• No results found

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit

Samenvatting door een scholier 4e klas havo/vwo

4171 woorden 15 jaar geleden

6,3

20 keer beoordeeld

Vak Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4: Criminaliteit

Paragraaf 1: Wat is criminaliteit?

Waarden en normen Cultuur

Opvattingen van mensen over wat uit de waarden (zie hiernaast) worden in het leven belangrijk gevonden wordt. gedragregels afgeleid.

Dus je mag niet doden, stelen en bedriegen. Deze geven concreet aan hoe je je in een bepaalde

situatie hoort te gedragen.

Afwijkend gedrag:

Als mensen zich niet houden aan normen. Dit komt in elke groep of samenleving voor! In elke groep vatten ze de normen of waarden anders op.

Voorbeeld: in de ene groep wordt een stickie roken, alcohol drinken, seks voor het huwelijk gezien als vormen van afwijkend gedrag, in andere groepen juist niet!

Overheid

Niet mee bemoeit: wel mee bemoeit:

Met veel afwijkend gedrag, of overtredingen sommige norm overtredingen van normen. worden Echter zo belangrijk

gevonden dat

overheid strafbaar heeft gesteld omdat ze schadelijk zijn voor andere mensen of voor de samenleving!

Criminaliteit: criminaliteit

Dit is dus door de overheid in een bepaalde tijd strafbaar gesteld gedrag. Het gaat om wettelijke vastgestelde normen.

(2)

4 redenen criminaliteit als probleem wordt beschouwd:

• Veroorzaakt persoonlijk leed

• Mensen kunnen bang worden en zich onveilig voelen

• Criminaliteit kost samenleving veel geld

• Veiligheid is ongelijk verdeeld misdrijven overtredingen

Afwijkend gedrag ->

Als mensen zich niet aan de normen Van een bepaalde groep houden,Maar dat is nog niet in ernstige vorm.Hierbij word ‘bijna’ niet gecontroleerd Door de overheid, omdat ze niet schadelijk Zijn voor andere mensen.

Normovertreding: sommige overtredingen zijn zo erg dat ze schadelijk zijn voor andere mensen Of de gehele samenleving: criminaliteit

Waarden -> hebben vaak te maken met goed en kwaad, mooi en lelijk Bijv. leven, vrede, rechtvaardigheid, eerlijkheid, respect, schoonheid Hieruit worden gedragsregels afgeleid -> die regels heten normen

Afwijkend gedrag -> als mensen zich niet houden aan de normen van een bepaalde samenleving of groep Sommige norm overtredingen worden zo belangrijk gevonden dat de overheid ze strafbaar heeft gesteld -> ze zijn schadelijk voor andere mensen of voor de samenleving als geheel, of niet netjes of

‘aanstootgevend voor de eerbaarheid’ -> zulke norm overtredingen heten criminaliteit

Criminaliteit -> door de overheid in een bepaald land in een bepaalde tijd strafbaar gesteld gedrag dat zijn dus wettelijke normen.

Delicten -> strafbare handelingen:

- misdrijven -> ernstige delicten, bijv. diefstal/geweld tegen personen -> strafblad afhankelijk van de zwaarte v/h misdrijf

- overtredingen -> minder ernstige delicten, bijv. zwart rijden met bus, tram/metro en te hard rijden met de auto

Wetboek van Strafrecht -> hierin staan de meeste strafbare handelingen in Nederland omschreven dus je kan zien wat onder crimineel gedrag valt en wat niet

Verschillende wetten met strafbare feiten:

- Wetboek van Strafrecht

- Opiumwet (wat wel en niet mag op gebied van drugs) - Wegenverkeerswet

- Wet op de Economische Delicten - Wet Wapens en Munitie

- Algemene wet inzake Rijksbelastingen Maatschappij verandert:

• er ontstaan over sommige zaken andere opvattingen over wat absoluut niet mag

(3)

• er komen nieuwe problemen

• de techniek maakt nieuwe delicten mogelijk Voorbeelden:

- pornografie - abortus - euthanasie

- gebruik van softdrugs - prostitutie

Verschil van normen naar tijd en plaats -> dat wil zeggen dat je vroeger geen softdrugs mocht gebruiken en nu wel, net als het homo huwelijk en abortus, deze dingen zijn naarmate de tijd langer werd meer getolereerd. Maar dronken een auto besturen is juist strenger geworden net als kinderporno kun je daar een veel hogere straf voor krijgen.

het Nederlands strafrecht verschilt op verschillende punten op die van het buitenland

• Nederland is het bezitten v/e vuurwapen strafbaar, terwijl dit in de Verenigde Staten als recht wordt gezien

• Euthanasie is echt strafbaar en ook zorgvuldig handelende artsen worden vervolgd

• Veel landen is gebruik en bezit van een kleine hoeveelheid softdrugs een misdrijf dat zwaar bestraft wordt.

Handelingen die vroeger niet strafbaar waren en nu wel:

• verkrachting binnen het huwelijk, mits een aanklacht

• gewone pornografie verspreiden is minder strafbaar, maar kinderporno is strenger geworden

• dronken een auto besturen is misdrijf geworden

• milieu verontreinigen

• inbreken in computers

• vernietigen van computergegevens

Criminaliteit is een probleem, want…

- het veroorzaakt persoonlijk leed

- mensen worden bang en kunnen zich onveilig gaan voelen - het kost de samenleving veel geld

Leeftijd Geslacht woonplaats

Mensen die zich het meest onveilig voelen 65 jaar en ouder Vrouwelijk Stedelijk

Mensen hebben de grootste kans slachtoffer van misdrijf te worden 18-24 jaar Mannen Zeer stedelijk gebied

Verschil tussen a en b en hoe kun je dat verklaren Mensen die ouder dan 65 jaar zijn, kunnen meestal minder terug doen dan de daders (meestal jonger) De mensen van 18-24 jaar hebben meestal veel bezit/geld op zak. Daarom zijn ze de grootste doelgroep Mannen zijn meestal sterker dan vrouwen en zijn daarom ook meestal het slachtoffer van aanrandingen en verkrachtingen. Daarom voelen ze zich

(4)

waarschijnlijk onveilig.

paragraaf 2: criminaliteit: hoeveel en welke soorten.

criminaliteitcijfers

statistiek->betrouwbaarheid onderzoek? Waarom is dit lastig te onderzoeken?

• Criminaliteit ‘in het geheim’

• Definitie probleem-> wat voor soort criminaliteit Voordeel

Waar moet je opletten

• Methode van onderzoek Nadeel

• Hoe zijn cijfers weergeven

Je kunt op verschillende manieren de Criminaliteit meten:

*Geregistreerde misdrijven -> alle misdrijven die bij de politie bekend zijn gemaakt en die de politie zo belangrijk vindt dat er proces-verbaal is opgemaakt.

nadeel is: Niet alle misdrijven worden geregistreerd omdat:

- er geen slachtoffer is -> bijv. bij graffiti

- Slachtoffers schamen zich -> bijv. seksuele misdrijven

- Slachtoffers hebben het gevoel dat ze niet serieus genomen worden - Daders zijn bekenden/familieleden

- Slachtoffers vinden het misdrijf niet belangrijk genoeg

*Slachtoffer-enquête -> soort steekproef onder een deel van de bevolking die dan gebruikt word voor de hele bevolking, daarbij word gevraagd van welke misdrijven men het afgelopen jaar slachtoffer is

geworden en of de dat hebben laten registeren door de politie. Het nadeel hiervan is dat bij ieder mens het begrip geweld anders is en je weet nog niet of alle mensen eerlijk zijn.

* Dader- of zelfrapportage-enquête -> hierbij wordt gevraagd welke misdrijven men het afgelopen jaar heeft gepleegd. daaruit blijkt dat een zeer groot deel van de bevolking wel eens een misdrijf heeft

gepleegd, veel van het lichte soort. Zo kom je niet op het spoor van grote zware misdrijven. Ook hier is het nadeel weer dat privé en familie sfeer misdrijven worden verzwegen, en jongeren die op straat zwerver worden niet bereikt door de enquête. Wel ziet men dat juist iedereen wel eens een misdrijf pleegt en niet dat kleine deel van de bevolking.

Criminaliteit is toegenomen door:

- groei van de bevolking - mensen doen vaker aangifte

- politie is vollediger gaan registreren

(5)

Verloop van criminaliteitcijfers vanaf 1945:

in de jaren 50 en 60 lag de criminaliteit duidelijk laag. Tussen 1970 en 1994 is het aantal misdrijven vereenvoudigd. De laatste 10 jaar is de criminaliteit nauwelijks toegenomen.

Soorten criminaliteit:

• Geweldscriminaliteit -> hierover maken de mensen zich vooral zorgen

Bijv. moord en doodslag, mishandeling, diefstal met geweld, seksueel geweld, huiselijk geweld, bedreiging

• Vermogenscriminaliteit -> bijv. diefstal en inbraak , , valsheid in geschrifte, bedrog en heling. Technische ontwikkelingen maken nieuwe delicten zoals pinpasfraude mogelijk

• Vernielingen -> bijv. brandstichting, verstoren v/d openbare orde (bij bv. voetbalwedstrijd)

• Verkeersmisdrijven -> bijv. doorrijden na een ongeluk, dronken een auto besturen.

• Drugshandel -> handel in drugs

• Milieudelicten -> bijv. storten van giftig afval

• Witteboordencriminaliteit -> criminaliteit die mensen van achter hun bureau plegen door te ‘rommelen’

met papieren en cijfers

• Fraude -> bedrog bestaande uit vervalsing van administratie of ontduiking van voorschriften.

Voorbeelden zijn daarvan:

- zwart werken

- lager inkomen opgeven aan de belasting

- belastingontduiking door particulieren: ook te lage inkomens opgeven en zwart werken

- uitkeringsfraude: gaat het vaak om het niet opgeven van inkomsten uit werk en naast een uitkering.

• Georganiseerde criminaliteit -> organisaties waarvan de belangrijkste activiteit bestaat uit het leveren van diensten waaraan in de samenleving behoefte bestaat, maar die strafbaar zijn gesteld. Vroeger alleen in VS en italie maar nu ook hier. voorbeelden zijn: illegaal afval, voeren handel in vuurwapens of

beschermde dieren. Ook zwart geld ‘wit’ wassen en kinderporno verspreiden. Vrouwenhandel die dan de prostitutie ingaan. En nieuw is mensensmokkel die dan illegaal immigreren. De groepen zitten vaak tussen de onderwereld en de gewone wereld in om de lijnen wat weg te vagen en zo minder op te vallen.

Paragraaf 3: Waarom plegen mensen misdrijven?

Belangrijke bron = bron 17.

Criminaliteit

Socialogisch

Kinderen leren niet alleen van hun Ouders. Ze komen bijv. terecht in

Psychologisch: Biologisch: een subcultuur.

-karakter eigenschap erfelijke factoren, -socialisatie Aangeboren

opvoeding

(6)

individueel verklaring

gaat over innerlijk v/e persoon cultuur die op bepaalde punte overige: afwijkt van de hoordcultuur.

wapens, drugs, alcohol zoals skater, kakkers enz.

Subcultaar, strain, etikettering, controlebinding en gelegenheidstheorie

Het is lastig crimineel gedrag eenduidig te verklaren omdat ieder mens anders is.

3 soorten verklaringen:

- individuele of psychologische theorieën -> deze proberen te verklaren waarom bepaalde individuen misdrijven plegen

- sociologische theorieën -> gaan over de vraag welke maatschappelijke omstandigheden en ontwikkelingen de kans groter maken dat mensen zich crimineel gedragen

- overige

psygologische verklaringen socialogische verklaringen overige factoren erfelijk Controle bindingstheorie wapens

karakter Subcultuurtheorie drank

socialisatie anomietheorie/straintheorie druks etiketteringstheorie tv geweld

gelegenheids theorie

Psygologische verklaringen:

-erfelijk:

Italiaanse arts Cesare Lombroso (1835-1909) zei dat je aan iemand zijn uiterlijk kon zien of hij crimineel was of niet. Type geboren misdadiger: laag voorhoofd en brede kaken. Misdadigers hebben kleinere schedelinhoud. Erfelijke (biologische) factoren spelen soms een rol, maar crimineel gedrag heeft zeker veel te maken met opvoeding en maatschappelijke omstandigheden.

Extravert: op de buitenwereld gericht Impulsief: eerst doen dan nadenken

-Karakter:

Karaktertrekken van een crimineel:

- extroverter - impulsiever

- meer op directe bevrediging van hun behoeften gericht

Geldt vooral voor dieven, inbrekers en geweld plegers dus niet voor fraude.

-socialisatie:

Dat is het leerproces waarbij kinderen zich de waarden en normen eigen maken van de samenleving of de groep waartoe zij behoren. Als kinderen leren stelen zullen zij daar waarschijnlijk ook mee bezig gaan houden. Het hangt dus af van de samenleving.

(7)

Socialogische verklaringen:

-Controlebindingstheorie:

vraagt zich af waarom de meeste mensen verreweg het grootste deel van de tijd geen misdrijven plegen.

De theorie stelt dat mensen geen misdrijven plegen als ze veel te verliezen hebben. Dus mensen die bang zijn om hun gezin/baan kwijt te raken plegen vaak geen misdrijven, dan mensen die toch niets te verliezen hebben. Zij zijn dus gevoelig voor de controle door mensen met wie zij sterke bindingen hebben

-subcultuur theorie:

een cultuur die op bepaalde punten afwijkt van de in een bepaalde samenleving dominante waarden en normen, daar leren ze kleine diefstallen en geweld om te laten zien wie de sterkste is. Meestal komen kinderen ( vooral jongens) er terecht in hun tiener jaren. voorbeelden van subculturen zijn: gotic, skinheads, gabbers enz. De kern van deze theorie is groepsdruk.

-anomietheorie/straintheorie:

Theorie die een verband legt tussen misdaad en armoede en sociale ongelijkheid. Anomie betreft een situatie waarin normloosheid heerst. Vaak kent een samenleving algemeen aanvaarde doelen, zoals rijk worden en die rijkdom laten zien, maar beschikt een deel niet over wettige middelen om die doelen te bereiken en proberen hun doel dan via onwettige middelen te bereiken. Dat veroorzaakt spanning, strain in het engels en daarvan is ook de verklaring van de straintheorie genoemd.

-ettiketeringstheorie:

Dat houdt in dat als mensen ooit een misdaad zijn begaan het gevoel hebben dat ze voor de rest van hun leven worden gezien als misdadiger en vallen op deze wijze terug in hun oude gewoontes en dat is dan in hun geval het criminele pad. Andere mensen “plakken” hun het etiket: “misdadiger” op, daardoor gaan ze zich voelen als crimineel dus ook zo gedragen.

-gelegenheidstheorie:

geeft als verklaring dat nu er zoveel welvaart is dat het zonde is om al die mooie spullen zomaar te laten staan, en ook omdat bij winkels zoveel mooie dingen staan uitgestald, huizen vaak overdag grotendeels verlaten zijn. Kortom er is veel om te stelen.

Overige factoren:

- alcohol:

maakt de mens agressiever.

-drugs:

Is duur om te kopen dus gebruikers ervan gaan stelen en inbreken.

-vuurwapens:

makkelijker om aan tekomen = meer doden, conflicten lopen sneller uit de hand.

- tv geweld

bevorderd agressief gedrag.

(8)

Diefstal en inbraak:

- subcultuur: ja, afwijkende waarden en nomen, stoer doen

- anomie: ja, je moet laten zien dat je geld in bezit hebt. Niet legaal-> illegaal

- etikettering: als je eenmaal geen etiketteert bent als misdadiger kun je moeilijker een nette baan krijgen.

Zo ga je andere middelen zoeken om aan geld te komen

- controle-binding: ja, crimineel-> vaak geen gezin, baan-> weinig inkomen-> diefstal/inbraak - gelegenheid: ja, niet goed bewaakte spullen

Geweld:

- subcultuur: ja, mensen die in groepen vechten krijgen de stimulatie om stoer te doen en om er bij te horen

- anomie: ???

- etikettering: je bent toch al een crimineel volgens de mensen. Je hebt minder wettige middelen dan die je moet hebben dit kan lijden tot geweld

- controle-binding: als je weinig bindingen hebt, ga je ook sneller vechten want niemand geeft er toch wat om

- gelegenheid: nee, er is geen aanleiding om bijv. geweld te stelen wittebordencriminaliteit:

- subcultuur: bijv. met zo weinig mogelijk risico’s de boel kunt oplichten bijv. de belasting, frauderen enz.

- anomie: nee, alleen mensen met lage inkomens, niet mensen die al een hoog inkomen hebben - etikettering: nee, veel mensen weten niet dat jij crimineel bent

- controle-binding: nee, veel mensen heel juist veel bindingen te verliezen - gelegenheid: ja, als er dingen zijn waardoor ze makkelijker kunnen frauderen georganiseerde criminaliteit:

- subcultuur: mensen die al in een crimineel proces zitten, kunnen vaak makkelijk in georganiseerde criminaliteit terecht komen

- anomie: mensen die al in een crimineel proces zitten, kunnen vaak makkelijk in georganiseerde criminaliteit terecht komen

- etikettering: steeds verder gaan met criminaliteit.. denk aan grote bazen enz.

- controle-binding: als je er eenmaal mee begonnen bent met crimineel gedrag kan je er moeilijk weer uit komen. Hierbij heb je ook vrienden.

- Gelegenheid: ja, bijv. illegale goederen en diensten.

Groepen die vaak in de gevangenis terecht komen zijn:

• Mannen ( vooral jonge mannen onder de 40) -> meisjes plegen minder ernstige delicten

• Allochtonen-> meer delicten dan autochtonen. Vooral waar mensen last van hebben en bang van worden. Aanpassingsproblemen, conflicten tussen ouders en kinderen, jongeren die klem raken ‘tussen 2 culturen’, lagere klassen, weinig toekomst perspectief zijn oververtegenwoordigd.

• Lagere sociale klassen -> laag opgeleiden en werklozen. -> niet meer, maar wel verschil in delicten -> hier meer diefstal en geweld. In hogere posities vaker bij belastingontduiking en andere fraude (pakkans is kleiner)

• Jongeren-> vooral zichtbare en hinderlijke delicten (diefstal, inbraak, vernieling). Uitprobeergedrag, verkennen van de grenzen van wat wel en niet mag. Stoer doen en bij de groep horen. Vooral in

(9)

groepsverband.

Waarom is de criminaliteit gestegen:

• waarden en normen zijn zwakker geworden

• kinderen krijgen van hun ouders erg veel vrijheid

• scholen zijn niet streng genoeg

• politie ziet vanalles door de vingers

• veel minder sociale controle

• worden steeds individualistischer en egoïstischer

• alles moet steeds groter, sneller en efficiënter: mensen binnen een bedrijf kennen elkaar niet meer dus de controle vervalt.

• iedereen word aangespoord om individueel te concurreren op de markt

winst maken, carrière maken, veel geld verdienen -> stimuleert stoer doen, baas spelen enz. -> verkeerde houding die crimineel gedrag bevorderd

• toegenomen vraag naar illegale goederen en diensten

• gelegenheid tot het plegen van vermogenscriminaliteit is toegenomen

Het betekend niet dat de oververtegenwoordigde groep in de gevangennis dus crimineler zijn. Zij plegen misdaden die eerder opvallen dus waarvoor ze gepakt worden.

Lagere sociale klassen -> diefstal + geweld = makkelijker te bewijzen hogere sociale klassen -> fraude = moeilijk te bewijzen.

paragraaf 4. Opsporing

Legaliteitsbeginsel -> beginsel waaraan het openbaar ministerie zich moet houden bij het vervolgen van een strafbaar feit. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling.

Openbaar Ministerie (OM) -> is verantwoordelijk voor de vervolging van strafbare feiten en is een onderdeel van het ministerie van Justitie

Taken van het OM:

• Opsporing van strafbare feiten

• Vervolging van strafbare feiten

• Uitvoering van strafvonnissen

officieren van justitie leiden onderzoeken

ambtenaren van OM -> werken samen met:

- gemeentelijke sociale recherches - politie

- opsporingsdiensten.

(10)

Opportuniteitsbeginsel = het OM moet niet alle strafbare feiten vervolgen. De officier van justitie kan beslissen strafzaken niet door te geven aan het OM. Dat noem je seponeren.

Transactie -> een verdachte aanbieden een bepaald bedrag te betalen zodat hij niet voor de rechter hoeft te verschijnen.

voordeel = minder uitzoekwerk, geld in staatskas, minder mankracht.

nadeel = de misdadiger is nog steeds vrij, geen rechtvaardigheid voor slachtoffer, alleen rijke mensen kunnen betalen.

Politie -> overheidsdienst, belast met het toezicht op de openbare orde en veiligheid en met het opsporen van wetsovertreders

Hoofdtaken van de politie:

• Hulpverlening: informatie geven, de weg wijzen, mensen opsporen

• Handhaven van de openbare orde: verkeer regelen, ordehandhaving bij evenementen, bemiddelen bij ruzies

• Opsporingstaken: strafbare feiten voorkomen en verdachten opsporen. Deze derde taak wordt steeds meer de hoofdtaak van de politie.

Dwangmiddelen -> de wettelijke bevoegdheden van de politie op de waarheid te achterhalen voorbeelden zijn:

- vasthouden voor verhoor( max. 15 uur) - afpakken

- langer vasthouden( bij onderzoek naar ernstig misdrijf)- v/d vrijheid.

- psychiatrische onderzoeken

rechtsstaat: burgers zijn beschermd tegen de almacht en wille keur van de staat

bij opsporing en berechting:

worden er grondrechten v/d verdachte geschonden dus er zijn strikte regels voor opsporing en berechting waaraan de politie en staat zich moeten houden.

• aanhouding : alleen als er een redelijk vermoeden is dat er een strafbaar feit is begaan.

• tijdsbepalingen

• vormfouten: vrijlaten van de verdachte

• rechters: kunnen niet door de overheid worden ontslagen.

een rechtsstaat is belangrijk omdat er grondrechten van een verdachte worden geschonden. En dat mag niet zonder dat er geldige reden zijn. Anders kan de staat doen en laten wat hij wil en oppakken wie hij maar wil.

paragraaf 5: Berechting en straf.

(11)

openbare terechtzitting.

volgorde: - rechter ondervraagt de verdachte + evt getuigen en deskundigen

-officier van justitie houdt een toespraak: requisitoir. Daarbij worden alle bewijzen naar voren gehaald en er wordt een bepaalde straf gepleit.

- de advocaat houdt verdedigingsrede en pleit voor vrijspraak - de rechter doet uitspraak.

Rechter -> iemand die met een rechtspraak is belast en die in een zaak een beslissend en gezaghebbend oordeel uitspreekt. De rechter is lid van de onafhankelijke rechterlijke macht en wordt door de staat benoemd. Ze kunnen alleen door de hoge raad worden ontslagen. taken:

- ondervragen van de verdachte en evt. getuigen.

- uitspraak over de zaak doen - procedure bewaken

- aangeven wat wettig bewijs is.

Advocaat -> rechtsgeleerde aan wie officiële toestemming is verleend in procedures rechtskundige bijstand te verlenen aan personen of instellingen. taken:

- belangen behartigen van de cliënt

- verdedigingsrede houden waarin hij de verdachte vrijpleit.

officier van justitie -> ambtenaar van OM. Valt onder het ministerie van justitie.

taken:

- ervoor zorgen dat er voldoende bewijs materiaal is - openbare aanklager van de zaak

- een requisitoir houden tijdens de openbare terechtzitting.

-

Rechters op verschillende niveaus:

• Kantongerecht -> een alleensprekend rechter behandelt uitsluitend overtredingen

• Arrondisements Rechtbank -> behandelen alle misdrijven en de beroepszaken van de kantongerechten

• Gerechtshof -> behandelen de beroepszaken van de arrondissementsrechtbanken

• Hoge Raad -> oordeelt of de lagere rechter de wetten juist heeft toegepast bij cassatie door verdachte of het OM

- overtredingen hoger beroep

- misdrijven

juresprudentie - beroepszaken v. kantongerecht hoger beroep

(12)

- beroepszaken incasatie

- bij onduidelijkheid in wetgeving.

- zijn de wetten juist toegepast.

Incasatie-> als de hoge raad vindt dat het hofwerk ( vonnis) niet goed heeft gedaan moet het hof er op nieuw naar kijken en een uitspraak doen.

jurisprudentie-> de uitspraak van de hoge raad geldt als richtlijn voor de lage rechters als er nog een keer zo’n gelijksoortige zaak komt.

Nederlands strafrecht is gericht op:

• Vergelding -> de dader moet boeten voor wat hij heeft misdaan

• Preventie -> de straf moet mensen afschrikken om iets (weer) te doen

• Resocialisatie -> de straf moet terugkeer in de samenleving mogelijk maken

• Voorkomen van eigenrichting -> de overheid wil met het opleggen van straffen voorkomen dat slachtoffers zelf wraak nemen

recidivisten-> als mensen na hun straf opnieuw delicten plegen.

reclassering-> het voorbereiden en begeleiden van gevangenen voor hun terugkeer in de maatschappij.

Daderstrafrecht daadstrafrecht

er wordt gekeken naar de dader: het gaat om wat er is gedaan

trauma’s, psychologische toestand er wordt niet naar de persoon gekeken

rechter is nodig want ieder geval moet apart worden bekeken. computer kan straf uitdelen.

In Nederland hebben we een Daderstrafrecht systeem.

Soorten straffen + maatregelen:

De rechter kan opleggen:

- hoofdstraf - bijkomende straf - maatregel

Voor volwassenen kent Nederland de volgende hoofdstraffen:

• Gevangenisstraf -> bij een misdrijf kan deze straf variëren van een dag tot levenslang (in de praktijk vaak twintig jaar) Meestal vindt vervroegde invrijheidstelling plaats.

• Hechtenis -> meestal na een overtreding, maximaal 1 jaar en 4 maanden. Wordt vaak vervangen door een geldboete.

• Geldboete -> minimaal €2,-, maximaal €450.000,-.

(13)

• Onbetaalde arbeid -> verrichten van dienstverlening door maatschappelijk nuttige arbeid, zoals

schoonmaken van plantsoenen of werken in een verpleeghuis. De veroordeelde moet dit zelf aanbieden en de rechter kan alsnog een andere straf opleggen als de arbeid niet goed wordt verricht. Dit worden taakstraffen genoemd.

Daarnaast bestaan bijkomende straffen:

• Ontnemen van bepaalde recht, bijv. om een bepaald beroep uit te oefenen, auto te rijden of het kiesrecht.

• Verbeurd verklaren van in beslag genomen buit of eigendommen.

• Openbaar maken van het rechtelijke vonnis. Dit kan een fikse straf betekenen voor bijv. een restaurant dat met eten heeft geknoeid.

Straffen zijn gericht op de dader, terwijl maatregelen ook de samenleving willen beschermen:

• TBS -> ter beschikking stellen van de dader. De rechter legt deze maatregel op als het geestelijk

vermogen van de dader tekortschiet (of tekortschoot tijdens het begaan van de daad). Dwangverpleging moet er dan bijv. voor zorgen dat de dader geholpen wordt in zijn ontwikkeling, zodat herhaling

voorkomen kan worden.

• Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis -> het verschil met TBS is dat de dader uit het juridische circuit is gehaald. Niet de rechter, maar de dokter of psychiater beslist over de patiënt.

Minderjarigen -> onzelfstandig doordat men de wettelijke leeftijdsgrens nog niet bereikt heeft, (in Nederland en België is dat 18 jaar)

hebben een aparte plaats in het strafrecht:

- kinderen onder de 12 jaar zijn niet strafrechterlijk aanspraakbaar voor hun daden. Veroorzaakte schade kan op ouders worden verhaalt. ( kind kan ook naar stop gestuurd worden)

- 12-18 jaar:

- lichte vergrijpen->alternatieve straf ->halt

- zwaardere straffen-> officier v. Justitie->taakstraf + boete

- te ernstig/zwaarmisdrijf/herhaling/kans op herhaling ->kinderrechter.

Meest opgelegde sancties door rechtbanken:

• Vrijheidsstraf -> opsluiten in gevangenissen en huizen van bewaring

• Taakstraf -> onbetaalde dienstverlening

• Financiële sancties -> boete of transactie

• Overige -> TBS

TBS staat onder discussie omdat er elke keer gekeken moet worden of de dader genezen is. Dan gaat het via de rechter en die bepaalt of de dader vrij wordt verklaard of nog langer onder behandeling moet blijven. In veel gevallen blijven mensen hun hele leven onder behandeling. Dit kost erg veel geld.

Nieuwe ontwikkelingen en experimenten op het gebied van straffen:

(14)

• Lik op stuk -> het effect wordt klein als de straf pas veel later wordt opgelegd. Bij een lik-op- stukprocedure komt de verdachte binnen enkele dagen of uren voor de rechter.

• Administratieve afhandeling -> om de snelheid te bevorderen en rechters te ontlasten worden bepaalde zaken administratief afgehandeld, bijv. via een acceptgirokaart na een verkeersovertreding. Wie niet gireert, moet eerst meer betalen en kan tenslotte in de cel belanden.

• Educatieve Maatregel Alcohol Verkeersdelicten -> doel is voorkomen dat veroordeelden wegens rijden onder invloed recidiveren. De dader moet deelnemen aan een cursus die hem kennis verschaft en ook zijn houding verandert. Hij moet die cursus zelf betalen. Wie weigert, kan z’n rijbewijs kwijtraken.

• Plukze-wetgeving: deze wet uit 1993 is bedoeld om de georganiseerde misdaad af te schrikken, omdat wederrechtelijk verkregen voordeel vrij gemakkelijk kan worden afgepakt. Het moet duidelijk worden dat misdaad niet lonend is. Maar de maatregel is nog niet erg succesvol, omdat vooral kleine criminelen geplukt worden terwijl zaken tegen grote misdadigers vaak erg veel inspanning kosten.

• Schadevergoeding -> Naast schadevergoeding in een civiele procedure kan de rechter ook een schadevergoeding voorstellen als alternatief voor een strafrechterlijke vervolging. We noemen dit strafrechtelijke dading. Bij dit experiment is een overeenkomst tussen dader en slachtoffer nodig.

paragraaf 6: hoe werkt het in de praktijk?

pakkans -> kans dat men op het plegen van een strafbaar feit betrapt wordt.

De politie beschikt over steeds betere apparatuur en er wordt steeds meer geregistreerd. Daardoor lijkt het of de pakkans afneemt.

Dat niet alle plegers van misdaden worden vervolgd komt voor een groot deel door capaciteitsgebrek->

politie en justitie kunnen niet alles aanpakken. Als er een kleien misdaad is gepleegd en er is niemand op heterdaad betrapt dan wordt er soms helemaal niet naar de zaak gekeken.

Klassenjustitie -> deze selectiviteit kan betekenen dat mensen uit de lagere sociale klassen een grotere kans maken om te worden opgepakt en veroordeeld dan mensen uit de hogere klassen.

Het gelijkheidsprincipe komt in gevaar als er verschillen zijn in pakkans en straftoedeling, omdat daders verschillende kenmerken hebben -> selectiviteit

klassenjustitie:

mensen uit de lagere sociale klassen hebben eerder kans te worden opgepakt en veroordeeld dan mensen uit de hogere klassen.

Bewijs voor fraude is moeilijk te leveren -> er is geen aanwijs baar slachtoffer en de omgeving voelt zich niet bedreigd. Hogere klassen plegen eerder fraude als andere criminaliteit en daardoor worden ze minder snel gepakt.

(15)

directe selectiviteit in het hele strafrechtketen( opsporing, vervolging, berechting) in het nadeel van de lagere klassen:

- politie is strenger tegen:

- mensen met andere huidskleur

- mensen die zich stoer of uitdagen gedragen.

- verdachten met een hogere status worden bevooroordeeld omdat zij beter hun woordje kunnen doen en niet gelijk agressief worden.

- het wel en niet seponeren( aan de rechterdoorgeven van een zaak) door de officier van Justitie-> ze kijken naar de situatie thuis en je leefomgeving. De leefomgeving is bij hogere klassen meestal beter.

- transactie is alleen mogelijk als je veel geld hebt.

- rijke mensen kunnen een betere advocaat betalen.

gelijkheidsprincipe-> iedereen is gelijk voor de wet

Weerhoudt de ervaring van een straf je ervan om opnieuw in de fout te gaan? : bij 60 % van de gevallen gaan mensen opnieuw de fout in.

afschrikken werkt alleen als men weet dat er controle is. Bijvoorbeeld borden langs de kant van de weg dat er controle is door flitsers helpen alleen als er ook bekend is dat er echt wel is mensen staan.

paragraaf 7: Beleid

Criminaliteitsbeleid bestaat uit twee delen:

• Repressie -> bestrijden

• Preventie -> voorkomen

Sociale controle -> controle op verbanden, waarden en normen Veiligheid -> het veilig zijn

Drugsbeleid -> beleid met betrekking tot illegale drugs

Maatregelen van preventie kunnen gericht zijn op:

• De dader -> als iedereen als potentiële dader wordt gezien, kun je proberen kinderen goed op te voeden en voor te lichten over de gevaren van criminaliteit

• De situatie -> hierbinnen vallen sloten, bewakings- en controleapparatuur die technisch steeds beter worden: technopreventie

• Het slachtoffer -> Postbus 51-spotjes, folders voor bedrijven en voorlichting om inbraken en diefstal te voorkomen, richten zich op potentiële slachtoffers

Onbedoelde gevolgen op langere termijn van preventie:

• Verplaatsing van de criminaliteit

• Verharding van de strijd tussen politie en criminelen, met steeds duurdere technische middelen

• Sociale ongelijkheid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Taken en bevoegdheden van de drie politieke machten staan nauwkeurig opgeschreven Alle Nederlanders vanaf achttien jaar hebben het recht om te kiezen en om verkozen te worden De

De rechters zijn onafhankelijk, maar worden benoemd door de minister van Justitie. Rechters worden benoemd door de Kroon, op voordacht van de

Cultuur: Alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.. Mensen hebben

Allochtonen minderheden = relatief lage sociaal-economische positie in Nederlands samenleving, ook wel aangeduid als allochtone doelgroepen.. De positie van allochtone minderheden

Hitler haalde Hindenburg over om de noodtoestand af te kondigen waardoor de wet niet meer geldig was, het parlement machteloos en dat alle macht naar de zittende regering ging..

Subculturen = wordt als het ware gedragen door groepen waarvan de waarden, normen en andere cultuurkenmerken op bepaalde onderdelen afwijken van de dominante cultuur.. Tegencultuur

→ Legaliteitsbeginsel: De overheid mag alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als die regels voor iedereen gelden en door de volksvertegenwoordiging in wetten

Voor het opsporen en voorkomen van (terroristische) misdrijven hebben politie en inlichtingendiensten steeds meer mogelijkheden gekregen om mensen die iets met terrorisme te