Vraag nr. 85
van 23 december 2004
van de heer FILIP DEWINTER
Imams – Inburgeringscursussen en opleiding Over de inburgeringstrajecten en opleiding van imams bestaat nogal wat verwarring.
De minister wil – volgens zijn beleidsnota Inburge- ring (stuk 84 (2004-2005) – Nr. 1) – inburgerings- trajecten invoeren voor "mensen die tijdelijk en voor de eerste maal in Vlaanderen een levensbe- schouwelijke functie komen uitoefenen", waaron- der uiteraard de imams. In diverse interviews geeft de minister echter de indruk dat deze verplichte in- burgeringscursussen niet enkel zouden gelden voor de nieuwkomers die hun functie voor de eer- ste maal komen uitoefenen, maar ook zouden gel- den voor de reeds actieve imams. De trajecten zou- den in het najaar van 2005 van start gaan.
Anderzijds vermeldt de beleidsnota Inburgering tevens dat er werk zal gemaakt worden van "de in- richting van een volwaardige opleiding voor islam- leraars en imams binnen het Vlaamse onderwijs".
Op 26 oktober vermeldde Het Nieuwsblad : "Mi- nister Keulen richt islamscholen op. Er komen speciale Belgische scholen om imams, religieuze moslimleiders, op te leiden".
1. Welke imams dienen er een inburgeringstraject te volgen ? Enkel degenen die voor de eerste maal hun functie komen uitoefenen of ook de nu reeds actieve ? Over hoeveel mensen gaat het
?
2. Wordt het inburgeringstraject voor imams het- zelfde algemene traject als voor de andere nieuwkomers of betreft het een bijzonder tra- ject ?
3. Zullen imams ter finalisering van hun traject een examen moeten afleggen, of volstaat het bijwonen van de cursus, zoals voor de (overige) nieuwkomers ?
4. Wordt de imamopleiding binnen het Vlaamse onderwijs verplichtend of vrijwillig ? Wordt er in een examen voorzien ?
5. Wordt de financiering van de moskee afhanke- lijk gemaakt van het volgen/slagen van/voor de imamopleiding ?
6. Zal de islamopleiding binnen het Vlaamse on- derwijs inderdaad geschieden binnen "aparte islam- of religieuze scholen", zoals de minister in een kranteninterview stelde, of betreft het leergangen binnen reeds bestaande scholen ? 7. Wat is de verhouding, de relatie tussen het
(imam)inburgeringstraject en de islamopleiding
? Zal de imam die een islamopleiding volgt ook nog een inburgeringstraject dienen te volgen ?
Antwoord
1. Het gaat in eerste instantie om die nieuwko- mers die tijdelijk en voor de eerste maal in- Vlaanderen een religieuze of levensbeschouwe- lijke functie komen uitoefenen. Wat dereeds ac- tieve imams betreft, wordt onderzocht hoe dit gekoppeld kan worden aan hetuitvoeringsbe- sluit (opname als criterium tot erkenning) van het decreet van 7 mei 2004betreffende de mate- riële organisatie en werking van de erkende ere- diensten.
Ik beschik niet over het aantal aanwezige imams in Vlaanderen. Het onderzoek "Moskeeën, imams en islamleerkrachten", uitgevoerd door de Koning Boudewijnstichting, schat dat er 162 moskeeën in Vlaanderen zijn. Aangezien in principe elke moskee een imam heeft, zijn er vermoedelijk 162 imams aanwezig in Vlaande- ren.
2. Het is mijn bedoeling om te onderzoeken hoe het inburgeringstraject voor personen die een religieuze of levensbeschouwelijke functie ko- men uitoefenen,gelet op hun maatschappelijke voorbeeld- en aanspreekfunctie, verder kan gaan dan het "standaard" inburgeringstraject.
In het bijzonder wat het aspect maatschappelij- ke oriëntatie betreft. Voor hen geldt, mijns in- ziens, een bijzondere behoefte om voldoende inzicht te verwerven in de samenleving waarin zij hun functie komen uitoefenen.
3. Vooraleer dat men hierover uitspraken kan doen, dient men in eerste instantie een dergelijk inburgeringstraject op maat te ontwikkelen.
Zodra dit een feit is en geïmplementeerd wordt op het terrein kan men overwegen – conform mijn beleidsnota inburgering en het antwoord op vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordi- ger van 29 oktober 2004 – om na een grondige evaluatie te overwegenom te evolueren van de bestaande inspanningsverbintenis naar een re- sultaatsverbintenis (vraag nr. 33; Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 7 van 4 februari 2005, blz. 556 – red.).
4. Beoogd wordt dat geïnteresseerden in de toe- komst een imamopleiding binnen het Vlaams onderwijs zouden kunnen volgen. Mijns inziens horen bij een dergelijke opleiding ook exa- mens.- Maar hoe- die- opleiding- in- Vlaande- ren- vorm zal- krijgen- en/of hoe- er geëxami- neerd- zal- worden,- behoort tot- de bevoegd- heid van- mijn- collega minister Vanden- broucke.
5. Het is een mogelijke optie die onderzocht kan worden wanneer de imamopleiding in Vlaande- ren een feit is. Eens dit het geval zal zijn, zou men kunnen overwegen om een dergelijk crite- rium tot erkenning mee op te nemen in het uit- voeringsbesluit op het decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erken- de erediensten.
6. Welke plaats de imamopleiding binnen het Vlaamse onderwijslandschap moet krijgen, be- hoort tot de bevoegdheid van mijn collega mi- nister Vandenbroucke.
7. Het is de bedoeling om tot een Vlaamse imam- opleiding te komen, die uiteraard rekening houdt met de context van de Vlaamse samenle- ving. Imams die in de toekomst de opleiding met goed gevolg zullen afronden, dienen dan uiteraard een dergelijk specifiek inburgerings- traject niet meer te volgen. In de tussentijd, tot- dat deze imamopleiding een feitwordt, dienen bijvoorbeeld de imams die tijdelijk en voor de eerste maal in Vlaanderen een religieuze of le- vensbeschouwelijke functie komen uitoefenen een dergelijk traject te volgen.