• No results found

Rapportage Uitwisseling Meetgegevens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rapportage Uitwisseling Meetgegevens"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapportage

(2)

Inhoudsopgave

1. SAMENVATTING...3

1.1. Inleiding...3

1.2. Oplossingen voor de in kaart gebrachte problemen...4

2. AANLEIDING VOOR EN AANPAK VAN HET ONDERZOEK...10

3. IN KAART GEBRACHTE PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN...12

3.1. Inleiding...12

3.2. De kwaliteit van de (basis)administratie ...14

3.3. De kwaliteit van de aangeleverde verbruiksgegevens ...17

3.4. De wijze waarop de verbruiksgegevens worden aangeleverd (format) ...19

3.5. De snelheid van aanlevering van verbruiksgegevens (tijdigheid)...20

3.6. De juistheid van switchstanden...23

3.7. Ontbreken historische gegevens...26

3.8. Validatie door leverancier...27

3.9. Interne organisatie en automatisering ...28

(3)

1. SAMENVATTING

1.1. Inleiding

DTe heeft in de periode november 2004 – februari 2005 na klachten van consumenten onderzoek verricht naar de problemen bij het versturen van jaarfacturen aan consumenten. Doel van het onderzoek was het in kaart brengen van de problemen van niet of te laat ontvangen jaarafrekeningen en hoe deze kunnen worden opgelost. In het onderzoek is uitgegaan van de zogenaamde meetketen die begint met data-collectie door het meetbedrijf en via tussenkomst van de netbeheerder eindigt met het versturen van een jaarafrekening aan de klant door de leverancier. De partijen in de meetketen zijn derhalve in het onderzoek betrokken.

De leveranciers die in het onderzoek zijn betrokken, hebben de in het navolgende besproken negen

problemen genoemd. Wat tijdens het onderzoek duidelijk werd, is dat de problemen verband houden met de kwaliteit van de administratie van netbeheerders en leveranciers, de kwaliteit van processen en de

uitwisseling van meetgegevens. DTe heeft de problemen onderzocht en oplossingen daarvoor uitgewerkt in 3 categorieën:

1. Wijzigen regelgeving; 2. Verscherpt toezicht;

3. Partijen aan zet, vastgelegd in afspraken van DTe met de sector.

Om niet alleen een kwalitatief maar ook een kwantitatief beeld te krijgen van de meet- en

facturatieproblematiek, is een enquête gestuurd aan alle bij dit onderzoek betrokken netbeheerders en leveranciers1. Uit dit ketenonderzoek blijkt dat het bijna alle bedrijven moeite kost om aan DTe informatie

over de performance van één van hun kernprocessen te verstrekken. De gevraagde gegevens waren vaak lastig te verkrijgen of zelfs niet beschikbaar. Beschikbaarheid van deze gegevens is een voorwaarde voor de besturing van de processen op het gebied van meetgegevens en facturatie. Zolang deze gegevens

(keteninformatie) niet beschikbaar zijn, is de tijdige uitwisseling van meetgegevens voor partijen niet controleerbaar en is een tijdige jaarafrekening van consumenten niet te garanderen.

1.2. Oplossingen voor de in kaart gebrachte problemen

DTe heeft de problemen onderzocht en oplossingen daarvoor uitgewerkt in 3 categorieën: 1. Wijzigen regelgeving

DTe is van mening dat twee van de onderzochte problemen met een wijziging van de Meetcode kunnen worden opgelost.

(4)

Het eerste probleem is dat leveranciers niet weten of de aangeleverde verbruiksgegevens een opgenomen of een berekende stand bevatten en daardoor de kwaliteit van de meetgegevens niet kennen. DTe zal daarom door middel van een codewijziging meetbedrijven c.q. netbeheerders verplichten om met ingang van 1 september 2005 de status van de verbruiksgegevens (‘opname’ of ‘berekening’) door te geven in het berichtenverkeer met de leverancier. Deze informatie moet vervolgens ook worden weergegeven op de jaarfactuur. Op deze wijze wordt de jaarfactuur transparanter voor de consument, hetgeen het aantal vragen en klachten vermindert.

Het tweede probleem is dat leveranciers berichten met verbruiksgegevens te laat ontvangen, waardoor die gegevens niet in de geplande ‘factureringrun’ kunnen worden verwerkt en een run ‘doorschuiven’. Om de tijdige verstrekking van meetgegevens aan de leverancier te bevorderen acht DTe het wenselijk dat meetbedrijven de meetgegevens na validatie, behalve aan de netbeheerder, ook direct aan de leverancier zenden. Aangezien dit in de huidige regelgeving al toegestaan is, kan de sector hier op zeer korte termijn mee beginnen. Om bovenstaande werkwijze afdwingbaar te maken, zal DTe de Meetcode zo wijzigen dat het meetbedrijf verplicht wordt de meetgegevens direct aan de leveranciers te zenden.

Concreet betekent de voorgestelde maatregel dat alle leveranciers uiterlijk op de tiende werkdag van de facturatiemaand kunnen beschikken over de meetgegevens ten behoeve van de facturering van kleinverbruikers.

DTe zal verder de Beleidsregel factureringstermijnen energie zo aanpassen dat de factureringsplicht van de nieuwe leverancier wordt opgeschort indien klant onlangs geswitcht is (< 3 maanden). De leverancier moet evenwel minimaal één jaarfactuur sturen binnen de eerste 14 maanden van het contract. Hierbij sluit hij aan bij de facturatiemaand zoals vastgelegd in het aansluitregister: het ritme waar de klant mee bekend is. Zo worden de administratieve lasten voor de leveranciers beperkt.

2. Verscherpt toezicht

De tweede categorie oplossingen betreft verscherpt toezicht door DTe.

De eerste specifieke regel waarop DTe verscherpt toezicht zal houden is de Beleidsregel

factureringstermijnen energie; het betreft de voorgeschreven termijn van acht weken die bedrijven moeten respecteren om een factuur te sturen. Dit betekent dat de vertraagde facturen die ontstaan als gevolg van validatie door leveranciers en automatiseringsperikelen bij de netbeheerder of de leverancier door DTe niet meer worden geaccepteerd.

Verder zal DTe er actief op toezien dat ook correcties op verbruiksgegevens via het reguliere berichtenverkeer worden verstuurd, aangezien door leveranciers is aangegeven dat netbeheerders correcties op het

berichtenverkeer tot nu toe vaak op een andere manier versturen.

(5)

3. Partijen aan zet, vastgelegd in afspraken van DTe met de sector

DTe heeft zich op het standpunt gesteld dat de oplossingen van een aantal problemen door de bedrijven zelf kunnen en moeten worden opgepakt, uitgewerkt en uitgevoerd. DTe maakt hierover duidelijke afspraken met de sector en zal op de implementatie toezien. Als de afspraken echter niet op korte termijn tot de gewenste resultaten leiden, zal DTe de relevante regels aanpassen en zo e.e.a. verplicht stellen voor de bedrijven. Het gaat in de eerste plaats om het probleem dat historische gegevens ontbreken en er door de leverancier geen jaarafrekening wordt gestuurd. Hierdoor blijft de consument voorschotten betalen. Op enig moment moet er toch een afrekening plaatsvinden, maar met het risico dat de consument ‘veel’ moet bijbetalen of ‘veel te lang te veel’ heeft betaald. DTe spreekt met de sector af dat netbeheerders en leveranciers bilaterale afspraken maken om tot overeenstemming te komen over historische verbruiken, zodat met ingang van 1 juli 2005 achterstallige jaarfacturatie kan plaatsvinden. Op verzoek van de betrokken partijen zal DTe bijdragen aan het oplossen van de onderlinge geschillen.

Het tweede probleem dat door de bedrijven zelf opgelost kan (en moet) worden, is het probleem van de kwaliteit van de basisadministratie. Het meest genoemde probleem voor de vertraagde facturatie aan consumenten is dat het aansluitregister van de netbeheerder niet matcht met het contractregister van de leverancier, waardoor er geen goede gegevensuitwisseling plaatsvindt. DTe heeft met EnergieNed en VOEG afgesproken dat de energiesector op korte termijn een initiatief ontwikkelt om te komen tot een sectorbrede en periodieke registervergelijking. Het streven hierbij is om de verschillen tussen de bestanden slechts te laten bestaan uit een normale werkvoorraad van maximaal een maand. Het percentage verschil dat met een dergelijke werkvoorraad samenhangt, is geschat op maximaal 2%. DTe acht het halen van dit doel per 1 december 2005 realistisch.

Verder is DTe van oordeel dat er een zgn. leveranciersdesk bij iedere netbeheerder c.q. meetbedrijf moet komen, waar leveranciers terecht kunnen met vragen over meetgegevens e.d. Dit bevorderd de communicatie tussen deze marktpartijen en daarmee de doorlooptijd voor het oplossen van geconstateerde problemen. Door de sector zelf zijn ondertussen afspraken gemaakt om indien er in de jaren voorafgaand aan de switch geen meterstand is opgenomen, bij een switch de meterstand fysiek op te nemen. Deze switchstand is de beginstand voor de facturatie door de nieuwe en de eindstand voor de facturatie door de oude leverancier. Deze werkwijze vergroot de zorgvuldigheid en verhoogt de kwaliteit en betrouwbaarheid van het standaard-jaarverbruik en voorkomt grote afwijking tussen de berekende switchstand en de werkelijke stand. DTe ondersteunt deze afspraak.

(6)

Om de kwaliteit van de administratie structureel te verbeteren is het tenslotte wellicht wenselijk om een centraal meetregister, aansluitregister en contractregister te vormen. Deze registers kunnen gekoppeld worden waardoor verschillen op termijn worden uitgesloten. De effectiviteit van een dergelijke maatregel moet nog nader worden onderzocht. Belangrijk aandachtspunt bij een dergelijke centralisering vormt de organisatorische plek waar deze registers worden ondergebracht.

(7)

2. AANLEIDING

VOOR

EN

AANPAK VAN HET ONDERZOEK

DTe heeft in 2004 twintig klachten ontvangen van consumenten over te late jaarafrekeningen of het uitblijven van jaarafrekeningen. In augustus van dat jaar heeft ook de Consumentenbond aan DTe een signaal

afgegeven over problemen bij de facturering aan afnemers. DTe zag daarin voldoende aanleiding om een onderzoek te doen naar de uitwisseling van meetgegevens tussen meetbedrijven, netbeheerders en

leveranciers. Een consument heeft recht op een tijdige en juiste jaarafrekening. DTe komt vanuit haar missie op voor dit consumentenbelang. Bovendien frustreert het niet of te laat ontvangen van een jaarfactuur het vertrouwen van de consument in de werking van de geliberaliseerde markt.

Het doel van het onderzoek was na te gaan hoe het probleem van het niet of te laat ontvangen van jaarafrekeningen kan worden opgelost. Daarnaast is gekeken naar haalbaarheid en impact van de voorgestelde oplossingen.

In het onderzoek zijn zowel de gedragingen van de betrokken bedrijven (houden zij zich aan de geldende regels?) als de processen die betrekking hebben op het uitwisselen van meetgegevens (voldoen die processen?) beoordeeld. In het onderzoek is uitgegaan van de zogenaamde meetketen, die begint met datacollectie door het meetbedrijf en door tussenkomst van de netbeheerder eindigt met het versturen van een jaarafrekening aan de klant door de leverancier.

De aandacht voor meet- en factureringsproblemen is overigens niet nieuw; al enige tijd volgt DTe deze problematiek bij de energiebedrijven. Door DTe is reeds tweemaal, in 2003 en begin 2004, een onderzoek gedaan naar de facturering in de zakelijke markt. De bevindingen en conclusies van die onderzoeken zijn gebruikt om de aanpak en scope van dit onderzoek in de kleinverbruikermarkt te bepalen.

Om niet alleen een kwalitatief maar ook een kwantitatief beeld te krijgen van de meet- en

factureringsproblematiek, is een enquête gestuurd aan alle bij dit onderzoek betrokken netbeheerders en leveranciers. Dat zijn vijf netbeheerders en vijf leveranciers, gezamenlijk representatief voor de markt. Aan de netbeheerders zijn vragen gesteld over het versturen van de jaarlijkse meetdata (aantallen) en aan leveranciers zijn vragen gesteld om de gegevens van die netbeheerders te controleren en om de

factureringsprestaties van de leveranciers zelf te beoordelen.

Uit dit ketenonderzoek’ blijkt dat het netbeheerders moeite kost om aan DTe informatie over de performance van één van hun kernprocessen te verstrekken. De gevraagde gegevens waren vaak lastig te verkrijgen of zelfs niet beschikbaar. Leveranciers hebben uitsluitend informatie kunnen opleveren vanuit hun financiële

(8)
(9)

3.

IN KAART GEBRACHTE PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN

3.1. Inleiding

DTe heeft bij vijf leveranciers een bedrijfsbezoek afgelegd om problemen met betrekking tot het niet tijdig versturen van jaarfacturen aan consumenten te inventariseren. De door leveranciers genoemde oorzaken van te late jaarfacturatie zijn:

1. De kwaliteit van de (basis)administratie;

2. De kwaliteit van de aangeleverde verbruiksgegevens;

3. De wijze waarop de verbruiksgegevens worden aangeleverd (format); 4. De snelheid van aanlevering van verbruiksgegevens (tijdigheid).

Deze oorzaken komen overeen met de oorzaken die naar voren zijn gekomen in eerdere DTe-onderzoeken (o.a. het onderzoek inventarisatie achterstanden jaarfacturatie van februari 2004).

Andere oorzaken die door leveranciers genoemd zijn: 5. De juistheid van switchstanden;

6. Ontbreken historische gegevens; 7. Validatie door leveranciers;

8. Automatisering bij de netbeheerder of de leverancier; 9. Aansluitende verbruiksperiode.

De genoemde oorzaken worden hierna toegelicht. Uit de bedrijfsbezoeken bij leveranciers kwam overigens naar voren dat leveranciers verschillende oorzaken noemen voor het niet tijdig versturen van jaarfacturen aan consumenten. Leveranciers gaan ook verschillend om met het ontbreken van meetgegevens.

Tijdens het onderzoek is aan de bedrijven ook gevraagd mogelijke oplossingen te geven voor de genoemde problemen. De aangedragen oplossingen zijn waar mogelijk – al dan niet in aangepaste vorm –

overgenomen.

Uit de genoemde problemen blijkt duidelijk het belang van de kwaliteit en uitwisseling van meetgegevens in de keten. Op de volgende pagina is de “ meetketen” voor de jaarfacturatie weergegeven met daarin de belangrijkste spelers en hun administratie.

(10)

Figuur 3.1: Meetketen bij jaarfacturatie

3.2. De kwaliteit van de (basis)administratie

Het meet-, aansluit- en contractregister vormen samen de basisadministratie. Voor een adequate

jaarfacturering is het van belang dat de registers door de hele keten op juiste wijze zijn ingevuld en dat de gegevens tijdig op elkaar worden afgestemd en uitgewisseld.

Een belangrijke oorzaak voor te late jaarfacturatie aan consumenten is dat er een mismatch is tussen het aansluitregister (AR) van de netbeheerder en het contractregister van de leverancier. De netbeheerder stuurt, op grond van de in het AR vastgelegde (onjuiste) gegevens, berichten met meetgegevens aan de ‘verkeerde’ leverancier. Deze oorzaak is het meest genoemd door leveranciers en wordt door netbeheerders onderkend. De grote drie energieconcerns hebben enige tijd geleden het probleem onderkend en zijn gestart met een opschoon actie: “ datastorm” . Deze actie maakt het mogelijk dat periodiek gegevens uit het AR worden vergeleken met contractregisters van leveranciers. Datastorm lijkt de gewenste resultaten op te leveren, maar dit blijft vooralsnog beperkt tot partijen die meedoen.

Voorgestelde oplossing: sectorbrede periodieke registervergelijking

DTe heeft met EnergieNed en VOEG afgesproken dat de energiesector op korte termijn een initiatief ontwikkelt om te komen tot een sectorbrede periodiek registervergelijking.

Deze registervergelijking zal bij voorkeur maandelijks moeten plaatsvinden. Maandelijkse registervergelijking leidt tot registers van betere kwaliteit en voorkomt fouten in allerlei processen, waaronder jaarfacturatie. Het streven hierbij is om de verschillen tussen de bestanden slechts te laten bestaan uit een normale werkvoorraad van maximaal een maand. Geconstateerde problemen moeten daarom ook binnen één maand worden opgelost door de aangewezen partij.

Het percentage verschil dat met een dergelijke werkvoorraad samenhangt, is geschat op maximaal 2%. DTe acht het halen van dit doel per 1 december 2005 realistisch.

Meetbedrijf Netbeheerder Leverancier

(11)

Voorts is uit het onderzoek gebleken dat netbeheerders lastig te bereiken zijn voor leveranciers als er zich problemen in de uitwisseling van meetgegevens hebben voorgedaan. DTe stelt daarom voor dat er een zgn. leveranciersdesk komt bij iedere netbeheerder waar leveranciers terecht kunnen met vragen e.d. over meetgegevens.

Voorgestelde oplossing: verbetering communicatie netbeheerders - leveranciers

Om de communicatie tussen netbeheerders en leveranciers te bevorderen stelt DTe voor dat er een zgn. leveranciersdesk komt bij iedere netbeheerder waar leveranciers terecht kunnen met vragen over meetgegevens.

Om de kwaliteit van de administratie structureel te verbeteren is het wellicht wenselijk om een centraal meetregister, aansluitregister en contractregister te vormen. Deze registers kunnen gekoppeld worden waardoor verschillen op termijn worden uitgesloten. De effectiviteit van een dergelijke maatregel moet nog nader worden onderzocht. Belangrijk aandachtspunt bij een dergelijke centralisering vormt de

organisatorische plek waar deze registers worden ondergebracht. Voorgestelde oplossing: centrale registers

Om de kwaliteit van de administratie structureel te verbeteren kan overwogen worden een centraal meetregister, aansluitregister en contractregister te vormen.

3.3. De kwaliteit van de aangeleverde verbruiksgegevens

Netbeheerders zijn verplicht om jaarlijks de meetgegevens te verstrekken aan leveranciers ten behoeve van het opmaken van de jaarfactuur. In de Meetcode2 is vastgelegd dat meetbedrijven één keer per drie jaar

verplicht zijn tot een fysieke opname. Volgens leveranciers wordt er echter nog ‘te veel’ gewerkt met berekeningen (‘schattingen’) in plaats van opgenomen standen. Door opeenvolgende

berekeningen/ schattingen te hanteren wordt de kans op een afwijking ten opzichte van het werkelijke verbruik vergroot. Hiermee samen hangt de onduidelijkheid voor de leverancier of het meetbericht een berekende of een opgenomen stand bevat.

Uit de bedrijfsbezoeken bij netbeheerders blijkt dat de verhouding opgenomen standen/ berekeningen sterk verschilt. Het percentage opgenomen standen varieert van 80% tot 98%. Er is één netbeheerder waar dit percentage voor een deel van de netregio’s nog onder de 25% ligt. Onder opgenomen stand wordt overigens niet alleen een door een meteropnemer opgenomen stand verstaan, maar ook een stand die van de

aangeslotene zelf (via de meterstandenkaart, internet of telefonisch) is ontvangen.

Een andere klacht gaat over “ nulverbruiken” . Dit betreft een bijzondere situatie en hangt nauw samen met systeemtechnische beperkingen van SAP. Indien de laatste tellerstand lager is dan de voorlaatste tellerstand ontstaat negatief verbruik; SAP kan hiermee niet omgaan en dan wordt door het systeem een nulverbruik

(12)

ingevuld. Deze situatie doet zich voor daar waar een opgenomen stand volgt op een berekende stand: als de opgenomen stand lager is ontstaat negatief verbruik.

Een andere reden voor negatief verbruik is teruglevering aan het net. Voor de leverancier is zo’n bericht zonder toelichting van de netbeheerder niet zondermeer bruikbaar.

Voorgestelde oplossing: uitbreiden van het bericht

DTe zal door middel van wijziging van de Meetcode meetbedrijven c.q. netbeheerders verplichten om de status van de meetgegevens (‘opname’ of ‘berekening’) door te geven.

Deze informatie moet verplicht worden meegezonden en verplicht worden weergegeven op de jaarfactuur. Op deze wijze wordt de jaarfactuur transparanter voor de consument, hetgeen het aantal vragen en klachten vermindert. Het effect van de voorgestelde oplossing is een toename van de transparantie naar de leverancier en aan de klant. Eventueel worden na de evaluatie van het project DUIN3 hierover nadere, bindende

afspraken gemaakt met leveranciers.

Het Energy Clearing House (ECH), de centrale dienstverlener in het berichtenverkeer en TenneT faciliteren momenteel de berichtenuitwisseling en het format van de berichten zelf. ECH heeft de mogelijkheid van het noodzakelijke extra veld begin juni 2005 operationeel. Ook TenneT geeft aan dat dit snel kan worden geïmplementeerd. Een enkele netbeheerder en leverancier werkt hier nu al mee. Andere geven aan dat hiervoor een aanpassing van hun systeem noodzakelijk is.

De uitbreiding kan op korte termijn operationeel zijn. Een aantal deelnemers aan het berichtenverkeer moet haar systeem nog wel aanpassen. DTe acht het wenselijk dat in ieder geval netbeheerders het bericht per 1 september 2005 standaard doorgeven en zal, na wijziging van de Meetcode op dit punt, hierop toezien.

3.4. De wijze waarop de verbruiksgegevens worden aangeleverd (format)

Als volgende oorzaak voor te late facturatie aan de consument is genoemd dat verbruiksgegevens niet zodanig worden aangeleverd dat de leverancier de gegevens eenvoudig kan verwerken en kan omzetten tot een factuur. DTe heeft vastgesteld dat deze oorzaak in het verleden inderdaad van invloed is geweest op te late jaarfacturatie. Er is bijvoorbeeld door netbeheerders gewerkt met Excel bestanden met

verbruiksgegevens, die niet geautomatiseerd verwerkt konden worden door de leverancier. Momenteel komt dat niet meer voor en conformeren alle partijen zich aan de conform de Meetcode afgesproken formats. Wel heeft DTe geconstateerd dat correcties op het berichtenverkeer vaak nog wel buiten het reguliere berichtenverkeer om worden verzonden, dus bijvoorbeeld weer met een Excel sheet of een emailbericht. In dat geval moet de leverancier deze gegevens handmatig verwerken waardoor de facturatie verder wordt vertraagd.

Voorgestelde oplossing: extra toezicht op het versturen van correcties op verbruiksgegevens via het reguliere berichtenverkeer

(13)

DTe zal er actief op toezien dat ook correcties op verbruiksgegevens via het reguliere berichtenverkeer worden verstuurd.

3.5. De snelheid van aanlevering van verbruiksgegevens (tijdigheid)

De Meetcode (MC) schrijft voor dat meetbedrijven jaarlijks uiterlijk op de tiende werkdag van de maand genoemd in het aansluitregister meetdata aan de netbeheerder verstrekken (artikel 3.2.3.2. MC). De dataoverdracht van de netbeheerder aan de leverancier dient uiterlijk op de vijftiende werkdag van de maand genoemd in het aansluitregister plaats te vinden (artikel 4.5.1 MC).

Een door leveranciers veelgenoemde reden voor vertraging van de de jaarfacturering, is dat berichten met verbruiksgegevens te laat worden gestuurd, waardoor die gegevens niet in de geplande ‘factureringrun’ kunnen worden verwerkt en een run ‘doorschuiven’. DTe heeft geconstateerd dat er inderdaad berichten ‘te laat’ worden verstuurd, variërend van enkele dagen tot meerdere maanden te laat.

DTe heeft drie ‘soorten’ vertragingen geconstateerd:

1. De netbeheerder neemt een zgn. vertragende verantwoordelijkheid op zich.

In de praktijk vindt in de vijf dagen die een netbeheerder heeft om meetgegevens door te zenden een validatie en/ of plausibiliteitcontrole plaats en als in die periode een bericht uitvalt, is het (te) kort dag om de gegevens te controleren en eventueel te wijzigen.

DTe onderkent toegevoegde waarde van de plausibiliteitcontrole, maar een overschrijding van de MC-termijn als gevolg van eigen validatie of plausibiliteitcontrole is niet acceptabel.

2. Vertraging als gevolg van batchverwerking.

Tweederde van de onderzochte netbeheerders verzamelt eerst alle meetgegevens en wacht tot de 10de werkdag van de facturatiemaand voor de eigen validatie/ plausibiliteitcontrole. Uitval in die

controle dient eerst verwerkt te worden voordat alle berichten met meetgegevens door de

netbeheerder worden doorgezonden naar de leveranciers. Veelal is het moment van verzending van meetgegevens aan de leveranciers afhankelijk gemaakt van de facturatie door de netbeheerder (netbeheerdersmodel). De meetgegevens worden pas tegen of na de 15de werkdag per batch (alle

berichten ineens) verstuurt aan de leveranciers. Eenderde van de onderzochte netbeheerders voert direct na ontvangst van de meetgegevens een controle uit en verstuurt doorlopend meetgegevens. 3. Netbeheerders behandelen niet alle berichten met meetgegevens op dezelfde wijze.

Meetgegevens aan de in de groep verbonden leverancier gaan buiten het centrale berichtenverkeer om. Consequentie van deze werkwijze is dat de eigen leverancier eerder in de tijd toegang heeft tot de meetgegevens dan de overige leveranciers en niet te maken heeft met mogelijke verstoringen in de centrale berichtenuitwisseling. Daarmee heeft de in de groep verbonden leverancier meer tijd voor de verwerking van gegevens.

(14)

Voorgestelde oplossing: verzenden meetgegevens direct vanuit meetbedrijf via het centrale berichtenverkeer

Om de tijdige verstrekking van meetgegevens aan de leverancier te bevorderen zal DTe de Meetcode zo wijzigen dat het meetbedrijf de meetgegevens na validatie, behalve aan de netbeheerder, ook direct aan de leverancier moet zenden.

Aangezien dit in de huidige regelgeving al toegestaan is, kan de sector hier op zeer korte termijn mee beginnen.

Om bovenstaande werkwijze afdwingbaar te maken, zal DTe de Meetcode zo wijzigen dat het meetbedrijf verplicht wordt de meetgegevens direct aan de leveranciers te zenden.

Het effect van de codewijziging is dat er een schakel wordt geschrapt uit de meetketen, waardoor een snellere aanlevering van meetgegevens gerealiseerd wordt en onnodige vertraging en uitval bij de aanlevering van meetgegevens kan worden voorkomen. Concreet betekent de voorgestelde maatregel dat alle leveranciers uiterlijk op de tiende werkdag van de facturatiemaand kunnen beschikken over de meetgegevens ten behoeve van de facturering van kleinverbruikers. Leveranciers kunnen hun klanten dan tijdig factureren.

DTe zal als extra maatregel in de Meetcode de verplichting opnemen dat meetberichten van het meetbedrijf aan de leverancier via het centrale berichtenverkeer worden verstuurd. Dit geldt ook voor meetgegevens bestemd voor de met het meetbedrijf in de groep verbonden leverancier(s). Een uniforme werkwijze voor het verstrekken van verbruiksgegevens bestemd voor de groep verbonden leverancier(s) en voor niet in de groep verbonden leveranciers voorkomt mogelijke bevoordeling door het meetbedrijf van de in de groep verbonden leverancier(s) en is een prikkel voor het meetbedrijf om het proces van het versturen van gegevens via het berichtenverkeer te optimaliseren.

Behalve de codewijzigingen is het derhalve ook nodig dat het doorgeven van meetgegevens door

meetbedrijven aan leveranciers via het centrale berichtenverkeer goed worden ingeregeld. Ook de interne systemen van meetbedrijven (en wellicht netbeheerders en leveranciers) moeten mogelijk worden aangepast. Overigens is gebleken dat sommige leveranciers niet weten welke maand in het aansluitregister is

(15)

3.6. De juistheid van switchstanden

Indien een consument besluit van leverancier te wisselen, moet er een stand komen waarop wordt afgerekend met de oude leverancier. Dit is dan tevens de beginstand voor de nieuwe leverancier. Deze switchstand kan worden geschat of middels een opname (invullen kaartje of anderszins) worden verkregen. Slechts een klein deel van de leveranciers stuurt (tijdig) standen door bij het indienen van een switchverzoek (5 à 10 %) of een verhuisverzoek (ca. 40 %). Wanneer consumenten wel standen hebben doorgegeven aan de leverancier, maar deze standen worden niet doorgegeven aan de netbeheerder of niet geaccepteerd door de netbeheerder wordt de switch-/ verhuisstand berekend. Deze standen wijken per definitie af van de opgegeven standen. Dit leidt tot onbegrip bij de klant en vragen en klachten bij de leverancier en de netbeheerder. In de huidige Switch- en verhuisprocedure is de mogelijkheid van doorgifte van switchstanden door de leverancier nog opgenomen als een ‘kan – bepaling’. In de praktijk wordt slechts bij 5 tot 10 % van de switches een meterstand doorgegeven door de leverancier. De switchstand is de beginstand voor de facturatie van de nieuwe leverancier en de eindstand voor de facturatie van de oude leverancier. Voorgestelde oplossing: fysieke meteropname bij switch bij ontbreken van betrouwbare recente meterstanden

Als oplossingen voor een verbeterde facturatie aan de consument hebben EnergieNed en VOEG het initiatief genomen om bij een switch fysiek de meterstand op te nemen als dit in de jaren voor de switch niet is gebeurd.

De voorgestelde oplossing vergroot de zorgvuldigheid en verhoogt de kwaliteit en betrouwbaarheid van het standaard-jaarverbruik en voorkomt grote afwijking tussen de berekende switchstand en de werkelijke stand. DTe zal het initiatief van de sector om bij een switch fysiek de meterstand op te nemen als dit de jaren voor de switchdatum niet is gebeurd, afwachten. Als dit initiatief echter niet op korte termijn tot de gewenste resultaten leidt, zal DTe de switchprocedure (bijlage Netcode) aanpassen en de meterstand bij de switch verplicht stellen.

Uit het onderzoek van DTe is ook gebleken dat enkele netbeheerders wel bereid zijn om een berekende stand te corrigeren als de klant aannemelijk kan maken dat deze stand niet klopt en dat andere netbeheerders hier niet toe bereid zijn. DTe acht deze ongelijkheid niet in het belang van de afnemer.

Voorgestelde oplossing: sectorafspraak over hoe om te gaan met aantoonbaar fout berekende meterstanden

DTe is van oordeel dat hierover binnen de sector eenduidige afspraken moeten worden gemaakt.

(16)

3.7. Ontbreken historische gegevens

Het ontbreken van historische gegevens is door verschillende leveranciers genoemd als oorzaak voor het uitblijven van facturatie of niet tijdige jaarfacturatie aan consumenten. Hierdoor blijft de consument

voorschotten betalen. Op enig moment moet er toch een afrekening plaatsvinden, maar met het risico dat de consument ‘veel’ moet bijbetalen of ‘veel te lang te veel’ heeft betaald.

Het probleem kent 2 varianten:

1. Leveranciers hebben wel de voor de facturatie benodigde gegevens over het afgelopen jaar (laatste tellerstand, voorlaatste tellerstand en verbruik), maar geen gegevens over één of meer voorgaande jaren. Voor die jaren heeft daardoor nog geen facturatie plaatsgevonden. Een aantal leveranciers houdt daarom ook de jaarfacturering voor het afgelopen jaar tegen.

2. De leverancier heeft wel de laatste tellerstand ontvangen, maar niet de voorlaatste tellerstand en/ of het verbruik. Om een afwijking met het verbruik zoals gefactureerd door de netbeheerder te

voorkomen, wachten sommige leveranciers met de facturering aan hun klanten tot zij een (definitief) verbruik hebben ontvangen van de netbeheerder (dit speelt alleen in het geval er wordt gefactureerd volgens het netbeheerdersmodel).

Verschillende netbeheerders erkennen dat door allerlei oorzaken historische gegevens ontbreken. Vaak zijn die gegevens niet of slechts met zeer veel inspanning te achterhalen.

Voorgestelde oplossing: bilaterale afspraken en bemiddeling

Bij het ontbreken van meetgegevens over één of meer jaren in het verleden moeten de partijen die het betreft, bilaterale, individuele afspraken maken om tot overeenstemming te komen over verbruiken, zodat

achterstallige jaarfacturatie en opvolgende jaarfacturatie kan plaatsvinden.

Op verzoek van betrokken partijen zal DTe vanuit haar missie bijdragen aan het oplossen van de onderlinge geschillen.

DTe beseft dat deze actie de nodige capaciteit vergt van de betrokken bedrijven. Het effect evenwel is dat achterstanden in de facturatie weggewerkt worden. DTe gaat ervan uit dat het maken van onderlinge afspraken over ontbrekende standen uiterlijk 1 juli 2005 afgerond is.

3.8. Validatie door leverancier

Enkele leveranciers hebben aangegeven na hun eigen plausibiliteitcontrole berichten met meetgegevens van netbeheerders af te wijzen. Dat leidt tot uitval en vertraging in jaarfacturatie aan de klant.

Als de validatie/ plausibiliteitcontrole door de leverancier zelf de reden is om geen jaarfactuur te sturen, is dat voor DTe onacceptabel. Immers de Meetcode schrijft voor dat alleen het meetbedrijf standen valideert. De Beleidsregel factureringstermijnen energie4 stelt dat een redelijke termijn voor een afrekening na de

afrekenmaand ten hoogste acht weken bedraagt. DTe zal hier actief toezicht op houden.

(17)

3.9. Interne organisatie en automatisering

Sommige leveranciers hebben erkend dat zij wel berichten met meetgegevens van netbeheerders hebben ontvangen, maar dat er als gevolg van hun eigen, interne organisatie en dan met name

automatiseringsperikelen, geen jaarfacturen naar de consument zijn gestuurd. Dit is voor DTe onacceptabel en DTe zal hier actief toezicht op houden.

Daar waar DTe tijdens het onderzoek significante overtredingen van de Meetcode door netbeheerders heeft geconstateerd, zijn passende maatregelen genomen.

3.10. Aansluitende verbruiksperiode

Leveranciers ondervinden problemen omdat de huidige verbruiksperiode niet altijd aansluit op de vorige verbruiksperiode, of niet aansluit op de startdatum of de einddatum van het contract. Hoewel wettelijk is bepaald dat de stand van de netbeheerder gebruikt moet worden, voelen leveranciers zich genoodzaakt om een eigen validatie/ plausibiliteitcontrole te doen. De leverancier controleert de opgegeven standen van de netbeheerder of wijst de ‘afwijkende standen’ af (doet er niets mee). Dit vertraagt of belemmert de facturatie aan de consument.

Omdat in het onderzoek gebleken is dat verschillende leveranciers verschillende termijnen aanhouden, stelt DTe voor een nieuwe regel te introduceren voor dit soort gevallen.

Voorgestelde oplossing: de maand van het aansluitregister leidend

DTe zal de Beleidsregel factureringstermijnen energie zo aanpassen dat de factureringsplicht van de nieuwe leverancier wordt opgeschort indien de klant onlangs is geswitcht (< 3 maanden).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In geval van schending van enige wet- of regelgeving, waarvan de bezoeker wordt verdacht en waarvoor de autoriteiten persoonsgegevens nodig hebben die de beheerder heeft

Wij verwerken technische gegevens die nodig zijn om onze dienstverlening te kunnen bieden zodat u en uw organisatie gebruik kan (blijven) maken van de technologie die onderdeel

In het kader van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit betekent dit dat andere afdelingen binnen de gemeente, of andere gemeenten, een verzoek kunnen doen

Indien een dergelijke overdracht naar externe verwerkers plaatsvindt, zullen wij ervoor zorgen dat er passende waarborgen zijn om de veiligheid en integriteit van

Ons advies is om zeker geen Label-B pomp meer te laten installeren: deze mogen al vanaf 2013 niet meer geïnstalleerd worden.. Pas dan op dat de juiste verdeler

Ik onderzoek welke interventies ik als leerkracht kan hanteren bij jonge kinderen (4 tot 6 jaar) met faalangst omdat ik wil weten wat de juiste aanpak is als een leerling

Als door Afd.Bestuur Oost-Brabant bericht wordt doorgegeven aan het bestuur dat er voor een gepland lossingstijdstip duiven van deze vereniging ontsnapt zijn,

We verwerken de persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor onze dienstverlening; een deel van deze gegevens is verplicht om gebruik te kunnen maken van onze