• No results found

b eerste helfi

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "b eerste helfi"

Copied!
517
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN IN DE TWEEDE WERELDOORLOG

1939-1945

DEEL r r b eerste helfi

(2)

RIJKSINSTITUUT VOOR OORLOGSDOCUMENTATIE

(3)

DR. L. DE JONG

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

IN DE TWEEDE

WERELDOORLOG

DEEL

II

b

NEDERLANDS-INDIË II

eerste helft

(4)

COPYRIGHT 1985

RIJKSINSTITUUT VOOR OORLOGSDOCUMENTATIE AMSTERDAM

DRUK: STAATSDRUKKERIJ - 'S-GRAVENHAGE

PRINTED IN THE NETHERLANDS

(5)

Inhoud

Eerste helft

Hoofdstuk I - Hoe Japan de oorlog verloor Naar het keerpunt

Oorzaken van Japans nederlaag De Geallieerde offensieven

De oorlog in het perspectief van Japan Capitulatie

10 24 50

102

lI8

Hoofdstuk 2 - Japan en Azië N ederlands- Indië

Brits-Indië Birma Thailand Malakka Philippijnen Oceanië

Frans- Indo-China Bezet China Terugblik

141 148 155 161 167 168

172 176 177

179

181

Hoofdstuk 3 - Bezet Indië, eerste jaar Imamoera's komst

Buitengewesten

De Japanse militaire besturen Japanisering

Propaganda

Imamoera verdwijnt

186

190 203

209

230 239

248

Hoofdstuk 4 - Soekarno komt naar voren Soekarno in Batavia

Soekarno's eerste resultaten

254 268 276

(6)

INHOUD

Hoofdstuk 5 - 'Nederland' wordt uitgeschakeld

Eerste reacties

Het Nederlandse bestuur terzijde geschoven Anti-Nederlandse acties

Druk op de Nederlandse samenleving Registratie

Razzia's Stemming Internering Hulpverlening Isolement

Hoofdstuk 6 - Verzet en illegaal werk

Java Sumatra Borneo Grote Oost 'Kenpeitai'

Processen / Gevangenissen Slot

Tweede helft

Hoofdstuk 7 - Uitgemergeld Indië

Borneo en de Grote Oost Sumatra

De romoesja's

Java's mislukte oorlogseconomie Verarming en hongersnood op Java

Hoofdstuk 8 - Krijgsgevangenen

Japan en zijn krijgsgevangenen De inheemse Knil-militairen

Krijgsgevangenenkampen - algemeen Buitengewesten

Java, eerste periode Special Party .

VI

4°7 414 462 47°

474 476 490 499

5°9 522 524 528 538 550

575 580 604 608 626 637 665

(7)

INHOUD

Scheepstransporten 673

Birma-spoorweg 682

Pakanbaroe-spoorweg/Palembang 709

Ploresj Molukken 714

Java, tweede periode 735

Japan 742

Slot 749

Hoofdstuk 9 - Geïnterneerden

753

Buiten Indië 759

Twee fasen 762

Algemene aspecten 769

Isolement 8I I

Enkele bijzonderheden - Buitengewesten 836

Enkele bijzonderheden - Java 842

Hoofdstuk

10 -

Indische Nederlanders onder druk

867

Java - de gelijkschakeling afgewezen 869

Java - worsteling tegen de ondergang 886

Stemming 899

Hoofdstuk

I I -

De aanloop tot de Republiek

910

Geen 'onafhankelijkheid' 918

'Deelneming aan het bestuur' 927

De teugels aangetrokken 936

Militarisering 952

Koiso's toezegging 979

Anti-Japanse stemming 995

De nationalistische leiders raken geïsoleerd 999

Onderzoek van de 'Onafhankelijkheid' IOIl

Voorbereiding van de 'Onafhankelijkheid' 1025

Uitroeping van de Republiek !O]2

Slot 1046

(8)

INHOUD

Bijlage I - Datumlijst maart 1942-augustus 1945 Ios8

Bijlage 2 - Afkortingen van de namen van organisaties

en instellingen 1064

Lijst van illustraties 1066

Lij st van kaarten 1070

Lijst van afkortingen, gebruikt in de voetnoten 1°71

Register 1074

VIII

(9)
(10)
(11)

HOOFDSTUK I

Hoe Japan de oorlog verloor

Toen Japan op 8 december 1941 de slagschepen van de Amerikaanse Pacific-vloot in Pearl Harbor uitschakelde en ter verovering van de Britse basis Singapore een troepenmacht ontscheepte in het zuiden van Thailand en het noorden van Brits-Malakka, was het niet zijn bedoeling om de twee grote mogendheden waaraan het de oorlog verklaarde: de Verenig- de Staten en Groot-Brittannië, volledig te verslaan. De Japanse leiders die het besluit hadden genomen om aan de Tweede Wereldoorlog te gaan deelnemen, beseften dat zij dáár de krachten niet voor hadden. Hun was het er om te doen, het gehele gebied van wat in Japan 'de Zuidelijke Oceaan', de Nanjo, heette, in te voegen in het Japanse keizerrijk opdat het een groot deel zou leveren van de grondstoffen, in de eerste plaats aardolie uit Nederlands-Indië, welke de 'Groot-Oost-Aziatische Wel- vaartssfeer' tot een gebied zouden maken dat in zijn eigen economische behoeften zou kunnen voorzien. Japan was dus uit op een compromis- vrede; had het de Verenigde Staten en Groot-Brittannië er eenmaal toe gebracht zich bij zijn veroveringen neer te leggen, dan zou, zo werd vertrouwd, ook de mogelijkheid geschapen zijn, het Chinees-Nationa- listisch bewind van generaal Tsjiang Kai-sjek uit te schakelen.

Niet dat die compromisvrede met de Verenigde Staten en Groot- Brittannië als permanent gedacht werd! In de laatste maanden van'40 en in '41 waren door de research-afdeling van het Japanse departement van oorlog, in samenwerking met de hoofdkwartieren van leger en vloot en met het departement van overzeese gebiedsdelen, nog veel ambitieuzer plannen opgesteld waarin er van was uitgegaan dat Japan, nadat het van de oorlog in Europa had geprofiteerd door niet alleen de Nanjo maar ook de Britse Dominions Australië en Nieuw-Zeeland in de wacht te slepen, omstreeks 1960 een beslissende oorlog met de Verenigde Staten zou aangaan die het tot de sterkste mogendheid moest maken in het gehele gebied van de Pacific. Dat voorts, zodra mogelijk, de macht van de Sowjet-Unie in Oost-Azië moest worden gebroken, was een doelstelling die de Japanse heersers al van de Russische Revolutie (1917) af in het oog

(12)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

het eind van de negentiende eeuw begonnen machtsuitbreiding van het Japanse keizerrijk welke Japan uiteindelijk tot de sterkste mogendheid op aarde moest maken, sterker ook dan bondgenoot Duitsland, welks overwinningen in Europa in'40 en'41 door Japans heersers gadegeslagen waren met een mengsel van bewondering, jaloezie en bezorgdheid.

*

Dit eerste hoofdstuk van deel I I b beoogt een beknopt beeld te geven van het algemeen verloop van de Tweede Wereldoorlog voorzover deze tegen Japan is gevoerd. Ook in de delen van ons werk waarin wij bezet Nederland en de activiteiten van de Nederlandse regering in ballingschap beschreven, hebben wij steeds aandacht besteed aan het algemene oor- logsverloop en dan niet zozeer aan de veldslagen en overige gevechten maar vooral aan de strategie van de oorlogvoerende partijen en aan de factoren waardoor deze werd bepaald. Zo ook nu. Het gaat ons er om, de lezer een duidelijk beeld te geven van de brede ontwikkelingen die er toe hebben geleid dat Japan ruim drie jaar nadat het een reeks van op het oog schitterende overwinningen had geboekt, volledig verslagen was en zich moest overgeven.

De relatie tussen dat algemene beeld en datgene wat wij in dit en het volgende deel meer in bijzonderheden zullen weergeven, is evident: het brede verloop van de oorlog vormt de achtergrond zowel van het Japanse beleid en van het daaruit voortvloeiende gebeuren in Nederlands-Indië (de inhoud van deel I Ib) als van de bemoeienissen met dat gebeuren van de kant van de Nederlandse en Nederlands-Indische autoriteiten in Australië, op Ceylon, in de Verenigde Staten, in Engeland en tenslotte ook in bevrijd Nederland (de inhoud van deel IIC). Wij gaan bij dat alles niet veel verder dan Japans capitulatie, 15augustus 1945, en de uitroeping van de Republiek Indonesië, twee dagen later. Aan de op die uitroeping volgende politieke en militaire worsteling tussen Nederland en de Re- publiek, die er toe heeft geleid dat Nederland op27 december 1949 de soevereiniteit over de Indische archipel, Nieuw-Guinea uitgezonderd, overgedragen heeft aan Indonesië, zullen wij aandacht besteden in deel

12van ons werk, Epiloog.

Terug naar 1941.

*

2

(13)

JAPANS OORLOGSPLAN

Het oorlogsplan voor de Nanjo hield in dat Japan zich, na de onverhoedse uitschakeling van de Amerikaanse Pacific-vloot, in een reeks zorgvuldig op elkaar afgestemde gecombineerde operaties meester zou maken (zie kaart I op de pag.'s4-5) van het Britse Hongkong, van de Amerikaanse bases Wake en Goeam, van de Philippijnen die nog onder Amerikaans oppergezag stonden, van de Britse Gilbert-eilanden, van de Australische Bismarck-archipel, van Nederlands-Indië, van Brits-Borneo, het schier- eiland Malakka en Singapore, van de Andamanen en de Nicobaren in de Golf van Bengalen en tenslotte van Brits-Birma dat veroverd moest worden van Thailand uit - Thailand dat formeelonafhankelijk zou blijven, zou daartoe een Japanse troepenmacht moeten toelaten.

Dit ambitieuze, hoogst gecompliceerde veroveringsprogram was goeddeels verwezenlijkt op de dag, 8 maart 1942, waarop in Kalidjati op Java de algemene capitulatie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, het Knil, tot stand kwam. Mgezien van het verzet, hier en daar, van kleine guerrilla-eenheden, moest Japan toen binnen het te veroveren gebied nog slechts de weerstand breken van de Amerikaanse en Philip- pijnse troepen die zich op Luzon, het hoofdeiland van de Philippijnen, teruggetrokken hadden op het schiereiland Bataan en die het in de Baai van Manila gelegen fort Corregidor nog in handen hadden (de verdedi- gers van Bataan zouden begin april, die van Corregidor begin mei capituleren), voorts moest het nog Midden-Celebes en Midden- en Noord-Sumatra veroveren (de laatste eenheden van het Knil zouden zich eind maart overgeven) en tenslotte diende het dieper door te dringen in Birma en bezettingsdetachementen te sturen naar de Andamanen en de Nicobaren.

Het offensief ter verovering van Birma was toevertrouwd aan het Japanse Vijftiende Leger - een van de vier legers die tot de door generaal graaf Hisaïtsji Teraoetsji gecommandeerde Nanjo-Iegergroep behoorden.

De voorhoede van dat Vijftiende Leger was op 8 december' 41ontscheept in Thailands hoofdstad Bangkok waar de Thaise regering haar niet veel meer dan symbolisch verzet na enkele uren had opgegeven - daarmee was Thailand in de 'Groot-Oost-Aziatische Welvaartssfeer' opgenomen.

Het Japanse Vijftiende Leger telde aanvankelijk slechts twee van de over zijn vier legers verdeelde tien infanterie-divisies die Teraoetsji kon inzetten, maar daaraan werden na de val van Singapore, 15februari '42, nog twee infanterie-divisies toegevoegd. Bovendien bevond zich bij de eerste twee een uit Birmaanse nationalisten bestaande kleine formatie:

het Birmaans Onafhankelijkheidsleger, dat er op rekenen mocht, in Birma steun te ontvangen van een deel van de inheemse bevolking. In de loop

(14)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

INDISCHE OCEAAN

:700

Oester Lengte

I

I. Het japanse aanvalsplan

De rode pijlen geven de landingen aan die in eerste instantie moesten worden uitgevoerd

4

(15)

JAPANS OORLOGSPLAN

~ ATTOEOo

o 0 000 00 K1SKA 0 ALEOETEN

,

KOERILEN ,~ Aanvalsroute naar R

... T... , , ...

ear] 1:.•• "'6~

..

0("

l ' , , , , , .. .. .. .. ..

-,

,

,

MID~,'Á~ e.

..

wXKE , ,,

JAPAN

STILLE OCEAAN

'okio

:IWO-]IMA

"

,,0' 6)0HAWAll Pearl Harbor 0 ()

, Grens van het , door Japan te

0,", ,beheersen gebied

MARSHALL-- o~o EILANDEN C> 0 Ç) ,

D OQ ,

~

,

BISMARCK-

;'J

,__ Q o~ARCHIPEL __ IlGILBERT- , -." Rab~'\) __ - "" EILANDEN

fEUW- c.:c: _ Il0

UINEA .. ()

."r;:v

'ODSALOMONS-

C> ., EILANDEN OGOEAM

'I.ROLlNEN

o

(lrJ,.c:1:

fa

" , : tb

oo

o

II c SAMOA

DO

oC?FlD]I-EILANDEN

KORAALZEE DQ

D

(16)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

van de jaren '30was zich namelijk onder de ontwikkelde Birmanen een vrij sterke oppositie gaan aftekenen tegen het Britse koloniale gezag. Aan Birma, aanvankelijk deel van Brits-Indië, was in '23een zekere mate van zelfbestuur toegekend, het was in '37 van Brits-Indië losgemaakt en had toen een geheel uit verkiezingen resulterend Huis van Afgevaardigden gekregen; de Britse Governor had toen slechts ten aanzien van de verde- diging en van de binnenlandse veiligheid bepaalde rechten behouden - het land werd voor het overige bestuurd door een uit Birmanen bestaand kabinet met een Birmaanse premier, aanvankelijk Ba Maw, in '40U Saw, aan het hoofd. U Saw knoopte in '41geheime contacten met de Japanners aan - zij bleven de Britten niet onbekend; toen hij begin december '41 op terugreis was van Londen, waar hij vergeefs op het verlenen van onafhankelijkheid had aangedrongen, werd hij van de boot gehaald die hem naar Rangoon terug zou brengen, en geïnterneerd op de Seychellen-eilanden, die in de Indische Oceaan liggen, niet ver van de kust van Afrika. Naast de beweging van Ba Maw en U Saw had zich evenwel aan het einde van de jaren '30 in Birma een revolutionair- nationalistische groepering gevormd, de Z.g. Thakin ('Meester')-partij, waarvan een oud-student van de Universiteit van Rangoon, Aung San,

algemeen secretaris was.' Deze partij werd in'41door de Britse Governor verboden .; leden van de linkervleugel, die zich als communisten be- schouwden, werden toen gearresteerd of doken onder en ca.dertig andere vooraanstaanden, onder wie Aung San, vluchtten naar Thailand en van- daar met Japanse hulp naar het door Japan bezette Chinese eiland Hainan;

daar ontvingen zij een militaire opleiding: zfjwaren het die met een deel van de in Thailand aangetroffen Birmanen de voorhoede van het Bir- maanse Onafhankelijkheidsleger vormden welke de eerste twee divisies van Japans Vijftiende Leger op hun tocht uit Thailand naar Birma ver- gezelde.

Een moeizame tocht! Gebaande wegen waren er niet in het ontoegan- kelijk bergland dat Thailand van Birma scheidt - er liepen op enige afstand van elkaar slechts twee primitieve paden; in de loop der eeuwen hadden talloze handelaren en andere reizigers (eind dertiende eeuw was de Venetiaan Marco Polo een hunner geweest) daar gebruik van gemaakt, sommigen gezeten op ossekarren, anderen op olifanten. Het Japanse Vijftiende Leger trof in Thailand niet voldoende olifanten aan en osse-

1 Europeanen werden in Birma veelal met de term Thakin aangesproken. Aung San en de zijnen kozen de naam van hun partij om hun gelijkheid met Europeanen te onderstrepen.

6

(17)

BIRMA VEROVERD

karren werden op dit traject dwars door het tropisch oerwoud (traject bovendien waarop men talloze woeste rivieren, waar geen brug over lag, moest oversteken) te traag geacht. De Japanners gingen gebruik maken van hun kleine legerkarretjes die hier, als er geen olifanten waren, door de militairen zelf werden voortgetrokken. 'Meermalen heb ik', schreef later een Knil-officier die met tienduizenden andere krijgsgevangenen en enkele honderdduizenden Aziatische arbeiders van september '42 tot november '43 ingezet was om naast een van die twee paden de Birma- spoorweg aan te leggen,

'Japanse troepen moeizaam langs dit modderige en vrijwelonbegaanbare karre- spoor zien trekken. Elke sectie had zo'n Japans karretje bij zich, waarop ze hun veldzakken en munitie vervoerden. Zes man liepen in de touwen en trokken het karretje met veel moeite door de blubber en over de keien en boomstronken heen. Als er rust werd gecommandeerd, vielen ze, zonder er op te letten waar ze stonden, net als honden voor een hondekar, zo in de blubber neer, zo moe waren ze. Na een korte rust trokken ze verder, zo nu en dan losten anderen de trekkers af. Allen zaten ze zeer slecht in de kleren: vuile, gescheurde en versleten jassen en broeken. Vaandels en Japanse vlaggen voerden ze mee. En zo kwam dan het leger, na een wekenlange tocht, doodmoe, uitgeput en stinkend in Birma aan'l -

er was daartoe door de bergen een afstand afgelegd van meer dan400

kilometer.

De Engelsen waren niet in staat, Birma te behouden. De Japanse divisies kregen er de steun van duizenden die zich onder de vanen van het Birmaans Onafhankelijkheidsleger schaarden -linie na linie moesten de Britse troepen, die zich overal van spionnen omgeven wisten, prijs- geven. In Rangoon, dat door de Britse Governorverlaten was, trokken de Japanners op 8 maart binnen en begin mei hadden de laatste Britse en Brits-Indische eenheden alsook de Chinese die hun te hulp gesneld waren, het grootste deel van Birma moeten ontruimen; alleen in het uiterste noorden wisten zij zich te handhaven.

Nog in maart konden de Japanners overgaan tot de bezetting van de Andamanen en de Nicobaren; de voornaamste eilanden van deze twee groepen gingen zij onmiddellijk in staat van verdediging brengen.

Zware tegenslagen voor de Geallieerden! Zwaar vooralomdat de enige landverbinding met Nationalistisch China: de Birma-weg, die Rangoon

1 J.van Baarse!: 'Onder de Jappen', p. 74 (IC,81359).

(18)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

met Tsjoengking verbond, was weggevallen en omdat de val van Birma een ernstig gevaar leek in te houden voor de positie van de Britten in hun grootste kolonie: Brits-Indië.

*

Churchill had in de herfst van '41 het modernste Britse slagschip, de 'Prince of Wales', en de oude slagkruiser' Repulse' naar Singapore gezon- den; zij waren er op 6 december gearriveerd en waren vier dagen later in de Zuidchinese Zee door de Japanners tot zinken gebracht. Nieuwe zware eenheden moesten naar Zuid-Azië worden gezonden - een hachelijke onderneming omdat verscheidene van die eenheden in reserve gehouden moesten worden zowel in de Middellandse Zee als in de Atlantische Oceaan.' Begin maart werd Admiral Sir Geoffrey Layton, die eerst Singapore op weg naar Java en vervolgens Java op weg naar Ceylon- verlaten had, tot opperbevelhebber op laatstgenoemd eiland benoemd, eind maart aanvaardde Vice-Admiral SirJames Somerville het bevel over de nieuw-gevormde Britse Eastern Fleet. Deze bestond uit twee grote vliegkampschepen en één klein, vijf slagschepen, twee zware kruisers, vijf lichte (waaronder de 'Jacob van Heemskerck'), zestien torpedobootjagers (waaronder de 'Isaac Sweers') en zeven onderzeeboten (waaronder vijf Nederlandse), maar de twee grote vliegkampschepen, de 'Formidable' en de 'Indomitable', en het kleine vliegkampschip 'Hermes' hadden tezamen slechts90vliegtuigen aan boord, verouderde bovendien, en van de vijf, alle uit de Eerste Wereldoorlog daterende slagschepen was slechts één gemoderniseerd.

Deze Eastern Fleetwas aanzienlijk zwakker dan het Japanse eskader dat, nadat het begin maart bezuiden Java tal van schepen tot zinken had gebracht, eind maart krachtens een bevel van de opperbevelhebber van de Japanse slagvloot, admiraal Isorokoe Jamamoto, de Indische Oceaan opvoer teneinde de bases van de Eastern Fleette teisteren en die vloot zo

1 Midden februari '42 waren de Duitse slagkruisers'Scharnhorst' en 'Gneisenau' er samen met de kruiser 'Prinz Eugen' in geslaagd, uit Brest te ontsnappen en naar Noordduitse havens terug te keren, waarna de 'Scharnhorst' en de 'Prinz Eugen' toegevoegd waren aan het Duitse smaldeel in Noorse wateren; daartoe behoorde ook het splinternieuwe Duitse slagschap'Tirpit:i dat sterker was dan enig Brits slagschip.

De'Gneisenau' was eind februari in Kiel zo zwaar door deRoyal Air Forcebeschadigd dat zij ontmanteld werd. 2 Thans Sri Lanka.

8

(19)

BRITS-INDIË BEDREIGD

mogelijk te vernietigen. Bij dat Japanse eskader waren o.m. vijf vlieg- kampschepen met tezamen 300 vliegtuigen ingedeeld alsmede vier mo- derne slagschepen. Een tweede japans eskader, dat o.m. één klein vlieg- kampschip en zeven kruisers telde, had opdracht in de Golf van Bengalen zoveel mogelijk Geallieerde koopvaarders tot zinken te brengen. Dat laatste lukte (omstreeks twintig koopvaardijschepen, waaronder drie van de in Indische wateren al zo zwaar getroffen Koninklijke Paketvaart Maatschappij, werden tot zinken gebracht) maar het sterkste japanse I eskader bereikte slechts een gedeeltelij k succes: de meeste eenheden van de Eastern Fleet hadden zich van Ceylon verwijderd - hun vliegtuigen konden het japanse eskader, die van dat eskader konden de Eastern Fleet niet vinden. Slechts de 'Hermes', twee Britse zware kruisers en één Britse jager werden tot zinken gebracht en de schade die de japanse vliegtuigen toebrachten aan de twee Britse bases op Ceylon: Colombo en Trinco- malee, was beperkt. Nadien splitste Somerville zijn vloot, niet wetend hoe lang de japanse eskaders in de Indische Oceaan zouden blijven: hij zond enkele snelle eenheden naar Bombay (zie kaart I op de pag.'s 4-5) en de langzame, en dat waren de meeste, naar de haven van Mombasa in Brits-Oost-Afrika.'

Brits-Indië lag in feite open voor een japanse invasie.

Erger nog: de japanse vliegkampschepen en slagschepen konden, als zij dat wensten, diep doordringen in de Indische Oceaan tussen Brits- Indië en Afrika. Wat zouden de gevolgen zijn van dat laatste? De Britse Chiefs of Staff lieten niet na, daar de chef van de Amerikaanse legerstaf, General George C.Marshall, die zich in Londen bevond", met nadruk op te wijzen: de Britten zouden hun vitale aardolie-aanvoer uit de Perzische Golf kwijtraken, de zuidelijke toevoerweg naar de Sowjet-Unie, die via Perzië liep, zou komen te vervallen en men zou de bevoorrading van de Britse strijdkrachten in het oosten van de Middellandse Zee, die goed- deels gebaseerd was op de scheepvaartroute langs Oost-Afrika en dan door de Rode Zee noordwaarts, moeten opgeven. Het gevolg van dit alles zou zijn dat de Britten, in Noord-Afrika al in het nauw gebracht door Rammels Afrika-Korps, zich in het Midden-Oosten niet zouden kunnen handhaven, dat Turkije zou bezwijken onder de Duitse druk en dat, naar men moest aannemen, de Duitsers zich meester zouden maken van de aardoliebronnen van de Kaukasus - ja, het leek mogelijk dat de

I Thans Kenya. 2 Marshall was daar teneinde in opdracht van president Roosevelt de Britten te winnen voor het denkbeeld dat in mei een Geallieerde landing zou plaatsvinden in Normandië of Bretagne.

(20)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

Duitsers en de Japanners elkaar in het Midden-Oosten of in Zuid-Azië de hand zouden reiken. Kon, aldus het klemmend beroep van de Britse Chiefs of Staff, Amerika niet helpen deze katastrofale ontwikkeling te voorkomen door de Eastern Fleet met spoed te versterken met Ameri- kaanse vliegkampschepen, slagschepen en kleinere eenheden?

Dat denkbeeld werd door de opperbevelhebber van de Amerikaanse vloot, Admiral Ernest

J.

King, en de Chief of Naval Operations, Admiral Harold E. Stark, met beslistheid verworpen. Beiden, aldus de Amerikaan- se historica Grace Person Hayes in haar The History of thejoint Chiefs of Staff in World War II, The War againstjapan',

'were opposed to combining vessels of the two nations in the Indian Ocean under British command. They had never approved the British scheme of concentrating on the defensioe in that area, and they felt that the US Navy's job was to engage the enemy wherever possible in the US Navy's own areaojstrategic responsibility - the Pacific. Such operations,

they felt, would also serve to divert japanese attention from the Indian Ocean.' 2

Spoedig werd duidelijk dat King en Stark dat laatste goed hadden gezien: uit opgevangen radioberichten, gesteld in een code welke de Amerikanen kort tevoren hadden gebroken, bleek later in april dat de meeste eenheden van jamamoro's slagvloot naar Japan waren terugge- keerd.

Naar het keerpunt

De formidabele successen die de Japanners bij hun offensief ter verove- ring van de Nanjo hadden behaald, hadden niet alleen in Londen en Washington maar vooralook in Australië's hoofdstad Canberra diepe bezorgdheid gewekt. De Australische publieke opinie verwachtte niet anders dan dat een invasie van Australië op handen was - hoe deze te keren? Australië had begin '42 drie infanterie-divisies te velde, alle drie in het Midden-Oosten. Van die drie werden, zoals in ons vorige deel vermeld, twee: de 6de en 7de, injanuari voor Nederlands-Indië bestemd - die twee waren het waarvan Wavell in het telegram dat hij op 16 februari naar Londen en Washington zond, voorstelde dat zij naar Birma gezon-

1 Deze studie, voltooid in'53,is pas gepubliceerd in'82. 2 Grace Person Hayes: The History ofthejoint ChiefsofStaff in World War II, The War againstjapan (verder aan te halen als: Hayes), p.IlS.

10

(21)

NEDERLANDS-INDIË IN TWEEËN GEDEELD

den zouden worden. Australië's Prime Minister, John Curtin, zette even- wel zijn voet dwars, gaf ondanks Churchills woedende protesten geen verlof dat zij in Birma werden ingezet en eiste dat zij naar Australië zouden terugkeren. Dat geschiedde.'

Inmiddels had de Amerikaanse opperbevelhebber op de Philippijnen, General Douglas MacArthur, zich op bevel van president Roosevelt naar Australië begeven. Hij kwam er op 17april aan en werd er op voorstel van Roosevelt door Curtin benoemd tot, zo heette het, 'Supreme Com- mander of all Allied Forces in the Southwestern Pacific'.Wat zouden de grenzen zijn van zijn gezagsgebied? Wat zou met name de grens in het westen worden waar MacArthurs gebied zou overgaan in dat waar de Brit Layton van Ceylon uit het opperbevel voerde? Toen het in de tweede helft van februari duidelijk werd dat Java en Sumatra verloren zouden gaan, hadden de Britse Chiefs of Staff aan hun collega's, de Amerikaanse Joint Chiefs of Staff, voorgesteld dat Sumatra, Java en de Kleine Soenda- eilanden onder Layton zouden vallen, maar dat denkbeeld werd door de Amerikanen verworpen. Java en de Kleine Soenda-eilanden, betoogden dezen, moest men zien als het militaire voorterrein van Australië en militaire operaties in dat deel van de Indische archipel konden van Australië uit beter georganiseerd worden dan van Ceylon en Brits-Indië uit. Zij kregen hun zin: de Combined Chiefs of Staff beslisten begin maart dat slechts Sumatra onder Layton's opperbevel zou vallen maar dat de overige Buitengewesten en Java onder een nieuwe opperbevelhebber in Australië zouden ressorteren. Die beslissing werd door Roosevelt en Churchill goedgekeurd. Vervolgens werd zij in Londen aan de orde gesteld in een vergadering van de Pacific War Council welke op 10maart plaatsvond. De Australische vertegenwoordiger drong er daar op aan dat Australië met al zijn omringende zeegebieden duidelijk in de Ameri- kaanse sfeer zou vallen en de Nieuwzeelandse sloot zich daarbij aan.

N ederlands minister-president, Gerbrandy, 'said', aldus de notulen 2,'that his government agreed with the main division of the areas, provided that no special rigidity was implied in the arrangement.' Een begrijpelijke opmerking! Im- mers: Nederlands-Indië werd, wat de toekomstige militaire operaties betrof, in tweeën gedeeld. Churchill, voorzitter van dePacific War Council,

1 De derde Australische infanterie-divisie, de çde, keerde begin '43, toen Rommel in Noord-Afrika verslagen was, naar Australië terug- uit Australië en Nieuw-Zeeland hield Montgomery, bevelhebber van het Britse Eighth Army, toen één infanterie- divisie onder zijn bevelen, de Nieuw-Zeelandse. 2 Tekst: DBPN, C, dl. IV (1984), p·422-2

(22)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

ging met geen woord op de gemaakte opmerking in maar beperkte zich er toe, warme waardering te uiten voor de moedige houding welke de Nederlandse regering in de kritieke periode van de strijd om Indië aan de dag had gelegd.

Op java was Abda-Command een inter-Geallieerde bevelsorganisatie geweest: onder die ene opperbevelhebber, Wavell, waren Amerikanen, Britten en Nederlanders bevelhebber geweest. Roosevelt en Marshall drongen er bij MacArthur op aan dat deze als Supreme Commander dat voorbeeld zou volgen, maar MacArthur weigerde: de staf waarmee hij op 18april in zijn nieuwe standplaats Melbourne, spoedig Brisbane (zie kaart I op de pag's 4-5), in functie trad, bestond nagenoeg uitsluitend uit Amerikanen, aan wie slechts enkele Australische officieren en één officier van het Knil als verbindingsofficieren waren toegevoegd.

In deze, wat Amerika betrof, vroege fase van de Tweede Wereldoorlog was van alle Amerikaanse hoge militairen MacArthur de enige wiens naam bij de Amerikaanse publieke opinie grote bekendheid was gaan genieten: de strijd op Luzon en met name de hardnekkige verdediging van het schiereiland Bataan waren in de Verenigde Staten met spanning gevolgd, waarbij van belang was dat, al hadden Duitsland en Italië krachtens een tevoren met japan gemaakte afspraak op de japanse oor- logsverklaring aan de Verenigde Staten onmiddellijk de hunne laten volgen1,japan als de mogendheid die de verraderlijke overval op Pearl Harbor had gepleegd, door een groot deel van het Amerikaanse volk veel meer als de eigenlijke vijand werd beschouwd dan Duitsland en Italië.

Was het dan niet zinvol, alle tegen japan te ondernemen militaire operaties door één opperbevelhebber te laten leiden en moest dat dan niet MacArthur zijn? Voor de admiraals King en Stark was dat onaan- vaardbaar: de oorlog tegen japan zou in de eerste plaats een oorlog ter zee zijn, een oorlog dus van de US Navy met steun (voor landingsope-

I In deel 5 schreven wij in hoofdstuk 7 (nI. in de paragraaf 'Pearl Harbor'): 'De Japanners hadden hun bondgenoten' (Duitsland en Italië) 'totaalonkundig gelaten van hun besluit, Amerika aan te vallen. Toen het Auswärtige Amt laat op de avond van 7 december Reichsaussenminister Ribbentrop meedeelde dat volgens berichten van Amerikaanse persbureaus Japan een zware aanval zou hebben uitgevoerd op Pearl Harbor, was Ribbentrops reactie dat men met een nieuwe truc van de vijandelijke propaganda te maken had' - inderdaad, dit heeft Ribbentrop voor het Internationaal Militair Gerechtshof te Neurenberg verklaard maar die verklaring is niet juist: op zijn voorstel had Hitler op 4 december goedgekeurd, aan Japan mee te delen dat Duitsland op een Japanse oorlogsverklaring aan de Verenigde Staten de zijne zou laten volgen.

Mussolini had, wat Italië betrof, een overeenkomstige mededeling laten doen.

12

(23)

AMERIKAANSE LEIDING IN DE 'PACIFIC'

raties) vooral van de mariniers van het US Marine Corps, dus moest die oorlog door een admiraal, niet door een generaal, geleid worden. De constructie die na lange, soms heftige discussies uit de bus kwam (evenals in Japan en elders was er in de Verenigde Staten sprake van een aanzien- lijke rivaliteit tussen leger en vloot), was deze dat, onder president Roosevelt als Amerikaans opperbevelhebber en de Combined Chiefs of Staff als gecommitteerden van Roosevelt en Churchill, de strategische leiding van de tegen Japan te ondernemen operaties bij de Amerikaanse joint Chiefs of Staff kwam te berusten; zij gaven via Marshall, Chief of the US Army Staff, hun aanwijzingen aan MacArthur door en via King, Camman- der-in-Chief of the

us

Navy, aan de marinebevelhebbers in de drie gebie- den waarin het uitgestrekte zeegebied van de Stille Oceaan werd ver- deeld: het noorden, het midden en het zuiden. Van die drie gebieden zou het middengebied, dat in de richting van Japan-zelf wees, zich als het belangrijkste ontpoppen - opperbevelhebber werd hier Admiral Chester W. Nimitz met zijn hoofdkwartier in Pearl Harbor; als Comman- der-in-Chief Pacific Ocean Area voerde hij óók het opperbevel in het noordelijke gebied, niet in het zuidelijke dat onder opperbevel van Vice-Admiral Robert L. Ghormley rechtstreeks onder King stond;

Ghormley vestigde zijn hoofdkwartier in Auckland (Nieuw-Zeeland).

Gelijk gezegd: MacArthur, Nimitz en Ghormley kregen hun aanwij- zingen van de joint Chiefs of Staff Hun positie verschilde dus van die welke generaal Wavell als opperbevelhebber van Abda-Command had ingenomen en van die welke generaal Eisenhower ging innemen toen eenmaal tot de Geallieerde landingen in Frans-Marokko en Frans-Algerië was besloten: zij kregen hun aanwijzingen van het Amerikaans-Britse college van de Combined Chiefs of Staff Dat verschil vloeide voort uit het feit dat de Britse, de Australische, de Nieuwzeelandse en de Nederlandse regering begin april' 42 hadden goedgekeurd 1dat de strategische verant- woordelijkheid voor de oorlog in de Pacificuitsluitend bij de Verenigde

1 De Nederlandse regering deed dat in de vorm van een nota aan de Combined Chiefs of Staff,ingediend door de twee Nederlandse vertegenwoordigers bij dat college:

generaal-majoor A.Q.H. Dijxhoorn, die in juni '41 was afgetreden als minister van defensie, en schout-bij-nacht G. W. Stöve, die een jaar eerder in Indië was vervangen als eskader-commandant. Uit de notulen van de Nederlandse ministerraad blijkt niet dat de Nederlandse goedkeuring daar onderwerp van discussie is geweest - wijnemen aan dat Gerbrandy (minister-president en minister van koloniën), van Kleffens (mi-

(24)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

Staten zou berusten. Van die goedkeuring zouden de Amerikanen een vèrgaand gebruik maken: bijzonderheden over het verloop van de strijd tegen Japan werden noch aan de Britse, noch aan de Australische, Nieuw- zeelandse en Nederlandse autoriteiten meegedeeld en van al die autori- teiten waren de Britse de enige die in het kader van de besprekingen tussen Roosevelt en Churchill en van het overleg binnen de Combined

Chiefs oj Staffalthans over de hoofdlijnen van de Amerikaanse strategie werden ingelicht.

*

Was de Japanse strategie, gelijk eerder vermeld, gericht op het bereiken van een vrede door compromis, de Amerikaanse had van meet af aan een veel verder strekkende doelstelling: Japan moest volledig verslagen worden.

Maar hoe?

In de eerste maanden van' 42 nam in het denken van alle Amerikaanse autoriteiten die met dit probleem worstelden, Nationalistisch China een belangrijke plaats in; de meeste Japanse legerdivisies stonden in China en moesten dus, zo nam men aan, in China verslagen worden, anders gezegd: het grote Amerikaanse offensief moest met een boog door het zuiden van de Pacificniet op Japan maar op China afstevenen. Ook werd China gezien als het enige gebied waar men te zijner tijd voldoende Amerikaanse zware bommenwerpers kon stationeren om de industriële bedrijven in Japan en Mandsjoerije te teisteren. Het offensieve plan dat de War Plans Division van het Navy Department in Washington medio april '42 op schrift stelde, voorzag (zie kaart I op de pag.'s 4-5) in landingen in de Bismarck-archipel, op de noordkust van Nieuw-Guinea, op de Marshall-eilanden en op de Carolinen - hoe men vandaar dan verder zou gaan (naar de Philippijnen? naar Nederlands-Indië?), werd in het midden gelaten. Duidelijk was dat MacArthur als opperbevelhebber in de Southwest Pacific Area bij de uitvoering van dat plan een belangrijke rol zou gaan spelen. Dat was geheel in overeenstemming met zijn eigen wensen. In de Amerikaanse militaire hiërarchie was zijn positie uniek: in '35, toen de man die hem nu zijn directieven toezond, Marshall, nog slechts kolonel was geweest, had hij de hoogste legerfunctie, die van Chief oj Staf! oj the US Army, neergelegd - nadien was hij in dienst getreden van de regering van de Philippijnen waar hij de Philippijnse

14

(25)

AMERIKAANS DEFENSIEF

strijdkrachten was gaan opbouwen. Wij hebben in ons volgende deel,

I I c, meer over hem te schrijven - hier willen wij er slechts op wijzen dat MacArthur er zich in mei '42 met kracht tegen uitsprak dat de Verenigde Staten zich zouden houden aan de afspraak die zij al begin '41 met Groot-Brittannië hadden gemaakt: dat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, als zij met japan, Duitsland en Italië in oorlog zouden geraken, er samen naar zouden streven, eerst Duitsland en Italië en pas daarna japan te verslaan. Wilde men, naast het Duits-Russische front in Oost-Europa, een 'Tweede Front' om de Sowjet-Unie te ontlasten? Dan, zo betoogde MacArthur, moest dat niet tegen Duitsland gevormd worden maar tegen japan, omdat zulk een front bij de Russen de vrees zou wegnemen dat japan hen zou aanvallen - de Russen zouden dan een groot deel van hun strijdkrachten uit Oost-Siberië naar Europa kunnen verplaatsen. Bovendien zou men aldus kunnen voorkomen dat maar- schalk Tsjiang Kai-sjek, die zich ten zeerste geërgerd had aan het feit dat de besluitvorming in Washington geheel buiten hem om ging, een accoord met de japanners zou gaan nastreven.

Roosevelt hield zich aan de begin '41gemaakte afspraak. Toen in mei enjuni '42was komen vast te staan dat het Amerikaanse plan om op korte termijn in West-Frankrijk te landen onuitvoerbaar was, werd eind juli door de Combined Chiefs of Staff besloten dat er later in het jaar een grootscheepse landing zou plaatsvinden in Frans-Noord-Afrika. Bij het Amerikaanse leger behield het Europese strijdtoneel dus een zekere prioriteit maar in de omstandigheden die door het japanse Nanjo-offen- sief waren geschapen, betekende dat niet dat er van de nieuwe Ameri- kaanse eenheden die in allerijl werden geformeerd, in'42wezenlijk méér naar het Europese strijdtoneel dan naar dat in de Pacific werden gezonden.

In die Pacific moest vóór alles voorkomen worden dat japan voet aan land zette in Australië of op de eilandengroepen tussen Australië en de Hawaii-eilanden, De opbouw van een reeks van steunpunten, hetgeen de voorwaarde was voor een later grootscheeps offensief tegen japan, slorpte in de loop van'42veel meer krachten op dan in Washington was voorzien. Trouwens, in december '41, toen niemand wist welke verras- singen japan na Pearl Harbor nog in petto had, was óók besloten, Alaska en het gebied van het Panamakanaal in betere staat van verdediging te brengen. Er werden in de Verenigde Staten in het eerste jaar na Pearl Harbor 73 nieuwe legerdivisies geformeerd, maar door het gebrek aan scheepsruimte kon men daarvan slechts17 overzee transporteren en van die 17 werden er 9 naar het gebied van de Pacific gezonden. Van de vliegtuigen die de Amerikaanse Army Air Farces in de strijd konden

(26)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

CHINA

e tfOKlNAWA

GOEAI oo

o

:.

~.

<;J;.\J ~

/ r:s;~

PHILIPPIJNEN

a D

.010

.

oo

.

: @PALAU

o o

C&~AMBON~

. .

IJ

KEI-EIL. g

Q

cocos- 0

°oEILANDEN

o

INDISCHE OCEAAN

SOUTH-WEST PACIFIC ARE

II. MacArthurs operatiegebied: de South- West Pacific Area Donkergrijsi japans machtsgebied midden 1942

r6

(27)

MACARTHURS GEZAGSGEBIED

CENTRAL PACIFIC AREA HAWAII o

kio

'O-JIMA MIDWAY.

o

STILLE OCEAAN

\i)WAKE V\ARlANEN

Pear! Hatbor s •

NIEUW-GUINEA

· .

"

MARSHALL-EILANDEN

.

~, CAROLlNEN

---.;---

°BISMARCK-

"~I.KHIPEL New .. ~

BritainARabaul ..

iii:ii;jf7' t]\.BoL1gaJl1vtllc .~... , "" SALOMONS- . Buna NW'=~I1Il<:;bEILANDEN

Georgia [ ,

:" '.

oresby ~

T.",,·'" 'l:;:"'"'"

0

200 km

[J

DGILBERT_' " IJ

ErLANDEN'

L:::============~

·

I:;)~

·

'.

.

SAMOAt:! o

SOUTH PACIFIC AREA

KORAALZEE

,

.

FIDjI-EILANDEN .",p

0:

d Q 0.

NW. CALEDONI~ Q

"

(28)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

werpen, waren eind '42 bijna evenveel ingezet in de oorlog met Japan als in die met Duitsland en Italië.

*

Hoeveel krachten de defensie aanvankelijk ook vergde, de Amerikanen bleven offensief denken. De slagschepen van de Pacific Fleet waren uit- geschakeld, maar niet de zeven vliegkampschepen (Japan had er tien), niet de meeste kruisers, torpedobootjagers en onderzeeboten. Al in februari en maart gingen lichte Amerikaanse zeestrijdkrachten brutaalweg tot aanvalsacties over in de gebieden van de Gilbert- en de Marshall- eilanden. Veel hadden die niet om het lijf maar de desbetreffende communiqué's waren de Amerikaanse publieke opinie bijzonder wel- kom: Amerika viel aan!

Er was toen al een spectaculairdere actie in studie die, zo werd ver- trouwd, de Amerikaanse publieke opinie zou bemoedigen en aan het moreel der Japanners een zware slag zou toebrengen: een luchtbombar- dement van Tokio. Het was een plan van de staf van admiraal King.

Moeilijk uitvoerbaar! De Amerikaanse marine zou met haar vliegkamp- schepen minstens 800 km uit de kust van Japan moeten blijven en de marine had geen bommenwerpers welke die afstand zouden kunnen afleggen - men besloot, het er op te wagen met bommenwerpers van het leger, B-25 's,Mitchells. Die zouden evenwel niet kunnen terugkeren naar het ene vliegkampschip vanwaar ze zouden zijn opgestegen (dat vlieg- kampschip zou zich met een tweede, dat de gehele operatie dekte, zo spoedig mogelijk weer van Japan moeten verwijderen), maar zouden moeten doorvliegen om ergens op het vasteland van Azië te landen. De Sowjet-Unie, bevreesd haar door Japan gerespecteerde neutraliteit in gevaar te brengen, weigerde begrijpelijkerwijs medewerking, maar Tsjiang Kai-sjek stelde in zijn gebied een aantal vliegvelden ter beschik- king die evenwel niet ver lagen van punten welke in handen waren van de Japanners.

Het gevolg van al deze voorbereidingen was dat op 18april volslagen onverwachts zestien Mitchells (meer had men niet van het vliegdek van het betrokken vliegkampschip kunnen laten starten) boven Tokio ver- schenen en er hun bommen afwierpen. 'The extent to which the japanese were surprised by this attack from the air was', zo noteerde enige tijd later de Nederlandse tolk van de Nederlandse legatie te Tokio die van het uitbreken van de oorlog af geïnterneerd was in het legatiecomplex,

18

(29)

LUCHTAANVAL OP TOKIO

'clearly to be seen in the small circles of our closed and guarded Legation. For our 'protectors' and for the japanese house servants it was a real shock. In vain they tried to hide it behind their expressionless faces, but their nervous iualleing' to and fro between the guard room and the houses and their whole reaction betrayed them. The Police Inspectors were so confused that they allowed the Netherlands members of the staff the opportunity of observing the events from the roof

of

the Minister's house, and even joined them there. Only after we had seen fires break out in three places. . and had been able to see that the anti-aircraft fire was slight and late, while no opposition was given byjapanese aircraft, were we requested

to go below 'for our safety' ... The air-raid alarm was not sounded for about a quarter of an hour after we had heard the first explosion .

. . . I got the impression that the psychological results of the attack u/ere out

of

all proportion to the damage done. Shortly after this happened, the newspapers gave an emphatic

warning against the spreading of rumours, which would be severely punished.' 1

Eén van de zestien Mitchells raakte uit de koers en landde bij Wladi- wostok (de bemanning werd er geïnterneerd), de vijftien overige wisten, geholpen door een krachtige oostenwind, over een afstand van ca.2000

km het gebied te bereiken waar Tsjiang Kai-sjeks vliegvelden lagen. Vier Mitchells maakten er noodlandingen, de bemanningen van de overige elf sprongen per parachute af; daarbij werd één bemanningslid, aan zijn parachute hangend, door de japanners beschoten en gedood; acht anderen werden door hen krijgsgevangen gemaakt en die acht werden krachtens een regeling, eind juli '42 ingevoerd, waaraan japans minister-president en minister van oorlog, generaal Hideki Todjo, terugwerkende kracht had gegeven, door een japanse rechtbank in China ter dood veroordeeld.

Aan vijf veroordeelden verleende Todjo gratie, drie werden in oktober geëxecuteerd, zulks als eersten van een lange reeks, want het werd meer . en meer gewoonte van de japanners om militairen van de Geallieerde luchtmachten die hun als krijgsgevangenen in handen waren gevallen, van het leven te beroven."

1 W. J. de Bruyn: 'Experiences and impressionsofJapan after the outbreak of war' (z.j.), p. 7-8 (ARA, Alg. Seer, Batavia, Eerste zending, XXVIII, 59-I). 2 Tot eind '44 werden die Geallieerde militairen in de regel door een rechtbank ter dood veroordeeld maar in '45 ging de Japanse militaire politie, de Kenpeitai, er meestal toe over, de bedoelde krijgsgevangenen zonder vorm van proces te doden. In december' 44 werden in één geval in Hankou (China) drie van deze krijgsgevangenen met benzine over- goten en levend verbrand. Wij vermelden in dit verband dat de commandanten van de in het zuidwesten van de Pacificen in de Indische Oceaan ingezette Japanse onderzeeboten in maart '43 bevelontvingen, de bemanningen van tot zinken ge- brachte Geallieerde vrachtschepen van het leven te beroven. Dit bevel werd nadien uitgevoerd met betrekking tot de bemanningen van acht vrachtschepen.

(30)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

Het gebied waar de vliegvelden lagen waarvan de Mitchells gebruik hadden gemaakt, werd spoedig door de Japanners veroverd.

*

Wij hebben in ons vorige deel betoogd dat een effectieve centrale oorlogsleiding in Japan ontbrak. Leger en vloot werden geleid door clans van officieren die er hun eigen visies op nahielden en hun eigen plannen ontwikkelden. Uiteraard was een zekere mate van coördinatie onmisbaar;

deze werd nagestreefd in het Grote Hoofdkwartier waar het leger en de vloot aparte, streng gescheiden afdelingen hadden. De moeizame bespre- kingen welke daar plaatsvonden, leidden veelal tot onduidelijke com- promissen.

De marinestaf had van ganser harte achter het Nanjo-offensief gestaan, de legerstaf niet: deze zag het voor Japan als van primair belang, de oorlog in China die in de zomer van '37 begonnen was, tot een goed einde te brengen, en hield er bovendien rekening mee dat het vroeg of laat tot oorlogshandelingen met de Sowjet-Unie zou komen. Vandaar dat de legerstaf het na de verovering van het Nanjo-gebied en nadat de Britse Eastern Fleet uit het oosten van de Indische Oceaan was verdreven, het verstandigst achtte om niet verder te gaan maar de daarvoor in aanmer- king komende punten in de Nanjo zó krachtig te versterken dat een Geallieerd offensief er op zou doodlopen. De marinestaf daarentegen hield er geheel andere denkbeelden op na. Hij bepleitte dat men de grens van het Japanse machtsgebied ver voorwaarts zou schuiven zodat men de te verwachten Geallieerde aanvalsacties veel verder van Japan zou kunnen opvangen: waarom zou men, gebruik makend van de bevochten heerschappij ter zee, niet zowel Brits-Indië als Australië bezetten? Die heerschappij ter zee was overigens onzeker, aangezien men een groot deel van de Amerikaanse Pacific Fleet, de vliegkampschepen in de eerste plaats, niet in Pearl Harbor had kunnen verrassen. Voor de opperbevel- hebber van de Japanse slagvloot, admiraal Jamamoto, de ontwerper van de Pearl Harbor-operatie, stond dan ook vast dat vóór alles die rest van de Pacific Fleet uitgeschakeld moest worden. Hoe dat te bereiken? Jama- moto was er van overtuigd dat een Japanse expeditie naar het Ameri- kaanse eiland Midway waar de Amerikanen een belangrijke militaire basis hadden (zie kaart I op de pag.'s4-5), er toe zou leiden dat de Pacific Fleet opnieuw de strijd zou aangaan, immers: was Midway in Japanse

20

(31)

NIEUWE JAPANSE OFFENSIEVE PLANNEN

handen, dan zou de Amerikaanse hoofdbasis in de Pacific, Pearl Harbor, voortdurend aangevallen kunnen worden. Jamamoto wilde die hoofd- landing op Midway combineren met een nevenlanding in het uiterste noorden van de Pacific, namelijk op de eilanden Attoe en Kiska in de Amerikaanse Aleoeten - de bedoeling van die nevenlanding was, de Amerikanen er toe te bewegen, een deel van hun marine-eenheden naar het noorden van de Pacific te dirigeren in plaats van naar Midway. Hadden de Japanners Midway veroverd en waren aan de Amerikaanse Pacific Fleet nieuwe zware verliezen toegebracht, dan, aldus Jamamoto, diende Japan de Verenigde Staten een vredesaanbod te doen.

In maart en april vonden in Tokio heftige discussies plaats over de uitvoerbaarheid van al deze plannen. Zowel de invasie van Brits-Indië als die van Australië werd door de legerstaf afgewezen: alleen al die van Australië zou I2 divisies extra vergen en die zou men aan China en Mandsjoerije moeten onttrekken; bovendien, aldus de legerstaf, had Japan niet voldoende vrachtschepen om die divisies te vervoeren en voortdurend te bevoorraden. Het had al moeite gekost om, zonder Japans normale aanvoer in gevaar te brengen, voor hetNanjo-offensief de nodige vrachtschepen bijeen te brengen - het vervoer en de bevoorrading van

I2divisies zouden evenwel schepen tot een totaal vanI%mln ton vergen.

Die kon Japan, aldus de legerstaf, niet missen.

Wat de operaties in het zuiden betrof, werd na lang touwtrekken een compromis bereikt in het Grote Hoofdkwartier waaraan de Contactraad (deze bestond uit vertegenwoordigers van de leger- en vlootafdelingen van het Grote Hoofdkwartier, de minister-president en de ministers van buitenlandse zaken, van financiën, van oorlog en van marine) zijn goed- keuring hechtte: in eerste instantie zou in de Salomons-eilanden (zie kaart II op de pag.'s 16-17) Tulagi en op de zuidkust van Australisch Nieuw-Guinea Port Moresby worden bezet en in tweede instantie zou worden overgegaan tot de bezetting van Nieuw-Caledonië, de Fidji- eilanden en Samoa. Port Moresby in Japanse handen zou betekenen dat Japan de Koraalzee en noordelijk Australië zou beheersen en met de verovering van Nieuw-Caledonië, de Fidji-eilanden en Samoa zou het de directe verbinding tussen Australië eh de Verenigde Staten verbreken.

Op 28 april werd over dit alles overeenstemming bereikt en werd de landing op Tulagi op 3 mei, die bij Port Moresby op10mei bepaald. Nog belangrijker was dat begin mei óók overeenstemming bereikt werd over Jamamoto's voorstellen die aanvankelijk door velen als hogelijk riskant waren beschouwd. Tegen de opponenten sprak evenwel de Amerikaanse luchtaanval op Tokio: herhaling moest tot elke prijs worden voorkomen

(32)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

en zulk een herhaling, zo werd vertrouwd, zou onmogelijk zIJn als Midway in Japanse handen was.

*

Tulagi werd op 3 mei bezet maar de expeditie naar Port Moresby werd een mislukking.

In de loop van april vonden de Amerikanen in gedecodeerde Japanse telegrammen de eerste aanwijzingen dat een aanval op Port Moresby werd voorbereid en dat daarbij drie Japanse vliegkampschepen zouden zijn ingedeeld. Nimitz kon van zijn vliegkampschepen, waarvan de twee die bij de luchtaanval op Tokio gebruikt waren, pas op25 april weer in Pearl Harbor binnenvielen, slechts twee tijdig naar de Koraalzee dirige- ren. Op 7 en 8mei vond daar een zeeslag plaats die de eerste was in de geschiedenis waarbij de strijdende vlooteenheden elkaar in het geheel niet zagen. Eén Amerikaans vliegkampschip ging verloren, één, de York- town, werd beschadigd en ook de Japanners verloren één vliegkampschip, terwijl een tweede beschadigd werd. De materiële verliezen waren dus ongeveer gelijk maar de personele waren aan Japanse kant veel groter, vooral doordat de Japanse piloten die pas in de avond naar hun vlieg- kampschepen terugkeerden, geen oefening hadden gehad in het landen bij donker - velen stortten in zee.

De Japanse landing bij Port Moresby werd afgelast: het was voor het eerst dat de Japanners een streep moesten halen door een zorgvuldig voorbereid expeditieplan.

*

Hun expeditie naar Midway leidde tot het keerpunt van de gehele oorlog in de Pacific.

Nimitz had in de tweede helft van mei geen zekerheid dat Midway het voornaamste doelwit zou zijn van nieuwe Japanse aanvalsacties - het werd mogelijk geacht dat de Japanse slagvloot de overval op Pearl Harbor zou herhalen of zelfs zou gaan ageren onder de Amerikaanse westkust.

Een briljante list bracht zekerheid. De Amerikanen wisten sinds maart dat Midway in de geheime telegrammen van de Japanse marine werd aangeduid met de letters AF. In mei liet Nimitz de Amerikaanse com-

22

(33)

MIDWAY

mandant op Midway telegrafisch bevel geven (er lag een telegraafkabel tussen de Hawaii-eilanden en Midway), een ongecodeerd radiobericht naar Pearl Harbor te zenden, inhoudend dat de drinkwater-installatie op zijn eiland defect was geraakt; op dat radiobericht volgde een tweede ongecodeerd radiobericht van Pearl Harbor naar Midway: een schip met drinkwater zou onderweg gaan. Terecht ging Nimitz er van uit dat beide berichten door de Japanners zouden worden afgeluisterd en dat zij er op zouden reageren. Inderdaad, op21mei zond de marine-afdeling van het Grote Hoofdkwartier een gecodeerd radiobericht uit dat de Japanse commandant op Wake melding had gemaakt van een tekort aan drink- water op AF en verzocht had, terstond maatregelen te nemen om in dat tekort te voorzien. Midway, concludeerde Nimitz, was dus het doel van de volgende grote Japanse aanval. Maar wanneer? Ook daar wist de afdeling Signal Intelligence van zijn staf achter te komen: net op tijd werd Nimitz ingelicht dat de Japanners besloten hadden op 3 juni op Attoe en Kiska en op 7 juni op Midway te landen.

Tegen de landingen op de Aleoeten namen de Amerikanen geen maatregelen maar toen Jamamoto begin juni Midway naderde met zes vliegkampschepen (twee waren naar de Aleoeten gezonden), elf slagsche- pen, twee-en-twintig kruisers, vijf-en-zestig torpedobootjagers en een- en-twintig onderzeeboten, lag de Amerikaanse Pacific-vloot klaar. Ze was numeriek veel zwakker: van zijn zeven vliegkampschepen had Nimitz slechts drie (een daarvan de Yorktown die in Pearl Harbor in drie dagen voldoende gerepareerd was) naar Midway kunnen dirigeren, samen met acht kruisers, vijftien torpedobootjagers en negentien onderzeeboten, maar de Japanse vlooteenheden hadden geen goede radarapparaten en de piloten van de Japanse gevechtstoestellen, hoe moedig ook', bleken minder bekwaam dan de Amerikaanse piloten. Aan de aanvallen op de Japanners namen overigens niet alleen Amerikaanse marinevliegtuigen deel maar ook de legerbommenwerpers die op Midway gestationeerd waren. In een reeks van verwoede aanvalsacties over en weer die zich over vier dagen uitstrekten (3-6juni) en waarbij het geluk de Amerikanen meezat (op een beslissend moment waren de Japanse vliegkampschepen verstoken van bescherming door de Japanse luchtmacht), verloren de Amerikanen één vliegkampschip, de Yorktown, en één torpedobootjager, maar Jamamoto, die tijdens de strijd met een reserve-eskader verder

, Over afstanden van vele honderden kilometers werden door een deel van de Japanse piloten aanvalsacties uitgevoerd met toestellen waarvan zij wisten dat de tanks niet voldoende benzine konden bevatten om terug te vliegen.

(34)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

westelijk had gelegen, verloor vier grote vliegkampschepen en één zware kruiser. Voorts verloren de Japanners meer dan driehonderd vliegtuigen, de Amerikanen honderdvijftig. Aan Amerikaanse kant waren er ruim driehonderd gesneuvelden, aan Japanse meer dan tienmaal zoveel: drie- duizendvijfhonderd militairen, onder wie een groot deel van het meest geschoolde luchtmachtpersoneel van de Japanse marine.

Ook bij de slag om Midway was gebleken dat voor zeeslagen het vliegkampschip het belangrijkste scheepstype was geworden - daarvan had Japan er na Midway nog maar vier over, Amerika zes, en Jamamoto wist dat Amerika nieuwe vliegkampschepen kon bouwen en nieuwe piloten kon opleiden in een tempo dat Japan onmogelijk kon bijhouden.

Het was voor de Japanners een katastrofale nederlaag. Ze werd in Japan-zelf geheim gehouden, zelfs voor de minister-president.

Wat de Japanse aspiraties betrof, was het eerste gevolg dat de expedities naar Nieuw-Caledonië, de Fidji-eilanden en Samoa definitief kwamen te vervallen. Een andere actie werd nog voor mogelijk gehouden: een uitval, via Singapore, naar het westen van de Indische Oceaan teneinde daar de resterende eenheden van de Britse Eastern Fleet te vernietigen.

Jamamoto was nog bezig aan het uitwerken van dit vermetele plan, toen hij op 7 augustus '42verrast werd door het bericht dat de Amerikanen in de Salomons-groep troepen hadden ontscheept op Tulagi en twee andere kleine eilanden alsmede op het grotere eiland Guadalcanal. Het Japanse Grote Hoofdkwartier had aangenomen dat de Amerikanen als gevolg van de oorlog in Europa pas in de herfst van '43 in staat zouden zijn, tot landingsoperaties in de Pacific over te gaan - die kwamen dus meer dan een jaar eerder.

Jamamoto moest de uitval naar de kust van Afrika laten vervallen.

Japan was in het defensief gedrongen en de Japanse vlootvoogd, die Amerika goed kende, was zich bewust dat zijn land, tenzij er een wonder gebeurde, geen schijn van kans meer had om de oorlog te winnen.

Oorzaken van japans nederlaag

Alvorens de verdere Geallieerde strategie in de oorlog tegen Japan te behandelen, lijkt het ons nuttig, hier op enkele algemene factoren in te gaan die tot Japans nederlaag hebben geleid. Vraagt men waarom deze nederlaag, gerekend van die eerste Amerikaanse landingsoperaties op de Salomons-eilanden, toch nog drie jaar op zich heeft laten wachten, dan

(35)

VERDELING DER AMERIKAANSE STRIJDKRACHTEN

dient gewezen te worden op het feit dat de Verenigde Staten, welker staalproductie (om slechts deze ene, maar hoogst belangrijke factor te noemen) dertien maal zo groot werd als de Japanse, slechts een deel van hun krachten tegen Japan konden inzetten en dat de oorlogvoering in het onmetelijk gebied van de Pacific grote specifieke moeilijkheden met zich bracht.

Laat ons, om te beginnen, op dat eerste ingaan.

Wij vermeldden reeds dat, al hadden de Amerikanen in '41 met de Britten afgesproken, eerst Duitsland en Italië en daarna pas Japan te verslaan, toch in '42 ongeveer evenveel Amerikaanse strijdkrachten naar het strijdtoneel in de Pacific werden gezonden als naar dat in Europa. In ,43, '44 en de eerste maanden van' 45 gold dat niet voor het Amerikaanse leger en de Amerikaanse legerluchtmacht, maar de Pacific was ook toen het voornaamste strijdtoneel voor de Amerikaanse vloot en zelfs nage- noeg het enige voor het Amerikaanse Marine Corps. Ziet men de Ame- rikaanse oorlogsinspanning als één geheel, dan mag gesteld worden dat, globaal gesproken, de helft op de strijd met Duitsland en Italië, de helft op die met Japan werd gericht. Zouden Duitsland en Italië sneller verslagen zijn, als de Amerikanen meer krachten naar Europa zouden hebben gezonden? Vermoedelijk wel, maar daarbij moet bedacht worden dat het voor de Amerikaanse publieke opinie, die de Japanners als vijand no. Izag, onaanvaardbaar zou zijn geweest als Amerika enige jaren lang tegen Japan in het defensief zou zijn gebleven, dat van het feit zelf dat in '42 in allerijl vrij sterke landstrijdkrachten naar de Pacific werden gezonden om een verdere Japanse opmars te voorkomen, een zekere zuigkracht uitging en dat de meeste Amerikaanse vlooteenheden in de Atlantische Oceaan niet nodig waren, zeker niet van de lente van '43 af toen men het U-Baat-gevaar bezworen had. Van de nieuwe Amerikaanse vlooteenheden dateerden de bouwplannen uit 1940,toen president Roo- sevelts voorstellen om een Two-Ocean Navy te bouwen door het Ame- rikaanse Congress waren aanvaard. In de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee was de Amerikaanse vloot niet meer dan een aanvul- ling op de Britse - een aanvulling die kleiner kon worden, terwijl tezelfdertijd het ene nieuwe oorlogsschip na het andere afgeleverd werd door de Amerikaanse werven die, van Pearl Harbor tot Japans capitulatie, 26 nieuwe vliegkampschepen, 8 nieuwe slagschepen, 48 nieuwe kruisers, 352 nieuwe torpedobootjagers en203 nieuwe onderzeeboten bouwden.

Welnu, 'the very existence oj a largefleet in the Pacific', aldus de Amerikaanse historici Coakley en Leighton in hun studie over .de strategie in de Pacific,

(36)

HOE JAPAN DE OORLOG VERLOOR

'served as a magnet for other resources - Arrny troops and -planes, merchant shipping, landing ships and -crafi, and all the paraphernalia

of

supporting elements needed to put them to use. It u/asfor these other resources, and principally assault shipping, that marginal needs in the Atlantic and Pacific were in clear competition.' 1

Hadden de Verenigde Staten dan niet voldoende bouwcapaciteit om zowel voor de oorlog tegen Duitsland en Italië als voor die tegen Japan de nodige landingsschepen te bouwen? Zonder twijfel. Maar hier hadden de Combined Chiefs of Staff in '42 een van hun weinige fouten gemaakt:

de bouw van landingsschepen had een te lage prioriteit gekregen en het gevolg was dat zich in de herfst van '43 een ernstig tekort openbaarde;

daarvan werden overigens niet de operaties tegen Duitsland maar die tegen Japan het slachtoffer, d.w.z. niet de operaties in de Pacific maar die welke in de Indische Oceaan op het program stonden.

Het gevolg van de hier geschetste ontwikkelingen was dat het Ame- rikaanse leger eind juni '44 bijna 2,4 miljoen militairen had ingezet in de oorlog tegen Duitsland en ruim 1,2 miljoen in die tegen Japan - omgekeerd had de Amerikaanse vloot toen 1,2 miljoen militairen ingezet tegen Japan en ca.800000 tegen Duitsland; van het US Marine Corps opereerden nagenoeg alle formaties in de Pacific. Aan scheepsruimte voor transporten vergde de oorlog in de Pacificongeveer hetzelfde totaal- tonnage als de oorlog in de Atlantische Oceaan. De Amerikaanse lucht- machten (die van het leger en die van de vloot bijeengenomen) waren van midden '43 af sterker betrokken bij de oorlog tegen Duitsland dan bij die tegen Japan, maar daarbij moet aangetekend worden dat de zwaarste en verst reikende Amerikaanse legerbommenwerpers, de B-29's, uitsluitend tegen Japan werden ingezet.

Tekenend is het voor het gewicht dat ook in '44, het jaar van de grote veldtocht tegen Duitsland in West-Europa, aan de operaties in de Pacific werd toegekend, dat tezelfdertijd dat de immens gecompliceerde en uitgebreide landi.ngsoperatie in Normandië werd voorbereid, een lan- dingsoperatie op enkele belangrijke eilanden in de Japanse Marianen op stapel werd gezet (zie kaart III op de pag.'s 58-59), waarbij in de eerste fase bijna evenveellandingsvaartuigen en troepen zouden worden inge- zet als in Normandië.

1 iUnited States Government, United States Army, Office

of

the Chief of Military History) United States Army ill World War II. The War Department. Robert W. Coakley en Richard M. Leighton: Global Logistics and Strategy 1943-1945 (I968), p. 392 (verder aan te halen als: Coakley en Leighton).

26

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

T TE NAALDWIJK. door: D.v.St aalduine.. Proefstation voor de Groenten- en FruitteeltO^nder* .. In de proef werden dit jaar onderstaande 12 selecties opgenomen. De eerste 4

Soorten van voedselrijke omstandigheden die tolerant zijn voor inundatie zijn in de bovenloop beperkt tot een smalle zone langs de rivier (Polzegge (Carex cespitosa)), terwijl ze in

• Bethlehem informal settlement is not a museum of white poverty, but a living testimony of how best the church in mission can live out her hope, “mission as action in hope,” as

Considering firm size, Table 42 shows that the majority of small firms (54.80 per cent) receive above average electricity services, with the majority of medium (60.40 per

The main question to ask if a relative small NGO like the UNPO has a degree of influence on the international norms, especially the right to self-determination of Tibet.. I

The expected results are to optimize production in geothermal reservoirs by obtaining information about the influence of environment-friendly chelating agents on

also demonstrate that a system with stronger Casimir attractive force has significantly less phase space available for stable motion as is the case when comparing the distinct

Distribution of birth weight by gestational age of the babies in the study relative to the perinatal growth chart for international reference.. Comparison with