• No results found

Mr. Vonk ziet, geen verhetering. Ïll bet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mr. Vonk ziet, geen verhetering. Ïll bet "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 1 S December 1951 - No. 119

VRIJHEID IN DEMOCRATIE

Vrouwen bouwen

(pag. 7)

WEEKBLAD· VAN· DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Nogmaals: Christelijke Levensbeschouwing . . ··en Liberale Staatkunde

(Slot)

U it de reeks van beschouwingen, die wij op dit punt ontvingen, brengen wij onze lezers nu in hoofdtrekken die van ds P. D. van Royen.

Hij is van oordeel, dat menig letzer zowel in het standpunt viln de heer Meyer als in het onze veel van de eigen overtulging teruggevonden zal heb·

ben en hij acht dan ook beide betogen niet aan·

vechtbaar. Zijn bezwaar richt zich. veeleer tegen de zinsnede uit ons beginselprogramma, die spreekt van .,een samenleving als. de onze, die rust op de zedelijke beginselen van het Christen·

dom". Deze zinsnede acht hij onhoudbaar. reeds omdat ds Van Royen met de heer Meyer· gelooft, dat de werkelijkheid deze stelling weerlegt.

Echter ook om een andere reden en wel deze, dat het Christendom uit de aard van zijn wezen geen godsdienst is en was, welke een maatschappelijke moraal biedt. Zulks in tegenstelling met de Joodse en Islamietische godsdiensten. Zijn mo·

raal was zuiver individueel, op grond reeds van het feit, d&t het · oud·christelijke geloof gericht was op de wederkomst van Christus en dus geen belangstelling koesterde voor al wat met het voortbestaan der samenleving verband houdt.

Vandaar dat men in het Nieuwe Testament geen

. .,=;tp=~··aan~t.• nog mi~·Mn

Eerst de Rooms-Katholiel{e Kerk bouwde - na de ondergang van het West-Romeinse Rijk - een leerstelsel op, dat naast een heilsleer en een individuele moraal ook een maatschappij·

leer omvatte. Zij maakte daarbij gebruik van de Grieks-Romeinse erfenis: het Romeinse recht en de stoïcijnse zedeleer. Het Calvinisme volgde het Rooms-Katholicisme hierin na, met dit voorbe- houd dat het in zijn maatschappijleer meer van het Oude Testament uitging dan van het Grieks·

Romeinse erfgoed.

Nederland heeft zowel in zijn Katholieke als in zijn Gereformeerd·e periode een nauwe samen- hang tussen Kerk en Staat gekend. ::>e Franse Revolutie bracht scheiding van Kerk en Staat, een .. scheiding, die het Liberalisme handhaafde.

Met echt liberaal·en anti-clericaal pathos -- al·

dus ds Van Royen - poneert de heer Meyer dan ook: .,De strijd van het liberalisme is in wezen een strijd tegen het obscurantisme, hoe ook ver- huld en door wie ook bedreven". Dit obscuran- tisme impliceert - voegt ds v. R. eraan toe - kerkelijke pretentles op het gebied der samen- leving, welke niet voortvloeien uit de christe- lijke moraal.

Aan de andere kant erkent ds Van Royen dat wij er tolkomen terecht op wezen, dat in onze tijd de, Strijd· zich niet alleèn tègeil. ol)scU~

rantisme en etencalisme behoort te richten, doch evenzeer tegen ·het grote gevaar van een totaal geestelijk en zedelijk nihilisme. Tegen deze ach- tergrond kan hij begrijpen en billijken, dat ons program gewaagt van het Christendom als gees- telijke en zedelijke. kracht in de strijd tegen het nihilisme. Noemt men onze beschaving een christelijke, dan loopt men, aldus ds Van Royen, evenwel het gevaar misverstaan te worden, want dan rangschikt men onder de christelijke noe- mer veel, dat welbeschouwd met het Christen·

dom naar Zijl). oorspronkelijke betekenis weinig te maken heeft. Bovendien neemt het aantal on- kerkelijke Nederlanders met 'de dag toe. Het zou van kerkelijke kleingeestigheid getuigen, deze volksgroep in haar geheel als "nihilil:ltisch"

te qualificeren. (Dat wij daar niet aan denken, achten wo zelfs niet nodig te verzekeren! de R.) Waar zich onder de buitenkerkelijken velen (o.a.

de leden van het Humanistisch Verbond) bevin- den. die evenals bij". orthodoxe en liberale Joden met hun christelijke landgenoten de geestelijke en zedelijke waarden onzer beschaving willen handhaven, zou het onjuist zijn, hun aanstoot te geven . door formuleringen, . welke tot miaver- stand. aanleiding blijken te geven. Daarom dringt ds Van Róyen erop aan, dat onze Partij de zin·

sneden uit ons program, waarin van "z<.'delljke beginselen van het Christendom" sprake ts, in dier voege zal herzien, dat een ieder - kerkelijk dan wel onkerkelijk - zich er volledig mee zal zal kw,men verenigen.

Wij men:n de ~~rekking van de betoger. on- . zer brlefschrlJvers zo beknopt maar ook zo objectief mogelijk samengevat te hebben en zul-

• len nu trachten, even beknopt te antwoorden.

Wat !';.et betoog van de heer Van Dorp betreft, hier moeten we, helaas, op menig punt misver•

stand en verschil van mening constateren, waar- voor wij vooralsnog geen oplossing zien. Dat een liberale partij Kerk en Staat niet gescheiden zou wensen te houden, achten wij even onmQgelijk als dat zij haar leden of het volk in zijn geheel een, weg ter zaligheid zou willen wijzen. of op- dringen. Dat Thorbeeke's Christendom boven geloofsverdeeldheid geen ruggemerg zou bezit- ten, zolang aan dit geloof geen concreet pro·

gramma ten grondslag ligt, achten wij een even gratuite bewering als die andere in 's heren Van Dorps betoog, volgens welke de vrijzinnigheid die wij voorstaan, een vrijzinnigP,eid zou zijn die . er maar op los kan 'leven. Hij lèze er :Tnorbècke< · ... en ons program nog eens ernstig op na: dit laatste spreekt voortdurend van "verantwoorde·

lijkheid", waarbij alleen vrijheid bestaanbaar is.

Op zijn pleidooi voor districtsvertegenwoordigers gaan wij niet in, daar wij het verband tus~en het verkiezingssysteem en de problemen die met de zedelijke beginselen van het christendom samen- hangen, niet zien.

T ussen de heren Ruiter, ds Van Royen en ons bestaat meer overeenstemming dan hun artikelen misschien zouden doen vermoeden. Eer wij tot beantwoording overgaan, wensen wij met nadruk voorop te stellen, dat wij, evenals de heer Ruiter, het bestaan van tweeërlei overtui- ging omtrent vorm en inhoud onzer beschaving onder hen, die zich liberaal noemen, ten volle erkennen. Wij erkennen en aanvaarden ais libe- raal het bestaan van tweeërlei overtuiging bin- nen ons partijverband niet alleen op dit punt, maar ook op dat van .,de diepste levensgrond'".

Van dogmatisme of sectarisme zijn wij even af- ker.ig als wie anders ook in onze partij! Met vol- doening lazen wij dan ook, dat de heer Ruiter het t:e onliberaal en te onchristelijk zou achten om te vermoeden, dat zij die ons program sa- menstelden en de ,.christelijk gefundeerde" artl·

kelen in ons weekblad schrijven, geen ruimte zouden willen laten aan andersdenkende libe- ralen!

De hO(lr Ruiter - en anderen met hem - zien in hetgeen wij omtrent de vrijzinnige par·

tijen in het verleden en de V.V.TJ. in dit tijds·

gewricht schreven, de formulering ener reële tegenstelling weergegeven. Wellicht had'ien wij met een ietwat andere woordkeuze enig misver- stand voorko.men, n.l. door i.p.v. ,.Boden In het verleden" enz. te schrijven: .,Gelijk in het verle- den" enz. Ook de heer H. Meyer wees ons claarop alsnog.

Voor de vroegere vrijzinnige partijen bestond er in de tijdsomstandigheden geen aanleiding, zich over de zedelijl•e grondslagen onzer ~>amen­

leving · uit te spreken. Immers . die gronjslagen wà.ren toen die van het Christendom, hoe dan ook verstaan. Thans is dat anders. In de huidige crisis onzer Westerse cultuur zijn niet alleen staatkundige en economische dénkbt>elden in het geding, ieder voelt dat het. thans inder- daad gaat óók om de zedelijke grondslagen onzer maatschappij, waaromtrent dus een nie•.tw op- tredende partij zich wel moet uitspreken. ·

De Partij' van de Vrijheid, die na de bevrijding in de plaats trad van de vooroorlÓgh-e Liberale Staatspartij en tegelijl' een politiek tehuis bood

aan velen, die tevoren niet bij een partij wa.·en

• aangesloten, besefte dit. ZiJ sprak daarom reeds in haar voorlopig (beknopt) program van de zedelijke grondslagen van het Christendom. De V.V.D. nam deze formulering over.

De hele discussie .draait nu om de vraag: deed de V.V.D. dit terecht?

.

. ..

M ogen wij nu een persoonlijke bekentents . vooropstellen, die wij r.odig achten nu blijkt, dat velen ons beschouwen als de auctor intellectualis van de veelomstreden formulering, althans als degene, die in onze partij bepaalde meningen omtrent de diepste levensgrond naar voren brengen?

De bekentenis is deze: toen de Partij van de Vrijheid een commissie had ingesteld, die de z.g.

geestelijke· paragraaf nader moest ~·itwerken,

waren jui~t wij het, die in plaats van de ten slotte gekozen formulering de voorkeur gav~o

aan een andere, gelijk klaarblijkelijk ook ds Van Royen voorstaat.

Wil dit nu zeggen, dat wij de gekozene onjuist achten?

Aflerminstr .< · •· · ·-

Mits • men in <:te desbetreffende paragraf.:n van ons beginselprogram niet meer .,hineininterpre- tiert•• dan . er staat.

Deze toch spreken van een op christelijke grondslag berustende samenleving als de Ne- derlandse, van grondslagen wortelende In het Christendom, terwijl par. 3 er nadrukkelijk aan toevoegt, dat de partij zich er ten volle reken·

schap van geeft, dat de. zedekundige beginselen van het Christendom worden aangehangen door zeer velen, die de christelijke godsdienst niet belijden.

H et is ons wegens plaatsgebrek te enenmale onmogelijk, naar behoren in te gaan op alle historische, filosofische en theologische ar- gumenten, door onze briefschrijvers aangevoerd.

Hoe gaarne we dat wilden, we mogen ook zoveel geduld als daarvoor nodig zou zijn, van onze lezers niet vergen, die in overgrote meerderheld in dit blad geen wijsgerige discussie!! ver- wachten.

Moeten wij nog verzekeren, dat ook wij oiJ,Ze

Westerse beschaving zien als ene, opgebouwd uit vele en velerlei· elementen? Belangstellenden mogen wij daarvoor verwijzen naar een bro- chure van onze hand "Een schip op het strand", verschenen in de Zwingli-reeks, ds Van Royen . welbekend:

Dat het oudste christendom een sterk-escha- tologische inslag had, staat voor ons even vast als voor laatstgenoemde, al zouden wij in orize conclusies aangaande de betekenis der in het evangelie gegeven zedelijke nonnen niet zo ver willen gaan als hij, omdat wij er toch OO!C weer méér dan interimswaarde aan toekennen.

Van wezenlijk belang schijnt ons &lechts dit:

zelfs als men - gelijk ook wij - aanneemt, dat het oorspronkelijke christendom slechts aoor de trechter van de Grieks-Romeinse beschaving tot ons gekomen is en dat onze Westerse bescha- ving reeds daarom noodwendig een "lnder beeld vertoont dan die waarin de oudste christenen leefden, deze onze Westerse beschaving is een christelijke en wordt zelfs in ons gewone spraak·

gebruik zo genoemd.

En zelfs wanneer men - gelijk wij - grif toegeeft, dat wij in deze onze Westerse bescha·

ving, individueel en collectief verre ·blijven be·

neden de zedekundige normen van het Ch!"isten·

dom, deze zijn toch de normen, die erkenning vinden onder ons, zelfs bij de velen, die dt! chris- telijke godsdienst niet ·belijden.

. (Vervolg .op pag 3, derde kolom)

(2)

VRIJBEID EN DEMOCB.ATIE 15 DECEMBER 1951 - PAG. Z

Mr. Vonk ziet, geen verhetering. Ïll bet

Indonesisch beleid der regering

De begroting van Unie-aangelet{enheden en Overzeese Rijksdelen - De Regering heeft geen beleidsljjnen - Wederom naar een .fait acc~mpli? ~ Goed werk

, MA Mr. ·van SchaJek voor de West ·- /)(1 --Degrotingen van Perltt!er' · ···-, ·- en Waterstaat, de P.l'. T. en het Zuiderzeefonds

Bet waren, helaas, nog steeds •e~ opwekkeilde klaaken. welke . onze woordvoerder bij de beba.ndellng \1aA de IMlgl'otiRrea " _ Unie-aangt'leAJen- beden en van U Diezaken en Overzeese Rijksdelen met betrekking tot. de~

lndoneslä-polltiek van de Regering moest laten horen. Op 6 Juni j.l. had llU de kort tevorea ·~ minister, u Peters, de geestkracht toege- tvell8t, nodig óDl de vedlou~ tot Indonesië te herleidea tot een mimbr Ddsttoostlce tàak dan- toen het geval sebeeD. 'Thans moest de heer Vonk 11it tie Memorie vaa Antwc»ord afleiden, da.t aog steeds ontbreken de \'oort-

~l'enC1held en het laltfatief, die hij toen reeels nodig oordeelde, wiltb (le1 verdere toekomst der ve:tboodlng tussen Indonesië en Nederland niet defi- aithlf ln dDfsteft tJànen wonten gelehJ. De Regering, aldus mr Vonk, doet

echter nog altijd weinig an4en dMl tftuzelén en afwachten wat de toe- komst brengen zal, in stede van de moeilijkheden tegemoet te treden. En toch is het zo, dat deze moeil\lkheden door de tijd. groter worden in stede van kleiner, Hier geldt naar zijn oordeel in elk geval geenszins de regel, dat de krijpman al veel wiat, aJ wint hij Diets dan tijd.

M et betrekkiflat tot de AznbGl;l·

nèzen hier te lande sloot de heer Vonk zich aan-bij de z.i. gerecht- vaardigde critiek van de heer Van de Wetering_ <C.H.), dat deze mensen niet hadden mogen zijn gedemilitari- seerd, waaraan deze toevoegde, dat zij thans alsnog behoorden te wom~n

geremilitariseerd. GeiWemde C.H.·af- gevaardigde toonde zelfs met betrek- king tot de West ernstige bezorgd- heid door de weifelingen der Rege•

ring en vroeg of er ten deze wel richtlijnen waren, of de R.T.C. met de West wel zin had. zolang de Eilandenregeling voor de Antillen nog niet eens werkte, of de agrari- sche en industriële opbouw in Suri- name niet mislukken moest, nu de Regering een;djdige arbeid leverde en de bedrijfsmensen, hoewel ze daar reeds gevestigd ~aren, er buiten hield.

In die rede van 6 Juni had de heer Vonk geplei-t voor eert krachtige, doeibewuste Nederlandse politiek, welke een ruggesteun zou betekenen voor de Regering.Soeki-

man. welker leider (dr Soekiman) boofd is van de grootste partij in In- dtmesi@, die door haar godsdienstige

~n.l. Islamietische) grondslag princi•

pieel anti-eolnlllUnistikh · is. Een kraehtige houding van &me Regering, zo was (en is) de overtuiging van de heèr Vonk, tegenover eisen, die on- der druk van het Indonesische extre- misme werden gesteld, zou in wezen een steun betekenen voor de Indone- sisehe Regering. Zou ·de Regering·

Sftldman het extremisme Uiteinde- lijk meester zijn geworden op de bó-

.-m van de Islamietische afweer te-

~enover het communisme,. dan zou ltet ook wel gemakkelijk zijn de :rechtsvormen te vinden om de dan stellig herboren wordende goede ver- houding tussen de beide landen in 1radaten om te zetten.

"' .. ..

D ergelijke beleidslijnen miste onze woordvoerder echter ook thans nog -bij de Regering. Er zijn immers in wezen nog steeds in het

~eel geen beleidslijnen. De Rege- ring heeft de brandende vraagstuk- ken in de- ijskast gestopt en Iaat ze daarin rustig zitten. blijkbaar m de

Daieve verwachting, dat branden zul- len bevriezen. De heer Vonk kon hier sleehts tegenover stellen, dat het in fndonèSil! nooit vriest, vroeger niet en nu nog minder!

Bepaaldelijk ineorreet achUe de laeer Vonk het. dat de llererinr het bestaan heeft" deze berrofillfen bij de Kamer In te dientm Iloader In tlé Me~

morle van ToeliehHn&' eafrerlel poli- tieke be~ellouwlll&' ner de verbou-

dbar tussea :ImHaeslë en Nederlalld op te nemen. De Memorie van Toe- lichtiar .Is ee~tvoudlg niet .afkQIDStig . van een Regerior. maar wel van "een et ander administratiekantoor".

* * ..

De Regering is, zo vervolgde de heer Vonk, niet openhartig te- genover de Kamer en men ruikt nu reeds het komende "fait accompli".

Ik aarzel niet te zeggen, dat dit in-

~orrect is, Helaas vrees ik, dat dit 'lmldongen :leit niet veel anders zal zijn dan het miserabele voldongen feit van de zwakken, die bij voorbaat reeds een beroep doen op overmacht en daarmede rechtvaardige en recht- màtige zaken onverdedigd en dus on- · beschermd laten. Zo was het in het verleden en zo zal het ook nu wel

weer gaan.

Daartegenover stelde mr Vonk nogmaals, dat er slechts één poli- tieke stelregel voor Nederland met kirekking tot Indonesië kan gel- den: zodra gij gezorgd hebt voor een normale openbare orde en rust

m Indonesië, voor een waarlijk de-

mocratische structuur en voor een waarachtige rechtsbedeling_, zullen Uw daardoor gerecht-vaardigde wensen binnen Uw bereik komen, want Nederland zal daardoor tot de wederkerig gerechtvaa.rdigde overtuiging komen, dat aan die wensen niets meer in de tl>eg be- hoeft te staan. . .. .

Zonder deze stelregel, zo voor- spelde de heer Vonk, zal de verhouding tussen Indonesië en Ne- derland van kwaàd tot erger verval- len. Men vergiSse 2im niet:'die stel•

regel is niet "koloniaal", doch van · volkenrechtelijke waarde. Ook de U.N.O. is goeddeels op deze grond- regel gevestigd en v-ia de waardering voor de goede trouw in de naleving van gesloten overeenkomsten. De heer Vonk gaf de verzekering, dat als cte Nederlandse Regering deze stel- regel :tou toepassen met de vaste overtuiging, daarmede beider belan- gen en tevens het recht te dienen, In·

donesië daarvoor allerminst ongevoe- lig zou blijken. omdat dit de lnt:lone•

sit!rs stellig ligt, En in elk geval zou uit toepassing van deze beleidslijnen een waarachtig en overal ter wereld houdbaar standpunt geboren kunnen worden, dat "het zielige beroep der Regering op onzekerheden zou om- zetten in een welbewuste en over- tuigde beleidszekerheid".

De heer Vonk achtte dat allemaal·

terecht gestelde vragen, maar merkte toch op, met betrekking tot de West minder pessimistisch te zijn door zijn vertrouwen in mr Van Schaick, wie hulde moest worden gebracht omdat hij nog steeds zijn schouders zette on- der moeilijk werk, dat niet meer tot zijn e~genlijke t:aák· \lehoort.

B ij de behandeling van de

groUng van Verkeer en Water- staat sprak van V,V.D.-zijde allereerst de heer Zegering Hadders, die ver- klaren kon, zicll in grote lijnen gaar- ne met het gevoerde beleid van mi- nister Wemmers te kunnen vereni- gen. Dat neemt natuurlijk niet weg, dat er altijd nog wel wensen en vra- gen overblijven. Ze betreurde spr.

het, dat de minister gedwongen was, de begroting. als gevolg van de finan- ciële omstandigheden, sterk te be- snoeien. Natuurlijk kon de heer Had- ders het billijken.. dat op alle begl'Q- tingen bezuinigingen werden toege- past Echte bezuinigingen, die een be- perking van allerlei bureaucratie

DEZE BURGER

heeft zich -.wat U van deze bu1·ger niet 17e1·wonderen zal - oprecht veTheugi. over alle eerbied die dezen burgers opper- burger, P. J. Oud, Op diens vijf-en-zestigste vel'jaardag is betoond.

Dat deed den burger goed.

Niet alleen omdat deze eerbied P. J. Oud zozeer toekomt en omdat het iederen mens, hoe hoog op de kleine, smalle, moei- liJke ladder van 's mensen leven hij ook gekomen is, wel goed -moet doen eens te bemerken hoe goed 4nderen over hem

denken.

Ook niet alleen omdat P. J. Oud de hoogste huidige ver- persoonlijking is van de liberale ideologie, die dezen. burger het dierbaarst is van alle ideologiën op aarde.

Doch vooral en voornamelijk als reeks van menselijke daden voortkomend uit- en ingegeven door menselijke eerbied jegens den voortreffelijken medemens: de eerbied voor de eerbied - waardige tegenstander, die haar weg vond in gesproken en ge- schreven woorden.

Het is altijd goed te ervaren wanneer numnen over het pad dat hun levensinzichten scheidt, met uitgestrekte handen naar elkaar toe-lopen omdat hartelijke genegenheid hun hart daartoe dwingt.

Eigenlijk moest dit niet opmerkelijk zijn. Eig~nlijk moest dit de gewoonste, menselijkste,onopmerkelijkste zaak ter wereld zijn:

ere wien ere toekomt, wie hij ook zij.

Maar, helaas, is zulk een eenvoudige daad niet gewoon meer dat zij ons niet meer bizonder treft.

En zo was alles wat tot en over P. J. Oud gezegd is, ook door hen die hem in veler.lei opzicht verre zijR, zalf voor de ziel voor allen die in Oud hun leidsman zien, onder wie zich bescheiden- lijk schaart:

DEZE BURGER

medebrengen, zijn zelfs principiële noodzaak. Hij kon echter niet ontko·

men aan de indruk, dat dit Departe- ment toch wel in het bijzonder de dupe was geworden van de bezuini- gings-noodzaak. ....

E n nu kan moeilijk Worden ont- kend, dat, zoals onze woord- voerder vaststelde, met investeringen In onze verkeerssector toch grote al- gemene belangen gediend worden.

Het· bedrijfsleven stelt steeds hogere eisen aan ons wegennet en met de voortschrijdende industrialisatie zal dit in tie naaste toekomst zeker nog urgenter worden. Ook mag hierbij toch wel terdege worden gedacht aan de reeds gedane investeringen, die, doordat het geheel niet voltooid kan worden, niet het rendement opbren·

gen, dat ervan verwacht mocht wor- den. Zo dacht de heer Hadders aan de vertraging in de werkzaamheden aan het Amsterdam-Rijnkanaal. Eerst wanneer het gehele kanaal gereed is, zullen van de mlllioenen, die hier- voor geïnvesteerd zijn; de v-ruehten kunnen worden geplukt. Juist omdat de datwn van de gereedkoming reeds 20 vaak was uitgesteld, drong hiJ er bij d~ minister op aan, des ~ doen

wat mogelijk is om de benodigde gel·

den voor ne algehele afwerking als·

nog te verkrijgen. De minister zegt nu wel, dat weliswaar de verbinding Amsterdam-Tiel in 1952 een feit zal worden, maar het is toch bekend, .tat het Merwedekanaal voor de huidige behoeften van het verkeer van Am- sterdam met de Rijn ten enenmale envoidoende is.

• •

In de Memorie van Antwoord was medegedeeld, dat hét in de lle- doeling lag, dat het personeel van de

R~ikswaterstaat door gaat met het voorbereiden van grote werken: di~

in het bijzonder om, indien er werk- loosheid komt, deze werken dadelijk te kunnen uitvoeren. De· heer Zege- ring Hadders vroeg zich echter af' ol bet niet beter zou zijn werkloosheid te voorkomen door voort te gaan met de verdere verbetering en vergretlng vari onze wegen en kanalen. In het bijzonder betreurde hij daarbij de vertraging der uitvoering van die werken, die voor de bestrijding van de toenemende verzilting meeten worden ondernomen. In dit verband betreurde hij in hoge mate de ver- traging van de werken ter verbete- ring van de watersta~ op de Gelder- se IJssel en de kanalisatie van de Neder-Rijn en Lek, die weer verband houden met genoemd probleem en de drinkwaten•oorziening in Jtet Westen des lands.

B ij elke beg1·oüng, maar in het •••

bijzonder toch wel bij die van Verkeer en Waterstaat, komen onder- werpen voor, die telken jare ter spra- ke moeten worden gebracht. Dat geldt hier met name voor de moei- lijkheden van de waterschappen en het personen· en goederenvervoer langs de weg. Het ligt voor de hand en i~: ook volkomen juist, dat een Kamerlid, ook al heeft hij vorige ja- ren reeds over deze zaken gesproken, daarop ook een volgend jaar weer te- rugkomt, wanneer hetgeen hij onjuist achtte nog steeds is blijven bestaan.

Gezien de niet onbeperkte ruimte, . waarover wij voor ons overzicht be•

schikken, willen wij op die gromt dit- maal echter volstaan met te vermei•

den, dat de heer Hadders wederom uitvoerig en met nadruk wees op de

<Vervolg op par. 5)

(3)

,

(J.(Jn WEEK tot WEEK )#...

Die kapitalisten torh (1)

; In ons ,nummer v.an 1 Dec,ember scl)reven we

; , qvtîr de w~ze: v~n voorUchting van' ,,Het Vrije Volk"; in d1t geval op finaneieel terrem.

Ge~emd blad reageert hierop met een hoofd~

artikel. Het zegt dat wij kraaien. Nu goed dan, maar kraaien is toch altijd nog een symbool van waakzaamheiè. Laten wij dan zeggen dat. zlj zin- gea. Bij het lezen v;an het artikel komt ons .eebter onwtllekeurig het gezegde in gedachte dat ieder

vogeltje,~ .zoals het gebekt is. In het artikel betoogt· de redactie dat ··.V ij haar nièt fni>Chten beschuldigen gelijk wij' deden naar aanleiding 'VIln

haar mededeling ·van gunstige resultaten· van het Unileverconceru,. ~ij , vpert daatzbij 1\.an· dat het .,Algemeen Handelsblad", "'!'rouw" en ,;De Maasboc.'le" eveneens van een bevred'igen9.. j~ar

voor de Unilever spraken. · ' · · ·

I~:tderdaad, .dat is zo en er zullen ongetwijfeld

nog ·y~ meé~ ~nten geweest zijn die in gelijke zin gesclu;evep. :hebben.

Mààr .,H.V.V." zal toch zeker wel weten dat wanri_eer · · twee hetzelfde doen, bet daarom nog niet hetzelfde is. Bedoelde kranten, die regelma- tig op veel ruimer schaal financiële berichten geven, geven die als nieuws. Bij "H.V.V." dat sporadisch financiële berichten publiceert menen we daarom met recht te mogen betwijfelen of bovengenoemde reden de drijfveer tot bekend- 1llaking is.

Ongunstige bedrijfsresultaten en tegen.slagen voor kapitaalbezitters komen, en we kunnen ge- zien van het standpunt van ,,H.V.V." dit best be- grijpen,· in zijn kolommen niet voor. Daarom heb- ben publicaties in dit blad, zoals in het geval van Unilever, dan ook een verdachte bijsmaak.

Die kapitalisten toch (11)

V erder tracht de redactie nog ons argument van de hoge inschrijvingen op de Prov.

Geld. Electr .. Mij, t.w. dat deze op grond van ma- joreren zo hoog waren, te ontkennen, alleen maar, door te beweren dat het niet juist kan zijn.

Wij willen niet het tegengestelde beweren, doch aantonen en wel door het feit dat de beurskoers thans nauwelijks pari noteert.

Afgezien van majoreren lopen bij inschrijvingen

ctal ·van cpe:l!BOlleR mede,, .Gi~ ook nog te- optimis- tisch zijnde, cfsoboon. zij .}let geld niet hebben, of eigeelijk. niét kunnen cmissen, . ook. inschrijven, in

·de' hoóp een graantje mede .te knnnen pikken.

· Déze lieden ·verschijnen ·dan onmiddellijk na de . inséhrijving met hun stukken op de markt, met een resultaat als bij :de 4lh % lening Aku (waar- aan bovendien nog een bijzondere attractie ver- bonden was), waarvan de financiële medewerker van ,.H.V,V." in zijn beursverslag dan ook moest schrijven "De notering van 101% blj een inschrij- viqsprijs van 101 'Viel enigszins t(!gen" (In ge- nqomd belf.rsov~r~cbt .ita.at (ioor een zetfo1,1t een verJ«:erde k~rs, _milar lOl 'A. is juist.>

Wanneer J;J.et kapitaal w~rkelijk ruim geweest zou zljn, had dit 6ftgetwljfeld in de koers tCit uit·

drukking moeten kameJl.

Abl .. M.V.V," poven ltijn artikel (lan ook een kQP plaatSt.: Waar }let om ging, dan zeggen we, ~lat weten·we wel en we herhalen "om een onltlffi()ti-

0 veerde stemming tegen "het kapitaal'' aari 1;e wak- . kerea':'. ,

Ka.r -a prGpGS watm~r ,het bedingen van 4lA % ,reow door de kapitalisten, door de re!iactie van ,,H.V,V." als een onduldbare baatzucht wordt be- -schouwd, welke kwalificatie moeten WEl dan ge- .bruiken, voor haar idell,listische partijgenoten en

geestve~;wanten en rode vakverenigingen, die des•

tijds aan de Arbeiderspers geld leenden, eveneen.s tegen een rente van 4% ~?

· Eiamen~eld~ (1)

· · z eer onlangs maakte dr 11'. c. Dominieus te . , Den Haag in de N.R.C. enkele: kantteke·

ningen met betrekking tot de begrotingscijfers voor onderwijs, kunsten en wetenschappen, waar- . pij hij terecht opmerkte, geschrokken te zijn over

de hGogte van (leze cijferB . en (j.e m()t)ilijkheden d,er financtering hierv~n. Hij wees daM-bij tevens , op de zonderlinge inconsequenties .. m~t be-

treliking tot de ~e:ffing v~n examena;elden. In-

conse.q~,tenties,. die de schatkist op een niet onbe- . ~grijke wijze benadelen. Als men een: Ut!iversi- tair examen wenst af te leggen, moe~ ,men f 60

· . betalen. :Een çandidaat,. voor het Mulo-examen

· -.betaa.lt f. 2<1, alvorens hij tot het examen wordt toegelaten. Ditzelfde geldt voor de. leerlingen der Kweeksch.olen voor. onderwljtlers en onderwijze- ressen ... Bij · de laatste wordt de gestorte som evenwel terugbetaald, als de candtqaat ntet slaagt. .Hi4rtegenov.er staat, dat bij de eindexa- . xnens Gymnasium, B.B.S., Zeevaartscholen, AJ:li..

bachtsscholen, Avond-nlJverbeidsscholen enz. ge1n1 exàmengeld wordt .ge€!1st. Tereebt wgst dr Do- : ·minicus erop, dat . dit het rljk op tor.nen kcmt te

staan, doch afgatea ·hiervan is de inconsequen- tie ~n dit opzicht wel zeer merkwaardig eu iou

men zeker meel- uniformiteit dienen te betrach- ten. D.w.z. öf examengelden eisen over de ge- hele linie, öf deze afschaffen. Gezien de finan- ciële positie, waarin het rijk verkeert, lijkt uni- torroe doorvoering van het .betalen van examen- gelden het meest gewenst.

Examengelden (ll)

H et vorderea van examengelden lijkt ons niet alleell vera,ntwoord op grond van 1e finan- , ciêle positie van ons Rijk - hetgeen ten&lotte

een biJkomstige omstandigheid is - docll mede, onldat ttet diploma een bewijs, is, waarmede in bet maatschappelijk leven iets kan worden be-

, reikt. Het diploma is· èen sleutel, waarzmde di·

. verse'·deuren ltunnen worden geopend en het is

·op ûehzelf onjuiSt', dat die sleutel gratis· 'ver- krijgbaar zou zijn. Buitendien zit aan dit vraag- stuk nog een belangrijke psychologische kant.

Immers, hij die :met goed gevolg het examen af- legt, zal zeker gaarne bereid zijn voor zijn pas verworven diploma een vergoeding te geven.

Men dient niet te vergeten, dat het examen af- nemen op zichzelf reeds een kostbare geschiede- nis is, die tenslotte op een of andere wijze dient te worden vergoed. Zo gaf de laatste onderwijs- begrqting als kosten voor gecommitteerden bij de. eindexamens Gymnasium een bedrag aan van f 91.500,-;-. Voor de H.B.S. 5-jarige cursus be- dragen de kosten :f 193.500,-; ·voer de middel- bare Meisjesscholen f 29.600,-; voor de examens van acten van bekwaamheid tot het geven van nijverheidsonderwijs f 142.000,-. Zoals reeds opgemerkt, deze kosten dienen er weer uit te komen en de gedachte van dr Dominicus om de onderwijsbegroting te ontlasten door het heffen van examengelden, lijkt ons het bestuderen on- getwijfeld waard, temeer, daar hij komt tot een berekening, die een onlwstenvergoeding aan- wijst van ongeveer vijf ton.

Persvrijheid (1)

H et valt niet te ontkennen, dat de Neder- . landse voorlichtingsorganen in ons land door de jongste stijging van de papierprijzen in ernstjgc moeilijkheden dreigen te geraken. Dit geldt niet alleen voor de z.g. dagbladpers, doch eveneens voor de periodieke pers, die lie vak-, week- en and~t"e bladen verzorgt. ,Het is met de stijging der krantenpapierprljzen, vooral na het beëindigen van de oorlog, wel zeer snel bergop~

waarts gegaan. Betaalde men in 1937 voor 1 kilo krantenpapier slechts f 0.07%, op 1 Januari a.s.

zal voor eenzelfde hoeveelheid f 0,84 moeten worden betaald, of ruim 11 maal zoveel. Voegt men hierbij, dat de drukkosten sinds de bevrij- ding mtgenoeg zijn verdubbeld, dan blijkt wel

dui~lijk met welk' een zware exploitatielasten onze lj}aden en periomeken op het ogenblik zit·

ten. Paartegenover staat, <lat de ac;Jvertentie- tarlev•n en abGnnementsge~Ji weliswallx zijn

vetilQogd, doch dat deze verl\Ogtngen, vooral bij

~ periodieke peri!, geen gelijke tred hebben ge-

h~en met de stijgeJldo koaten. Vooral de ad- vertentiemarkt is eepmaàl gebonden aan be- paalde normen, die zeer mo~Utjk k'Unnen wordel:l

·ovor3cll~en, Ovel'$Chri)dt men die normen Wel, 4an. is bet gevolg, dat het a,dvertef1ln !\!neemt en dus de inkomsten niet vergroten,

Kortom, onze voorliehtingaorga.nep. çver de gehele linie bevinden zich in eJID .uiterst moeilijke positie en wij .staan voor het àrel,gende gevà!U', dat de stijgende exploitatiekosten m~eten wQfden goedgemaakt door drutisch op bet papierver•

brulk te bezuinigen, hetgeen echter een nog grq•

ter gevaar oproept, n.l. dat men de voorliehtinr gaat , inperken en beknibbelen, Zlllks tot grote

1tebade van ons volk. ·

Persvrijheid (11)

Z eer terecht is op het gevaar, waaraan de persvrijheid blootstaat, gewezen door onze V.V.D.-afgevaardigde in de Tweede Itamer. Mi-·

nister Lieftinck maakte daarop een l!lcuijnbaar breed gebaar, dat in feite niets had te betekenen .en voor de perswereld maar zeer weinig zoden aan de dijk zeL Hij deelde n.l. mede, dat de re- get'Wg bereid waa een tijdel~ke verlaging der invoerrechten op krantenpapier toe te etaan, t.w.

van 4 %. Zeer terecht heeft onze V.V.D.-afge- vaardlgde, de heer Ritmeester, bij de replieken opgemerkt, dat er in ons land pra.ctisclt zeer weinig krantenpapier wordt ingevoerd en dat het leeuwendeel door de firma Van Gelder k Zonen wordt geleverd. De "bereidwilligheid" van

minister Lieftinck k()mt hierop neer, dat zij. per jaar sleehts een halve ton uitmaakt, terwijl de dagblttdbedrijven door de prijsstijgingen tussen de 10 en H mUlloon gulden meer zullen moeten neertellen. liJf ;wllen dus andere maatregeten moeten worden f;etroffen om onze voorllchtfngs•

organen te helpen. J)f) dagbladpers heeft tn dit

15 DECEMBER 1951- PAG.$

verband a.e.ngedr<mgen op afschaffing van de om·

zetbelasting zowel voor advertenties, als voor papier. Het geldt hier een noodkreet, waaraan zeker de nodige aandacht dient te worden ge- schonken, willen wij als democratische staat de garantie hebben, dat ons volk op een behoorlijke wijze blijvend zal kunnen worden voPr:rdicht.

Persvrijheid· is een schone zaak, uoch zij dient niet slechts in theorie te bestaan, doch eok in de practijk te kunnen worden toegepast.

Persvrijheid (111)

N u wij het toch over de persvrijheid hebben, kan het nuttig .zijn er op te wijzen, dat de regering in dit verband sedert geruime lijd ge- heel ten onrechte met twee maten meet. Zijn de dagbladen vrijgesteld voor de omzetbelasting met betrekking tot de abonnementsgelden, deze vrijstelling geldt niet voor alle andere bladen en peripdieken. die niet dagelijks verschijnen. M.a.w.

de.-, z.g. pelriÓdieke ~a wMdt nog eens extra be- last, Het behoeft wel geen uitvoerig betoog, dAt een dergelijke tweeslachtige politiek weinig be- vredigend genoemd kan worden. Meer · noc dar1 de dagbladpers ziet de periodieke pers zich in eea ernstige inate bedreigd hetgeen tot gevolg heeft, dat de voorlichting zowel op eultureel, vaktech•

nisch en economisch gebied, een groot gevaar loopt. Het zou wenselijk zijn, dat de 'regering deze gehele aangelegenheid, die voor de geeste- lijke ontwikkeling van ons volk van zulk een groot belang is, nog eens ernstig onder •Ie loupe nam en maatregelen trof, opdat de ?rije voor- lichting in ons land niet wordt aangetast. Zij zou dan tevens in overweging knnnen nemen geea discriminatie meer toe te passen ten aanzien van bladen en tijdschriften, die wel periodielt, doch niet dagelijks verschijnen.

Moeilijk

E r is van vele kanten een storm van critiek opgegaan met betrekking tot het rege- ringsbesluit, dat de bromfietsers f 14.- wegen•

belasting per jaar moeten betalen, als zij dit be- drag ineens voldoen, terwijl f 22.- zal moeten worden gestort, als de wegenbelasting in vier kwartalen wordt voldaan. Uitlatingen als ,,brom- fietsers zijn blijkbaar rijk genoeg'• en dergelijke zijn op het ogenblik niet van de lucht. Gebruikt men hierbij sentimentsoverwegingen, dan scilijnt deze reg-eling weinig bevredigend. Men dle!lt echter niet te vergeten, dat voor automobilistea een gelijke regeling geldt. P.w.;:;. ®t de·automo•

bilist per jaar eveneens f 8.- meer betaalt, indieo.

hij zijn wegenbelasting in vier kwartalen voldoet.

De lang niet eenvoudige vraag doet zich thans , voor, of men de bromfletsrijders in dit opzlcllt tneer. tegemoet dient te komen dan de automobf·

list. Een vraag, waarop het antwoord· niet zo eenvoudig is te geven.

De redenering immers, dat de bromfietsrijders mtn<ier kapitaalkrachtig zouden zijn, is nint in alle gevallen steekhoudend, aangezien het r,root•

ste deel van de automobilisten hun auto voor hun werkkring gebruikt. Mede op grond hiervan lijkt het ons niet. juist bromfietsrijder en automobilist up «!en vers(lhlllend · n~ve!W-te. behandelen en lijkt ons 4181! het . spret*Woqrd "GelUkt> morinfkltn, ge·

lljke kappen.. veeleef van toepassing.

(Vervolg van pag. 1)

En ~telfs wa11.neer men erkent ~ gelijk ook. Wij bereid llijn te erkennea ~ dat de :IW!delijke MF•

mea van het christendom niet bij uitsluiting die v.,_n het christendom genoemd mogen uordon, • zijn toell althanl!l 66k de normen va.n het chrt•·

tendom, die langs welke we~ de. geschiedenlt vanA h;et Westen moge zijD gega~m, · tooh ,.._

· eigén t7Pe van 'be8ebaving te voorsehtin ge.

braebt hebben, dat verre ván volmaaltt tnog-o zijn., tnaar waarvan wij bet behoud en de ont·

wikkeling de tpzet aehten van heel de erisia, waarin· het Westen beden ten d!!~e verkeert. Dat

· behou4 en die · ontwikkëUng il!l za.ak 66k ~n het Liberalisme, dat uit deze Westerl!e bel!lchaving is voortgekomen en staat of valt met de zede·

lljke beginselen, die haar dragen.

1 n het boek, mr Oud op zijn verjaardag aan- geboden, lezen we over zijn beleid al~ bur- gemeester van Rotterdam, dat de heer Oud il\

de Kamer een Joods afgevaardigdlc had geci·

teerd, dle daar lang geleden 1\ad gezegd, dat hij zieh zedekundig een christen voelde. In de zin van die Israëliet, zo voegde hij er in de Rotter- damse Gemeenteraad aan toe, is de Westerst' be·

schaving een christelijke beschaving, welke deb.

in twintig eeuwen christendom aldus ontwik·

keld heeft. En op die bilSiS achtte hij een brede samenwerking mogelijk.

In theoretische bespiegelingen kttn het de , schijn krijgen, dat de gewraakte formulering uit (Ins beginselprogram ons ver uiteenvoert. Btf

rustige beschouwin&" in liberale geest blijkt zij juist aan te dl.l1aetl w~~ot ons verbindt.

G. A. DE RIDDER.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Na de voorselectie vraagt het college voor een persoon met arbeidsvermogen waarvoor zij beschut werk wil inzetten, advies aan UWF of deze persoon uitsluitend in een beschutte

In het centrum van Venray en Best is Acer cam- pestre ‘Zorgvlied’ als leiboom (geschoren haag- vorm op stam) toegepast door Boomkwekerij Ebben.. Vanwege de beperkte ondergrondse

Als we bomen zo veel mogelijk aanpassen, dan zijn bomen geen obstakels meer, maar misschien wel leuke nuttige voorwerpen?. Een beetje

We wilden er alleen voor zorgen dat het debat over euthanasie opnieuw gevoerd wordt door de nieuwe regering en het nieuwe parlement.&#34;.. De meeste politieke partijen erkennen

Voor de rechtspraktijk is evenwel van belang dat het uitgangspunt dat volgt uit de rechtspraak, dat de declaratie door de zorgaanbieder voor de verleende zorg niet rechtstreeks

In het Hangmat-arrest oordeelde de Hoge Raad dat de bezitter van een gebrekkige opstal op grond van artikel 6:174 BW ook aansprakelijk is voor de schade die wordt geleden door

Daarmee worden nieuwe zorgaanbieders gestimuleerd om de randvoorwaarden voor het leveren van goede zorg op orde te hebben, voorafgaand aan de aanvang van de zorgverlening, zonder

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Argus Clou Natuur en Techniek | groep 7/8 | Je ziet het niet, maar het is er wel?. ARGUS CLOU NATUUR EN TECHNIEK | LESSUGGESTIE |