• No results found

Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Wet BIG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Wet BIG"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Protocollenboek

Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen

Hoofdstuk

Wet BIG

(2)

© Vilans 20-1-2016

Inhoudsopgave

Wet BIG ... 3

Inleiding wet BIG en Kwaliteitswet... 8

WGBO ... 9

Voorbehouden, risicovol en overig ... 10

Wie mogen voorbehouden handelingen verrichten ... 15

Titelbescherming ... 17

Verpleegkundig specialist ... 18

Bevoegd, deskundig en bekwaam ... 20

Codering van de handelingen... 22

Tuchtrecht en tuchtnormen ... 23

Richtlijn, protocol, geprotocolleerde werkinstructies (definities) ... 24

Geprotocolleerde werkinstructies en bekwaamheid ... 25

Raamovereenkomst zorginstelling-artsen ... 26

Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling ... 27

Literatuur wet BIG en bevoegdheidsregelingen ... 29

(3)

© Vilans 16-09-2012 Richtlijninformatie

Wet BIG: 1 (van 5)

Wet BIG

De komst van de wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (wet BIG) in 1993 heeft voor de verpleging een aantal belangrijke veranderingen met zich mee gebracht. De wettelijke omschrijving van het deskundigheidsterrein, de bevoegdheidsregeling inzake de voorbehouden handelingen, de invoering van het tuchtrecht en de regeling van de

opleidingseisen bij algemene maatregel van bestuur zijn structurele veranderingen voor de positie van de verpleegkundige en de ziekenverzorgende.

De wet BIG en de Kwaliteitswet Zorginstellingen vullen elkaar aan. De wet BIG stelt

kwaliteitseisen aan individuen, de kwaliteitswet aan instellingen. Op grond van de kwaliteitswet is de instelling verplicht verantwoorde zorg te leveren. Onder verantwoorde zorg wordt

verstaan: 'Zorg van een goed niveau, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt'.

In het licht van deze twee wetten hebben de instellingen al enkele jaren beleid ontwikkeld met betrekking tot het uitvoeren van voorbehouden en risicovolle handelingen thuis.

Voorbehouden, risicovol en overig

In de wet BIG wordt een onderscheid gemaakt in voorbehouden handelingen, risicovolle handelingen en overige handelingen.

Voorbehouden handelingen

In de wet BIG is een aantal handelingen genoemd die voorbehouden zijn aan daartoe opgeleide deskundigen. Het zijn handelingen die onaanvaardbare risico's met zich meebrengen voor de gezondheid van de cliënt als zij door ondeskundigen worden uitgevoerd.

De wet BIG noemt in totaal 13 categorieën voorbehouden handelingen.

Enkele beroepsgroepen hebben ten aanzien van de voorbehouden handelingen een functionele bevoegdheid of zijn zelfstandig uitvoeringsbevoegd. Deze beroepsgroepen zijn qua opleiding voldoende toegerust om de handelingen zelfstandig uit te voeren.

Voor de volgende voorbehouden handelingen heeft de verpleegkundige een functionele bevoegdheid (verzorgenden hebben geen functionele zelfstandigheid toegewezen gekregen):

katheterisatie van de blaas;

inbrengen van een maagsonde of infuus;

subcutane, intramusculaire en intraveneuze injecties;

venapuncties;

hielprik bij pasgeborenen.

De functionele bevoegdheid betekent dat de verpleegkundige, mits bekwaam, de handeling in opdracht van een arts (of een andere zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar) zelfstandig en zonder tussenkomst van de arts kan uitvoeren.

Risicovolle handelingen

Een risicovolle handeling is een handeling die onaanvaardbare risico's met zich meebrengt voor de gezondheid van de cliënt als zij door ondeskundigen wordt uitgevoerd maar die niet

aangemerkt wordt als voorbehouden handeling in het kader van de wet BIG. De Raad BIG heeft geadviseerd om voor risicovolle handelingen eenzelfde zorgvuldigheid te betrachten dan voor voorbehouden handelingen. Dus ook hiervoor geldt dat de handeling in opdracht van een arts uitgevoerd wordt.

Overige handelingen

Tenslotte zijn er handelingen die niet onder de definities van voorbehouden en risicovolle handelingen vallen, maar die wel om een deskundige uitvoering vragen. Deze worden wel de

(4)

© Vilans 16-09-2012 Richtlijninformatie Wet BIG: 2 (van 5) overige handelingen genoemd. Voorbeelden hiervan zijn het verzorgen van een Centraal veneuze katheter en medicatie toedienen met behulp van een vernevelaar.

Titelbescherming

Met de invoering van de wet BIG maakte het stelsel van 'beroepsbescherming' plaats voor het stelsel van 'titelbescherming'. Dit betekent dat het dragen van bepaalde titels is voorbehouden aan beroepsbeoefenaren die een aangewezen opleiding volgden en geregistreerd staan.

Hiermee garandeert de overheid dat beroepsbeoefenaren ter zake kundig zijn.

Verpleegkundigen zijn in de wet BIG opgenomen onder de titelbescherming en moeten geregistreerd staan in het BIG-register (artikel 3).

Voor Verzorgende(n) Individuele Gezondheidszorg (VIG) is een 'lichtere' variant op de wettelijke titelbescherming van toepassing, namelijk de opleidingstitel-bescherming. Iemand mag alleen na afronding van een geregelde of aangewezen opleiding de daarbij behorende titel dragen (artikel 34).

Bevoegd, deskundig en bekwaam

Verpleegkundigen en ziekenverzorgenden (VIG) zijn bevoegd voorbehouden handelingen uit te voeren als deze:

in opdracht van een zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar (de arts) worden uitgevoerd;

en:

behoren tot het deskundigheidsterrein van de verpleegkundige of de ziekenverzorgende (VIG).

Om een handeling uit te voeren moet de hulpverlener (verpleegkundige, (zieken)verzorgende) bekwaam zijn.

Er wordt een onderscheid gemaakt in deskundigheid en bekwaamheid.

Deskundigheid is verbonden met opleiding en leidt tot veronderstelde of te verwachten bekwaamheid.

Codering van de handelingen

Ten behoeve van het vaststellen van de deskundigheid worden handelingen als volgt ingedeeld:

Code 1:

Handelingen die in principe tijdens de basisopleiding worden aangeleerd. Deze handelingen kunnen ook na indiensttreding, door een (wijk)verpleegkundige geïnstrueerd worden.

Code 2:

Handelingen waarvoor na de basisopleiding een na- of bijscholing nodig is.

Code 3:

Handelingen waarvoor specifieke scholing nodig is.

Bekwaamheid is onder meer: inzicht hebben in de effecten van de handeling, het weten hoe te handelen als er iets mis gaat en het bezitten van praktische vaardigheden tot het verrichten van de handeling. Volgens de wet BIG ligt de primaire verantwoordelijkheid voor het 'zich bekwaam achten' bij de individuele beroepsbeoefenaar. Bekwaamheid wordt niet alleen bepaald door het gevolgd hebben van een opleiding, maar hangt ook af van individuele omstandigheden en van de aard van de zorgsituatie. Zo kan bij- en nascholing en een jarenlange ervaring eveneens tot bekwaamheid leiden.

Tenslotte moet de hulpverlener (verpleegkundige of (zieken)verzorgende) de handeling uitvoeren overeenkomstig de eventuele aanwijzingen van de opdrachtgever.

Onbekwaam is onbevoegd.

(5)

© Vilans 16-09-2012 Richtlijninformatie

Wet BIG: 3 (van 5)

Tuchtrecht en tuchtnormen

Iedereen die recht heeft de titel verpleegkundige te voeren is gebonden aan het tuchtrecht. Het primaire doel van het tuchtrecht is het handhaven of verbeteren van de kwaliteit van zorg en niet zozeer bestraffing van een individu of genoegdoening verschaffen aan een klager.

De tuchtrechtspraak wordt in de wet BIG geregeld. Er zijn twee tuchtnormen gesteld waaraan de beroepsbeoefenaren voor wie het tuchtrecht geldt, onderworpen zijn. De tuchtnormen zijn:

Het door handelen of nalaten tekort schieten in zorgvuldigheid ten opzichte van de cliënt of diens naaste betrekkingen, zoals:

– handelen of nalaten in strijd met de uit de beroepsethiek van het betreffende beroep voortvloeiende gedragsnormen (beroepscode); denk hierbij aan het schenden van het beroepsgeheim;

– het kennelijk buiten de grenzen van het eigen deskundigheidsgebied treden;

– het binnen het deskundigheidsgebied overschrijden van grenzen van eigen kunnen en kennen: dat wil zeggen het overschrijden van de grenzen van de persoonlijke

bekwaamheid.

Enig ander handelen of nalaten in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Voorbeelden hiervan zijn:

– het als verpleegkundige in het openbaar doen van uitlatingen, die ten onrechte een bepaalde vorm van gezondheidszorg in een kwaad daglicht stellen en die bij het publiek ten onrechte onrust zaaien;

– het tekortschieten in zorg ten aanzien van personen die bloed of weefsel voor transplantatie afstaan.

Richtlijn, protocol, geprotocolleerde werkinstructies (definities)

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen richtlijnen, protocollen en geprotocolleerde werkinstructies.

Een richtlijn is een document dat tot doel heeft de besluitvorming van verpleegkundigen of verzorgenden te ondersteunen en aan te geven wat het beste gedaan kan worden gedurende een bepaald zorgproces bij een omschreven groep cliënten1.

Een protocol is een document dat tot doel heeft de verpleegkundige en verzorgenden te ondersteunen bij het uitvoeren van zorginhoudelijke handelingen2.

Een geprotocolleerde werkinstructie is een specifiek deel van een protocol voor de uitvoering van voorbehouden, risicovolle en overige handelingen.

Een geprotocolleerde werkinstructie is een samenhangend geheel van expliciet geformuleerde (meest geëigende) opeenvolgende stappen voor de uitvoering van een bepaalde handeling op medisch-technisch of verpleegtechnisch terrein3.

Protocollen en geprotocolleerde werkinstructies hebben tot doel:

een bijdrage te leveren aan eenduidige uitvoering van handelingen;

afspraken over de werkwijze met betrekking tot een handeling te vereenvoudigen;

scholing en instructie van medewerkers schriftelijk te ondersteunen;

instructie van cliënt, patiënt, bewoner te ondersteunen.

Geprotocolleerde werkinstructies worden ontwikkeld voor handelingen die niet vanzelfsprekend op de juiste wijze worden uitgevoerd en waar vaste afspraken over gemaakt moeten worden.

Geprotocolleerde werkinstructies en bekwaamheid

Een geprotocolleerde werkinstructie is een stapsgewijze beschrijving van de handeling en biedt tevens informatie over de context waarbinnen de handeling wordt uitgevoerd en de gevolgen die de handeling of onjuiste uitvoering van de handeling voor de cliënt kan hebben.

1 Definiëring richtlijn door het Kwaliteitsplatform van de AVVV.

2 Definiëring protocol door het Kwaliteitsplatform van de AVVV.

3 Defintie uit: STOOM. Naar een kwaliteitsbeleid voor de wijkverpleegkundige beroepsuitoefening. Bunnik. 1998.

(6)

© Vilans 16-09-2012 Richtlijninformatie Wet BIG: 4 (van 5) Een bekwame beroepsbeoefenaar kent niet alleen de stappen die gevolgd dienen te worden maar ook de context waarbinnen een handeling wordt uitgevoerd en de gevolgen die de

handeling heeft/kan hebben. Bovendien weet een bekwame beroepsbeoefenaar hoe gehandeld dient te worden bij complicaties.

De bekwame individuele beroepsbeoefenaar is er verantwoordelijk voor om na te gaan of een geprotocolleerde werkinstructie in een bepaalde situatie kan worden toegepast of dat de zorgsituatie aanleiding is om gemotiveerd van de vaste afspraken af te wijken. Wanneer bij de uitvoering van de handeling wordt afgeweken van de geprotocolleerde werkinstructie dient de motivatie hiervoor schriftelijk te worden vastgelegd in het dossier van de cliënt.

Instellingsbeleid

Binnen instellingen moet de wet- en regelgeving vertaald worden naar de praktijk van alledag.

Dit betekent dat op instellingsniveau de randvoorwaarden voor het zorgvuldig uitvoeren van voorbehouden en risicovolle handelingen gecreëerd moeten worden en dat afspraken gemaakt moeten worden met onder andere ziekenhuizen, huisartsen en apothekers.

Beleidsafspraken worden gemaakt over:

welke (categorieën) beroepsbeoefenaren welke handelingen mogen uitvoeren;

het gebruiken en ontwikkelen van geprotocolleerde werkinstructies;

de wijze waarop een opdracht kan worden aangenomen en eventueel kan worden doorgegeven;

de bekwaamheid van de medewerkers.

Raamovereenkomst met huisartsen

Voor de uitvoering van handelingen thuis is met de huisartsen een raam-overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst is een lijst met de handelingen opgenomen en worden geprotocolleerde werkinstructies vastgesteld, zodat huisarts en thuiszorg van elkaar weten welke handelingen kunnen worden uitgevoerd en op welke wijze dat dient te geschieden.

In de raamoverkomst is ook vastgelegd op welke wijze de huisarts (opdrachtgever) de thuiszorg schriftelijk kan verzoeken een voorbehouden of risicovolle handeling uit te voeren. Voor het schriftelijk verzoek zijn formulieren ontwikkeld die door de arts volledig ingevuld dienen te worden (zie Opdracht tot Voorbehouden of Risicovolle handeling).

De (specialistisch) verpleegkundige of (wijk)ziekenverzorgende (opdrachtnemer) is er zelf verantwoordelijk voor om te beoordelen of hij/zij bekwaam is op het moment dat het verzoek tot uitvoering van een voorbehouden handeling komt. Wanneer de (specialistisch) verpleegkundige of (wijk)ziekenverzorgende zich door bijvoorbeeld onvoldoende ervaring onbekwaam acht dient ze dit aan de manager/leidinggevende voor te leggen.

De (specialistisch) verpleegkundige of (wijk)ziekenverzorgende is er ook verantwoordelijk voor om samen met de (huis)arts te beoordelen of de geprotocolleerde werkinstructie kan worden gebruikt of dat de zorgsituatie aanleiding is om gemotiveerd van de geprotocolleerde

werkinstructie af te wijken. De wijze waarop de handeling in die situatie dient te worden uitgevoerd en de motivatie om van de geprotocolleerde werkinstructie af te wijken worden vastgelegd in het dossier van de patiënt.

Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling

Een Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handelingen waarmee een arts (huisarts of specialist) een (specialistisch) verpleegkundige of (wijk)ziekenverzorgende schriftelijk kan verzoeken een handeling te verrichten dient de volgende aspecten te bevatten:

naam van de (huis)arts/specialist;

naam, adres en geboortedatum van de cliënt/bewoner;

naam van de (be)handeling en/of naam van de geprotocolleerde werkinstructie(s);

indicatie of aanleiding voor de (be)handeling;

frequentie van de handeling of tijdstippen waarop handeling uitgevoerd dient te worden;

geldigheidsduur van de opdracht/uitvoeringsverzoek;

wanneer nodig:

– naam van toe te dienen medicament of vloeistof;

(7)

© Vilans 16-09-2012 Richtlijninformatie

Wet BIG: 5 (van 5) – exacte dosering per keer;

mogelijke complicatie of bijwerkingen die kunnen optreden tijdens of na de (be)handeling en de te nemen maatregelen;

specifieke aanwijzingen.

De Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handelingen wordt ondertekend door de (huis)arts/specialist en degene die de opdracht accepteert.

Voor zover het redelijkerwijs noodzakelijk is geeft de arts aanwijzingen omtrent het verrichten van de handeling. En verder houdt de arts, voor zover het redelijkerwijs noodzakelijk is, toezicht op de handeling en is de mogelijkheid van tussenkomst verzekerd.

Geraadpleegde literatuur

Dammer Y. De student en voorbehouden handelingen. De wet BIG. Elsevier de Tijdstroom, Maarssen, 1998.

Sindram IPC. BIG inzichtelijk. Verpleegkundigen en ziekenverzorgenden onder de wet BIG.

Utrecht. Nieuwe Unie '91. 1997

STOOM, KITTZ, VVVM, AVVV, LCVV. Naar een kwaliteitsbeleid voor de wijkverpleegkundige beroepsuitoefening. Bunnik.1998.

Schouten L, Staal N. Bevoegdheid onder voorbehoud. Onderzoeksverslag van een landelijke inventarisatie naar het bestaan van regelingen inzake het in opdracht verrichten van

voorbehouden handelingen door verpleegkundig beroepsbeoefenaren in de thuiszorg.

Utrecht/Maastricht, 1996.

Ministerie VWS. De Wet-BIG, onder voorbehoud. Rijswijk, 1996.

Ministerie van OCW en ministerie van VWS. Gekwalificeerd voor de Toekomst –

kwalificatiestructuur en eindtermen voor verpleging en verzorging, eindrapport Commissie Kwalificatiestructuur. Zoetermeer/Rijswijk, juni 1996.

Landelijk Transferpunt Thuiszorgtechnologie. Handboek Thuiszorgtechnologie. Medisch technische handelingen in de thuisverpleging. Bunnik, 1996.

LHV, LVT, WZF. Handleiding voorbehouden handelingen. Bunnik, 1997.

KITTZ. Notitie Protocollering Team ThuiszorgTechnologie. Groningen, 1996.

Ministerie VWS. Registratie Nieuws. Rijswijk, 1996.

Stap voor stap naar BIG. Nursing. Recht en Ethiek. januari 1997.

Raad BIG. Stappenplan voorbehouden handelingen. Hageman bv. Zoetermeer, 1996.

Stappenplan Voorbehouden handelingen. TVZ. nr.1 / 2, 1997.

Van samenhangend naar samenwerkend – beleidsplan opleiding NU’91. Utrecht, 1997.

Raad BIG. Voorbehouden handelingen, advies van de raad BIG. Zoetermeer, 1995.

NU’91/KNMG. Voorbehouden handelingen in de praktijk – richtlijnen voor samenwerking tussen artsen, verpleegkundigen en ziekenverzorgenden. Utrecht, 1997.

(8)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Inleiding wet BIG en Kwaliteitswet Zorginstellingen: 1 (van 1)

Wet BIG en Kwaliteitswet Zorginstellingen

De komst van de wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (wet BIG) in 1993 heeft voor de verpleging een aantal belangrijke veranderingen met zich mee gebracht. De wettelijke omschrijving van het deskundigheidsterrein, de bevoegdheidsregeling inzake de voorbehouden handelingen, de invoering van het tuchtrecht en de regeling van de

opleidingseisen bij algemene maatregel van bestuur zijn structurele veranderingen voor de positie van de verpleegkundige en de ziekenverzorgende.

De wet BIG en de Kwaliteitswet Zorginstellingen vullen elkaar aan. De wet BIG stelt kwaliteitseisen aan individuen, de kwaliteitswet aan instellingen.

Kwaliteitswet zorginstellingen

De Kwaliteitswet biedt een kader, waarbinnen zorginstellingen zelf verantwoordelijk zijn voor de wijze waarop zij hun kwaliteitsbeleid vormgeven.

De vier eisen die de Kwaliteitswet stelt aan de zorgaanbieders hebben betrekking op:

verantwoorde zorg:

Onder verantwoorde zorg wordt verstaan: 'Zorg van een goed niveau, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt'.

de organisatie van de zorgverlening (o.a zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel);

kwaliteitssystemen;

jaarverslag.

Op grond van de kwaliteitswet is de instelling verplicht verantwoorde zorg te leveren. Dit betekent dat de zorginstelling, naast de zorg voor zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende personeel en materieel, dient te zorgen voor een goede verantwoordelijkheidstoedeling.

Op deze onderdelen sluit de Wet BIG direct aan op de vereisten uit de kwaliteitswet.

Wet BIG

De Wet BIG beoogt:

de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en

de cliënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren.

Een onderdeel van de Wet BIG is de regeling voor de voorbehouden handelingen. In het kader van een verantwoorde zorgverlening is deze regeling echter ook voor andere risicovolle handelingen bepalend. In de wet BIG zijn 14 voorbehouden handelingen opgenomen.

In de wet zijn de beroepsbeoefenaren aangewezen die bevoegd zijn de voorbehouden

handelingen zelfstandig te indiceren en te verrichten (de arts en voor bepaalde handelingen de verloskundige, de tandarts, de verpleegkundig specialist).

Met inachtneming van bepaalde voorwaarden mag een zelfstandig bevoegde aan een andere beroepsbeoefenaar (bijvoorbeeld verpleegkundige, verzorgende) opdracht geven een

voorbehouden handeling te verrichten.

(9)

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Wet BIG 9

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie

WGBO: 1 (van 1)

Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

De WGBO is bedoeld om de rechtspositie van cliënten te versterken. In deze wet zijn een aantal belangrijke patiënten-/cliëntenrechten geregeld, zoals:

Recht op informatie.

De hulpverlener licht de cliënt op duidelijke wijze, zo nodig schriftelijk, in over het doel van onderzoek en behandeling en de te verwachten gevolgen voor de gezondheid. De

hulpverlener mag alleen informatie achterhouden (tijdelijk), als het verstrekken daarvan ernstig nadeel voor de gezondheid oplevert.

Recht op privacy bij gebruik van persoonlijke gegevens voor onderzoeksdoeleinden.

Recht op inzage in de dossiers, tenzij dit de persoonlijke levenssfeer van een derde zou schaden.

Recht op geheimhouding door de hulpverlener; voor het verstrekken van gegevens aan anderen dient de hulpverlener altijd toestemming te vragen.

De cliënt moet toestemming geven voor verrichtingen tijdens de behandeling. Behandeling zonder toestemming kan alleen in noodsituaties of wanneer de cliënt wilsonbekwaam is verklaard. Dan kan een wettelijk vertegenwoordiger toestemming geven.

Hoewel de WGBO vooral de relatie patiënt-arts en cliënt-instelling regelt, is de wet ook van belang voor overige beroepsbeoefenaren. De regels van de WGBO gelden namelijk ook voor werkers in de gezondheidszorg, die zogenaamde “aanpalende” handelingen verrichten.

Verpleging en verzorging dus.

Informed consent

Via de WGBO wordt een behandelingsovereenkomst, een contractuele relatie, afgesloten tussen de hulpverlener en de cliënt. Volgens de wet moet de cliënt toestemming geven voor onderzoek en/of behandeling. Dit kan alleen als hij (eventueel schriftelijk) geïnformeerd is over hetgeen hij redelijkerwijs zou moeten weten over aard en doel van het onderzoek/de

behandeling en de te verwachten gevolgen en risico’s, dit heet informed consent. Dit geldt natuurlijk niet in noodsituaties waar snel ingrijpen noodzakelijk is.

Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector

Vanuit de WGBO heeft de cliënt het recht achteraf te klagen over de behandeling, de zorgverlening.

Dit is nader geregeld in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector.

Professionele standaard

In de WGBO wordt de term “professionele standaard” gehanteerd als een belangrijke norm waaraan een goed hulpverlener moet beantwoorden.

Professionele standaarden zijn van belang zodat professionals kunnen legitimeren waarom ze handelen zoals ze handelen.

(10)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Voorbehouden, risicovol en overig: 1 (van 5)

Voorbehouden, risicovol en overig

Er wordt een onderscheid gemaakt in voorbehouden handelingen, risicovolle handelingen en overige handelingen.

Voorbehouden handelingen

In de wet BIG is een aantal handelingen genoemd die voorbehouden zijn aan daartoe opgeleide deskundigen. Het zijn handelingen die onaanvaardbare risico's met zich meebrengen voor de gezondheid van de cliënt als zij door ondeskundigen worden uitgevoerd.

De wet BIG noemt in art 36 in totaal 14 categorieën voorbehouden handelingen (zie tekst, verderop, van artikel 36 en toelichting Raad BIG). Enkele beroepsgroepen hebben ten aanzien van de voorbehouden handelingen een functionele bevoegdheid of zijn zelfstandig

uitvoeringsbevoegd.

Per handeling wordt bepaald welke beroepsbeoefenaar zelfstandig bevoegd is tot het verrichten van de handeling.

Zelfstandig bevoegden

Zelfstandig bevoegden zijn beroepsbeoefenaren die op eigen gezag voorbehouden

handelingen mogen verrichten. De zelfstandig bevoegde stelt de indicatie en beslist of hij de handeling zelf uitvoert of opdraagt aan een andere beroepsbeoefenaar.

De arts is zelfstandig bevoegd ten aanzien van de voorbehouden handelingen; voor een deel van de handelingen hebben de tandarts, de verloskundige en de verpleegkundig specialist een zelfstandige bevoegdheid.

Functionele bevoegdheid

Aan bepaalde beroepsgroepen kan bij algemeen maatregel van bestuur (AMBV) voor specifieke voorbehouden handelingen een zogenaamde functionele bevoegdheid worden toegekend. Dit betekent dat de voorwaarde van toezicht en tussenkomst door de arts vervalt.

Functionele bevoegdheid voor verpleegkundigen

Voor de volgende voorbehouden handelingen heeft de verpleegkundige een functionele bevoegdheid (verzorgenden hebben geen functionele bevoegdheid toegewezen gekregen):

katheterisatie van de blaas;

inbrengen van een maagsonde of infuus;

subcutane, intramusculaire en intraveneuze injecties;

venapuncties;

hielprik bij pasgeborenen.

De functionele bevoegdheid betekent dat de verpleegkundige, mits bekwaam, de handeling in opdracht van een arts (of een andere zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar) zelfstandig en zonder toezicht en tussenkomst van de arts kan uitvoeren.

Risicovolle handelingen

Een risicovolle handeling is een handeling die onaanvaardbare risico's met zich meebrengt voor de gezondheid van de cliënt als zij door ondeskundigen wordt uitgevoerd maar die niet

aangemerkt wordt als voorbehouden handeling in het kader van de wet BIG.

(11)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie

Voorbehouden, risicovol en overig: 2 (van 5) Voorbeeld 1:

Het toedienen van zuurstof is geen voorbehouden handeling. Het bepalen van de nodige dosering is echter een handeling die medische kennis vereist. De verpleegkundige is daartoe niet opgeleid. Aan het toedienen van een verkeerde dosering zuurstof en aan het nemen van beslissingen die op onvoldoende kennis gebaseerd zijn, zijn risico’s verbonden.

Voorbeeld 2:

Het toedienen van sondevoeding is geen voorbehouden handeling maar er zijn wel risico’s aan verbonden. Alvorens tot het toedienen van sondevoeding over te gaan dient de ligging van de sonde nauwkeurig gecontroleerd te worden; een handeling die een zelfde deskundigheid vraagt over de risico’s van een sonde als nodig bij het inbrengen van een sonde.

De Raad BIG heeft geadviseerd om voor risicovolle handelingen eenzelfde zorgvuldigheid te betrachten als voor voorbehouden handelingen. Dus ook hiervoor geldt dat de handeling in opdracht van een arts (of andere zelfstandig bevoegde) uitgevoerd wordt: (schriftelijke) Opdracht tot Voorbehouden of Risicovolle handeling.

Overige handelingen

Ten slotte zijn er handelingen die niet onder de definities van voorbehouden en risicovolle handelingen vallen, maar die wel om een deskundige eenduidige uitvoering vragen. Deze worden de overige handelingen genoemd. Voor deze handelingen is geen Opdracht van de arts nodig.

Tekst van artikel 36, met toelichting Raad BIG

1. Tot het verrichten van heelkundige handelingen1 – waaronder worden verstaan handelingen, liggende op het gebied van de geneeskunst, waarbij de samenhang der lichaamsweefsels wordt verstoord en deze zich niet direct herstelt – zijn bevoegd:

a. de artsen b. de tandartsen c. de verloskundigen

doch de onder b en c genoemde personen uitsluitend voor zover het betreft

handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid.

2. Tot het verrichten van verloskundige handelingen1 zijn bevoegd:

1 Voorbeelden heelkundige handelingen: grote en kleine chirurgie, het nemen van biopsieën en het verrichten van curettages. Onder heelkundige handelingen vallen niet ingrepen waarbij het weefsel zich direct na de ingreep weer herstelt, zoals acupunctuur. Het geldt ook niet voor handelingen waarbij weliswaar het lichaamsweefsel voor enige tijd wordt verstoord, maar die geen geneeskundig doel dienen (zoals bijvoorbeeld het prikken voor oorbellen, piercings of tatoeages).

Raad BIG (1996) geeft aan dat hier de volgende voorbehouden handelingen onder vallen:

- tampons verwijderen uit een van nature niet bestaande holte, - venasectie,

- verwijderen drains, - wondtoilet,

- verwijderen of verwisselen van een tracheacanuele, - episiotomie,

- verwijderen van subclavia katheter, - verwijderen van epiduraal katheter, - verwijderen van venasectie-katheter.

Volgens Raad BIG zijn de volgende handelingen geen voorbehouden handelingen:

verwijderen van hechtingen of agraves, verwijderen van perifeer infuus, wondverzorging, verwijderen van tampon uit bestaande holte.

(12)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Voorbehouden, risicovol en overig: 3 (van 5) a. de artsen

b. de verloskundigen, doch deze uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in c. de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III

bepaalde worden gerekend tot hun vakgebied 3. Tot het verrichten van endoscopieën2 zijn bevoegd:

a. de artsen

4. Tot het verrichten van katheterisaties3 zijn bevoegd:

a. de artsen

b. de verloskundigen, doch deze uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in c. de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III

bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid 5. Tot het geven van injecties4 zijn bevoegd:

a. de artsen b. de tandartsen c. de verloskundigen

1 Verloskundige handelingen: hieronder vallen alle handelingen op het gebied van de

verloskunde: van het onderzoeken van de aanstaande moeder tot en met het begeleiden van de bevalling en de verloskundige nazorg. Artsen zijn bevoegd en verloskundigen voor zover de handelingen vallen binnen hun deskundigheidsgebied.

2 Raad BIG (1996): bij endoscopieën gaat het om gevulde en ongevulde lichaamsholten. Het doel van de behandeling is het van binnen bekijken van lichaamsholten ten behoeve van onderzoek. Het gaat om onderzoek waarbij de samenhang van de weefsels niet verstoord wordt.

3 Raad BIG (1996): bij katheterisatie gaat het om gevulde en ongevulde lichaamsholten. Het doel van de handeling is het inbrengen of verwijderen van stoffen. Het gaat om handelingen waarbij de samenhang der weefsels niet verstoord hoeven te worden. Het gaat volgens de Raad BIG om de volgende handelingen:

- katheteriseren van de blaas,

- verwisselen van supra-pubische katheter,

- inbrengen van maagkatheter via mond-keelholte of via een maagfistel, - inbrengen van een katheter ten behoeve van intratracheaal uitzuigen, - inbrengen van een infuus,

- tracheaal extuberen van orale of nasale tube, - inbrengen van duodenaal katheter,

- toedienen van geneesmiddelen in opgeloste vorm via infuus/toedieningssysteem.

Volgens de Raad BIG zijn de volgende handelingen geen voorbehouden handelingen:

- blaasspoelen bij reeds ingebrachte katheter,

- toedienen van sondevoeding bij een reeds ingebrachte katheter, - uitzuigen van mond en keelholte.

4 Raad BIG (1996): bij injecties gaat het om een handeling waarbij met een holle naald wordt binnengedrongen in lichaamsweefsel, in een bloedvat of in een infuuslijn met het doel een geneesmiddel tot te dienen.

Door te stellen dat de naald onmiddellijk na toedienen van het geneesmiddel weer wordt teruggetrokken, behoort het geven van een infuus niet tot het injecteren maar tot het katheteriseren. Om die reden rekent de Raad ook het toedienen van geneesmiddelen in opgeloste vorm via een infuus of toedieningssysteem (pomp, zakje, infuus) tot de categorie katheterisatie. In tegenstelling tot injecteren is bij deze vorm van toediening van

geneesmiddelen sprake van min of meer continue toediening.

Het betreffen de volgende handelingen:

- subcutane injecties, - intramusculaire injecties, - intraveneuze injecties, - intracardiale injecties,

- het toedienen van lokale anesthetica per injectie.

(13)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie

Voorbehouden, risicovol en overig: 4 (van 5) Doch de onder b en c genoemde personen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid.

6. Tot het verrichten van puncties1 zijn bevoegd:

a. de artsen

b. de verloskundigen, doch deze uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in c. de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III

bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid 7. Tot het brengen onder narcose zijn bevoegd:

a. de artsen

b. de tandartsen, doch deze uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de c. aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III

bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid

8. Tot het verrichten van handelingen, op het gebied van de individuele gezondheidszorg, met gebruikmaking van radioactieve stoffen of toestellen die ioniserende stralen uitzenden, zijn bevoegd:

a. de artsen b. de tandartsen

Doch uitsluitend voor zover zij voldoen aan de krachtens de Kernenergiewet (Stb 1963,82) ter zake van het gebruiken van zodanige stoffen en toestellen gestelde eisen, alsmede voor zover het betreft tandartsen, uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid.

9. Tot het verrichten van electieve caridoversie zijn bevoegd:

a. de artsen

10. Tot het toepassen van defibrillatie zijn bevoegd:

a. de artsen

11. Tot het toepassen van electroconvulsieve therapie zijn bevoegd:

a. de artsen

12. Tot steenvergruizen voor geneeskundige doeleinden zijn bevoegd:

a. de artsen

13. Tot het verrichten van handelingen ten aanzien van menselijke geslachtscellen en embryo’s, gericht op het anders dan op natuurlijke wijze tot stand brengen van een zwangerschap, zijn bevoegd:

a. de artsen

14. Tot het voorschrijven van UR-geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder s van de geneesmiddelenwet zijn bevoegd:

a. de artsen b. de tandartsen

c. de verloskundigen, doch dezen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid

1 Bij puncties gaat het om het aanprikken van een orgaan of onderdeel van een orgaan met behulp van een naald, met het doel daar vocht of weefsel uit te halen. De Raad BIG (1996) gaf daarbij aan dat hieronder vallen:

- venapunctie, - arteriepunctie, - sternumpunctie - hielprik bij neonaten.

En dat hier niet onder gerekend moet worden: vingerprik ter bepaling van bloedglucose.

(14)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Voorbehouden, risicovol en overig: 5 (van 5) d. verpleegkundigen1, die behoren tot een ter bevordering van een goede uitoefening van

de individuele gezondheidszorg bij ministeriële regeling aan te wijzen categorie, doch dezen uitsluitend:

i. voor zover een onder a, b of c bedoelde beroepsbeoefenaar de diagnose heeft gesteld;

ii. voor zover medische protocollen of standaarden ter zake van het voorschrijven van UR-geneesmiddelen worden gevolgd;

iii. binnen de bij de regeling te stellen beperking ten aanzien van de reikwijdte van de in de aanhef bepaalde bevoegdheid.

15. De personen, die genoemd in het eerste tot en met dertiende lid, zijn tot het verrichten van de desbetreffende handelingen uitsluitend bevoegd voor zover zij redelijkerwijs mogen aannemen dat zij beschikken over de bekwaamheid die vereist is voor het behoorlijk verrichten van die handelingen. De personen, genoemd in het eerste tot en met het dertiende lid, die niet voldoen aan het bepaalde in de eerste volzin, worden voor de toepassing van de artikelen 35, eerste lid, onder a, 38 en 39 aangemerkt als personen die hun bevoegdheid ontlenen aan het in dit artikel bepaalde.

Bron

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Onder Voorbehoud. Informatie over de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen in de Wet BIG. Rijswijk, september 1996.

Raad BIG. Stappenplan voorbehouden handelingen. December 1996.

Die de AC. Wet BIG, tekst en toelichting editie 2005-2006. SDU Uitgevers BV 2005.

Die de AC, Hoorenman EM, Veen van EB. Recht in de verpleegkundige praktijk. Elsevier gezondheidszorg, Maarssen 2000.

Leenen HJJ. Gezondheidszorg en recht Deel II. Bohn Stafleu Van Loghum. 2002.

1 Het ontwerp van de ministeriële regeling, bedoeld in het veertiende lid, onder d, treedt niet eerder in werking dan vier weken nadat het ontwerp is overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal.

(15)

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Wet BIG 15

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie

Wie mogen voorbehouden handelingen verrichten: 1 (van 2)

Wie mogen voorbehouden handelingen verrichten

De Wet BIG bevat een bevoegdheidsregeling voor voorbehouden handelingen die geldt voor iedereen die beroepsmatig zorg verleent.

Kenmerkend voor voorbehouden handelingen is, dat als zij ondeskundig worden uitgevoerd, een aanmerkelijk risico voor de cliënt kunnen opleveren.

Alleen artsen, specialisten, tandartsen, verloskundigen en op deelgebieden verpleegkundig specialisten mogen zelfstandig voorbehouden handelingen verrichten. Zij mogen ook de indicatie voor de voorbehouden handelingen stellen. Zij hebben een zelfstandige bevoegdheid.

Uitgangspunt is dat deze beroepsbeoefenaren beschikken over de bekwaamheid die redelijkerwijs vereist is voor het behoorlijk verrichten van de voorbehouden handeling.

Andere beroepsbeoefenaren mogen ook een dergelijke handeling verrichten, maar alleen in opdracht van de zelfstandig bevoegde (arts, tandarts en op deelgebieden verpleegkundig specialist of verloskundige). De indicatiestelling blijft voorbehouden aan de zelfstandig

bevoegde. Tevens moet de opdrachtgever zorgen voor aanwijzingen en toezicht, voor zover dit redelijkerwijs nodig is.

Degene die in opdracht een voorbehouden behandeling verricht moet redelijkerwijs bekwaam zijn om de handeling uit te voeren.

Van medewerkers die een relevante opleiding in de zorg met goed gevolg hebben afgerond, wordt er redelijkerwijs vanuit gegaan dat ze aan de eis van de bekwaamheid voldoen. Dat neemt niet weg dat de medewerker hierop altijd individueel kan worden aangesproken.

Wie bepaalt wat redelijkerwijs is

Het staat beroepsgroepen en instellingen vrij om in verschillende situaties te bepalen wat

‘redelijkerwijs’ is. De Inspectie voor de Gezondheidszorg ziet toe op de juiste interpretatie.

Functionele bevoegdheid

Enkele groepen beroepsbeoefenaren, zoals verpleegkundigen, hebben een functionele bevoegdheid (artikel 39 van de Wet BIG). Op grond van opleiding en specifieke deskundigheid kunnen zij sommige voorbehouden handelingen uitvoeren zonder toezicht en tussenkomst van arts, tandarts of verloskundige.

Bijvoorbeeld een venapunctie uitvoeren of het inbrengen van een maagsonde.

Wel moet de zelfstandig bevoegde (bijvoorbeeld arts of verpleegkundig specialist) de opdracht hiertoe geven.

(NB 3 IG heeft geen functionele bevoegdheid. Voor 3 IG betekent dit dat tussenkomst en toezicht met betrekking tot Voorbehouden en Risicovolle handelingen wel gegarandeerd moet zijn)

Risicovolle handelingen

Voor risicovolle handelingen gelden andere voorschriften. Risicovolle handelingen zijn

handelingen die een risico voor cliënten hebben, maar niet zijn aangemerkt als voorbehouden handeling. Voorbeelden zijn wonddrain verwijderen of vloeistoffen toedienen via centraal infuus.

Ook het toepassen van vrijheid beperkende maatregelen valt hieronder.

Voor de uitoefening van risicovolle handelingen gelden veldnormen, opgesteld door het veld zelf. Bovendien moet voldaan worden aan de eisen van verantwoorde zorg, of de protocollen van de betreffende zorginstellingen.

(16)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Wie mogen voorbehouden handelingen verrichten: 2 (van 2)

Wie is verantwoordelijk

De Raden van Bestuur van zorginstellingen zijn verantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid in de eigen zorginstelling. Daaronder valt ook het beleid voor de uitoefening van Voorbehouden, risicovolle en andere (verpleeg-)technische handelingen.

Toezicht

De Inspectie voor de Gezondheidszorg ziet toe op de toepassing van de normen, vereisten en/of protocollen en kan ingrijpen indien een instelling in gebreke blijft. Ook het opleidingsbeleid en de inzet van kandidaten in opleiding maken onderdeel uit van het kwaliteitsbeleid en worden getoetst door de Inspectie. Indien noodzakelijk worden passende maatregelen getroffen.

Studenten, stagiaires of leerlingen

In het algemeen kan worden gesteld dat het niet acceptabel is dat handelingen worden verricht waarvoor studenten (stagiaires of leerlingen) niet of niet adequaat zijn opgeleid. De kandidaten in opleiding zullen goed begeleid moeten worden. Daarbij is het wel zo dat passend bij de fase van de opleiding en de competenties van studenten het mogelijk moet zijn dat studenten op een gegeven moment specifieke handelingen verrichten en verantwoordelijkheden hebben.

Bron

Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Brief Voorbehouden Handelingen van 2 mei 2011.

(17)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie

Titelbescherming: 1 (van 1)

Titelbescherming

Met de invoering van de wet BIG maakte het stelsel van 'beroepsbescherming' plaats voor het stelsel van 'titelbescherming'.

Dit betekent dat het dragen van bepaalde titels is voorbehouden aan beroepsbeoefenaren die een aangewezen/initiële opleiding volgden en geregistreerd staan. Hiermee garandeert de overheid dat beroepsbeoefenaren ter zake kundig zijn.

Verpleegkundigen zijn in de wet BIG opgenomen onder de titelbescherming en moeten geregistreerd staan in het BIG-register (artikel 3).

Voor Verzorgende(n) Individuele Gezondheidszorg (VIG) is een 'lichtere' variant op de wettelijke titelbescherming van toepassing, namelijk de opleidingstitel-bescherming. Iemand mag alleen na afronding van een geregelde of aangewezen opleiding de daarbij behorende titel dragen (artikel 34).

(18)

© Vilans 26-02-2015 Richtlijninformatie verpleegkundig specialist: 1 (van 2)

Verpleegkundig specialist en physician assistent

Per 1 januari 2012 hebben verpleegkundig specialisten en physician assistants voor vijf jaar de bevoegdheid om zelfstandig bepaalde voorbehouden handelingen te indiceren en te verrichten.

Er zijn vijf specialismen erkend:

verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen,

verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen,

verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen,

verpleegkundig specialist intensieve zorg bij somatische aandoeningen,

verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg.

Vanuit het perspectief van de cliënt worden care en cure geïntegreerd aangeboden ter bevordering van de continuïteit en kwaliteit van zowel complexe verpleegkundige zorg en geprotocolleerde medische zorg. Afhankelijk van het specialismen zijn Verpleegkundig specialisten bevoegd om zelfstandig voorbehouden handelingen te indiceren en te verrichten.

Bijvoorbeeld:

de verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen is bevoegd tot:

het verrichten van heelkundige handelingen

het verrichten van katheterisaties;

het geven van injecties;

het verrichten van puncties;

het verrichten van electieve cardioversie;

het toepassen van defibrillatie;

het verrichten van endoscopieën;

het voorschrijven van UR-geneesmiddelen.

de verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen is bevoegd tot:

het geven van injecties;

het voorschrijven van UR-geneesmiddelen.

de Physician Assistant is bevoegd tot:

het verrichten van heelkundige handelingen

het verrichten van katheterisaties;

het geven van injecties;

het verrichten van puncties;

het verrichten van electieve cardioversie;

het toepassen van defibrillatie;

het verrichten van endoscopieën;

het voorschrijven van UR-geneesmiddelen.

Delegeren van voorbehouden handelingen

De Wet bepaalt dat elke voorbehouden handeling waarvoor een Verpleegkundig Specialist of Physician Assistant zelfstandig bevoegd is in opdracht van een VS of PA door een derde verricht mag worden (delegeren).

Als handelingen gedelegeerd worden moet voldaan zijn aan de eisen die de Wet BIG daaraan stelt (artikel 38 van de Wet BIG).

Vereisten bij opdrachtgever (arts, Verpleegkundig Specialist en Physician Assistant)

de opdrachtgever geeft een opdracht om de voorbehouden handeling te verrichten;

hij toetst of de opdrachtnemer bekwaam is;

hij geeft indien redelijkerwijs nodig aanwijzingen;

(19)

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Wet BIG 19

© Vilans 26-02-2015 Richtlijninformatie

verpleegkundig specialist: 2 (van 2)

hij zorgt dat toezicht en de mogelijkheid tot tussenkomst verzekerd zijn.

Vereisten bij opdrachtnemer

de opdrachtnemer heeft een opdracht van een bevoegde gekregen;

hij acht zichzelf bekwaam;

hij volgt eventuele aanwijzingen op.

Hoe weet je of iemand Verpleegkundig specialist of Physician assistant is?

Verpleegkundig specialist

In het BIG register (www.bigregister.nl) of bij de Registratiecommissie Verpleegkundig Specialismen (RVS: www.verpleegkundigspecialismen.nl) staan de Verpleegkundig Specialisten geregistreerd. In deze registers is ook aangegeven voor welke specialismen iemand is ingeschreven.

Registratie is verplicht om zelfstandig Voorbehouden handelingen te mogen indiceren en te verrichten.

Physician assistant

Een Physician assistant kan een getuigschrift tonen waaruit blijkt dat hij of zij met goed gevolg de opleiding heeft afgerond. Om Voorbehouden handelingen te mogen indiceren en verrichten is het voor PA’s niet verplicht om in een register ingeschreven te staan. Er bestaat een

kwaliteitsregister van de NAPA, waarin ook het deelgebied van de geneeskunst waarbinnen de PA is opgeleid is aangegeven. Het register is openbaar toegankelijk maar kent geen wettelijke basis.

Handreiking Implementatie Taakherschikking

De nieuwe bevoegdheid maakt het herschikken van taken tussen artsen, verpleegkundig specialisten en physician assistants juridisch mogelijk.

In november 2012 is door VenVn, KMNG en NAPA, de Handreiking implementatie taakherschikking (externe link, download) uitgebracht.

Hierin is in 3 stappen het implementatietraject uitgewerkt om tot verantwoorde taakherschikking te komen:

nagaan om welke beroepsbeoefenaren het gaat;

bepalen welke bijdrage de VS of PA aan het zorgproces levert;

bepalen welke Voorbehouden handelingen zelfstandig geïndiceerd en verricht mogen worden.

Bron

KNMG, VenVN, NAPA. Handreiking implementatie taakherschikking. November 2012.

(20)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Bevoegd, deskundig en bekwaam: 1 (van 2)

Bevoegd, deskundig en bekwaam

Verpleegkundigen en verzorgenden (VIG) zijn bevoegd voorbehouden handelingen uit te voeren als deze:

in opdracht van een zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar (de arts, tandarts, verpleegkundig specialist, verloskundige) worden uitgevoerd;

en:

behoren tot het deskundigheidsterrein van de verpleegkundige of de verzorgende (VIG).

Om een handeling uit te voeren moet de hulpverlener (verpleegkundige, verzorgende) bekwaam zijn.

Er wordt een onderscheid gemaakt in deskundigheid en bekwaamheid.

NB Onbekwaam is onbevoegd.

Deskundigheid

is verbonden met opleiding en leidt tot veronderstelde of te verwachten bekwaamheid.

Bekwaamheid

is onder meer: inzicht hebben in de effecten van de handeling, het weten hoe te handelen als er iets mis gaat en het bezitten van praktische vaardigheden tot het verrichten van de handeling.

Bekwaamheid wordt niet alleen bepaald door het gevolgd hebben van een opleiding, maar hangt ook af van individuele omstandigheden en van de aard van de zorgsituatie. Zo kan bij- en nascholing en een jarenlange ervaring eveneens tot bekwaamheid leiden.

Bekwaamheid houdt in: het beschikken over kennis én vaardigheid:

kennis:

over de handeling, de technieken, het doel, de anatomie, de risico’s (contra-indicaties), gebruikte materialen, actuele richtlijnen, voor en nazorg en eventuele complicaties,

vaardigheid:

met betrekking tot de uitvoering van de handeling en bijkomende activiteiten (beslissen, interpreteren, communiceren enzovoort)

Bekwaamheid dient dus ruim geïnterpreteerd te worden, het is méér dan het technisch juist uitvoeren van de handeling.

Bekwaamheid is altijd individueel bepaald: Iedere beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk om zelf te bepalen of hij/zij beschikt over de vereiste bekwaamheid. Volgens de wet BIG ligt de primaire verantwoordelijkheid voor het 'zich bekwaam achten' bij de individuele

beroepsbeoefenaar.

De regeling om in opdracht voorbehouden en risicovolle handelingen te verrichten is niet gekoppeld aan beroepsgroepen of bepaalde opleidingen. De Wet BIG stelt namelijk geen eisen aan de wijze waarop de bekwaamheid is verworven, bijvoorbeeld door initieel onderwijs, bij- en nascholing of praktijkervaring.

Initieel onderwijs

Bij het initieel onderwijs is vastgelegd wat de opleidingseisen zijn en wat het

deskundigheidsgebied is van de betreffende beroepsgroep (voor verpleegkundigen is dit vastgelegd in de Wet BIG).

Tot het gebied van deskundigheid van de Verzorgende Individuele Gezondheidszorg1 wordt gerekend:

1 Uit Staatsblad 1999, 463.

(21)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie

Bevoegd, deskundig en bekwaam: 2 (van 2)

het verrichten van handelingen op het gebied van verzorging, verpleging, observatie en begeleiding in verzorgings- en niet complexe behandelings- en verpleegsituaties;

het ingevolge opdracht van een beroepsbeoefenaar op het gebied van de individuele gezondheidszorg verrichten van handelingen in aansluiting op diens diagnostische en therapeutische werkzaamheden.

Dit geeft voor de zorginstelling, de cliënt en de opdrachtgever duidelijkheid over welke deskundigheid van de betreffende beroepsgroep verwacht mag worden.

Een gevolgde opleiding geeft echter nooit een garantie voor iemands bekwaamheid, het is een indicatie dat die bekwaamheid verwacht mag worden.

Dit betekent dat de instelling als de beroepsbeoefenaar continu moeten nagaan of er nog sprake is van bekwaamheid ten aanzien van de opgedragen handelingen.

NB Onbekwaam is onbevoegd.

(22)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Codering van de handelingen: 1 (van 1)

Codering van de handelingen

Ten behoeve van het vaststellen van de deskundigheid worden handelingen als volgt ingedeeld:

Code 1:

Handelingen die in principe tijdens de basisopleiding worden aangeleerd. Deze handelingen kunnen ook na indiensttreding, door een (wijk)verpleegkundige geïnstrueerd worden.

Code 2:

Handelingen waarvoor na de basisopleiding een na- of bijscholing nodig is.

Code 3:

Handelingen waarvoor specifieke scholing nodig is.

(23)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie

Tuchtrecht en tuchtnormen: 1 (van 1)

Tuchtrecht en tuchtnormen

Iedereen die recht heeft de titel verpleegkundige te voeren is gebonden aan het tuchtrecht. Het primaire doel van het tuchtrecht is het handhaven of verbeteren van de kwaliteit van zorg en niet zozeer bestraffing van een individu of genoegdoening verschaffen aan een klager.

De tuchtrechtspraak wordt in de wet BIG geregeld. Er zijn twee tuchtnormen gesteld waaraan de beroepsbeoefenaren voor wie het tuchtrecht geldt, onderworpen zijn. De tuchtnormen zijn:

Het door handelen of nalaten tekort schieten in zorgvuldigheid ten opzichte van de cliënt of diens naaste betrekkingen, zoals:

– handelen of nalaten in strijd met de uit de beroepsethiek van het betreffende beroep voortvloeiende gedragsnormen (beroepscode); denk hierbij aan het schenden van het beroepsgeheim;

– het kennelijk buiten de grenzen van het eigen deskundigheidsgebied treden;

– het binnen het deskundigheidsgebied overschrijden van grenzen van eigen kunnen en kennen: dat wil zeggen het overschrijden van de grenzen van de persoonlijke

bekwaamheid.

Enig ander handelen of nalaten in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Voorbeelden hiervan zijn:

– het als verpleegkundige in het openbaar doen van uitlatingen, die ten onrechte een bepaalde vorm van gezondheidszorg in een kwaad daglicht stellen en die bij het publiek ten onrechte onrust zaaien;

– het tekortschieten in zorg ten aanzien van personen die bloed of weefsel voor transplantatie afstaan.

(24)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Richtlijn, protocol, geprotocolleerde werkinstructies (definities): 1 (van 1)

Richtlijn, protocol, geprotocolleerde werkinstructies (definities)

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen richtlijnen, protocollen en geprotocolleerde werkinstructies.

Een richtlijn is een document dat tot doel heeft de besluitvorming van verpleegkundigen of verzorgenden te ondersteunen en aan te geven wat het beste gedaan kan worden gedurende een bepaald zorgproces bij een omschreven groep cliënten1.

Een protocol is een document dat tot doel heeft de verpleegkundige en verzorgenden te ondersteunen bij het uitvoeren van zorginhoudelijke handelingen2.

Een geprotocolleerde werkinstructie is een specifiek deel van een protocol voor de uitvoering van voorbehouden, risicovolle en overige handelingen.

Een geprotocolleerde werkinstructie is een samenhangend geheel van expliciet geformuleerde (meest geëigende) opeenvolgende stappen voor de uitvoering van een bepaalde handeling op medisch-technisch of verpleegtechnisch terrein3.

Protocollen en geprotocolleerde werkinstructies hebben tot doel:

een bijdrage te leveren aan eenduidige uitvoering van handelingen;

(multidisciplinaire) afspraken over de werkwijze met betrekking tot een handeling te vereenvoudigen;

scholing en instructie van medewerkers schriftelijk te ondersteunen;

instructie van cliënt, patiënt, bewoner te ondersteunen.

Geprotocolleerde werkinstructies worden ontwikkeld voor handelingen die niet vanzelfsprekend op de juiste wijze worden uitgevoerd en waar vaste afspraken over gemaakt moeten worden.

1 Definiëring richtlijn door het Kwaliteitsplatform van de AVVV.

2 Definiëring protocol door het Kwaliteitsplatform van de AVVV.

3 Definitie uit: STOOM. Naar een kwaliteitsbeleid voor de wijkverpleegkundige beroepsuitoefening. Bunnik. 1998.

(25)

© Vilans 16-09-2012 Richtlijninformatie

Geprotocolleerde werkinstructies en bekwaamheid: 1 (van 1)

Geprotocolleerde werkinstructies en bekwaamheid

Een geprotocolleerde werkinstructie is een stapsgewijze beschrijving van de handeling en biedt tevens informatie over de context waarbinnen de handeling wordt uitgevoerd en de gevolgen die de handeling of onjuiste uitvoering van de handeling voor de cliënt kan hebben.

Een bekwame beroepsbeoefenaar kent niet alleen de stappen die gevolgd dienen te worden maar ook de context waarbinnen een handeling wordt uitgevoerd en de gevolgen die de

handeling kan hebben. Bovendien weet een bekwame beroepsbeoefenaar hoe gehandeld dient te worden bij complicaties.

Altijd geldt: Alleen degene die bekwaam is, is bevoegd tot handelen

Toepassing van geprotocolleerde werkinstructie en gemotiveerd afwijken

De bekwame individuele beroepsbeoefenaar is er verantwoordelijk voor om na te gaan of een geprotocolleerde werkinstructie in een bepaalde situatie kan worden toegepast of dat de zorgsituatie aanleiding is om gemotiveerd van de vaste afspraken af te wijken.

Wanneer bij de uitvoering van de handeling wordt afgeweken van de geprotocolleerde

werkinstructie dient de motivatie hiervoor schriftelijk te worden vastgelegd in het dossier van de cliënt.

(26)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie Raamovereenkomst zorginstelling-artsen: 1 (van 1)

Raamovereenkomst zorginstelling-artsen

De wet BIG stelt een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan om op verantwoorde wijze voorbehouden en risicovolle handelingen te kunnen verrichten. In het kader van de kwaliteitswet is de zorginstelling verplicht verantwoorde zorg te leveren, waaronder gerekend kan worden het creëren van een kader waarbinnen de individuele medewerkers hun eigen verantwoordelijkheid kunnen waarmaken.

Dit betekent dat de instelling verantwoordelijk is om:

een beleid op te stellen met betrekking tot het aanbod van voorbehouden en risicovolle handelingen door de zorgorganisatie;

de consequenties van het beleid uit te werken.

Een van de stappen daartoe is:

Afspraken maken met betrokken partijen over het in opdracht verrichten van voorbehouden en risicovolle handelingen:

een raamovereenkomst sluiten met artsen (huisartsen, specialisten, specialisten ouderen geneeskunde, enz) betreffende de voorwaarden waaronder medewerkers van de instelling voorbehouden en risicovolle handelingen in opdracht van de arts (of anders zelfstandig bevoegde) kunnen verrichten;

afspraken maken met de artsen en medewerkers over de wijze waarop in individuele situaties opdrachten worden verstrekt.

Voor zowel de zelfstandig bevoegde (opdrachtgever) als de betrokken medewerker

(opdrachtnemer) is in de Wet BIG als voorwaarde opgenomen, dat de opdrachtnemer bekwaam moet zijn om de voorbehouden en risicovolle handeling te verrichten. Dit veronderstelt dat de zelfstandig bevoegde aan de betrokken medewerker persoonlijk een bepaalde opdracht geeft en nagaat of de betreffende medewerker bekwaam is. In de praktijk is een dergelijke regeling niet werkbaar. Veelal bestaat tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer niet een één op één situatie. De opdracht zal door meer verpleegkundigen of verzorgenden worden uitgevoerd (wisselende diensten en langdurende hulp).

Om toch op verantwoorde wijze uitvoering te geven aan de voorwaarden uit de Wet BIG, kan tussen de zorginstelling en de arts of (huis)artsengroep een raamovereenkomst worden gesloten.

In deze overeenkomst is een lijst met de handelingen opgenomen en worden geprotocolleerde werkinstructies vastgesteld, zodat arts en de zorginstelling van elkaar weten welke handelingen kunnen worden uitgevoerd en op welke wijze dat gebeurt.

In de raamoverkomst is ook vastgelegd op welke wijze de zelfstandig bevoegde

(opdrachtgever) de zorginstelling / medewerker schriftelijk kan verzoeken een voorbehouden of risicovolle handeling uit te voeren. Voor het schriftelijk verzoek zijn formulieren ontwikkeld die door de arts volledig ingevuld worden.

De verpleegkundige of verzorgende (opdrachtnemer) is er zelf verantwoordelijk voor om te beoordelen of hij/zij bekwaam is op het moment dat het verzoek tot uitvoering van een voorbehouden handeling komt. Wanneer de verpleegkundige of verzorgende zich door bijvoorbeeld onvoldoende ervaring onbekwaam acht dient ze dit aan de

manager/leidinggevende voor te leggen.

De verpleegkundige of verzorgende is er ook verantwoordelijk voor om samen met de

opdrachtgever te beoordelen of de geprotocolleerde werkinstructie kan worden gebruikt of dat de zorgsituatie aanleiding is om gemotiveerd van de geprotocolleerde werkinstructie af te wijken. De wijze waarop de handeling in die situatie dient te worden uitgevoerd en de motivatie om van de geprotocolleerde werkinstructie af te wijken worden vastgelegd in het dossier van de cliënt.

(27)

© Vilans 05-06-2014 Richtlijninformatie

Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling: 1 (van 2)

Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling

Met inachtneming van bepaalde voorwaarden mag een zelfstandig bevoegde (huisarts, specialist ouderengeneeskunde, arts verstandelijk gehandicapten, specialist en op

deelgebieden een verpleegkundig specialist, verloskundige) aan een ander beroepsbeoefenaar opdracht geven een voorbehouden handeling te verrichten.

Opdrachtgever

De voorwaarde voor de opdrachtgever zijn:

de zelfstandig bevoegde mag alleen een opdracht geven aan iemand als hij redelijkerwijs mag aannemen dat deze persoon bekwaam is om de handeling behoorlijk te verrichten;

voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is, geeft de opdrachtgever aanwijzingen omtrent het verrichten van de handeling, houdt de zelfstandig bevoegde toezicht op het verrichten

daarvan en is de mogelijkheid van tussenkomst van de zelfstandig bevoegde of zijn waarnemer voldoende verzekerd.

Alleen als aan deze voorwaarden is voldaan mag een zelfstandig bevoegde iemand een opdracht geven om een voorbehouden handeling te verrichten.

Opdrachtnemer

Naast de voorwaarden die aan de zelfstandig bevoegde worden gesteld, worden in de Wet BIG ook voorwaarden gesteld aan de persoon die de opdracht van een zelfstandig bevoegde krijgt voor het verrichten van een voorbehouden handeling (opdrachtnemer).

De voorwaarden voor de opdrachtnemer zijn:

er moet een opdracht zijn van een zelfstandig bevoegde;

de opdrachtnemer moet bekwaam zijn om de opdracht uit te voeren;

er moet gehandeld worden overeenkomstig de eventuele aanwijzingen van de zelfstandig bevoegde.

Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handelingen / uitvoeringsverzoek

De Wet BIG regelt niets over de wijze waarop een opdracht tot het uitvoeren van een

voorbehouden handeling verstrekt moet worden. Het verdient de voorkeur de opdracht door de zelfstandig bevoegde schriftelijk te laten verstrekken (bijvoorbeeld vast te leggen op een formulier in het cliënt dossier); dit om fouten en misverstanden te voorkomen.

Eisen opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling (uitvoeringsverzoek)

Een Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handelingen waarmee een zelfstandig bevoegde (huisarts, specialist ouderengeneeskunde, arts verstandelijk gehandicapten, specialist en op deelgebieden een verpleegkundig specialist) een verpleegkundige of verzorgende schriftelijk kan verzoeken een handeling te verrichten, die fouten en misverstanden kan voorkomen, dient de volgende aspecten te bevatten (zie voor criteria voor uitvoeringsverzoek voor

infuustechnologie thuis volgende paragraaf):

naam van de zelfstandig bevoegde, de opdrachtgever;

naam, adres en geboortedatum van de cliënt/bewoner;

naam van de (be)handeling en/of naam van de geprotocolleerde werkinstructie(s);

indicatie of aanleiding voor de (be)handeling;

frequentie van de handeling of tijdstippen waarop handeling uitgevoerd dient te worden;

geldigheidsduur van de opdracht/uitvoeringsverzoek;

wanneer nodig:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De medicijnen worden uit een geneesmiddel distributiesysteem of uit de oorspronkelijke verpakking gehaald; indien het gebeurt uit een geneesmiddel distributiesysteem (GDS) 3 (“zoals

Een dubbelloops ileostoma wordt aangelegd als het verder gelegen stuk dunne darm of de hele dikke darm tot rust gebracht moet worden. Dit kan een tijdelijke oplossing zijn, maar

Feitelijke kennis en vaardigheid wordt opnieuw vastgesteld op datum:. Datum: Handtekening leidinggevende

• Als je bekwaam bent, ben je bevoegd (je hebt niet persé een diploma nodig om iets te kunnen, je kunt ook iets geleerd hebben op een andere wijze, maar dan is dat wel lastiger aan

De diagnose en de behandeling van diabetes bij kwetsbare ouderen kan verschillen van relatief gezondere cliënten met diabetes mellitus 2.. Bij het stellen van de diagnose en het

Er zijn latex handschoenen zonder poeder verkrijgbaar of er kunnen vinyl of nitriel handschoenen gebruikt worden.. „

Ook zonder bekwaamheidsverklaring echter mogen voorbehouden handelingen in opdracht van een arts worden verricht, ongeacht of de beroepsgroep waartoe de opdrachtnemer behoort

✓ Oefenen van vaardigheden rondom het inbrengen/verwijderen/verwisselen van voedingssondes, het verzorgen van een cliënt met een voedingssonde en het toedienen van sondevoeding