W A A R D E R IN G V A N V A S T E A C T IV A IN D E G E C O N S O L ID E E R D E J A A R R E K E N IN G
door D rs H . C. K ruidenier
D e door de heer O verbeek onder bovenverm elde titel in het A pril num m er van dit M aan d b lad gem aakte opm erkingen over het verschil tus sen de system en welke door U nilever en Koninklijke w orden gevolgd met betrekking tot de w aardering der V a ste A ctiva in de geconsolideerde jaarrekeningen geven aanleiding tot enig n ader com m entaar.
U itg aan d e van het verschil d at b estaat in het door beide M aa tsc h ap pijen in 1953 gevolgde systeem, constateert de heer O verbeek d at het systeem , hetw elk door U nilever in 1953 is verlaten, in hetzelfde ja a r door de Koninklijke is aanvaard, en om gekeerd. D it zou dan inhouden d a t de Koninklijke eerst met ingang van 1953 tot het systeem van w aardering op historische kostprijs zou zijn overgegaan, en in de jaren vóór 1953 niet de kostprijs als basis van de w aardering gebruikte, doch een andere w aardering toepaste, w a arn a door schrijver als conclusie van zijn b e schouw ing w o rd t vermeld d a t ,,wij de nieuw e m ethode van de Koninklijke niet bew onderen’” .
M et enige verw ondering hebben wij het betoog gelezen, om dat hier uit blijkt dat de schrijver geen, of althans onvoldoende, kennis heeft ge nomen van het jaarverslag van de Koninklijke over 1953 en van die over de jaren vóór 1953. Immers bij lezing van de vroegere jaarverslagen blijkt onmiddellijk d a t de Koninklijke zich steeds op de historische kostprijs heeft gebaseerd en dat er geen sprake is van een principiële wijziging in de w aarderingsgrondslag.
In het jaarverslag over 1950 zijn voor het eerst geconsolideerde cijfers van de M aatschappijen der K oninklijke/Shell G roep gepubliceerd en op bladzijde 38 van dit verslag is ten aanzien van de w aardering der vaste eigendom m en vermeld:
,,De sterling-tegenw aarde per 31 D ecem ber 1949 van activa, te boek staan d e in andere m untsoorten dan guldens of sterling, is ontleend aan de kostprijs van de deelnem ing in de betreffende m aat schappijen. Activa, verkregen na 31 Decem ber 1949, zijn uitgedrukt in sterling, in het algem een door om rekening van de in de p laatse lijke m untsoort bestede kostprijs tegen de gem iddelde koers van
1950” .
V rijw el gelijkluidende toelichtingen komen voor in de verslagen over de jaren 1951 (eveneens bladzijde 38) en 1952 (bladzijde 39) en n aar onze mening blijkt hieruit onom stotelijk d at de w aardering der vaste ac tiva in de geconsolideerde jaarcijfers der K oninklijke/Shell G roep steeds heeft plaats gevonden op basis van de historische kostprijs, zij het dan dat de kostprijs in sterling der vóór 31 Decem ber 1949 aangeschafte ac tiva niet w erd vastgesteld door om rekening van de kostprijs in vreem de valuta tegen de w isselkoers in het ja a r van aanschaffing doch door de kostprijs van het aandelenbezit in de betrokken m aatschappij te projec teren op de onderliggende vaste activa dier m aatschappij.
D e redenen w elke leidden tot deze bijzondere wijze van vaststelling van de kostprijs blijken uit het jaarverslag over 1953. H ierin w ordt me degedeeld d a t het, toen in 1950 voor de eerste maal geconsolideerde G roepsoverzichten w erden sam engesteld, niet wel doenlijk bleek de kost prijs in sterling vast te stellen door om rekening tegen de ten tijde van
de aanschaffing geldende wisselkoersen. H et betreft hier enige tientallen m aatschappijen en alle vaste activa dezer m aatschappijen hadden, om dit te bereiken, m oeten w orden gespecificeerd n aa r het jaar van aa n schaffing, terwijl ook de in locale valuta plaats gevonden hebbende a f schrijvingen opnieuw hadden moeten w orden berekend, n.1. in sterling. Deze om vangrijke w erkzaam heden w aren niet uitvoerbaar in de beschik bare tijd, zodat tot het eerder vermelde, eenvoudigere systeem w erd be sloten.
U it het voorgaande moge blijken, dat door de Koninklijke in 1953 geen principiële w ijziging is aangebracht in het gevolgde systeem , terwijl ook nauw elijks van een verfijning kan w orden gesproken. H e t reeds bij de eerste sam enstelling van de gepubliceerde geconsolideerde cijfers a a n genom en systeem geldt nog steeds, zij het dan dat een vereenvoudiging welke uit utiliteitsoverw egingen w as aan g eb rach t than s door het w eg vallen van de reden hiertoe ongedaan is gem aakt.
D oor de heer O verbeek is voorts gereleveerd dat, als gevolg van een en and er de aanschaffingsw aarde der vaste activa per 1 Januari 1953 met ruim £ 85.000.000.'—.-—■ is verlaagd. H e t verm elden van dit cijfer is te eenzijdig en o.i. had hierbij dienen te w orden verm eld d at het totaal bedrag der afschrijvingen als gevolg van dezelfde om standigheid met £ 81.000.000 is verm inderd (zie bladzijde 53 van het jaarverslag over 1953) w aardoor de invloed op de verm ogenspositie van de G roep (n a melijk een verm indering met circa £ 4.300.000) juister w ordt w eerge geven. T evens komt dan n aa r voren dat de relatieve betekenis van de ongedaan gem aakte vereenvoudiging slechts een geringe is geweest.
In het voorgaande is slechts gepoogd een m isvatting om trent de feite lijke om standigheden weg te nemen. E en beschouw ing van de voor- en nadelen der mogelijke w aarderingsssytem en valt buiten onze opzet en is derhalve achterw ege gebleven, terw ijl ook de opm erkingen van de heer O verbeek inzake de positie der betrokken accountants buiten beschou wing zijn gebleven. D it betekent evenwel niet d at wij het met hem eens zijn. Integendeel!
N A S C H R IF T van A . R . O verbeek
U it de reactie van de heer K ruidenier, hierboven afgedrukt, blijkt, dat mijn beschouw ing in het A prilnum m er tot m isverstand aanleiding heeft kunnen geven. W e llich t is niet in voldoende m ate tot uitdrukking ge komen. dat de door mij gesignaleerde tegengestelde tendenz, slechts betrekking had op de wijze van herleiding van vreem de valuta bij de consolidatie van vaste activa. G eenszins is door mij gesteld, d at de Ko ninklijke zich tevoren niet op de historische kostprijs baseerde (zie p. 172, voorlaatste alinea:
,,M en w enst blijkbaar vast te honden aan de historische kostprijs als grondslag voor de w aardering en beschouw t de aangebrachte wijziging als een noodzakelijke correctie in d at v erb an d .”
, O verigens heb ik er gaarne kennis van genom en, dat, n aa r de mening van de heer K ruidenier, de Koninklijke geen principiële wijziging in haar systeem van w aardering heeft aangebracht en ik kan het met hem eens zijn, d at in d at geval aan de door de Koninklijke in 1953 doorgevoerde veranderingen geen overdreven betekenis moet w orden toegekend.