• No results found

2. Statistische informatie Friese Bouwstreek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "2. Statistische informatie Friese Bouwstreek "

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIJLAGEN

(2)

1. Lijst informanten/ deelnemers brainstormsessie

Naam Organisatie Aanwezig

brainstorm

Naam Organisatie Aanwezig

brainstorm

Dhr. S. Wiersma Gemeente Dongeradeel Dhr. R. Bonnier Economische zaken, cluster Noord

Dhr. B. de Boer Gemeente Ferwerderadiel Dhr. M. van der Veen Economische zaken, cluster Noord Dhr. A.W. Zijlstra Gemeente Franekeradeel X Dhr. R. Siebers Westergozone

Dhr. R.J.H. de Vries Gemeente Harlingen Dhr. K van den Berg Kamer van Koophandel

Mevr. T. Swart Gemeente Het Bildt Dhr. J. Kingma LTO Noord

Dhr. F. Kamstra Gemeente Kollumerland Dhr. C.W. Kristelijn Informatiecentrum Kollumerwaard Dhr. A. Grit Gemeente Leeuwarderadeel X Mevr. P. Ellens Recron, afdeling Friesland Dhr. G. Rouwenhorst Gemeente Menaldumadeel X Mevr. Haringsma Fryslân Marketing

Dhr. T. Oudega Provincie Fryslan, plattelânsprojekten X Mevr. R. van Bruggen Toeristisch Platform Noardwest-Fryslân Mevr. N. van der Hoef Provincie Fryslan, plattelânsprojekten X Dhr. H. Deelstra Oranjewoud, Water en groene ruimte

Dhr. C. Smit Dienst Landelijk Gebied Dhr. G. Slats Oranjewoud, Stedelijke ontwikkeling

Dhr. A. Oosterhoff MKB Noord, afdeling Friesland Dhr. A. Lont Oranjewoud, Stedelijke ontwikkeling X

Mevr. Atema NOM Dhr. M. Gerkes Oranjewoud, Stedelijke ontwikkeling

(3)

2. Statistische informatie Friese Bouwstreek

Tabel 1 Bevolking, beroepsgeschikte bevolking, bevolkingsdichtheid en het percentage van de totale oppervlakte op 1 januari 2005

Bevolking (%) Beroepsgeschikte bevolking Bevolkingsdichtheid Oppervlakte (%)

Dongeradeel 21,0 16325 150 23,8

Ferwerderadiel 7,5 5940 92 13,9

Franekeradeel 17,5 13924 204 14,6

Harlingen 13,3 10636 634 3,6

Het Bildt 9,2 7159 119 13,1

Kollumerland en Nieuw-Kruisland 11,0 11373 119 15,6

Leeuwarderadeel 8,8 7070 258 5,8

Menaldumadeel 11,7 9315 202 9,8

Bron: CBS (2007)

Tabel 2 Bodemgebruik in 2000 (in ha)

Bebouwd Bos en natuur Recreatie Landbouw

Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Totaal

Dongeradeel 599 3,7 1145 7,1 140 0,9 14142 88,2 16026

Ferwerderadiel 194 2,0 851 8,9 34 0,4 8434 88,7 9513

Franekeradeel 532 5,4 42 0,4 94 1,0 9192 93,2 9860

Harlingen 430 18,3 16 0,7 57 2,4 1849 78,6 2352

Het Bildt 261 2,9 371 4,1 26 0,3 8368 92,7 9026

Kollumerland en Nieuw-Kruisland 355 3,3 1585 14,8 106 1,0 8696 81,0 10742

Leeuwarderadeel 235 6,0 29 0,7 46 1,2 3621 92,1 3931

Menaldumadeel 364 5,5 23 0,4 54 0,8 6123 93,3 6564

Totaal 2970 4,4 4062 6,0 557 0,8 60425 88,8 68014

Bron: CBS (2007)

(4)

Tabel 3 Aantal banen van 12 uur per week of meer, inclusief uitzendarbeid in 2005

Primaire sector Secundaire sector Tertiaire sector Totaal

Abs. % Abs. % Abs. % Abs.

Dongeradeel 754 10 2345 32 4261 58 7360

Ferwerderadiel 368 19 767 39 826 42 1961

Franekeradeel 519 9 1844 32 3463 59 5826

Harlingen 174 4 1196 26 3303 71 4673

Het Bildt 408 17 583 24 1439 59 2430

Kollumerland en Nieuw-Kruisland 402 15 681 25 1614 60 2697

Leeuwarderadeel 172 10 319 19 1162 70 1653

Menaldumadeel 539 21 731 28 1323 51 2593

Totaal 3336 11 8466 29 17391 60 29193

Bron: Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2007 (bewerking M. Klimp)

Tabel 4 Aantal volledige banen op 31 december 2004

Primaire sector Secundaire sector Tertiaire sector Totaal

Abs. % Abs. % Abs. % Abs.

Dongeradeel 170 2 2150 27 5540 70 7860

Ferwerderadiel 60 3 680 35 1230 62 1970

Franekeradeel 290 5 1760 27 4370 68 6420

Harlingen 60 1 1290 25 3850 74 5200

Het Bildt 80 4 580 26 1610 71 2270

Kollumerland en Nieuw-Kruisland 40 1 960 35 1750 64 2750

Leeuwarderadeel 40 2 240 13 1510 84 1790

Menaldumadeel 200 9 580 26 1420 65 2200

Totaal 940 3 8240 27 21280 70 30460

Bron: Gemeente Op Maat 2005, CBS (bewerking M. Klimp)

(5)

3. Kaarten Friesland

Kaart 1. Gemeenten in Friesland Kaart 2. Onderverdeling van het zeekleigebied

Bron: Grote Provincie Atlas (2000) Bron: Berendsen (2005)

(6)

4. Overzicht economisch en ruimtelijk beleid

Algemeen beleid

- Het Noorden moet omschakelen van een productie- naar een kenniseconomie en belangrijke thema's voor het Noorden zijn energie, watertechnologie, sensortechnologie en de agribusiness. (Ministerie van EZ, Pieken in de Delta, 2004)

- Westergo was aangewezen als nationale landschap, maar is later van de lijst geschrapt. (Ministerie van VROM, Nota Ruimte, 2004)

- Harlingen heeft de mogelijkheid zich te ontwikkelen, maar de ontwikkelingen moeten passen bij de zware bedrijven welke in hoofdzaak water- en havengebonden karakter hebben. Bij Dokkum ligt de het accent op de ontwikkeling van lichte en modern-gemengde bedrijven. (Streekplan Fryslân 2007, 2006)

- De aanleg van de Centrale As is een project in voorbereiding waarbij een vierbaansweg zal worden aangelegd tussen Dokkum en Nijega. De aanleg van de weg is bedoeld om Leeuwarden beter bereikbaar te maken en de weg tussen Dokkum en Leeuwarden (N361) en Dokkum en Nijega (N356) te ontlasten en daardoor de leefbaarheid in de dorpen aan deze wegen te verbeteren. (Provincie Fryslân, Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan, 2006)

- In het kader van de Centrale As wordt gezocht naar een wijze waarop Dokkum het beste op de spoorverbinding Leeuwarden-Groningen kan worden aangesloten.

(Provincie Fryslân, Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan, 2006)

- De ontwikkeling van de Harlinger haven en op termijn de verruiming van het Van Harinxmakanaal (Provincie Fryslân, Sociaal Economisch Beleidsplan 2003 - 2006)

- Nieuwe buitendijkse functies zijn mogelijk mits ze passen binnen het landschaps-, cultuurhistorisch-, natuur- en waterbeleid. (Streekplan Fryslân 2007, 2006) Primaire sector

- Het Rijk streeft naar een ontwikkeling van de landbouw die maatschappelijk wordt gewaardeerd; een goede marktpositie heeft door kwalitatief hoogwaardige producten; bijdraagt aan behoud en ontwikkeling van een toegankelijk landschap; duurzaam omgaat met natuurlijke hulpbronnen. (Ministerie van LNV, Agenda voor een Vitaal Platteland – inspelen op veranderingen, 2004)

- Het gebied rond Berlikum is aangewezen als 'landbouwontwikkelingsgebied glastuinbouw'. (Ministerie van VROM, Nota Ruimte, 2004)

- Er wordt ruimte geboden voor de ontwikkeling van agribusinesscomplexen, mits er sprake is van een zorgvuldige locatiekeuze gekoppeld aan een goede landschappelijke en milieuhygiënische inpassing en een adequate ontsluiting. (Streekplan Fryslân 2007, 2006)

- Er wordt ruimte geboden aan agrarische bedrijven om op het erf nevenactiviteiten te ontwikkelen; recreatieve mogelijkheden, agrarisch verwante detailhandel, mestvergisting en zorgfuncties. (Streekplan Fryslân 2007, 2006)

- De glastuinbouw kan zich in Noordwest-Friesland verder uitbreiden met maximaal 450 hectare bruto. Er wordt op het moment onderzoek verricht welke locaties voor de glastuinbouw in Noordwest-Friesland het meest geschikt zijn. (Streekplan Fryslân 2007, 2006)

- De viskweek is mogelijk in geïsoleerd water dat geen onderdeel vormt van een groter watersysteem en dat binnen de speelruimte van de KRW ligt. (Streekplan Fryslân 2007, 2006)

- De Provincie wil ondernemers zoveel mogelijk vrijheid bieden en wil alle soorten landbouw voor zover ze duurzaam en economisch perspectiefvol zijn, steunen.

(Provincie Fryslân, Landbouw-Economisch Beleid 2004-2008, 2004)

- Er dient zorgvuldig te worden omgegaan met het onttrekken van grond aan de landbouw om de landbouw de nodige ontplooiingsruimte te bieden. (Provincie Fryslân, Landbouw-Economisch Beleid 2004-2008, 2004)

Secundaire sector

- Kennisontwikkeling en innovatie binnen industriële bedrijven moet gestimuleerd worden. Teveel bedrijven krijgen nauwkeurig omschreven opdrachten waardoor ze wellicht onvoldoende toekomen aan kennisontwikkeling en innovatie. (Provincie Fryslân, Sociaal Economisch Beleidsplan 2003 – 2006, 2003)

Tertiaire sector

(7)

- Op het gebied van innovatie en internationalisatie wil de Provincie een stimulerende en faciliterende rol spelen. Dit wil de provincie bereiken door middel van projecten en succesvolle voorbeelden (Provincie Fryslân, Sociaal Economisch Beleidsplan 2003 – 2006, 2003)

- Binnen de toeristische bedrijfstak wordt gestreefd naar een kwaliteitsverbetering in plaats van kwantiteitsverhoging, zodat de toerist in de toekomst gemotiveerd wordt om voor Friesland te blijven kiezen. (Provincie Fryslân, Beleidsnota Recreatie en Toerisme 2002-2010, 2002)

- Versnippering van het aanbod moet worden tegengegaan (Provincie Fryslân, Beleidsnota Recreatie en Toerisme 2002-2010, 2002)

- Recreatieve bedrijven moeten inpasbaar zijn in het landschap en er moet meer rekening worden gehouden met het milieu. (Provincie Fryslân, Beleidsnota Recreatie en Toerisme 2002-2010, 2002)

(8)

5. Oppervlakte cultuurgrond per hoofdtype

Akkerbouwbedrijven

Tuinbouw- en blijvende

teeltbedrijven Graasdierbedrijven Hokdierbedrijven Combinaties

Absoluut (ha) % Absoluut (ha) % Absoluut (ha) % Absoluut (ha) %

Absoluut

(ha) %

Dongeradeel 3998 31,3 306,5 2,4 7702 60,3 38 0,3 728 5,7

Ferwerderadiel 2422 31,1 0,0 0,0 5248 67,4 23 0,3 93 1,2

Franekeradeel 2415 27,9 121,2 1,4 5063 58,5 61 0,7 987 11,4

Harlingen 590 38,8 41,0 2,7 840 55,3 50 3,3 0 0

Het Bildt 4780 66,3 108,1 1,5 2184 30,3 0 0 137 1,9

Kollumerland en Nieuw-

Kruisland 1222 16,2 1,5 0,0 5996 79,5 8 0,1 302 4

Leeuwarderadeel 736 20,3 0,0 0,0 2613 72,1 4 0,1 268 7,4

Menaldumadeel 971 17,5 83,3 1,5 4380 78,9 22 0,4 94 1,7

Totaal (absoluut en %) 17133 31,3 661,7 1,2 34027 62,3 206 0,4 2609 4,8

Bron: CBS, Gemeenten Op Maat 2005 (2007)

• Een bedrijf wordt tot een bepaald hoofdtype gerekend wanneer de economische omvang van de genoemde activiteit meer is dan 2/3 van de totale bedrijfsomvang.

• Bij de verwerking van de landbouwtelling worden alle gegevens van een landbouwbedrijf toegerekend aan de gemeente waarin het landbouwbedrijf is gevestigd, ongeacht of deze gewassen of dieren zich werkelijk in die gemeente bevinden of niet. Het kan dus voorkomen dat de oppervlakte cultuurgrond in een gemeente volgens de landbouwtelling groter is dan de totale oppervlakte van de gemeente volgens de bodemstatistiek.

• Onder cultuurgrond wordt verstaan: alle op de teldatum in gebruik zijnde beteelde grond (incl. braakland).

(9)

0 50 100 150 200 250 300 350 400

0 tot 10 10 tot 20 20 tot 30 30 tot 50 50 tot 100 100 en meer Oppervlakte cultuurgrond (ha)

Aantal bedrijven

6. Landbouwbedrijven Friese Bouwstreek 2005

Bron: CBS (2007)

(10)

7. Verdeling banen over tertiaire sector

Percentages van het aantal banen in de tertiaire sector in 2005

0 5 10 15 20 25 30

H an de l

Ho re ca

Tr an sp or t

Fin ac ië le in st ell in ge n

Za ke lij ke D ie nst en Op en ba ar b estu

ur O nde

rwi js

Zo rg

Ov er ig e d ie ns te n

P erce n tag e (% )

Bron: Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning (2007)

(11)

8. Deelnemers en toetsing bijeenkomst Oranjewoud

Deelnemers:

Afke Goosen, Andreas Hartman, Anne-Wil Lucas, Arjen Nieveen, Cris Kramer, Harry Bouwhuis, Henri Deelstra, Henry Bos, Jacob van Haskera, Jacob Drost, Jitske van der Heide, Jos van Oosten, Katinka Leijendekker, Martijn Schuit, Sander Dijkstra, Wim Godlieb, Ytzen Faber.

Toetsing:

Per deelnemer is gevraagd welke ontwikkelingsmogelijkheid de meeste kansen biedt voor de regio en welke ontwikkelingsmogelijkheid verder onderzocht dient te worden.

Nr. Ontwikkelingsmogelijkheid Kans voor de regio

Nader onderzoek wenselijk

Totaal

1 Cruisemaatschappij Harlingen - 5 5

2 Glastuinbouw 3 4 7

3 Aquacultuur: zeevisteelt 4 3 7

4 Kuuroord/Wellnesscentrum 1 1 2

5 Duurzaamheidscentrum - - -

6 Kennisinstituut metaalsector 2 - 2

7 Aquacultuur: zoetwatervisteelt 3 1 4

8 Bio-ethanolfabriek - - -

9 Visvoerproductie - - -

10 Zeehondencrèche - 1 1

11 Vakantiepark 1 - 1

12 Bouw dijkwoningen 1 3 4

13 Strand en zeebad - - -

14 Zorghotel - 1 1

15 Onderhoudsbedrijf wind turbines - 1 1

16 Algenteelt in de tuinbouw 1 1 2

17 Recreatie en toerisme - - -

18 Recreatieplatform Friese Bouwstreek 3 - 3

(12)

9. Ontwikkelingsmogelijkheden

1.Cruisemaatschappij Harlingen (recreatie en toerisme)

Een cruisemaatschappij kan zich in Harlingen vestigen. Er kunnen vanuit Harlingen zeecruises (bijvoorbeeld minicruises) worden aangeboden. De haven van Harlingen is klein in vergelijking met Rotterdam of Amsterdam en het aanbieden van korte cruises op kleinere cruiseschepen past het beste in de haven van Harlingen. Naast zeecruises kunnen er rondvaarten voor de Elfstedenroute worden aangeboden en kan de haven van Harlingen cruises ontvangen als er een cruiseterminal gebouwd wordt. Bij deze ontwikkelingsmogelijkheid wordt alleen uitgegaan van een bedrijf dat cruises aanbiedt.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

Het aantal arbeidsplaatsen bij

cruisemaatschappijen loopt sterk uiteen. Het aantal arbeidsplaatsen wordt geschat op minimaal 100 extra arbeidsplaatsen.

Arbeidsplaatsen zullen o.a. te maken hebben met horeca, onderhoud, schoonmaak en boekingen.

Een cruisemaatschappij kan gebruik maken van onderhoudsbedrijven,

metaalbedrijven, scheepsbouw en overige faciliteiten van de haven. Het versterkt niet de overige recreatieve bedrijvigheid, omdat de reizigers niet in de regio verblijven.

Er wordt gebruik gemaakt van de aanwezigheid van de zee.

De cruiseschepen zorgen niet voor aantasting van het landschap.

Volgens dhr. van der Glas, directeur sales en marketing van Cruise Travel Nederland, zal de cruisemarkt snel groeien (Oosting, 2007).

Ook in het Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd (NRIT, 2006) staat dat de belangstelling voor cruisevaart in Nederland de komende jaren sterk zal groeien.

Score 4 Score 3 Score 5 Score 5 Score 5

2.Glastuinbouw (landbouw)

De provincie Fryslân geeft ruimte voor ontwikkeling van 450 hectare extra glastuinbouw (Streekplan Fryslân 2007, 2006). Het gaat hierbij om bruto oppervlak; het oppervlak inclusief wegen, groenvoorzieningen, bufferzones, etc. Het netto uitgeefbaar oppervlak zal rond 300 hectare liggen en er wordt verwacht dat de komende 10 jaar de vraag het aanbod zal overtreffen.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Hierbij wordt uitgegaan van het rapport van

Hulsker en Schot (2004) en van Ruijs e.a. (2002).

In de berekening van Hulsker en Schot wordt uitgegaan van 4,6 arbeidsplaatsen per hectare en uit het rapport van Ruijs e.a. blijkt dat in het Westland (vergelijkbaar gebied, ook teelt van groente en fruit) er 2,2 vaste werknemers (>20 uur per week) per hectare zijn. Het gemiddelde aantal arbeidsplaatsen per hectare (van deze rapporten) komt neer op 3,4 arbeidsplaats per

Er kan gebruik gemaakt worden van aanwezige bedrijvigheid, zoals kassenbouw (Prins Dokkum), toelevering (Tuinbouw combinatie Noord in Berlikum), meettechniek (Wissman in Sexbierum) en het trainingscentrum voor

Het weidse landschap is geschikt om glastuinbouw te realiseren, omdat er weinig obstakels zijn.

Volgens Lodewijks e.a. (2005) is de weg de belangrijkste

modaliteit van

tuinbouwproducten is en dat zal voorlopig ook zo blijven. De aanwezigheid van de zee voor het transport speelt daarom geen

Glastuinbouw krijgt vaak kritiek vanwege de aantasting van het landschap. Omdat het hierbij gaat om de realisatie van 300 hectare extra kassen, is aantasting van het landschap groot.

Volgens Hulsker en Schot (2004) zal door de

herstructureringsopgave van het Westland, de vraag naar

glastuinbouwgrond in de komende jaren het aanbod overstijgen. De ontwikkeling van 300 hectare wordt door hen als noodzakelijk geacht.

(13)

hectare. Voor 300 ha komt dit neer op 1020 extra arbeidsplaatsen. Dit aantal is niet gecorrigeerd met het verlies van arbeidsplaatsen van de huidige agrarische bedrijvigheid op de 450 hectare.

de glastuinbouw in Sexbierum.

of slechts een kleine rol . De ontwikkeling van de vraag naar de glastuinbouwproducten is echter moeilijk te voorspellen.

Score 5 Score 4 Score 3 Score 0 Score 3

3.Aquacultuur: zeevisteelt (visserij)

Sinds kort wordt het recirculatiesysteem (zie nr. 7) ook toegepast op de kweek van zeevissen, zoals tarbot en tong (ministerie van LNV, 2004). Zeevisteelt biedt een alternatief voor de vangst van vis op zee en levert daarmee een grote bijdrage aan het terugdringen van de overexploitatie van de zee en de wereldwijde aantasting van mariene

ecosystemen.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Gemiddeld aantal werkzame personen

bij vis- en schelpdierteelt bedrijven in Groot-Brittannië is ongeveer 5 (Department of Environment Food and Rural affairs, 2006). Daarnaast is het ook ongeveer het aantal

arbeidsplaatsen van viskweekbedrijven in Nederland. Het aantal potentiële viskweekbedrijven voor de zeevisteelt voor de Friese Bouwstreek is geschat op 10 tot 15. Het aantal arbeidsplaatsen wordt geschat op 51 tot 100.

Regionale bedrijven in de technische- en

metaalsector kunnen mogelijk (deels) de productiesystemen leveren.

Er zijn ook bedrijven in de regio aanwezig die zich met de verwerking van vis bezighouden (Visafslag Insula, diverse koelhuizen, visverwerkingsbedrijven e.d.)

De kweek van zeevis vraag om een aan de kust gelegen locatie, zodat zoutwater binnendijks aan- en afgevoerd worden (LNV, 2004).

De bassins (afhankelijk van de hoogte) zorgen voor een

aantasting van het landschap.

Er is volgens Prins (van Dien, 2006) een groeiende behoefte aan consumptievis. Omdat de hoeveelheid wilde vis afneemt, neemt de vraag naar gekweekte vis toe. De verwachting van Prins is dat de visconsumptie in 2015 met ruim 25 procent is toegenomen. Ook volgens het innovatieplatform Aquacultuur (2007), een initiatief van het ministerie van LNV, Wageningen IMARES en de WUR, maakt de mondiale visteelt een sterke groei door.

Naast de teruglopende vangsten in de visserij, neemt de behoefte aan dierlijke eiwitten uit vis volgens het innovatieplatform toe. Daarbij zijn de technologische doorbraken die kweek vereenvoudigen van belang.

Score 3 Score 4 Score 5 Score 0 Score 5

4.Kuuroord/wellnesscentrum (recreatie en toerisme)

Bij deze ontwikkelingsmogelijkheid gaat het om de ontwikkeling van een centrum waarin verschillende vrijetijdsbestedingen op het gebied van gezondheid en ontspanning gecombineerd wordt. Bijvoorbeeld een centrum met een zwembad, fitnesszaal, sauna's e.d..

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap Toekomstige marktontwikkeling Het aantal werkzame personen in een

kuuroord/wellnesscentrum is deels gebaseerd op het plan van een kuuroord in Westfriesland (Westfriese bedrijvengroep).

Het aantal extra arbeidsplaatsen wordt geschat op 51 – 100.

Een deel van de bezoekers van een kuuroord zullen ook nog andere bestedingen doen.

Een kuuroord of

wellnesscentrum kan goed gebruik maken van de rust en de ruimte.

Afhankelijk van het gebouw is enige aantasting wel mogelijk.

De toekomstige groei van de marktvraag is waarschijnlijk groot, omdat het aantal 50-plussers toeneemt en de behoefte naar luxe en gemak toeneemt (NRIT, 2006).

Score 3 Score 3 Score 5 Score 3 Score 4

(14)

5.Duurzaamheidscentrum (kennis en onderwijs)

Het duurzaamheidscentrum is gebaseerd op het initiatief van Stichting Duurzaamheidscentrum en is gericht op het leveren van een wezenlijke bijdrage aan het bewustwordingsproces en de kennisontwikkeling rond duurzaamheid. Dit wil de stichting bereiken door:

- ontwikkelen van een centrum waar geïnteresseerden in aanraking kunnen komen met alle facetten van duurzaamheid;

- bijeen brengen van relevante kennis

- creëren van een aansprekende en vertrouwde omgeving waar het leuk en interessant is om te verblijven, recreëren, ontspannen, leren en communiceren.

Er worden vier hoofdelementen onderscheiden: 1) een duurzaamheidscentrum als dagattractie, 2) een bezoekerscentrum Nationaal Park gekoppeld aan een winkelformule en toeristisch-recreatieve voorlichting 3) een klein conferentiecentrum en 4) discussieplatform. Bij het initiatief van de Stichting wordt het centrum in Lauwersoog gevestigd. Dit centrum zou echter ook in de buurt van Oostmahorn (Esonstad) gevestigd kunnen worden.

Regionaal

werkgelegenheidseffect

Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

In het

haalbaarheidsonderzoek van Fortuin e.a. (2004) wordt het aantal structurele additionele arbeidsplaatsen geschat op 170.

Daarbij is het effect van de bouw van het centrum niet meegerekend.

Bezoekers van het centrum komen voor een groot deel uit een andere regio en een deel zal ook nog andere bestedingen doen of het bezoek combineren met een verblijf in bijvoorbeeld Esonstad.

Er wordt gebruik gemaakt van de Waddenzee als bron van informatie over duurzaamheid (zoals de

zeespiegelstijging) en als voorbeeld van een natuurgebied.

Enige aantasting van het landschap is mogelijk.

Volgens Fortuin e.a. (2004) is er in Noord-Nederland de laatste jaren een daling van bezoekersaantallen en is er een dalende interesse bij natuur en leer/doe attracties. Toch wordt er voor het

Duurzaamheidscentrum voldoende vraag verwacht, vanwege het vernieuwingsprofiel. De aanbeveling luidt echter dat niet de

duurzaamheid mensen moet lokken, maar de beleving en ontspanning.

De boodschap kan dan nog wel duurzaamheid zijn.

Er wordt geschat op een bezoekerspotentieel van 150.000 per jaar. Of de vraag vanuit de markt in de toekomst zal stijgen is echter moeilijk voorspelbaar.

Score 4 Score 4 Score 3 Score 3 Score 2

6.Kennisinstituut metaalsector (kennis en onderwijs)

Er is veel metaalbedrijvigheid in de Friese Bouwstreek aanwezig. Er is echter geen instituut waar nieuwe kennis kan worden opgedaan. Daarnaast kan een dergelijk instituut nieuwe innovaties onder de aandacht brengen, nieuwe technieken testen, de interesse opwekken bij mensen om voor een opleiding in (metaal)techniek te kiezen e.d.

Regionaal

werkgelegenheidseffect

Clustereffect Gebruik

ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

Het aantal directe arbeidsplaatsen in te verwaarlozen. Het indirecte effect van een kennisinstituut wordt geschat op groei/behoud van 100-500 arbeidsplaatsen.

Het indirecte effect op de werkgelegenheid is gemeten bij het regionaal

werkgelegenheidseffect.

Overige agglomeratie-effect is daarom klein.

Geen Geen Door de internationalisering is de concurrentie in de sector toegenomen.

Dit betekent echter niet dat er geen toekomst is voor deze sector. De sector zal zich vooral moeten richten op kennisintensieve productie. Een kennisinstituut kan deze ontwikkeling stimuleren. De vraag naar gespecialiseerde bedrijvigheid op het gebied van metaal zal groeien, aangezien er ook nog steeds vraag is naar innovatieve oplossingen op het gebied van energie, voedselverwerking, bouw, waterbeheer etc.

Score 4 Score 2 Score 0 Score 5 Score 4

(15)

7.Aquacultuur: zoetwatervisteelt (visserij)

In Nederland vindt de viskweek vooral plaats in Zeeland. De viskweek moet in gesloten systemen plaatsvinden, om uitstoot van schadelijke stoffen tegen te gaan. Deze systemen heten recirculatiesystemen. In een recirculatiesysteem kan de waterkwaliteit en gebruik, nutriëntenbeheer en temperatuur gecontroleerd en geoptimaliseerd worden.

De systemen zijn echter wel kapitaalintensief, waardoor er in Nederland vooral soorten gekweekt worden die een korte doorlooptijd (groeitijd) hebben (Ministerie van LNV, 2004). Voorbeelden van zoetwatervis: meerval, tilapia, snoekbaarzen, garnalen, forel en paling.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

Gemiddeld aantal werkzame personen bij vis- en schelpdierteelt bedrijven in Groot- Brittannië is ongeveer 5 (Department of Environment Food and Rural affairs, 2006). Daarnaast is het ook ongeveer het aantal arbeidsplaatsen van

viskweekbedrijven in Nederland. Het aantal potentiële viskweekbedrijven voor de zoetwatervis voor de Friese Bouwstreek is geschat op 10 tot 15. Het aantal extra arbeidsplaatsen zal tussen 51 en 100 liggen.

Regionale bedrijven in de technische- en metaalsector kunnen mogelijk (deels) de productiesystemen leveren.

Er zijn ook bedrijven in de regio aanwezig die zich met de verwerking van vis bezighouden (Visafslag Insula, diverse

koelbedrijven,

visverwerkingsbedrijven) De

zoetwatervisteelt is niet

afhankelijk van de aanwezigheid van de zee.

De bassins (afhankelijk van de hoogte) zorgen voor een aantasting van het landschap.

Er is volgens Prins (2006) een groeiende behoefte aan consumptievis. Omdat de hoeveelheid wilde vis afneemt, neemt de vraag naar gekweekte vis toe. De verwachting van Prins is dat de visconsumptie in 2015 met ruim 25 procent is toegenomen. Ook volgens het innovatieplatform Aquacultuur (2007), een initiatief van het ministerie van LNV,

Wageningen IMARES en de WUR, maakt de mondiale visteelt een sterke groei door. Naast de teruglopende vangsten in de visserij, neemt de behoefte aan dierlijke eiwitten uit vis volgens het innovatieplatform toe. Daarbij zijn de

technologische doorbraken die kweek vereenvoudigen van belang.

Score 3 Score 5 Score 0 Score 0 Score 5

8.Bio-ethanolfabriek (industrie)

Bij deze ontwikkelingsmogelijkheid is gebruik gemaakt van voorbeeldprojecten, zoals de ontwikkeling van een bio-methanol fabriek in Delfzijl, het bedrijf Biovalue in de Eemshaven en de bio-ethanolfabriek in Sas van Gent. De bio-ethanolfabriek kan in Harlingen gevestigd worden, omdat de aanvoer van biomassa van belang zal zijn. In Sas van Gent wordt door Koninklijke Nedalco een bio-ethanol fabriek gebouwd voor de productie van 2e generatie biobrandstoffen. Een bio-ethanolfabriek dat 2e generatie biobrandstoffen produceert heeft de voorkeur, omdat de CO2-reductie voor deze productie hoger is dan bij de productie van 1e generatie biobrandstoffen. Bij 1e generatie biobrandstoffen worden bijvoorbeeld suikerbieten of maïs gefermenteerd (omgezet in ethanol). Volgens het Amerikaanse tijdschrift BioCycle (2006) is de moderne ethanol industrie economisch rendabel. Niet alleen vanwege het produceren van ethanol, maar ook door het verkrijgen van co-producten. De co-producten zijn de niet fermenteerbare residuën. Dit is volgens hen van vitaal belang voor ethanol producenten. Deze co-producten bevatten proteïnen, vezels, olie en mineralen en zijn geschikt voor de verwerking in voeding. De co-producten kunnen opgesplitst worden in droge en natte co-producten. Het nadeel van de natte co-producten is dat ze minder lang goed blijven en dus meestal dichtbij een fabriek verwerkt moeten worden.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Bij Biovalue werken ongeveer 30

personen en bij de bio- methanolfabriek ongeveer 90 personen (Groningen-Seaports,

De producten van de landbouw kunnen mogelijk deels voor input van de fabriek zorgen. Dit is echter niet waarschijnlijk, omdat de veeteelt en de

De fabriek kan gebruik maken van de haven van Harlingen voor de aanvoer van biomassa en

Een bio- ethanolfabriek is groot en zorg voor aantasting

Volgens de Richtlijn biobrandstoffen van de EU moet in 2010 5,75 procent van de energie- inhoud van fossiele brandstoffen uit

biobrandstoffen bestaan. Het Nederlands

(16)

2007). In de plannen voor een bio- ethanolfabriek in Groningen wordt verwacht dat er 40 directe arbeidsplaatsen gecreëerd worden (Energy Valley, jaartal onbekend).

Het aantal arbeidsplaatsen in een nieuwe bio-ethanolfabriek wordt geschat op maximaal 100 arbeidsplaatsen.

aardappelteelt goed renderende activiteiten zijn.

Een fabriek heeft echter volgens EnergyValley (jaartal onbekend) wel een groot indirect effect; verwachting van 460 indirecte arbeidsplaatsen bij de realisatie een bio-ethanolfabriek in Groningen. Transportbedrijvigheid en onderhoudsbedrijven zijn vooral gebaat bij een dergelijke fabriek.

afvoer van bijvoorbeeld veevoer (co-product).

van het landschap.

potentieel van ethanol is volgens van den Broek e.a. (2003) hoger dan van biodiesel (uit koolzaad), omdat de reststromen bij de productie van ethanol goed te gebruiken zijn.

De toekomstige vraag naar bio-ethanol zou kunnen groeien wanneer de accijns hierop zou worden afgeschaft. Een lager tot geen accijns wordt al wel toegepast in o.a. Duitsland, Frankrijk en Italië (DLV subsidie advies, 2007).

Score 3 Score 5 Score 3 Score 0 Score 3

9.Visvoerproductie (visserij)

De kweek van zagers is volgens Hoekstra e.a. (2005) een innovatieve kans voor zilte gebieden. Zagers (wormen die leven in zilte slik) worden gebruikt in visvoer. De kweek van zagers voor visvoer is een duurzame methode om visvoer te produceren; de zeevisserij ten behoeve van vismeelindustrie kan hierdoor verminderen. Voor de kweek van vis wordt vaak veel gevangen vis gebruikt: voor de productie van 1 kg zalm is 4 kg in het wild gevangen vis nodig (Hoekstra e.a., 2005). De inzetbaarheid van zagers beperkt zich tot specifieke markten, zoals garnalen en tong en specifieke teeltstadia van vis. De markt voor andere vissoorten zoals zalm, kabeljauw en tarbot is in ontwikkeling.

Naast dierlijke visvoeders, zijn er volgens Hoekstra e.a. ook grote perspectieven voor plantaardige visvoerders zoals de teelt van wieren en algen (zie mogelijkheid 16).

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap Toekomstige marktontwikkeling Er zijn nog weinig gegevens bekend over

het aantal arbeidsplaatsen per bedrijf. In Zeeland wordt gewerkt aan contractteelt op agrarische bedrijven (o.a. door het bedrijf Topsy Baits). Uitgaande van 5 bedrijven, wordt het aantal extra arbeidsplaatsen geschat op 6 - 20.

Voor bedrijven in de metaalindustrie zijn er kansen voor de levering van bassins of

installaties.

Aangezien er zout water nodig is voor de kweek van zagers, is een locatie nabij de zee noodzakelijk.

De kweek van zagers vindt plaats in grote bassins. Deze zorgen voor een enige aantasting van het landschap

Er wordt volgens Hoekstra e.a.

(2005) algemeen erkent dat de viskweeksector mondiaal enorme perspectieven biedt. De vraag (duurzaam) visvoer in de vorm van zagers zal naar verwachting sterk groeien.

Score 1 Score 4 Score 5 Score 3 Score 5

10.Zeehondencrèche (recreatie en toerisme)

De zeehondencrèche in Pieterburen is op zoek naar een nieuwe locatie. De zeehondencrèche trekt minimaal 175.000 bezoekers per jaar aan (gemeente De Marne, 2006).

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Volgens de gemeente De Marne zijn ongeveer 45

full-time banen verbonden aan de zeehondencrèche Pieterburen. Volgens de zeehondencrèche zelf hebben 350 mensen werk dankzij de bezoekers (Zeehondencrèche

Gezien het grote aantal bezoekers is te verwachten dat een zeehondencrèche ook andere nabijgelegen

Een zeehondencrèche moet in een redelijke nabijheid van de Waddenzee gevestigd worden.

Afhankelijk van de architectuur van het gebouw is enige aantasting wel mogelijk.

Het is niet onderzocht of de vraag naar een dergelijke attractie in de toekomst zal groeien. Daarom is er voortzetting van de huidige

(17)

Pieterburen, 2007).

Het directe werkgelegenheidseffect wordt geschat op 51 tot 100 arbeidsplaatsen.

recreatieve bedrijven versterkt.

vraag geschat.

Score 3 Score 4 Score 5 Score 3 Score 1

11.Vakantiepark (recreatie en toerisme)

Het vakantiepark ‘Esonstad’ (Landal Green Parks) dient bij deze ontwikkelingsmogelijkheid als voorbeeld. Dit park heeft 188 woningen en 10 appartementen, beslaat een oppervlakte van ongeveer 42 ha en is gevestigd nabij de zee. Esonstad is tevens voorzien van een zwembad, tennisbanen en horecavoorzieningen.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Gemiddeld aantal werknemers per park (van

Landal Green Parks) is ongeveer 42

werknemers. Er wordt niet aangegeven of het alleen om full-time of ook part-time

werknemers gaat. Daarnaast zijn er bij dit aantal ook de kantoorfuncties van het hoofdkantoor meegerekend. Het gemiddelde aantal bungalows per park is ongeveer 166 en wijkt dus niet veel af van deze

ontwikkelingsmogelijkheid.

Een extra vakantiepark zorgt voor een versterking van het recreatieve aanbod. Het is te

verwachten dat bezoekers van het park ook gebruik maken van andere recreatieve voorzieningen in het gebied.

Afhankelijk van de ligging (bijvoorbeeld aan zee) en de

doelgroep is het gebruik van ruimtelijke

eigenschappen mogelijk.

Afhankelijk van het soort woningen en de dichtheid, is aantasting van het landschap mogelijk.

Volgens het trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd (NRIT, 2006) verlangt de consument steeds meer comfort in bungalows en gaat een groeiende groep 50-plussers vaker op vakantie. Er is echter wel een druk van de lowcostcarriers op de binnenlandse vakantiebestedingen. Aangezien een park als Esonstad luxe en comfort biedt, speelt deze ontwikkelingsmogelijkheid in op deze groeiende vraag.

Score 2 Score 4 Score 3 Score 3 Score 3

12.Bouw dijkwoningen (bouwnijverheid)

Uit de regionale huishoudensprognose blijkt dat het aantal huishouden in de Friese Bouwstreek de komende 10 jaar (2017 ten opzichte van 2007) zal groeien met 1347 huishoudens (CBS, 2005). De bouw van 500 dijkwoningen kan theoretisch een deel van de groeiende vraag opvangen.

Er is bij deze ontwikkelingsmogelijkheid gekozen voor een plan dat zich onderscheid van reguliere woningbouwprogramma’s, omdat het hierbij gaat om de bouw van woningen aan de dijk. Er zal niet verder ingegaan worden op het soort woningen.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Volgens Buckers e.a. (2005) kan het economische

effect opgedeeld worden in directe en indirecte effecten. In de berekening van het aantal

arbeidsplaatsen wordt ervan uitgegaan dat ongeveer 50% van de bewoners uit de regio (Friese

Bouwstreek) zelf komt en de andere 50% van buiten de regio komt.

Het directe effect heeft te maken met de inkomsten voor gemeenten/projectontwikkelaars en aannemers

Van specifieke economische aansluiting is geen sprake. Er zijn net als in andere regio’s

voldoende bouwbedrijven aanwezig die de bouw kunnen realiseren.

Aangezien het bij deze ontwikkelingsmogelijkheid gaat om de bouw van dijkwoningen, wordt er gebruik gemaakt van de zee. Afhankelijk van de doelgroep, bijvoorbeeld 50- plussers, kunnen ook de rust en ruimte een grote rol

Afhankelijk van de architectuur is het mogelijk dat er enige aantasting van het landschap plaatsvindt.

De toekomstige groei van de vraag kan gedifferentieerd worden in

verschillende soorten vraag. De vraag naar landelijk wonen, de vraag naar luxe woningen, de vraag naar combinaties van wonen en zorg, de lokale vraag naar woningen, de regionale vraag naar woningen etc. De toekomstige groei van de vraag is

(18)

door het ontwikkelen van woningen. Voor de helft van de woningen betreft het economische effect alleen het directe effect. Voor de andere helft wordt het economische effect ook bepaald door de bestedingen van de ‘nieuwkomers’. Omdat het

voorzieningenniveau langs de kust laag is, zal een groot deel van de bestedingen wegvloeien naar een grotere plaats zoals Leeuwarden.

Het effect van de 250 woningen die bewoond zullen worden door mensen uit de regio is geschat op 0,1 arbeidsplaats per woning. Het effect van de overige 250 woningen wordt geschat op 0,15 arbeidsplaats per woning. Totaal effect komt dan uit op ongeveer 63 extra arbeidsplaatsen (Buckers e.a., 2005).

spelen. Het is echter niet noodzakelijk de woningen aan zee liggen.

daarom niet eenduidig vast te stellen.

Het is echter bekend dat het aantal huishoudens zal groeien en er kan daarom in kwantitatieve zin een groei van de vraag verwacht kan worden. De kwalitatieve vraag van deze

huishoudens is echter moeilijker te voorspellen. Dit hangt mede af van de sociaal-economische situatie van deze huishoudens, maar dat is niet

onderzocht.

Score 3 Score 1 Score 3 Score 3 Score 4

13.Strand en zeebad (recreatie en toerisme)

Aan de Westerzeedijk ten zuiden van Harlingen is in 1997 een recreatiestrand met mogelijkheden voor zwemmen gerealiseerd (gemeente Harlingen). In Workum (in de gemeente Nijefurd) ligt een nog iets langer strand van 800 meter. Aan de kust tussen Harlingen en het Lauwersmeer zou nog een strand van ongeveer 1 km gerealiseerd kunnen worden.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap Toekomstige marktontwikkeling Het werkgelegenheidseffect is afhankelijk van

de bedrijven dat een strand kan aantrekken en het effect op de versterking van het recreatieve aanbod van de regio. Mogelijk worden er extra recreanten van buiten het gebied aangetrokken.

Daarnaast is de kans groot dat er een aantal horecafaciliteiten bij het strand zullen vestigen.

Een strand zal vooral seizoensarbeid opleveren.

Het werkgelegenheidseffect wordt geschat op 51-100 extra arbeidsplaatsen.

Omdat in het regionaal werkgelegenheidseffect bij de

ontwikkelingsmogelijk heid ook de indirecte arbeidsplaatsen zijn meegenomen, is de score van het

agglomeratie-effect 1.

Er vindt ruimtelijke aansluiting plaats, omdat de ontwikkelingsmogelijkheid gebruik maakt van de aanwezigheid van de zee.

Enige aantasting van het landschap is mogelijk, omdat de kust er anders zal gaan uitzien door het strand en de bouw van

voorzieningen en horecagelegenheden.

Er zijn geen gegevens bekend van een toenemende vraag naar een strand in Noord Friesland.

Daarom wordt er aangenomen dat er een voortzetting zal zijn van de huidige vraag.

Score 3 Score 1 Score 5 Score 3 Score 1

(19)

14. Zorghotel (zorg)

Verspreid in Nederland zijn er meer dan twintig zorghotels (Aedes Actiz, jaartal onbekend). Een zorghotel is volgens Bolscher (2006) een hotel waar cliënten tijdelijk kunnen verblijven in een servicegerichte organisatie met de mogelijkheid van 24uurs zorg- en dienstverlening en beschikbaar voor een brede doelgroep. De Hapertse Kluis is een voorbeeld van een zorghotel in een kleine kern (5000 inwoners). Dit zorghotel heeft negen appartementen voor mensen die vanuit een ziekenhuis nog overbruggingszorg nodig hebben en moeten revalideren of voor wie wacht op een plaats in een verzorgingshuis of voor wie de thuissituatie onvoldoende mogelijkheden biedt als zorgomgeving (Zorghotel Hapertse Kluis, jaartal onbekend). Een dergelijk klein zorghotel zou ook in de nabijheid van bijvoorbeeld het ziekenhuis in Dokkum of Harlingen gevestigd kunnen worden. Ook zou een zorghotel gevestigd kunnen worden bij een verpleeginstelling of een hotel of als zelfstandige locatie.

Regionaal

werkgelegenheidseffect

Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Het aantal arbeidsplaatsen is

afhankelijk van de doelgroep en het aantal kamers.

In het zorghotel in Hengelo (Zotel) werken in totaal 10 full- time arbeidskrachten voor 23 gasten/kamers (Bolscher, 2006).

Het aantal extra arbeidsplaatsen wordt geschat op maximaal 20.

Het zorghotel kan aansluiting zoeken met bestaande zorginstellingen, zoals de ziekenhuizen in Dokkum of Harlingen of verpleeghuizen.

Qua inkoop van materieel e.d.

zal het zorghotel waarschijnlijk geen gebruik maken van aanwezige bedrijvigheid.

Een zorghotel past goed in een gebied met rust en ruimte.

Het zorghotel zou bijvoorbeeld aan de zee gevestigd kunnen worden.

Enige aantasting is wel mogelijk.

Het zorghotel zou ook in een leegstaand gebouw gevestigd kunnen worden.

Volgens Hapertse Kluis dreigt er een gat in de zorg te ontstaan als mensen al snel na een ziekenhuisopname naar huis moeten en niet kunnen revalideren.

Volgens Bolscher (2006) sluit de opkomst van zorghotels aan bij de ontwikkeling in de zorg, omdat cliënten steeds hogere eisen stellen aan de kwaliteit van het verblijf en de zorg. Daarnaast beaamt ook Bolscher dat cliënten sneller uit ziekenhuizen ontslagen worden door de invoering van diagnose-behandel-combinaties (DBS’s)

Score 1 Score 3 Score 3 Score 3 Score 4

15.Onderhoudsbedrijf wind turbines (industrie)

Eind 2005 waren er 322 windturbines in de provincie Friesland (CBS, 2007). Het onderhoud van deze turbines (en mogelijke nieuwe turbines) kan uitgevoerd worden door een bedrijf uit de Friese Bouwstreek.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

Volgens Jacobsen (2004) ligt het aantal arbeidsplaatsen voor het onderhoud per wind turbine in Europa het laagst in Duitsland met ongeveer 0,08 werknemers per wind turbine. Aangezien er al meerdere grote

onderhoudsbedrijven in Nederland gevestigd zijn, is een nieuwe vestiging van één van de bestaande bedrijven het meest realistisch. Uitgaande van het onderhoud van 1/3 van deze windturbines, zullen er rond de 8 extra arbeidsplaatsen ontstaan.

Er is veel

metaalgerelateerde bedrijvigheid is de Friese Bouwstreek aanwezig. Een onderhoudsbedrijf voor windturbines past goed in deze cluster van bedrijvigheid.

Geen Geen De vraag naar een onderhoudsbedrijf hangt af van de ontwikkelingen in de bouw van nieuwe windmolens.

Waarschijnlijk zullen er in de toekomst nieuwe windmolen bijgebouwd worden (vooral in zee). Door technologische verbeteringen nemen de productie kosten van de energie af en worden windmolens steeds lucratiever. De vraag naar windmolens is echter ook sterk afhankelijk van ontwikkelingen van andere duurzame energie productie.

Score 1 Score 4 Score 0 Score 5 Score 3

(20)

16.Algenteelt in de tuinbouw (landbouw)

De teelt van algen in buizen op de bodem van een kas is een nieuw concept dat een aantal voordelen heeft in vergelijking met teelt van algen in vijvers. Volgens SenterNovem (2006) kost de teelt van algen in vijvers meer energie, treedt er enorme besmetting op en ontstaat er een mengcultuur aan algen. Het nieuwe systeem in buizen onder de kas in energie- en kostenefficiënter.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik van regionale ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

Het is onduidelijk hoeveel extra arbeid de teelt van algen onder de kas vergt. Dit wordt geschat op 1 persoon per glastuinbouwbedrijf. Er waren in 2005 24 tuinbouwbedrijven onder glas in de Friese Bouwstreek (CBS, 2007). Wanneer de helft van de tuinbouwbedrijven met het systeem beginnen, zorgt dit voor 12 extra arbeidsplaatsen.

De aanwezige bedrijvigheid in de metaalsector kan mogelijk (gedeeltelijk) de systemen leveren.

Geen De systemen

worden in de kas aangelegd.

Er is daardoor geen

aantasting.

Omega-3-vetzuren wordt volgens SenterNovem (2006) uit vis gehaald, maar kan ook uit algen gehaald worden, dat veel minder energie kost.

Algen kunnen ook als voedsel voor de viskweek gebruikt worden. Aangezien de viskweek nog maar kleinschalig wordt uitgevoerd is de marktpotentie vooralsnog klein. Gezien de potentie van viskweek kan er wel een grote groei verwacht worden.

Score 1 Score 3 Score 0 Score 5 Score 4

17.Recreatie en toerisme (landbouw)

Recreatie en toerisme bieden verschillende mogelijkheden voor landbouwbedrijven. Mogelijkheden die door AgriHolland (2007) genoemd worden zijn boerderijcamping, boerengolf of verhuur van fietsen, kano’s, paarden of huifkarren. Bij deze vormen van verbreding wordt ook wel gesproken van Agrotoerisme.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Net als bij thuisverkoop en educatie gaat het hierbij

ook om een extra inkomstenbron voor

landbouwbedrijven. Volgens Boers en Luijt (2005) remt kamperen bij de boer de ontwikkeling van de plattelandseconomie. De toegevoegde waarde van een toeristische overnachting bij een regulier recreatiebedrijf voor de plattelandseconomie is volgens dit rapport fors hoger dan bij een overnachting op een agrotoeristisch bedrijf. Er zullen geen extra arbeidsplaatsen gecreëerd worden.

Wanneer extra toeristen de regio bezoeken, dan komt dit ten goede aan andere regionale recreatieve bedrijven.

Afhankelijk van de doelgroep waar het bedrijf zich op richt is het mogelijk dat gebruik wordt gemaakt van de rust en de ruimte.

Geen Volgens Schoorlemmer e.a. (2006) kan de markt wel uitgebreid worden door in te spelen op eisen van verschillende doelgroepen, waarbij vooral 50- plussers en gezinnen met kinderen zich aangetrokken voelen tot de kenmerken van agrotoerisme. Volgens het trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd (NRIT, 2006) zijn er kansen voor de inpassing van kleinschalige recreatie in natuurlijke gebieden door de belangstelling voor onthaasting, aandacht voor het gezin, gezondheid en omgeving.

Score 0 Score 3 Score 3 Score 5 Score 4

(21)

18.Recreatieplatform Friese Bouwstreek (recreatie en toerisme)

Een platform dat de recreatie en toerisme in de Friese Bouwstreek zal stimuleren, door samenwerking te bevorderen en het gebied te profileren aan de rest van Nederland. Uit de brainstormsessie is gebleken dat te weinig wordt samengewerkt op recreatief- en toeristisch vlak. Met een recreatieplatform krijgen de ondernemers de kans om

gezamenlijk het gebied op te treden.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Het platform zal gevormd moeten worden door ondernemers,

mogelijk in samenwerking met andere instellingen, organisaties en bedrijven die gebaat zijn bij een groei van de recreatie en toerisme in het gebied. Daarnaast zou er gebruik gemaakt kunnen worden van de kennis op het vlak van vrije tijd en communicatie binnen de Christelijke Hogeschool Nederland in Leeuwarden en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Het platform zelf zal weinig tot geen arbeidsplaatsen opleveren, maar het indirecte effect kan wel groot zijn. Het totale aantal banen in de horeca en recreatie lag in 2005 onder 1460. Uitgaande van 10% groei in een tijdspad van 10 jaar, is het aantal extra benen 146. Het indirecte effect zal bij deze ontwikkelingsmogelijkheid wel bij het regionale werkgelegenheidseffect gescoord worden in plaats van agglomeratie effect.

Met deze

ontwikkelingsmogelijk heid wordt in principe het agglomeratie-effect nagestreefd. Het indirecte effect is echter al bij regionaal

werkgelegenheidseffect gemeten.

Geen Geen De concurrentie van andere

bestemmingen wordt steeds groter door de toenemende informatieoverdracht via bijvoorbeeld Internet en de lowcostcarriers. De vraag naar een recreatieplatform is niet bij de ondernemers onderzocht, maar tijdens de brainstormsessie is gebleken dat er wel meer samenwerking zou moeten plaatsvinden.

Er wordt voor de toekomst een middelmatige stijging van de vraag naar een recreatieplatform verwacht.

Score 4 Score 0 Score 0 Score 0 Score 3

19.Campings langs de Noordelijke Elfstedenroute (recreatie en toerisme)

Langs de Noordelijke Elfstedenroute zijn een aantal minicampings (minder dan 40 standplaatsen) gevestigd, maar deze ligging op enkele na niet direct aan het water. Bij deze ontwikkelingsmogelijkheid wordt uitgegaan van de aanleg van 4 nieuwe campings direct aan het water. Omdat meerdere partijen van mening zijn dat de kleinschaligheid in de regio behouden moet blijven, wordt er uitgegaan van 4 campings met ongeveer 30-50 standplaatsen.

Regionaal

werkgelegenheidseffect

Clustereffect Gebruik ruimtelijke

eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Afhankelijk van de overige

faciliteiten op de camping, zoals recreatiemogelijkheden en horeca, zijn er per camping ongeveer 1-4 arbeidsplaatsen.

Het werkgelegenheidseffect wordt geschat op maximaal 20.

De ligging aan de Elfstedenroute heeft ook als voordeel dat er een netwerk van campings kan ontstaan, die de

aantrekkelijkheid van een tocht zal bevorderen.

Daarnaast zijn er extra bestedingen aan andere regionale bedrijven te verwachten.

Gebruik van de rust en ruimte is mogelijk.

Kleine campings zijn goed inpasbaar in het

landschap.

Volgens Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd (NRIT, 2006) gaat de groeiende groep 50-plussers vaker op vakantie, is er een groeiende vraag naar comfort en luxe en is er groeiende belangstelling voor onthaasting en aandacht voor gezin, gezondheid en omgeving. De binnenlandse vakantiebestedingen worden echter onder druk gezet door lowcostcarriers (NRIT, 2006) en de campings spelen niet in op de groeiende vraag naar comfort en luxe.

Score 1 Score 4 Score 3 Score 5 Score 1

(22)

20.Bio-energie opwekking (landbouw)

De opwekking van bio-energie kan op verschillende manieren plaatsvinden. Mestvergisting is hier één van. Volgens Kool (2005) biedt mestvergisting alleen voor echt grote bedrijven financiële kansen. Een bedrijf moet over minimaal 150 melkkoeien beschikken om rendabel te zijn. In de Friese Bouwstreek waren er in 2005, 531

melkveebedrijven (CBS, 2005). Omdat bij het CBS niet bekend is hoeveel bedrijven meer dan 150 melkkoeien hebben, is gebruik gemaakt van het aantal bedrijven met meer dan 150 stuks rundvee (ook kalfkoeien, stieren, jongvee, vleeskalveren en ander vleesvee, zoogkoeien en weidekoeien). In totaal waren er in 2005, 200 bedrijven met meer dan 150 stuks rundvee in de Friese Bouwstreek (CBS, 2005). Ervan uitgaan dat de helft van deze bedrijven de mogelijkheid heeft om een mestvergister op het bedrijf te plaatsen, komt dit neer op 100 mestvergistingsintallaties.

Regionaal

werkgelegenheidseffect

Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

Een vergisting installaties neemt ongeveer 2 uur per dag aan arbeid in beslag, dus 0,25 arbeidsplaats per installatie.

Met de aanname dat de installatie financieel uit kan (inclusief het terugverdienen van de arbeidskosten) dan zorgen 100 installaties voor het behoud van ongeveer 25 arbeidsplaatsen.

Er zou mogelijk gebruik gemaakt kunnen worden van de aanwezige kennis van de bedrijven in de Friese Bouwstreek die al een installatie hebben.

Daarnaast zou er mogelijk mest van andere bedrijven aangevoerd kunnen worden en zouden aanwezige bedrijven in de bouw- en metaalsector een rol kunnen spelen.

Geen Een installatie

zorgt voor enige aantasting van het landschap.

De toekomstige vraag naar bio-energie hangt volgens SenterNovem af van het CO2- en duurzame energiebeleid. Het ministerie van VROM (2007) streeft ernaar om het aandeel duurzame energie van 2,4% (in 2005) naar 20% in 2020 te verhogen. Op welke manier deze energie geproduceerd wordt hangt af van veel factoren. Volgens SenterNovem (2006) lijken de kansen voor ‘groene benzine’ gunstiger dan groene elektriciteit. Omdat er bij de transitie van warmte naar elektriciteit veel energie verloren gaat, is het directe gebruik van de warmte dat vrijkomt uit de mestvergistingsinstallaties kansrijker. De warmte zou

bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden bij de viskweek of

ethanolproductie. Deze bedrijvigheid is echter (nog) niet in de Friese Bouwstreek aanwezig. De toekomstige vraag (in de Friese Bouwstreek) is daarom nog wel onzeker, maar zal waarschijnlijk wel groeien.

Score 2 Score 2 Score 0 Score 3 Score 3

21.Informatie- en innovatiecentrum glastuinbouw (kennis en onderwijs)

Een informatiecentrum zou gebouwd kunnen worden in de buurt van Berlikum of Sexbierum en heeft als doel nieuwe innovatieve concepten binnen de glastuinbouw te testen en te ontwikkelen, maar ook geïnteresseerden voor te lichten over de productie binnen de glastuinbouw.

Regionaal

werkgelegenheidseffect

Clustereffect Gebruik

ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

Het aantal arbeidsplaatsen wordt geschat op maximaal 20

Het agglomeratie-effect is groot, omdat de samenwerking en kennisoverdracht

makkelijker kan plaatsvinden.

Geen Afhankelijk van

het gebouw is enige aantasting mogelijk.

Volgens Fortuin e.a. (2004) is er in Noord-Nederland de laatste jaren een daling van bezoekersaantallen en is er een dalende interesse bij natuur en leer/doe attracties. De zoektocht naar innovatieve concepten neemt echter wel toe, zoals de Waddenkas, de drijvende kas e.d.

Score 1 Score 4 Score 0 Score 3 Score 3

(23)

22.Speeltuin veerhaven Harlingen/Holwerd (recreatie en toerisme)

Per jaar maken ongeveer 600.000 mensen gebruik van de veerdienst in Harlingen (gemeente Harlingen, jaartal onbekend). Ameland had in 2006 ongeveer 500.000 bezoekers (gemeente Ameland). Beide veerhavens zouden gebruik kunnen maken van dit hoge aantal bezoekers. Er kan bijvoorbeeld een speeltuin aangelegd worden in de nabijheid van de veerhavens. In de tijd tussen aankomst en vertrek kunnen mensen rustig iets drinken en hebben kinderen de mogelijkheid om te spelen.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap Toekomstige marktontwikkeling

Het aantal arbeidsplaatsen voor een speeltuin met horecafaciliteiten wordt geschat op 21 - 50.

Geen Geen Een speeltuin kan zorgen voor

aantasting van het landschap, maar is waarschijnlijk niet groot wanneer het in of aan de plaatsen aangelegd wordt.

Het is niet bekend wat de huidige vraag van de passagiers is betreft een speeltuin of

horecagelegenheid. Maar gezien het hoge aantal passagiers is er een behoorlijke marktvraag te verwachten.

Score 2 Score 1 Score 0 Score 3 Score 4

23.Biotechnologisch centrum (kennis en onderwijs)

Een biotechnologisch centrum die gericht is op het ontwikkelen van elitemateriaal voor energiegewassen, veredeling van gewassen (bijvoorbeeld op zouttolerantie), testen van nieuwe vormen van landbouw (bijvoorbeeld de kweek van algen) e.d.. Dit centrum zou aansluiting kunnen krijgen bij de proefboerderij Kollumerwaard.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Het maximum aantal

arbeidsplaatsen wordt geschat op 50.

Aansluiting bij de aanwezige centra in het gebied (zoals de proefboerderij

Kollumerwaard en het HZPC research centrum). Er is geen sprake van een sterkere concentratie van biotechnologische bedrijvigheid in dit gebied ten opzichte van andere regio’s in Nederland.

Geen Afhankelijk van

het gebouw wel enige aantasting mogelijk

Volgens de Trouw is de biotechnologische sector niet winstgevend, maar groeien de omzetcijfers wel. Omdat biotechnologie een kennisintensieve bedrijvigheid is en past in bij de Nederlandse ‘kennisindustrie’ is een verdere groei van deze sector te verwachten.

Score 2 Score 3 Score 0 Score 3 Score 2

(24)

24.Thuisverkoop (landbouw)

Thuisverkoop is de verkoop van land- en tuinbouwproducten vanaf het boerenerf (Schoorlemmer e.a., 2006). Hierbij kan gedacht worden aan de verkoop van kaas, melk, vlees, verse groenten en fruit, brood, jams, stroop, honing, sap en eieren (AgriHolland, 2007). Thuisverkoop is volgens Schoorlemmer e.a. (2006) de meest voorkomende verbredingsactiviteit.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Thuisverkoop betekent een extra

inkomstenbron voor landbouwbedrijven, maar gaat ten koste van de verkoop in supermarkten.

Thuisverkoop is echter per verkocht product wel arbeidsintensiever. Netto zullen er door de thuisverkoop extra arbeidsplaatsen ontstaan, maar dit zullen er niet meer zijn dan 20.

Geen. Omdat er veel kleine kernen in de regio zijn en in sommige kernen een supermarkt ontbreekt, is thuisverkoop voor bepaalde dorpen geschikt.

Geen. Volgens Vrienden van het Platteland (2007) neemt de vraag naar streekproducten toe. Voor de thuisverkoop biedt dit kansen. Volgens Schoorlemmer e.a. (2006) is de potentiële markt van streekproducten groot. De omzet zou tot 2015 verviervoudigd kunnen worden, maar dan is opschaling van de markt,

professionalisering en een nieuw afzetconcept wel nodig.

Score 1 Score 0 Score 3 Score 5 Score 4

25.Zorg (landbouw)

In de landbouw worden steeds vaker zorgdiensten aangeboden. Het aantal zorgboerderijen is volgens Schoorlemmer e.a. (2006) gestegen van 75 in 1998 tot 432 in 2004. Voor zorg van gehandicapten, ouderen en de geestelijke gezondheidszorg wordt een groei van 1000 zorgboerderijen verwacht. Als ook jeugdzorg, kinderopvang, speciaal

onderwijs, TBS, verslavingszorg en de opvang van dak- en thuislozen in zorgboerderijen terecht kan, is de groeimarkt ongeveer 5000-7000 zorgboerderijen. Ervan uitgaan dat zorgboerderijen evenredig verdeeld zijn over de bevolking en gezien het feit dat in de Friese Bouwstreek ongeveer 0,8% van de totale bevolking woont, is het aantal

potentiële zorgboerderijen voor de Friese Bouwstreek gesteld op 40.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Extra zorgboerderijen heeft niet een groei van het aantal

cliënten tot gevolg. Een zorgboerderij neemt een deel van de taken van andere instellingen over. Er is niet onderzocht of er op het moment voldoende zorginstellingen in de regio aanwezig zijn en of het mogelijk is om cliënten uit een andere regio aan te trekken. Het regionale

werkgelegenheidseffect is wordt geschat op 21 tot 50 extra arbeidsplaatsen.

Het is niet te verwachten dat de cliënten gebruik maken van andere

voorzieningen.

Afhankelijk van de doelgroep is het mogelijk dat de zorgboerderijen gebruik maken van de rust en de ruimte.

Geen Volgens Schoorlemmer e.a. (2006) is er vooral vraag naar extra zorgboerderijen in het westen van Nederland.

Door de vergrijzing neemt echter de vraag naar zorg overal toe.

Score 2 Score 0 Score 3 Score 5 Score 2

(25)

26.Golfbaan met horeca, golfschool en golfwinkel (recreatie en toerisme)

Bij deze ontwikkelingsmogelijkheid wordt uitgegaan van de aanleg van een 18-holes golfbaan van ongeveer 60 hectare met horecagelegenheid, een golfschool en een golfwinkel. De nieuwe golfbaan kan gecombineerd worden met natuurontwikkeling.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik van regionale ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap Toekomstige marktontwikkeling

Uit informatie van de gemeente

Groningen (2006) blijkt dat een golfbaan in Groningen ongeveer 20 structurele arbeidsplaatsen oplevert.

Voor de aanleg zou een regionaal bedrijf betrokken kunnen zijn en de golfbaan zorgt voor versterking van het recreatieve aanbod.

Geen Een golfbaan verandert het beeld van het landschap. Dit kan een aantasting betekenen.

Volgens Rooze (Het Nationaal Groenfonds, 2006) is de maatschappelijke vraag naar golfen groot en neemt het aantal golfers jaarlijks met 20.000 toe.

Score 1 Score 2 Score 0 Score 3 Score 4

27.Indoor skibaan (recreatie en toerisme)

In Friesland en Groningen zijn geen indoor skihallen met 'echte' sneeuw. In Assen en Biddinghuizen zijn wel twee skihallen en daarnaast zijn er op meerdere locaties mogelijkheden voor skiën op een lopende band.

Regionaal

werkgelegenheidseffect

Clustereffect Gebruik ruimtelijke

eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling Het aantal arbeidsplaatsen

wordt geschat op 21 tot 50.

Voor de aanleg zou een regionaal bedrijf

betrokken kunnen zijn. Daarnaast betekent het een versterking van het recreatieve aanbod. Echter een groot deel van de bezoekers zal alleen naar de skihal gaan en geen andere bestedingen doen.

Geen Het gebouw kan

zorgen voor een aantasting van het landschap.

Of de vraag naar een indoor-skihal in Friesland zal groeien is onduidelijk. Een skihal speelt wel in op de vraag naar slechtweerfaciliteiten (Toerdata Noord, 2006)

Score 2 Score 2 Score 0 Score 0 Score 3

28.Bouwmaterialen fabriek (industrie)

Volgens Ecorys (2006) past een fabriek in bouwmaterialen in het huidige cluster van zandbouwmaterialen (zand en grind) in de haven van Harlingen.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap Toekomstige marktontwikkeling Het aantal extra arbeidsplaatsen wordt

geschat op 6 - 20 personen.

Er zijn al bedrijven in deze sector in Harlingen aanwezig. Mogelijkheden voor gebruik van elkaars producten, diensten of kennis is mogelijk.

Geen Een bouwmaterialen

fabriek zorgt voor enige aantasting van het landschap.

De bouwsector ondervindt steeds meer concurrentie uit het buitenland en is dus niet aan te merken als een groeimarkt.

Score 1 Score 4 Score 0 Score 3 Score 1

(26)

29.Windmolenpark aan zee (industrie)

De bouw van 50 wind turbines lans de zeedijk over een afstand van 10 km. Dit voorbeeld is gebaseerd op de twee windmolenparken bij Dronten en Lelystad.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling De werkgelegenheid van het

ontwikkelen van een windmolenpark zit in de bouw, de constructie/ installatie, exploitatie en het onderhoud (Jacobsen, 2004). In de Friese Bouwstreek zijn geen bedrijven gevestigd die gespecialiseerd zijn in één van deze activiteiten. Het regionale werkgelegenheidseffect is afhankelijk van de participatie van lokale bedrijvigheid in het project.

Het aantal extra arbeidsplaatsen wordt geschat op 6-20.

De aansluiting op de economische structuur is matig, aangezien er weinig tot geen bedrijvigheid in de regio aanwezig is die gespecialiseerd is op de bouw of het onderhoud van windmolens. Mogelijk kan de metaalgerelateerde bedrijvigheid wel een rol spelen.

De bouw van een windmolenpark sluit goed aan bij de ruimtelijke eigenschappen. Het weidse landschap en de ligging aan zee zorgt voor gemiddeld veel wind.

De meningen zijn hierover verdeeld.

Maar over het algemeen stuit de bouw van windmolens op veel bezwaren.

De groei van de marktvraag ligt vooral in de ontwikkeling van offshore windmolenparken.

De overheid streeft naar een vermogen van 6000 megawatt aan offshore windmolens in 2020. Het streven naar een vermogen van 1500 megawatt op land is in 2007 al bijna gehaald met 1473 megawatt (Ministerie van VROM, jaartal onbekend). Offshore heeft als voordeel dat er meer wind staat en dat er minder kans is op overlast. Hieruit kan geconcludeerd worden dat slechts een lichte stijging van de marktvraag verwacht kan worden.

Score 1 Score 2 Score 5 Score 0 Score 2

30.Verwerking producten (landbouw)

Er zijn tal van mogelijkheden om agrarische producten te verwerken. Aflopend van het aantal bedrijven in Nederland (Schoorlemmer e.a., 2006) zijn dit vleesverwerking, kaas- en zuivelverwerkers, brood en banket en dranken. Deze producten kunnen vervolgens thuis verkocht worden, aan een supermarkt of aan de tussenhandel. Bij deze ontwikkelingsmogelijkheid wordt uitgegaan van een tiental bedrijven dat eigen producten zal gaan verwerken.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap Toekomstige marktontwikkeling

Het regionale werkgelegenheidseffect is sterk afhankelijk van het soort verwerking. Het aantal extra arbeidsplaatsen wordt geschat op 6 tot maximaal 20.

Geen Geen Afhankelijk van de schaal van de verwerking is enige aantasting van het landschap wel mogelijk

Volgens Vrienden van het Platteland (2007) neemt de vraag naar streekproducten toe.

Voor de thuisverwerking biedt dit kansen.

Score 1 Score 0 Score 0 Score 3 Score 3

(27)

31.Educatie (landbouw)

Bij educatie op landbouwbedrijven kan het gaan om het ontvangen van groepen die geïnteresseerd zijn in het landbouwbedrijf of mensen die speciaal geïnteresseerd zijn in productiemethoden en innovatie. Daarnaast noemt Schoorlemmer e.a. (2006) de educatieboerderijen die een deel van het onderwijsprogramma van lager en middelbaar onderwijs kunnen overnemen. Er is volgens Schoorlemmer e.a. ruimte voor ongeveer 100 educatieboerderijen in Nederland, maar het is moeilijk om dergelijke boerderijen rendabel te maken.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap

Toekomstige marktontwikkeling

Rondleidingen zijn goed inpasbaar in de bestaande bedrijfsvoering en er kan verondersteld worden dat daarbij geen extra personen in dienst zullen worden genomen. Wanneer een deel van het

onderwijsprogramma op een boerderij wordt aangeboden, zullen naar schatting wel 1 of 2 extra arbeidsplaatsen per instelling bijkomen. Het regionale werkgelegenheidseffect wordt geschat op 5 tot 20 extra arbeidsplaatsen.

Afhankelijk van de opzet, zou er mogelijk een versterking van de kennisoverdracht tussen landbouwbedrijven kunnen optreden.

Geen Geen Door de toenemende mogelijkheden van informatie overdracht (bijvoorbeeld via Internet) is niet te verwachten dat er een groeiende vraag is naar educatieve diensten op landbouwbedrijven. Alleen bedrijven die iets speciaals op het bedrijf hebben, zoals een mestvergistingsinstallatie, biologisch teelten of producten verwerken zijn potentiële bedrijven voor educatieve diensten.

Score 1 Score 1 Score 0 Score 5 Score 1

32.Speelboerderij (recreatie en toerisme)

In het zuiden en westen van Nederland zijn meerdere zogenaamde ‘speelboerderijen’ gevestigd. Boerderijen met o.a. buiten en/of binnen speelmogelijkheden, horecagelegenheid en organisatie van kinderfeestjes. In Noord-Friesland zijn er weinig (commerciële) speeltuinen/speelboerderijen. Tussen de Dokkum, Franeker en Leeuwarden zou bijvoorbeeld een speelboerderij ontwikkeld kunnen worden.

Regionaal werkgelegenheidseffect Clustereffect Gebruik ruimtelijke eigenschappen

Aantasting landschap Toekomstige marktontwikkeling

Het aantal arbeidsplaatsen is maximaal 20.

De bezoekers van een dergelijke attractie zullen voornamelijk uit de regio afkomstig en weinig extra

bestedingen doen.

Geen Geen Een speelboerderij zal voornamelijk bezocht worden door de lokale bevolking, omdat een dergelijke attractie in een perifere regio niet zal kunnen concurreren met de al bestaande

speelboerderijen/pretparken of speeltuinen. De vraag vanuit de regio zal waarschijnlijk niet veel groter worden.

Score 1 Score 0 Score 0 Score 5 Score 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanuit ruimtelijk oogpunt (zie de kaart in paragraaf 7.5) valt op dat de meeste ontwikkelingskansen binnen de primaire en secundaire sector geconcentreerd zijn aan de westzijde van

Om dit voor elkaar te krijgen, moet hij precies weten hoe de bacterie werkt (de systeembiolo- gie) en hoe hij dat systeem zo kan (her)ontwer- pen en beïnvloeden dat de bacterie

- Teken op de uitwerkbijlage in één staafdiagram de broedsuccessen voor de jaren 1993 tot en met 1996 van de patrijspopulaties in zowel de projectvelden als de controlevelden.. -

Twee keer per jaar vindt er een bestuurlijk overleg plaats tussen alle portefeuillehouders Wonen over in ieder geval regionale afstemming van beleid, uitvoering en monitoring van

BELEIDSREGELS VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN 2013 AANGEPAST Het college van B&W van de gemeente Uithoorn heeft op 5 december 2012 de beleidsregels voor subsidieaanvragen 2013 aangepast

Deze uitbreiding werd pas in een tweede fase aangelegd, op het moment dat een deel van deze zone reeds gedicht was en het andere deel onder water stond.. Een tweede

De focusgroep adviseert de raden om de RUD te verzoeken om in een nota van maximaal 5 pagina’s aan te geven wat er meerjarig nodig is aan geld en personeel voor een sobere

vaststellen van het GRP de voorwaarde is gesteld dat na een jaar geëvalueerd zou worden of investeringen noodzakelijk zijn en daardoor de rioolheffing zou moeten stijgen.. Uit de