• No results found

DE I(.V.P.-PARTIJRAAD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE I(.V.P.-PARTIJRAAD "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 24 okt. 1959 - No. 558

en DEMOCRATIE

J.O.V.D. tien jaar!

(Zie pag. 3)

DE REDE VAN PROF. ROMME VOOR

DE I(.V.P.-PARTIJRAAD

Enige uitlatin~·en, die nadere vragen doen rv~en ••

P

rof. Romme, de voorzitter van de K.V.P.-fractie in de Tweede Kamer, heeft op de jong- ste, te Utrecht gehouden partij- raadvergadering van de Katho- lieke Volkspartij, een overzicht gegeven van de politieke situatie, zoals hij die zag.

Hij heeft daarbij opvallend veel aandacht gewijd aan de V.V.D.

Dat is op zichzelf reeds een goed teken. Er kan op het ogenblik geen oriënterende politieke ver- handeling van welke zijde dan ook worden gehouden zonder dat de V.V.D. en haar positie in het poli- tieke krachténveld daarin een rol van betekenis spelen.

Niets is zo alarmerend voor een politieke groepering dan wanneer anderen het nauwelijks de moeite waard achten, een woord aan haar te verspillen.

Onze V.V.D. behoeft zich daar- over bepaald geen zorgen te maken. Elk van haar bewegingen wordt nauwlettend gade geslagen en van alle zijden door de "concur- renten" van commentaren voor- zien.

Men voelt zich kennelijk wat on- rustig en vreest haar toenemende trekkracht al evenzeer nu zij geest- verwanten in het Kabinet heeft als toen zij daarbuiten stond en de

"oppositie" werd genoemd.

* *

D

e fractievoorzitter van de K.V.P. heeft zijn belang- stelling geuit in goed- en afkeu- ringen. Zo men wil: in schouder- klopjes en in een vermanend wijs- vinger-gebaar.

Mogen wij het uitvoerige en belangwekkende verslag in "De Tijd-De Maasbode" als betrouw- bare gids aanvaarden, dan begon het, wat de V.V.D. betreft, met enige goedkeurende schouder- klopjes.

Prof. Romme sprak niet alleen zijn vertrouwen uit in het Kabinet- De Quay, maar ook- zij het met

"de nodige reserve" - in de ont- wikkeling van de liberale partij,

"sinds deze mede de verantwoor-

ATTENTIE!! ATTENTIE!!

Luistert op vrijdag 30 ok- tober a.s. over de zender · Hilversum I ( 402 m), van 19.30-19.40 uur, naar

"DE STEM VAN DE VVD".

delijkheid voor het regeringsbeleid is gaan dragen".

Hij stelde voorop, aldus bedoeld verslag, dat de liberalen, die nu

"in de motorwagen" zitten, dus ook een belangrijke invloed uit- oefenen.

Er is echter geen sprake van, zo voegde hij daaraan toe, dat zij in het Kabinet overheersen. Het wantrouwen in de V.V.D., dat reeds voordat het tot deze samen- werking was gekomen, werd uit- gesproken (waarschijnlijk had hij hier het oog op de K.A.B. en haar aanhang) noemde hij ongegrond.

* *

B

elangrijke liberale invloed, maar geen overheersing.

Het is, nadat nog slechts vijf

~aanden van een normale rege- rmgsperiode van vier jaar voor- bij. zijn, moeilijk met nauwkeurig- heid vast te stellen, of deze feite- lijke voorstelling van zaken met de werkelijkheid overeenstemt.

Blijkt dat inderdaad het geval te zijn (en vooralsnog zijn wij gaar- ne bereid dat aan te nemen), dan valt daar echter weinig op aan te merken. Drie liberale ministers in een regeringsploeg van dertien kunnen moeilijk "overheersen", maar wel mag worden verwacht, dat zij "belangrijke invloed" kun- nen uitoefenen.

Dat velen in de eigen kring van de heer Romme voor die "belang- rijke liberale invloed" nog altijd beducht zijn, bleek ondertussen wel uit prof. Romme's veelzeggend verwijt.

Hij verklaarde namelijk woor- delijk: "Ik vind het een beetje ergerlijk, dat van onze eigen kant onze invloed zozeer is onderge- waardeerd".

De K.V.P.-fractievoorzitter gaf de verzekering, dat de K.V.P. zich- zelf zal blijven en in de fractie, zo zei hij, is er niemand, die daar- aan twijfelt.

"Buiten de fractie echter is er vaak weinig begrip voor de nieuwe mogelijkheden, die zich thans, ook voor de katholieken, voordoen, zo- als er ook verschil van mening is over wat in de laatste maanden is gebeurd, en wat volgens sommigen had moeten gebeuren".

* *

D

at laatste klinkt wat triest, maar zal menigeen, die niet zo thuis is in onze vaderlandse politiek, in zijn wezenlijke betekenis toch niet geheel duidelijk zijn.

Een goed verstaander heeft echter maar een half woord nodig.

Voor hem is duidelijk, wat de heer Romme bedoelde. Er is in de K.V.P.

nog altijd een belangrijke stroming, die vandaag de dag bereid zou zijn, wederom met de socialisten samen op te trekken.

V oor hen was ook de traan be- stemd, die de heer Romme demon- stratief wegpinkte, toen hij ook bij deze gelegenheid weer met de mededeling kwam, dat de K.V.P.- fractie "nagenoeg unaniem be- treurt, dat de samenwerking met de socialisten moest worden ver- broken''.

V oor hen was eveneens bestemd de klacht over "guerilla-oppositie"

van de Partij van de Arbeid en zijn waarschuwing, dat de P.v.d.A.

zichzelf "de weg naar het rege- ringskasteel op die manier zou gaan blokkeren".

Diep leedwezen dus over de - zij het dan vooralsnog onvermijde- lijke - verbreking van de samen- werking met de socialisten en zorg, dat de wijze van oppositie-voeren van de P.v.d.A. de kloof tussen K.V.P. en P.v.d.A. wel eens zou kunnen verbreden.

Het typeert de situatie in de K.V.P. en het is goed, dat onzer- zijds die situatie bij voortduring in het oog wordt gehouden.

(vervolg op pag. 3)

DIE ,,BEZORGDE'' ROMME TOCH

"Die jongen van Burger wil zeker nooit meer

. d ?"

zn ,e 'wagen mee.

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Flitsen van Het Binnenhof Dan horen wij soms van achter de mi- nisterstafel: dit zou een zo omvangrijk onderzoek vorderen, dat de regering daartegen bezwaar heeft.

Interpellatie-Burger over antwoordplicht der regering - Twee socialistische moties verworpen • Ministers niet verplicht op alle vra9en van individuele Kamerleden te antwoorden • Alleen ver·

plicht tot inlichtingen aan de Kamers als geheel • Ook in het ver·

leden kwamen weigeringen voor· Onbevredigde Kamer kan met motie tot aftreden dwingen.

Het komt ook voor, dat een lid van de Kamer vraagt om de overlegging van be- paalde adviezen, soms ambtelijke advie- zen. Dan horen wij vaak, dat de regering het niet gewenst acht adviezen, die door ambtenaren zijn uitgebracht, niet met de bedoeling, dat zij zullen worden gepubli- ceerd, over te leggen.

Het komt dus in de Kamer bij een ge- dachtenwisseling met individuele leden bij herhaling voor, dat de regering er om bepaalde redenen bezwaar tegen maakt inlichtingen te verschaffen en dat zij zich excuseert.

De minister-president, prof. dr. J. E.

de Quay, heeft ook vorige week in de Tweede Kamer geweigerd (op grond van beleidsoverwegingen: de vertrouwe- lijke sfeer van kabinetsformaties) te ant- woorden op de vraag van mr. Burger (PvdA) of oud-minister Stikker is ge- polst voor de portefeuille van Defensie.

Voor de heer Burger was dat een reden dramatisch te doen.

Onderstreept met vuistslagen op het spreekgestoelte riep hij uit: Als Kamer- lid heb ik rècht op antwoord. Een wei- gering is in strijd met de grondwet. De parlementaire positie staat op een kruis- punt.

Met het doel "te beletten dat de rech- ten van het parlement worden aange- tast", diende hij een motie in om van de Kamer de uitspraak te krijgen, dat de ministers verplicht zijn op alle vragen van de leden te antwoorden.

* * *

De heer Burger maakt de zaak dra- matisch, reageerde prof.. Oud, maar er is geen enkele reden ons onge- rust te maken. In het verleden zijn even- eens tal van malen inlichtingen gewei- gerd (ook de heer Tilanus gaf daarvan voorbeelden) en het is dan aan de Kamer uit te maken of zij er genoegen mee neemt. Door middel van een motie kan de Kamer tot aftreden dwingen als het nodige vertrouwen ontbreekt.

Uitvoerig had prof. Oud reeds uiteen- gezet, dat volgens de grondwet de mi- nisters niet verplicht zijn te antwoorden op vragen van de leden individueel, maar dat zij gehouden zijn de verlangde in- lichtingen te geven aan de Kamers-als- geheel, tenzij het staatsbelang zich daar- tegen verzet.

Als bewijs, dat er geen individueel ant- woordrecht bestaat, voerde prof. Romme nog aan, dat enkele jaren geleden de grote grondwetscommissie-Van Schaik waarin ook vooraanstaande socialiste~

zitting hadden, geen voorstel heeft willen doen tot het introduceren van antwoord- plicht aan de leden individueel, omdat men unaniem van oordeel was, dat dit te ver zou gaan.

* *

De motie van de heer Burger werd met 48 tegen 65 stemmen verwor- pen en een motie van prof. Samkalden (PvdA), met ongeveer dezelfde strekking, werd verworpen met 49 tegen 65 stemmen.

De socialisten kregen voor hun moties lllleen de steun van de communisten en de PSP'ers en bovendien voor de motie van prof. Samkalden van de heer Ver- steeg (AR).

Ook prof. Samkalden deed nogal dra- matisch toen hij betoogde, dat het parle- ment met het verwerpen van de moties een verworven recht zou prijsgeven.

Met de verwerping van een motie kan de Kamer echter nooit iets prijsgeven dat in de grondwet verankerd ligt. D~

grodwet wordt niet gewijzigd met inci- dentele moties.

Prof. Samkalden en mr. Burger bedoel- den, dat beantwoorden van vragen van individuele leden gewoonterecht was ge- worden. Inderdaad, maar: behoudens re- delijk geachte uitzonderingen, blijkens de voorbeelden uit het verleden.

Ook in de toekomst zal het geven van antwoord aan individuele leden regel blijven, behoudens redelijk te achten uit- zonderingen. Er verandert niets.

* *

Artikel 104 van de grondwet zegt:

"Zij (de ministers) geven aan de Kamers, hetzij mondeling, hetzij schrif- telijk, de verlangde inlichtingen, waar- van het verlenen niet strijdig kan wor- den geoordeeld met het belang van de Staat".

Wij vinden hier dus een uitdrukkelijke verplichting van de ministers, aldus prof.

Oud, om de verlangde inlichtingen te geven. Dat kan in het verband van de zin niet anders betekenen dan de inlich- tingen die door de Kamers worden ver- langd aan de Kamers te geven.

_In het algemeen kan men zeggen, dat ntemand toestelfiming tot vragen nodig heeft. Een oud Nederlandse gezegde luidt: vragen staat vrij. Dat geldt voor ons allen; ook in de Kamer. Daarover ll:on de grondwet rustig zwijgen.

PROF. SAMKALDEN .... dramatisch ....

Het is de normale gang van zaken, dat de regering zich beijvert vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Toch ant- woordt de regering lang niet op alle vragen.

Er zijn allerlei redenen waarom de re- gering meent er beter aan te doen op be- paalde vragen niet te antwoorden zon- der dat zij nu het staatsbelang daarbij rechtstreeks in het geding brengt. Soms is het voor de regering ook niet zo ge- makkelijk op bepaalde vragen te ant- woorden.

.. • *

Het komt voor, dat ten aanzien van een bepaalde materie uitvoerige inlichtingen worden gevraagd over de wijze waarop die zaak in het buitenland is geregeld.

Deze Burger

Bij mijn weten, aldus prof. Oud, is het echter nog nooit voorgekomen, dat een lid dan tegen de regering zegt: wanneer gij, minister, deze inlichtingen niet wil geven zonder dat gij u uitdrukkelijk be- roept op het staatsbelang - een rekbaar begrip - dan . voldoet gij niet aan het voorschrift van artikel 104 van de grond- wet.

* *

Zolang in het debat niet bepaaldelijk door de Kamer zelf een inlichting wordt gevraagd, blijft artikel 104 van de grondwet er buiten. Als de Kamer echter een inlichting vraagt, is de regering ver- plicht te antwoorden, tenzij zij zich meent te moeten beroepen op het staatsbelang.

Als de regering zich op het staatsbe- lang beroept kan de plicht tot antwoor- den niet bestaan. Wanneer een minister van oordeel is, dat het staatsbelang hem belet op een vraag te antwoorden, wil dat zeggen, dat hij zijn verantwoordelijk- heid niet kan dragen wanneer hij de zaak wel in de openbaarheid moet brengen.

Dit betekent niet, zei prof. Oud, dat de minister onder alle omstandigheden het laatste woord heeft gesproken. Het is mogelijk, dat de verhouding tussen de minister en de Kamer zodanig is, dat de Kamer het gevoel heeft: "deze minister verschuilt zich al te gemakkelijk achter zijn verantwoordelijkheid" of "deze mi- nister heeft over het staatsbelang een opvatting die wij niet kunnen delen".

Dan is het mogelijk, dat de Kamer daaromtrent een uitspraak doet, die het karakter krijgt van een motie van wan- trouwen en dan weten wij wel welke de constitutionele wegen zijn waarlangs een dergelijk politiek conflict moet worden opgelost.

" * *

heeft met brandende belangstelling kennis genomen van wat de heer Romme te berde heeft gebracht op z~jn Partijraad-vergadering. Deze burger neemt a l tij d met brandende belangstelling kennis van á ll es wat de heer Romme te berde brengt. Dat is plicht van ied're jongen wien 't landsbelang ter harte gaat.

Daar heeft die aardige man met de bril en de rose wangetjes zó maar een heel grote bal opgeworpen over de mogelijkheid van een Eerste Macht in de Staat, één partij van Katholieken, Anti-Revolutionairen en Christelijk-Historischen; niet maar zo een terugkeer naar de aloude rechterZIJde, maar een hecht betonblok, een Christelijk-Democratische Partij. Geen kleinigheid.

De heer Romme wierp dat betonnen balletje zo maar luchtig - ge zoudt bt)na zeggen: spelendeTwijs - op, als een denkspelletje-vooT-de- toekomst. Het kan dooien en het kan vriezen en áls het er komt dan

ligt het nog in het verre verschiet. '

Maar zelfs de spelletjes van grote heren waTden niet zó maar als louter spelletje gezien. Als grote heren spelletjes spelen, dan doen zij dat, na ampele overwegingen, met een zeer bepaald doel. Er is rtiemand, d1e gelooft aan hun alleen-maar-speelsigheid.

Als u of ik zo'n spelletje zouden spelen, zou niemand er zich ook maaT een habbekTats aan laten gelegen liggen. De mensen :zouden zeggen: ,,kijk eens, daar speelt er weer een een spelletje; hoe kan een volwassen man zich· met zó iets onledig houden?"

Maar wam;-eer de heer Romme in de rol van illusionist het podium

betree~t en JOngleren gaat, houden de politieke ingewandenkijkers de adem tn en Zlt de volle zaal met open mond naar het goochelwerk te kijken.

.~én G1'0te Eerste Macht. . . . geen kleinigheid, al moet ik het zien vaaT t!c g_e~oven kan dat de Zijlstra's en de Tilanussen het opgeworpen balletJe JUichend zullen opvangen. Wie zal in die GTote Ee1·ste Macht de grote eerste macht zijn, naaT wiens pijpen de rest zal dansen?

Als onpolitiek persoon heb ik raTe gedachten daarover.

Ik zie Zandt zich in de handen WTijven bij de gedachte dat Romme's speelse spelletje werkelijkheid zou worden· want dat zou dacht ik df! Sta~tk'l!'ndig GeTeformeeTde Partij een bTede toestroming ~it Christe~

lL)ke nchtmg doen toekomen. En wellicht dat wij, van de V.V.D., er óók

wel bij zouden varen. ·

Een denkspelletje?

Een vage blik in de verre toekomst?

MaU:r wie het begrip Eerste Macht hanteert is niet zó speels, zeker niet als hu Romme heet.

Vandaar de bmndende belangstelling van

2<1 OKTOBER 1959 - 'PAG. 2

SIMPLUS

BRANDBLUSSERS

OfficH!el aoettgekeurd Talrijke a\lraten.

VeeL meer u.:aard ,fan de kostprijs!

SIMPLUS N.V.

DORDRECHT

'11oen in 1926 het kabinet-De Geer op-

.1. trad, hebben onderscheid<•ne leden gevraagd: waarom is die formatie van de heer Limburg, waarvan gij toch ook alles weet, mislukt?

Daarop heeft de heer De Geer als mi- nister-president geantwoord, dat hij deze inlichting niet kon verschaffen. Het wa- ren, zo zei hij, allemaal vertrouwelijke besprekingen geweest en hij aehtte zich niet gerechtigd daaromtrent nwdedelin- gen te doen.

De Kamer had natuurlijk door middel van een motie kunnen uitspr<'ken: wij wensen die inlichtingen wel. Men heeft dat echter niet gedaan. Men h<•cft erin berust. Er is bij die gelegenheid ook geen enkel Kamerlid geweest, dat h<>cft ge- zegd: de weigering van de minister-pre- sident om die inlichting te verschaffen, is in strijd met ar,tikel 104 van de grond- wet.

In het boek van prof. Oud over het constitutionele recht loopt als een draad door alle beschouwingen over het recht van interpellatie, dat het tenslotte gaat om het oordeel van de Kamer, dat het de Kamer is die bij onvoldoende beant- woording moet reageren, dat behoorlijke verhoudingen met zich brengen, dat de regering zoveel mogelijk antwoord geeft op wat een individueel lid vraagt, dat een absolute verplichting voor de rege- ring niet bestaat en dat de Kamer haar verlangen moet uitspreken.

*

In zijn motie heeft de heer Burger geen uitspraak gevraagd, dat de Kamer antwoord verlangt op de vraag, die hij had gesteld. Hij wilde in het al- gemeen vastleggen, dat de regering ver- plicht is vragen van individuelf' leden te beantwoorden.

Prof. Samkalden wilde vastleggen, dat de ministers in geval van interpellaties gehouden zijn de verlangde inlichtingen te verschaffen en beantwoording alleen mogen weigeren op grond van het staats- belang.

Daartegen had dr. Bruins Slot (AR) het bezwaar, dat de antwoordplicht wordt gesteld zonder dat daarbij het oordeel van de Kamer wordt betrokken.

Daar was het weer: het oordeel van de Kamer.

* *

Van socialistische zijde is d<' indruk gewekt, dat de regering vragen van de oppositie niet hoeft te be;mtwoor- den en dat de meerderheid uitmaakt of een antwoord tenslotte wordt geëist.

Prof. De Quay heeft met nadruk ver- klaard, dat hij ook niet zou hebben ge- antwoord indien de vraag van de heer Burger door iemand was gesteld, die niet tot de oppositie behoort.

Prof. Oud heeft uiteengezet, dat de Kamer de oppositie altijd terwille is als er inlichtingen worden verlangd en dat alleen in verband met de orde, de goede gang van zaken, de Kamer verlof lUOet verlenen tot het stellen van vragen.

Ook prof. Romme verklaarde, dat hij het onprettig zou vinden als de indruk zou blijven hangen, dat de oppositie in haar rechten wordt beknot. Dat is niet waar.

Als in hoge uitzonderingsgevallen de Kamermeerderheid beslist of op een be- paalde vraag antwoord van de regering wordt verlangd, dan is dat in overeen- stemming met de democratische begin- selen. Toch zei de heer Van der Veen (PSP), dat hij grote gevaren vreesde voor de democratie.

De slotwoorden van minister-president De Quay in het debat zijn geweest: de regering blijft zich verplicht gevoelen de Kamers op de best mogelijke wijze in te lichten.

Dat klinkt niet alsof er nu groot ge- vaar dreigt voor de democratie.

Uit de vele socialistische moties krijgt men langzamerhand de indruk, dat de PvdA het zó naar vindt, dat zij niet meer vertegenwoordigd is in het kabinet, dat zij nu probeert via moties te regeren.

V. v.D.

Wegens gebrek aan plaatsruimte moet onze flits over de Bescher- ming Bevolking blijven staan tot het volgende nummer.

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

~an

WEEK to.t WEEK

Tien jaar J.O.V.D.! (I)

O

p dezelfde dag, dat ons blad verschijnt komt de Jongeren Organisatie Vrijheid en De~

mocratie (J.O.V.D.) in een tweedaag3 congres te Amsterdam bijeen, teneinde haar tweede lustrum te vieren.

Een heuglijk feit, waarmee wij de liberale jon~

geren vanaf deze plaats van harte geluk wensen.

In 1949 bescheiden gestart, is de J.O.V.D. uit~

gegroeid tot een omvangrijke organisatie van jon~

ge politiek geïnteresseerden, die naast de a!"dere politieke jongeren organisaties een voorname plaats inneemt.

Zij bestudeert de politieke en economische vraagstukken tegen de achtergrond van de libe~

rale visie, zonder zich overige-ns gebonden te voe~

!en aan welke politieke organisatie dan ook.

Zij is in organisatorisch verband geen bijwagen van de V.V.D., doch put haar kracht uit een vol~

komen zelfstandigheid. Deze opzet van organi~

seren blijkt een zeer gelukkige te zijn geweest.

Niettemin zijn de banden met de V.V.D. hecht en sterk, terwijl de J.O.V.D. kan worden be~

schouwd als de jonge frisse bron, waaruit de V.V.D. reeds diverse vertegenwoordigers kon putten om zitting te nemen in afdelingsbesturen en vooral ook gemeenteraden.

Zij, die in 1949 tot de oprichting van de J.O.V.D. besloten, waren er zich wel van bewust, dat zij een groot experiment gingen voorbereiden.

Immers, de liberale gedachte had in het na~oor~

logse Nederland bepaald nog geen sterke aan·

hang. Buitendien waren de tijdsomstandigheden weinig gunstig om het jonge geslacht voor politie~

ke vraagstukken te interesseren. Doch men zette door en de opzet slaagde.

Van .jaar tot jaar nam het ledental toe en de laatste tijd ,__ en ook nu nog ,__ kon men er trots op zijn "de snelst groeiende politieke jongeren- organisatie" in ons land te vormen.

Een uitermate verheugende ontwikkeling, waar- van men de betekenis vooral niet dient mis te ver~

staan.

Tien jaar J.O.V.D.! (ll)

W

ij denken in dit verband n.l. aan de socia·

listische jongerenorganisatie, de Arbei- ders Jeugd Centrale (A.J.C.) en Nieuwe Koers, die inmiddels zijn ontbonden, omdat er in de kring der jongeren voor deze organisaties te weinig animo bestond. Een wel zeer veelzeggende ont':.

wikkeling, waaruit overduidelijk blijkt, dat 't libe- ralisme in tegenstelling tot het socialisme iets heeft te zeggen.

Een woord van welgemeende hulde is zeker op zijn plaats aan alle hoofdbestuursleden van de J.O.V.D. maar vooral ook aan haar voorzitters, die in de loop van tien jaren de organisatie om- hoog hebben gestuwd in een ,__ het zij herhaald ,__ sfeer van volkomen onafhankelijkheid.

Met bescheiden eigen financiële middelen heb- ben zij de organisatie tot bloei gebracht en geheel liberaal Nederland kan op deze prestatie trots zijn.

Vooral voor de ouderen is het een verheugend feit te weten, dat vele politiek goed geschoolde liberale jongeren in staat en bereid zijn te zijner tijd hun taak in het politieke leven over te nemen.

De J.O.V.D.ers hebben bewezen te behoren tot de energieke groep van zelfdoeners, die vooral de begrippen Vrijheid en Verantwoordelijkheid niet tot een fraaie theorie hebben gemaakt, maar heb- ben omgezet in tastbare praktische waarden.

De V.V.D. laat zich op het jubileumcongres van de J.O.V.D. zeker niet onbetuigd.

Ons oud~Kamerlid mevrouw Fortanier-De Wit zal de congresrede uitspreken, terwijl tevens prof.

Oud, ere~voorzitter van de J.O.V.D., en de heer Le Cavelier, fractieleider van de V.V.D. in de ge~

meenteraad van Amsterdam het woord zullen voeren.

Wij hopen uiteraard in de gelegenheid te zijn onze lezers van de gebeurtenissen tijdens dit lustrumcongres op de hoogte te houden.

Aan de vooravond daarvan klinke ons enthou- siaste: Proficiat!

Scherpenzeel en V eenendaal

D

e tussentijdse gemeenteraado:verkiezingen te Scherpenzeel en V eenendaal hebben voor de V.V.D. gunstige resultaten opgeleverd.

24 OKTOBER 1959 PAG. 3

ALGEMEEN SECRETARIAAT V.V.D.

Koninginnegracht 61 • 's-Gravenhage Telefoon 070 • 111768 en 114375

Giro 67880

In Scherpenzeel, waar totdusverre de V.V.D.

nog niet in de raad was vertegenwoordigd, heeft thans een V.V.D.er zijn intrede gedaan.

Ook in Veenendaal kan een gunstige ontwikke~

ling worden geconstateerd. Men behield daar zijn zetel, doch het aantal V.V.D. stemmen steeg daar van 552 op 688.

Nationaal~politiek gezien valt uit deze ontwik- keling uiteraard geen conclusie te trekken, omdat hier te veel plaatselijke invloeden een rol hebben gespeeld. Verheugend is echter, dat ook in deze gemeenten de liberale gedachte flink wortel heeft geschoten.

Merkwaardig voorstel

T

ijdens de jaarvergadering van het Verbond voor Veilig Verkeer heeft de heer H.

Westerlaken, directeur van het Centraal Bureau voor de afgifte van Rijvaardigheidsbewijzen, in een causerie over de verkeersveiligheid het voor- stel gedaan, jaarlijkse belastingen te heffen op bromfietsen en fietsen van resp. f 7.50 en f 2.50

waaruit een veilig verkeersfonds zou kunnen wor- den gevormd.

Niet weinigen zullen zich over dit merkwaardi- ge voorstel hebben verbaasd.

Niemand zal willen betwisten, dat de verkeers- veiligheid in ons land dient te worden bevorderd.

Doch daarvoor zijn toch zeker wel andere wegen te vinden dan de invoering van de belastingen door de heer W esterlaken voorgesteld.

Zou men de plannen van de heer Westcriaken tot uitvoering brengen, dan zou dit e·en enorme administratieve rompslomp betekenen, waardoor het beoogde doel volkomen voorbij zou worden geschoten.

Bij velen zal in dit verband het schrikbeeld zijn opgeroepen van het vooroorlogse systeem van de:

gehate "belasting plaatjes".

Wij menen te mogen aannemen. dat er wel weinig voorstanders van dit voorstel zullen zijn om de: klok in dit opzicht terug te zetten.

(Vervolg van pag. 1)

E

n nu 's heren Romme's ver- manende vinger naar de V.V.D.

Hij zag twee handicaps, die het de liberalen moeilijk zouden maken bij het dragen van medeverant- woordelijkheid.

andere belangstellenden echter nogmaals willen verwijzen naar ons Beginselprogram, waarvan het eerste artikel zegt, dat de V.V.D.

het verenigingspunt wenst te zijn van allen, die op grond van hun overtuiging, dat vrijheid, verant- woordelijkheid en sociale gerech- tigheid de fundamenten behoren te zijn van een op christelijke grondslag berustende samenleving als de Nederlandse, de in dit pro- gram neergelegde beginselen tot uitgangspunt willen nemen van hun staatkundig streven.

onzer samenleving daadwerkelijk kunnen worden beschermd tegen de gevaren, die deze, in het b_ijzon- der van de zijde der voorstanders van totalitaire staatsconstructies, bedreigen.

onze praktische politieke doel- einden konden verenigen.

Zo hebben ook talrijke orthodox- protestanten (naast de vrijzinni- gen) zich altijd volkomen bij ons thuis gevoeld, evenals een aantal rooms-katholieken.

Prof. Romme zag als zodanig de eenzijdige sàmenstelling van de V.V.D., die "vooralsnog getypeerd moet worden als een partij van werkgevers, stafpersoneel, hogere ambtenaren en middenstanders"

en voorts het ontbreken van "een vast christelijk fundament".

Met erkentelijkheid voor de be- langstelling, menen wij toch, dat de heer Romroe zich hier onnodige zorgen over ons maakt.

Een partij, welke bij de drie laatstgehouden verkiezingen tus- sen de driekwart en één miljoen stemmen in het kiezerskorps be- haalde en die procentueel de groot- ste en meest opvallende vooruit- gang boekte in de z.g. "arbeiders- wijken" in de grote en middelgrote steden, (nog altijd) voor te stellen als een partij van werkgevers, hogere ambtenaren en midden- standers, is met iedere realiteit in strijd.

* *

W

at het "ontbreken van een vast christelijk fundament"

betekent, is ons niet precies be- kend, tenzij de heer Romroe · bedoelt, dat de V.V.D. niet behoort tot wat men in Nederland vanouds de "confessionele partijen" noemt.

Wij zouden prof. Romroe en

.Zij plaatst daarbij voorop de erkenning, dat er voor de indivi- duele mens een nauw verband be- staat tussen levensbeschouwing en staatkundig beginsel, doch meent tevens, dat gelijk inzicht aangaande staatkundig beginsel bestaanbaar is, ondanks verschil van mening over de diepste levens- grond.

De V.V.D. is (aldus artikel 3 van ons Beginselprogram) diep overtuigd, dat de grondslagen der Nederlandse beschaving wortelen in het christendom, al moge dit door de onderscheidene groepen des volks nóg zo verschillend wor- den verstaan. Zij is ervan door- drongen, dat het bovenal de chris- telijke geest is, die ons volk de waarde en de vrijheid van de mens en zijn verantwoordelijkheid heeft doen beseffen en die het aanzien van ons volk in de wereld heeft be- paald.

Zij acht het daarom een onaf- wijsbare eis, dat door versterking van deze geest zedelijke ontworte- ling en geestelijk nihilisme worden overwonnen, opdat de grondslagen

Zij geeft er zich daarbij ten volle rekenschap van, dat de zedekun- dige beginselen van het christen- dom worden áangehangen door zeer velen, die de christelijke gods- dienst niet belijden.

* *

D

e vermanende vinger van prof. Romroe richtte zich echter in het bijzonder tegen "het streven, dat hij bij de V.V.D. had ontdekt, om een doorbraakpartij te gaan vormen". Hij vond dat een onvruchtbaar streven, zoals het ook voor de P.v.d.A. was geweest.

"Bewust christelijke mensen" - aldus zijn toevoeging - "zullen in het straatje van een partij, die vasthoudt aan de "geestelijke vrij- heid", nooit passen. Maar als het moet, neemt de K.V.P. de hand- schoen op" (wij volgden hier weer het verslag van "De Tijd-De Maas- bode").

Hier moet een groot misver- stand bij de heer Romroe bestaan.

Bij de V.V.D. is er op dit punt niets veranderd; er is alleen iets ver- anderd in het kiezerskorps. Dat heeft i n a 11 e l a g e n in zeer versterkte mate zijn vertrouwen in de V.V.D. uitgesproken.

In de V.V.D. is a 1 tij d plaats geweest voor alle Nederlanders van welke levensbeschouwing dan ook, die zich met de grote lijnen van ons Beginselprogram en met

Dat o.a. het aantal van de laatst- genoemden sterk is toegenomen, is in overeenstemming met de alge- mene tendens. Wij werken echter niet met "werkgemeenschappen", noch met speciale "doorbraak- leuzen".

Wat wij aan de kiezers voor- leggen, zijn ons program van be- ginselen en onze praktisch-poli- tieke doeleinden, die wij aan g e- h e e I ons volk voorleggen.

* *

B

epaald bezwaar zouden wij er echter tegen hebben, wan- neer prof. Romroe bedoelt, dat bijvoorbeeld onze zuidelijke provin- cies uitsluitend het domein voor de K.V.P.-propaganda zouden zijn.

Het recht, dat de K.V.P. (te- recht) voor zich opeist, in a ll e provincies en streken van ons land zich tot de kiezers te wenden, komt óók de V.V.D. toe.

Dat prof. Romroe bovendien zou gezegd hebben, dat "bewust chris- telijke mensen in het straatje van een partij, die vasthoudt aan de ,geestelijke vrijheid' nooit passen", kunnen wij vooralsnog niet aan- nemen.

Een dergelijke uitlating achten wij te schokkend om te kunnen geloven, dat een van onze politieke leiders dat inderdaad in deze be- woordingen zou hebben gezegd.

A.W. A.

(4)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 24 OKTOBER 195ff - PAG. ·l

Een der hoogtepunten van de Studie-conferentie van Staten- en Raadsleden op Woudschot en:

Mr. H. v. Riel over "Salariëring van de ambtenaar, Taakanalyse en Merit-Rating"

Tijdens de welgeslaagde studie-conferentie van de Vereniging van Staten- en :Raadsleden van de V.V.D. sprak zaterdag, 10 oktober, na de avondmaaltijd de heer Mr. H. VAN RIEL, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, over de salariëring van de ambtenaar, in 't bijzonder over taakanalyse en merit-rating.

De inleider begon met zijn gehoor de vraag voor te leggen: Wat is het karakter van 15alaris in het bedrijfsleven, dus buiten de ambtelijke sfeer om. Het antwoord luidt

~.i.: In de eerste plaats een vergoeding wegens een economische prestatie voor een economisch doel. In beginsel wordt derhalve rentabiliteit verwacht, al kan en moet dikwijls daarnevens een menselijk en sociaal eiement in het geding komen.

In het ambtelijke ontbreekt als regel de economische achtergrond, en daarom is het duidelijk, dat reeds uit dien hoofde een rechtstreekse vergelijking van ambte- lijke en particuliere salarissen moeilijk- heden oplevert. Het verschil is uit een ClOgpunt van doelstelling te groot. In de 11mbtelijke sfeer hantere men als systeem andere dan direct economische waarde- ringsfactoren.

Dat betekent intussen geenszins dat

~nen het economische kan uitschakelen.

De overheid moet bijvoorbeeld steeds met cle wet van vraag en aanbod rekenen.

Anders wordt zij, doordat vele werkne- mers terecht vergelijkingen maken tus-

~:en het loon dat de overheid biedt en Het loon dat zij elders kunnen verdienen, uit de arbeidsmarkt gedrongen. Sterk geldt dit bijvoorbeeld voor medici, technici en allerlei typen handwerkers. Ten aanzien van de taken die in de administratieve en de beleidssfeer liggen is dat verband minder nauw. In een aantal gevallen kwalificeren aanleg, karakter en voor- keur een mens tot dienaar der overheid.

Voor deze groep vooral geldt het begin- sel der rechtvaardigheid, willen zij niet tekort gedaan worden. Dat betekent niet, dat te hunnen aanzien het loonpeil in het vrije bedrijf geen rol speelt. Dat loonpeil geeft immers een zekere bereikte maat- schappelijke produktiviteit, een zeker be- reikbaar Nederlands welvaartsniveau aan, waar de ambtenaar krachtens het recht- vaardigheidsbeginsel niet onder blijven mag. Sprekers conclusie is daarom: het vrije loonniveau is indicatie, maar direc- te groepsgewijze koppeling is niet zonder meer verdedigbaar. Dat onze liberale mi- nister Toxopeus de Ionen van overheids- personeel niet regelrecht gelijkstellen wil met die der in de metaalindustrie werk- zame arbeiders, achtte de heer Van Riel goed gezien.

Inleider was voorts van mening, dat de ambtenarensalarissen nogal sterk in de politieke sfeer liggen, omdat zij onder in- vloed van de vertegenwoordigende colle- ges tot stand komen. Het tactische ele- ment speelt dan ook een belangrijke rol in de onderhandelingen over de ambte- lijke salarissen, en de organisaties trach- ten van tijd tot tijd, naar sprekers in- druk, elementaire onrechtssituaties te construeren, om daarmede de publieke opinie en de politieke colleges te be- invloeden. Begrijpelijk en toelaatbaar binnen het raam ener normale vakbonds- actie. De overheid mag daartegenover echter ook als normale werkgever reage- ren, en de tactische argumentatie met een korreltje zout nemen. Naar sprekers in- druk weten de hoofdambtenaren, die voor de Staat onderhandelen, steeds een scher- pe lijn te trekken tussen hun eigen be- lang als werknemer en het belang van de Staat als werkgever. Deze heren trachten de objectieve rechtvaardigheid te dienen, maar krijgen daarvoor helaas niet altijd de hun toekomende volledige waardering.

Er zijn overigens nog andere, wellicht in het groot gezien nog belangrijker eco- nomische facetten dan die van vraag en aanbod, die speciaal bij het beleid van de landsregering ten opzichte der salarissen een rol spelen.

den alles uit de beschikbare marge te ha- len wat er in zit. Daardoor verdwijnt de elasticiteit die er vroeger was, al had- den wij toen in het bestaan van die elas- ticiteit weinig inzicht. ·

Op deze wijze kan een verhoging van de ambtenarensalarissen, met de daar in de tegenwoordige maatschappelijke prak- tijk bijbehorende natrekking van de mees- te kantoorbediendensalarissen, sneller monetair ontwrichtend werken dan vroe- ger. De vraag: 3 of 5% salarisverhoging bijvoorbeeld, aldus beëindigde spreker dit gedeelte van zijn betoog, is onder omstan- digheden een kardinaal probleem, geen kwestie van royaliteit. De heer Van Riel beklemtoonde hierbij, dat de economie ook op dit punt een dienende weten- schap is .. Zij maakt de regering duidelijk, welke economische gevolgen een bepaal- de salarisverhoging voor de ambtenaren voor andere groepen van de bevolking heeft. De één iets geven betekent in dit harde leven vaak: de ander iets afnemen of iets onthouden. Ook op dat punt spele een regering, die uit het christelijk be- ginsel leven wil, open kaart, en vermijde zij onder alle omstandigheden de weg der gecamoufleerde inflatie. Wanneer de rechtvaardigheid verhoging van de amb- tenarensalarissen eist, stelle de regering dit als zodanig duidelijk. De Staten-Ge- neraal behoren dan met haar mee te gaan, maar moeten ook eisen volledig te worden ingelicht over de verdeling van de economische last, die als regel voor de niet specifiek-ingewijde bijna niet is te volgen. Beleids- en rechtvaardigheicts- overwegingen zullen steeds de hoofd-ele- menten van iedere beslissing terzake moe- ten zijn.

Mr. Van Riel ging daarna over tot het behandelen van enkele moderne hulpmid- delen, die bij het benaderen der recht- vaardigheid een rol kunnen spelen. Hij ving aan met er op te wijzen, dat het hier altijd om benaderen gaat, en dat echte exacte wetenschappelijkheid ontbreekt.

In feite gaat het om waarderingsoorde- len, niet om vaststellingsoordelen. Geme- ten en gewogen kan er in de ambtelijke

dienst maar op enkele plaatsen worden.

Ambtenaren dienen hun medemensen, en alleen daarom al behoort in de meeste gevallen het hoofdaccent op de kwaliteit van het werk te vallen, een zaak van waardering, en niet op de kwantiteit, een zaak van meten en wegen ..

De taakclassificatie komt uit het par- ticuliere bedrijf voort. Spreker gaf een schetsmatig overzicht van het systeem, zoals dit bij het Rijk voorlopig is inge- voerd. Enerzijds analyse in onderdelen met afzonderlijke waarderingscijfers, an- derzijds, vooral ook als controle, verge- lijking met andere omschreven standaard- objecten. Inleider maakte in het bijzon- der opmerkzaam op het grote belang van het verantwoordelijkheidsgevoel. Wan- neer men bijvoorbeeld door een fout te maken een kostbare machine beschadigt, of anderszins een deel van het produktie- proces stillegt, bepaalt zulks mede het positieve belang van een goede taakver- richting, en daardoor de waardering van de taak.

Toepassing van taakanalyse leert ons bijvoorbeeld, en dat is een van de nuttig- ste effecten, dat zeer eenvoudig admini- stratief werk in de zin der taakanalyse lager moet worden aangeslagen dan de verrichting van zeer vele handarbeiders.

De landarbeider bijvoorbeeld volbrengt een hoog-gekwalifice.erde taak. Hij is een veelzijdig vakman, die dikwijls zelfstan- dige beslissingen moet nemen, meer dan een aantal administratieve ambtenaren.

Dat de ogen van ons volk mede door de taakanalyse hiervoor open zijn gegaan achtte spreker een nationale winst. Bij de waardering van eenvoudige admini- stratieve werkzaamheden moet men reke- ning houden met de stijging van het ge- middelde ontwikkelingspeil in de maat- schappij in Nederland. De kunst van le- zen, schrijven en tellen beheersen komt minder zeldzaam voor dan honderd jaar geleden, en dat weerspiegelt zich in de beloning. Van de arbeider-vakman wordt in wezen eerder meer dan minder ge- eist dan vroeger, en hij blijft daardoor een betrekkelijke zeldzaamheid. Er zullen zich dus, ook binnen de ambtelijke dienst, door de taakanalyse verschuivingen gaan voordoen in het traditionele patroon van relatieve salarisverhoudingen tussen handwerkslieden en lagere administratie- ve ambtenaren. De rechtvaardigheid brengt echter mee, dat de overheid zich nu juist niet hoofdzakelijk door overwe- gingen van taakanalyse behoeft te laten leiden. Bij groeiende economische wel- stand mag naar het oordeel van spreker taakanalyse eigenlijk alleen betekenen

HBu,

Het nationaal inkomen is nu eenmaal een beperkte grootheid, en meer verde- len dan in een gegeven politieke situatie beschikbaar is betekent onherroepelijk in-

flatie.

Bezitsvorming

I I I I I I I I

Een persoonlijk contact met onze ervaren deskundigen waarborgt een

verantwoord advies.

Vervolgens moeten wij er van uitgaan, dat het aantal ambtenaren in verhouding tot de totale bevolking in de laatste de- eennia sterk is gestegen, terwijl ook het administratieve personeel in dienst van particuliere bedrijven voortdurend toe- neemt. Deze groepen tezamen eisen een belangrijker deel van het Nederlandse volksinkomen op dan vroeger.

De niet-gebruikte marge van het na- tionale inkomen vertoont verder de ten- dens steeds kleiner te worden, waardoor de elasticiteit verdwijnt. De in mach- tige vakbonden verenigde werknemers beschikken over alle accountantsweten- schap en alle economische inzicht en trachten, wederom van liberaal standpunt uit geenszins verwerpelijk, voor hun Ie-

Ook voor beleggingen:

I

de HBU ·

I

HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.V.

I

L _____

AMSTERDAM • DEN HAAG • ROTTERDAM .. -.

....

I

verbetering in de eerste pla;~ls van het salaris der onderbetaalde arbdders-vak- mensen, nimmer verslechtering van de positie der administratieve werkers. Spre- ker hoopt dat dit in liberale luing alge- meen zo gezien zal worden.

Aan de merit-rating ligt de l(ezonde ge- dachte ten grondslag, dat bij een hogere prestatie een hogere beloning behoort. Er rijzen diverse belangrijke vragen.

Moet de personeelsbeoordeling gesyste- matiseerd worden? Is het systeem zoals het Rijk zich dit op dit ogenblik voor- stelt, en waarover de heer Van Riel het een en ander vertelde, werkelijk bruik- baar. Deugt het misschien alleen voor grote complexen als bijvoorbeeld de P.T.T., waar veel relatief eenvormige en daardoor vergelijkbare arbeid wordt ver- richt. Is een beter systeem misschien niet de merit-rating via het promotie-beleid te doen geschieden, en, waar dit niet kan, merit met een gratificatie of een extra periodiek te belonei1.

Spreker gaf aan de laatste oplossing voor zich in de meeste gevalll'n, niet in alle, de voorkeur.

Het is beter êen mens slechts af en toe in het geheel van zijn persoon en zijn prestaties te bezien, met inschakeling van controle- en vergelijkingsinstanties. Het bijhouden van notitie-lijsten en het geven van wisselende meritvergoedingen zal stellig dikwijls tot spanningssituaties lei- den. Weinig beoordeelden zullen willen en kunnen inzien waarom zij nu juist precies 5 centen .minder per uur ontvan- gen dan een ander. Veel eerder accep- teert de gewone mens dat el'n andere medewerker, wiens verdiensten als amb- tenaar hij grosso modo ook wel ziet, wat sneller promotie maakt. De prestatie is bovendien van zoveel onweegbare facto- ren als huiselijke omstandighedt•n e.d. af- hankelijk, en de rechtvaardigheid. brengt mee dat de chef daarmede toch wel re- kent. In haar kwasi-exactheid, <'11 vooral nooit geheel bewijsbare exactlwid, is de merit-rating in zekere zin een achteruit- gang, in het ambtelijke tenminste, waar spreker het over heeft. Zij spiegelt een nauwgezette economische waardering voor van een bepaalde prestatie, terwijl de nauwgezetheid onvoldoende vaststaat, en het economische, zelfs theoretisch, he- lemaal niet het doorslaggevende bij het ambtelijk personeelsbeleid kan zijn.

Wat de verantwoording van de resulta- ten der merit-rating tegenover de beoor- deelde medewerkers betreft verwacht spreker ook veel moeilijkheden in de menselijke sfeer. Hoe weinigen zijn in staat om op objectieve, rechtvaardige en toch tactvolle wijze een evenmens in de letterlijke zin op zijn nummer te zetten.

En hoeveel mensen kunnen de waarheid over zichzelf aanhoren zonder óf minder- waardigheidsgevoelens te krijgen óf res- sentimenten te gaan koesteren.

De heer Van Riel vreesde dat de op zich- zelf lofwaardige poging tot objectivering, die in het thans voorgestelde systeem van merit-rating is gelegen, meestal tot mis- lukking zal zijn gedoemd. Wij moeten ons dan ook afvragen of de voordelen van dit schijnperfectionisme wel de moeite en de kosten waard zijn.

Ook de voorgeschiedenis heeft in dit verband enige betekenis! Op een gege- ven ogenblik waren de ambtenaren in beloning achtergebleven. Het laatste kabi- net-Drees wilde aan de op zichzelf ge- rechtvaardigde wensen van de ambtena- ren tegemoetkomen, maar vreesde het be- kende optrek-effect over de gehele linie teweeg te brengen. Om de pai·allellisatie met het metaalbedrijf te kunnen handha- ven sloeg men, ter vervanging van het in het metaalbedrijf gebruikelijke systeem der tarifiëring, in beginsel echt meten en wegen, de weg van de merit-rating in, wat voorlopig althans niet veel meer dan schijn-meten-en-wegen is. Spreker kon deze nood-oplossing wel begrijpen maar niet bewonderen. Hij hoopte dat het nieu- we kabinet meer moed zal hebben dan het vorige en een zelfstandig, openhar- tig en eerlijk loonbeleid zal durven voe- ren, zonder kunstgrepen en kunstgreep- jes, die de overheid toch eigenlijk niet passen.

Praktisch is de merit-rating aan de la- gere publiekrechtelijke organen opgelegd.

Immers: zonder belofte van doorvoering van merit-rating geen loonsverhoging.

Een bedenkelijk staaltje van centralisatie.

Wat het Rijk wilde, was in de eerste plaats een z.g. nauwkeurige genormali- seerde taakanalyse, en vervolgens alge- hele gelijkschakeling, ook wat het promo- tie-beleid aangaat. Bij de lagere publiek- (Zie vervolg op pag. 5)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Na ontvangst van de benodigde gegevens van de school van herkomst volgt een intakegesprek met leerling, ouder, decaan en indien er sprake is van een ondersteuningsbehoefte

De gemeente Utrecht, Rabobank Foundation en maatschappelijke investeerder Start Foundation helpen via een nieuwe financieringsconstructie, een Social Impact Bond, jongeren

13 Dit terwijl de minister, zonder te handelen in strijd met de geheimhoudingsplicht van de toezichthouders, een overzicht had kunnen geven van het aantal bezwaar-

Aangezien de instelling slechts drie opleidingen telt, kan men zich de vraag stellen of het zinvol is om een afzonderlijke regie uit te werken voor de borging van de kwaliteit van

Na te hebben geconstateerd dat de hogere vorming, niet alleen op de Hogere Krijgsschool, maar ook op de Marinestafscholen en de Luchtmacht- stalschool, voor ingrijpende

De Algemene Rekenkamer heeft haar onderzoek uitgevoerd door voor alle 1 501 betrokken ambtenaren het personeelsdossier door te nemen en vast te stellen of de volgens haar

Als maatregelen aan de bron niet mogelijk zijn moet worden onderzocht of maatregelen getroffen kunnen worden in de overdrachtsweg van de bron naar de ontvanger.. Het gaat hier

Het vaststellen van een Hogere Waarde is ingevolge artikel 110a, vijfde lid, van de Wet geluidshinder slechts mogelijk wanneer wordt vastgesteld dat toepassing van maatregelen,