Beoordeling van de locatie van de raaien te Teralfene in functie van de grondwaterstanden

(1)

Beoordeling van de locatie van de raaien te Teralfene

in functie van de grondwaterstanden

Nummer:

INBO.A.2009.75

Datum:

8 april 2009

Auteurs:

Sophie Vermeersch & Willy Huybrechts

Geadresseerden:

Vera De Vlieger

Nathalie Devaere

Waterwegen en Zeekanaal NV

Afdeling Bovenschelde

(2)

1. Inleiding

In het kader van de studie met betrekking tot de milieu-impactanalyse tussen Teralfene en

Aalst werden ter verfijning van de studie raaien geplaatst in het alluviaal gebied van de

Dender in Teralfene. Er werden 3 raaien loodrecht op de Dender uitgezet (Fig.1). Hierdoor is

het mogelijk om inzicht in de gradiënten van de grondwaterstanden te bekomen, waardoor

men ook een beeld bekomt van de grondwaterstromingen. Het meetnet in Teralfene bestaat uit

raaien van 5 peilbuizen. Ze werden zo ver mogelijk uit elkaar geplaatst tot voorbij de

(3)

het talud en de sloot niet representatief zijn voor de waterstanden van de gebieden ten noorden

van de sloot die men wenst te monitoren.

3. Methode

Het verloop van de grondwaterstand langs de raaien werd op verschillende tijdstippen

onderling vergeleken om een eventueel afwijkend gedrag van raai 1 (R1) te kunnen

vaststellen. Het bepalen van de maaiveldhoogte is gebaseerd op het Digitaal Hoogte Model

Vlaanderen (5mx5m).

4. Resultaten

Om een kwaliteitsanalyse uit te voeren van de metingen werden voor raai 1, 2 en 3 de

stijghoogten van de peilbuizen uitgezet in functie van tijd (Fig. 2-4). Uit deze analyse blijkt

dat de metingen van 18/06/07 een afwijkend gedrag vertonen op niveau van raai 1 en 2. Voor

raai 3 ontbreken de metingen van 18/06/07. Ze zullen niet verder in de analyse betrokken

worden en worden dus ook niet op figuur weergegeven.

(4)

8 8,2 8,4 8,6 8,8 9 9,2 9,4 9,6 9,8 jan /07 fe b/0₇mrt/07 ap r/07 me i/07 jun /07 jul/07 au g/0₇ sep/07 ok t/0₇ nov/07 de c/0₇ jan/08 fe b/0₈ mrt/08 ap r/08 me i/08 jun /08 jul/08 au g/0₈ sep/08 ok t/0₈ nov/08 de c/0₈ jan/09 S ti jg h o o g te ( m T A W ) R2_PB1 R2_PB2 R2_PB3 R2_PB4 R2_PB5

Figuur 3. Stijghoogten voor de peilbuizen van raai 2 tussen 02/04/07 en 23/12/08

8 8,2 8,4 8,6 8,8 9 9,2 9,4 ja n/0₇ feb/0₇mrt/0₇ apr/07 m ei/₀₇ jun/0₇ jul/07 aug/0 7 se p/07 ok t/0₇ nov/07 de c/07 ja n/0₈ feb/0₈mrt/0₈ apr/08 m ei/₀₈ jun/0₈ jul/08 aug/0 8 se p/08 ok t/0₈ nov/08 de c/08 ja n/0₉ S ti jg h o o g te ( m T A W ) R3_PB1 R3_PB2 R3_PB3 R3_PB4 R3_PB5 PS3

Figuur 4. Stijghoogten voor de peilbuizen van raai 3 tussen 02/04/07 en 23/12/08

(5)

R1_PB1 R1_PB2 R1_PB3 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB2 R2_PB1 R3_PB5 R3_PB4 R3_PB3 R3_PB2 R3_PB1 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

afstand tot de rivier (m)

h o o g te ( m T .A .W .) raai 1 maaiveld raai 1 raai 2 maaiveld raai 2 raai 3 maaiveld raai 3 niveau Dender

Figuur 5. Grondwaterstanden op 02/04/07 (in m T.A.W.)

R1_PB1 R1_PB2 R1_PB3 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB2 R2_PB1 R3_PB4 R3_PB3 R3_PB2 R3_PB1 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 10,50 11,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

(6)

R1_PB2 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB2 R2_PB1 R3_PB3 R3_PB2 R3_PB1 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 10,50 11,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

Figuur 7. Grondwaterstanden op 16/07/07 (in m T.A.W.)

R1_PB5 R1_PB4 R1_PB3 R1_PB2 R2_PB1 _{R2_PB2} _{R2_PB3} R2_PB4 R2_PB5 R3_PB1 R3_PB2 _{R3_PB3} 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 10,50 11,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

(7)

R1_PB2 R1_PB3 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB2 R2_PB1 R3_PB3 R3_PB2 R3_PB1 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

Figuur 9. Grondwaterstanden op 19/09/07 (in m T.A.W.)

R1_PB2 R1_PB3 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB2 R2_PB1 R3_PB3 R3_PB2 R3_PB1 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 10,50 11,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

(8)

Figuur 11. Grondwaterstanden op 24/11/07 (in m T.A.W.)

(9)

R1_PB1 R1_PB2 R1_PB3 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB2 R2_PB1 R3_PB3 R3_PB1 R3_PB2 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

Figuur 13. Grondwaterstanden op 28/01/08 (in m T.A.W.)

R1_PB1 R1_PB2 R1_PB3 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB2 R2_PB1 R3_PB3 R3_PB2 R3_PB1 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 10,50 11,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

(10)

R1_PB1 R1_PB2 R1_PB3 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB2 R2_PB1 R3_PB5 R3_PB4 R3_PB3 R3_PB2 R3_PB1 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 10,50 11,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

Figuur 15. Grondwaterstanden op 18/03/08 (in m T.A.W.)

(11)

Figuur 17. Grondwaterstanden op 19/05/08 (in m T.A.W.)

(12)

Figuur 19. Grondwaterstanden op 28/07/08 (in m T.A.W.)

(13)

Figuur 21. Grondwaterstanden op 22/09/2008 (in m T.A.W.)

R1_PB1 R1_PB2 R1_PB3 R1_PB4 R1_PB5 R2_PB5 R2_PB4 R2_PB3 R2_PB1 R3_PB5 R3_PB4 R3_PB3 R3_PB2 R3_PB1 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00 10,50 11,00 0 50 100 150 200 250 300 350 400

(14)

Figuur 23. Grondwaterstanden op 22/11/2008 (in m T.A.W.)

Figuur 24. Grondwaterstanden op 23/12/2008 (in m T.A.W.)

(15)

-

Ze worden beter niet geplaatst op hoge, niet-geïrrigeerde oppervlakten zoals naast

wegen of taluds (Schmiede 2006);

-

De peilbuizen gelegen tussen het talud van de gewestweg en de afwateringssloot van

het talud ondergaan de rechtstreekse invloed de waterstand in de sloot. Aangeraden is

om ze minstens op 5 m afstand van een waterloop of gracht te plaatsen om niet onder

de invloed te komen van de drainerende werking van de gracht (Van Daele 2003);

-

Ze kunnen naast of tussen permanent aanwezige structuren geplaatst worden zoals

afrasteringen. Dit zal beschadiging door begrazing of door machines voorkomen;

-

Ze moeten toegankelijk zijn gedurende het natte seizoen;

-

Ze kunnen strategisch in verschillende bodemtypes geplaatst worden zodanig dat men

een grotere variatie bekomt (Schmiede 2006).

Om tot interpreteerbare resultaten te komen, zou het aangewezen zijn om raai 1 noordelijk te

verplaatsen, ter hoogte van de afrastering tussen de vossenstaartgraslanden (Figuur 25).

(16)

Beoordeling van de locatie van de raaien te Teralfene in functie van de grondwaterstanden