• No results found

J A A R V E R S L A G 2 0 1 6

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "J A A R V E R S L A G 2 0 1 6"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

J A A R V E R S L A G 2 0 1 6

Commissies van beroep po, vo, mbo en hbo

Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl

(2)

2

Inhoud

Inleiding ... 3

Beroep primair onderwijs ... 5

Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie ... 7

Beroep voortgezet onderwijs ... 10

Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie ... 12

Beroep middelbaar beroepsonderwijs... 16

Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie ... 18

Beroep hoger beroepsonderwijs ... 20

Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie tot 1 september ... 23

(3)

3

Inleiding

Hierbij treft u aan het jaarverslag 2016 van de Commissies van beroep po, vo, mbo en hbo.

Het is het laatste jaarverslag van deze Commissies in deze opzet. Dit komt omdat cao-partijen in het primair en voortgezet onderwijs in 2016 in de nieuwe cao’s afspraken hebben gemaakt over de vorming van een landelijke Commissie van beroep funderend onderwijs. Deze

Commissie is ingesteld per 1 januari 2017 en ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen.

Alle po en vo-instellingen zijn automatisch bij deze nieuwe landelijke Commissie aangesloten.

Hiermee is een einde gekomen aan de werkzaamheden van de Commissie van beroep po en vo. Ook in de cao voor het hoger beroepsonderwijs is besloten tot het instellen van een landelijke Commissie van beroep hbo, waarbij alle hogescholen automatisch zijn aangesloten.

Ook deze Commissie is ingesteld per 1 september 2016 en ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen. Hiermee is per 1 september 2016 een einde gekomen aan de

werkzaamheden van de Commissie van beroep hbo. De commissie van beroep hbo vormt een personele unie met de sectorale ontslagcommissie hbo die in plaats van UWV voorafgaande toestemming kan verlenen voor een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen.

In het mbo is de situatie ongewijzigd gebleven.

Vanaf 1 september 2016 kunt u terecht bij:

Commissie van beroep hbo en sectorale ontslagcommissie hbo Vanaf 1 januari 2017 kunt u terecht bij:

Commissie van beroep funderend onderwijs

Commissie van beroep mbo

De uitspraken van de diverse Commissies van beroep van voor 1 januari 2017 blijven uiteraard staan op de website van Stichting Onderwijsgeschillen:

uitspraken Commissie van beroep po, vo, bve en hbo

De Commissies van Beroep en Stichting Onderwijsgeschillen hopen u met dit jaarverslag van dienst te zijn.

(4)

4

Samenstelling Commissie

mr. L.C.J. Sprengers voorzitter

mr. C.H. Kemp-Randewijk vicevoorzitter mr. drs. W.H.B. den Hartog Jager vicevoorzitter drs. A.A.M. Kooij-Blok lid werkgevers

drs. K.A. Kool lid werkgevers

drs. P. Koppe lid werknemers

mr. K.P. Piena lid werkgevers

mr. D.A.M. Schilperoord lid werknemers

mr. M. Th. Van Wel lid weknemers

(5)

5

Beroep primair onderwijs

Woord vooraf

In 2016 hebben cao-partijen in het primair en voortgezet onderwijs in de nieuwe cao’s afspraken gemaakt over de vorming van een landelijke Commissie van beroep funderend onderwijs. Deze Commissie is ingesteld per 1 januari 2017 en ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen. Alle po (en ook vo) instellingen zijn automatisch bij deze nieuwe

landelijke Commissie aangesloten. Hiermee is een einde gekomen aan de werkzaamheden van de Commissie van beroep po.

De Commissie van beroep funderend onderwijs is per 1 januari 2017 bevoegd te oordelen over de in artikel 12.1 lid 1 cao po genoemde besluiten.

Voor meer informatie over de nieuwe Commissie verwijzen wij u naar onze website:

Commissie van beroep funderend onderwijs

Aangesloten scholen

In het verslagjaar waren er bij de Commissie 93 po-besturen met 1 of meer scholen (inclusief po/vo besturen) aangesloten

Behandelde beroepen Commissie van beroep po

beroepen resterend uit 2015 3

dit kalenderjaar aangemeld 13

totaal in behandeling 2016 16

ingetrokken 8

aantal uitspraken 5

behandeling niet afgerond op 31.12.16 3

(6)

6

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren :

Uitspraken van de Commissie van beroep po

34

41

54

25

19 22

18

3 5 8 5

5

0 10 20 30 40 50 60

2015 2014 2013 2012

totaal in behandeling ingetrokken

uitspraken

niet afgerond op 31 december

1 3 1

Van de 5 in 2016 uitgebrachte uitspraken zijn:

gegrond ongegrond niet ontvankelijk

(7)

7

Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie

106968 – uitspraak 21 januari 2016

Ontslag wegens ongeschiktheid/onbekwaamheid op basis van anonieme verklaringen houdt geen stand. Ook is geen gewichtige reden vastgesteld.

Sector: primair onderwijs Situatie

De werkgever stelt op grond van beschuldigingen van ongepast gedrag een onderzoek in naar een leerkracht. Het advies van de onderzoeker luidt dat de leerkracht niet meer kan

terugkeren. Het rapport is volledig gebaseerd op anonieme verklaringen. De werkgever ontslaat de leerkracht vanwege onbekwaamheid/ongeschiktheid voor zijn functie. Ook is er volgens de werkgever sprake van een gewichtige reden voor ontslag omdat ouders en collega's hebben aangegeven dat een terugkeer van de leerkracht tot grote onrust in de school zou leiden.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werkgever heeft het beginsel van hoor en wederhoor niet nageleefd. Tegen anonieme en niet verifieerbare beschuldigingen heeft de leerkracht zich niet kunnen verweren. De

weerstand tegen een terugkeer van de leerkracht is niet verifieerbaar. Daarom kan ook niet worden vastgesteld of er sprake is van een gewichtige reden voor ontslag.

106969 – uitspraak 28 januari 2016

Overplaatsing van leerkracht die 42 jaar aan deze school werkzaam is, kan de redelijkheidstoets niet doorstaan omdat het beweerde gebrek aan kwaliteit voor daltononderwijs niet is onderbouwd.

Sector: primair onderwijs Situatie

Werkneemster werkt 42 jaar als kleuterjuf op dezelfde school. De school is in ontwikkeling als daltonschool. De werkgever vindt dat werkneemster de daarvoor gevraagde ontwikkelingen niet op kan pakken, en plaatst haar over naar een vervangingspool, van waaruit zij

invalwerkzaamheden kan verrichten.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werkgever heeft als reden voor overplaatsing opgevoerd dat de werkneemster de

gewenste kwaliteit niet kan leveren. De werkgever heeft dit niet onderbouwd. Het belang van werkneemster is behoud van haar werkplek en is gelegen in de gerechtvaardigde verwachting dat zij, na 42 jaar op dezelfde school te hebben gewerkt, haar werkzaamheden op deze school tot aan haar pensionering kon voortzetten. De belangenafweging kan aldus de (marginale) toets van redelijkheid niet doorstaan.

(8)

8 107045 – uitspraak 25 februari 2016

Een werknemer die zonder goede reden weigert opgedragen werkzaamheden uit te voeren, pleegt plichtsverzuim waarvoor een berisping terecht gegeven is

Sector: primair onderwijs Situatie

De werknemer heeft een arbeidsconflict en kan niet meer op zijn school aan het werk. Overleg over andere werkzaamheden leidt niet tot resultaat; uiteindelijk draagt de werkgever hem bepaalde werkzaamheden op andere scholen op. De werknemer weigert dit en wordt daarvoor berispt.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is ongegrond.

Toelichting

De werkgever heeft een besluit genomen over de werkzaamheden die door de werknemer vervuld moeten worden. Als de werknemer het niet eens was met het besluit had het op zijn weg gelegen om tegen dat besluit op te komen. Dat heeft hij niet gedaan.

Nu heeft hij zonder goede grond geweigerd de hem opgedragen werkzaamheden te verrichten, wat neerkomt op plichtsverzuim.

De werknemer was gewaarschuwd voor de gevolgen van zijn eventuele weigering. Gezien deze waarschuwing en de ernst van de werkweigering is de opgelegde disciplinaire maatregel evenredig aan het gepleegde plichtsverzuim.

107172 – uitspraak 22 juni 2016

De opgelegde schorsing houdt geen stand, omdat de verweerprocedure niet is gevoerd.

Sector: primair onderwijs Situatie

De werknemer is geschorst voor de duur van de procedure tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep tegen de schorsing is gegrond. De schorsing kan geen stand houden omdat de verweerprocedure uit de cao niet is gevoerd.

Toelichting

Door te schorsen zonder de verweerprocedure is de werknemer geschaad in zijn in de cao beschermd belang om zich adequaat te kunnen verweren tegen een voorgenomen beslissing van de werkgever. Als de werkgever om de zienswijze van de werknemer had verzocht, hadden er ook eventuele alternatieven voor een schorsing besproken kunnen worden. Ook had vooraf duidelijk kunnen worden wat de stand van zaken was met betrekking tot het aantal behandelingen van de werknemer in verband met zijn alcoholproblematiek.

(9)

9 107398 – uitspraak 22 oktober 2016

Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn.

Sector: primair onderwijs Situatie

Een werkneemster heeft beroep ingesteld tegen een opgelegde berisping. Het beroepschrift is na afloop van de beroepstermijn van zes weken verstuurd. De werkneemster stelt dat zij wel binnen de beroepstermijn bezwaar heeft ingediend bij de werkgever.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep is kennelijk niet ontvankelijk.

Toelichting

De brief waarin de werkneemster bezwaar maakte bij de werkgever is niet gedateerd. De werkgever stelt dat hij deze brief nooit heeft ontvangen. De beslissing waartegen het beroep was ingesteld bevatte de mededeling dat binnen zes weken beroep kon worden ingesteld en vermeldde het adres van de Commissie van Beroep.

Het is niet komen vast te staan of en wanneer de werkneemster de brief aan de werkgever heeft gestuurd en in de beslissing stond duidelijk stond wanneer en waar beroep kon worden ingesteld. Daarom oordeelt de voorzitter de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

(10)

10

Beroep voortgezet onderwijs Woord vooraf

In 2016 hebben cao-partijen in het primair en voortgezet onderwijs in de nieuwe cao’s afspraken gemaakt over de vorming van een landelijke Commissie van beroep funderend onderwijs. Deze Commissie is ingesteld per 1 januari 2017 en ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen. Alle vo (en ook po) instellingen zijn automatisch bij deze nieuwe

landelijke Commissie aangesloten. Hiermee is een einde gekomen aan de werkzaamheden van de Commissie van beroep vo.

De Commissie van beroep funderend onderwijs is per 1 januari 2017 bevoegd te oordelen over de in artikel 20 lid 1 cao vo genoemde besluiten.

Voor meer informatie over de nieuwe Commissie verwijzen wij u naar onze website:

Commissie van beroep funderend onderwijs

Aangesloten scholen

In het verslagjaar waren er bij de Commissie 78 vo-besturen met 1 of meer scholen aangesloten

Behandelde beroepen Commissie van beroep vo

beroepen resterend uit 2015 7

dit kalenderjaar aangemeld 11

totaal in behandeling 2016 18

ingetrokken 9

aantal uitspraken 8

behandeling niet afgerond op 31.12.16 1

(11)

11

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren :

Uitspraken van de Commissie van beroep po

82

76

50 46

39

30 29

16 36

13 13

22

7

31

8 8

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

2015 2014 2013 2012

totaal in behandeling ingetrokken

uitspraken

niet afgerond op 31 december

3

2 3

Van de 8 in 2016 uitgebrachte beroepen zijn er:

gegrond ongegrond niet ontvankelijk

(12)

12

Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie

106848 – uitspraak 15 januari 2016

Als de werkgever ernstige twijfels heeft over de geschiktheid van de werknemer, kan hij besluiten het tijdelijk dienstverband met uitzicht op vast te laten eindigen zonder aansluitend vast dienstverband.

Sector: voortgezet onderwijs Situatie

Aan het eind van de periode van het verlengd tijdelijk dienstverband, zet de werkgever dit niet om in een vast dienstverband vanwege onvoldoende functioneren m.b.t. het pedagogisch klimaat in de klas, de omgang en het samenwerken met collega's en zich niet houden aan de ziekmeldingsprocedures.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep is ongegrond. De werkgever heeft in redelijkheid kunnen beslissen het dienstverband niet voort te zetten.

Toelichting

Het betreft een beroepszaak van vóór de invoering van de WWZ.

Bij niet-voortzetten van een tijdelijk dienstverband toetst de Commissie of de werkgever in redelijkheid zijn beslissing heeft kunnen nemen; dit is een minder vergaande toetsing dan in geval van ontslag. De werkgever heeft geen verslaglegging van het niet goed functioneren van de werkneemster. Wel is gebleken dat hij uit eigen waarneming tot een oordeel over haar functioneren is gekomen en dat dit is besproken met de werkneemster. Dit is voldoende om de beslissing te dragen.

106809 – uitspraak 25 januari 2016

Ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid houdt geen stand, omdat de

ongeschiktheid onvoldoende is onderbouwd en een duidelijk verbetertraject ontbreekt.

Ontslag wegens vertrouwensbreuk als gewichtige reden, houdt wel stand.

Sector: voortgezet onderwijs Situatie

De werknemer functioneert volgens de werkgever al geruime tijd onder de maat. Hij wordt ziek en re-integreert op een andere school. Omdat dit niet goed verloopt en er een impasse lijkt te zijn ontstaan, ontslaat de werkgever hem, primair wegens

onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen, bestaande uit een vertrouwensbreuk.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep tegen het ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid is gegrond. Het beroep tegen het ontslag wegens gewichtige redenen is ongegrond. De eveneens door de werknemer ingestelde beroepen tegen de overplaatsing en het inhouden van salaris zijn niet-ontvankelijk.

Toelichting

Er zijn geen verslagen van functionerings- en beoordelingsgesprekken en andere schriftelijke stukken waaruit het disfunctioneren blijkt. Evenmin heeft de werkgever voldoende duidelijk gemaakt op welke wijze invulling zou worden gegeven aan de vakcoaching en de begeleiding op het gebied van klassenmanagement en didactiek.

(13)

13 Ook de verslagen van lesbezoeken bieden onvoldoende handvatten voor de werknemer om

zich op deze terreinen te verbeteren.

106961/106974 – uitspraak 29 januari 2016

De beroepen tegen de schorsing als ordemaatregel zijn niet-ontvankelijk omdat de arbeidsovereenkomst is ontbonden waardoor de werknemer geen belang meer heeft bij een uitspraak.

Sector: voortgezet onderwijs Situatie

Een werknemer is bij wijze van ordemaatregel geschorst in verband met en voor de duur van de procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Uitspraak van de Commissie

De beroepen zijn niet-ontvankelijk. De werknemer heeft geen belang meer bij handhaving van zijn beroep tegen de schorsingsbeslissing.

Toelichting

De rechter heeft de arbeidsovereenkomst tussen partijen inmiddels ontbonden. In zo'n

situatie ontbreekt in het algemeen een procesbelang bij de voortzetting van een beroep tegen een schorsing. Dat is hier niet anders.

106965 – uitspraak 29 januari 2016

Werknemer heeft recht op promotie op basis van het entreerecht, omdat meer dan 50% van zijn lessen aan deze internationale school, vergelijkbaar zijn met lessen bovenbouw

havo/vwo.

Sector: voortgezet onderwijs Situatie

Werknemer, eerstegraadsbevoegd en werkzaam op een internationale school, wil op grond van artikel 5.2 cao vo (entreerecht) een LD-functie. De werkgever weigert dit.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Op grond van artikel 5.2 cao vo, het zogenoemde entreerecht, heeft vanaf 1 augustus 2014 elke leraar met een eerstegraadsbevoegdheid, die 50% of meer van zijn lessen binnen structurele formatie geeft in de bovenbouw havo/vwo, recht op een LD-functie. De door de werknemer gegeven lessen in het vijfde jaar van het International Baccalaureate Middle Years Programme (MYD) zijn gelijk te stellen aan lessen in de bovenbouw havo/vwo, zodat de werknemer voldoet aan de gestelde eis. Hij heeft recht op een LD-functie.

107038 – uitspraak 15 maart 2016

Het beroep tegen een gedeeltelijke vernietiging van een tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst is niet-ontvankelijk, omdat dit geen voor beroep vatbare beslissing is.

Sector: voortgezet onderwijs Situatie

Een werknemer is per 1 augustus 2015 ontslagen op grond van gewichtige omstandigheden.

Vervolgens sluiten partijen een vaststellingsovereenkomst waarin onder meer is opgenomen

(14)

14 dat de arbeidsovereenkomst eindigt per 1 augustus 2015. Op 14 september 2015 vernietigt de

werkgever de vaststellingsovereenkomst gedeeltelijk.

Werknemer stelt dat hierdoor de eerdere ontslagbeslissing herleeft en dat beroep daartegen bij de Commissie mogelijk is.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep is niet-ontvankelijk omdat een (gedeeltelijke) vernietiging van een vaststellingsovereenkomst niet een beslissing is waartegen beroep bij de Commissie openstaat.

Toelichting

De (gedeeltelijke) vernietiging van de vaststellingsovereenkomst is niet een van de

beslissingen waartegen beroep mogelijk is. Voorts geldt dat het ontslagbesluit niet herleeft door de vernietiging van de vaststellingsovereenkomst. Er is dus geen voor beroep vatbare beslissing voorhanden.

107458 – uitspraak 21 december 2016

Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar lesgaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht.

Sector: voortgezet onderwijs Situatie

Werknemer is met ingang van 25 augustus 2014 in dienst getreden bij de werkgever. Partijen verschillen van mening over de vraag of de werknemer op 1 augustus 2014 in dienst moest zijn van de werkgever om aanspraak te kunnen maken op het entreerecht. De werknemer voldoet aan de overige voorwaarden voor benoeming in een LD-functie, te weten bezit van eerstegraads bevoegdheid en lesgeven in de structurele formatie in de bovenbouw.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Het is beleid van de werkgever om een zij-instromer per eerste schooldag te benoemen en niet per 1 augustus van het desbetreffende schooljaar. Als de werknemer per 1 augustus 2014 in dienst was getreden, had hij aanspraak kunnen maken op het entreerecht. De werknemer heeft het hele schooljaar les gegeven. Daarom kon de werkgever hem niet in redelijkheid het entreerecht onthouden. De Commissie laat de uitleg van de cao-bepaling verder in het midden.

107363– uitspraak 23 december 2016

Terugplaatsing in functie docent LB is onthouding van promotie; terugplaatsing is niet redelijk omdat niet gebleken is dat niet voldaan is aan de functievereisten docent LD.

Sector: voortgezet onderwijs Situatie

Werkneemster is per 1 augustus 2014 op basis van het entreerecht benoemd als docent LD.

Een adviescommissie heeft haar portfolio beoordeeld en de rector geadviseerd werkneemster

"niet als LD docent te handhaven". De rector heeft dit advies overgenomen en werkneemster per 1 augustus 2016 teruggeplaatst in de functie van docent LB.

(15)

15 Uitspraak van de Commissie

Het beroep is ontvankelijk en gegrond.

Toelichting

Het terugplaatsen van de werknemer in de oude functie in het kader van het entreerecht is aan te merken als het onthouden van promotie waartegen beroep bij de Commissie

openstaat. Aan het besluit ligt een advies van de beoordelingscommissie ten grondslag.

De motivering van dit advies is erg summier en het oordeel lijkt eerder te zien op het

functioneren van werkneemster dan op de vraag of zij voldoet aan de functievereisten van de docent LD. De werkgever heeft dit advies niet in redelijkheid kunnen overnemen en ten grondslag kunnen leggen aan de beslissing om werkneemster terug te plaatsen in haar oude functie.

(16)

16

Beroep middelbaar beroepsonderwijs Woord vooraf

Doordat cao partijen in het po, vo en hbo in 2016 hebben besloten tot het instellen van een landelijke Commissie van beroep (te weten de Commissie van beroep funderend onderwijs en de Commissie van beroep hbo) is vanaf 1 januari 2017 niet langer meer sprake van een

personele unie tussen de diverse Commissies van beroep.

Voor mbo-instellingen is echter niets veranderd. De Commissie van beroep mbo is bevoegd te oordelen over de in artikel 12.1 lid 2 cao mbo genoemde besluiten.

Meer informatie over de Commissie kunt u vinden op onze website:

Commissie van beroep mbo

Aangesloten scholen

In het verslagjaar waren er bij de Commissie 49 mbo-besturen met 1 of meer scholen aangesloten

Behandelde beroepen Commissie van beroep mbo

beroepen resterend uit 2015 0

dit kalenderjaar aangemeld 17

totaal in behandeling 2016 17

ingetrokken 11

aantal uitspraken 4

behandeling niet afgerond op 31.12.16 2

(17)

17

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren :

Uitspraken van de Commissie van beroep mbo

48

72

82

92

25

35 33

51

23 25

37

29

8 12 12

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

2015 2014 2013 2012

totaal in behandeling ingetrokken

uitspraken

niet afgerond op 31 december

3 1

Van de 4 in 2016 uitgebrachte beroepen zijn er:

gegrond deels gegrond

(18)

18

Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie

107156 – uitspraak 5 juli 2016

De berisping is niet gerechtvaardigd, omdat de werkgever in korte tijd een fors aantal ingrijpende maatregelen op de werknemer heeft ingezet. De opgelegde schorsing voor de duur van de procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst blijft in stand.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werknemer is voor de tweede keer berispt vanwege ongeoorloofd verzuim. Daarnaast was sprake van het ontzeggen van de lesbevoegdheid, coaching, meerdere schorsingen en het voornemen om een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te dienen bij de kantonrechter. Het beroep van de werknemer is gericht tegen de tweede berisping en tegen de schorsing voor de duur van de ontbindingsprocedure.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep tegen de berisping is gegrond. Het beroep tegen de schorsing is ongegrond.

Toelichting

Als gevolg van een aantal klachten van leerlingen heeft de werkgever in een tijdsbestek van enkele maanden meerdere voor de werknemer ingrijpende maatregelen ingezet. Gezien de impact daarvan op de werknemer en ook gelet op het nog maar kort lopende verbetertraject acht de Commissie het nogmaals inzetten van een disciplinaire maatregel niet effectief en gezien de omstandigheden ook niet gerechtvaardigd.

De werkgever mocht schorsen voor de duur van de procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar moet deze schorsing wel intrekken na het eindigen van die procedure.

107124 /107126 – uitspraak 7 juli 2016

De disciplinaire overplaatsing kan geen stand houden omdat de feiten die de werkgever aan het plichtsverzuim ten grondslag heeft gelegd, niet zijn komen vast te staan.

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

Werknemers werken al lang voor het ROC. De werkgever vindt dat het gedrag van werknemers en hun opstelling binnen het team plichtsverzuim oplevert en legt de werknemers daarom de disciplinaire maatregel van overplaatsing op.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werkgever stelt dat sprake is van het volharden in afwijzend en afwijkend gedrag, storend geroddel, blijven hangen in ongenoegens, opgefokte en storende toon, aanvallende toon, cynisme, altijd dubbele bodem van volhardend gedrag, roddel. De werkgever heeft deze zware kwalificaties echter niet onderbouwd. Daarmee zijn de feiten die de werkgever aan het plichtsverzuim ten grondslag heeft gelegd, niet komen vast te staan.

(19)

19 107326 – uitspraak 20 december 2016

De berisping wegens grensoverschrijdend gedrag houdt geen stand omdat het daaraan ten grondslag gelegde schofferen van een leidinggevende, niet is komen vast te staan

Sector: middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werknemer zou haar leidinggevende hebben geschoffeerd in het bijzijn en op gehoorafstand van collega's en leerlingen. De werknemer betwist dit maar erkent wel duidelijk te hebben gemaakt aan de leidinggevende dat zij niet gecommandeerd wenste te worden. De werknemer en de leidinggevende hebben na afloop van het gesprek een klacht tegen elkaar ingediend bij de ombudsman van het ROC. Insteek van het bewuste gesprek was het bespreken van de werkzaamheden van de werknemer die tekenen van een burn-out vertoonde en inmiddels volledig arbeidsongeschikt is en onder behandeling van een psychiater is.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Niet is vast te stellen dat de werknemer zich grensoverschrijdend heeft gedragen en dus plichtsverzuim gepleegd zou hebben. Daarom ontbreekt de feitelijke grondslag voor het opleggen van een disciplinaire maatregel. De Commissie merkt daarbij op dat, zo er al sprake zou zijn van plichtsverzuim, zij het opleggen van een berisping, gezien de omstandigheden, niet effectief en proportioneel acht.

(20)

20

Beroep hoger beroepsonderwijs

Woord vooraf

In 2016 hebben cao-partijen in het hoger beroepsonderwijs besloten tot het instellen van een landelijke Commissie van beroep hbo, waarbij alle hogescholen automatisch zijn aangesloten.

Deze Commissie is ingesteld per 1 september 2016 en ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen. Hiermee is per 1 september 2016 een einde gekomen aan de werkzaamheden van de Commissie van beroep hbo.

De Commissie van beroep hbo is bevoegd te oordelen over de in artikel S-3 lid 1 cao hbo genoemde besluiten. De commissie van beroep hbo vormt een personele unie met de sectorale ontslagcommissie hbo die in plaats van UWV voorafgaande toestemming kan verlenen voor een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen.

Voor meer informatie over de nieuwe Commissies verwijzen wij u naar onze website:

Commissie van beroep hbo

sectorale ontslagcommissie hbo

Samenstelling Commissie hbo per 1 september 2016

mr. L.C.J. Sprengers voorzitter

mr. C.H. Kemp-Randewijk vicevoorzitter dr. E. Berendsen MHR lid werkgevers

mr. B. Euser lid werkgevers

mr. drs. F. Veenstra lid werknemers

drs. F.W.C. Coppelmans lid werkgevers

(21)

21

Aangesloten scholen

In het verslagjaar waren er bij de Commissie 38 hbo-besturen met 1 of meer scholen aangesloten

Behandelde beroepen Commissie van beroep hbo (tot 1 september 2016)

beroepen resterend uit 2015 8

dit kalenderjaar aangemeld (tot 01-09-16) 4

totaal in behandeling 2016 12

ingetrokken 7

aantal uitspraken 5

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren :

40

51

36

23

19 19

15

9

13 16 15

8 10

16

10

4 0

10 20 30 40 50 60

2015 2014 2013 2012

totaal in behandeling ingetrokken

uitspraken

niet afgerond 31 december

(22)

22

Uitspraken van de Commissie van beroep hbo

1

4

Van de 5 in 2016 uitgebrachte beroepen zijn:

gegrond ongegrond

(23)

23

Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie tot 1 september

106896 – uitspraak 18 januari 2016

De onaangekondigde werkweigering van de werknemer levert plichtsverzuim op, waarvoor zij terecht schriftelijk berispt is.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkneemster was van oordeel dat zij al haar lesuren voor het cursusjaar al gegeven had.

Overleg met de werkgever over de taakbelasting leidde niet tot een oplossing. Hierop heeft de zij onaangekondigd de colleges gestaakt waardoor studenten voor niets kwamen. De

werkgever heeft haar een schriftelijke berisping opgelegd.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is ongegrond.

Toelichting

De geëigende weg bij het verschil van mening over de taakbelasting, is om dat geschil aan een commissie dan wel de burgerlijke rechter voor te leggen. Onaangekondigde werkweigering is, gelet op de belangen van de studenten, niet de juiste weg. Omdat de werkneemster door haar handelwijze de werkgever niet in staat heeft gesteld voor opvang van de studenten te zorgen, is sprake van plichtsverzuim. De in verband hiermee opgelegde disciplinaire maatregel is evenredig aan het gepleegde plichtsverzuim.

106937– uitspraak 29 januari 2016

Weigering van opgedragen passende werkzaamheden, terwijl de werknemer is gewaarschuwd dat weigering verbreking van de werkrelatie zal inhouden, levert een gewichtige reden voor ontslag op.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

De werknemer is in vaste dienst; overeengekomen is dat hij gedurende vier jaar de functie van lector vervult en dat daarna wordt bekeken of hij weer wordt ingezet op de functie van lector of dat aan hem een andere functie wordt toegekend. Na ommekomst van de vier jaar besluit de werkgever het desbetreffende lectoraat te beëindigen. Na een jaar overleg is er nog geen functie-invulling bereikt. Dan draagt de werkgever de werknemer werkzaamheden op maar hij weigert deze uit te voeren. De werkgever ontslaat de werknemer wegens een gewichtige reden.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is ongegrond.

Toelichting

In het overleg over de nieuwe functie-invulling is de werknemer toegezegd dat hem geen docent-functie wordt aangeboden. Omdat het overleg al een jaar duurde, de werknemer weigerde onderwijsgevende taken op zich te nemen en zich ook voor het overige niet soepel opstelde, was het redelijk dat de werkgever besloot hem het ontwikkelen van online-

onderwijs op te dragen.

(24)

24 Dit is geen docent-functie. Daarbij heeft hij de werknemer gewaarschuwd dat het niet voldoen

aan de opdracht een breekpunt in de werkrelatie zou zijn. Door de weigering heeft de

werkgever redelijkerwijze kunnen concluderen dat er geen basis was voor voortzetting van de werkrelatie.

107083 – uitspraak 1 februari 2016

Verzoek voorlopige voorziening tot oplegging re-integratieplicht en verstrekking vergoedingen afgewezen, omdat niet met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat er nog steeds een arbeidsovereenkomst bestaat

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

Een docente is ontslagen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid.

De Commissie van Beroep doet tussenuitspraak en legt de werkgever de verplichting op een deskundigenoordeel bij het UWV te vragen. Ondertussen verzoekt de werkneemster de Voorzitter om de werkgever te verplichten de re-integratie ter hand te nemen.

Uitspraak van de Commissie Het verzoek is afgewezen.

Toelichting

Van belang is of er een arbeidsovereenkomst bestaat waaruit de verplichting tot re-integratie kan volgen. De arbeidsovereenkomst is opgezegd per 1 november 2015 en vooralsnog kan in de voorlopige voorzieningprocedure niet met voldoende mate van zekerheid vastgesteld worden dat er nog steeds een arbeidsovereenkomst tussen partijen is.

De werkneemster heeft gesteld, maar niet aangetoond, dat de werkgever eigen risico drager is, zodat hieruit geen verplichtingen voor re-integratie kunnen voortvloeien. Bovendien heeft de docente aangegeven niet te willen re-integreren bij de werkgever en zij heeft ook niet duidelijk weten te maken waaruit de medewerking van de werkgever zou moeten bestaan.

De overige vorderingen lenen zich niet voor behandeling in voorlopige voorziening.

107004 – uitspraak 3 februari 2016

Een waarschuwing voor de gevolgen als de werknemer niet ingaat op de uitnodiging voor een gesprek met de leidinggevende, is geen disciplinaire maatregel.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

De werknemer ontving van haar leidinggevende een schriftelijke uitnodiging voor een gesprek om de situatie tussen hen werkbaar te maken. In de brief staat dat niet ingaan op de

uitnodiging zou leiden tot arbeidsrechtelijke consequenties. De werknemer stelt beroep in tegen de brief; zij meent dat haar een disciplinaire maatregel is opgelegd. De Voorzitter van de Commissie heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat de brief geen voor beroep vatbare beslissing inhield. De werknemer gaat tegen dit oordeel in verzet bij de

Commissie.

Uitspraak van de Commissie Het verzet is ongegrond.

(25)

25 Toelichting

De brief heeft geen disciplinair karakter. Dit blijkt zowel uit de bewoordingen van de brief als uit de daarin beschreven intentie om te komen tot een constructieve oplossing. Bovendien staat het een werkgever vrij een werknemer te waarschuwen voor mogelijke gevolgen van over de schreef gaan.

106879 – uitspraak 6 juni 2016

Een waarschuwing voor de gevolgen als de werknemer niet ingaat op de uitnodiging voor een gesprek met de leidinggevende, is geen disciplinaire maatregel.

Sector: hoger beroepsonderwijs Situatie

Een docente is ontslagen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid.

De Commissie van Beroep heeft op 3 december 2015 tussenuitspraak gedaan en legt de werkgever de verplichting op een deskundigenoordeel bij het UWV te vragen. Intussen wordt de arbeidsovereenkomst tussen partijen door de kantonrechter ontbonden waarbij het ontslagbesluit wordt vernietigd. De werkneemster is in beroep gegaan tegen de uitspraak van de kantonrechter. Uitspraak van de Commissie

Het beroep is gegrond.

Toelichting

De Commissie doet uitspraak voor zover de uitspraak van de kantonrechter in hoger beroep niet in stand zou blijven.

Uit het door de werkgever alsnog gevraagde deskundigenoordeel blijkt dat herstel van de werkneemster binnen de termijn van 6 maanden niet was uitgesloten. Daarmee is niet voldaan aan de vereisten om tot ontslag wegens arbeidsongeschiktheid te komen. Om deze reden kan het ontslag niet in stand blijven.

(26)

26

Meer informatie

De informatie in dit jaarverslag is gebaseerd op de situatie van januari tot en met december 2016 Voor de meest actuele informatie verwijzen wij u naar de website van Onderwijsgeschillen:

www.onderwijsgeschillen.nl

Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191

3508 AD Utrecht

Volg Onderwijsgeschillen:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In 2017 heeft de voorzitter van de Commissie eenmaal een uitspraak in vereenvoudigde behandeling gedaan, omdat geen sprake was van een voor beroep vatbare beslissing.. Mediation kan

samenwerkingsverband heeft de tlv voor voortgezet speciaal onderwijs afgegeven, naar eigen zeggen om het mogelijk te maken dat er onderzoek plaatsvindt naar welke vorm van onderwijs

Ouders maken bezwaar tegen de toelaatbaarheidsverklaring (tlv) voor het voortgezet speciaal onderwijs (cluster 3), omdat zij van mening zijn dat de reguliere school nog mogelijkheden

Het bevoegd gezag heeft bij het niet volgen van het advies van de GMR bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit kunnen

Vanaf 1 januari 2017 kunt u derhalve terecht bij: Commissie van beroep funderend onderwijs De uitspraken van de Commissie van Beroep tot 1 januari 2017 blijven uiteraard staan op de

Bovendien is niet uitgesloten dat de zienswijze van het bevoegd gezag in verband met opname van ouderschapsverlof indirect verboden onderscheid oplevert tussen mannen en vrouwen,

De werknemer heeft zijn dossier niet meer ingezien zodat aangenomen moet worden dat de werkgever voldoende gevolg heeft gegeven aan de uitspraak van de interne

De indeling van de functie in die van Adviseur/inhoudsdeskundige B is juist, omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de.. functiebeschrijving en