• No results found

Volgens de DSM-IV wordt elk type van dementie gekenmerkt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Volgens de DSM-IV wordt elk type van dementie gekenmerkt "

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dementie

(2)

Wat is dementie?

•  Verzamelnaam voor hersenziekten met vaste kern van symptomen

•  Er zijn verschillende vormen van dementie

•  kernsymptomen:

•  geheugenproblemen

•  stoornissen in het denkvermogen

•  verandering van gedrag

•  Stoornissen hangen met elkaar samen

•  Gedragsproblemen

(3)

Wat is dementie ?

•  Afgeleid van Latijnse de-mens = zonder geest zijn, ontgeestelijken

•  Niet alleen achteruitgang verstandelijke vermogens b.v.:

–  incontinentie –  vermagering

–  gevoeligheid voor infecties –  problemen met lopen

–  problemen met kauwen en slikken –  onregelmatig slapen

(4)

Volgens de DSM-IV wordt elk type van dementie gekenmerkt

door de volgende twee stoornissen:

1 Geheugenstoornissen oftewel een

verminderd vermogen nieuwe informatie te leren of zich eerder geleerde informatie te herinneren.

(DSM 4 += Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 4)

(5)

2  Eén (of meer) van de volgende cognitieve stoornissen:

•  Afasie: taalstoornis waarbij een persoon woorden niet goed begrijpt en zich niet goed kan uitdrukken.

•  Apraxie: de persoon heeft moeite handelingen uit te voeren ondanks functionerende spieren.

•  Agnosie: iemand kan geen personen, voorwerpen en geuren herkennen ondanks dat de zintuigen wel nog werken.

•  Stoornis in uitvoerende functies zoals plannen maken, organiseren, opeenvolgend handelen.

(6)

Om de diagnose dementie te stellen moeten:

•  De stoornissen die zijn genoemd bij punt 1 en 2 allebei een duidelijke verslechtering in het sociaal of beroepsmatig functioneren veroorzaken.

•  Dit betekent ook een duidelijke achteruitgang ten opzichte van het vroegere niveau van functioneren.

•  De stoornissen niet uitsluitend voorkomen tijdens het beloop van een delirium.

(7)

Kenmerkende symptomen

Symptomen van de eerste orde

•  Stoornissen in het korte termijn geheugen

•  Stoornissen in het lange termijn geheugen

•  Desoriëntatie in tijd en ruimte

•  Desoriëntatie in persoon

•  Afasie

•  Apraxie

•  Agnosie

(8)

Symptomen van 2de orde

•  Stemmingswisselingen

•  Gedragsverandering

•  Versterking van karaktertrekken

•  Persoonlijkheidsverandering

•  Woede, agressie, angst, apathie, achterdocht

•  Grote verzamelwoede

•  Persevereren

•  Hallucinatie

•  Decorumverlies

(9)

CORTICALE DEMENTIE

De klinische verschijnselen bestaan uit;

progressieve geheugenstoornissen, afasie,

agnosie, apraxie,

gestoorde visueel-ruimtelijke vaardigheden en persoonlijkheidsveranderingen.

(10)

SUBCORTICALE DEMENTIE

De klinische kenmerken van een subcorticale dementie zijn:

•  vertraging van intellectuele functies,

geheugenstoornissen en verandering van het affect.

•  De geheugenstoornissen worden vooral omschreven als ‘vergeetachtigheid’, een

stoornis in het ophalen van reeds verworven informatie.

(11)

SUBCORTICALE DEMENTIE

•  Het betreft geen leerdefect zoals bij corticale dementiën.

•  Stoornissen als afasie, apraxie en agnosie ontbreken bij subcorticale dementie.

(12)

Soorten dementie

•  Ziekte van Alzheimer (60-70%)

•  Frontotemporale dementie (ziekte van Pick)

•  Vasculaire dementie (15%)

•  Lewy Body dementie

Ø  Creutzfelt-Jacob, Parkinson, MS, AIDS, Ø  Mengvormen

Ø  alcoholvergiftiging, medicijnen, ontregelde diabetes, longontsteking,

blaasontsteking, hersenziektes (tumor of CVA, opname in ziekenhuis, verandering van omgeving, verlies partner, institutionalisering)

(13)
(14)

Ziekte van Alzheimer

•  Degeneratieve ziekte die langzaam en geleidelijk hersencellen vernietigt

•  1907: Aloïs Alzheimer beschrijft symptomen en

neuropathologische verschijnselen: voorkomen van plaques en kluwens in hersenen

•  Stoornissen in recente geheugen:

ü  Begin: verstrooidheid, voorwerpen niet terugvinden, vragen herhalen,…

ü  Later: belangrijker zaken vergeten (afspraken, gas niet afzetten,…), eenvoudige handelingen worden moeilijk

(aankleden, telefoneren, deur openen met sleutel, …), problemen met benoemen van voorwerpen en het herkennen van vroeger bekende personen

(15)

Ziekte van Alzheimer

•  Evolueert tot volledige desintegratie van persoonlijkheid

•  Autonoom handelen wordt onmogelijk,

afhankelijkheid van anderen neemt sterk toe

•  Terminale faze: bedlegerig, incontinent, hypertoon

•  Overlijden tgv secundaire oorzaken (slikpneumonie, cachexie, decubitus met veralgemeende infectie,…)

•  Verloop en duur van ziekte is zeer wisselend van persoon tot persoon

(16)

Ziekte van Alzheimer

•  Diagnose

ü  Microscopisch onderzoek na overlijden of van hersenbiopten ü  Veranderingen in hersenen zijn niet specifiek voor AD (ook bij

andere aandoeningen en zelfs bij normale veroudering) ü  Neerslagen van onoplosbare fibrillen: tangles en plaques ü  Verlies van zenuwcellen: verschrompeling van de hersenen

ü  Eerst aangetast: gedeelten van hersenen cruciaal voor geheugen ü  Later aangetast: associatieve velden van hersenschors

ü  Verlies van cellen in hersenkernen die acetylcholine produceren (=neurotransmittor die het geheugen ondersteunt)

(17)
(18)
(19)

Ziekte van Alzheimer

•  Risicofactoren:

ü  Leeftijd: >65j = 5-10%, >85j = 25%

ü  Geslacht: kans op Alzheimer groter bij vrouw

ü  Genetische factoren: kans op alzheimer groter als

familielid met alzheimer, familiale vormen met autosomaal dominante overerving

ü  Andere (ter discussie): schedeltrauma, cardiovasculaire belasting

(20)

Frontotemporale dementie (ziekte van Pick)

•  Kenmerkend zijn de opgezwollen,

ballonvormige zenuwcellen in het voorste deel van de hersenen.

•  Begint op vrij jonge leeftijd 40-50 jaar.

(21)

Frontotemporale dementie symptomen:

•  De eerste verschijnselen uiten zich in

veranderingen in gedrag en persoonlijkheid.

Ook kunnen er lichamelijke stoornissen ontstaan.

•  Geheugen en de oriëntatie blijven in eerste instantie relatief goed functioneren.

(22)

Vasculaire dementie

•  Gelijke symptomen als Alzheimer:

ü  Geheugenverlies

ü  Communicatiemoeilijkheden

ü  Uitgesproken stemmingswisselingen ü  Depressie

ü  Hallucinatie

•  Kenmerkende verschillen:

ü  Een plots begin van dementiesyndroom ü  Een sprongsgewijze achteruitgang

ü  Een onregelmatig verval van het geestelijk vermogen afhankelijk van de plaats waar de infarcten de hersenen beschadigen

(23)

Vasculaire dementie

•  Oorzaak:

ü  Eén of meerdere cerebrovasculair accident(en) (CVA)

Ø  Infarct = bloedvat geraakt afgesloten door trombose of embolie à hersencellen krijgen te weinig zuurstof à

afsterven

Ø  Hersenbloeding

•  Risicofactoren:

ü  hoge bloeddruk ü  hartstoornissen ü  suikerziekte

(24)

Lewy Body dementie

•  wisselende achteruitgang van het geestelijk functioneren

•  verschijnselen die te zien zijn bij mensen met de ziekte van Parkinson, ook wel

Parkinsonisme genoemd, zoals trillen,

stijfheid, langzame beweging, een gebogen houding en een afwijkende manier van

lopen

(25)

Lewy Body dementie

•  In het begin van de ziekte vallen met name aandachtsstoornissen en problemen met

benoemen op.

•  Vroeg in het ziekteproces komen ook

visuele hallucinaties voor. Het geheugen en het uitvoeren van handelingen blijft meestal lange tijd goed.

•  ziekteverschijnselen verschillen per dag,

maken vaak perioden van verwardheid door.

(26)

Creutzfeldt-Jakob

•  Creutzfeldt-Jakob is een ongeneeslijke hersenziekte, waarbij de hersencellen in snel tempo afsterven.

•  Deze hersenaandoening, in feite een zeer snel verlopende vorm van dementie,

wordt veroorzaakt door een eiwit.

Dit eiwit is normaal in het lichaam

aanwezig maar door verandering van vorm veroorzaakt het allerlei

ziekteverschijnselen.

(27)

Parkinson en dementie

•  Naast veranderingen in het bewegen komen depressieve gevoelens voor en kunnen ook veranderingen in het denken optreden. Als deze veranderingen zo ernstig zijn dat ze het dagelijks functioneren belemmeren, spreekt men van dementie. Uit een aantal

onderzoeken komt naar voren dat 35 tot

55% van de mensen die lijden aan de ziekte van Parkinson daarnaast een vorm van

dementie ontwikkelt.

(28)

Het verloop van dementie 1) het voorstadium

•  Vergeetachtigheid

•  Moeilijkheden bij uitvoeren van redelijk ingewikkelde taken (koken, huishoudelijke klussen, feest organiseren)

•  Camouflage-gedrag: moeilijke vragen weglachen, een excuus verzinnen

•  Gevoelens van ontkenning, rouw, verdriet en irritatie

•  Pas dementie als duidelijke stoornissen in sociaal functioneren

•  De persoon merkt het zelf

(29)
(30)

Het verloop van dementie 2) Beginnende dementie

•  Niet meer kunnen zonder steun van anderen

•  Begeleiding voor meeste handelingen in dagelijks leven

•  IADL (Instrumentele Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen)

•  Vergeten is meer regel dan uitzondering

•  Confrontatie met omgeving die “anders” denkt over de realiteit à conflicten (anderen schuldigen)

•  Angstig worden en houvast zoeken (basisveiligheid zoeken in voorwerpen, situaties, personen, rituelen)

•  Het gevoel overheerst verstand à impulsief reageren

(31)

Het verloop van dementie

3) Milde of matige dementie

•  Niet meer kunnen opslaan of onthouden van bepaalde informatie à zich afsluiten van die informatie

•  Apatisch worden, minder activiteiten uit zichzelf uitvoeren

•  Steeds meer zorg nodig

•  Verder teruggaan in zijn herinneringen

•  Bovenkomen van pijnlijke ervaringen

•  Heden en verleden lopen door elkaar

•  Kan zich onmogelijk een beeld vormen van werkelijkheid

•  Omgeving moet in zijn realiteit binnengaan en van daaruit contact zoeken

(32)

Het verloop van dementie

4) Ernstige of diepe dementie

•  Accent ligt op verpleging en verzorging bieden

•  Volledig in zichzelf gekeerd

•  Primaire fysische behoeften: eten, drinken, rust, geborgenheid, warmte en veiligheid

•  In contact komen lukt het best vanuit vervullen van primaire behoeften

•  Tijd geven om aan onze aanwezigheid te wennen

•  Rustige en trage bewegingen zijn essentieel

(33)

Diagnose van dementie

•  Vroege diagnose is belangrijk

•  Onderscheid met normale veroudering niet altijd duidelijk

•  Andere medische en psychologische oorzaken uitsluiten (depressie, acute verwardheid, …)

•  Alzheimer enkel diagnose via biopsie of autopsie

•  Dementie tgv herseninfarcten of infectieziekten kunnen met grote zekerheid vastgesteld worden

(34)

Beleving bij dementerende

ü  Het bedreigde ik:

ü  Zich bedreigd voelen, concentratieproblemen, twijfel aan functioneren, boosheid of woede, camouflagegedrag, verdriet, rouwproces (ontkenning, opstandigheid, verzet, verdriet, schuldgevoelens, zelfverwijt, verwijten aan omgeving), angst, onzekerheid, moeilijk contacten met nieuwe mensen

ü  Het verdwaalde ik:

ü  Toenemende geheugenstoornissen, zijn situatie niet meer kunnen

beschrijven, terugkeren naar verleden, eigen leefwereld, onveiligheidsgevoel, toenemende angst, desoriëntatie in tijd en ruimte, onrustig worden, terug naar huis willen naar de ouders

ü  Het verzonken ik:

ü  Geïsoleerd geraken, verlies van contact met omgeving, volledig in verleden leven, vertrouwde personen worden vreemden, geen reactie op woorden of zinnen, wel nog op niet-verbale communicatie, decorumverlies, seksueel ontremd gedrag, zeer ernstige geheugenstoornissen

(35)

Het aangetaste geheugen

•  Korte termijngeheugen of werkgeheugen:

ü  7 elementen gedurende 30 seconden

•  Lange termijngeheugen (boekenkast)

ü  Het procedureel geheugen: hoe dingen doen

ü  Het episodisch geheugen: meegemaakte gebeurtenissen, opgedane kennis waarbij context belangrijk is

ü  Het semantisch geheugen: kennis over de wereld en de betekenis die je daaraan geeft

(36)

Verstoord geheugen

•  Verstoorde opname van informatie:

•  Verstoorde opslag van informatie

•  Verstoorde verwerking

•  Verstoorde weergave

(37)

Gedragsveranderingen

•  Afhankelijkheid bij het inzicht in de

activiteiten van het dagelijks leven (IADL)

Ø  Boodschappen doen

•  Afhankelijkheid bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL)

Ø  Wassen en aankleden Ø  Incontinentie

Ø  Eten en drinken

(38)

Emotionele veranderingen

•  Gevoelsleven blijft lang intact

Ø  gevoelens van boosheid en verdriet Ø  gevoelens niet goed meer begrijpen

Ø  positieve en negatieve emoties naar boven komen

•  Verzinsels of confabulaties

•  Decorumverlies

(39)

Behandeling van dementie

•  Door medicatie

•  Psychologische behandeling en begeleiding.

(40)

Medicatie

•  Acetylcholine-esterase-remmers, remmen de afbraak van Acetylcholine.

–  (Rivastigmine, Galantamine)

•  NMDA-antagonisten, beïnvloeden de

verstoorde signaaloverdracht in de hersenen door de concentratie van de

neurotransmitter glutamaat te verlagen.

–  (Memantine)

(41)

Medicatie bij

gedragsveranderingen/

probleemgedrag

•  Over het algemeen medicijnen uit de volgende groepen psychofarmaca:

–  Antidepressiva

–  Kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen –  Antipsychotica

–  Anticonvulsiva

(42)

Psychologische behandeling en begeleiding.

•  Psychotherapie

Ondersteuningsgroepen

Realiteitsoriëntatietraining (ROT) Gedragstherapie

Lichamelijke stimulering Muziektherapie

Life review en levensboeken

Geïntegreerde belevingsgerichte benadering

(43)

Psychotherapie

•  Doel is om mensen met beginnende

dementie te helpen bij de verwerking van emoties en bij het aanleren van manieren om met de problemen als gevolg van de dementie om te gaan. Psychotherapie kan individueel, in een groep of samen met de partner plaatsvinden. Er is echter nog

weinig onderzoek naar gedaan.

(44)

Ondersteuningsgroepen

• 

Deze groepen zijn vooral gericht op mensen met beginnende dementie. Belangrijk is de uitwisseling van ervaringen en de

mogelijkheid om gevoelens te uiten. Ook kan er aandacht worden besteed aan het omgaan met geheugenproblemen.

(45)

Realiteitsoriëntatietraining

Bij realititeitsoriëntatietraining (ROT) zorgt men door informatie te geven over de tijd, plaats en persoon waardoor mensen met dementie hun omgeving beter gaan begrijpen. Dit kan

bijvoorbeeld door bewegwijzering, datumklokken, naambordjes en foto's.

Het zou kunnen dat als iemand steeds

geconfronteerd wordt met zijn of haar beperkingen dat deze therapie alleen maar frustraties oproept.

De ROT blijkt een positief effect te hebben op cognitie en geheugen.

(46)

Gedragstherapie

•  Uitgangspunt hier is beloning van gewenst gedrag door iets te geven of te doen wat de persoon met dementie op prijs stelt.

Bijvoorbeeld een drankje, een gesprek, een compliment, muziek beluisteren of buiten gaan wandelen.

Deze aanpak lijkt te werken;

gedragsproblemen en incontinentie nemen af en de mensen met dementie worden

actiever.

(47)

Lichamelijke stimulering

•  Bij deze vorm van therapie wordt gebruikt gemaakt van bewegingsactiviteiten zoals spel en sport en ontspanningsoefeningen.

Mensen met dementie blijven zo lichamelijk actief en hebben contact met anderen. Men reageert vaak met positief gedrag op deze activiteiten. Op de lange termijn zorgt deze therapie voor minder agressie en nachtelijke onrust.

(48)

Muziektherapie

•  Muziektherapie is een behandeling die zich richt op het bereiken van een beter

emotioneel evenwicht. Dit doet men door middel van zelf muziek maken of naar

muziek luisteren. Individueel maar ook voor groepen is deze therapie geschikt. Muziek kan een mogelijkheid tot expressie van

emoties zijn voor mensen die dit niet meer verbaal kunnen.

(49)

Life review en levensboeken

•  Bij deze therapie worden herinneringen uit de levensloop opgehaald. Dit gebeurt vaak met behulp van foto's, filmfragmenten of oude voorwerpen. Een specifieke vorm van life review is het maken van een

levensboek. Hierbij wordt het levensverhaal door middel van foto's en teksten in een

boek weergegeven.

(50)

Geïntegreerde belevingsgerichte benadering

•  Bij belevingsgerichte zorg wordt erkend dat mensen met dementie een eigen

belevingswereld hebben. De bedoeling is hun emotionele en sociale functioneren te verbeteren.

–  Validation

–  Zintuigactivering (snoezelen)

–  Reminiscentie (ophalen van herinneringen)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

22 In zijn commentaar keert het CRPH zich tegen het substituted decision-making regime op grond waarvan vertegenwoordigers van personen met een handicap de beslissingen nemen

varkenshouderij om nog meer onderscheidend te zijn ten opzichte van de reguliere varkenshouderij. De varkenshouders ervaren de biggensterfte, de hoge voerkosten en het gebrek aan

Eind april nam de spruitlengte tijdens de retailsimulatie toe van ongeveer 6 cm (direct na de beworteling) tot 11 à 14 cm na 4 dagen retailsimulatie en tot 26 cm na 10 dagen.

D Negatieve veranderingen in cognities en stemming, gerelateerd aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen), die zijn begonnen of verergerd nadat de psychotraumatische

De vragen en antwoorden van de EdB-diagnoselijst zijn gekoppeld aan de (onderzoeks)criteria van de DSM-IV waardoor een diagnose voor een type eetstoornis gesteld

The influence of work identity related technological change on employees’ level of job stress, the mediating role of perceived identity threat and the.. moderating roles of

Focus Motivate and facilitate innovation in companies, idea management Operation Method Consultancy, (open) innovation services, organization of events, crowd-.

Als gevolg van dit verworven inzicht in deze beide processen, slaap en geheugen, kunnen strategieën worden bedacht om prestaties te optimaliseren door efficiënt gebruik te maken