• No results found

de Communistische

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "de Communistische"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

IN DIT NUMMER

In het kader van '70 jaar CPN' een artikel over de Rode

Hulp: de hulp aan politieke vluchtelingen in de jaren

dertig. Leidraad is het boek van de

IPSO-geschie-denisgroep Groningen. Daarop volgt een bijdrage van

Tara Oedayraj Singh Varma, CPN-bestuurster en

gemeenteraadslid in Amsterdam, over de situatie

van nu.

Onlangs verliet Tineke van den Klinkenberg helaas

diezelfde raad. Burgemeester Van Thijn ging

uitge-breid op haar werk in en Tineke gaf een antwoord. Wij

drukken beide l'erhalen af.

Marcus Bakker hield een drukbezochte lezing over het

PvdA-rapport 'Schuivende panelen'. Hij bewerkte dit

tot een stuk over 'Communisten en

sociaal-demo-craten'.

Fré Meis schreef een boeiend boek over '40 jaar actie',

dat hier door Siep Geugjes wordt besproken.

Jan Berghuis lichtte op een enthousiaste

CPN-con-ferentie een nieuw sociaal-economisch initiatief toe.

Hier zijn bijdrage.

Dan nog een stuk van Anne de Boer over de situatie in

Turkije en de solidariteitsacties met twee gevangen

kameraden (zie voorpagina).

En een stuk van Sjors de Kam over de Vierde Nota

Ruimtelijke Ordening, met name voor wat betreft de

gevolgen voor het Noorden.

Ten slotte schreef Piet van Staveren (zie voorpagina

vorig nummer) 'een aanvulling' op het interview met

Eric Mol.

POLITIEK EN

CULTUUR

48ste jaargang nr. 2 mei 1988 Redactie Max van den Berg Jeanette van Beuzekom Jan de Boo Pim Juffermans

Leo Molenaar !hoofdredacteur) Wiky van Rijssel (redactiesecretaris) Jos van Dijk

Lay-out Bram IJzerman Correctie Eric Mol

Ons gironummer is: 1 7 31 2 7 De abonnementsprijs is f 32,50 per jaar

Een los nummer kost f 5.75 en is te bestellen door f 6,50 (incl. porto) over te maken

op postgiro 173127 t.n.v. uitgeverij Pegasus, met vermelding van het gewenste nummer. Correspondentie over betaling en verkoop s.v.p. zenden aan de administratie van P en C, p/a uitgeverij Pegasus, Leidsestraat 2 5, 1 01 7 NT Amsterdam. Alle correspondentie over de inhoud richten aan Redactie P en C, Hoogte Kadijk 145, 1 01 8 BH Amsterdam. ISSN 0032-3349

INHOUD Communisten en

Rode Hulp in Groningen Dirk Akkermans Werk onder migranten en vluchtelingen

Tara Oedayraj Singh Varma Sociaal-economisch

initiatief h.ard nodig! Jan Berghuis Een aanvulling

Piet van Staveren

57 65 68 70 sociaal-democraten Marcus Bakker 74

Een feministe in een macho-college

Ed van Thijn,

Tineke van den Klinkenberg 80

Het Noorden en de Vierde Nota

Sjors de Kam 86

Turkije - achtergronden

Anne de Boer 92

Fré Meis - 40 jaar actie

(3)

Rode Hulp

Groningen

De Rode Hulp, een organisatie waarin Leer vele communisten actief waren, vormt een goede illustratie voor de manier waarop de CPN in de jaren dertig aan twee belangrijke principes van haar poli-tiek vorm gaf: antifascistische strijd en internationale solidariteit.

De hulp aan Duitse antifascistische vluch-telingen in de periode 1933-1940 nam daarbij een bijzondere plaats in.

De 'machtsovername' van 1933

Eind januari 1933 werd Hitler benoemd tot Rijkskanselier. Onmiddellijk daarop begon een heksenjacht op communisten,

'De Moorsoldaten'. Het lied ontstond in het kamp Börgermoor in 1933.

PC

ID

vakbondsleden en sociaal-democraten. De nazi's wisten een groot aantal van hen te arresteren en op te sluiten in con-centratiekampen. Vlak bij de grens met Groningen, in het Eemsland, lagen een aantal concentratiekampen: Papenburg, Börgermoor en Esterwegen. 'Je kon de gevangenen af en toe horen zingen", zo vertelt een Groninger. Uit concentratie-kampen zijn wel gevangenen ontsnapt en in Groningen terechtgekomen. Een ander deel wisten de nazi's niet te arres-teren: zij vluchtten naar de landen, die rondom Duitsland lagen. Ook bleef een aantal van de vervolgden achter om het verzet tegen Hitler te organiseren. Wanneer de Gestapo daarvan lucht

57

r

I.

(4)

.. ~ .

-Politiek en Cultuur

a c&:MT bouwd, die vertakkingen in Duitsland

ONTHULLINGEN-VAN "&EN

SOCIAAL-DEMOCBATlÎCHE ARBEIDER kreeg, moesten zij zo snel mogelijk uit Duitsland zien te vluchten. Zo kwamen vooral tussen 1933 en 1935 veel door Hitler vervolgde Duitsers in Nederland terecht

De Rode Hulp

Nu bestond er ook in Nederland een organisatie, die zich bezighield met het ondersteunen van politiek vervolgden: de Rode Hulp. Daarin speelden commu-nisten een belangrijke rol. Hij gaf hulp en steun aan arbeiders, die wegens hun politieke opvattingen en activiteiten ver-volgd werden. Zoals in de jaren twintig aan de vakbondsleiders Sacco en Van-zetti in de Verenigde Staten.

Zo ook in Groningen: wanneer iemand voor de rechtbank kwam omdat hij de arbeiders in de werkverschaffing had opgeroepen tot actie, werd hij verdedigd door een van de advocaten van Rode Hulp. De Nederlandse Rode Hulp kreeg er met het aan de macht komen van Hit-Ier dus een belangrijke taak bij: de opvang en verzorging van Duitse poli-tieke vluchtelingen. Voor dit werk werd in korte tijd een grote organisatie

opge-had.

De grensovergangen

Van oudsher had de Groninger bevol-king vele contacten met Duitsers. Men had elkaar ontmoet bij gezamenlijke demonstraties, sommigen hadden familie in Duitsland wonen, enz. Deze contac- ~

ten speelden een belangrijke rol in dit werk. Zo woonde in die tijd in Nieuwe-schans een vrouw, die een broer in Emden had wonen. Wanneer er nu een vluchteling naar Nederland gebracht moest worden, dan ging deze broer zoge-naamd bij zijn zus op bezoek en gaf aan de Rode Hulp in Nederland door dat er iemand opgehaald moest worden. Tijd en plaats werden afgesproken en de vluchteling kwam op deze wijze in Nederland terecht In Groningen werden diverse grensovergangen gebruikt, o.a. in Boertange, Nieuweschans en Belling-wolde.

w

E

G

HITLER

Steunbon van de Rode Hulp.

(5)

kleren en geld, om bij te kunnen sprin-gen in de ergste gevallen. Ook de kleine behuizing vormde vaak een probleem, om van de privacy maar niet te spreken. En als Groningen-stad en omliggende plaatsen (Hoogkerk, Peize) 'vol' waren, dan werden de vluchtelingen op de trein gezet naar Amsterdam om daar onder-dak te krijgen. In dit hele netwerk stond

Frans Olfers

Frans Olfers, de secretaris van de Rode Hulp in Groningen, centraal. Hij organiseerde zowel de illegale vluchtwe-gen als het verzorgingswerk.

Overheidsbeleid - illegaliteit

Al dit werk was een doorn in het oog van de Nederlandse regering. Deze streefde naar een 'goede verhouding' met Hitier-Duitsland vanwege de economi-sche banden met dit land. Ook steunden vele Nederlandse ondernemers het Hitler-bewind vanwege hun

economische belangen in Duitsland (bij-voorbeeld de AKU). Het asylrecht werd in de jaren dertig dan ook steeds verder

afgebroken. In mei 1938 werd de grens gesloten verklaard en het asylrecht werd daardoor zelfs helemaal afgeschaft. Dit

leidde na de Kristallnacht in november 1938 tot hartverscheurende taferelen aan de grens. De joden, die Duitsland in groten getale trachtten te ontvluchten, werden zonder pardon teruggestuurd.

Voor revolutionaire en antifascistische vluchtelingen had het asylrecht in Nederland in deze tijd helemaal niet bestaan. Die werden te allen tijde geweerd en over de grens gezet. Dit over-kwam onder andere Johann Schwittay. Hij was uit een concentratiekamp gevlucht en in Hoogkerk ondergebracht. Toen hij van zijn verwondingen hersteld was, ging hij naar Amsterdam. Daar werd hij tijdens een razzia van de politie gearresteerd. Hitler- Duitsland wilde hem uitgeleverd zien en diende daartoe een verzoek in. De Nederlandse regering kwam hieraan tegemoet en leverde hem in 1936 inderdaad uit aan de Gestapo. Een paar dagen later kwam het bericht, dat Johann Schwittay was overleden. Het overheidsbeleid beperkte zich dus niet tot het weren van vluchtelingen. Integendeel, de politie hield razzia's, viel huizen van vluchtelingenhelpers binnen, arresteerde vluchtelingen en deinsde er niet voor terug deze mensen aan hun

BULLETIN

}OHANN SCHWITTAY AAN ZIJN BEULEN WTGEU!VERD! DB RI!CI:fl'I!.N VAN DE MENS WORDEN IN NEDERLAND MET VOETEN GETRI!JJIEN!

~-word de tijdlag bek..W• Joluum Schwittay, - -- vluclrtdlng, ia op laat voa dea M - -

J•-

owr·

~-de~!

KntUde ~~Keut U de llida ~ me-vou doK -

-ort

_ . . . . ... buoqlomiadudlgttSI

U slch de afgrijz.dijke - op H..." dea leider vu

de~--Mij .. - . . d e - " " Jolm Scheu . . . . - . . , d e -op Willy Muth llit 'il\lloppcrtal.1

. . - opeDde de kiat ... bot bleek. dat zijn liduuuu. -

-

tot--~bedektwae.de-wareu.-gloeiudo • -gelled - - · ..m.o.! dalilda .,Het Volk" ....,.. het lijden eu. de dood - doK .-dlge ...:tdter! Eu. "" het ogenblik, dat u dit - bt - ilrillJt. io Joluum

~~o:=.;~-p~ heeft doorgebracht.

De boroaiu.g ta de v...,..twaatdigbtg sa! groot zijn!

=

ü>rv~ JOHANN SCHWrrTAY WACHT OOK EI!.N ANDI!.RI! AN1'J.I.'ASCISTISCfiE VLUCH'l'BLING•

~ $CHMAt.ENIIECK! •

Ook • ~ ... Duitaltmd ia gevraagd!

Dat--~

v ....

ist

u-""".,

de ""'P.' l'RANZ SCHMALI!.NBECI( MOET ONMIDDEUIJK WORDEN

~ MENSENRECHTl

Bezoekt allen de

Grote Protestmeeting

op Woensdag 6 Mei, 'a avonds 8 uur, in B e 11 e v u e,

Ingang Marnlxatraat.

...,.kers• Mr. P. VAN 'T HOI"F STOLK, deadvooaat van

Johann Schwlttay

Mr. SIMON DE JONG

1. DE LANGE

,JAN POSTMA, aifl. secr. der Rode Hulp

INTERNATIONJ\LE RODE HULP

(6)

Politiek en Cultuur

beulen uit te leveren. Het grote verzet tegen deze uitleveringen had tot gevolg dat de regering overging tot het oprich-ten van interneringskampen voor vluch-telingen. Zo diende vanaf 1938 Vlieland als interneringskamp.

Het zal geen verwondering wekken, dat de Groningers, die actief geweest zijn in dit werk, dit in feite als illegaal werk beschouwden. De vluchtelingen kregen allemaal een Nederlandse schuilnaam; de echte werd niet bekendgemaakt. Ver-der was er de stelregel dat men hierover niet mocht praten, want 'wat je niet weet, kun je niet verklappen'. Ook de kinderen moesten hun mond stijf dicht houden en mochten soms geen vriendjes of vrien-dinnetjes mee naar huis nemen. En als je op straat een emigrant tegenkwam die een tijdje bij je in huis gezeten had, deed je of je hem niet kende. 'De illega-liteit begon voor ons in 1933', stellen enige vluchtelingenwerkers dan ook. Al deze voorzorgsmaatregelen golden niet alleen als bescherming tegen de Nederlandse overheid. Ook de Gestapo zat achter de vluchtelingen aan en stuurde herhaaldelijk spionnen naar Nederland, die in de Rode Hulp moes-ten inliltreren. De vluchtelingen werden dan ook eerst op hun betrouwbaarheid getoetst, alvorens zij onderdak en bescherming aangeboden kregen.

Strijd tegen het Hitierbewind

Tegenover deze regeringspolitiek stelde de Rode Hulp in Groningen haar soli-dariteit met de vluchtelingen. Hij voerde acties voor asylrecht, zocht vluchtelingen op in het Huis van Bewaring. Zelfs orga-niseerde hij twee keer een delegatie naar het concentratiekamp Papenburg en nam daarmee duidelijk stelling tegen het Hitlerhewind. Werner Waldeyer, zelf een Duitse emigrant, speelde een belangrijke rol bij de organisatie van deze delega-ties. Ook op andere wijze werd de strijd tegen Hitier gevoerd. Zo gingen een paar Groningse vrouwen naar Duitsland om geld en pamfletten te brengen naar de illegale communistische partij daar. Zij

namen informatie mee terug en vroegen na hoe het ging met de verzetsgroep in Emden. Een van deze vrouwen liep in Duitsland in de gaten en kreeg zelfs de Gestapo achter zich aan.

Daarnaast gaven de Rode-Hulpleden steun aan de vluchtelingen, die zichzelf in Nederland georganiseerd hadden in de emigranten-KPD. En, hoe gevaarlijk het ook was, herhaaldelijk gingen vluch-telingen korte tijd naar Duitsland terug om pamfletten tegen het Hitierbewind te verspreiden.

Spanje: strijd tegen Franco

Tegen het einde van de jaren dertig loopt het vluchtelingenwerk op zijn einde. Dat was het gevolg van de Spaanse Burger-oorlog, die in 1936 uitbrak. De wettig gekozen linkse regering werd aangeval-len door de fascist Franco. Vele regerin-gen, waaronder de Nederlandse, weiger-den de gekozen regering te steunen en voerden een politiek van

(7)

l

verbergen. En hielp men hen aldus de oorlog te overleven.

Verleden en heden

Ondanks dat de beschreven gebeurtenis-sen zich een halve eeuw geleden afspeel-den, is het niet zomaar 'dood verleden'. Immers, in de afgelopen jaren zien we eenzelfde ontwikkeling in het regerings-beleid als in de jaren dertig. Begon staatssecretaris Haars in 1978 al met het verscherpen van de toelatingsregeling, de in april 1987 doorgevoerde regeling komt neer op het afschaffen van het asylrecht De oprichting van interneringskampen en de opsluiting van vluchtelingen in Huizen van Bewaring in de jaren dertig zijn ook heden ten dage gebruikte mid-delen, al heten de kampen nu 'centrale opvangplaatsen'. De politieke kleur van de vluchtelingen speelt eenzelfde rol als toen: de regering is soepeler ten aanzien van rechts georiënteerde politieke vluch-telingen dan voor vluchvluch-telingen, die het kapitalisme wat kritischer bekijken. De overeenkomsten tussen het beleid van de jaren dertig en dat van de jaren tachtig zijn niet toevallig. Nederland is nog steeds een kapitalistisch land, waar de ondernemers de machtigste klasse vormen en daar investeren waar hun kapitaal de meeste winst afwerpt. De investeringen van het Nederlandse kapi-taal in Zuid-Afrika en Indonesië houden daar fascistische regeringen in het zadel en hebben tot gevolg, dat voor leden van dePKIen het ANC de Nederlandse

PC

grens praktisch gesloten is. Want ook heden ten dage hebben economische kapitalistische belangen alles te maken met de Nederlandse buitenlandse poli-tiek. En het op goede voet staan met der-gelijke regimes verdraagt zich nu eenmaal slecht met het steun verlenen aan de vervolgden van en de strijders tegen zo'n regime.

De Nederlandse en Duitse antifascisten traden in de jaren dertig op voor asylrecht en bonden de strijd aan met het Hitlerbewind. Laten zo ook de CPN. de PKI en het ANC vechten voor de bevrijding van Indonesië en Zuid-Afrika enerzijds en verbetering van het asyl-recht in Nederland voor de vervolgden anderzijds. De strijd van de antifascisten in de jaren dertig kan daarbij een lich-tend voorbeeld zijn.

Dirk Akkermans

(IPSO-geschiedenisgroep Groningen) Bovenstaand verhaal is gebaseerd op het boek 'Rode Hulp - de opvang van Duitse vluchtelingen in Gro-ningerland 1933-1940', Groningen. 1986. Het is geschreven door de IPSO-geschiedenisgroep Gronin-gen en geredigeerd door Dirk Akkermans. Jan van Milder! en Ruud Weijdeveld. Het is te bestellen door overmaking van( 26,50 op giro 2105311 ten name van de Geert Sterringa-Stichting te Groningen. Geraadpleegde literatuur voor dit artikel: S. Bacchini: Multinationals in de oorlog- een smerig verhaal. P&C 1975, no. 2.

H.J. van der Meer: Vreemdelingenbeleid. P&C 1978. no. 7.

J. Morriën: Indonesië. los van Holland. Pegasus. Amsterdam. 1982.

AABN e.a.: Nederland investeert in Apartheid. Amsterdam. 1985.

De citaten uit interviews die hier volgen. zijn ont-leend aan het bovenvermelde boek.

Schrijft .de ·· gevangen · emigranten

!

Zeventlea E>~Dlgraet.ln In aneatl · . Alber B. lMII, Huia vu 'Be.

Dat betekent niet slechts, ·d;l.t wij olûle wtie voor h~t aaylr(leht moeten

vereter-i:<>l!! Hler moet daadwerkeljjke liOlldariteit ' A. 114. Hnis

-tau

.Vordén betoond.!' . · . .. ·;, ·

Sqh:rl,j!J: oru:e . makkera, hier . :ija enige

Bewaring, Zwolle. . ·

Hubert Wa.!deyer, 16-892, Huia vau Be-l.dreseenz · . . . . · "· · .

'll'ranz Sohnui.lenbeek, . Be. 3{15·735, as.

.· v. l:lewarl.ng, ÀDU!terdam. ·. • Johalm :Malllo,

o ...

l/:1·231, Huls van Be.

11 waring, Am!ltérdam.

Hermann ót>hrke, C. 1/1-1!81,\ Huis van Bewaring, ÀDU!terdan& .l!'erdlnand.Voetter, o. 1/2•52~. Hllfs.van Bewaring, Amsterdam. . · · · . . 68, Huis. veu m, . 118 c., Huis,v,an Be-waring, T!i:I'IIeht. · · · .. > waring, Groningen.

'' FriU: Sale>mou,· Huis. v. Bewaring, Den

·.Heng. . .

011kar Hoegen, Hnis v. Bewaring, Den Haag.

Karl K.ttops, . 47-1928 c.. Huis van Be-. waring, Den Bosch. > > Peter. Rappenhömier, Huis-van . Bewa~.

. ' ring, Maastricht. ' . . Wfl1lr nummers vermeld zijn, geen naam.

OP' de envelop snhrijven. · . · · In ·da> tweede plaats:

i stulll't cantmegetd.

'Giron)'IDmer 119822, .fan Postma, A'd!UU.

(8)

Politiek en Cultuur

Opvang van Duitse

vluchtelingen

De grensovergang bij

Nieuweschans

Herman Roosje: 'Daar was in die tijd een kanaal. Een kanaaltje dan. Dat liep achter Nieuweschans. De ene kant was Duits. De andere kant was Hollands. Het was geen breed kanaal. Het was ook niet diep. Je kon er zo doorwaden. Wij zochtl'n het wel zo uit. dat ze erdoor kondl'n komen.'

'Ik Wt'ct nog wel, dat Volders en Meijer

Edzers met hen gebt>urde, ben ik nooit gewaar geworden.'

Hennie Stal: 'Het was dus zo, dat ze bij ons thuis waren. Maar het gebeurde ook maar zo, dat ze weer een paar weken ergens anders zaten. Dan wist je niet waar ze zaten. Dan kwam Herman ( =

Heinrich Hirschmann) plotseling en dan vroeg hij: kan ik hier? Nou, mijn moeder had een bed er voor klaar staan en dan was hij bij ons thuis.'

Wietske ten Vaanholt-Jonkman: 'Her-man ging over en weer. Hij was niet

De mensen aan het woord

62

bij ml' kwamen. Toen werden er joden over de grens gehaald. Die werden in die tijd vervolgd in Duitsland. Ze werden gebracht door partijleden uit Bunde -KPD'ers. Die brachten ze naar ons toe. Dat waren Haken en Kurt Bluhm. Kurt Bluhm kende ik wel. Haken had een zuster in Nieuweschans wonen. Haken ging daar op bezoek en legde dan con-tact met ons. Dat liet hij niet over aan zijn zuster. Die wist het niet eens. Hij kwam zelf even hier of daar langs. We woonden immers allemaal bij elkaar in Nieuwcschans.'

'Aan het kanaal was een kerkhof. Daar-aan stond ook een jodenkerk. Daarlangs was een gangetje. Bluhm en Haken gin-gen zover al niet meer mee. Daar kwa-men wc dan met de anderen bij elkaar, zeg maar. Ik kende ze niet allemaal. Het was ook donker. Maar zeker was Reint Grave uit Klein Ulsda erbij.( ... ) Zij brachten ze naar Edzers in Vlagtwedde, die had een boerderijtje. Edzers zorgde ervoor. dat ze wegkwamen. Wat er na

constant al die jaren bij ons. Ook op bepaalde dagen. Hij was ook wel bij Schaank. ( ... ) Maar bij ons was wel zijn meest vaste adres. Als hij ergens van-daan moest, dan kwam hij weer naar ons toe. Ik dacht. dat dat uit veiligheids-overwegingen was. Dat ze niet altijd op één adres waren.'

(9)

de boekverkoop - want mijn vader had een boekwinkel - achteruit. We hebben thuis niet elk dubbeltje, maar elke cent bij elkaar moeten schrapen.'

Over het illegale karakter

Froukje de Boer-Heidmeijer: 'Gerrit (=

Erich Bohlen) was er natuurlijk erg geheimzinnig over, waar hij was. We moesten altijd voorzichtig wezen. Als we elkaar tegenkwamen, groetten we elkaar niet eens. Al waren ze ook dagelijks bij je over de vloer. Dan zag je ze wel lopen, als je ze per ongeluk tegenkwam of als ze naar je toe wilden. Je deed net of je elkaar niet kende. Ze gebruikten alleen schuilnamen. De echte namen wist je niet. Die vertelden ze je gewoon-weg niet. Dat was veel te gevaarlijk.' Over een politie-inval vertelt Lien Nie-hoff: 'Wij lieten ze niet toe. Jantje Olfers zei doodeenvoudig: 'Mijn man is niet thuis. Ik laat u niet in huis. Heb je geen bevel? Nee? Nou, ga dan eerst maar een bevel van de Officier van Justitie halen.' Dat had Olfers altijd gezegd: 'Als ze komen: niet in huis laten. Als ze geen bevel hebben, mogen ze niet in huis komen.' Nou, dat hadden ze niet, want daar waren ze niet op verdacht. Toen zijn ze weggegaan. En dat heeft ik-weet-niet-hoe-lang geduurd. Want Olfers had een vergadering ( ... ) En toen hij om elf uur thuis kwam, toen waren ze er weer. Er was een uitgang, daar is, geloof ik, nu Peck en Cloppenburg. Toen zeiden ze: 'Oh, als ze hier in huis geweest zijn, kunnen ze direct zijn verdwenen. Want ze kunnen hieruit. Ze kunnen zo naar beneden, door de tuin en dan zo naar de Herestraat.' Er werd alleen gezocht naar emigranten. In alle hoeken en gaten.'

De emigranten-KPD

Joop van Zanten: 'Ze hadden zelf cellen. Ze leefden dus toen al illegaal en deden geen partijwerk voor de Nederlandse partij. Ze vergaderden over de politieke ontwikkelingen in de wereld. Dat was de a van het abc, net als in onze partij. En over wat te doen. Over hun werk. Over

PC

8 cant

Hoort den

Kreet uit

Hitter's

Moordland

de beveiliging. Over: wie en wanneer gaat er iemand naar Spanje? Wie wil dat? Wie kan dat? Over al dat soort dingen.'

Henk Schuthof: 'Samen hield Frits met Heinrich, Paul en Hans in onze achter-kamer illegale vergaderingen. Wij von-den deze vergaderingen een beetje vreemd, al dat geheimzinnige gedoe, maar later bleek ons wel, dat het nood-zakelijk was, omdat de Nederlandse politie steeds meer jacht op deze mensen ging maken, zelfs 's nachts huiszoekin-gen ging doen. ( ... ) Op één van hun ver-gaderingen vernamen ze dat ze allen naar het hoofdkwartier van de Rode Hulp in Amsterdam zouden moeten ver-trekken. Vanuit Amsterdam zijn Hans. Heinrich en Paul met nog vele andere kameraden naar Spanje vertrokken om de Spaanse democratie te gaan verdedi-gen teverdedi-gen het brute Franco-geweld. ( ... ) We nemen aan dat deze drie kameraden daar zijn gevallen.'

Strijd tegen het Hitierbewind

Elia Hazenberg-Kooima: 'Ik heb dus een koffertje met een dubbele bodem met

(10)

Politiek en Cultuur

64

materiaal vervoerd. Er werden dus zulke kleine hoekjes gedrukt door de Duitse partij in Nederland. Flauwekulboekjes waren dat. Het leken net bijbeltjes. Er waren ook wel bijbeltjes bij. Die gingen dan in de dubbele bodem van een koffer en daar werd wat overheen geplakt. En ik kret:g dan een lege koffer. Daar moest ik alleen maar een pyama in doen. En een paar schoenen. ( ... ) Toen ik voor de eerste keer met die koffer naar Bremen ging, wist ik niet waar die koffer inge-pakt was. Ik wist helemaal niets van die koffer af. Ik moest me melden bij een vrouw, die Liesbeth of zo heette. Althans. het dochtertje heette Liesbeth en haar moeder moest ik dan hebben. En die vrouw moest ik dan zeggen, dat ik kwam om een nieuwe wasmachine te proberl'n. Daar moest ik me mee mel-den. En ik kwam daar en toen kwam er een oudere vrouw aan de deur. En die zei: 'Woher kommen Sie?' Ik zei: 'Ich

komme aus Holland.' En toen zei ze: 'Oh, mein Gott!' Toen was daar net de SD nog boven! Die deed daar een onderzoek! Nou, toen zei ze: maak gauw dat je wegkomt! Toen zwierf ik maar wat door Bremen.'( ... )

(11)

PC

Over werk onder

migranten en opvang

, van vluchtelingen

Tara Varma (rechts) bij haar advieswerk.

Op de CPN-conferentie van 27 maart j.l. leverde partij- en districtsbestuurster Tara Oedayraj Singh Varma een bijdrage over het werk van de CPN in Amsterdam onder migranten en bij de opvang van vluchtelin-gen. Als communistisch raadslid voor de Links Accoord (CPN-PSP-PPR)-fractie is zij op dit gebied zeer actief. Ook is ze voorvrouw van het 'Progressief

Migranten-blok', waarin migranten van verschillende politieke achtergrond zich verenigd hebben ter verdediging van hun belangen. De redactie vond deze bijdrage, die bedoelde de partij tot meer activiteit in deze op te wekken, op zijn plaats in dit nummer waar in het kader van '70 jaar CPN' aandacht wordt besteed aan de hulp aan politieke vluchtelingen in de jaren dertig.

(12)

Politiek en Cultuur

Kameraden, in Amsterdam is de werk-loosheid zich aan het stabiliseren, er is zelfs sprake van een lichte daling. Het merkwaardige echter is, dat dit niet opgaat voor de migranten. De werkloos-heid is enorm aan het stijgen onder deze groep, van 1980 tot 1986 van 2.176 naar 12.25H. En nu is het binnen twee jaar zelfs verdubbeld. Je kunt je afvragen wat er aan de hand is.

Een vertegenwoordiger van het VNO heeft onlangs geroepen dat er niet genoeg jongeren waren om het aanbod van werk in het bedrijfsleven aan te kunnen. Hij vergat te vermelden dat er wel heel veel migrantenjongeren waren die een goede baan nodig hadden, maar dat die voor de ondernemers niet in aan-merking komen. Hoe kun je werkgevers gaan dwingen wèl migranten in dienst te nemen, als je in aanmerking neemt dat ze graag jonge mensen in dienst willen hebben. En dat binnen 10 jaar 75% van de jonge beroepsbevolking in Amster-dam uit migranten bestaat? Zullen ze dan alleen maar mensen van buiten Amsterdam gaan aantrekken? De wet-houder voor het Minderhedenbeleid meldde mij, dat hij een totale generatie migrantenjongeren, met name de Marokkaanse jongeren, zag als een 'ver-loren generatie'.

Dat, kameraden, kunnen, mogen en willen wij niet accepteren. We mogen niet accepteren dat migrantenjongeren niet doorstromen naar hogere vormen van onderwijs. We mogen niet accepte-ren dat broers en zusters apart worden behandeld op het gebied van de kinder-bijslag, omdat dit kabinet nogf 150 mil-joen wil bezuinigen op migranten. Zij noemen het woonlandbeginsel. Ik noem het institutioneel racisme. We mogen niet accepteren dat migranten slechter dan alle anderen gehuisvest worden. We mogen niet accepteren dat de gezond-heidstoestand van migranten slechter is dan die van welke andere groep in dit land ook. Wij mogen niet accepteren dat 21% van de Amsterdamse bevolking structureel vertrapt wordt.

Bundel de krachten!

Dan de positie van de migrantenvrou-wen. Zoals jullie weten komt er een her-ziening van de vreemdelingenwet. Die wet wordt aangescherpt. De positie van migrantenvrouwen en -jongeren wordt dan veel en veel slechter, veelal door de afhankelijke verblijfsvergunning. Je kunt dan ook veel sneller en gemakkelijker het land uitgegooid worden. Het doet er niet toe of je al 20 jaar hier woont. We moeten samen optreden tegen deze regering, die verdeeldheid zaait in Nederland. Discriminatie en achterstel-ling is nu regeringspolitiek geworden. Zo wordt geprobeerd een tweedeling in de maatschappij te brengen. We moeten dat doorzien en er niet intrappen. Bij alle akties die we voeren moeten we hier alert op zijn. In vrouwenakties de strijd van de zelfstandige verblijfsvergunning aankaarten. Bij jongerenakties het woon-landbeginsel aanvechten. Bij werkgele-genheid eisen dat werk eerlijk verdeeld wordt en dat het een afspiegeling moet zijn van de multi-etnische samenleving, zodat ieder mens gelijk recht op werk krijgt.

Vluchtelingen

(13)

t

Broek vindt dat het op Sri Lanka prima is. Iraniërs moeten ook maar gelijk rechtsomkeert maken, ondanks gifbom-men. En Surinamers moeten ondanks de door deze regering alom geprezen bij-zondere en historische banden nu ook maar oprotten: ze zijn hier al te lang geweest.

Ook mensen uit Oost-Suriname, terwijl Van den Broek het lef heeft om van de Franse regering en Frans-Guyana te eisen dat de Surinaamse vluchtelingen in Frans-Guyana alleen op vrijwillige basis en pas wanneer hun veiligheid gegarandeerd is, terug mogen keren. Is de veiligheid en vrijwilligheid van de 5.731 Surinaamse uitgewekenen in Nederland ook getoetst? Nee, maar ze moeten allemaal terug. En dat terwijl minister Sedoc van Suriname voor deze groep een humaan beleid bepleit. Omdat er gezien de crisis in Suriname nog geen adequate opvang voor hen is.

Wij van de CPN moeten heel hard werken aan het vraagstuk van de vluch-telingen. Wij moeten deze mensen veilig-heid bieden.

In Amsterdam zijn we er mee begonnen. In een onooglijk CPN-gebouwtje in Amsterdam-Oost worden meer dan 500 Surinaamse uitgewekenen opgevangen. En niet alleen Surinaamse uitgewekenen, want ook Chileense, Iraanse en Ghanese vluchtelingen weten nu hun weg te vin-den naar de 3e Oosterparkstraat 88. Op dit werk kunnen we als partij trots zijn. Dit werk moeten we uitbreiden. De men-sen in de slechtste posities moeten op de

CPN kunnen rekenen. Voor hen betekent het communisme solidariteit.

Geen buitenbeentje!

Kameraden, ik wil jullie oproepen om de strijd van de migranten in alle facet-ten van het partijwerk te lafacet-ten doorklin-ken. Om migranten en hun organisaties overal te ondersteunen en migranten die in de politiek willen en de drempel naar partijen nog te hoog vinden binnen het Progressief Migrantenblok te helpen scholen en daarmee het Progressief Migrantenblok te helpen opbouwen. Voor het creëren van een verdraagzame en kleurrijke samenleving is de betrok-kenheid van migranten in de politiek bitter noodzakelijk. De strijd schouder-aan-schouder met de mensen in de min-ste posities is strijd van communimin-sten. Zoals we nu terug kunnen kijken op het verleden van de partij, bijvoorbeeld met betrekking tot Indonesië, wil ik over een aantal jaren kunnen zeggen dat de partij in 1988 haar prioriteiten goed en duide-lijk heeft gekozen. De strijd tegen ach-terstelling en onderdrukking, binnen en buiten Nederland, zal absolute prioriteit moeten blijven houden.

Ik wil hier niet staan als een kleurrijk buitenbeentje. Ik wil dat de gehele partij de strijd van migranten en vluchtelingen prioriteit geeft. Want mijn strijd is strijd van de CPN, is strijd van iedere commu-nist van welke richting dan ook.

(14)

Politiek en Cultuur

68

Sociaal-economisch

initiatief hard nodig!

Op de CPN-conferentie van 27 maart j.l. had Jan Berghuis namens het partijbestuur een bijdrage over de noodzaak van het nemen van een sociaal-economisch initia-tief, dat zijn wortels moet krijgen in de basis. Aan de ene kant in comités in de steden en wijken, in bewegingen van vrou-wen en jongeren, van huurders en uitke-ringsl(erechtigden. Aan de andere kant juist ook in de vakbeweging. Op dit moment wordt hieraan in de CPN volop gewerkt.

In het slot van de 'Balans 1988' worden de prioriteiten voor het werk van de par-tij voor de komende par-tijd geformuleerd. Een van die prioriteiten is 'Verbetering van ht:t sociaal-economisch werk van de partij gericht op activiteiten tegen de aanvallen van de regering en de onder-nemers op verworven rechten (Stop Eigen Risico), concrete acties op bedrij-ven en instellingen voor CAO-eisen en versterking van de vakbeweging'. Welnu, er zijn concrete actiemogelijkhe-den genoeg. Op 14 maart presenteerde het kabinet-Lubbers ze:

- verlaging van het minimumloon - verlaging van werkloosheids-uitkeringen

- derde wachtdag bij ziekte

- discriminatie van buitenlanders door invoering van het woonlandbeginsel! - verlaging van de studiebeurzen, enzovoort.

Hiertegenover staat dat de ondernemers op een grootscheepse manier worden gespekt. Hun 'verlies' aan WIR-gelden van

f

4 miljoen wordt ruim voldoende aangevuld. Ze krijgen nu meer dan

f

6 miljard! Tel uit hun winst.

Actiedoelen zijn er dus genoeg. Actieplannen waren er nog niet genoeg.

Daarom heeft de partijleiding na het bekend worden van de kabinetsplannen besloten om een sociaal-economisch beraad te organiseren. Aan dit beraad, wat onder voorzitterschap van Elli !ze-boud stond, werd deelgenomen door partijgenoten uit afdelingen en districten die actief zijn in de vakbeweging en andere sociale bewegingen. Op dit beraad werden twee besluiten genomen. 1. Er moesten brede plaatselijke en/of regionale comités worden opgericht, waarin alle groepen die gepakt (of nog niet gepakt) worden de strijd aanbinden tegen de kabinetsplannen.

2. Er moest een oproep uitgebracht wor-den, ondertekend door met name ook vakbondsmensen, die appelleert aan het organiseren van strijd door de vakbewe-ging, op de bedrijven en instellingen, tegen de aanval van Lubbers en de ondernemers op de inkomenspositie van grote groepen mensen in ons land.

Oproep en comités

Wat het eerste besluit betreft zijn er op dit moment in tal van plaatsen comités opgericht of in oprichting, zoals in Gro-ningen, Zwolle, Hengelo, Delft, Amster-dam of Zaanstad. De samenstelling daarvan is zeer breed. Jongeren- en vrouwenorganisaties, de vakbeweging, sociale bewegingen binnen de kerken, bejaardenorganisaties, uitkeringsgerech-tigden, oudercomités, willen zich plaatse-lijk aaneensluiten tegen de

(15)

f

I

Wat de oproep betreft hebben we gezien dat in erg korte tijd ruim honderd men-sen - voornamelijk uit vakbonden en andere sociale bewegingen - hebben ondertekend. Naast bekende communis-ten zoals Joop Mantel, Ina Brouwer en Fré Meis staan er vakbondsbestuurders onder zoals Jaap van der Scheur, Greetje Lubbi, Maria van Veen, Paul Rosenmöller en Hil Peperkamp. Wie had het erover dat de CPN geen initia-tieven meer tot samenwerking nam? De oproep wekt mensen op om niet alleen nee te zeggen maar ook nee te doen. Zij spreekt uit dat de vakbeweging daar het voortouw in zou moeten nemen. Tot nu toe heeft de vakbeweging als geheel dat niet echt gedaan. Ze heeft weliswaar een demonstratieve bijeen-komst ten tijde van het Kamerdebat en een advertentiecampagne gericht op Bert de Vries georganiseerd, maar dit is toch onvoldoende om de kabinetsplannen te dwarsbomen, laat staan te verijdelen. Van de oorspronkelijke kabinetsplannen staan de meeste nog recht overeind. Jon-geren komen er zelfs nog slechter af. Wat wil je ook als je een beroep doet op het sociale geweten van Bert de Vries?

Versterken vakbeweging

Nee, wil je echt de kabinetsplannen te lijf gaan, dan moet de vakbeweging haar leden mobiliseren om de strijd in de bedrijven en instellingen te voeren. Ze zouden er rekening mee moeten houden dat dat rond of kort na Prinsjesdag moet gebeuren. Het mag toch niet zo zijn dat de vakbeweging apatisch toeziet hoe steeds grotere groepen in hun inkomens-positie worden aangetast? Strijd tegen dit soort kabinetsplannen en desnoods tegen Kamermeerderheden is heel hard nodig. Daarvoor is de vakbeweging meer dan honderd jaar geleden opgericht. Hiermee kom ik op de laatste vier woor-den van het in het begin van mijn ver-haal geciteerde gedeelte uit de 'Balans 1988', namelijk 'versterking van de vak-beweging'. Op dit moment vinden er

PC

nogal wat discussies plaats in de vakbe-weging. Communisten doen er goed aan deze serieus te nemen. Alhoewel ook ik de neiging tot cynisme moet onderdruk-ken, zeker als je een aantal taferelen in de Industriebond bekijkt. Maar juist de uit de hand gelopen toestand in de Industriebond laat zien hoe nodig het is om de vakbeweging te vernieuwen en te democratiseren. Nu wordt de term 'ver-nieuwing' nogal vreemd en verschillend gebruikt in de vakbondsdiscussie. Zo worden veel pogingen, die in het verle-den mislukt zijn, om de vakbeweging van haar strijdbaarheid te ontdoen opge-voerd als 'vernieuwing'. De CAO-strategie van de Industriebond heeft meer weg van vernieling van de bond, dan van vernieuwing.

Daarom is het goed om een aantal pun-ten te formuleren die communispun-ten beschouwen als vernieuwing:

+ +

Nieuw is als er meer invloed komt voor kaders en leden op bedrijven en instellingen.

+ +

Nieuw is de democratische verkie-zing van vakbondsleidingen en -bestuurders.

+ +

Nieuw is breken met anti-communisme.

+ +

Nieuw is meer vrouwen op bestuur-lijke posten.

++

Nieuw is vakhondsadvertenties in De Waarheid.

Zo'n vernieuwing staan communisten voor. Zo'n vakbeweging is het waard te versterken.

(16)

Politiek en Cultuur

Een aanvulling

Ik sta geheel achter de strekking van het

artikel 'Het is nooit goedgemaakt'. De reacties van verontwaardiging op de stel-lingname van L. de Jong ten aanzien van de misdragingen van het Neder-landse leger in Indonesië, maken eens te meer duidelijk hoezeer het tijd is de andere kant van de medaille te laten zien. Namelijk het feit dat de mensen die vanaf het begin hebben geweigerd zich voor deze misdaden te lenen, zwaar zijn veroordeeld. Hun offer mag niet de mist van de geschiedenis ingaan. Poli-tieke rehabilitatie nu is een reële eis.

In het soldatenpak

Vanaf voorjaar 1946 moesten weer dienstplichtigen het soldatenpak aan-trekken. Het ging hier om jonge mannen geboren in 1925 - later de 'Zeven December-divisie' genoemd - plus een aantal andere eenheden.

De oorlog met Japan was afgelopen en over de gebeurtenissen in Indonesië was, behalve bij een aantal ingewijden, niets bekend.

Ook in de CPN bestond nog geen duide-lijk standpunt over Indonesië. Wel stelde men zich op het standpunt dat het Indo-nesische volk zijn zelfstandigheid moest krijgen, maar dat was niet nieuw. De vraag was hoe de vorm moest zijn, wel of niet binnen Nederlands staatsverband? Pas in het voorjaar van 1946 kwamen de nieuwsvoorziening en de geruchten-stroom uit Indonesië op gang. Ook ik was in mei van dat jaar als dienstplichtige onder de wapens geko-men. Aanvankelijk was er in het leger niets hekend over plannen om dienst-plichtigen naar Indonesië te zenden. Een artikel in de grondwet verhinderde dat. en wij verkeerden toen nog in de veron-derstelling dat de grondwet heilig was.

In P en C nr. 1 van dit jaar stond een interview met Eric Mol, over de acties die indertijd gevoerd zijn tegen de Neder-landse troepenzendingen naar Indonesië. Hij noemde met name Piet van Staveren, als iemand die uiteindelijk toch was gegaan en daar als uiterste consequentie de kant van de Republik had gekozen. Van Piet van Staveren ontvingen wij onderstaand artikel, waarin hij een paar onjuistheden in het interview rechtzet en vervolgens vertelt wat hij eigenlijk gedaan heeft in de nieuwe Republik. Een aanvulling.

Toen desondanks bekend werd dat besloten was de troepen toch naar Indo-nesië te sturen, werd het verzet in het leger georganiseerd. Het ANN speelde

hierbij een belangrijke rol, evenals de 'Nederlandse bond voor militairen', met haar orgaan 'Geef acht'. In de laatste organisatie zat een aantal partijgenoten. Vanuit Amersfoort, toen de grootste legerplaats van het land. werd het verzet in het leger georganiseerd. We begonnen met het vormen van soldatenraden bij de diverse onderdelen. Met de vertegen-woordigers daarvan werd vergaderd in het toenmalige ANJV-gebouw in Amers-foort. Van daaruit werd ook de eerste in ons land gehouden demonstratie tegen uitzending naar Indonesië georgani-seerd, nog voor de bekende grote demonstratie in Amsterdam plaatsvond, waarbij een demonstrant werd dood-geschoten.

Ik weet nog goed, vanuit Amersfoort was ik met zes of acht andere militairen naar Amsterdam getrokken. Daar stonden we dan, met nog geen tien man midden op het grote Beursplein, in uniform en met een spandoek.

(17)

bij de rattenvanger van Hameln, kwa-men uit portieken en om de straathoe-ken de soldaten, die eerst even de bekende kat uit de boom hadden geke-ken. De demonstratie groeide aan tot een paar honderd man, soldaten in uni-form. Niemand had op iets dergelijks gerekend, men keek verbaasd, maar van politie of militaire politie hebben wij die

r

zomeravond niets gezien.

' t

Veel dienstweigeraars

Er werd druk gediscussieerd in het leger, ook met de zogeheten voorlichtingsoffi-cieren, die van onderdeel naar onderdeel trokken om soldaten te overtuigen van de noodzaak van het sturen van troepen naar Indonesië.

De stelling die wij er tegenover zetten, was 'Doe niet hetzelfde in Indonesië wat nog geen jaar geleden die Duitse solda-ten in Nederland deden, laat je niet gebruiken om een ander volk te onderdrukken!'

Vanuit de CPN werd niet opgeroepen om te weigeren naar Indonesië te gaan, wel gaf men alle steun aan de organisa-tie van een grote havenstaking tegen de uitzending van de troepen.

Ook het ANN durfde of wilde het

woord 'dienstweigering' niet in de mond te nemen. Maar toch waren het in hoofdzaak ANJV'ers, vaak

oud-verzetslieden van Waarheidsgroepen, die via de soldatenraden opriepen te weige-ren naar Indonesië te gaan door niet terug te keren van het inschepingsverlof. Die oproep had succes. Zo'n 3200 man keerden niet van hun inschepingsverlof terug en doken onder. De schepen vertrokken zonder hen.

Hun aantal was zo groot, dat de com-mandant van de landmacht, generaal Kruis, en minister Van Maarseveen zich

in een radiouitzending speciaal tot deze militairen richtten. Wat er precies gezegd is in die uitzending kan ik mij niet meer herinneren, maar het kwam hierop neer: de soldaten die zich hadden onttrokken aan uitzending naar Nederlands Oost-Indië hadden zich schuldig gemaakt aan

PC

een ernstig militair misdrijf. Niettemin, wanneer zij zich binnen een bepaalde termijn terug zouden melden, konden zij in aanmerking komen voor een Gene-raal Pardon. Dat hield in dat zij zich niet voor de krijgsraad hoefden te ver-antwoorden. Bovendien, en dat was opmerkelijk, werd hen beloofd dat zij in Nederlands Oost-Indië niet voor mili-taire acties zouden worden gebruikt! We wisten allen dat die laatste belofte geschonden zou worden, maar desalniet-temin werd de belofte op dat moment gedaan. Wij waren geen antimilitaristen: de meesten van ons meldden zich. Een aantal meldde zich niet. Zij hebben zich twaalf jaar schuil moeten houden, tot aan de verjaring.

Wij wilden generaal Kruis wel aan zijn belofte houden. de vraag was echter hoe?

Naar Indonesië

Nadat we ons weer bij onze onderdelen hadden gemeld kwamen wij in

(18)

Politiek en Cultuur

72

hoven terecht, maar wij waren niet de groep die een of twee jaar later de geschiedenis is ingegaan als 'de Schoonhoven-jongens'. Zij waren immers dienstweigeraars, wij waren dat niet.

In die tijd onderhield ik ook contact met de Perhimpunan Indonesia, de Indonesi-sche studentenvereniging in Nederland, en met de Vereniging Nederland-Indonesië. Via Schoonhoven zijn we per schip naar Indonesië vervoerd, waar we bij onze oude onderdelen werden gevoegd.

Ik ben niet als Rode-Kruissoldaat naar Indonesië gegaan, zoals in het artikel stond, maar als infanterist. In Nederland had ik in de korte tijd dat ik in dienst was, naast een infanterie- ook een medi-sche opleiding van vier weken gehad, maar van deze 'bekwaamheid' heb ik geen gt·bruik gemaakt.

Inmiddels was de overeenkomst van Linggadjati getekend. Het grootste deel van de 'Zeven December-divisie'- waar-toe ik overigens niet behoorde - was al in Indonesië vóór die ondertekening plaatsvond.

Mijn onderdeel lag aan de demarcatie-lijn in de buurt van Bandung. Tijdens mijn verblijf daar kwam ik tot de ont-dekking dat er allerlei maatregelen wer-den getroffen om tot een militaire actie over te gaan. Op een reis naar wat toen nog Batavia heette, had ik een gesprek met Ponce Princen (toen gebruikte hij nog de voornaam Jan). Met hem samen had ik in Schoonhoven gezeten en op de boot.

Een andere vriend, Jaap MoL zat bij de aan- en afvoertroepen. Hij vertelde mij dat een dag tevoren alle convooicom-mandanten routekaarten hadden gekre-gen richting Cheribon, wat geheel Republikeins gebied was. Door het com-bineren van de informatie die ik her en der had verzameld. wist ik dat er een militaire actie zou komen. De belofte van generaal Kruis was geschonden en ik achtte de tijd gekomen om mij uit het Nederlandse leger terug te trekken. Indonesische vrienden in Den Haag en

Amsterdam zonden mij per omgaande post een introductiebrief, waarin een drietal vooraanstaande Indonesiërs in de Republik instond voor mijn politieke betrouwbaarheid. Onder hen was minis-ter Setiabudi (Douwes Dekker, een ach-terneef van Multatuli), die ik in Amsterdam had ontmoet. Hij had gedu-rende de Tweede Wereldoorlog in Suri-name gevangen gezeten en was via Amsterdam naar Indonesië teruggekeerd.

In de

Republik

Met deze papieren op zak trok ik veer-tien dagen voordat de eerste zogenaamde Politionele Actie begon, 's nachts de demarcatielijn over, de Republik in! De allereerste officier die ik daar achter de demarcatielijn aantrof was de tweede luitenant Sadikin, dezelfde man die later als hoofdofficier de leiding had van de militaire operatie tegen het Nationale Front (communisten en socialisten) na de provocatie in Madiun. Ook dezelfde man die nu bij tijden in het nieuws komt als opponent tegen Suharto. Na heel veel omzwervingen kwam ik uit-eindelijk in de stad Madiun bij het exe-cutief comité van het Indonesisch Jeugdcongres (de federatie van alle Indo-nesische Jeugdorganisaties). Ik werd lid, op uitnodiging van de Pesindo (Socialis-tische Jeugd van Indonesië), de tegen-hanger van het ANJV, met dat verschil dat de Pesindo beschikte over een eigen leger van vier bataljons.

(19)

maakte hen duidelijk dat zij voor belan-gen werden misbruikt, die de hunne niet waren.

Deze uitzendingen vielen bij de Neder-landse legerleiding niet in goede aarde. Tijdens de onderhandelingen op de 'Renville', ten tijde van de wapenstil-stand tussen de eerste en de tweede mili-taire actie, werd op de Indonesische delegatie door de Nederlanders grote druk uitgeoefend om iets tegen de uit-zendingen te doen. Sukarno is toen per-soonlijk naar Madiun gekomen en heeft daar aan de leiding van 'Gelora

Pemuda' verzocht iets te doen aan de uitzendingen die de Nederlanders 'extre-mistisch' noemden.

Het antwoord dat Sukarno kreeg en waarmee hij ook tevreden naar Djogja terugging, was: 'Broeder president, wij achten deze uitzendingen noodzakelijk, wij zijn geen regeringszender en wij moeten alleen verantwoording afleggen aan het Jeugdcongres!'

(Na deze tijd kwamen de gebeurtenissen in Madiun, de provocatie die veel linkse mensen het leven heeft gekost. Maar dat is een ander verhaal.)

Politieke arbeid

De tweede militaire actie begon. Het Nederlandse leger rukte op en wij trok-ken de bergen in. Daar kwam ik na enige tijd terecht bij de gevechtsstaf van een eenheid van het Indonesische leger. Het bleek een bataljon te zijn dat reeds ver voor de capitulatie van Japan door de Japanners was opgericht, voor verde-diging van Indonesisch grondgebied, een zogeheten Peta-bataljon. Dit bataljon was echter al vóór de capitulatie tegen de Japanners in opstand gekomen en had zich staande weten te houden! Ik kwam dus bij de gevechtsstaf aan en

men wees mij een schrijfmachine en militaire legitimatiepapieren aan, met de mededeling zelf mijn naam, rang en functie in te vullen.

Op mijn papier kwam als rang te staan 'sipil' (civiel), een bestaande rang, die het voordeel had dat hij gelijk was aan

Een Nederlandse soldaat trekt langs de

sawa in 1949.

die van gewoon soldaat maar ook aan die van de hoogste generaal. Mijn functie werd Pepolit (Politiek

commissaris). Deze functie heb ik samen met de secretaris van het PKI-district Patjitan uitgevoerd.

Bij de laatste wapenstilstand die vooraf-ging aan de Rondetafelconferentie ben ik in de stad Surakarta, die verdeeld was in een Nederlandse en een Indonesische zone, bij het uitvoeren van een onder-deel van de wapenstilstandsavereen-komst onder toezicht van de Verenigde Naties, in handen gespeeld van de Nederlandse militaire politie.

Het was het einde van een hoofdstuk, maar er zouden er nog vele volgen.

(20)

Politiek en Cultuur

Communisten en

sociaal-democraten

De opzet van dit stuk is, aandacht te besteden aan dat altijd opnieuw opdui-kende vraagstuk van de relatie tussen communisten en sociaal-democraten. Het is een thema met een lang verleden, maar dat verleden zal niet het hoofd-punt van deze beschouwing zijn. Het NU staat centraal.

De splitsing in de arbeidersbeweging tussen wie nu algemeen socialisten en communisten heten, is van rond de eeuwwisseling. Maar van de geschillen van toen is de huidige verhouding in vele opzichten allang niet meer de weer-spiegeling. Vandaar dat het heden in dit stuk domineert. Dat doet het helemaal in de vraag, in hoeverre anno 1988 de hele behandeling van de genoemde rela-tie nog wel zin heeft waar, in Neder-landse verhoudingen, de PvdA 53 zetels in de lweede Kamer heeft en de CPN niet één. Is er nog genoeg reden tot ver-gelijking, reden om de verhouding tus-sen communisten en sociaal-democraten als een ernstig politiek punt te

behandelen?

Bij wijze van voorschot op wat komt wil ik wel stellen, dat mijns inziens het ant-woord een 'ja, mits' is. Het is een serieus punt als de nu nog steeds verdeelde communisten hun eigen gezamenlijke opvattingen serieus nemen.

Van feitelijk naar fundamenteel

Zoals gezegd, de splitsing in de socialis-tische arbeidersbeweging dateert van

Een verkenning

ongeveer de eeuwwisseling, al zijn de wortels daarvan nog aanzienlijk ouder. De splitsing zelf wordt doorgaans aange-duid als die tussen revolutionairen en revisionisten of reformisten. Er zijn bibliotheken over volgeschreven; in dit stuk kan slechts volstaan worden met enkele grote lijnen. De revolutionairen, de linkervleugel van de socialistische beweging, huldigden het idee dat socia-lisme alleen tot stand zou kunnen komen door een algehele politieke omwenteling, die niet alleen de kapitalis-tische eigendomsverhoudingen maar het hele staatsapparaat zou omvatten. De reformisten gingen uit van een gestaag groeiende macht van de socialistische beweging die via het parlement en door de invloed van vakverenigingen, coöpe-raties en andere organisatievormen de maatschappij van binnenuit zou hervormen.

Verschillende uitgangspunten, een wereld van verschil in de tactieken die daaruit voortvloeiden.

De feitelijke breuk vormde de Eerste Wereldoorlog. Reformisten steunden hun regeringen bij de oorlogvoering; revolu-tionairen verzetten zich daartegen. Zo diep en zo wezenlijk waren de strijdpunten.

Fundamenteel werden de meningsver-schillen tenslotte toen aan het eind van die Eerste Wereldoorlog de Russische revolutie en de vorming van de Sovjet-staat plaatsvonden.

(21)

reformistische kring meningsverschillen en twijfels daarover. Ook wie de methode verwierp kon vaak de omstan-digheden begrijpen en was bereid de resultaten zwaar te laten wegen. De revo-lutionairen van hun kant juichten de revolutie zonder meer toe en beschouw-den de overwinning daarvan als een eigen zege. Maar meer en meer zou hier het voornaamste strijdpunt tussen de twee stromingen komen te liggen. De Sovjet-Unie werd het centrum van een nieuwe Internationale; er ontwikkelden zich nu duidelijk twee gescheiden stromen.

De communisten vereenzelvigden zich steeds meer met de politiek van de Sovjet-Unie; hun partijen werden 'sec-ties' van de in Moskou zetelende Inter-nationale - terwijl de sociaal-democraten in toenemende mate de burgerlijke kri-tiek op de jonge Sovjet-staat tot de hunne maakten.

Tot welke extreme vormen de tegenstel-lingen opliepen is bekend. Men schold elkaar uit voor 'rode fascisten' en 'sociaal-fascisten'. In Duitsland was de uitwerking van deze vijandschap het ergst en het meest tragisch. De enige werkelijke fascisten trokken aan het langste eind. Hun slachtoffers kwamen samen in de concentratiekampen.

De kloof - breder en smaller

Deze hele periode is niet met een kort oordeel samen te vatten. Het was een ontwikkeling met plussen en minnen. De grote min: het tekortschieten in de machtsvorming tegen fascisme en kapi-talisme. Een plus: de opbouw van com-munistische partijen die een geweldige strijdkracht tegen het Hitler-fascisme zouden ontwikkelen. Een fascisme. dat op de langere termijn ook als een vereni-gende kracht zou werken bij zijn tegenstanders.

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd de kloof weer heel snel peilloos diep. De koude oorlog verdeelde, zoals dat toen heette, de wereld in twee kam-pen. Daarbij kozen in het algemeen de

PC

sociaal-democraten de kant van de Ver-enigde Staten, de communisten die van de Sovjet-Unie. In Nederland werkten de koloniale oorlogen, gevoerd door rege-ringen met sociaal-democraten, als een extra kracht in die richting. Er traden zelfs PvdA-leiders op voor een verbod van de Communistische Partij.

De communisten van hun kant vervielen keer op keer in de fout die zij gemaakt hadden bij de opkomst van het fascisme en die zij nadien terecht hadden gekriti-seerd: in hun ogen was de sociaal-democratie wèèr het voornaamste hulpmiddel van de reactie en meer en meer concentreerde de practische strijd zich op haar. Een dieptepunt was de ver-kiezingsactie van 1948, toen het hoog oplaaiende anticommunisme van de PvdA beantwoord werd met een felle persoonlijke campagne tegen de voorzit-ter van die partij, Vorrink.

De strijd ging over alles, over atoombom en democratie, vakbeweging en waters-noodramp, West-Duitsland en de Sovjet-Unie. Het was altijd strijd, nooit discussie. De profiteurs daarvan zaten rechts. KVP-leider Romme beschreef in 1953 heel openlijk als een hoofddoel van zijn politiek, te voorkomen dat er brug-getjes tussen sociaal-democraten en communisten geslagen zouden worden. Dat lukte hem wonderwel. Het was tus-sen de beide stromingen van de socialis-tische arbeidersbeweging de ijstijd. Pas in de jaren zestig zouden er in dat ijs scheuren ontstaan, waarbij een drietal oorzaken in het oog springen.

In de eerste plaats kwam er een verande-ring in de houding van de partijen tegenover de grote mogendheden en hun politiek.

In de tweede plaats kondigde zich vooral binnen de sociaal-democratie een gene-ratiewisseling aan.

(22)

Politiek en Cultuur

76

Stalin-onthullingen en daarna het Sovjet-Chinese conflict brachten een grondige wijziging teweeg in de houding van dt: CPN tegenover de Sovjet-Unie. Het was afgelopen met de 'onvoorwaar-delijke solidariteit'.

Aan de andere kant was er voor de sociaal-democraten de ontluistering van de Verenigde Staten. De moorden op de Kennedy's en Martin Luther King, het Johnson-tijdperk. en over en door dit alles de Vietnam-oorlog. Bovendien ont-stond er tussen de beide grote mogend-heden een nieuwe pariteit, de nucleaire en die van de ruimtevaart. De twee-kampen-indeling ging vervagen. In het binnenland was het einde van de Drees-periode een begin van nieuwe ver-houdingen. De sociale strijd laaide op, er kwam een einde aan de geleide loon-politiek. In de PvdA kwam 'Nieuw Links' op dat een radicalisering van de binnen- en buitenlandse politiek van de socia;ll-democratie nastreefde. De 'nacht van Schmelzer', die een einde maakte aan een kortstondige tussenregering van confessionele partijen en PvdA, wierp olie op dit vuur. Voor het eerst werd weer de links-rechts-kwestie gesteld, hoe gebrekkig - soms inconsequent, soms sectarisch - dan ook.

En voor het eerst, werkelijk voor het eerst, kwamen er linkse colleges van B en W tot stand, gebaseerd op samenwer-king van communisten en socialisten. Omstreeks diezelfde tijd was er nog iets anders gaande dat van even groot belang was. De in vele NVV-bonden bestaande verboden voor het lidmaatschap van communisten werden opgeheven. In het parlement kwam een einde aan de uit-sluiting van CPN-leden uit de commis-sies van defensie en buitenlandse zaken. De samenwerking die tot stand kwam tussen de linkse groeperingen, zowel binnen de vakbeweging als in gemeente-besturen, was in belangrijke mate de vrucht van een gewijzigd inzicht bij de communisten, niet alleen op internatio-naal terrein. Zij hadden afstand gedaan van ieder idee dat binnen de vakbewe-ging een eigen (oppositioneel) overleg

moest bestaan, ze hadden de opvatting verlaten dat sociaal-democraten, als ze gingen besturen, zichzelf als het ware zouden ontmaskeren.

Nieuwe verhoudingen

In deze tijd, de tweede helft van de jaren zestig en de eerste van de jaren zeventig, met het neerhalen van de internationale dranghekken van de koude oorlog, gin-gen zowel communisten als socialisten zich intensiever bezighouden met de nationale machtsvraagstukken. De PvdA kwam met zijn hervormingsvoorstellen die spreiding van inkomen, kennis en macht beoogden: een vermogensaanwas-deling, selectieve investeringspolitiek. versterking van de positie van onderne-mingsraden en een nieuwe grond-politiek.

De communisten ontwikkelden een anti-monopolieprogram, een politiek ter ver-dediging van de parlementaire demo-cratie, een strategie voor democratische machts-en meerderheidsvorming. Maar er waren ook nieuwe ontwikkelin-gen die samenwerking vanzelfsprekend maakten. De milieuproblematiek kwam op de voorgrond, de noodzaak van democratisering van het onderwijs en niet te vergeten de vrouwenemancipatie. Het waren veelal jongeren die zich op deze vraagstukken wierpen en zij had-den geen grote belangstelling voor de redenen waarom socialisten en commu-nisten elkaar zo heftig bestreden had-den. Bovendien - een deel van die redenen had zijn vroegere stelligheid verloren.

(23)

r

I

r-'

dat door regerende groeperingen naar behoeven gehanteerd kon worden, in progressieve of conservatieve zin. De rol van de staat werd voor hen een machts-probleem als zodanig. Kortom, niemand zat meer zo vast aan de eigen opvattin-gen van voorheen.

Zo ontstond een situatie waarin de ver-schillen nog altijd zeer groot waren, maar veel minder direct en niet voor iedereen herkenbaar.

De PvdA Wt:erd andermaal regeringspartij en wees daarbij formeel samenwerking met communisten af, de communisten konden niet anders doen dan de rege-ring helpen in stand houden tegen aan-vallen van rechts. De nieuwe problemen en stromingen manifesteerden zich in beide partijen - maar de PvdA had min-der moeite met de verwerking daarvan dan de CPN. In die laatste partij ont-stonden scherpe conflicten, met afsplit-singen en vooral afhaken; de PvdA werd meer en meer het electorale vergaarbek-ken voor links. Die ontwikkeling kreeg extra accenten doordat in Oost-Europa regelrechte crisissituaties ontstonden (Polen) en doordat de PvdA, voor het eerst, ging deelnemen aan de strijd tegen de atoombewapening.

Dat is de situatie van nu.

De PvdA is de partij geworden waar de overgrote meerderheid van linkse (en pragmatisch geworden) kiezers hun steun aan geven - maar ze wordt syste-matisch buiten de regering gehouden. In 1977 bracht Van Agt het kabinet-Den Uyl ten val. In 1981 trad de PvdA toe tot een kabinet-Van Agt, maar ze moest een half jaar later zelf daarmee breken door een zware nederlaag bij Statenverkiezin-gen. En nadien hebben we Lubbers met rechtse regeringen. De PvdA heeft een paar vruchteloze flirtpogingen gedaan naar de VVD toe, maar daarvoor bestaat geen politieke basis. Het CDA van zijn kant is op sociaal-economisch terrein een uiterst rechtse koers gaan varen en heeft de hoofdverantwoordelijkheid op zich genomen voor afbraak van sociale voorzieningen.

De PvdA wil regeren - maar hoe? Wat is

haar gezicht? Wat haar inhoud? Een commissie onder leiding van Jan Pronk heeft geprobeerd dat te formuleren in het rapport 'Schuivende panelen'.

'Schuivende panelen'

'Schuivende panelen' is een stuk van sterk wisselende kwaliteit. Hier en daar is het goed, elders slecht geschreven. Er staan interessante stukken in, zoals dat over het milieu, en er wordt ook iets aangedurfd, zoals bij de behandeling van de zogenaamde individualisering. Wat de internationale politiek betreft is het verward, geschiedkundig, bijvoor-beeld als het gaat over NAVO of kolo-niale oorlogen, uiterst oppervlakkig en zelfs flodderig.

De hoofdlijn van het rapport is: een algehele her-ijking van standpunten, waarbij vrijwel alles ondergeschikt gemaakt wordt aan de schaalvergroting in de economie, nationale politiek wordt naar de tweede rang verwezen.

Ik wil hier een paar hoofdelementen uit het rapport aanduiden.

De economie domineert en daar lanceert de commissie het idee van 'meer markt, meer plan'. Economische groei is nodig, maar dan met inachtneming van milieu, verdeling van arbeid, de verzorgingsta-ken van de staat en een zekere nivelle-ring. Dat zijn de 'plan'-elementen, toegepast op de bestaande onderne-mingsstructuur en de bestaande vrije markt. Voor dat soort economie is, zegt het rapport, een consensus, een overeen-stemming, van overheid en bedrijfsleven nodig - waar dus ook de vakbeweging aan mee dient te werken.

Op dit gewichtigste aller terreinen ont-loopt de commissie dus het machts-vraagstuk; het laat de bezitsver-houdingen zoals ze zijn en neemt het confessionele 'harmoniemodel' over. Deze opvatting staat recht tegenover die van de communisten, die juist de bestaande machtsverhoudingen willen wijzigen en van mening zijn dat de niet-machtigen daarvoor het gevecht moeten aangaan.

(24)

Politiek en Cultuur

Voor Pronk en de zijnen is de consensus democratie, voor communisten is demo-cratie een strijdpositie, met als inzet de verandering van machtsverhoudingen. De commissie-Pronk aanvaardt het marktsysteem als fundament van de eco-nomie; voor de communisten is dit sys-teem juist mensonwaardig omdat het aan de maatschappij het karakter van een wildernis geeft, omdat het in wezen (de macht van de sterkste)

anti-democratisch is.

Een tweede hoofdelement in het rapport is de sterke nadruk op internationalisa-tie: economie, milieu, politiek. De beperkte rol die het de staat toekent in de economische processen gaat mede uit van die internationalisering. Het rapport

accepteert die ontwikkeling niet zozeer, het wil die. Het wil de internationalise-ringsprocessen zelfs versnellen.

De PvdA is altijd al één van de vurigste voorstanders van de EEG geweest. Dit rapport koerst met alle kracht op het terugdringen van de rol van de nationale staat. Integratie is het toverwoord - en dan niet alleen economisch, maar ook politiek en militair. Ik heb hier op gewe-zen, onder andere in een polemiek in De Waarheid met PvdA-buitenland-secretaris Jan-Marinus Wiersma. De opvatting van de communisten is niet dat elke internationalisering moet worden tegengegaan. Dat zou illusiepoli-tiek zijn - als het al gewenst zou zijn. Wel zijn zij van mening dat gezien de internationalisering die plaatsvindt, juist de democratische invloed in en op bedrijven vergroot moet worden - en dat daar voorshands vrijwel alleen nationale kanalen voor beschikbaar zijn, die dan ook gebruikt moeten worden.

Datzelfde geldt, op zijn manier, voor de milieuproblematiek en het is bovenal van kracht voor de militaire sector. Juist voor het voeren van vredespolitiek is gebleken hoe belangrijk, ja doorslagge-vend, ruimte voor een nationale politiek is.

78

Als een derde hoofdelement, al is het niet als zodanig gepresenteerd, lijkt mij

te beschouwen dat wat het rapport als 'coalitie' ziet.

Het stelt namelijk: de sociaal-democratie is in hoofdzaak een coalitie tussen arbei-ders en intellectuelen. Daar ligt een opmerkelijk verschil met de benadering die al heel lang bij communisten bestaat. Voor hen is steeds de voornaam-ste coalitie geweest, die tussen arbeiders en middengroepen. Middengroepen, gezien als maatschappelijk bepaald (middenstanders, boeren, zelfstandigen) en middengroepen wat 'denkpatroon' betreft. Dat zijn voor een deel intellec-tuelen, maar in ander opzicht zijn het grote groepen kerkelijken.

Wat betreft de rol van de economische middengroepen heeft de CPN al heel lang een eigen standpunt, dat zeer ver-schillend was van wat zowel in de sociaal-democratie als in de Sovjet-Unie werd gedacht.

Maar in de vredesstrijd bijvoorbeeld heeft de CPN steeds sterk aansluiting gezocht bij het denken in christelijke kring, heeft ze oog gehad voor anders-soortige benaderingen dan die van de arbeidersklasse - zonder die overigens los te laten, laat staan te verloochenen. De PvdA heeft altijd moeite gehad met deze problematiek, zij vond de midden-stand maar iets lastigs. En wat bijvoor-beeld het christelijke vredesdenken betreft, men kreeg vaak de indruk dat dat sommige PvdA'ers alleen electoraal interesseerde - een houding die de vre-desbeweging geen goed heeft gedaan.

Perspectief

Dit waren dan enkele punten waarop communistische standpunten en de gedachtengang van de PvdA-commissie met elkaar vergeleken werden. Het is duidelijk dat de verschillen soms aan-zienlijk zijn.

(25)

r

over het stuk is volop gaande. En het is nu al duidelijk dat de opvat-ting die communisten hebben over bepaalde facetten van wat het rapport behandelt, in de PvdA zijn weerklank heeft.

Er komt nog iets bij.

'Schuivende panelen' zegt vrijwel niets over de socialistische landen, terwijl de belangstelling binnen de PvdA voor wat daar gaande is, zeer groot is. Zowel in de Sovjet-Unie als in China, en ook in andere socialistische landen, zijn gewel-dige verschuivingen gaande die alle vraagstukken raken waarover vroeger tussen communisten en sociaal-democraten diepgaande meningsver-schillen bestonden. Voortgang van deze ontwikkeling kan betekenen dat zowel de internationale oriëntering van sociaal-democraten als hun relatie met communisten in de komende tijd verder zullen gaan veranderen. Wat de commu-nisten betreft blijft daarbij het streven naar bondgenootschappelijk optreden centraal staan.

En hiermee kom ik dan terug op de vraag die aan het begin van dit stuk werd opgeworpen. ZIJN communisten een factor voor gesprek en bondgenoot-schap, gezien de bestaande krachts-verhoudingen?

De posities in het parlement lijken 'nee' te zeggen, maar daar mag men zich niet blind op staren. Het handelen en den-ken van de communisten heeft een invloed, kan die althans hebben, die veel verder gaat dan verkiezingsresultaten aangeven.

Maar Of de communisten serieuze gesprekspartners zijn, dat hebben zij voornamelijk zelf in de hand. Niet alleen de CPN, het hele begrip

communisme is door een diepe crisis heengegaan en daar is nog geen einde aan gekomen, al lijkt het dieptepunt

gepasseerd.

Bij ons heeft dat de uitwerking gehad van splitsing en vorming van groepen binnen de partij.

Misschien hebben de ge- en verschillen die daartoe aanleiding gaven, lange tijd helder geleken. Op dit ogenblik is daar zeker geen sprake van. Weinigen zullen begrijpen wat de communisten nog uit elkaar houdt. Niet de regeringspolitiek, niet de sociale strijd, niet de vredespro-blematiek - en ook niet de sympathieke belangstelling voor wat in de Sovjet-Unie gaande is!

Men krijgt wel de indruk dat soms pres-tigekwesties en onenigheid over woorden of handelingen uit het verleden kunst-matig in leven worden gehouden, om de geschillen te rechtvaardigen.

De realiteit is echter deze: Er is in dit land een grote sociaal-democratie, maar zij is zoekende naar een politiek. Er werken krachten in die een gevaarlijke koers uitzetten - terwijl er juist zovelen zijn die zien dat er nu nieuwe mogelijkheden voor progressieve machtsvorming en progressieve politiek zijn.

Uit ervaring weten we hoe belangrijk in dit soort omstandigheden een krachtige communistische partij kan zijn, met hel-dere standpunten; één die zich bemoeit met de discussie en die helpt om nieuwe wegen te vinden. Gezamenlijke wegen. Maar dat kan alleen gebeuren als de communisten zich verenigen en er naar streven in één partij op te treden. Als zij zich bevrijden van kleinheid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Andere gemeenten organiseerden samen met zorgaanbieders een informatiebijeenkomst waarin cliënten algemene informatie kregen over hulp en zorg binnen de Jeugdwet.. Ook werden

Voor de derde keer op rij hebben dit jaar weer meer sportaanbieders zich aangemeld bij het projectbu- reau Sport in De Ronde Venen.. De Sportaanbieders bieden in de

Overwegende dat verwerende partij in de eerste plaats beweert dat het beroep laattijdig is ingesteld; dat overeenkomstig artikel 47decies, § 2, en artikel 47septiesdecies, § 5,

echter niet beantwoordt aan de bepalingen van de artikelen 47septies – 47 septiesdecies van het decreet Rechtspositieregeling en niet de rechtsgevolgen kan hebben die aan

Overwegende dat de feiten die door de Rechtbank als bewezen zijn aangenomen, bijzonder ernstig zijn, niet alleen in de maatschappelijke context, maar zoals het in voorliggend geval

In juni 2006, september 2006 en januari 2007 werd door de afgevaardigden van het personeel herhaaldelijk om inzage van de bedoelde rekening gevraagd, doch inzage

Overwegende dat wat de eerste tenlastelegging betreft, niet wordt betwist dat intieme handelingen tussen de verzoekende partij en zijn vrouw op beelddrager

Mitten im Raum befi ndet sich ein Teppich, auf dem Hosen, Socken und Taschen verteilt sind. Die Kastentüren stehen weit offen und aus den Schubladen hängen