en heraanleg in open bed van de Kaartse Beek;

- vellen van bomen en aanleg van groenzone.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten Voorgeschiedenis

Op 19 mei 1994 werd een milieuvergunning klasse 2 verleend aan Delhaize Group voor exploitatie van een grootwarenhuis (AN1994/202). De vergunning was geldig tot 17 december 2014. Op 3 december 2010 werd opnieuw een (her)vergunning klasse 2 (AN2010/459) verleend voor de supermarkt. Deze vergunning is geldig tot 3 december 2030.

Op 15 november 2018 werd voor onderhavig project een eerste omgevingsvergunningsaanvraag ingediend bij het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen (OMV_2018093763). Deze aanvraag werd onontvankelijk verklaard aangezien de bevoegde overheid de deputatie van de provincie Antwerpen moest zijn (project gelegen op het grondgebied van twee gemeentes en werken aan een waterloop van categorie II).

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvatde afbraak en heropbouw van de bestaande supermarkt op de hoek van de Maria-Theresialei en de Kapelsesteenweg te Ekeren / Kapellen.

Aangevraagde rubrieken

Rubriek Omschrijving Gevraagd

voor 3.2.2°a) het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet

afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

800 m³/jaar

3.4.1°a) het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,05 m³/uur

12.2.1° transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

400 kVA 16.3.1.1° inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen –

ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

197 kW

(3)

17.4. opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.500 liter

45.4.d) verkoopspunten van vlees, vis en gevogelte; 1

verkooppunt 45.4.e)1° opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong met

uitzondering van de producten vermeld in rubriek 48, van 1 ton tot en met 50 ton;

45 ton

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke

omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap Datum

Ontvangst adviesvraag 30 januari 2019

Start openbaar onderzoek 9 februari 2019

Einde openbaar onderzoek 10 maart 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken geen

Uiterste adviesdatum 21 maart 2019

Openbaar onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum Einddatum Schriftelijke bezwaar- schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar- schriften

Petitie- lijsten

Digitale bezwaar- schriften

9 februari 2019 10 maart 2019 0 0 0 0

(4)

Argumentatie Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies lokale politie/ centrale

preventie (LP/CP)

6 februari 2019 Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor aan de adviesvereiste kan worden

voorbijgegaan lokale politie/

verkeerspolitie (LP/VK/SE)

6 februari 2019 16 februari 2019 Gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie Datum advies gevraagd Datum advies ontvangen

District Ekeren 19 februari 2019 15 maart 2019

ondernemen en stadsmarketing/

business en innovatie

6 februari 2019 28 februari 2019 stadsbeheer/ groen en

begraafplaatsen

6 februari 2019 15 februari 2019 stadsontwikkeling/ mobiliteit 6 februari 2019 21 maart 2019 stadsontwikkeling/ ontwerp en

uitvoering/ ontwerpers

6 februari 2019 11 februari 2019

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 4: zone voor groen - groen en waterbuffering (gr) en artikel 3: zone voor detailhandel (de).

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als

(5)

overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De

woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare

nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan >

Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of

inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.

(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening overwelven waterlopen.

Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.

(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’) De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

- artikel 19 Tuinafsluitingen:

- de voortuinen moeten afgesloten worden door een levendige afsluiting, een muurtje of een hek

met een hoogte van maximum 1 meter;

- artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen

zie advies mobiliteit;

- artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen

zie advies mobiliteit;

Sectorale wetgeving

- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de

vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid. De voorliggende aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard door de vergunningverlenende overheid. De MER-screeningsnota werd aanvaard door de provincie.

- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u

(6)

raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen

(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING >

OVERIGE REGELGEVING)

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de voorschriften

Het is niet duidelijk in de aanvraag of er overeenkomstig artikel 19 van de bouwcode wordt voorzien in een afsluiting van het perceel. Er zal als voorwaarde in het advies worden meegenomen om te voorzien in een afsluiting van het perceel van maximum 1 meter hoog.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bebouwbare oppervlakte tegenover het volledige terrein vergroot, maar hiertegenover staat dat de open parking vooraan op het terrein mee in het nieuwe volume wordt opgenomen als een open parkeergebouw en dat de winkel meer zichtbaar aan beide straatkanten staat. Dit leidt tot een efficiënter ruimtegebruik. De aanvraag kan op dit vlak gunstig worden geadviseerd.

De bestaande oppervlakte aan verharding wordt enorm gereduceerd met de geplande werken. De parking wordt ondergronds voorzien en de ruimte rondom het gebouw wordt grotendeels groen aan te leggen. Het nieuwe dakoppervlak van de winkelruimte wordt als een groendak aan gelegd. De beek wordt opnieuw opengelegd.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te

vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 45 parkeerplaatsen.

De aanvraag betreft het slopen en herbouwen van een supermarkt.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw. Het betreft hier een Delhaize-filiaal met in de toekomstige situatie een Bruto Vloer Oppervlakte van 3.957 m². De uitbreiding omvat 744 m² gezien het huidige filiaal 3.213 m² groot is.

De parkeerbehoefte voor detailhandel groter dan 1.500 m² bedraagt 6 parkeerplaatsen per 100 m² BVO.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van 744 m². Voor deze uitbreiding bedraagt de parkeerbehoefte 45 parkeerplaatsen. De Delhaize breidt zijn parking uit tot 199

parkeerplaatsen waardoor er 55 parkeerplaatsen bijkomen.

(7)

Er wordt voldaan aan de parkeerbehoefte.

De plannen voorzien in 199 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen, waarvan 55 nieuwe en extra plaatsen ten opzichte van de huidige toestand.

Het project voorziet 199 parkeerplaatsen: 183 ondergronds en 16 bovengrondse parkeerplaatsen.

De afmetingen hiervan zijn conform de bouwcode.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 199.

Dit aantal is toereikend.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 45 – 55 = -10 -> 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 45 – 55 = -10 -> 0 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 45 – 55 = -10 -> 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het

belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

Functionele inpasbaarheid

Vanuit de dienst ondernemen en stadsmarketing wordt de functie op zich gunstig beoordeeld. De bestaande supermarkt wordt herbouwd. De functionele inpasbaarheid blijft gegarandeerd.

De aanvraag heeft een impact op de groenaanleg op het perceel. De aanvraag werd bijgevolg ter advies voorgelegd aan de bevoegde dienst. De dienst groen en begraafplaatsen oordeelt voorwaardelijk gunstig op de heropbouw en heraanleg van het perceel. Verder geeft de dienst ook voorwaarden mee met betrekking tot het groen op het openbaar domein.

De groendienst legt verschillende voorwaarden op.

- Alle te behouden bomen, zowel op openbaar domein in de Maria-Theresialei als op de werfzone, dienen

maximaal beschermd te worden tijdens de werkzaamheden;

- De bomen in de Maria-Theresialei mogen niet mee opgenomen worden in de werfzone.

- De bomen in de Maria-Theresialei moeten voorzien worden van beschermingsmaatregelen om schade aan

stamvoeten en stam tegen te gaan.

- Deze beschermingsmaatregelen zijn ofwel een verplaatsbare dichte afsluiting die minimaal 1 m hoog is en

minimaal 50 cm afstand tussen afsluiting en stamvoet van de boom. Ofwel een vaste dichte afsluiting die minimaal 2 m hoog is en er moet minimaal 50 cm afstand zijn tussen afsluiting en stamvoet van de boom.

- De boomstam moet omwikkeld worden met schokdempend materiaal met daarrond houten palen (bv. onder

de vorm van kastanje houten afsluiting). De stamvoeten en oppervlakkige wortels moeten met iets anders afgeschermd worden (bv. autobanden).

- De aannemer is verplicht er voor te zorgen dat de te behouden bomen noch bovengronds, noch ondergronds

beschadigd zullen worden tijdens de werken.

- De zone rond de bomen die volledig afgeschermd moet worden, bestaat uit de loodrechte kroonprojectie van

de bomen. Binnen deze zone mag er niet met machines gereden worden, gestockeerd worden, geen spoelwater van materieel of betonmixers geloosd worden, … Kortom er mag in deze zone tijdens de bouwwerken absoluut niets gebeuren.

- De afbakening moet geplaatst worden met een ondoordringbare en niet-verplaatsbare afsluiting van

minimum 2 meter hoog, waarbij alle onderdelen aan elkaar zijn bevestigd.

- Indien er bomen gesnoeid moeten worden, mogen er geen snoeiwonden met een diameter > 8 cm gemaakt

worden.

(8)

- Er mogen geen snoeiwerken uitgevoerd worden aan bomen die op openbaar domein staan. Indien

noodzakelijk, dient de aannemer steeds voorafgaandelijk aan de groendienst een melding en toestemming te vragen.

- Bij voorkeur worden de snoeiwerken door een erkende snoeier uitgevoerd die in het bezit is van het

certificaat European Tree Worker.

- Beschermingsmaatregelen van de bomen moeten geplaatst worden alvorens de afbraakwerken aanvatten.

De voorgestelde voorwaarden van de groendienst kunnen vanuit stedenbouwkundig oogpunt integraal gevolgd worden en zullen als voorwaarden worden meegenomen in het advies aan de vergunningverlenende overheid.

Naast de impact van de geplande werken op groen op openbaar domein, is er ook een impact op het openbaar domein zelf. De dienst ontwerp en uitvoering heeft principieel geen bezwaren tegen de werken, maar heeft een bemerking bij de aanpassingen:

“De aanvraag vereist de inrichting van een voetpad met afgeschuinde boordsteen om de toegang tot de nieuwe garage mogelijk te maken. De afgeschuinde boordsteen aan de bestaande inrit dient gewijzigd te worden in een opstaande boordsteen. De aanvraag vereist een aangepaste fundering onder het voetpad om de toegang met vrachtwagens mogelijk te maken.

Het voorstel voor aanpas van het verkeersplateau is niet besproken met het district Ekeren.

Alles buiten de eigendomsgrens, deel uit makend van Openbaar Domein, dient afgestemd te worden met de consulent Openbaar Domein van het district Ekeren en de (her)aanleg zelf gebeurt via Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud.”

De opmerking van de dienst ontwerp en uitvoering zal als voorwaarde worden meegenomen in het advies. Er zal als voorwaarde worden opgenomen dat voor de aanpassing van de boordsteen contact dient opgenomen te worden met de consulent openbaar domein verantwoordelijk voor het district Ekeren en voor de aanpassing zelf met de dienst Beheer en Onderhoud van stadsontwikkeling.

Het district Ekeren heeft omwille van de impact van de werken op niveau van mobiliteit op zijn omgeving eveneens een advies gegeven. Zij zijn van oordeel dat de geplande werken een negatieve impact hebben op de leefbaarheid van de wijk:

“We verwijzen naar dossiernummer OMV_2018157681 waarbij door Delhaize een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor het slopen, herbouwen en exploiteren van een supermarkt in Ekeren.

De Delhaizevestiging waarvoor de omgevingsvergunning werd aangevraagd is gelegen op de hoek van de Kapelsesteenweg en de Maria-Theresialei in Ekeren. Volgens de ingediende plannen wordt de toegang van zowel personenvervoer als vrachtvervoer voorzien in de Maria-Theresialei. Deze straat is een woonstraat. In het bestuursakkoord van het district Ekeren staat onder het hoofdstuk “mobiliteit en bereikbaarheid”, resolutie 11, “We blijven ons inspannen om zwaar doorgaand vrachtverkeer te weren uit de dorpskernen via

tonnageverbod, beperkingen op de toegelaten lengte, door het beter aanduiden van alternatieve routes en geleiden naar vrachtwagenparkings”. Bijgevolg wenst het district absoluut het circuleren van vrachtwagens door deze wijk te vermijden. Het district Ekeren is van mening dat de nieuwbouw en de heraanleg van de site de mogelijkheid bieden om de verkeersdruk in de woonstraat in de toekomst te verminderen, door de vestiging te ontsluiten via de Kapelsesteenweg in de plaats van via de Maria-Theresialei. Het Agentschap Wegen en Verkeer is van oordeel dat de ontsluiting niet via de gewestweg kan gebeuren om de doorstroom van het verkeer op de Kapelsesteenweg/Antwerpsesteenweg niet te hinderen.

Het districtsbestuur wijst erop dat op heel wat gewestwegen de toegang via de gewestweg legio is. Bovendien in deze concrete situatie: een vrachtwagen die vanop de Kapelsesteenweg de Maria-Theresialei inrijdt, zal

evenveel of even weinig hinder veroorzaken als wanneer die rechtstreeks afdraait vanop de Kapelsesteenweg naar de Delhaize-site. In tegendeel, die beweging kan vlotter gebeuren omdat er geen con?ict is met het verkeer dat in- en uit de Maria-Theresialei rijdt. Op grond van bovenstaande argumenten adviseert het district Ekeren ongunstig. Gelieve dit ongunstig advies op te nemen in het stedelijk advies m.b.t. deze omgevingsvergunning.

Dit advies staat geagendeerd op de districtsraad van 25 maart e.k. die bevoegd is voor het uitbrengen van

(9)

adviezen. Onmiddellijk na de goedkeuring van het besluit zal dit aan de bevoegde diensten bezorgd worden, zodat het kan toegevoegd worden aan het dossier.”

Vanuit de dienst mobiliteit is het volgende advies te lezen:

“De ontsluiting van het terrein is voorzien via de Maria-Theresialei, zoals ook in de bestaande toestand het geval is. Het verkeer kan afgewikkeld worden via het bestaande kruispunt van de Maria Theresialei.

Desgevallend kan een tonnagebeperking tijdens school- en spitsuren worden ingevoerd om te vermijden dat leveringen op deze drukke momenten plaatsvinden.

Er zijn 3 in- en uitritten voorzien in de Maria-Theresialei voor het op- en afrijden van de ondergrondse en bovengrondse parking. Dit zorgt voor meerdere conflictsituaties. Dit moet beperkt worden door het verminderen van het aantal aansluitingen tot maximaal 2.

De locatie waar gemotoriseerd verkeer de grote parking verlaat door naar rechts te draaien is ook een oversteekplaats voor voetgangers. Dit zorgt voor potentiële conflictsituaties doordat deze verkeerstromen samenkomen. Ook heeft het gemotoriseerd verkeer slecht zicht op overstekende voetgangers. Deze situatie dient veiliger en overzichtelijker worden gemaakt.

Ook de gevolgen van een alternatieve ontsluiting via Kapelsesteenweg werden bekeken: hierbij zou een extra conflict met fietsers en voetgangers worden gecreëerd op de Kapelsesteenweg. Daarnaast zou ontsluiting via de Kapelsesteenweg de doorstroom van het verkeer op de Kapelsesteenweg hinderen. De bestaande bushalte op de Kapelsesteenweg zou verplaatst moeten worden. Bij ontsluiting via de Kapelsesteenweg dient het ontwerp volledig terug herbekeken te worden, maar zal er meer circulatieruimte nodig zijn op het terrein, wat zou resulteren in minder nuttige parkeerplaatsen.”

Het klopt dat de leefbaarheid in de wijk zou verbeterd kunnen worden met het verleggen van de in- en uitritten naar de gewestweg. Echter, de volledige ontsluiting voor alle gemotoriseerd verkeer voorzien via de

Kapelsesteenweg zou de doorstroom van het verkeer op de Kapelsesteenweg te sterk belemmeren en zorgt voor teveel conflictsituaties met het fiets- en voetgangersverkeer langsheen de gewestweg. Het zou evenwel een verlichting voor de wijk betekenen moest enkel het zware vrachtverkeer via de Kapelsesteenweg kunnen ontsloten worden. Het aantal bewegingen van het vrachtverkeer is evenwel niet van die aard dat deze een zware hypotheek leggen op de doorstroom van het verkeer op de gewestweg. Daarom vraagt het college om de mogelijkheid voor de ontsluiting van het vrachtverkeer via de Kapelsesteenweg verder te onderzoeken.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De geplande werken zijn op verschillende punten een verbetering tegenover de bestaande situatie. De actuele eisen van hinderaspecten, gebruiksgenot en gezondheid worden gewaarborgd, zowel voor het eigen perceel, als voor zijn omgeving:

- een verbeterd winkelcomfort;

- een optimale toegankelijkheid voor auto, voetganger en fietsers;

- meer zichtbaarheid en contact met zijn omgeving door toevoeging van vele ramen;

- er is een duidelijke scheiding van de leveringen ten opzichte van het winkelgedeelte;

- het parkeergedeelte voor de leveringen wordt enkel door personeel gebruikt, zodat de bereikbaarheid

van de winkel en de veiligheid van de bezoekers aan de winkel optimaal blijft of zelfs verbetert.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Het terrein wordt doorkruist door de Kaartse Beek die de grens vormt tussen Ekeren en Kapellen. De huidige winkel dateert uit het begin van de jaren 70. Ondanks verschillende verbouwingen stemt het gebouw niet meer overeen met de werking van een Delhaize van vandaag. Ook het concept van de winkel achteraan het perceel met een grote parking aan de straatkant is tegenstrijdig met de stedenbouwkundige concepten van deze tijd.

(10)

In de nieuwe configuratie wordt het gebouw naar de straat toegeschoven wat zorgt voor een betere relatie met het openbaar domein. De parking wordt onder het gebouw geschoven om plaats te maken voor een groene zone voor de winkel. De verharde en bebouwde oppervlaktes verminderen hiermee van 5.850 m² tot 4.155 m². Van deze laatste oppervlakte zal 2.322 m² bedekt worden met extensieve groendaken. Laden, lossen en stallen zal in de toekomst op eigen terrein gebeuren achteraan de winkel.

De site van deze Delhaize ligt in de vallei van de Kaartse Beek. Deze vallei is ter hoogte van de site mogelijk overstromingsgevoelig en stroomafwaarts de site effectief overstromingsgevoelig. Het terrein is volledig gelegen in een provinciaal aandachtsgebied voor overstromingsgevoeligheid. In 1971 werd door de provincie Antwerpen de toelating gegeven om de Kaartse Beek gedeeltelijk te verleggen en te overwelven voor het bouwen van de Delhaize. De Kaartse Beek is daardoor ingetunneld onder de parking van de supermarkt. In het huidige waterbeleid echter worden dergelijke lange overwelvingen niet meer toegestaan. De Dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen heeft met onderhavig bouwproject de gelegenheid gezien om de rivier terug in open bedding te laten lopen. Onderhavige aanvraag omvat dus eveneens de verlegging en heraanleg in open bed van de Kaartse Beek (ook Schone Schijn genoemd). De nieuwe waterloop komt niet alleen terug in open bedding te liggen maar wordt ook langer dan de huidige inbuizing. Hierdoor neemt de buffercapaciteit in de waterloop tegenover de huidige toestand aanzienlijk toe. De nieuwe waterloop wordt ook beter bereikbaar voor beheer en bij calamiteiten dan de ingebuisde waterloop. Ten opzichte van de bestaande toestand is dit een significante verbetering voor het watersysteem. De heraanleg van de rivier wordt volledig beheerd door de provincie Antwerpen die het ontwerp en de uitvoering heeft toevertrouwd aan Antea Group Belgium. De plannen die het studiebureau hiervoor opstelde, zijn ingewerkt in de documenten om één omgevingsaanvraag te vormen.

Het hemelwater dat op het nieuwe gebouw zal terechtkomen, wordt naar een hemelwaterput van 10.000 liter en een ondiepe wadi (30 cm) van 469 m² afgevoerd. Het opgevangen water zal gebruikt worden voor de

toiletspoeling, het kuisen van de winkel en de buitenkranen. De wadi zal een vochtige zone worden waar het water in de bodem kan dringen. Voor meer veiligheid werd voor de berekening van de infiltratie- en

buffervoorziening 33 liter per m² gerekend in plaats van 25 liter per m². Dit gebeurde op vraag van de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen.

De aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) zijn de rubrieken die nodig zijn voor exploitatie van een supermarkt met bijhorende vis- en beenhouwerijafdelingen. Het gaat onder meer over het lozen van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, transformatoren, compressoren, opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen, vlees- en visateliers en opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong. Alle aangevraagde rubrieken zijn klasse 3 rubrieken. De milieutechnische impact van een supermarkt is dan ook meestal beperkt. Zo zullen de compressoren op geluidsdempers geplaatst worden en voorzien van mitigerende bestanddelen. Er wordt een vetafscheider en KWS-afscheider geplaatst. Bestaande verwarmingsketels worden bij afbraak verwijderd en bij de nieuwbouw vervangen door warmtepompen. De capaciteit van deze warmtepompen werd waarschijnlijk nog niet opgenomen in de vergunningsaanvraag.

Hiervoor zal dan ook later eventueel een regularisatie dienen te gebeuren.

De bouwfase is voorzien tussen januari en december 2019. De milieutechnische impact van het project is beperkt, vooral wat betreft de exploitatie van de supermarkt. De grote uitdaging in dit project wordt de

verlegging en heraanleg in open bed van de tweede categorie waterloop Kaartse Beek die momenteel onder het terrein ingetunneld is. De dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen begeleidt en is

verantwoordelijk voor dit project. De beoordeling hiervan wordt dan ook aan de experten van de provincie overgelaten.

Voor de bouw van de ondergrondse parkeerlagen zal een tijdelijke bemaling van het grondwater nodig zijn. Het opgepompte grondwater zal in de rivier geloosd worden. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

(11)

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de

vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten (zie richtlijnen bemalingen 2009).De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4m –mv).

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

- Een beschrijving van de resultaten van het vooronderzoek (o.b.v. DOV, bodemkaarten,

hydrogeologische kaarten, studie ABO 2015 infiltratiegevoeligheid, …);

- Een beschrijving van het uitgevoerde grondonderzoek (sonderingen, boringen, metingen

grondwaterpeil, pompproeven, doorlatendheidsproeven, …);

- een risico-inschatting (wat betreft verdroging, verzilting, verontreiniging en zettingen);

- een motivatie van de hydraulische parameters (via pompproef, putproef of bestaande

literatuurgegevens);

- een beschrijving van het bemalingsconcept;

- een beschrijving van de afschermende maatregelen

- verticale waterremmende wanden (bv. berlinerwand, bentonietwand, secanspalen, …), al dan

niet tot in een waterremmende grondlaag

- horizontale waterremmende laag

- retourbemaling of oppervlakte-infiltratie

- beperken duur van de bemaling;

- als geen retourbemaling mogelijk is: grondige motivatie en alternatief voorstel, een aanduiding van het

lozingspunt, lozing op oppervlaktewater, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u;

- berekende grondwaterstanden voor en tijdens bemaling, inclusief de invloedstraal van de bemaling (op

plan getekend - formule van Sichardt mag niet gebruikt worden voor de berekening van de invloedsstraal) en de bemalingsdebieten;

- een beschrijving van het monitoringprogramma.

Advies van het college

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt kan een gunstig advies geformuleerd worden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na

te leven;

2. een afsluiting te voorzien volgens de voorwaarden van de bouwcode met een maximale hoogte van 1 meter;

3. het aantal aansluitingen via in- en uitritten op het openbaar domein te beperken tot maximaal twee;

4. de situatie aan de uitgang voor gemotoriseerd verkeer en de oversteekplaats voor voetgangers veiliger en

overzichtelijker te maken;

5. laden en lossen steeds op eigen terrein te voorzien;

6. alle te behouden bomen, zowel op openbaar domein in de Maria-Theresialei als op de werfzone, dienen

maximaal beschermd te worden tijdens de werkzaamheden;

7. de bomen in de Maria-Theresialei mogen niet mee opgenomen worden in de werfzone.

8. de bomen in de Maria-Theresialei moeten voorzien worden van beschermingsmaatregelen om schade aan

stamvoeten en stam tegen te gaan;

(12)

9. deze beschermingsmaatregelen zijn ofwel een verplaatsbare dichte afsluiting die minimaal 1 m hoog is en minimaal 50 cm afstand tussen afsluiting en stamVOET van de boom. Ofwel een vaste dichte afsluiting die minimaal 2 m hoog is en er moet minimaal 50 cm afstand zijn tussen afsluiting en stamVOET van de boom;

10. de boomstam moet omwikkeld worden met schokdempend materiaal met daarrond houten palen (bv. onder de vorm van kastanje houten afsluiting). De stamvoeten en oppervlakkige wortels moeten met iets anders afgeschermd worden (bv. autobanden);

11. de aannemer is verplicht er voor te zorgen dat de te behouden bomen noch bovengronds, noch ondergronds beschadigd zullen worden tijdens de werken;

12. de zone rond de bomen die volledig afgeschermd moet worden, bestaat uit de loodrechte kroonprojectie van de bomen. Binnen deze zone mag er niet met machines gereden worden, gestockeerd worden, geen

spoelwater van materieel of betonmixers geloosd worden, … Kortom er mag in deze zone tijdens de bouwwerken absoluut niets gebeuren;

13. de afbakening moet geplaatst worden met een ondoordringbare en niet-verplaatsbare afsluiting van minimum 2 meter hoog, waarbij alle onderdelen aan elkaar zijn bevestigd.

14. indien er bomen gesnoeid moeten worden, mogen er geen snoeiwonden met een diameter > 8 cm gemaakt worden;

15. er mogen geen snoeiwerken uitgevoerd worden aan bomen die op openbaar domein staan. Indien

noodzakelijk, dient de aannemer steeds voorafgaandelijk aan de groendienst een melding en toestemming te vragen;

16. bij voorkeur worden de snoeiwerken door een erkende snoeier uitgevoerd die in het bezit is van het certificaat European Tree Worker;

17. beschermingsmaatregelen van de bomen moeten geplaatst worden alvorens de afbraakwerken aanvatten.;

18. alle werken buiten de eigendomsgrens, deel uitmakend van het openbaar domein, dient afgestemd te worden met de consulent Openbaar Domein van het district Ekeren en de (her)aanleg zelf gebeurt via

Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud;

19. vóór de werken contact op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07,

herstellingopenbareruimte@antwerpen.be , betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken.

Geadviseerde rubrieken

Rubriek Omschrijving Geadviseerd

voor 3.2.2°a) het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater,

niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief

geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

800 m³/jaar

3.4.1°a) het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,05 m³/uur

12.2.1° transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

400 kVA 16.3.1.1° inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen

– ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

197 kW

17.4. opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen

1.500 liter

(13)

met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

45.4.d) verkoopspunten van vlees, vis en gevogelte; 1 verkooppunt 45.4.e)1° opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong met

uitzondering van de producten vermeld in rubriek 48, van 1 ton tot en met 50 ton;

45 ton

Stedenbouwkundige lasten

Vermits het College van Burgemeester en Schepenen in dit dossier niet de vergunningverlenende overheid is, kan zij geen lasten aan de omgevingsvergunning verbinden.

In casu zijn er bovendien geen lasten die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich moet nemen Financiële gevolgen

Nee

Besluit

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder volgende voorwaarden:

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1

e

ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2. een afsluiting te voorzien volgens de voorwaarden van de bouwcode met een maximale hoogte van 1 meter;

3. het aantal aansluitingen via in- en uitritten op het openbaar domein te beperken tot maximaal twee;

4. de situatie aan de uitgang voor gemotoriseerd verkeer en de oversteekplaats voor voetgangers veiliger en overzichtelijker te maken;

5. laden en lossen steeds op eigen terrein te voorzien;

6. alle te behouden bomen, zowel op openbaar domein in de Maria-Theresialei als op de werfzone, dienen maximaal beschermd te worden tijdens de werkzaamheden;

7. de bomen in de Maria-Theresialei mogen niet mee opgenomen worden in de werfzone.

8. de bomen in de Maria-Theresialei moeten voorzien worden van

beschermingsmaatregelen om schade aan stamvoeten en stam tegen te gaan;

9. deze beschermingsmaatregelen zijn ofwel een verplaatsbare dichte afsluiting die minimaal 1 m hoog is en minimaal 50 cm afstand tussen afsluiting en stamVOET van de boom. Ofwel een vaste dichte afsluiting die minimaal 2 m hoog is en er moet minimaal 50 cm afstand zijn tussen afsluiting en stamVOET van de boom;

10. de boomstam moet omwikkeld worden met schokdempend materiaal met daarrond

houten palen (bv. onder de vorm van kastanje houten afsluiting). De stamvoeten en

oppervlakkige wortels moeten met iets anders afgeschermd worden (bv. autobanden);

(14)

11. de aannemer is verplicht er voor te zorgen dat de te behouden bomen noch bovengronds, noch ondergronds beschadigd zullen worden tijdens de werken;

12. de zone rond de bomen die volledig afgeschermd moet worden, bestaat uit de

loodrechte kroonprojectie van de bomen. Binnen deze zone mag er niet met machines gereden worden, gestockeerd worden, geen spoelwater van materieel of betonmixers geloosd worden, … Kortom er mag in deze zone tijdens de bouwwerken absoluut niets gebeuren;

13. de afbakening moet geplaatst worden met een ondoordringbare en niet-verplaatsbare afsluiting van minimum 2 meter hoog, waarbij alle onderdelen aan elkaar zijn bevestigd.

14. indien er bomen gesnoeid moeten worden, mogen er geen snoeiwonden met een diameter > 8 cm gemaakt worden;

15. er mogen geen snoeiwerken uitgevoerd worden aan bomen die op openbaar domein staan. Indien noodzakelijk, dient de aannemer steeds voorafgaandelijk aan de groendienst een melding en toestemming te vragen;

16. bij voorkeur worden de snoeiwerken door een erkende snoeier uitgevoerd die in het bezit is van het certificaat European Tree Worker;

17. beschermingsmaatregelen van de bomen moeten geplaatst worden alvorens de afbraakwerken aanvatten.;

18. alle werken buiten de eigendomsgrens, deel uitmakend van het openbaar domein, dient afgestemd te worden met de consulent Openbaar Domein van het district Ekeren en de (her)aanleg zelf gebeurt via Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud;

19. vóór de werken contact op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer &

Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be , betreffende opmaak

plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak

SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het college gunde op 20 maart 2020 (jaarnummer 2750) de aankoop van één stuk chassis voor huisvuilwagen op basis van bestek GAC/2017/00085 voor het aankopen van vrachtwagens (met

opbrengst kohier nummer 86 - aanslagjaar 2018 2.051.001,55 EUR opbrengst kohier nummer 87 - aanslagjaar 2018 464.816,30 EUR opbrengst kohier nummer 88 - aanslagjaar 2018 110.777,60

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening

Het agentschap Onroerend Erfgoed brengt enkel advies uit met betrekking tot de beschermde delen binnen het project. De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het ruimtelijke

Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een adviserende instantie, vermeld in

De concessiehouder verklaart het in concessie gegeven goed te aanvaarden in de staat waarin het zich bevindt met alle onzichtbare gebreken en de zichtbare gebreken die niet in de

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat

o Opschalen van de bestaande Antwerp startup-map tot een effectief en efficiënt communicatieplatform voor alle Antwerpse startups en startup- initiatieven,