• No results found

Stadsbus Groep Maastricht NV T.a.v. de heer mr. J. Gielen Postbus 1533

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stadsbus Groep Maastricht NV T.a.v. de heer mr. J. Gielen Postbus 1533 "

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Postbus 16326 Wijnhaven 24 T: [070] 330 33 30 E-mail: info@nmanet.nl

2500 BH Den Haag 2511 GA Den Haag F: [070] 330 33 70 Website: www.nmanet.nl

Aan

Stadsbus Groep Maastricht NV T.a.v. de heer mr. J. Gielen Postbus 1533

6201 BM MAASTRICHT

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

Smi02-0411 200007/ 17.B396

Onderwerp

Herziening oordeel toezicht op naleving artikel 69 Wp 2000 door Stadsbus Groep Maastricht NV

Geachte heer Gielen,

Op 15 oktober 2002 is u een oordeel inzake het toezicht op naleving van het bepaalde in artikel 69 van de Wet personenvervoer 2000 (hierna te noemen: Wp 2000) toegezonden. Voorts is in deze brief verzocht om uw reactie. Bij brief van 24 februari 2003 is aan u meegedeeld dat

waarschijnlijk reden bestaat de conclusie van het oordeel van 15 oktober 2002 te herzien. Bij brief van 17 april 2003 heeft u uw standpunt kenbaar gemaakt.

De beoordeling van een en ander heeft helaas enige vertraging opgelopen, waarvoor ik u mijn verontschuldigingen aanbied. Vervolgens wil ik u omtrent de herziene beoordeling en conclusies als volgt berichten.

I. INLEIDING

In het oordeel van 15 oktober 2002 zijn – kort gezegd – de volgende conclusies getrokken:

x Stadsbus Groep Maastricht N.V. (hierna te noemen: SBM-Groep) is een gemeentelijk vervoerbedrijf als bedoeld in artikel 64, tweede lid, aanhef en onder b tot en met d, Wp 2000; de NMa zal echter geen toezicht houden op naleving van artikel 69 Wp 2000 daar Stadsbus Groep Maastricht N.V. niet actief is als openbaar vervoerder;

x Stadsbus Maastricht B.V. (hierna te noemen: SBM) is een gemeentelijk vervoerbedrijf als

bedoeld in artikel 64, tweede lid, aanhef en onder e, Wp 2000; de NMa zal geen toezicht

houden op de naleving van artikel 69, eerste lid, Wp 2000, maar wel op de naleving van

artikel 69, vijfde lid, Wp 2000.

(2)

2

x Stadsbus Maastricht Participaties (hierna te noemen: SBM Participaties) is geen gemeentelijk vervoerbedrijf in de zin van artikel 64, tweede of derde lid.

De herziene beoordeling heeft ertoe geleid dat de conclusies ten aanzien van SBM Groep en SBM worden gewijzigd. In het navolgende zal worden besproken welke overwegingen aan deze

herziene beoordeling ten grondslag liggen. De conclusie ten aanzien van SBM Participaties blijft ongewijzigd. Hierop zal dan ook niet nader worden ingegaan.

BEOORDELING SBM GROEP

In de eerste plaats dient te worden vastgesteld of SBM Groep een gemeentelijk vervoerbedrijf is in de zin van artikel 64. In de aanhef van artikel 64, tweede lid, wordt bepaald dat een

gemeentelijk vervoerbedrijf in de eerste plaats vervoerder dient te zijn.

Een vervoerder wordt in artikel 1, aanhef en onder k, Wp 2000 gedefinieerd als “ degene die openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer verricht, niet in de hoedanigheid van bestuurder van een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig” . Dit betekent dat een rechtspersoon slechts dan een vervoerder is indien de in artikel 1, aanhef en onder k, genoemde vervoersactiviteiten feitelijk door deze rechtspersoon worden verricht.

Uit de door u op 4 juni 2002 verstrekte informatie blijkt dat SBM Groep slechts activiteiten op het gebied van regie/ leiding van vervoer verricht. Nu SBM Groep geen vervoersactiviteiten verricht is zij geen vervoerder in de zin van artikel 1, aanhef en onder k, Wp 2000 en derhalve geen

gemeentelijk vervoerbedrijf in de zin van artikel 64 Wp 2000.

BEOORDELING SBM

Vervolgens dient te worden beoordeeld of SBM een gemeentelijk vervoerbedrijf is in de zin van artikel 64.

SBM verricht vervoeractiviteiten.

SBM heeft eigen rechtspersoonlijkheid en is dus geen dienst of bedrijf van een gemeente. SBM voldoet derhalve niet aan het gestelde in artikel 64, tweede lid, onderdeel a.

Ten aanzien van het tweede lid, onderdeel b, c en d, van artikel 64 wordt het volgende opgemerkt.

De gemeente Maastricht bezat op 1 januari 1996 meer dan de helft van de aandelen in SBM- Groep, de voormalige gemeentelijke vervoerder. SBM is volledig eigendom van SBM-Groep.

Doordat SBM nauw verbonden is aan SBM-Groep wordt SBM aangemerkt als een gemeentelijk

vervoerbedrijf op grond van artikel 64, lid 2, onderdelen b-d. In een telefoongesprek op 18

(3)

3

november 2003 is deze conclusie besproken met uw heer F. Gerards. De heer Gerards heeft aangegeven dat hij deze conclusie deelt, anders dan in uw brief van 17 april jl. is gesteld (zie hierna).

SBM is geen gemeentelijk vervoerbedrijf op grond van artikel 64, tweede lid, onderdeel e.

Immers, de aandelen van SBM zijn op dit moment in het bezit van de SBM-Groep en SBM-Groep is geen gemeentelijk vervoerbedrijf als bedoeld in artikel 64.

Volledigheidshalve wordt getoetst aan artikel 64, lid 3, nu in de hiervoor genoemde brief van 17 april 2003, is aangegeven dat SBM onder deze bepaling valt. Hiervoor is de navolgende motivering gegeven: “ Pas eind 1996 is Stadsbus Maastricht BV opgericht en werd de

eerdergenoemde Stadsbus Maastricht NV omgevormd tot Stadsbus Groep Maastricht NV. Het openbaarvervoerbedrijf is toen dus “ doorgezakt” . Naar mijn mening maakt dat Stadsbus Maastricht BV een GVB op grond van artikel 64 lid 3 WP 2000. Dit lijkt mij de reden waarom in de Memorie van Toelichting onder 5.4. Maastricht uitdrukkelijk wordt genoemd als GVB. Ook in de toelichting bij art. 64 (toen nog art. 58) wordt Maastricht als voorbeeld genoemd.”

Zoals hiervoor duidelijk is geworden deel ik uw (inmiddels achterhaalde) standpunt niet. Het betreffende artikel 64, lid 3, is eerst later bij amendement toegevoegd. De Memorie van

toelichting bij artikel 64 (toen nog artikel 58) zag enkel op artikel 64, lid 1 en 2. Artikel 64, lid 3, is, gelet op de toelichting bij het amendement, opgenomen tegen de achtergrond van de situatie dat een volledig geprivatiseerd en verzelfstandigd gemeentelijk vervoerbedrijf is opgegaan in een andere vervoerder. SBM kan niet worden gezien als een dergelijke vervoerder ‘waarin een volledig geprivatiseerd en verzelfstandigd gemeentelijk vervoerbedrijf is opgegaan’. Daarenboven zou, ingevolge artikel 64, lid 3, SBM-Groep op 1 januari 1999 nog openbaar vervoer zou hebben moeten verrichten teneinde SBM onder de gvb-definitie van dit artikel te laten vallen. Hiervan is geen sprake geweest. SBM valt derhalve niet onder dit artikellid.

Gelet op het vorenstaande is SBM te beschouwen als een gemeentelijk vervoerbedrijf in de zin van artikel 64, lid 2, onderdelen b-d. Hieruit volgt dat de NMa toezicht zal houden op de naleving van het eerste lid van artikel 69 door SBM. Dit toezicht heeft per direct effect. Op korte termijn zal dan ook nader contact met u worden opgenomen om het vorig jaar aangevangen

informatieonderzoek naar de werkzaamheden van SBM te hervatten. Met behulp van deze

informatie zal vervolgens worden vastgesteld of SBM voldoet aan artikel 69, eerste lid.

(4)

4

Wellicht ten overvloede wordt vermeld dat SBM ook dient te voldoen aan het gestelde in de overige leden van artikel 69 en dat de NMa zal toezien op het opmaken van de verklaring als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel

1

.

Daarnaast zal de NMa toezicht blijven houden op naleving van de Mededingingswet door SBM- Groep.

III. CONCLUSIE

De NMa zal geen toezicht houden op de naleving van artikel 69 Wp2000 door de SBM-Groep.

De NMa zal toezicht houden op de naleving van artikel 69 Wp2000 door SBM.

Ik heb het Ministerie van Verkeer en Waterstaat inmiddels van bovenstaande op de hoogte gesteld.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht u naar aanleiding van deze brief vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met mevrouw mr. G. Mulder (telefoon: 070 – 330 19 78).

Hoogachtend,

w.g. 22 januari 2004

Mr. P. Kalbfleisch

Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

1

Het betreft hier de financiële verhouding tussen SBM en de dochtermaatschappijen van de SBM-Groep (inclusief de

dochtermaatschappijen van SBM-Participaties).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De boete is opgelegd omdat SBM Offshore in de periode tussen maart 2012 en november 2014 viermaal heeft nagelaten om voorwetenschap tijdig openbaar te maken.. De AFM heeft het

Onder vervanging van de punt aan het einde van artikel 7, tweede lid, onderdeel f, door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:a. leden van

In artikel 1b, eerste en tweede lid, wordt telkens “artikel 1a, vierde lid, onderdeel n” vervangen door “artikel 1a, vierde lid, onderdeel m”D. Artikel 1d, eerste lid, onderdeel

Indien de schuldbemiddeling niet heeft geleid tot totstandkoming van een overeenkomst tot schuldregeling met alle bekende schuldeisers, mag geen vergoeding worden bedongen,

De zorgaanbieder stelt de zorgverleners die zorg verlenen aan zijn cliënten, in de gelegenheid invloed uit te oefenen op zijn beleid ter uitvoering van het eerste lid, voor zover

Wanneer een amfetamine-achtige stof wordt gebruikt in combinatie met andere aangewezen stoffen, alcohol of niet aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van

De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft op 3 maart 2011 een anterieure overeenkomst ingevolge artikel 6.24, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro)

[r]