beschikking VERzuNDEN
Datum
3 0 NOV 2010
> Retouradres Postbus 30940 2500 GX Den Haag
Natuurmonumenten T.a.v.
Postbus 9955
1243 ZS 's-GRAVELAND
Contactpersoon Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit Rijnstraat 8
Postbus 30940 2500 GX Den Haag Interne postcode 360 www.vrom.nt
Kenmerk Zaaknr. 4090100028
BESCHIKKING SUBSIDIEVERLENING DG Ruimte Ministerie van Infrastructuur en Milieu,
de directeur-generaal Ruimte,
Gezien het verzoek van Natuurmonumenten d.d. 28 april 2010 en de nadere toelichting van 18 oktober 2010 om subsidie in het kader van de 'Tweede tranche subsidieverlening natuurlijke klimaatbuffers", zulks ten behoeve van de
medefinanciering van het project "IJsselpoort", in casu het ontwikkelen van een adaptatiegebied met verbetering van de waterberging en de ontwikkeling van hoogwaardige natuur;
Overwegende:
dat Natuurmonumenten subsidienemer en opdrachtgever is van het project
"Usselpoort" (hierna te noemen: het project);
dat de Natuurmonumenten (hierna te noemen 'subsidienemer') een leidende rol speelt bij de ontwikkeling en realisatie van het concept klimaatbuffers;
dat middelen op de begroting zijn vrijgemaakt voor de tweede tranche
natuurlijke klimaatbuffers 2009/2010, en het project "Klimaatbuffer IJsselpoort"
past binnen het concept;
het project uitgevoerd zal worden door de subsidienemer;
dat het project voldoet aan de ontvankelijkheidcriteria.
Overwegende ten aanzien van de inhoudelijke criteria:
dat het project voldoet aan de gestelde criteria, en in het bijzonder:
aansluit bij het Rijksbeleid en bij de klimaatbestendige uitvoering van de Nota Ruimte en het Deltaprogramma, en past binnen de door het rijk in de Strategie ARK (Adaptatieprogramma Ruimte en Klimaat) omschreven doelstelling van een meer klimaatbestendige inrichting van Nederland en voldoet aan de randvoorwaarden van de klimaatbuffers;
dat het project vooruitloopt op de toekomstige functie als overstromingsgebied;
dat het met deze bijdrage ook een zware natuurfunctie krijgt en een brug zal vormen tussen de Veluwe en het Rijnstrangengebied/Reichswald;
dat met die brug de soorten kunnen meemigreren met de klimaatverandering;
dat het project ook een recreatieve functie zal krijgen en daarmee sprake is van synergie;
dat de klimaatmantel kan meegroeien met de omvang van het klimaatprobleem;
dat de Provincie ook bijdraagt aan het project;
dat het project maatschappelijk breed ondersteund wordt;
dat snel met het project begonnen kan worden en dat het afgerond is in 2013;
dat het ministerie conform de gemaakte nadere afspraken € 730.000 van de totale kosten ten bedrage van minimaal € 2.530.000 bijdraagt, in plaats van de door u gevraagde € 835.000.
Gelet op artikel 8 van de l&M-begroting 2010, gelet en gelet op Titel 4.2 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb);
Besluit:
aan Natuurmonumenten een subsidie te verlenen op basis van bovenvermelde artikelen en de ingediende subsidieaanvraag van 28 april 2010, welke in zijn geheel deel uitmaakt van deze beschikking, en onder de volgende voorwaarden en
bepalingen:
Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit
Kenmerk Zaaknr. 4090100028
Artikel 1 Subsidieverlening
Aan aanvrager: Natuurmonumenten gevestigd te 's-Gravenland, hierna te noemen:
subsidienemer, wordt naar aanleiding van het verzoek om subsidie, d.d. 28 april 2010, subsidie verleend ten behoeve van het project "IJsselpoort", zoals
gedefinieerd in het subsidieaanvraagformulier.
Artikel 2 Subsidiebedrag
De subsidie bedraagt € 730.000,- incl. BTW. Het subsidiebedrag zal niet worden geïndexeerd.
Artikel 3 Verplichtingen subsidienemer
3.1 De subsidie wordt verleend voor het uitvoeren van de activiteiten genoemd in het subsidieaanvraagformulier.
3.2 De subsidienemer voert een administratie die zodanig is ingericht dat daaruit door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna te noemen: het ministerie) op ieder moment op eenvoudige en duidelijke wijze de aan de activiteiten gerelateerde kosten kunnen worden afgeleid. De subsidienemer verleent hiertoe aan het ministerie medewerking tot het verstrekken van gegevens die het ministerie nodig acht voor een juiste, doelmatige en rechtmatige subsidiebeoordeling.
3.3 Aan deze subsidie zijn de volgende nadere voorwaarden verbonden:
a) dat de vermelde financiële bijdragen van derden aan het project
"Klimaatbuffer Usselpoort" ook daadwerkelijk worden geleverd;
b) dat de subsidienemer toeziet op de uitvoering van de activiteiten zoals genoemd in het subsidieaanvraagformulier en de in deze beschikking genoemde voorwaarden;
c) dat subsidienemer zich inspant om in ontwerp en uitvoering een bijzonder innovatief element op te nemen (op welk gebied dan ook);
d) dat de start van de voorbereiding op korte termijn begint, de uitvoering van de werkzaamheden najaar 2011 zullen beginnen, de
werkzaamheden november 2013 zijn afgerond;
e) dat grondverwerving plaatsvindt op basis van marktconforme prijzen en dat dit vóór de aankoop wordt onderbouwd met een taxatierapport van een onafhankelijk taxateur;
t)
dat de gronden in 2011 aangekocht zijn;
g) dat bij de start van het project en de start van de fysieke herinrichting het ministerie geïnformeerd wordt;
h) dat subsidienemer verplicht is om onverwijld een melding te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
1) dat voor de inzet van eigen medewerkers een tarief gehanteerd wordt die gebaseerd is op de bruto loonkosten met een kleine toeslag voor reis- en verblijfskosten;
j) dat de inzet van externen zo klein mogelijk wordt gehouden;
k) dat er tot wederopzegging een monitoring plaatsvindt van de beoogde effecten die benoemd zijn bij de eerste vier criteria van de
klimaatbufferprojecten (zie subsidieaanvraagformulier vraag 18.1 — 18.4) en dat de resultaten jaarlijks aan het Ministerie van l&M worden
gerapporteerd (in korte vorm, t.a.v adres zie art. 6.2);
3.4 Jaarlijks in juni (met ingang van juni 2011) alsmede binnen 3 maanden na het gereedkomen van het project rapporteert de subsidienemer tenminste over:
• de projectfasering: de stand van zaken gerelateerd aan de planning;
• de feitelijke realisaties in de afgelopen periode;
• de financiële voortgang;
• de te verwachten mijlpalen in komende rapportageperiode met inbegrip van verwachte knelpunten;
• conclusies ten aanzien van de projectvoortgang;
• de communicatieactiviteiten in de afgelopen en de komende rapportageperiode;
• de monitoringsresultaten (alleen bij de eindrapportage).
De eindrapportage mag gecombineerd worden met de verantwoording volgens 7.3.
3.5 De subsidienemer is beschikbaar voor voortgangsoverleggen met het ministerie, die tenminste jaarlijks worden gevoerd naar aanleiding van de opgestelde rapportages. Daarnaast wordt ten behoeve van de monitoring driemaandelijks de globale voortgang besproken met de subsidienemer (maart, september en december).
Wanneer er tegenvallers in de voortgang en/of de uitvoering optreden wordt het ministerie direct geïnformeerd.
3.6 De subsidienemer zal op verzoek van het ministerie alle medewerking verlenen aan een door het ministerie ingesteld evaluatieonderzoek, bedoeld om te beoordelen in welke mate de verstrekte subsidie heeft bijgedragen aan een meer klimaatbestendige inrichting van het betreffende gebied.
Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit
Kenmerk Zaaknr. 4090100028
3.7 De subsidienemer zal voor het project een communicatie- en educatieplan
Portefeuille Ruimte
maken dat uiterlijk tijdens de eerste tussenevaluatie (juni 2011) wordt
Directie Leeforngevingskwaliteit
meegezonden; het ministerie overlegt desgewenst over de plannen met de
subsidienemer. Kenmerk
Zaaknr. 4090100028
3.8 De subsidienemer zal zich inzetten om met name bij de aanvang en afronding van de werkzaamheden de media bij het project te betrekken met als doel publiciteit voor de klimaat adaptatieprojecten.
Artikel 4 Betaling
4.1 Betaling van het subsidiebedrag geschiedt in delen en volgens het volgende kasritme:
a) een bedrag van maximaal € 100.000 wordt betaald in 2010 of 2011 bij aanvang van de werkzaamheden op verzoek van de subsidienemer;
b) ook op verzoek warden tot een totaal voorschotbedrag van maximaal 95% van het subsidiebedrag gedurende de looptijd van het project verdere voorschotten verleend afhankelijk van de voortgang van het project;
C) een bedrag tot in totaal de hoogte van de bijdrage (€ 730.000) kan worden gedeclareerd na afronding van de activiteiten zoals beschreven in het subsidieaanvraagformulier. De declaratie dient vergezeld te gaan van een eindafrekening, en een verzoek tot subsidievaststelling (zie artikel 7).
4.2 Betaling vindt plaats binnen 30 dagen na factuurdatum op de rekening met nummer
4.3 Verzoeken tot betalen van voorschotten ten behoeve van de aankoop van onroerend goed dienen vergezeld te gaan van een taxatierapport en de (voorlopige) koopovereenkomst.
4.4 Voor het aantonen van het daadwerkelijk voltooid zijn van de in het projectvoorstel genoemde activiteiten overlegt de subsidienemer ook de notariële transportakte(s) alsmede de taxatierapporten voor zover die niet al eerder opgestuurd zijn.
Artikel 5 Intrekken of wijzigen subsidieverlening
Zolang de subsidie niet definitief is vastgesteld kan het ministerie, conform artikel 4:48 en volgende van de (Awb) de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidienemer wijzigen, indien bijvoorbeeld:
a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;
b. subsidienemer niet heeft voldaan aan de in de subsidieverlening opgenomen voorwaarden;
C. subsidienemer onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;
d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en subsidienemer dit wist of behoorde te weten;
e. er wettelijke voorschriften zijn of jurisprudentie is waardoor voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie niet mogelijk is;
f. de subsidienemer voor de uitoefening van de gesubsidieerde activiteiten tevens gedeeltelijk of geheel financiële bijdragen krijgt van
(overheids)instanties anders dan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directoraat-Generaal Ruimte anders dan al vermeld in de subsidieaanvraag;
g. vermogen wordt gevormd met de door de subsidie verstrekte gelden.
Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit
Kenmerk Zaaknr. 4090100028
Artikel 6 Voorschotten
6.1 Betaling van de subsidiebedragen zoals vermeld in artikel 4 lid 1 vindt plaats na het indienen van een verzoek tot voorschotverlening.
6.2 Het verzoek tot voorschotverlening dient te worden gericht aan:
Ministerie Infrastructuur en Milieu FEZ/IFA
IPC 820 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
In het verzoek om een voorschot dient het volgende te worden aangegeven:
a. het kenmerknummer en de datum van de beschikking, waarin de subsidie is verleend;
b. de naam van het project;
c. het zaaknummer: 4090100028
d. de activiteit(-en) waarvoor het voorschot wordt gevraagd;
e. de stand van zaken uitputting eerdere voorschotten;
f. het bedrag dat met de betreffende activiteiten(-en) gemoeid is;
g. het bank-/gironummer en organisatie waaraan de betaling dient te worden verricht.
Daarnaast dient u een kopie van het verzoek te sturen aan:
Ministerie Infrastructuur en Milieu t.a.v.
IPC 360 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
6.3 Betaling vindt plaats binnen 30 dagen na factuurdatum.
6.4 Indien naar het oordeel van het ministerie gerechtvaardigde twijfel bestaat over de aanvaardbaarheid van het gevraagde voorschot, kan het voorschot gemotiveerd lager worden vastgesteld. Alvorens hiertoe te besluiten zal overleg met de subsidienemer plaatsvinden.
6.5 Indien het in lid 1 vermelde verzoek niet tijdig of niet in goede orde wordt ingediend, kan de verlening van het voorschot worden opgeschort, totdat dit alsnog tot genoegen van het ministerie is ingediend. Van opschorting wordt onverwijld mededeling gedaan aan de subsidienemer.
6.6 Onverschuldigd betaalde voorschotten kunnen door het ministerie worden teruggevorderd.
6.7 Bij het staken van het project vóór de afronding kunnen voorschotten
teruggevorderd worden, inclusief de voorschotten voor voorbereidingskosten.
6.8 Inkomsten van rente uit de voorschotten dienen ten goede te komen aan het project.
Portefeuille Ruimte Directie Leetomgevingskwaliteit
Kenmerk Zaaknr. 4090100028
Artikel 7 Subsidievaststelling
7.1 De subsidienemer dient binnen 3 maanden na gereedkomen van het project, doch uiterlijk voor 1 februari 2014, bij het ministerie van I&M de aanvraag tot subsidievaststelling in. Het verzoek tot subsidievaststelling dient onder vermelding van het zaaknummer te worden gericht aan:
Ministerie van Infrastructuur en Milieu FEZ/IFA
IPC 820 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
Tevens dient u een kopie te sturen aan zie art 6.2).
Subsidienemer dient er rekening mee te houden dat bij vertraging van het project (latere gereedmelding) de financiële middelen niet meer beschikbaar kunnen zijn;
7.2 Het ministerie kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen indien na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn geen aanvraag is ingediend of wanneer het project tussentijds is beëindiging.
7.3 Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de subsidienemer rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten zoals beschreven in het subsidieaanvraagformulier verbonden kosten, inkomsten en prestaties, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn, inclusief een gedetailleerd overzicht van de voorbereidings- en proceskosten. Daarbij moet duidelijk worden dat aan de onder 3.3 genoemde voorwaarden is voldaan.
Deze verantwoording gaat vergezeld van de notariële transportaktes (voor zover niet eerder ingediend) en een goedkeurende verklaring van een onafhankelijke accountant (register-accountant of accountant-
administratieconsulent) waarin wordt verklaard dat de subsidie rechtmatig is besteed en dat de voorwaarden juist zijn nageleefd.
7.4 De subsidieverstrekker zal beoordelen of de verantwoording voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld. Subsidieverstrekker is gerechtigd desgewenst aanvullende administratieve en/of fysieke controles uit te voeren.
7.5 Het ministerie stelt binnen acht weken na indiening van het verzoek de subsidievaststelling op.
Artikel 8 Wijziging subsidievaststelling
Het ministerie kan conform artikel 4:49 van de Awb te allen tijde de
subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidienemer wijzigen indien:
a) de subsidievaststelling onjuist was en de subsidienemer dit wist of behoorde te weten;
b) op grond van feiten en omstandigheden waarvan het ministerie bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;
c) de subsidienemer het project vóór de voltooiing staakt;
d) de subsidienemer na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen, zoals het voltooien van het project;
e) zich omstandigheden hebben voorgedaan zoals beschreven in art. 5;
de uiteindelijke projectkosten lager blijken te zijn dan € 2.530.000,-;
g) de Europese Commissie bij onherroepelijk besluit heeft vastgesteld dat er sprake is van staatssteun welke niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.
Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit
Kenmerk Zaaltnr. 4090100028
Artikel 9 Eindafrekening
Het definitief vastgestelde subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling aan de subsidienemerr betaald. Betaling vindt plaats onder verrekening van verleende voorschotten.
Hoogachtend,
de Minister van Infrastructuur en Milieu, voor deze,
de directeur-generaal Ruimte, J.i.,
de directeur LeefomoeMoskwaliteit,
ing. C.M. Moons,
.tien - 41 zin niet kunt vereniaeninen deze beslissing dan kunt u hiertegen bezwaar _Intekenen
Een gernuuveeru uezwaarschrift moet DInnen zes weken na bekendmaking (van verzending) van deze beslissing worden ingediend bij het Ministerie van
Infrastructuur en Milieu, Postbus 20951, 2500 EZ te Den Haag. Indien u bezwaar heeft gemaakt, kunt u tevens gedurende de bezwarentermijn en ook daarna aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek doen om een voorlopige voorziening te treffen. Het adres van de Raad van State is:
Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Natuurmonumenten t.a.v.
Postbus 9955
1243 ZS 's-Graveland
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag DG Ruimte en Water
Directie Ruimtelijke Ontwikkeling Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag reintartnersoon
Ons kenmerk IENM/EISK-2014/110006 Uw kenmerk
14.017 WG/ag Bijiage(n)
Datum 16 mei 2014 1
Betreft Subsidievaststelling inzake "Rivierklimaatpark IJsselpoort"
Geachte heer
Hierbij doe ik u een door mij ondertekende vaststellingsbeschikking inzake het project "Rivierklimaatpark Dsselpoort" toekomen.
Middels deze brief beschouw ik de subsidie met het zaaknummer 31064541 en het beschikkingsnummer 5000001677 (voorheen 4090100028) als afgedaan.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze,
DE DIRECTEUR RUIMTELIJKE ONTWIKKELING,
drs. D.J. Tijl
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
beschikking
Datum 16 mei 2014
Nummer 5000001677 (voorheen 4090100028)
Onderwerp Subsidievaststelling inzake het project "Rivierklimaatpark nsselpoort"
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de aanvraag van Natuurmonumenten, Postbus 9955, 1243 ZS
's-Graveland van 28 maart 2014 met kenmerk 14.017 WG/ag tot vaststelling van de bij beschikking van 30 november 2010 met nummer 4090100028 en de wijzigingsbeschikking van 27 november 2013 met nummer 5000001677A verleende subsidie ten bedrage van C 730.000,= voor voorgenomen activiteiten van aanvrager voor het project "Rivierklimaatpark Ijsselpoort";
Overwegende dat aan aanvrager een bedrag van € 693.500,= bij wijze van voorschot betaald is op grond van genoemde beschikking tot subsidieverlening;
Besluit:
1. De subsidie voor bovenaangeduide activiteiten wordt vastgesteld op
€ 730.000,=.
2. Het aan aanvrager toekomende saldo groot € 36.500,= wordt uiterlijk 6 weken na bekendmaking van dit besluit betaalbaar gesteld op het
bankrekeningnummer vermelding van
1801005. Dit saldo is het verschil tussen het bedrag genoemd onder 1 en het bedrag dat bij wijze van voorschot betaald is.
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze,
DE DIRECTEUR RUIMTELIJKE ONWIKKELING,
drs. D.J. Tijl
Bezwaar
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);
d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.
> Retouradres Postbus 30940 2500 GX Den Haag
Nattig irmonumenten Drs.
Postbus 9955
1243 ZS 's-Gravenland
beschikking
Ruimte en Milieu
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Portefeuille Ruimt*
Directie Leefontgavingsinvaliteit Rijnetutat 8
Postbus 30940 2500 GX Den Haag interne postcode 380 VAWS.V10111.fi
trmtachtersoon
Datum
2 7 JUL 2010
Kenmerk 4090100.034
BESCHIKKING SUBSIDIEVERLENING OG Ruimte
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de directeur-generaal Ruimte,
Gezien het verzoek van Natuurmonumenten d.d. 28 april 2010 om subsidie in het kader van de "Tweede tranche subsidieverlening natuurlijke klimaatbuffers", zulks ten behoeve van de medefinanciering van het project "Dwingelderveld", in casu het ontwikkelen van een adaptatiegebied met verbetering van de waterberging en de ontwikkeling van hoogwaardige natuur;
Overwegende:
• dat Natuurmonumenten subsidienemer en opdrachtgever is van het project
"Dwingelderveld" (hierna te noemen: het project);
dat de Natuurmonumenten een leidende rol speelt bij de ontwikkeling en realisatie van het concept klimaatbuffers;
dat middelen op de begroting zijn vrijgemaakt voor de tweede tranche natuurlijke klimaatbuffers 2009/2010, en het project "Klimaatbuffer Dwingelderveld" goed past binnen het concept;
het project uitgevoerd zal worden door de subsidienemer;
dat het project voldoet aan de ontvankelijkheidcriteria.
Overwegende ten aanzien van de inhoudelijke criteria:
dat het project volledig voldoet aan de gestelde crrteria, en in het bijzonder:
aansluit bij het Rijksbeleid en bij de klimaatbestendige uitvoering van de Nota Ruimte en het Deltaprogramma, en past binnen de door het rijk in de Strategie ARK (Adaptatieprogramma Ruimte en Klimaat) omschreven doelstelling van een meer klimaatbestendige inrichting van Nederland en voldoet aan de randvoorwaarden van de klimaatbuffers;
dat het project voorkomt dat het Dwingerderveld schade leidt door verdroging in de zomerperioden;
dat het waterafvoerproblemen voorkomt door sponswerking en afvoervertraging, en daarmee overstromingen stroomafwaarts voorkomt;
dat het project een ecologische verbinding gaat vormen tussen natuurgebieden waardoor soorten met het klimaat kunnen meeschuiven, waarmee de
biodiversiteit in het gebied behouden en verbeterd wordt;
dat naast de kwaliteitsimpuls de klimaatbuffer ook betekenis heeft voor het landschap, de natuur, recreatie, de waterkwaliteit, de landbouw en de locale economie (toerisme);
dat de klimaatmantel kan meegroeien met de omvang van het klimaatprobleem;
dat het project bijdraagt aan het klimaatbestendig uitvoeren van de Nota Ruimte door het voorkómen van overstromingen;
dat het project als voorbeeld kan dienen voor een locatieoverstijgende aanpak van hoog heidegebied en laag beekdal;
dat er sprake is van synergie omdat het project ook bijdraagt aan landschapsherstel, natuurontwikkeling en recreatieontwikkeling.
dat de verdeling van baten en lasten in balans is (cofinanciering Provincie en Waterschap);
dat het project innovatief is, met name in de samenhang tussen 'spons' en beekdal en de betrokkenheid van particulier grondbezit;
dat het project maatschappelijk breed ondersteund wordt;
dat snel met het project begonnen kan worden en dat het afgerond is in 2012;
dat het ministerie 34% ( is € 960.000) van de totale kosten ten bedrage van
€ 2.850.000 bijdraagt.
Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit
Kenmerk 4090100.034
Gelet op artikel 8 van de VROM-begroting 2010, gelet en gelet op Titel 4.2 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb);
Besluit:
aan Natuurmonumenten een subsidie te verlenen op basis van bovenvermelde artikelen en de ingediende subsidieaanvraag van 28 april 2010, welke in zijn geheel deel uitmaakt van deze beschikking, en onder de volgende voorwaarden en
bepalingen:
Artikel 1 Subsidieverlening
Aan aanvrager: Natuurmonumenten gevestigd te 's-Gravenland, hierna te noemen:
subsidieontvanger, wordt naar aanleiding van het verzoek om subsidie, d.d. 28 april 2010, subsidie verleend ten behoeve van het project i'Dwingelderveld", zoals gedefinieerd in het subsidieaanvraagformulier.
Artikel 2 Subsidiebedrag
De subsidie bedraagt € 960.000,- incl. BTW. Het subsidiebedrag zal niet worden geïndexeerd.
Artikel 3 Verplichtingen subsidieontvanger
3.1 De subsidie wordt verleend voor het uitvoeren van de activiteiten genoemd in het subsidieaanvraagformulier.
3.2 De subsidieontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht dat daaruit door het Ministefie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna te noemen: het ministerie) op ieder moment op eenvoudige en duidelijke wijze de aan de activiteiten gerelateerde kosten kunnen worden afgeleid. De subsidieontvanger verleent hiertoe aan het ministerie medewerking tot het verstrekken van gegevens die het ministerie nodig acht voor een juiste, doelmatige en rechtmatige subsidiebeoordeling.
3.3 Aan deze subsidie zijn de volgende nadere voorwaarden verbonden:
a) dat de vermelde financiële bijdragen van derden aan het project
"Klimaatbuffer Dwingelderveld" ook daadwerkelijk worden geleverd;
b) dat de subsidieontvanger toeziet op de uitvoering van de activiteiten zoals genoemd in het subsidieaanvraagformulier en de in deze beschikking genoemde voorwaarden;
c) dat de start van uitvoering van de werkzaamheden uiterlijk in oktober 2010 zal plaatsvinden, en de financieeVadministratieve afronding en gereedmelding van het project uiterlijk in februari 2013;
d) dat grondverwerving plaatsvindt op basis van marktconforme prijzen en dat dit vddr de aankoop wordt onderbouwd met een taxatierapport van een onafhankelijk taxateur;
e) dat de gronden uiterlijk april 2011 aangekocht zijn;
f) dat de fysieke inrichting uiterlijk in oktober 2011 begonnen is;
dat bij de start van het project en de start van de fysieke herinrichting het ministerie geïnformeerd wordt;
h) dat subsidienemer verplicht is om onverwijld een melding te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
i) dat er tot wederopzegging een monitoring plaatsvindt van de beoogde effecten die benoemd zijn bij de eerste vier criteria van de
klimaatbufferprojecten (zie subsidieaanvraagformulier vraag 18.1 — 18.4) en dat de resultaten jaarlijks aan het ministerie van VROM worden gerapporteerd (in korte vorm, t.a.v adres zie art. 6.2);
3.4 Jaarlijks in juni (met ingang van juni 2011) alsmede binnen 3 maanden na het gereedkomen van het project rapporteert de subsidieontvanger tenminste over:
- de projectfasering: de stand van zaken gerelateerd aan de planning;
- de feitelijke realisaties in de afgelopen periode;
- de financiële voortgang;
- de te verwachten mijlpalen in komende rapportageperiode met inbegrip van verwachte knelpunten;
- conclusies ten aanzien van de projectvoortgang;
- de communicatieactiviteiten in de afgelopen en de komende rapportageperiode;
- de monitoringsresultaten (alleen bij de eindrapportage).
De eindrapportage mag gecombineerd worden met de verantwoording volgens 7.3.
3.5 De subsidieontvanger is beschikbaar voor voortgangsoverleggen met het ministerie, die tenminste jaarlijks worden gevoerd naar aanleiding van de opgestelde rapportages. Daarnaast wordt ten behoeve van de monitoring driemaandelijks de globale voortgang besproken met de subsidieontvanger (maart, september en december).
Wanneer er tegenvallers in de voortgang en/of de uitvoering optreden wordt het ministerie direct geïnformeerd.
Portefeuille Ruimte Directie Leetemgevin9skwaliteit Kenmerk
4090100.034
3.6 De subsidieontvanger zat op verzoek van het ministerie alle medewerking verlenen aan een door het ministerie ingesteld evaluatieonderzoek, bedoeld om te beoordelen in welke mate de verstrekte subsidie heeft bijgedragen aan een meer klimaatbestendige inrichting van het betreffende gebied.
3.7 De subsidieontvanger zal voor het project een communicatie- en educatieplan maken dat uiterlijk tijdens de eerste tussenevaluatie (juni 2011) wordt
meegezonden; het ministerie overlegt desgewenst over de plannen met de subsidienemer.
3.8 De subsidieontvanger zal zich inzetten om met name bij de aanvang en afronding van de werkzaamheden de media bij het project te betrekken met als doel publiciteit voor de klimaat adaptatieprojecten.
Artikel 4 Betaling
4.1 Betaling van het subsidiebedrag geschiedt in delen en volgens het volgende kasritme:
a) een bedrag van maximaal € 50.000 wordt betaald in 2010 bij aanvang van de werkzaamheden op verzoek van de subsidieontvanger; ook op verzoek worden tot een totaal voorschotbedrag van maximaal € 800.000 gedurende de looptijd van het project verdere voorschotten verleend afhankelijk van de voortgang van het project;
b) een bedrag tot in totaal de hoogte van de bijdrage (€ 960.000) kan worden gedeclareerd na afronding van de activiteiten zoals beschreven in het subsidieaanvraagformulier. De declaratie dient vergezeld te gaan van een eindafrekening, en een verzoek tot subsidievaststelling (zie artikel 7).
4.2 Verzoeken tot betalen van voorschotten ten behoeve van de aankoop van onroerend goed dienen vergezeld te gaan van een taxatierapport en de (voorlopige) koopovereenkomst.
4.3 Voor het aantonen van het daadwerkelijk voltooid zijn van de in het
projectvoorstel genoemde activiteiten overlegt de subsidieontvanger ook de notariële transportakte(s) alsmede de taxatierapporten voor zover die niet al eerder opgestuurd zijn.
Artikel 5 Intrekken of wijzigen subsidieverlening
Zolang de subsidie niet definitief is vastgesteld kan het ministerie, conform artikel 4:48 en volgende van de (Awb) de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien bijvoorbeeld:
a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;
b. subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de in de subsidieverlening opgenomen voorwaarden;
c. subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;
d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;
e. er wettelijke voorschriften zijn of jurisprudentie is waardoor voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie niet mogelijk is;
Portefeuille Ruimte Directie Leeforngevingsimalileit
Kenmerk 4090100.034
f. de subsidieontvanger voor de uitoefening van de gesubsidieerde activiteiten tevens gedeeltelijk of geheel financiële bijdragen krijgt van (overheids)instanties anders dan het ministerie van VROM, Directoraat- Generaal Ruimte anders dan al vermeld in de subsidieaanvraag;
g. vermogen wordt gevormd met de door de subsidie verstrekte gelden.
Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwalitelt
Kenmerk 4090100.034
Artikel 6 Voorschotten
6.1 Betaling van de subsidiebedragen zoals vermeld in artikel 4 lid 1 vindt plaats na het indienen van een verzoek tot voorschotverlening.
6.2 Het verzoek tot voorschotverlening dient te worden gericht aan:
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer FEZ/IFA
IPC 834 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
In het verzoek om een voorschot dient het volgende te worden aangegeven:
a. het kenmèrknummer en de datum van de beschikking, waarin de subsidie is verleend;
b. de naam van het project;
c. het zaaknummer: 4090100.034
d. de activiteit(-en) waarvoor het voorschot wordt gevraagd;
e. de stand van zaken uitputting eerdere voorschotten;
f. het bedrag dat met de betreffende activiteiten(-en) gemoeid is;
g. het bank-/gironummer en organisatie waaraan de betaling dient te worden verricht.
Daarnaast dient u een kopie van het verzoek te sturen aan:
Ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer t.a.v.
IPC 360 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
6.3 Betaling vindt plaats binnen 30 dagen na factuurdatum.
6.4 Indien naar het oordeel van het ministerie gerechtvaardigde twijfel bestaat over de aanvaardbaarheid van het gevraagde voorschot, kan het voorschot gemotiveerd lager worden vastgesteld. Alvorens hiertoe te besluiten zal overleg met de subsidieontvanger plaatsvinden.
6.5 Indien het in lid 1 vermelde verzoek niet tijdig of niet in goede orde wordt ingediend, kan de verlening van het voorschot worden opgeschort, totdat dit alsnog tot genoegen van het ministerie is ingediend. Van opschorting wordt onverwijld mededeling gedaan aan de subsidieontvanger.
6.6 Onverschuldigd betaalde voorschotten kunnen door het ministerie worden teruggevorderd.
6.7 Bij het staken van het project vóár de afronding kunnen voorschotten Portefeuille Ruimte
teruggevorderd worden, inclusief de voorschotten voor voorbereidingskosten. Directie Leelomgevingekwaliteit
6.8 inkomsten van rente uit de voorschotten dienen ten goede te komen aan het
Kenmerk
project. 4090100.034
Artikel 7 Subsidievaststelling
7.1 De subsidieontvanger dient binnen 3 maanden na gereedkomen van het project, doch uiterlijk voor 1 februari 2013, bij het ministerie van VROM de aanvraag tot subsidievaststelling in. Het verzoek tot subsidievaststelling dient onder vermelding van het zaaknummer te worden gericht aan:
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer FEZ/I FA
IPC 834 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
Tevens dient u een kopie te sturen aan (adres zie art 6.2) 7.2 Het ministerie kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen
indien na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn geen aanvraag is ingediend of wanneer het project tussentijds is beëindiging.
7.3 Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de subsidiéontvanger rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten zoals beschreven in het subsidieaanvraagformulier verbonden kosten, inkomsten en prestaties, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn, inclusief een gedetailleerd overzicht van de voorbereidings- en proceskosten. Daarbij moet duidelijk worden dat aan de onder 3.3 genoemde voorwaarden is voldaan.
Deze verantwoording gaat vergezeld van de notariële transportaktes (voor zover niet eerder ingediend) en een goedkeurende verklaring van een onafhankelijke accountant (register-accountant of accountant-
administratieconsulent) waarin wordt verklaard dat de subsidie rechtmatig is besteed en dat de voorwaarden juist zijn nageleefd.
7.4 De subsidieverstrekker zal beoordelen of de verantwoording voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld. Subsidieverstrekker is gerechtigd desgewenst aanvullende administratieve en/of fysieke controles uit te voeren.
7.5 Het ministerie stelt binnen acht weken na indiening van het verzoek de subsidievaststelling op.
Artikel 8 Wijziging subsidievaststelling
Het ministerie kan conform artikel 4:49 van de Awb te allen tijde de
subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen indien:
a) de subsidievaststelling onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten;
b) op, grónd van feiten en omstandigheden waarvan het ministerie bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond
3
waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;
c) de subsidie-ontvanger het project vddr de voltooiing staakt;
d) de subsidie-ontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen, zoals het voltooien van het project;
e) zich omstandigheden hebben voorgedaan zoals beschreven in art. 5;
0 de uiteindelijke projectkosten lager blijken te zijn dan € 2.850.000,-;
g) de Europese Commissie bij onherroepelijk besluit heeft vastgesteld dat er sprake is van staatssteun welke niet verenigbaar is met de
gemeenschappelijke markt.
Portefeuille Ruimte Directie Leatomgevingskwalikalt
Kenmerk 4090100.034
Artikel 9 Eindafrekening
Het definitief vastgestelde subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de
subsidievaststelling aan de subsidie-ontvanger betaald. Betaling vindt plaats onder verrekening van verleende voorschotten.
Hoogachtend.
de directeur Leefornoevingskwaliteit
inq. (..M.Mard eb
Indien u zich niet kunt verenigen met deze beslissing dan kunt u hiertegen bezwaar aantekenen.
Een gemotiveerd bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking (van verzending) van deze beslissing worden ingediend bij het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Postbus 20951, 2500 EZ te Den Haag. Indien u bezwaar heeft gemaakt, kunt u tevens gedurende de
bezwarentermijn en ook daarna aan de Voorzitter van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek doen om een voorlopige voorziening te treffen. Het adres van de Raad van State is: Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
beschikking
Datum 27 juni 2014
VERZONDEN - 2 JULI 2014
Nummer 5000001664
Onderwerp Subsidievaststelling inzake Klimaatbuffer Anserveld,
Leisloot en Ootmaanlanden (voorheen Klimaatbuffer Dwingelderveld)
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de aanvraag van Natuurmonumenten, Postbus 9955, 1243 ZS 's-Gravenland van 28 april 2014 zonder kenmerk tot vaststelling van de bij
beschikking van 27 juli 2010 met kenmerk 4090100.034 en de
wijzigingsbeschikkingen van 14 september 2012 met kenmerk IENM/BSK- 2012/190277 en van 7 november 2013 met nummer 50000016648 verleende subsidie ten bedrage van € 960.000,= voor voorgenomen activiteiten van
aanvrager voor de Klimaatbuffer Anserveld, Leisloot en Ootmaanlanden (voorheen Klimaatbuffer Dwingelderveld);
Overwegende dat aan aanvrager een bedrag van € 800.000,= bij wijze van voorschot betaald is op grond van genoemde beschikking tot subsidieverlening;
Besluit:
1. De subsidie voor bovenaangeduide activiteiten wordt vastgesteld op
€ 960.000,=.
2. Het aan aanvrager toekomende saldo groot € 160.000,= wordt uiterlijk 6 weken na bekendmaking van dit besluit betaalbaar gesteld op
Dit saldo is het verschil tussen het bedrag genoemd onder 1 en het bedrag dat bij wijze van
voorschot betaald is.
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze,
DE DIRECTEUR RUIMTELIJKE ONTWIKKELING,
drs. D.J. Tijl
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
Natuurmonumenten t.a.v.
Postbus 9955
1243 ZS 's-Graveland
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
DG Ruimte en Water Directie Ruimtelijke Ontwikkeling
Porgr. Ruimtelijke Adaptatie Plesmanweg 1-6
Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Contactnersoon
Datum 27 juni 2014
VERZONDEN! - 2 JULI 2014
Betreft Subsidievaststelling inzake Klimaatbuffer Anserveld, Leisloot en Ootmaanlanden (voorheen Klimaatbuffer Dwingelderveld)
Geachte
Hierbij doe ik u een door mij ondertekende vaststellingsbeschikking inzake de Klimaatbuffer Anserveld, Leisloot en Ootmaanlanden (voorheen Klimaatbuffer Dwingelderveld) toekomen.
Middels deze brief beschouw ik de subsidie met zaaknummer 31064559 en nummer 5000001664 als afgedaan.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze,
DE DIRECTEUR RUIMTELIJKE ONTWIKKELING,
drs. D.J. Tijl
Ons kenmerk IENM/85K-2014/135586 Uw kenmerk
Brief d.d. 28 april 2014 aijlage(n)
1
Bezwaar
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);
d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.
Natuurmonumenten Drs.
Postbus wv:
1243 ZS 's-Gravenland
Portefeuille Ruimte
Directie Leefomgevingskwaliteit Rijnstraat 8
Postbus 30940 2500 GX Den Haag Interne postcode 360 www.vrom.nl ContaCtoarsoon
Ruimte en Milièu
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Retouradres Postbus 30940 2500 GX Den Haag
beschikking
Dar
JUL 2010
Kenmerk 4090100.029
BESCHIKKING SUBSIDIEVERLENING DG Ruimte
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de directeur-generaal Ruimte,
Gezien het verzoek van Natuurmonumenten d.d. 28 april 2010 om subsidie in het kader van de "Tweede tranche subsidieverlening natuurlijke klimaatbuffers", zulks ten behoeve van de medefinanciering van het project "'Klimaatbuffer De Groene Oesterdam", in casu het ontwikkelen van een adaptatiegebied met verbetering van de waterkeringen en de ontwikkeling van hoogwaardige natuur;
Overwegende:
dat Natuurmonumenten subsidienemer en opdrachtgever is van het project 'Klimaatbuffer De Groene Oesterdam'(hierna te noemen: het project);
dat de Natuurmonumenten een leidende rol speelt bij de ontwikkeling en realisatie van het concept klimaatbuffers;
dat middelen op de begroting zijn vrijgemaakt voor de tweede tranche
natuurlijke klimaatbuffers 2009/2010, en het project "Klimaatbuffer De Groene Oesterdam" goed past binnen het concept;
dat de feitelijke werkzaamheden uitgevoerd zullen worden door Rijkswaterstaat;
dat het project voldoet aan de ontvankelijkheidcriteria.
Overwegende ten aanzien van de inhoudelijke criteria:
dat het project volledig voldoet aan de gestelde criteria, en in het bijzonder:
aansluit bij het Rijksbeleid en bij de klimaatbestendige uitvoering van de Nota Ruimte en het Deltaprogramma, en past binnen de door het rijk in de Strategie ARK (Adaptatieprogramma Ruimte en Klimaat) omschreven doelstelling van een meer klimaatbestendige inrichting van Nederland en voldoet aan de randvoorwaarden van de klimaathiffers;
dat het project de kustbescherming tegen hoog water op een innovatieve én natuurlijke manier aanpakt, die in Nederland nog niet toegepast is;
dit project de zandhonger van de Oosterschelde en daarmee het afkalven van platen en schorren tegengaat;
dat het ecosysteem van de Oosterschelde wat nu in verdrukking is weer de ruimte krijgt voor ontwikkeling;
dat de levensduur van de huidige dam aanzienlijk verlengd wordt;
dat het project de natuurlijke processen reactiveert en revitaliseert door de opbouw van platen, schorren en slikken;
het project meer ruimte biedt voor recreatie;
het project als pilot juist bedoeld is om mee te groeien en bij te dragen aan een duurzame oplossing van de Oosterscheldeproblematiek;
dat het project daarmee een duidelijke voortrekkers- en voorbeeldfunctie vervult;
dat er duidelijk sprake is van synergie en spin-off door de samenwerking tussen water-, dijk- en natuurbeheerders;
dat met het project ook de waterkwaliteit van de Binnen Schelde en het Makiezaatmeer wordt verbeterd;
dat de verdeling van de baten in verhouding is met de verdeling van de kosten;
dat de resultaten vrijelijk gebruikt kunnen worden op andere plaatsen in de delta;
dat het project maatschappelijk en bestuurlijk breed wordt ondersteund;
dat de uitvoering van het project reeds in 2010 gestart kan worden, dat het project in 2012 afgerond wordt;
dat het project door bijdragen van VROM en Rijkswaterstaat gerealiseerd wordt;
dat de Provinciale- en Rijkswaterstaat bijdragen in menskracht;
dat het ministerie 27% ( is € 980.000) van de totale kosten ten bedrage van
€ 3.575.000 bijdraagt.
Portefeuille Ruimte Directie Leelomgevingskwaliteit
Kenmerk 4090100.029
Gelet op artikel 8 van de VROM-begroting 2010, gelet en gelet op Titel 4.2 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb);
Besluit:
aan Natuurmonumenten een subsidie te verlenen op basis van bovenvermelde artikelen en de ingediende subsidieaanvraag van 28 april 2010, welke in zijn geheel deel uitmaakt van deze beschikking, en onder de volgende voorwaarden en
bepalingen:
Artikel 1 Subsidieverlening
Aan aanvrager: Natuurmonumenten gevestigd te 's-Gravenland, hierna te noemen:
subsidieontvanger, wordt naar aanleiding van het verzoek om subsidie, d.d. 28 april 2010, subsidie verleend ten behoeve van het project "Klimaatbuffer De Groene Oesterdam", zoals gedefinieerd in het subsidieaanvraagformulier.
Artikel 2 Subsidiebedrag
De subsidie bedraagt € 980.000,- incl. BTW. Het subsidiebedrag zal niet worden geïndexeerd.
Artikel 3 Verplichtingen subsidieontvanger
3.1 De subsidie wordt verleend voor het uitvoeren van de activiteiten genoemd in het subsidieaanvraagformulier.
3.2 De subsidieontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht dat daaruit door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna te noemen: het ministerie) op ieder moment op
eenvoudige en duidelijke wijze de aan de activiteiten gerelateerde kosten kunnen worden afgeleid. De subsidieontvanger verleent hiertoe aan het ministerie medewerking tot het verstrekken van gegevens die het ministerie nodig acht voor een juiste, doelmatige en rechtmatige subsidiebeoordeling.
3.3 Aan deze subsidie zijn de volgende nadere voorwaarden verbonden:
a) dat de vermelde financiële bijdrage van Rijkswaterstaat aan het project
"Klimaatbuffer De Groene Oesterdam" ook daadwerkelijk wordt geleverd;
b) dat de subsidieontvanger toeziet op de uitvoering van de activiteiten zoals genoemd in het subsidieaanvraagformulier en de in deze beschikking genoemde voorwaarden;
c) dat de start van uitvoering van het project uiterlijk in oktober 2010 zal plaatsvinden, de fysieke werkzaamheden uiterlijk in maart 2011zullen beginnen en de financieel/administratieve afronding en gereedmelding van het project uiterlijk in februari 2013 zal plaatsvinden;
d) dat bij de start van het project en de feitelijke werkzaamheden het ministerie geïnformeerd wordt;
e) dat het ministerie het in de aanvraag genoemde (concept) 'Uitvoeringsplan' vóór de vaststelling er van ter inzage krijgt;
t) dat subsidienemer verplicht is om onverwijld een melding te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;
g) dat er tot wederopzegging een monitoring plaatsvindt van de beoogde effecten die benoemd zijn bij de eerste vier criteria van de
klimaatbufferprojecten (zie subsidieaanvraagformulier vraag 18.1 — 18.4) en dat de resultaten jaarlijks aan het ministerie van VROM worden gerapporteerd (in korte vorm, t.a.v zie art. 6.2).
3.4 Jaarlijks in juni (met ingang van juni 2011) alsmede binnen 3 maanden na het gereedkomen van het project rapporteert de subsidieontvanger tenminste over:
- de projectfasering: de stand van zaken gerelateerd aan de planning;
- de feitelijke realisaties in de afgelopen periode;
- de financiële voortgang;
- de te verwachten mijlpalen in komende rapportageperiode met inbegrip van verwachte knelpunten;
- conclusies ten aanzien van de projectvoortgang;
- de communicatieactiviteiten in de afgelopen en de komende rapportageperiode;
- de monitoringsresultaten (alleen bij de eindrapportage).
De eindrapportage mag gecombineerd worden met de verantwoording volgens 7.3.
3.5 De subsidieontvanger is beschikbaar voor voortgangsoverleggen met het ministerie, die tenminste jaarlijks worden gevoerd naar aanleiding van de opgestelde rapportages. Daarnaast wordt ten behoeve van de monitoring driemaandelijks de globale voortgang besproken met de subsidieontvanger
Portefeuille Ruimte Directie Leefamgevingskwaliteit
Kenmerk 4090100.029
(maart, september en december).
Wanneer er tegenvallers in de voortgang en/of de uitvoering optreden wordt het ministerie direct geïnformeerd.
3.6 De subsidieontvanger zal op verzoek van het ministerie alle medewerking verlenen aan een door het ministerie ingesteld evaluatieonderzoek, bedoeld om te beoordelen in welke mate de verstrekte subsidie heeft bijgedragen aan een meer klimaatbestendige inrichting van het betreffende gebied.
3.7 De subsidieontvanger zal voor het project een communicatie- en educatieplan maken dat uiterlijk tijdens de eerste tussenevaluatie (juni 2011) wordt
meegezonden; het ministerie overlegt desgewenst over de plannen met de subsidienemer.
3.8 De subsidieontvanger zal zich inzetten om met name bij de aanvang en afronding van de werkzaamheden de media bij het project te betrekken met als doel publiciteit voor de klimaat adaptatieprojecten.
Artikel 4 Betaling
4.1 Betaling van het subsidiebedrag geschiedt in delen en volgens het volgende kasritme:
a) een bedrag van maximaal e 50.000 wordt betaald in 2010 bij aanvang van de werkzaamheden op verzoek van de subsidieontvanger; ook op verzoek worden tot een totaal voorschotbedrag van maximaal € 850.000 gedurende de looptijd van het project verdere voorschotten verleend afhankelijk van de voortgang van het project;
b) een bedrag tot in totaal de hoogte van de bijdrage (€ 980.000) kan worden gedeclareerd na afronding van de activiteiten zoals beschreven in het subsidieaanvraagformulier. De declaratie dient vergezeld te gaan van een eindafrekening, en een verzoek tot subsidievaststelling (zie artikel 7).
4.2 Voor het aantonen van het daadwerkelijk voltooid zijn van de in het projectvoorstel genoemde activiteiten overlegt de subsidieontvanger de benodigde bewijsstukken.
Artikel 5 Intrekken of wijzigen subsidieverlening
Zolang de subsidie niet definitief is vastgesteld kan het ministerie, conform artikel 4:48 en volgende van de (Awb) de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien bijvoorbeeld:
a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;
b. subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de in de subsidieverlening opgenomen voorwaarden;
c. subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;
d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;
e. er wettelijke voorschriften zijn of jurisprudentie is waardoor voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie niet mogelijk is;
Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit
Kenmerk 4090100.029
f. de subsidieontvanger voor de uitoefening van de gesubsidieerde Portefeuille Ruimte
activiteiten tevens gedeeltelijk of geheel financiële bijdragen krijgt van Direclie Leefomgevingskwaliteit
(overheids)instanties anders dan het ministerie van VROM, Directoraat-
Generaal Ruimte anders dan al vermeld in de subsidieaanvraag; Kenmerk g. vermogen wordt gevormd met de door de subsidie verstrekte gelden. 4090100.029
Artikel 6 Voorschotten
6.1 Betaling van de subsidiebedragen zoals vermeld in artikel 4 lid 1 vindt plaats na het indienen van een verzoek tot voorschotverlening.
6.2 Het verzoek tot voorschotverlening dient te worden gericht aan:
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer FEZ/IFA
IPC 834 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
In het verzoek om een voorschot dient het volgende te warden aangegeven:
a. het kenmerknummer en de datum van de beschikking, waarin de subsidie is verleend;
b. de naam van het project;
C. het zaaknummer: 4090100.029
d. de activiteit(-en) waarvoor het voorschot wordt gevraagd;
e. het bedrag dat met de betreffende activiteiten(-en) gemoeid is;
f. het bank-/gironummer en organisatie waaraan de betaling dient te warden verricht.
Daarnaast dient u een copie van het verzoek te sturen aan:
Ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer t.a.v.
IPC 360 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
6.3 Betaling vindt plaats binnen 30 dagen na factuurdatum.
6.4 Indien naar het oordeel van het ministerie gerechtvaardigde twijfel bestaat over de aanvaardbaarheid van het gevraagde voorschot, kan het voorschot gemotiveerd lager worden vastgesteld. Alvorens hiertoe te besluiten zal overleg met de subsidieontvanger plaatsvinden.
6.5 Indien het in lid 1 vermelde verzoek niet tijdig of niet in goede orde wordt ingediend, kan de verlening van het voorschot worden opgeschort, totdat dit alsnog tot genoegen van het ministerie is ingediend. Van opschorting wordt onverwijld mededeling gedaan aan de subsidieontvanger.
6.6 Verzoek om voorschotten ten behoeve van de uitvoeringswerkzaamheden (zandsuppletie) dienen vergezeld te gaan van een verzoek van
Rijkswaterstaat om financiering.
6.7 Bovengenoemde voorschotten dienen binnen 5 werkdagen na ontvangst overgedragen te worden aan, Rijkswaterstaat.
6.8 Onverschuldigd betaalde voorschotten kunnen door het ministerie worden teruggevorderd.
6.9 Bij het staken van het project vóór de afronding kunnen voorschotten teruggevorderd worden.
6.10 inkomsten van rente uit de voorschotten dienen ten goede te komen aan het project.
Portefeuille Ruimte Directe Leefomgevingekwariteit
Kenmerk 4090100.029
Artikel 7 Subsidievaststelling
7.1 De subsidieontvanger dient binnen 3 maanden na gereedkomen van het project, doch uiterlijk voor 1 februari 2013, bij het ministerie van VROM de aanvraag tot subsidievaststelling in. Het verzoek tot subsidievaststelling dient onder vermelding van het zaaknummer te worden gericht aan:
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer FEZ/IFA
IPC 834 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
Tevens dient u een kopie te sturen aai ',adres zie art 6.2)
7.2 Het ministerie kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen indien na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn geen aanvraag is ingediend of wanneer het project tussentijds is beëindiging.
7.3 Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de subsidieontvanger rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten zoals beschreven in het subsidieaanvraagformulier verbonden kosten, inkomsten en prestaties, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn. Daarbij moet duidelijk worden dat aan de onder 3.3 genoemde voorwaarden is voldaan.
Deze verantwoording gaat vergezeld van de notariële transportaktes (voor zover niet eerder ingediend) en een goedkeurende verklaring van een onafhankelijke accountant (register-accountant of accountant-
administratieconsulent) waarin wordt verklaard dat de subsidie rechtmatig is besteed en dat de voorwaarden juist zijn nageleefd.
7.4 De subsidieverstrekker zal beoordelen of de verantwoording voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld. Subsidieverstrekker is gerechtigd desgewenst aanvullende administratieve en/of fysieke controles uit te voeren.
7.5 Het ministerie stelt binnen acht weken na indiening van het verzoek de subsidievaststelling op.
Artikel 8 Wijziging subsidievaststelling
Het ministerie kan conform artikel 4:49 van de Awb te allen tijde de
subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen indien:
a) de subsidievaststelling onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten;
b) op grond van feiten en omstandigheden waarvan het ministerie bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;
C) de subsidie-ontvanger het project vóór de voltooiing staakt;
d) de subsidie-ontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen, zoals het voltooien van het project;
e) zich omstandigheden hebben voorgedaan zoals beschreven in art. 5;
t) de uiteindelijke projectkosten lager blijken te zijn dan € 3.575.000;
g) de Europese Commissie bij onherroepelijk besluit heeft vastgesteld dat er sprake is van staatssteun welke niet verenigbaar is met de
gemeenschappelijke markt.
Portefeuille Ruimte Directie Leetomgevingskwaliteit
Kenmerk 4090100.029
Artikel 9 Eindafrekening
Het definitief vastgestelde subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de
subsidievaststelling aan de subsidie-ontvanger betaald. Betaling vindt plaats onder verrekening van verleende voorschotten.
Hoogachtend,
ie directeur Leef omgevingskwaliteit
0.M:MOOnS
Indien u zich niet kunt verenigen met deze beslissing dan kunt u hiertegen bezwaar aantekenen.
Een gemotiveerd bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking (van verzending) van deze beslissing worden ingediend bij het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Postbus 20951, 2500 EZ te Den Haag. Indien u bezwaar heeft gemaakt, kunt u tevens gedurende de
bezwarentermijn en ook daarna aan de Voorzitter van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek doen om een voorlopige voorziening te treffen. Het adres van de Raad van State is: Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
Natuurmonumenten t.a.v. c
Postbus 9955
1243 ZS .s-GRAVELAND
Contactpersoon DG Ruimte en Water Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Ruimtelijke Adaptatie Plesmanweg 1-6
Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag
Datum 15 september 2014
Betreft Subsidievaststelling inzake project Klimaatbuffer De Groene Oesterdam
Ons kenmerk IENM/B5K-2014/202776 Uw kenmerk
65106/BX01/001 Bijiage(n) 1
Geachte
Hierbij doe ik u een door mij ondertekende vaststellingsbeschikking inzake de subsidie voor het project Klimaatbuffer De Groene Oesterdam toekomen.
Middels deze brief beschouw ik de subsidie met het beschikkingsnummer 5000001675 (voorheen 4090100029) en het zaaknummer 31064545 als afgedaan.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze,
DE DIRECTEUR RUIMTELTwP ONTWIKKELING,
drs. Q.J. Tijl
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
beschikking
Datum 15 september 2014
Nummer 5000001675
Onderwerp Subsidievaststelling inzake het project Klimaatbuffer De
Groene Oesterdam
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de aanvraag van Natuurmonumenten, Postbus 9955, 1243 ZS
's-Graveland van 26 juni 2014 met kenmerk 65106/BX01/001, tot vaststelling van de bij beschikking van 27 juli 2010 met nummer 5000001675 (voorheen
4090100029) en de wijzigingen daarop van 15 januari 2013, 27 november 2013 en 13 mei 2014 verleende subsidie ten bedrage van € 980.000,= voor
voorgenomen activiteiten van aanvrager voor het project Klimaatbuffer De Groene Oesterdam;
Overwegende dat aan aanvrager een bedrag van € 850.000,= bij wijze van voorschot betaald is op grond van genoemde beschikking tot subsidieverlening;
Besluit:
1. De subsidie voor bovenaangeduide activiteiten wordt vastgesteld op
€ 974.715,27.
2. Het aan aanvrager toekomende saldo groot € 124.715,27 wordt uiterlijk 6 weken na bekendmaking van dit besluit betaalbaar gesteld op het
bankrekeningnumme' onder vermelding van 5000001675.
Dit saldo is het verschil tussen het bedrag genoemd onder 1 en het bedrag dat bij wijze van voorschot betaald is.
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze,
DE DIRECTEUR RUIMTELIJKE ONTWIKKELING,
drs. D.J. Tijl
Bezwaar
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);
d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.
> Retouradres Postbus 30940 2500 GX Den Haag
Natuurmonumenten T.a.v.
Postbus 9955
1243 ZS 's-GRAVELAND
Portefeuille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit Rijnstraat 8
Postbus 30940 2500 GX Den Haag Interne postcode 360 www.vrom.ol
Contactpersoon
beschikking
VERZONDEN
Da2"3
DEC 2010
Kenmerk Zaak«. 40901001 I 5
BESCHIKKING SUBSIDIEVERLENING DG Ruimte Ministerie van Infrastructuur en Milieu,
de directeur-generaal Ruimte,
Gezien het verzoek van Vereniging Natuurmonumenten d.d. 29 april 2010 en de — in overleg met het ministerie van l&M tot stand gekomen - nadere invulling van 29 november 2010 om subsidie in het kader van de "Tweede tranche subsidieverlening natuurlijke klimaatbuffers", zulks ten behoeve van de financiering van de
communicatie over de voorbeeldprojecten als onderdeel van het programmamanagement;
Overwegende:
dat Natuurmonumenten (hierna te noemen subsidienemer) een leidende rol speelt bij de ontwikkeling en realisatie van het concept klimaatbuffers, en verantwoordelijk is voor het programmamanagement van het
projectenprogramma;
dat subsidienemer daarmee eindverantwoordelijk is voor de noodzakelijk communicatie over de projecten;
dat de bijdrage van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu — hierna te noemen 'het ministerie' - aan de projecten van de coalitie bedoeld is om
projecten te genereren en te realiseren, die een voorbeeld zijn van een integrale en innovatieve aanpak;
dat het uitdragen van de aanpak, ervaringen en resultaten daarmee de essentie is van het project;
dat communicatie daarmee een wezenlijk onderdeel is van het project, noodzakelijk om het doel te verwezenlijken;
dat het daarmee ook gewenst is dat de coalitie na de door het ministerie gesubsidieerde periode de communicatie op eigen kracht voortzet;
dat het onderdeel communicatie nadere invulling behoeft, toegesneden op de doelgroep;