• No results found

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL M. DARMON van 26 september 1985 *

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL M. DARMON van 26 september 1985 *"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL M . DARMON

van 26 september 1985 *

Mijnheer de President, mijne beren Rechters,

1. Bij beschikking van 10 juli 1984 heeft het Bundesfinanzhof het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld:

„1) Moet het gemeenschappelijk douaneta­

rief aldus worden uitgelegd, dat een als timer/tuner aangeduid toestel, be­

staande uit een kleurentelevisie-ont­

vanggedeelte met een geheugen voor twaalf programmas en een schakelklok voor het in- en uitschakelen van het toestel tot tien dagen van tevoren, dat voor het weergeven van de ontvangen programmas moet worden verbonden met een videorecorder van een bepaald type, onder post 92.13 D van het ge­

meenschappelijk douanetarief moet worden ingedeeld ?

2) Zo neen:

Onder welke andere post van het ge­

meenschappelijk douanetarief moet het toestel worden ingedeeld ?"

Laat ik eerst de precieze kenmerken van het toestel bespreken en vervolgens de verschil­

lende mogelijke indelingen die in de loop van het geding ter sprake zijn gebracht.

2. Het als timer/tuner T 50 aangeduide toestel (hierna: T 50) wordt vervaardigd in Japan, vanwaar Telefunken Fernseh und Rundfunk GmbH (hierna: Telefunken) het in de Bondsrepubliek Duitsland wilde invoe­

ren.

Blijkens de technische toelichtingen is het uitsluitend bestemd voor gebruik met de door dezelfde fabrikant vervaardigde video­

recorder VR 510, waarmee het met een speciale zevenpolige kabel wordt verbon­

den; het is ongeschikt voor elk ander model videorecorder. Het blijkt verschillende func­

ties te hebben:

•— de videorecorder van stroom voorzien,

— een opname programmeren tot tien dagen van tevoren,

— de signalen van televisie-uitzendingen ontvangen en ze naar de videorecorder sturen. Dit is de functie van de tuner, die een „geheugen" heeft voor twaalf pro­

gramma's, zodat men voor opname door de videorecorder uit twaalf programma's kan kiezen. De aldus ontvangen en aan de videorecorder doorgezonden kleur- signalen moeten echter nog worden ver­

sterkt en gedecodeerd, hetgeen in het te­

levisietoestel geschiedt. De wezenlijke technische bijzonderheid lijkt echter te zijn, dat men een televisie-uitzending kan opnemen en tegelijkertijd via de­

zelfde antenne een ander programma rechtstreeks op de televisie-ontvanger kan volgen.

3. Bij de invoer van de timer/tuner T 50 vroeg Telefunken de Oberfinanzdirektion om een bindend tariferingsadvies, dat op 14 april 1982 werd gegeven. De Duitse douane deelde het toestel in onder post 85.15 A III b) 2 van het GDT , betreffende

„ontvangtoestellen, ook indien met inge-

* Vertaald uit het Frans.

(2)

bouwd toestel voor het opnemen of voor het weergeven van geluid." Bij deze indeling bedragen de autonome rechten 22 % en de conventionele 14%.

Deze indeling berustte op Algemene bepa­

ling 3 b) voor de toepassing van het GDT , die luidt als volgt:

„3) Indien goederen... vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten ge­

schiedt de indeling als volgt:

a) ...

b) mengsels, werken welke zijn samen­

gesteld uit of met verschillende stof­

fen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goe­

deren, zomede goederen opgemaakt in stellen of assortimenten, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed, waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assorti­

menten hun wezenlijk karakter ont­

lenen, indien dit kan worden be­

paald."

Herinneren wij eraan, dat volgens bepaling A3 a)

„de post met de meest specifieke omschrij­

ving voorrang heeft boven posten met een meer algemene strekking."

De verwijzende rechter heeft erop gewezen, dat de kleurentelevisie-ontvanger be­

schouwd is als het deel waaraan het toestel het in bepaling 3 b) bedoelde wezenlijk ka­

rakter ontleent.

Telefunken betwist dit advies en houdt staande, dat de T 50 op zichzelf geen eigen functie heeft en dus niet als een televisie­

ontvangtoestel is te beschouwen. Met name kan het de ontvangen signalen niet recht­

streeks weergeven en is het derhalve niet op één lijn te stellen met een ontvangtoestel.

Het zou daarom moeten worden ingedeeld onder post 92.13 D van het GDT , die luidt als volgt:

„92.13 Andere delen, onderdelen en toebe­

horen, van de toestellen bedoeld bij post 92.11:

D. andere."

De T 50 zou volgens Telefunken een on­

derdeel zijn van een „toestel voor het opne­

men of het weergeven van geluid en beelden voor televisie", vermeld onder post 92.11 B van het GDT . Bij deze indeling zouden de autonome rechten 18% en de conventionele rechten 9 % bedragen.

Telefunken beklemtoont dat de functie van de T 50 niet is het weergeven van beelden, maar het voor opname doorzenden van sig­

nalen aan de videorecorder VR 510. Uit technisch oogpunt zou onderscheid moeten worden gemaakt tussen de radio- en de te­

levisiemarkt. Terwijl radio-ontvangtoestellen (tuners) zelfstandige modules zijn, die met versterkers en luidsprekers van alle merken kunnen worden verbonden en dus als zelf­

standige goederen kunnen worden inge­

deeld, moeten televisietuners worden inge­

bouwd in de complete toestellen waarmee de beelden kunnen worden ontvangen, en is het dus onmogelijk ze als zelfstandige toe­

stellen in de handel te brengen.

Het ontwikkelingsniveau van de videore­

cordertechniek zou tussen dat van de televi­

sie en dat van de radio liggen; oorspronke­

lijk werden videorecorders vervaardigd met een ingebouwde tuner („video compact") zoals voor televisietoestellen, maar later zou men op verzoek van de gebruikers twee mo­

dules zijn gaan produceren: enerzijds timer/

tuners, anderzijds videorecorders. Deze los­

koppeling betekent echter niet, dat de T 50 met een andere videorecorder dan de VR 510 kan worden gebruikt. Gelet op een en ander, zou de T 50 als een toebehoren

(3)

voor de videorecorder zijn te beschouwen en dus onder post 92.13 D van het GDT kunnen worden ingedeeld.

Subsidiair meent Telefunken, dat men de ti­

mer/tuner, als noodzakelijk onderdeel van de videorecorder, maar enkel om rekening te houden met de vraag als module aange­

boden, onder post 92.11 B zou kunnen brengen. Hij zou dan moeten worden be­

schouwd als een te monteren deel van de VR 510. Telefunken baseert zich hierbij op Algemene bepaling A 2 a) voor de toepas­

sing van de nomenclatuur van het GDT , die luidt als volgt:

,,De vermelding van een goed in een post heeft eveneens betrekking op dat goed in niet complete of in niet afgewerkte staat voor zover dit de essentiële kenmerken van het complete of het afgewerkte goed ver­

toont. Deze vermelding heeft eveneens be­

trekking op een compleet of een afgewerkt goed of een op grond van de voorafgaande volzin als zodanig aan te merken goed, in­

dien het zich in gedemonteerde of in niet gemonteerde staat bevindt."

Bij deze indeling zouden de autonome rech­

ten 13 % en de conventionele rechten 8%

bedragen.

4. In haar opmerkingen acht de Commis­

sie het uitgesloten dat de T 50 wordt inge­

deeld als „onderdeel of toebehoren" in de zin van post 92.13 D van het GDT ; daar zijn wezenlijke functie het ontvangen van televisie-uitzendingen is, zou hij moeten worden ingedeeld onder post 85.15 A III b) 2, zoals de Oberfinanzdi­

rektion in haar bindend tariferingsadvies heeft gedaan.

De Commissie verwijst naar aanteke­

ning 1 c) bij hoofdstuk 92, bepalende:

„Dit Hoofdstuk omvat niet:

c) microfoons, versterkers, luidsprekers, koptelefoons, schakelaars, stroboscopen

en andere instrumenten, apparaten en toestellen, welke als toebehoren worden gebruikt bij de artikelen bedoeld bij een der posten van dit Hoofdstuk, doch welke daarin niet zijn ingebouwd of welke zich niet in dezelfde kast (koffer) bevinden (Hoofdstuk 85 of Hoofd­

stuk 90); toestellen voor het opnemen en voor het weergeven van geluid, welke in een radio- of televisieontvangtoestel zijn ingebouwd (post 85.15)",

en herinnert eraan, dat elke uitlegging van het tarief berust op het beginsel dat ieder goed of toestel moet worden ingedeeld vol­

gens zijn eigen aard of kenmerken.

Voor de Commissie, die daarbij de Toelich­

tingen op de IDR-Nomenclatuur citeert, is de T 50 een zelfstandig toestel, dat alle kenmerken en functies van een televisie-ont­

vangtoestel vertoont. Het is van geen be­

lang, dat de opgevangen signalen niet recht­

streeks in zichtbare beelden omgezet kun­

nen worden. Zoals de verwijzende rechter in zijn beschikking opmerkt, worden radio­

toestellen zonder ingebouwde luidsprekers volgens vaste indelingspraktijk immers be­

schouwd als toestellen voor het ontvangen van geluid (post 85.15), ook indien zij dit niet rechtstreeks hoorbaar kunnen maken.

5. Voor de tariefindeling moet men ofwel tot een besluit komen op grond van de we­

zenlijke kenmerken van de timer/tuner, of­

wel op grond van zijn aard ten opzichte van de videorecorder waarmee hij een „functio­

nele eenheid" zou vormen.

Blijkens de hiervoor geciteerde aanteke­

ning 1 c) bij hoofdstuk 92 immers dient een toestel dat afzonderlijk wordt aangebo­

den, dat dus niet is ingebouwd in een in hoofdstuk 92 genoemd artikel of zich in dezelfde kast bevindt, volgens zijn eigen re­

giem te worden ingedeeld.

(4)

Anders echter dan de in aantekening 1 c) genoemde toestellen — microfoons, verster­

kers, enzovoort — komt de timer/tuner niet voor in de opsomming van het GDT . Hij heeft geen eigen regiem.

Eerst moet dus worden nagegaan of hij op één lijn kan worden gesteld met een wel in het GDT genoemde categorie toestellen.

Wat bijvoorbeeld de „ontvangtoestellen voor televisie" (post 85.15 van het GDT) betreft, staat het aan het Hof om, in het ka­

der van zijn uitleggingsbevoegdheid, te pre­

ciseren wat een televisie-ontvanger in de zin van het GDT is. Ik meen dat als zodanig moet worden beschouwd een toestel dat niet enkel in staat is een signaal te ontvangen, maar ook het op zodanige wijze om te vor­

men, dat het als beeld kan worden weerge­

geven. Een technische of juridische definitie behoeft niet noodzakelijk overeen te komen met die welke door het publiek wordt aan­

vaard, al is overeenstemming tussen beide wel steeds wenselijk. Zoals Telefunken heeft beklemtoond, zal de „man in the Street"

zich een televisie-ontvanger moeilijk anders kunnen voorstellen dan als een toestel met een kathodestraalbuis, waarop men een beeld kan zien. Het is echter een onbestre­

den feit, dat de timer/tuner niet enkel niet over zo'n buis beschikt, maar ook de kleur- signalen die hij ontvangt en aan de videore­

corder doorgeeft, niet kan versterken of de- moduleren. Zo ik de toelichting ter terecht­

zitting goed heb begrepen, worden deze functies door het televisietoestel verricht, dat ook het beeldraster produceert, wanneer de videorecorder later de opgenomen signa­

len doorstuurt.

De Commissie maakt gewag van het onder­

scheid dat in de op het GDT gebaseerde Nomenclatuur voor de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap en van de handel tussen de Lid-Staten (Ni-

mexe) wordt gemaakt tussen „ontvangtoe­

stellen voor televisie, met ingebouwde beeldbuis" en „andere televisie-ontvangtoe­

stellen". Hieruit kan niet worden afgeleid, dat die „andere toestellen" niet over een in­

richting voor beeld- en geluidweergave be­

schikken, zoals een groot scherm waarop het beeld wordt geprojecteerd (het geval waarop een eveneens door de Commissie genoemd indelingsvoorschrift van 7 maart 1975 betrekking heeft). Van televisie-ont­

vangers zonder inrichting voor beeldweer- gave is geen enkel voorbeeld gegeven dat aan deze conclusie iets zou kunnen veran­

deren.

Wat tenslotte het laatste argument van de Commissie betreft, heeft Telefunken mijns inziens gelijk wanneer zij stelt dat een ver­

gelijking tussen een radio-ontvangtoestel en een televisie-ontvangtoestel nergens op slaat, omdat het daarbij om verschillende technieken gaat. Bij radio behoeft het akoes­

tisch signaal na de ontvangst nog slechts te worden versterkt om via de luidsprekers hoorbaar te worden. Bij kleurentelevisie daarentegen is het opgevangen signaal on­

volledig in die zin, dat het van bepaalde normen afhangt en eerst moet worden „ge- demoduleerd" en geordend in de vorm van een raster om een beeld te verkrijgen. Ter­

wijl momenteel een radio-„tuner", zelfs zonder luidsprekers, naar mijn gevoel als een volwaardige ontvanger kan worden be­

schouwd, omdat hij het opgevangen signaal volledig kan „verwerken", lijkt mij voor audiovisuele signalen de totale ontvangst­

functie bij de huidige stand van de techniek niet te kunnen worden verricht door een an­

der toestel dan dat wat niet enkel ontvangt, maar ook versterkt, demoduleert en het beeld vormt.

Ik meen daarom dat de timer/tuner T 50, die niet méér doet dan het signaal opvan­

gen, niet kan worden geacht het ontvangen van televisie als wezenlijke functie te heb­

ben.

(5)

6. Het lijkt mij evenmin mogelijk de T 50 in de zin van Algemene bepaling A 2 a) te beschouwen als een element van de videore­

corder VR 510, waarmee hij een „functio­

nele eenheid" zou vormen. De T 50 kan immers niet afzonderlijk worden gebruikt.

Hij is uitsluitend bestemd voor gebruik met de videorecorder. Deze laatste daarentegen kan zelfstandig functioneren en bijvoorbeeld een uitzending rechtstreeks van het televisie­

toestel opnemen. Hij kan dus „onafhanke­

lijk" worden gebruikt, en voor andere func­

ties dan die verricht door het samenstel dat hij met de T 50 vormt, zijnde het opnemen van een andere uitzending dan die welke ge­

lijktijdig op het scherm kan worden ontvan­

gen.

Ik ben bijgevolg van mening, dat de T 50 niet krachtens Algemene bepaling A 2 a) voor de toepassing van het GDT kan wor­

den ingedeeld onder post 92.11 B.

7. Daarentegen komt het mij voor dat, ge­

let op het feit dat er, anders dan voor de instrumenten, apparaten en toestellen be­

doeld in de reeds aangehaalde aanteke­

ning 1 c) bij hoofdstuk 92 van het GDT, geen tariefregeling bestaat voor de timer/tu­

ner, deze moet worden ingedeeld onder post 92.13 D juncto post 92.11 B van het GDT.

Zoals gezegd, kan de T 50 slechts worden gebruikt met de videorecorder VR 510,

maar is het omgekeerde niet waar. Hij kan dus niet worden beschouwd als een noodza­

kelijk onderdeel van de VR 510, maar men kan aannemen dat hij er een toebehoren van is.

Het lijkt mij belangrijk, hier te herinneren aan een inlichting die Telefunken ter te­

rechtzitting heeft verstrekt: er bestaan ook

„video-compacť'-recorders waarin een vi­

deo-tuner is ingebouwd. In dit geval — en dit wordt door de Commissie niet betwist — wordt het geheel als een videorecorder inge­

deeld onder hoofdstuk 92. Bij de huidige stand van zaken, bij gebreke van enige an­

dere specifieke tariefpost en naar analogie van het geval van het genoemde compacte toestel, geloof ik dat men kan zeggen, dat de timer/tuner T 50, die uitsluitend be­

stemd is voor gebruik met de VR 510, zon­

der welke hij geen eigen functie heeft, te be­

schouwen is als een toebehoren van een vi­

deorecorder, dat wil zeggen van een „toe­

stel bedoeld bij post 92.11" in de zin van post 92.13 D.

Daar het voorgestelde antwoord op de eer­

ste vraag bevestigend luidt, behoeft de tweede vraag niet te worden beantwoord, te meer daar het Hof daarmee zonder meer gevraagd wordt om een tariefindeling vast te stellen, iets wat tot de bevoegdheid van de nationale rechter behoort.

8. Concluderend geef ik het Hof in overweging, de prejudiciële vraag van het Bundesfinanzhof te beantwoorden als volgt:

Een als timer/tuner aangeduid toestel, bestaande uit een kleurentelevisie-ontvang­

gedeelte met een geheugen voor twaalf programma's en een schakelklok voor het in- en uitschakelen van het toestel tot tien dagen van tevoren, dat voor het weerge­

ven van de ontvangen programma's moet worden verbonden met een videorecor­

der van een bepaald type, is te beschouwen als een onderdeel of toebehoren in de zin van post 92.13 D van het gemeenschappelijk douanetarief.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De weigering van een fabrikant om de in de distributieovereenkomsten met zijn concessiehouders in de verschillende Lid-Staten omschreven garantie te verlenen voor de produkten

Tussen grondstof en eigenschappen van het eindprodukt ont- staat aldus een zeer nauw verband, waar- door de deegwaren van harde tarwe niet al- leen van deegwaren van zachte tarwe

84. Volgens de Deense regering is deze redenering van overeenkomstige toepassing op het onderhavige geval. Het feit dat Jyske Finans bij aanvaarding van haar uitlegging van

De faciliteiten 2D vision technieken • Belichtingskasten van verschillende afmetingen mét of zonder rotatietafels • Verschillende typen camera’s monochroom, kleur, UV, NIR,

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 & M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en

Na een veroorJcIing door de Kantonrechter voert de betrokkene in hoger beroep als verweer oom, aan dat hij de bromfietser via zijn (goed gestelde) rechter

Kernhoofdstukken: jaarlijkse productiviteitskorting, target costing en prestatiebeloning Er zijn drie niveaus waarop financiële prikkels een rol kunnen spelen bij het

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of