• No results found

Regels en Richtlijnen examencommissie Geneeskunde Bacheloropleiding Geneeskunde Epicurus

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Regels en Richtlijnen examencommissie Geneeskunde Bacheloropleiding Geneeskunde Epicurus"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Regels en Richtlijnen examencommissie Geneeskunde

Bacheloropleiding Geneeskunde Epicurus 2020-2021

(zoals bedoeld in artikel 7.12b, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek)

Vastgesteld op 7 september 2020, ingangsdatum 31 augustus 2020

1 – Algemene bepalingen ...2

2 – Samenstelling examencommissie ...2

3 – Contact ...2

4 – Taken examencommissie ...2

5 – Werkwijze examencommissie Geneeskunde ...3

6 – Examinatoren...4

7 – Tentamens ...5

8 – Examens ... 10

9 – Vrijstellingen ... 11

10 – Goedkeuring onderwijsonderdelen ... 12

11 – Dwingend (negatief) studieadvies ... 12

12 – Bewaartermijnen ... 12

13 – Fraude en plagiaat ... 12

14 – Iudicium abeundi ... 13

15 – Hardheidsclausule ... 13

16 – Wijziging ... 13

17 – Inwerkingtreding ... 13

Deze Regels en Richtlijnen kunnen niet los worden gezien van de Onderwijs- en

examenregeling bacheloropleiding Geneeskunde Epicurus 2020-2021 en van hetgeen bepaald is in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

(2)

1 – Algemene bepalingen

Artikel 1.1 – Toepasselijkheid van de regeling

Deze regeling is van toepassing op de tentamens en examens van de opleiding bachelor

Geneeskunde Epicurus, hierna te noemen de opleiding. Deze regeling is van toepassing op een ieder die (vakken van) de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht het moment, waarop hij de opleiding is begonnen.

Artikel 1.2 – Begripsbepalingen

De in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) omschreven begrippen zijn ook van toepassing op deze regeling. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.

Artikel 1.3 – Bekendheid

De studenten van de opleiding worden geacht bekend te zijn met de regels voor de opleiding die vastgelegd zijn in de van toepassing zijnde OER, Onderwijsregelingen en Regels en Richtlijnen examencommissie. Al deze documenten zijn te vinden op

http://student.uva.nl/gnk/az

(A-Z lijst).

2 – Samenstelling examencommissie

De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een vicevoorzitter, een secretaris, leden, een extern lid en studentadviseurs.

De examencommissie bestaat uit leden met deskundigheid op het gebied van (medisch) onderwijs en toetsing. De examencommissie kent een dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur van de

examencommissie bestaat uit de voorzitter, vicevoorzitter, een lid en een secretaris. Een ambtelijk secretariaat ondersteunt de examencommissie, de medewerkers van het secretariaat zijn geen lid van de examencommissie.

3 – Contact

De contactgegevens van de examencommissie Geneeskunde zijn te raadplegen via student.uva.nl/gnk/az (A-Z lijst).

4 – Taken examencommissie

De taken van de examencommissie zijn vastgelegd in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). De wettelijke taken van de examencommissie zijn:

- Het op objectieve en deskundige wijze vaststellen of een student voldoet aan de voorwaarden die de OER stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad.

- Het borgen van de kwaliteit van tentamens en examens door erop toe te zien dat:

a. er een toetsbeleid is;

b. afname, samenstelling, beoordeling en afhandeling van de tentamens conform het toetsbeleid geschiedt;

c. toetsen worden gemaakt op basis van de leerdoelen en eindtermen van de betreffende onderwijseenheid, en

d. er uniforme afspraken zijn over de wijze waarom tentamens worden afgenomen.

- Het houden van toezicht op een goede gang van zaken tijdens tentamens.

- Het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de OER om de uitslag van de tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen.

- Het houden van toezicht op de uitvoering van de examenregels.

(3)

- Het verlenen van vrijstellingen voor het afleggen van een of meer tentamens en het vaststellen van afwijkende individuele programma’s.

- Het behandelen van individuele verzoeken samenhangend met de OER.

- Het treffen van maatregelen binnen het kader van de Fraude- en plagiaatregeling van de UvA in geval van (het vermoeden van) fraude of onregelmatigheden.

- Het aanwijzen van examinatoren voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan.

- Het uitreiken van het getuigschrift, met daaraan toegevoegd het diplomasupplement, ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd.

- Het verlenen van toestemming aan een student om een vrij onderwijsprogramma te volgen, waarvan het examen leidt tot het verkrijgen van een graad.

- Het uitreiken van een verklaring van behaalde tentamens aan diegene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd maar aan wie niet een getuigschrift kan worden uitgereikt.

- Het jaarlijks opstellen van een verslag van haar werkzaamheden.

Daarnaast voert de examencommissie de volgende taak uit:

- Het jaarlijks adviseren aan de opleidingsdirecteur en de decaan over de OER.

5 – Werkwijze examencommissie Geneeskunde

Artikel 5.1 – Werkwijze

De examencommissie Geneeskunde hanteert de volgende richtlijnen in haar werkwijze:

- Jaarlijks zijn er ten minste 2 vergaderingen waarvoor de voltallige examencommissie wordt uitgenodigd.

- Maandelijks vindt er een overleg plaats van het Dagelijks Bestuur.

- De examencommissie neemt een beslissing uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van een verzoekschrift.

Artikel 5.2 – Verzoeken aan de examencommissie

1. Alleen in gevallen van aantoonbare zwaarwegende persoonlijke omstandigheden of overmacht kan de student een verzoek of klacht met betrekking tot de OER, de Regels en Richtlijnen van de examencommissie en andere aspecten t.a.v. toetsing en tentamenresultaten indienen bij de examencommissie.

2. Een verzoek of klacht dient schriftelijk ingediend te worden door de student persoonlijk.

3. Elk verzoek of klacht dient voorzien te zijn van een degelijke en steekhoudende motivatie, waar mogelijk voorzien van bewijsstukken.

4. Voor ieder verzoek of klacht dient de student het daartoe bestemde formulier in te vullen en in te dienen bij het ambtelijk secretariaat van de examencommissie Geneeskunde. Het algemene formulier is te vinden op de A-Z lijst onder het lemma examencommissie.

5. In afwijking van lid 4 dient voor het aanvragen van een vrijstelling een specifiek formulier gebruikt te worden.

6. De examencommissie behandelt geen klachten die niet eerst zijn ingediend bij en behandeld door de examinator van de onderwijseenheid.

7. De examencommissie kan de student eventueel verzoeken om aanvullende informatie of bewijsstukken. De examencommissie kan tevens de student uitnodigen voor een persoonlijk gesprek. Een dergelijk verzoek wordt per e-mail kenbaar gemaakt.

8. De examencommissie kan de verantwoordelijke examinator of andere betrokkenen eventueel verzoeken om informatie.

9. Het is niet toegestaan de leden van de examencommissie Geneeskunde persoonlijk te benaderen.

10. Formulieren en verzoeken die ingediend worden bij een lid van de examencommissie Geneeskunde worden niet in behandeling genomen.

11. De examencommissie neemt een besluit uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van een verzoek. De termijn voor het nemen van een besluit wordt opgeschort indien de

examencommissie met toepassing van het zevende lid om aanvullende informatie of bewijsstukken heeft verzocht.

(4)

12. Alleen in gevallen van aantoonbare zwaarwegende persoonlijke omstandigheden of overmacht wordt er afgeweken van de OER en de Regels en Richtlijnen van de examencommissie met de bijbehorende regelingen.

13. Aan uitspraken van een betrokken examinator aan de student kunnen geen rechten worden ontleend.

Artikel 5.3 – Maatstaven

Bij de beoordeling van verzoeken betrekt de examencommissie overwegingen die betrekking hebben op: a. Het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van het examen of een tentamen;

b. Doelmatigheidseisen, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om:

- Tijdverlies voor studenten (als gevolg van omstandigheden buiten hun schuld) tijdens de studie zoveel mogelijk te beperken;

- Studenten zo snel mogelijk te bewegen hun studie af te breken indien het slagen voor (deel)tentamens onwaarschijnlijk is geworden, en

c. Bescherming tegen zichzelf van studenten die een te grote studielast op zich willen nemen.

Artikel 5.4 – Huishoudelijke regels

De huishoudelijke regels van de examencommissie Geneeskunde zijn opgenomen in het

“Huishoudelijk reglement examencommissie Geneeskunde”. Hierin zijn onder andere de samenstelling, de taken en werkwijze en de beslistermijnen van de examencommissie nader vastgelegd. Het Huishoudelijk reglement examencommissie Geneeskunde ligt ter inzage bij het ambtelijk secretariaat van de examencommissie Geneeskunde.

6 – Examinatoren

Artikel 6.1 – Benoeming examinatoren

De examencommissie wijst examinatoren aan voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan. De examencommissie kan deskundigen van buiten de instelling aanwijzen tot examinatoren. Examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. De examencommissie hanteert een vaststaande procedure bij het aanwijzen van examinatoren.

Een docent kan aangewezen worden als examinator als hij/zij:

- Behoort tot de wetenschappelijke en/of klinische staf;

- een BKO certificaat heeft behaald;

- voldoende inhoudsdeskundig is, en

- voldoende toetsdeskundig is en bekend is met de toetskwaliteitscyclus.

Examinatoren worden aangewezen voor de duur van 3 jaar. Deze benoeming kan door de

examencommissie verlengd worden. De examencommissie kan bij onvoldoende functioneren van examinatoren of bij een aanpassing van het toetsbeleid/toetsprogramma de aanwijzingstermijn wijzigen of de aanwijzing beëindigen.

Artikel 6.2 – Kwaliteitsbewaking

De examinator is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gehele toetscyclus. De toetscyclus is onderdeel van de toepasselijke Toets Wijzer!.

De examinator evalueert na afname de betrouwbaarheid en validiteit van de toetsen, de

cijferbepaling, formuleert op basis van deze evaluatie verbeteracties en rapporteert hierover door middel van een toetsverslag naar de door de examencommissie ingestelde toetskwaliteitcommissie.

Bij de ontwikkeling van een volgende toets worden de verbeteracties uit deze evaluatie toegepast.

In geval van onregelmatigheden gedurende de fasen van de toetscyclus wordt de toetskwaliteitscommissie geraadpleegd over te nemen stappen.

(5)

7 – Tentamens

Artikel 7.1 – Data en tijdstippen tentamens

1. Dit artikel is een aanvulling op het bepaalde in artikel A4.5 en B4.9 van de OER.

2. Schriftelijke tentamens worden afgenomen op data die ten minste 20 werkdagen voor aanvang van het betreffende onderwijs onder verantwoordelijkheid van de examencommissie worden vastgesteld.

3. Het tijdstip en de plaats van afname van schriftelijke tentamens kunnen tot 5 werkdagen voor het moment worden gewijzigd. De meest actuele tentamentijdstippen en locaties worden weergegeven op https://rooster.uva.nl.

4. Mondelinge of individueel schriftelijk af te nemen tentamens worden afgenomen op een door de examinator(en), zo mogelijk na overleg met de student, te bepalen tijdstip.

5. Tentamens van opeenvolgende studiejaren worden niet op hetzelfde moment aangeboden.

6. Wijziging van vastgestelde data en tijdstippen vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht.

7. Examinatoren zijn niet bevoegd om extra tentamengelegenheden aan te bieden aan studenten.

Artikel 7.2 – Aan- en afmelding tentamens

De procedure voor aan- en afmelding voor tentamens is vermeld op de A-Z lijst. Deze informatie wordt door Onderwijssupport gepubliceerd uiterlijk 1 september voor het komende studiejaar.

Studenten die om welke reden dan ook niet deelnemen aan de iRAT kunnen niet deelnemen aan de bijbehorende tRAT, die direct op de iRAT volgt.

Art. 7.3 – Toetsinformatie

1. Bij aanvang van iedere onderwijseenheid is in de studiegids beschreven welke toetsvormen worden gehanteerd en welke weging elke toets heeft.

2. Bij aanvang van de onderwijseenheid publiceert de examinator op de digitale leeromgeving voor elke toetsvorm wat de inhoud van de toets is en wat de beoordelingscriteria zijn waarop een student wordt beoordeeld. Bij alle toetsvormen wordt de cesuur vermeld of hoe deze wordt bepaald.

Artikel 7.4 – Orderegels toetsen die op locatie worden afgenomen

Voorafgaand aan de toets

1. De student is op tijd bij de locatie, 10 minuten voorafgaand aan de tentamentijd wordt de student binnen gelaten op de toetslocatie.

2. Het dragen van een zonnebril, hoofddeksel (zoals een hoed of pet), boerka, nikab en/of andere attributen die het gezicht (gedeeltelijk) bedekken is niet toegestaan, omdat dit het correct beoordelen van mogelijk afkijken belemmert. Het dragen van een hoofddoek is wel toegestaan, omdat deze het gezicht van de student niet (gedeeltelijk) bedekt.

Te laat komen voor start van een toets

3. Voor alle studenten die te laat komen bij een toets is er, ongeacht de reden van het te laat zijn, slechts één gezamenlijk instroommoment. Dit instroommoment is afhankelijk van de duur van de toets.

- Voor een toets met een duur tot 45 minuten en voor de iRAT is het instroommoment voor laatkomers vastgesteld op 5 minuten na aanvang van de toets.

- Voor een toets met een duur van 45 tot 90 minuten is het instroommoment voor laatkomers vastgesteld op 10 minuten na aanvang van de toets.

- Voor een toets met een duur van 90 minuten of langer is het instroommoment voor laatkomers vastgesteld op 25 minuten na aanvang van de toets.

De surveillant zal op het instroommoment voor laatkomers de studenten die zich voor de deur van de zaal hebben verzameld toegang verlenen tot de toetslocatie. Laatkomers krijgen geen extra toetstijd.

4. Als uitzondering op het vorige lid geldt dat studenten die te laat zijn voor de interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) worden uitgesloten van deelname aan de toets. Voor de iVTG is één landelijk aanvangsmoment afgesproken voor alle deelnemers.

(6)

Entree van de toetslocatie

5. Vanaf entree van de toetslocatie wordt niet meer onderling gesproken en heerst er stilte; voor de tRAT gelden andere regels.

6. De jassen en tassen worden in kluisjes geplaatst, of indien deze niet aanwezig zijn, onder de tafel gelegd. Mobiele telefoons/communicatieapparatuur moet uitgeschakeld zijn en in de tas worden opgeborgen. Het bij zich hebben (bijvoorbeeld in kleding) van een mobiele

telefoon/communicatieapparatuur wordt aangemerkt als fraude. Tijdens de toets mag de student niets uit zijn tas/jas halen zonder vooraf toestemming te hebben gekregen van een surveillant.

7. De student zoekt de juiste plaats (zie alfabet en zaalindeling) en gaat zitten. Uitsluitend voor de iVTG is er voor iedere student een antwoordformulier met daarop voorgedrukt zijn naam en studentnummer. De student start niet eerder met de toets, dan wanneer de surveillant klaar is met het voorwoord en aangeeft dat de student kan starten.

Tijdens deeltoets/ tentamen / iRAT / tRAT / iVTG

8. Tijdens de toets dient de student zich te legitimeren met behulp van een geldig

legitimatiebewijs. Een Nederlandse identiteitskaart, paspoort en rijbewijs voorzien van een goed gelijkende pasfoto wordt aangemerkt als geldig legitimatiebewijs in de zin van deze regeling. Het identiteitsbewijs wordt zichtbaar in de linkerbovenhoek op de tafel gelegd. Het is de student toegestaan om het Burger Service Nummer af te dekken.

9. Het is niet toegestaan een horloge te dragen gedurende de toets.

10. Alle benodigdheden voor de toets (in het geval van een toets op papier: HB-potlood, pen en evt. rekenmachine) moeten vooraf op tafel gelegd worden. Etuis en brillenkokers mogen niet op tafel liggen.

11. Het gebruik van grafische rekenmachines of rekenmachines met extra opslagruimte is niet toegestaan. Uitsluitend niet-grafische rekenmachines mogen worden gebruikt. Desgevraagd geeft de student de surveillant inzage in de meegebrachte rekenmachine. Bij de iVTG is het gebruik van een rekenmachine niet toegestaan.

12. Tijdens de toets mogen geen syllabi, studieboeken, naslagwerken of aantekeningen op tafel liggen, tenzij nadrukkelijk op de digitale leeromgeving is beschreven en bij de mondelinge instructie door de surveillant voorafgaand aan de toets wordt genoemd dat het wel toegestaan is. In het laatste geval kan de surveillant het materiaal controleren. Kladpapier kan de student desgewenst door de surveillanten uitgereikt worden.

13. Gedurende de toets is er geen mogelijkheid vragen te stellen over de (formulering van) toetsvragen. Een verzoek tot heroverweging van de vraagstelling en/of de modelantwoorden kan worden ingediend volgens art. 7.9 van deze Regels en Richtlijnen.

14. Indien de student het toilet wil bezoeken, steekt hij zijn hand op. Toiletbezoek is enkel toegestaan onder begeleiding van een surveillant. Tijdens het toiletbezoek mag geen communicatieapparatuur worden meegenomen en mogen geen drink- en etenswaren worden aangeschaft.

15. Bij toetsen van 180 minuten is de eerste 60 minuten en de laatste 60 minuten toiletbezoek niet toegestaan.

16. Bij toetsen van 100 minuten is de eerste 35 minuten en de laatste 35 minuten toiletbezoek niet toegestaan.

17. Bij toetsen van 130 minuten is de eerste 45 minuten en de laatste 45 minuten toiletbezoek niet toegestaan.

18. Bij toetsen van korter dan of gelijk aan 90 minuten is geen toiletbezoek toegestaan.

19. Als de student toch zonder begeleiding en/of in de niet-toegestane tijdsperiode de zaal verlaat om naar het toilet te gaan, mag de student niet verder werken aan de toets. De student dient het gemaakte werk in te leveren en de zaal te verlaten.

20. De student mag de toetszaal pas verlaten nadat zijn aanwezigheid is geregistreerd. Bij toetsen met een duur tot 45 minuten mag de student niet eerder dan 10 minuten na aanvang van de toets de zaal verlaten. Bij toetsen met een duur van 45 tot 90 minuten mag de student niet eerder dan 20 minuten na aanvang van de toets de zaal verlaten. Bij toetsen met een duur van 90 minuten of langer mag de student niet eerder dan 45 minuten na aanvang van het tentamen de zaal verlaten.

21. Indien in de toetslocatie het nuttigen van etenswaren is toegestaan, is het toegestaan water te drinken. In geval van geluidsoverlast kan de surveillant de beker of fles in beslag nemen.

22. Voor studenten met een functiebeperking kunnen extra faciliteiten getroffen worden (langere toetstijd, vergroot lettertype, grotere regelafstand, etc.) mits zij uiterlijk 2 weken vóór het

(7)

tentamen bij de Onderwijsadministratie een schriftelijke verklaring van de studentendecaan overgelegd hebben. De verklaring hoeft slechts eenmaal per studiejaar overgelegd worden.

23. Bij tentamens die worden afgenomen op papier wordt gebruik gemaakt van de zogenoemde enveloppenprocedure. In dit geval vindt de student bij zijn plaats een lege envelop, waarin de student na afloop al zijn tentamenmateriaal (zonder evaluatieformulier) stopt. Op de envelop zet de student: de naam van het tentamen, zijn studentnummer en zijn handtekening. Hiermee geeft de student aan dat hij al zijn tentamen- / toetswerk heeft ingeleverd en zelf de envelop heeft dichtgeplakt. Voor de iVTG wordt geen gebruik gemaakt van de enveloppenprocedure.

Studenten mogen het toetsboekje vanaf 90 minuten na aanvang van de toets meenemen als ze de zaal verlaten.

24. Examinatoren en de opleidingscommissie stellen het erg op prijs als de student het evaluatieformulier over de onderwijseenheid na afloop van het tentamen invult. Wordt de evaluatie op papier afgenomen, dan kan het evaluatieformulier in de doos bij de innametafel worden ingeleverd.

25. Indien de toetsing een Readiness Assurance Test (RAT) als onderdeel van een Team-Based Learning (TBL) cyclus betreft, gelden er tijdens de individuele Readiness Assurance Test (iRAT) de regels als beschreven in artikel 7 van deze Regels en Richtlijnen van de examencommissie.

26. De team Readiness Assurance Test (tRAT) wordt gemaakt in teamverband. Daartoe wijzen de surveillanten iedere TBL-groep, bestaande uit maximaal 6 studenten, een tafel toe in de toetslocatie. Onderling overleg in de toegewezen TBL-groep is enkel tijdens de tRAT toegestaan. Overleg tussen studenten uit verschillende TBL-groepen is niet toegestaan en wordt aangemerkt als fraude.

27. Afhankelijk van het soort toets kunnen de eerder genoemde orderegels afwijken. De dan geldende orderegels worden vooraf via de digitale leeromgeving bekend gemaakt.

28. In alle gevallen dienen de instructies van surveillanten opgevolgd te worden.

29. De student die de orderegels niet naleeft wordt uitgesloten van deelname aan de toets door de surveillant.

30. De examencommissie kan de toets van een student die de orderegels niet naleeft ongeldig verklaren.

Artikel 7.5 Orderegels toetsen op afstand

1. Via Canvas worden de studenten ten minste 5 werkdagen voorafgaand aan een toets op de hoogte gebracht van de benodigdheden en toetsprocedure en het geldende surveillanceprotocol voor het digitale tentamen.

2. De student is verantwoordelijk voor een werkende internetverbinding en benodigde hard- en software.

3. Op verzoek van de student kan de examencommissie op grond van persoonlijke omstandigheden besluiten dat de student in gelegenheid wordt gesteld om de toets op locatie af te leggen. De student dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 10 werkdagen voorafgaand aan de toets een verzoek hiertoe in te dienen bij de examencommissie.

4. Als de student het tentamen niet volledig kan afronden vanwege technische problemen, dan dient de student de herkansing te maken.

5. Indien de student technische problemen ondervindt tijdens het tentamen moeten deze meteen worden gemeld volgens de geldende procedure.

6. Examinatoren mogen besluiten om een tijdsrestrictie per vraag op te nemen en om het terug gaan naar vorige vragen te beperken. Studenten moeten ten minste 5 werkdagen voorafgaand aan de toets geïnformeerd worden over deze restricties.

7. Het tentamen moet zelfstandig worden gemaakt. Er mag niemand aanwezig zijn in de ruimte.

Hulpmiddelen die wel zijn toegestaan worden expliciet benoemd in de uitgewerkte procedure.

Andere hulpmiddelen zijn nadrukkelijk niet toegestaan.

8. Het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt, wordt gezien als fraude. Onder andere het delen van informatie tijdens het tentamen of een poging daartoe, het inroepen van hulp of een poging daartoe en het vooraf inzage verwerven in de vragen wordt aangemerkt als fraude.

9. Het is niet toegestaan om andere programma’s, browsers of tabbladen te openen gedurende het afleggen van de toets.

10. Met deelname aan de toets geeft de student impliciet toestemming tot detectie van plagiaat middels elektronische detectieprogramma’s.

(8)

Artikel 7.6 Aanvullende regels toetsen op afstand middels proctoring

1. Via Canvas worden de studenten ten minste vijf werkdagen van tevoren op de hoogte gebracht van de benodigdheden en de toetsprocedure voor online proctoring.

2. Met deelname aan het tentamen gaat de student akkoord met het opnemen en het verzamelen van de data door het gebruikte proctoring systeem

3. Indien de examencommissie vaststelt dat niet aan de voorwaarden uit dit artikel is voldaan kan de examencommissie besluiten de toets ongeldig te verklaren.

4. Gedurende de toets moet de student blijven zitten voor de webcam en ten alle tijden zichtbaar zijn voor de surveillant. Het gezicht van de student dient volledig zichtbaar te zijn. Het dragen van een bril is toegestaan. Het dragen van een zonnebril, hoofddeksel (zoals een hoed of pet), boerka, nikab en/of andere attributen die het gezicht (gedeeltelijk) bedekken is niet

toegestaan, omdat dit het correct beoordelen van mogelijk afkijken belemmert. Het dragen van een hoofddoek is wel toegestaan, omdat deze het gezicht van de student niet

(gedeeltelijk) bedekt. De microfoon dient gedurende de gehele toets ingeschakeld te zijn.

Toiletbezoek is niet toegestaan.

5. De kamer waarin de toets wordt gemaakt dient voldoende verlicht te zijn. Er mogen geen andere personen of geluidsbronnen aanwezig zijn. De toets dient aan een tafel of bureau gemaakt te worden en deze dient geheel leeg te zijn, met uitzondering van hulpmiddelen die expliciet zijn genoemd in de procedure.

6. Kladpapier is tijdens de toets niet toegestaan, tenzij anders op het digitaal voorblad vermeld staat. In dat geval dient de student aan het begin van het tentamen het kladpapier (zowel voor- als achterkant) te laten zien.

7. Een rekenmachine is niet toegestaan, tenzij op het voorblad of in de online instructies anders vermeld staat. De rekenmachine dient aan de vooraf gestelde voorwaarden te voldoen en dient aan de start van het tentamen getoond te worden.

8. Bij de start van het tentamen dient de student zich te legitimeren met een collegekaart van de Universiteit van Amsterdam. Indien een student om welke reden dan ook niet beschikt over een collegekaart, is legitimeren met een geldig Paspoort, Nederlandse Identiteitskaart of Rijbewijs toegestaan. De student dient bij het tonen van een Paspoort, Nederlandse identiteitskaart of Rijbewijs het Burger Service Nummer af te dekken.

10. De student mag geen technische aanpassing doen die bewust of onbewust het online proctoring systeem ondermijnt. Daarnaast moeten de instructies in de toetsprocedure altijd worden opgevolgd.

11. Bij aanvang van de toets vindt een zogenaamde deskscan plaats. Indien er sprake is van een verstoring tijdens de toets dient bij het hervatten van de toets wederom een deskscan plaats te vinden. Wanneer een ongeoorloofd hulpmiddel wordt gedetecteerd, kan de examencommissie oordelen dat er sprake is van fraude. Wanneer niet kan worden vastgesteld of er sprake is van een ongeoorloofd hulpmiddel kan de toets ongeldig worden verklaard.

12. Laatkomers worden niet toegelaten tot de toets.

13. Als de internetverbinding verbreekt, dient zo snel mogelijk opnieuw verbinding gemaakt te worden. De tijd dat een student niet verbonden is met het internet wordt door de surveillant achteraf gecontroleerd. Wanneer de verbinding naar het oordeel van de examencommissie te vaak of te lang verbroken is geweest, kan het tentamen ongeldig worden verklaard.

Artikel 7.7 – Surveilleren tijdens toetsen die op locatie en op afstand worden afgenomen

1. De opleiding Geneeskunde hanteert een surveillanceprotocol bij toetsen. Dit protocol is

vastgesteld door de examencommissie en ligt ter inzage bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie. Voorafgaand aan iedere toets wordt het surveillanceprotocol via Canvas bekend gemaakt.

2. Surveillanten zijn niet bevoegd om uitspraken te doen over geldigheid van toetsen of toetsvragen.

Artikel 7.8 – Extra voorzieningen studenten met functiebeperking

1. Een student met een functiebeperking wordt de gelegenheid geboden de toetsen af te leggen op een zo veel mogelijk aan zijn individuele functiebeperking aangepaste wijze.

2. Dyslexie wordt ook gezien als een functiebeperking.

3. Om aanspraak te kunnen maken op deze voorzieningen dient de procedure gevolgd te worden zoals vermeld in artikel A6.5 van de OER.

(9)

Artikel 7.9 – Faciliteiten ten behoeve van buitenlandse studenten

1. Een buitenlandse student heeft in het eerste jaar van inschrijving het recht om:

a. gebruik te maken van een woordenboek, dit mag geen verklarend woordenboek zijn, en/of b. indien nodig 10 minuten per uur extra tentamentijd te krijgen.

2. Om in aanmerking te komen voor bovenstaande dient de student:

a. minimaal 1 maand voorafgaand aan de (deel)toets contact op te nemen met de

studieadviseur. Deze stelt een verklaring op waarin vermeld staat om welk woordenboek het gaat en of toestemming is verleend voor verlenging van de tentamentijd, en

b. in de tentamenzaal het woordenboek en de verklaring door de surveillant te laten controleren.

3. Dit artikel geldt niet voor de iVTG.

Artikel 7.10 – Verzoek tot heroverweging van de vraagstelling en/of de modelantwoorden van deel- en eindtoetsen en i- en t-Rat

1. Gedurende een toets heeft een student geen gelegenheid vragen te stellen over de (formulering van) vragen van de toets.

2. Na afname van de toets kan de student een verzoek tot heroverweging van de vraagstelling en/of het modelantwoord van een of meer vragen van de toets indienen. Dit verzoek dient binnen 5 werkdagen na afname van de betreffende toets schriftelijk bij de examinator van de onderwijseenheid kenbaar te zijn gemaakt.

3. Het schriftelijke verzoek dient voorzien te zijn van naam en studentnummer van de indiener, en per vraag het ID-nummer van de vraag met motivatie voor het verzoek tot heroverweging van de vraagstelling en/of het modelantwoord.

4. De examinator reageert binnen 15 werkdagen op het verzoek, doch uiterlijk voordat het cijfer van de onderwijseenheid bekend gemaakt wordt.

5. De examencommissie mengt zich niet in de inhoudelijke beoordeling van de examinator, de rol van de examencommissie is beperkt tot het houden van toezicht op een goede gang van zaken.

6. Dit artikel is niet van toepassing op de iVTG.

Artikel 7.11 – Beoordeling

1. Elke toets omvat het door de examinator te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek.

2. De beoordeling van schriftelijke (deel)toetsen geschiedt aan de hand van tevoren schriftelijk vastgelegde, en eventueel naar aanleiding van de correctie bijgestelde, normen.

3. In geval bij de beoordeling van een toets meer dan één examinator is betrokken, ziet de examencommissie erop toe dat alle examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen.

4. De wijze van beoordeling is zodanig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van zijn toets tot stand is gekomen.

5. De laatst behaalde uitslag is bepalend voor het eindresultaat.

Artikel 7.12 – Inzageregeling

Een student heeft na de beoordeling van een toets inzagerecht in het beoordeelde werk. Dit recht is vastgelegd in artikel A4.9 Sectie A van de OER bacheloropleiding Geneeskunde Epicurus.

Artikel 7.13 – Peer evaluatie tijdens TBL

1. Peer evaluatie is een essentieel onderdeel van TBL en heeft een summatief karakter.

2. Studenten verzamelen bij medestudenten in hun TBL team feedback door middel van een digitaal peer evaluatieformulier in hun portfolio.

3. Na afloop van de laatste applicatie-sessie van de betreffende TBL krijgen studenten 72 uur de tijd om de peer evaluatie te geven.

4. Het niet geven van de peer evaluatie wordt gezien als onprofessioneel gedrag en is derhalve een beoordelingscriterium binnen het portfolio van de leerlijn Professionele Ontwikkeling.

5. De peer evaluatie wordt systematisch gecontroleerd op en gecorrigeerd voor uitbijters.

(10)

Artikel 7.14 – Kwaliteitsbewaking toetsing

De examencommissie laat zich adviseren over de kwaliteit van toetsing binnen de opleiding door de Toetskwaliteitcommissie (TKC). De TKC is belast met de analyse van de toetsing en de advisering ten aanzien van de kwaliteit van de toetsing. Daartoe onderzoekt zij structureel – en naar

aanleiding van klachten, uitkomsten evaluaties, slagingspercentages en dergelijke – de kwaliteit van tentamens met betrekking tot de validiteit, betrouwbaarheid, bruikbaarheid en transparantie en informeert de examencommissie en de betreffende examinator daarover. De examencommissie kan de TKC opdracht geven tot het verstrekken van informatie, het doen van onderzoek en het doen van voorstellen met betrekking tot de inrichting van de toetsing.

In de TKC hebben docenten met toetsdeskundigheid zitting. Een onderwijskundig adviseur adviseert de TKC. Ten minste één lid van de TKC is tevens lid van de examencommissie.

De procedure die de examencommissie hanteert om de kwaliteit van de toetsing te bewaken is beschreven in het werkprotocol van de Toetskwaliteitcommissie.

8 – Examens

Artikel 8.1 – Examendatum

1. Indien meer dan 140 EC in SIS is geregistreerd en de student de verwachte examendatum weet dient het getuigschrift aangevraagd te worden.

2. Het getuigschrift dient uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de examendatum aangevraagd te worden door de student.

3. Het diplomeren met terugwerkende kracht is niet mogelijk.

4. De examencommissie gaat automatisch over tot uitreiking van het getuigschrift zodra een student voldoet aan de eisen. Indien een student in aanmerking wil komen voor uitstel van het uitreiken van het getuigschrift kan daartoe een verzoekschrift ingediend worden bij de

examencommissie.

5. De examendatum van het getuigschrift is de laatste werkdag van de maand waarin de toets- of inleverdatum van het laatst behaalde resultaat valt.

6. Er vindt tweemaal per jaar een diploma-uitreiking plaats. Deelname is optioneel.

7. De procedure Afstuderen bachelor Geneeskunde is vermeld op http://student.uva.nl/gnk/az de (A-Z lijst).

Artikel 8.2 – Judicium ‘cum laude’

1. De kwalificatie ‘cum laude’ wordt door de examencommissie toegekend aan bachelorstudenten die gestart zijn met het 1e studiejaar in 2016 of later én die voldoen aan de volgende

voorwaarden:

a. Alleen de 1e poging telt mee voor een cum laude. Dit geldt zowel voor toetsen/tentamens als voor de beoordeling van het portfolio;

b. Geen van de behaalde cijfers mag lager zijn dan een 7;

c. Het op studiepunten gewogen gemiddelde cijfer over alle onderwijsonderdelen dient een 8 of hoger te zijn. Enkel cijfers van onderwijseenheden uit het reguliere

programma van de opleiding zelf worden meegenomen in deze berekening, en d. Met uitzondering van het keuzeonderwijs zijn er geen vrijstellingen verleend.

2. In afwijking van lid 1 wordt de kwalificatie ‘cum laude’ door de examencommissie toegekend aan studenten die het Dubbele bachelor programma Geneeskunde/Biomedische

wetenschappen, zoals bedoeld in art. B.4.14 van de OER afronden en gestart zijn met het 1e studiejaar in 2016 of later die voldoen aan de volgende voorwaarden:

a. Alleen de 1e poging telt mee voor een cum laude. Dit geldt zowel voor toetsen/tentamens als voor de beoordeling van het portfolio;

b. Geen van de behaalde cijfers mag lager zijn dan een 7;

c. Het op studiepunten gewogen gemiddelde cijfer over alle onderwijsonderdelen dient een 8 of hoger te zijn. Enkel cijfers van onderwijseenheden uit het reguliere programma van de opleiding zelf worden meegenomen in deze berekening, en

d. Met uitzondering van het Inleidend Blok Keuzeonderwijs/Klinische Wetenschappelijke Methodologie, het Keuzeonderwijs, de leerlijnen Academische Vorming en de

Bachelorthesis zijn er geen vrijstellingen verleend.

(11)

3. Verzoeken voor uitzondering op de voorwaarden van de cum-lauderegeling dient de student voorafgaand aan de laatste beoordeling in te dienen bij de examencommissie middels het daarvoor bestemde formulier dat is gepubliceerd op de A-Z-lijst.

4. De examencommissie kan uitsluitend in zeer uitzonderlijke situaties van de cum-lauderegeling afwijken.

Artikel 8.3 – Extra ec’s op diplomasupplement

1. Een verzoek voor het vermelden van extra studiepunten op het diplomasupplement kan pas worden ingediend nadat de studiepunten van het verplichte keuzeonderwijs in het SIS staan geregistreerd.

2. Een verzoek voor het vermelden van extra studiepunten op het diplomasupplement dient de student uiterlijk 20 werkdagen voorafgaand aan de diploma-aanvraag in te dienen bij de examencommissie middels het daarvoor bestemde formulier dat is gepubliceerd op de A-Z lijst.

3. Extra ec’s worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde in het kader van de cum-lauderegeling.

4. Extra ec’s op het diplomasupplement worden alleen vermeld indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

- het onderwijs heeft een duidelijke medische inslag;

- de inhoud van het onderwijs overlapt niet met inhoud van het reguliere onderwijs, en - het onderwijs dient binnen de EU te zijn gevolgd.

Artikel 8.4 – Honourstestimonium

Studenten die het honoursprogramma met goed gevolg hebben afgesloten ontvangen een honourstestimonium. Het vigerende honoursreglement is opvraagbaar bij de examinator van het honoursprogramma.

9 – Vrijstellingen

1. Een schriftelijk verzoek om vrijstelling van het afleggen van een tentamen of van deelname aan een practicum wordt uiterlijk 4 weken voor aanvang van de betreffende onderwijseenheid ingediend bij de examencommissie door middel van het daarvoor bestemde formulier dat is gepubliceerd op de A-Z lijst.

2. In afwijking van het eerste lid mag een verzoek tot vrijstelling voor de leerlijnen uit het eerste jaar gedurende de maand september worden ingediend.

3. De examencommissie kan na advies van de desbetreffende examinator te hebben ingewonnen, vrijstelling verlenen van een tentamen of practicum op grond van de hierna genoemde

toekenningsgronden.

Toekenningsgronden

4. De student kan voor een onderwijseenheid een vrijstelling aanvragen indien de student:

a. een tentamen heeft behaald van een onderwijseenheid met overeenkomstige inhoud en studielast van de gelijknamige opleiding aan een andere universiteit van Nederland.

b. een tentamen heeft behaald van een onderwijseenheid met overeenkomstige inhoud en studielast van de gelijknamige opleiding in het buitenland.

c. een tentamen heeft behaald van een onderwijseenheid met overeenkomstige inhoud en studielast van een andere universitaire opleiding in Nederland of in het buitenland, dan wel van een vergelijkbare hogere beroepsopleiding in Nederland.

d. het bewijs kan overleggen van buiten een universiteit opgedane kennis en ervaring, dan wel van door haar/hem in ander verband reeds verrichte werkzaamheden.

e. een tentamen heeft behaald van een onderwijseenheid met overeenkomstige inhoud en studielast van een ander curriculum binnen de geneeskundeopleiding.

5. Voor een aantal onderwijsonderdelen specifieke criteria geformuleerd op de digitale leeromgeving.

6. Vrijstellingen worden niet gegeven op grond van onderdelen uit hetzelfde curriculum.

7. Vrijstellingen worden niet verleend op grond van tentamens die langer dan 5 jaar geleden zijn behaald, op grond van kennis en ervaring die langer dan 5 jaar geleden zijn opgedaan of op grond van werkzaamheden die langer dan 5 jaar geleden zijn verricht.

(12)

Procedure

8. Een verzoek voor een vrijstelling voor een gehele onderwijseenheid wordt ingediend middels het daarvoor bestemde formulier dat is gepubliceerd op de A-Z-lijst, inclusief bewijsstukken, zoals een gewaarmerkte kopie van cijferlijst/diploma met vakomschrijving.

9. Uit de bewijsstukken moet blijken of de inhoud en het niveau overeenkomen met de onderwijseenheid waarvoor de vrijstelling wordt aangevraagd.

10. De examencommissie legt het verzoek zo nodig voor advies voor aan de betreffende examinator, waarna de examencommissie een besluit neemt.

11. Het verzoek voor vrijstelling kan niet eerder dan 1 jaar voor aanvang van het onderwijs worden ingediend.

12. Het verzoek voor vrijstelling moet uiterlijk 4 weken voor aanvang van het betreffende onderwijs ingediend zijn.

13. Binnen 20 werkdagen na ontvangst van de aanvraag neemt de examencommissie een besluit en wordt de student het besluit schriftelijk medegedeeld.

10 – Goedkeuring onderwijsonderdelen

1. Voor de onderwijsonderdelen ‘keuzeonderwijs elders’ en ‘bachelorthesis’ moet goedkeuring worden aangevraagd bij de desbetreffende examinator via de daarvoor vastgelegde procedure.

De Examencommissie beslist op advies van de examinator over de goedkeuring.

2. Indien een student aan de eisen van bepaalde tentamens wenst te voldoen door studie aan een andere faculteit of (Nederlandse of buitenlandse) universiteit, is vooraf goedkeuring van de examencommissie vereist.

3. Indien een verzoek voor goedkeuring ingediend wordt nadat het onderwijs is aangevangen wordt het verzoek niet in behandeling genomen.

11 – Dwingend (negatief) studieadvies

De opleiding hanteert een dwingend (negatief) studieadvies bij de overgang van studiejaar 1 naar studiejaar 2. Deze regeling is vastgelegd in artikel 4.7 Sectie B van de OER bacheloropleiding Geneeskunde Epicurus. De examencommissie ziet toe op een juiste uitvoering van deze regeling.

12 – Bewaartermijnen

1. Eindwerken, waaronder in ieder geval de Bachelorthesis, de toetsing van Opmaat naar de Praktijk en het portfolio, worden ten minste zeven jaar bewaard. De student wordt in staat gesteld om van het portfolio een export te maken. De eindwerken worden door de opleiding aangegeven in de studiegids.

2. Voor tentamenopgaven en uitwerkingen, waaronder begrepen werkstukken en andere schriftelijke materialen waarvoor een (deel)cijfer is toegekend en tentamenuitslagen, geldt een bewaartermijn zoals vastgelegd in de matrix bewaartermijnen opleidingsdocumenten UvA (bijlage 1).

3. Voor overige documenten gelden ook de bewaartermijnen als genoemd in de matrix bewaartermijnen UvA (bijlage 1).

13 – Fraude en plagiaat

1. De Fraude en Plagiaat Regeling Studenten UvA 2019 is onverkort van toepassing en maakt deel uit van deze Regels en Richtlijnen.

2.

In aanvulling op de sancties zoals bedoeld in art. 5 Fraude en Plagiaat Regeling Studenten UvA 2019 kan de examencommissie nadat fraude of plagiaat is geconstateerd besluiten de student aan een Persoonlijk Ontwikkelingsplan te laten werken onder begeleiding van de Commissie

(13)

Professioneel Gedrag voor een periode van ten hoogste de duur van de Bachelor Geneeskunde.

14 – Iudicium abeundi

1. Conform artikel A2.4, sectie A van de OER bestaat de mogelijkheid tot een iudicium abeundi.

2. In de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde AMC / UvA geldt als (procedureel) hulpmiddel hiervoor het Protocol Iudicium Abeundi van de NFU

(http://www.nfu.nl/img/pdf/Protocol_Iudicium_Abeundi.pdf)

3. In aanvulling op het protocol bedoeld in lid 2 geldt in de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde AMC / UvA dat:

a. Als er vanuit het gezichtspunt van de patiëntenzorg zwaarwegende bezwaren zijn tegen voortzetting van de opleiding van een student, er een gezamenlijk oordeel van het afdelingshoofd en de meest betrokken begeleider van betreffende coschap/stageplaats wordt opgesteld.

b. Het gezamenlijke oordeel altijd wordt voorgelegd aan de decaan.

c. In ieder geval de decaan besluit met inachtneming van de zorgvuldigheidseisen uit het protocol genoemd in lid 2 van dit artikel, over te gaan tot een verzoek van een iudicium abeundi voor te leggen aan het College van Bestuur van de UvA.

15 – Hardheidsclausule

In gevallen waar de bepalingen van deze regeling onredelijk en onbillijk uitwerken voor de student, kan de examencommissie een uitzonderingsregeling treffen.

16 – Wijziging

Wijzigingen die van toepassing zijn op het lopende studiejaar vinden niet plaats, tenzij de belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijze niet worden geschaad.

17 – Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking per 31 augustus 2020.

Aldus vastgesteld door de examencommissie Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum/de Universiteit van Amsterdam, op 7 september 2020.

Bijlagen:

1) Matrix bewaartermijnen opleidingsdocumenten UvA

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nadat alle onderwijseenheden van het examen zijn afgenomen, stelt het team Studievoortgang en Diplomering van de Studentenadministratie namens de examencommissie de uitslag van

de start van de bacheloropdracht is voldaan (art. 9.3 opleidingsbijlage). De student kiest een onderzoeksgroep waar hij/zij de bacheloropdracht wil gaan

iii. het verstrekken van onjuiste informatie bij verzoeken tot vrijstelling, verlenging geldigheidsduur, en dergelijke, van een tentamen of examen. Een poging tot fraude wordt

Titel Regels en Richtlijnen van de Examens voor de Research Master Opleidingen Hoofdstuk Paragraaf 5 Gedragscode, fraude en sanctiesc. Paragraaf 5 Gedragscode, fraude

De kandidaat die heeft deelgenomen aan de tweede selectieronde wordt gerangschikt op basis van de eindscore van de eerste selectieronde als bedoeld in artikel 7, zesde lid onder f en

Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door

Deze Regels en Richtlijnen zijn van toepassing op de (deel)tentamens en examens in de master- opleiding geneeskunde VUmc-compas (M15 en M15PT) en sluiten aan bij de Onderwijs- en

c) Vakinhoudelijke opleiding: de opleiding waar studenten van de ULO de vakken volgen die gerelateerd zijn aan het betreffende schoolvak waarvoor ze worden opgeleid tot leraar. d)