• No results found

Barneveld. Nr Collegevoorstel. Onderwerp: voorstel betreffende beleidsnotitie tijdelijke zorgwoningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Barneveld. Nr Collegevoorstel. Onderwerp: voorstel betreffende beleidsnotitie tijdelijke zorgwoningen"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

' ^ S gemeente

Barneveld

Collegevoorstel

Nr. 1078245

Onderwerp:

voorstel betreffende beleidsnotitie tijdelijke zorgwoningen

Gevraagde beslissing:

1. In te stemmen met de bijgevoegde 'Beleidsnotitie tijdelijke zorgwoningen'

Raad

S j e r kennisname naar de raad Nummer beleidsproduct:

D o p overzicht Bestaand beleid (website)

Datum 26 mei 2018

Afd: RO-SPO

Afd.hoofd

Steller: P.A van Nieuwenhuizen

Aantal bijlagen 1

Portefeuillehouder

Openbaarheid

Besluit (voorblad) openbaar: ® Ja O Nee, zie beslispunt:

Groentje openbaar: ® Ja O Nee, zie beslispunt:

Bijlagen openbaar: 0 Ja O Nee, vermelden op bijlage

Akkoo Bespreken Aantekeningen

Secretaris

Burgemeester

Wethouder A. de Kruijf Wethouder P.J.T. van Daalen Wethouder

A.H. van de Burgwal Wethouder

D. J. Dorrestijn-Taal

Beslissing burgemeester en wethouders :

1 5 JUNI 2018

Nummer op besluitenlijst: ^i^^jQ_

(2)

- 2 -

1. Inleiding

Tijdens de raadsvergadering van 7 juni 2017 (Kadernota) is de motie 'Aanleunwoningen bij gezinshuizen' aangenomen. De gemeenteraad heeft het college opgeroepen om de mogelijkheden te onderzoeken om voor jongeren die vanuit het pleeggezin zelfstandig moeten gaan wonen, een betere overgangssituatie te creëren. Dit door middel van het realiseren van een woonmogelijkheid op het erf bij gezinshuizen. De jongeren hebben in meer of mindere mate begeleiding nodig om zelfstandig te leren wonen. Deze

zorgverlening door de gezinshuisouders wordt geboden totdat de jongere zelfstandig kan wonen, eventueel met inzet van hulp vanuit de WMO of WLZ. In de praktijk wordt ervaren dat de stap naar zelfstandig wonen op een locatie elders voor sommige jongeren te groot kan zijn. Er is behoefte aan meer voorbereidingstijd in de nabijheid van hulpverlening en met hulp vanuit al bekende hulpverlening om deze stap te zetten. Het kan daarbij een passende oplossing zijn dat de jongere in deze tussenfase in een tijdelijke woning, naast het gezinshuis gaat wonen. Op zichzelf, maar in de directe nabijheid van het gezinshuis en met een afbouwende begeleiding van de gezinshuisouders.

Vanuit het onderzoeken van de mogelijke oplossingsrichtingen voor jongeren vanuit gezinshuizen is (vanuit de praktijk) naar voren gekomen dat er nog twee maatschappelijke vraagstukken zijn waar ook een tijdelijke woning een oplossing kan bieden.

Ook voor jongeren die buiten De Glind in gezinshuizen wonen of jongeren meteen zorgondersteunende vraag die bij de ouders wonen kan in voorkomende situaties behoefte zijn aan meer voorbereidingstijd om de stap naar zelfstandig wonen te zetten. Een tijdelijke woning naast het gezinshuis/de woning kan ook voor hen een passende oplossing zijn.

Daarnaast komen we in de praktijk zorgsituaties tegen die in grote mate vergelijkbaar zijn met mantelzorg voor elkaar, maar die niet in aanmerking komen om vergunningsvrij een mantelzorgwoning te realiseren.

Doordat niet aan de wettelijke voorwaarden daarvoor kan worden voldaan. Bijvoorbeeld als iemand voor een persoon uit zijn/haar buurt of netwerk tijdelijk wil zorgen. Ook voor deze zorgvragen willen we in een

passende oplossing voorzien, waarbij een tijdelijke zorgwoning deze mogelijkheid kan bieden.

Met de bijgevoegde beleidsnotitie wordt voor de genoemde drie maatschappelijke vraagstukken de mogelijkheid gegeven om onder voorwaarden een tijdelijke zorgwoning te plaatsen.

2. Beoogd effect a) Meetbaar effect

Voor verschillende zorgvraagstukken die voldoen aan de criteria in de beleidsnotitie kan een tijdelijke zorgwoning op het erf naast het gezinshuis/de woning worden gebouwd.

b) Maatschappelijk effect

De tijdelijke zorgwoning biedt voor de beoogde doelgroepen een belangrijke woonoplossing voor de tijdelijke zorgverlening van (pleeggezins-) ouders aan jongeren of voor personen aan elkaar vanuit hun onderlinge relatie.

3. Argumenten

1.1 Jongeren vanuit gezinshuizen of met een zorgondersteunende vraag krijgen meer tijd en ruimte om zich voor te bereiden om zelfstandig te gaan wonen.

Voor jongeren met een zorgondersteunende vraag die de stap naar zelfstandig wonen moeten gaan maken, bestaat in voorkomende gevallen de behoefte aan meer voorbereidingstijd en begeleiding. Met het plaatsen van een tijdelijke woning krijgt de jongere, die daarmee in een eigen huisje woont, maar op roepafstand van zijn (gezins-) ouders kan daartoe de mogelijkheid.

1.2 Ook voor bredere maatschappelijke zorgvragen kan een tijdelijke woning een oplossing bieden

Voor zorgsituaties die voldoen aan de landelijke criteria van 'mantelzorg' is het mogelijk om vergunningvrij een mantelzorgwoning te plaatsen. Er zijn ook zorgsituaties die net niet aan de criteria voldoen, maar waarbij personen iemand anders uit hun netwerk of buurt wel graag tijdelijk willen helpen. Deze zorg voor elkaar willen we graag faciliteren. Een tijdelijke zorgwoning kan voorzien in deze woonbehoefte, zodat de zorgverlener en -ontvanger in eikaars directe nabijheid kunnen wonen.

1.3 Aan de tijdelijke zorgwoning zijn voorwaarden verbonden om te zorgen dat alleen de beoogde doelgroepen er gebruik van kunnen maken.

We willen bereiken dat de tijdelijke zorgwoning alleen wordt gebruikt voor degene waar de woning voor is bedoeld. Voor de toekenning van de omgevingsvergunning voor de tijdelijke zorgwoning zijn daarom voorwaarden opgesteld om dit zoveel als mogelijk te waarborgen. Zo vindt vanuit de gespreksvoerders van het Sociaal Domein een afweging plaats of de tijdelijke zorgwoning de meest passende oplossing is voor de zorgbehoefte, worden doelen en een tijdspad afgesproken. Daarnaast worden ruimtelijke voorwaarden

(3)

- 3 -

gesteld aan de locatie voor onder meer een goede inpassing op het erf en ten opzichte van omwonenden en bedrijven.

4. Kanttekeningen

1.1 Oneigenlijk gebruik van de tijdelijke zorgwoning

Met een beëindiging van de zorgsituatie voor de jongere of voor een ander persoon met een zorgbehoefte, moet de tijdelijke zorgwoning weer worden verwijderd. Tenzij er sprake is van een opvolgende zorgsituatie.

Het kan daarbij voorkomen dat de tijdelijke zorgwoning blijft staan en voor andere doeleinden wordt gebruikt dan waarvoor de woning is geplaatst. Om deze onwenselijke situatie te voorkomen zijn verschillende randvoorwaarden opgesteld voor de plaatsing van de tijdelijke zorgwoning. Zo kan het alleen mogelijk worden gemaakt met een tijdelijke omgevingsvergunning, moet de woning verplaatsbaar zijn, worden afspraken gemaakt over het benodigde tijdspad en wordt een goede monitoringsystematiek opgezet.

1.2 Aantrekkende werking van personen van buiten de gemeente Barneveld

Met de tijdelijke zorgwoning willen we voorzien in de lokaal voorkomende situaties van zorgvragen. Het is niet wenselijk dat jongeren of personen worden aangetrokken van buiten de gemeente Barneveld die geen binding hebben met de zorgverleners. Daarom is in de voorwaarden voor de tijdelijke zorgwoning opgenomen dat sprake moet zijn van een bestaande relatie tussen de jongere met het gezinshuis of dat sprake moet zijn van een sociaal-maatschappelijke binding met de gemeente Barneveld met betrekking tot de overige zorgsituaties.

5. Financiën

De plaatsing van een tijdelijke woning brengt bepaalde kosten met zich mee zoals de aanschafkosten, plaatsingskosten, legeskosten en kosten voor de aansluiting op nutsvoorzieningen. Deze kosten zijn voor eigen rekening van de initiatiefnemer.

6. Uitvoering Planning:

Na een positief besluit op de beleidsnotitie staat voor initiatiefnemers de mogelijkheid open om gebruik te maken van de mogelijkheid van de tijdelijke zorgwoning.

Communicatie:

Vooruitlopend op de beleidsnotitie is al medewerking verleend aan een tijdelijke zorgwoning in De Glind wat de nodige bekendheid heeft opgeleverd. Door middel van een persmoment na uw positieve besluit zal de beleidsnotitie nogmaals worden toegelicht.

Evaluatie/controle

Een monitoringssystematiek wordt opgezet met de betrokken interne medewerkers om te monitoren of het ook op deze manier, zoals we dat voor ogen hebben, uitpakt. Dat geldt ook voor het op het juiste moment beëindigen van deze situaties. Zo nodig zal een bijstelling van de regeling worden voorgesteld.

7. Bijlagen

Bijlage 1. Beleidsnotitie tijdelijke zorgwoningen

(4)

gemeente

\ Barneveld

Memo

Datum:

26 mei 2018

Ondemerp: Beleidsnotitie tijdelijke zorgwoningen

Ter attentie van: College van burgemeester en wethouders

Afzender: Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, Sociaal Domein en Omgevingsdienst

Bij de vaststelling van de Kadernota 2018 - 2021 tijdens de raadsvergadering van 7 juni 2017 is de motie 'Aanleunwoningen bij gezinshuizen' aangenomen. De gemeenteraad heeft het college opgeroepen om de mogelijkheden te onderzoeken om voor jongeren die vanuit het pleeggezin zelfstandig moeten gaan wonen, een betere overgangssituatie te creëren. Dit door middel van het realiseren van een woonmogelijkheid op het erf bij gezinshuizen. Ook de Rudolphstichting heeft dit vraagstuk bij ons neergelegd. Daarnaast is in de motie gevraagd om de uitkomsten van het onderzoek met de raad te delen en op nemen in beleidskaders.

In een samenwerking tussen de afdelingen Ruimtelijke Ontwikkeling, Sociaal Domein en de Omgevingsdienst is het vraagstuk uitgewerkt en gezocht naar oplossingsrichtingen. Vanuit het onderzoeken van oplossingsrichtingen voor jongeren vanuit gezinshuizen is (vanuit de praktijk) naar voren gekomen dat er (voor zover we nu kunnen voorzien) nog twee maatschappelijke vraagstukken zijn waar ook dezelfde oplossing kan voorzien in een behoefte.

De uitwerking van de motie is daarom breder getrokken dan eerst is voorzien. Met deze beleidsnotitie worden uitgangspunten gegeven om in de hieronder genoemde situaties een passende oplossing te bieden;

• Tussenfase naar zelfstandig wonen voor jongeren vanuit gezinshuizen in De Glind;

• Tussenfase naar zelfstandig wonen voor overige jongeren met een zorgondersteunende vraag;

• Tijdelijke zorgverlening in voorkomende overige situaties.

Als jongeren worden hierbij aangemerkt, jongeren volgens de definiëring van de Jeugdwet.

De maatschappelijke vraagstukken worden eerst hieronder verder toegelicht, waarna wordt ingegaan op de mogelijke oplossing en de uitgangspunten daarbij.

Tussenfase naar zelfstandig wonen voor jongeren vanuit gezinshuizen in De Glind De jongeren vanuit een gezinshuis hebben in meer of mindere mate begeleiding nodig om zelfstandig te leren wonen. Deze zorgverlening wordt door de

gezinshuisouders geboden totdat de jongere zelfstandig kan wonen, eventueel met inzet van hulp vanuit de WMO of WLZ. In de praktijk wordt ervaren dat de stap naar zelfstandig wonen op een locatie elders voor sommige jongeren te groot kan zijn.

Het betreft een kwetsbare groep jongeren waarvoor deze overgang te abrupt is. Er

(5)

is behoefte aan meer nabijheid van hulpverlening en hulp vanuit al bekende hulpverlening. De terugval onder jongeren is daardoor ook groot. Het kan daarbij een passende oplossing zijn dat ten behoeve van dit proces de jongere in een tijdelijke woning naast het gezinshuis, onder afbouwende begeleiding, leert om zelfstandig te wonen. De situatie is per definitie bedoeld als een tijdelijke oplossing en daarbij kan het ook voorkomen dat na de eerste bewoner er een volgende jongere, vanuit hetzelfde of een ander gezinshuis in jeugddorp De Glind, wordt ondergebracht.

Tussenfase naar zelfstandig wonen voor overige jongeren met een zorgondersteunende vraag

We kunnen ons voorstellen dat de behoefte aan een tijdelijke woning op

roepafstand van de (pleeg)ouders als overbrugging ook voor andere jongeren geldt die al dan niet in een gezinshuis buiten jeugddorp De Glind wonen. Ook voor deze jongeren kan het zijn dat vanuit een bepaalde zorgbehoefte, onder begeleiding van de (pleeg)ouders, via een tijdelijke woning de stap naar zelfstandigheid op een betere manier kan worden gezet. Het is voor deze jongeren wenselijk om ook hen te faciliteren.

Tijdelijke zorgverlening in voorkomende overige situaties

In de praktijk komen we zorgsituaties tegen die in grote mate vergelijkbaar zijn met mantelzorg, maar niet in aanmerking komen om vergunningvrij een

mantelzorgwoning te realiseren. Terwijl dit wel een goede oplossing voor de betreffende zorgvraag kan zijn. Buurtbewoners of mensen met een bepaalde sociale binding kunnen ervoor kiezen om de ander voor een bepaalde tijdelijke periode te verzorgen of begeleiden. Bijvoorbeeld om de betreffende persoon te begeleiden naar zelfstandig wonen of als overbrugging naar een zorginstelling. In het kader van Zelf-Samen-Gemeente stimuleren we de zorg voor elkaar en willen we faciliteren in een tijdelijke woning. Het kan zijn dat hiervoor een bestaande mantelzorgwoning, als vervolg op de eerste bewoner, wordt gebruikt. Of dat een nieuwe tijdelijke woning wordt geplaatst.

Vergunningvrije mantelzorgwoningen zijn géén mogelijkheid voor deze situaties

Voor verschillende mantelzorgvraagstukken kan een oplossing worden geboden door vergunningvrij een mantelzorgwoning te plaatsen bij de betreffende woning.

Hiervoor heeft de landelijke overheid regels voor opgesteld waaraan moet worden voldaan. Als de zorgverlening past binnen de wettelijke definitie van mantelzorg kan vergunningvrij een mantelzorgwoning worden geplaatst. Deze definitie is:

"Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van

zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van de huisarts,

wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond".

Niet in alle gevallen kan worden voldaan aan de voorwaarden in deze definitie. In de hiervoor beschreven situaties kan (net) niet worden voldaan aan de definitie van mantelzorg en biedt de vergunningvrije regeling geen oplossing. Zo is de

hulpverlening voor de jongeren uit gezinshuizen van professionele aard en wordt niet voldaan aan de regeling. Of gaat het om intensieve zorgverlening aan het begin, waarbij eerst wel wordt voldaan aan de regeling. Maar wordt de

zorgverlening na verloop van tijd steeds minder intensief, waardoor het op een gegeven moment niet meer past binnen de regeling en de mantelzorgwoning weer moet worden verwijderd. Wat tot een onwenselijke situaties kan leiden.

(6)

Oplossingsmogelijkheid: het met een omgevingsvergunning plaatsen van een tijdelijke woning

Op dit moment is nog geen beleid aanwezig om voor deze vraagstukken ruimte te bieden. Gelet op het belang van deze maatschappelijke vraagstukken zien we voldoende redenen om voor deze situaties toch een mogelijkheid te bieden. In afwijking van ons ruimtelijk beleid, waarbij we niet zonder meer nieuwe woningen toe staan, willen we ruimte bieden door het plaatsen van een tijdelijke woning toe te staan. Voor het plaatsen van een tijdelijke woning is een omgevingsvergunning nodig, die het college van burgemeester en wethouders kan verlenen.

Enerzijds willen we graag de ruimte bieden, maar anderzijds willen we er ook voor zorgen dat de ruimte alleen aan de beoogde doelgroepen wordt gegeven. Het moet met elkaar in balans zijn, anders ontstaat een mogelijke onvoorziene en

onwenselijke 'wildgroei' aan nieuwe tijdelijke woningen. En er moet een goede evaluatie zijn op het verloop en het vervolg van deze situaties. Voor de drie genoemde situaties hebben we daarom onderstaande integrale uitgangspunten benoemd die worden gekoppeld aan het beoordelen en het verlenen van een omgevingsvergunning voor tijdelijke woningen.

Tussenfase naar zelfstandig wonen voor jongeren vanuit gezinshuizen in De Glind Om deze jongeren te faciliteren met een tijdelijke woning zijn de volgende

uitgangspunten opgesteld:

- De hoofdzakelijke reden om medewerking te verlenen aan de tijdelijke woning is de aangetoonde zorgvraag van de betreffende jongere voor bij het betreffende gezinshuis. Die zorgvraag maakt dat het plaatsen van een tijdelijke woning bij het gezinshuis de beste oplossing is;

- Of het de beste oplossing is, zal per geval door een gemeentelijk

gespreksvoerder, in samenspraak met de zorgverlener worden afgewogen.

Het uit dit gesprek voortkomende advies is de voorwaarde om wel of geen medewerking te verlenen aan de tijdelijke woning;

- De gespreksvoerder maakt afspraken met de zorgverlener welke doelen er met de betreffende jongere bereikt moeten worden en wat daarvoor nodig is;

- De gespreksvoerder geeft advies over het tijdspad waarvoor de tijdelijke woning wordt geplaatst;

- Om te voorkomen dat een aantrekkende werking ontstaat vanuit andere gemeenten, geldt de mogelijkheid alleen voor jongeren die vanuit een bestaande woonsituatie in het gezinshuis de tijdelijke woning gaan bewonen;

- Primair is de voorwaarde voor de omgevingsvergunning dat sprake moet zijn van een bestaande relatie tussen de jongere die de tijdelijke woning gaat bewonen met het gezinshuis waar vanuit de zorg wordt geleverd;

- Bij beëindiging van de eerste bewoning kan eventuele opvolgende bewoning plaatsvinden door een andere jongere, onder dezelfde voorwaarden, met als gewijzigde voorwaarde dat het een jongere mag zijn die vanuit een ander gezinshuis in jeugddorp De Glind komt;

- De tijdelijke woning moet op het eigen erf bij het gezinshuis worden geplaatst;

- De tijdelijke woning moet op een stedebouwkundig, landschappelijk en milieukundig aanvaardbare locatie worden geplaatst.

- De tijdelijke woning moet in zijn geheel of in delen verplaatsbaar zijn;

- De tijdelijke woning moet minimaal voldoen aan de bouwtechnische eisen voor tijdelijke bouw;

- De omgevingsvergunning wordt verleend voor een periode die noodzakelijk is voor de duur van het verblijf, tot in totaal maximaal 10 jaar;

- Maximaal 1 tijdelijke woning per gezinshuis, tenzij voor meerdere jongeren vanuit het gezinshuis een tijdelijke woning noodzakelijk is.

(7)

Tussenfase naar zelfstandig wonen voor overige jongeren met een zorgondersteundende vraag

Om ook deze jongeren te faciliteren met een tijdelijke woning stellen we voor om de volgende uitgangspunten te hanteren:

- De hoofdzakelijke reden om medewerking te verlenen aan de tijdelijke woning is de aangetoonde zorgvraag van de betreffende jongere voor bij de betreffende woning/ het gezinshuis. Die zorgvraag maakt dat het plaatsen van een tijdelijke woning bij de woning/ het gezinshuis de beste oplossing is;

- Of het de beste oplossing is, zal per geval door een gemeentelijk

gespreksvoerder, in samenspraak metde zorgverlener worden afgewogen.

Het uit dit gesprek voortkomende advies is de voorwaarde om wel of geen medewerking te verlenen aan de tijdelijke woning;

- De gespreksvoerder maakt afspraken met de zorgverlener welke doelen er met de betreffende jongere bereikt moeten worden en wat daarvoor nodig is;

- De gespreksvoerder geeft advies over het tijdspad waarvoor de tijdelijke woning wordt geplaatst;

- Om te voorkomen dat een aantrekkende werking ontstaat vanuit andere gemeenten, geldt de mogelijkheid alleen voor jongeren die vanuit een bestaande woonsituatie in de woning/het gezinshuis de tijdelijke woning gaan bewonen;

- Primair is de voorwaarde voor de omgevingsvergunning dat sprake moet zijn van een bestaande relatie tussen de jongere die de tijdelijke woning gaat bewonen met het gezinshuis waar vanuit de zorg wordt geleverd;

- De tijdelijke woning moet op het eigen erf bij de woning/het gezinshuis worden geplaatst;

- De tijdelijke woning moet op een stedebouwkundig, landschappelijk en milieukundig aanvaardbare locatie worden geplaatst.

- De tijdelijke woning moet in zijn geheel of in delen verplaatsbaar zijn;

- De tijdelijke woning moet minimaal voldoen aan de bouwtechnische eisen voor tijdelijke bouw;

- De omgevingsvergunning wordt verleend voor een periode die noodzakelijk is voor de duur van het verblijf, zoals in het advies van de gespreksvoerder is aangegeven met één jaar extra flexibiliteit, tot in totaal maximaal 10 jaar;

- Maximaal 1 tijdelijke woning per woning of gezinshuis, tenzij voor meerdere jongeren vanuit de woning of het gezinshuis een tijdelijke woning

noodzakelijk is.

Tijdelijke zorgverlening in voorkomende overige situaties

Voor de tijdelijke zorgverlening in voorkomende overige situaties kan het gaan om zeer uiteenlopende situaties. We willen enerzijds ruimte bieden, maar misbruik voorkomen. Om ervoor te zorgen dat de tijdelijke woning alleen wordt benut voor de betreffende zorgverlening willen we daar heldere afspraken met de zorgverlener over maken, die worden gekoppeld aan de omgevingsvergunning. Hiervoor stellen we de volgende uitgangspunten voor:

- De hoofdzakelijke reden om medewerking te verlenen aan de tijdelijke woning is de aangetoonde zorgvraag van de betreffende persoon. Die zorgvraag maakt dat het plaatsen van een tijdelijke woning de beste oplossing is;

- Vanuit de zorgvraag moet het noodzakelijk zijn dat de zorgverlener en zorgontvanger in de directe nabijheid van elkaar wonen;

- Er moet sprake zijn van een sociaal-maatschappelijke binding met de gemeente Barneveld;

- Er moet sprake zijn van een bestaande relatie tussen de zorgverlener en de zorgontvanger;

- Of een tijdelijke woning de beste oplossing is, zal per geval door een gemeentelijk gespreksvoerder, in samenspraak met de zorgverlener

(8)

worden afgewogen. Het uit dit gesprek voortkomende advies is de voorwaarde om wel of geen medewerking te verlenen aan de tijdelijke woning;

- De gespreksvoerder maakt afspraken met de zorgverlener welke doelen er met de betreffende zorgontvanger bereikt moeten worden en wat daarvoor nodig is;

- De gespreksvoerder maakt afspraken met de zorgverlener over het tijdspad waarvoor de tijdelijke woning wordt geplaatst, op basis van het afgesproken tijdspad wordt de vergunning voor die periode verleend;

- De tijdelijke woning moet minimaal voldoen aan de bouwtechnische eisen voor tijdelijke bouw;

- De tijdelijke woning moet op het eigen erf worden geplaatst;

- De tijdelijke woning moet op een stedebouwkundig, landschappelijk en milieukundig aanvaardbare locatie worden geplaatst.

- De tijdelijke woning moet in zijn geheel of in delen verplaatsbaar zijn;

- De omgevingsvergunning wordt verleend voor een periode die noodzakelijk is voor de duur van het verblijf, zoals in het advies van de gespreksvoerder is aangegeven met één jaar extra flexibiliteit, tot in totaal maximaal 10 jaar;

- Maximaal 1 tijdelijke woning per woning.

Het is in alle gevallen de bedoeling om in samenspraak met de gespreksvoerders te komen tot voorschriften die aan de omgevingsvergunning verbonden worden. Die voorschriften hebben tot doel om te waarborgen dat de tijdelijke woningen alleen blijven staan zolang ze voor iemand uit een doelgroep gebruikt worden.

Bij elkaar opgeteld kan dat voor een tijdelijke woning op een bepaalde plaats niet meer dan 10 jaar zijn. Dat is de ruimte die de wettelijke regeling biedt.

We zoeken hiermee de balans tussen enerzijds ruimte bieden aan een reële

maatschappelijke behoefte en anderzijds het voorkomen van wildgroei en oneigenlijk gebruik van de tijdelijke woningen.

We gaan nadrukkelijk monitoren of het ook op deze manier, zoals we dat voor ogen hebben, uitpakt. Zo nodig zal bijstelling van de regeling worden voorgesteld.

Financiën

De plaatsing van een tijdelijke woning brengt bepaalde kosten met zich mee zoals de aanschafkosten, plaatsingskosten, legeskosten en kosten voor de aansluiting op nutsvoorzieningen. Deze kosten zijn voor eigen rekening van de initiatiefnemer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nu is ook gegeven dat de lijn door B en C raakt aan de omgeschreven cirkel van driehoek

Ons raamwerk, opgesteld op basis van de theorie, kijkt daarbij naar het belang van de volgende vier faciliterende factoren: (1) het door het management uitgaan van een brede of

Transformatievisie 2019 en verder.. Kijken naar hele gezinssysteem. 2. Maatregelen voorkomen en

Je kan niet verwachten dat jongeren bijvoorbeeld lezen dat er geen dwang bestaat in de islam en dat ieder zijn religie heeft, maar tegelijkertijd lezen dat de profeet zou

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

De commissie Werken in de Zorg heeft deze vraag hier beantwoord voor wat betreft het thema ‘anders besturen’ vanuit een gezamenlijke maatschappelijke opgave en daaraan een

De redenering achter deze zoektocht naar buitenaards leven is, vermits leven spontaan opkwam op aar- de, waarom het dan ook niet elders spontaan zou zijn ontstaan – in feite overal

De stereotypen hieronder hebben als doel een beeld te geven van de achtergronden en motivaties van mensen die zouden kunnen deelnemen aan activiteiten vanuit het fieldlab