Vraag nr. 45
van 21 december 2004
van de heer KOEN VAN DEN HEUVEL Willebroek-Noord – Brownfieldontwikkeling In het zuiden van de provincie Antwerpen, meer bepaald in de regio Boom, Niel, Puurs en Wille- broek, de zogenaamde "Brabantse Poort", is er een hoge economische potentie aanwezig.
Momenteel werkt men een studie af die onder- zoekt in welke mate nieuwe industrieterreinen kunnen worden ontwikkeld.
In Willebroek-Noord zijn meer dan 100 ha zoge- naamde brownfieldterreinen beschikbaar. Er is hiervoor een provinciaal ruimtelijk uitvoerings- plan (PRUP) in de maak.
Hoever staat het met dit dossier en wat is de be- leidsvisie van de minister m.b.t. dit gebied in Wil- lebroek-Noord ? Op welke wijze ondersteunt de minister dit dossier ?
Antwoord
De provincie Antwerpen heeft in mei 2004 een voorontwerp van PRUP ter advies voorgelegd aan de verschillende administraties.
Op 28 mei 2004 werd een plenaire vergadering ge- houden waarop door de planologische ambte- naar, na overleg met de afdeling Ruimtelijke Plan- ning van mijn administratie, in hoofdzaak werd gesteld dat het voorontwerp naar beleidsopties voldeed, doch dat, met het oog op het bewaken van de overeenstemming met de ontwikkelings- perspectieven vervat in het Ruimtelijk Structuur- plan Vlaanderen, evenwel enkele elementen dien- den te worden aangepast (meer differentiatie;
meer gericht op regionale bedrijvigheid; proble- matisch qua kantoren, ...). Kortom ... een beperk- te herwerking van betrokken voorstel was nodig.
Uit een recente telefonische navraag, uitgevoerd door mijn administratie, moet blijken dat de bes- tendige deputatie (die m.b.t. dit planningsproces de bevoegde overheid is) betrokken dossier in de periode na mei 2004 niet meer heeft geagendeerd op de provincieraad. Vermoedelijk zal dit in de eerstkomende weken of maanden geschieden.
Het weze evenwel duidelijk dat de problematiek van de brownfïelds een beleidsprioriteit is, die lo-
gischerwijze expliciet aan bod kwam in het Vlaams regeerakkoord én mijn beleidsnota.
In het Vlaams regeerakkoord wordt terzake gesti- puleerd (cf. blz. 72): 'We pakken de problematiek van de vervuilde bedrijfsgronden beter aan door een optimale samenwerking en kostendeling tussen de Vlaamse overheid, de gemeenten en de private sec- tor." In die optiek werd aan de PMV (Participatie- maatschappij Vlaanderen) de rol toebedeeld van medefinancier en actor (dit zou kunnen gebeuren via een PMV-dochteronderneming).
Voormelde beleidsdoelstelling vervat in het Vlaams regeerakkoord werd verder geëxpliciteerd in mijn Beleidsnota Ruimtelijke ordening / Monu- menten & Landschappen 2004-2009 (Stuk 92(2004-2005) – red.), waarin een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd aan de brownfieldproblema- tiek.
De herontwikkeling en herwaardering van oude, vaak vervuilde terreinen levert immers een waaier van voordelen op. Het milieupassief wordt verder teruggedrongen; bestaande gebieden voor indus- trie of woonzone worden opnieuw in gebruik ge- nomen zodat nieuwe, ongerepte gebieden (zgn."greenfïelds") niet moeten worden aangesne- den en zodoende het bodemgebruik op meer zin- volle wijze kan geschieden; ....
Gelet op het gegeven dat het voorwerp van de vraagstelling een proefproject is in het kader van de brownfieldontwikkeling en vanuit het principe van zorgvuldig ruimtegebruik, kan ik dan ook, samen met mijn administratie, de herbestemming en het hergebruik van Willebroek-Noord voor hoofdzakelijk economische functies ondersteu- nen.
Het is echter evident dat vooraleer een definitieve beslissing kan worden genomen over de wijze van ondersteunen (het Vlaams Gewest kan o.a. via de PMV hierbij een actieve rol vervullen) enerzijds een afweging dient te gebeuren ten aanzien van de brownfield-sites met grote ontwikkelingspotentie én anderzijds het Brownfielddecreet dient te zijn goedgekeurd. Betrokken ontwerp van brownfield- decreet werd door de Vlaamse Regering op 28 mei 2004 principieel goedgekeurd. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het verwerken van de adviezen, waarna ik betrokken ontwerp van de- creet opnieuw op de Vlaamse Regering zal agen- deren.