The acquisition of personal pronouns in cochlear-implanted children
Verbist, A.J.J.
Citation
Verbist, A. J. J. (2010, May 25). The acquisition of personal pronouns in cochlear-implanted children. LOT, Utrecht. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/15551
Version: Not Applicable (or Unknown)
License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden
Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/15551
Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).
1. The acquisition of pronouns is a complex process for children since it involves not only morphological but also syntactic, pragmatic and, semantic knowledge.
(this dissertation)
2. Despite its reduced auditory input, a cochlear implant enables deaf born children to acquire pronouns. (this dissertation)
3. The investigation of (semi‐)elicited speech enriches research on the acquisition of pronouns. (this dissertation)
4. The acquisition of Binding by Dutch children confirms the existence of different pronoun types in terms of deficiency as proposed by Cardinaletti and Starke (1999).
(this dissertation)
5. Language acquisition is a fascinating process of structure building under any theoretical model.
6. Children with moderate‐to‐severe hearing loss wearing a classical hearing aid do not perform as well on oral language skills when compared to children with a cochlear implant. This is a strong argument in favor of lowering the threshold criterion for cochlear implantation to 60 dBHL.
7. Deaf children implanted before 16 months are faster oral language learners.
8. Linguistics, statistics and writing scripts all rely on the same logic, i.e. a syntactic structure.
9. Writing a dissertation is a process of critical analysis and writing combined with a good time management.
10. Describing your research question, method or results to an outsider, often brings you back to the essence of your research.
11. A balance between routine and challenges promotes a good working atmosphere.
12. Creativity entails letting go of what has been done by others and as such requires self‐confidence.
1. The acquisition of pronouns is a complex process for children since it involves not only morphological but also syntactic, pragmatic and, semantic knowledge. (this
dissertation)
2. Despite its reduced auditory input, a cochlear implant enables deaf born children to acquire pronouns. (this dissertation)
3. The investigation of (semi‐)elicited speech enriches research on the acquisition of pronouns. (this dissertation)
4. The acquisition of Binding by Dutch children confirms the existence of different pronoun types in terms of deficiency as proposed by Cardinaletti and Starke (1999).
(this dissertation)
5. Language acquisition is a fascinating process of structure building under any theoretical model.
6. Children with moderate‐to‐severe hearing loss wearing a classical hearing aid do not perform as well on oral language skills when compared to children with a cochlear implant. This is a strong argument in favor of lowering the threshold criterion for cochlear implantation to 60 dBHL.
7. Deaf children implanted before 16 months are faster oral language learners.
8. Linguistics, statistics and writing scripts all rely on the same logic, i.e. a syntactic structure.
9. Writing a dissertation is a process of critical analysis and writing combined with a good time management.
10. Describing your research question, method or results to an outsider, often brings you back to the essence of your research.
11. A balance between routine and challenges promotes a good working atmosphere.
12. Creativity entails letting go of what has been done by others and as such requires self‐
confidence.
1. De verwerving van voornaamwoorden is een complex proces voor kinderen omdat het niet enkel door morfologische maar ook syntactische, pragmatische en semantische kennis gestuurd wordt. (dit proefschrift)
2. Ondanks een gereduceerde audiologische input, biedt een cochleair implantaat doof geboren kinderen de mogelijkheid om voornaamwoorden te verwerven. (dit proefschrift)
3. De analyse van (semi‐)geëliciteerde spraak verrijkt het onderzoek naar de verwerving van voornaamwoorden. (dit proefschrift)
4. De verwerving van binding relaties door Nederlandstalige kinderen bevestigt het bestaan van verschillende types van voornaamwoorden met betrekking tot deficiëntie zoals voorgesteld door Cardinaletti en Starke (1999). (dit proefschrift)
5. Taalverwerving is een fascinerend proces van het opbouwen van structuur, volgens eender welk theoretisch model.
6. Kinderen met een gematigd tot ernstig gehoorverlies die een conventioneel hoorapparaat dragen presteren slechter op mondelinge taalvaardigheden, vergeleken met kinderen met een cochleair implantaat. Dit biedt een sterk argument voor het verlagen van de gehoordrempel voor cochleaire implantatie tot 60 dBHL.
7. Dove kinderen die geïmplanteerd worden voor 16 maanden vertonen een snellere verwerving van mondelinge taalvaardigheden.
8. Taalkunde, statistiek en het schrijven van scripts zijn allen afhankelijk van dezelfde logica, namelijk een syntactische structuur.
9. Het schrijven van een doctoraat is een proces van kritisch analyseren en schrijven, gecombineerd met een goed time management.
10. Het omschrijven van je onderzoeksvraag, methode of resultaten aan een buitenstaander, brengt je vaak terug bij de essentie van je onderzoek.
11. Een evenwicht tussen routine en uitdagingen bevordert de werkatmosfeer.
12. Creativiteit betekent wat reeds gedaan is door anderen loslaten en vereist bijgevolg zelfzekerheid.
1. De verwerving van voornaamwoorden is een complex proces voor kinderen omdat het niet enkel door morfologische maar ook syntactische, pragmatische en semantische kennis gestuurd wordt. (dit proefschrift)
2. Ondanks een gereduceerde audiologische input, biedt een cochleair implantaat doof geboren kinderen de mogelijkheid om voornaamwoorden te verwerven. (dit proefschrift)
3. De analyse van (semi‐)geëliciteerde spraak verrijkt het onderzoek naar de verwerving van voornaamwoorden. (dit proefschrift)
4. De verwerving van binding relaties door Nederlandstalige kinderen bevestigt het bestaan van verschillende types van voornaamwoorden met betrekking tot deficiëntie zoals voorgesteld door Cardinaletti en Starke (1999). (dit proefschrift)
5. Taalverwerving is een fascinerend proces van het opbouwen van structuur, volgens eender welk theoretisch model.
6. Kinderen met een gematigd tot ernstig gehoorverlies die een conventioneel
hoorapparaat dragen presteren slechter op mondelinge taalvaardigheden, vergeleken met kinderen met een cochleair implantaat. Dit biedt een sterk argument voor het verlagen van de gehoordrempel voor cochleaire implantatie tot 60 dBHL.
7. Dove kinderen die geïmplanteerd worden voor 16 maanden vertonen een snellere verwerving van mondelinge taalvaardigheden.
8. Taalkunde, statistiek en het schrijven van scripts zijn allen afhankelijk van dezelfde logica, namelijk een syntactische structuur.
9. Het schrijven van een doctoraat is een proces van kritisch analyseren en schrijven, gecombineerd met een goed time management.
10. Het omschrijven van je onderzoeksvraag, methode of resultaten aan een buitenstaander, brengt je vaak terug bij de essentie van je onderzoek.
11. Een evenwicht tussen routine en uitdagingen bevordert de werkatmosfeer.
12. Creativiteit betekent wat reeds gedaan is door anderen loslaten en vereist bijgevolg zelfzekerheid.