‘Authentic to one’s inner self’
Transgender in het nieuws
Thereza Langeler
2240815
Begeleider: dr. I. M. van den Broek
Tweede lezer: dr. T.A.C. Witschge
Master Mediastudies, programma Journalistiek
15 februari 2017
1
Inhoudsopgave
Inleiding
3
1. Ideologie en discours
1.1.1. Ideologie en gender
9
1.1.2. Kritiek op de traditionele genderideologie
11
1.2.1. Discours: taal als sociale actie
14
1.2.2. Kritische discoursanalyse
16
2. Gender en de media
2.1. Feministische media-analyse en de kritiek op stereotypering
19
2.2. Niet-traditioneel gender in het nieuws
23
3. Celebritynieuws
3.1. Celebrity versus held
28
3.2. Celebritynieuws: haat-liefdeverhouding met een slechte naam
31
4. Methodologie
4.1. Sample en verantwoording
34
4.2.1. Discoursanalyse: drie dimensies, 28 ‘gereedschappen’
36
4.2.2. Operationalisatie
40
5. Analyseresultaten: niet-traditioneel gender
5.1. Taalgebruik: mainstream versus progressief
42
5.2. Authenticiteit en geluk
44
5.3. Lijden
47
5.4. The transgender tipping point?
50
6. Analyseresultaten: een coming-out in het nieuws
6.1. De gendertransitie als metamorfose
53
6.2. Heldendom
55
2
Conclusie
71
Bibliografie
76
Bijlage
Sample New York Times
83
3
Inleiding
Op het internet gaat sinds de zomer van 2016 een grap rond, gestart, zoals de meeste
internetgrappen, op het forum Reddit. De precieze formulering varieert per keer dat de grap
gepost wordt, maar meestal gaat hij ongeveer zo:
How are genders and the Twin Towers alike?
There used to be two and now it’s a really sensitive subject.
Zo politiek incorrect en misschien zelfs bot als de grap is, vat hij een bijzondere
maatschappelijke ontwikkeling samen: gender staat volop in de maatschappelijke aandacht,
de traditionele verhoudingen verschuiven, en wat ooit eenvoudig en vanzelfsprekend leek,
wordt steeds problematischer.
Gender en sekse zijn al jaren een dankbaar onderwerp van discussie. Feministische
emancipatiebewegingen hebben al het nodige bereikt om de ongelijkheid tussen mannen en
vrouwen te verkleinen, en deze ontwikkeling is nog altijd in volle gang. Zo maakte de
Nederlandse minister van Onderwijs begin 2017 bekend extra geld uit te trekken voor de
benoeming van meer vrouwelijke hoogleraren.
1En in steeds meer Europese landen krijgen
mannen (meer) verlof als ze vader worden, zodat zij net zo goed als hun vrouwen de
gelegenheid krijgen om bij hun kind te zijn.
2Ook beledigende en beperkende genderstereotypen worden fel bekritiseerd. Toen
bekend werd dat president Trump van de Verenigde Staten van zijn vrouwelijke medewerkers
eiste dat ze ‘zich kleden als een vrouw’, in jurkjes en op hoge hakken, werd Twitter
ogenblikkelijk overspoeld door foto’s van vrouwelijke topsporters, militairen, brandweerlui,
chirurgen en astronauten, in hun professionele outfits. Het statement was duidelijk: vrouwen
kunnen zijn wat ze willen, en zich kleden zoals ze willen.
3Ook vooroordelen die mannen
schaden, worden steeds vaker aan de kaak gesteld. Zo komt er in de wetenschap en de media
steeds meer aandacht voor mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld, en in het bijzonder
voor de barrière die zij ervaren om hun ervaringen te delen, omdat ze bang zijn als zwak en
onmannelijk te worden gezien.
4
1 Huygen 2017 [online]. Beschikbaar via:
https://www.nrc.nl/nieuws/2017/01/11/snel-honderd-vrouwen-extra-hoogleraar-6161469-a1540712 [Bekeken 8 februari 2017].
2 RTL Nieuws 2016 [online]. Beschikbaar via:
http://www.rtlnieuws.nl/nederland/nederlandse-vaders-hebben-relatief-weinig-vaderschapsverlof”[Bekeken 8 februari 2017].
3 Gerstein 2017 [online]. Beschikbaar via:
https://www.buzzfeed.com/juliegerstein/dress-like-a-woman?utm_term=.xuqboo3vY#.dwMZPPzaR [Bekeken 8 februari 2017].
4 Ongenae 2017 [online.] Beschikbaar via:
4
Maar de laatste jaren is er een andere ontwikkeling gaande, die zich op een dieper
niveau afspeelt dan verzet tegen ongelijkheid of stereotypering, en op die ontwikkeling heeft
de zwarte grap op Reddit het in het bijzonder voorzien. In toenemende mate staan de
relevantie en betekenis van de concepten ‘man’ en ‘vrouw’, ‘gender’ en ‘sekse’ ter discussie.
Eeuwenlang gold het als vanzelfsprekend dat mensen óf man óf vrouw waren, en zich daar
dan ook naar gedroegen; wie afweek, werd bestempeld als freak en kreeg hoongelach, pesterij
of zelfs geweld te verduren.
Nu groeit echter het protest tegen de rigide, binaire genderopvattingen. Mensen met
een niet-traditionele genderidentiteit worden steeds zichtbaarder – en op een steeds
positievere manier. Laverne Cox, die in 2014 als eerste transgender actrice genomineerd
werd voor een Emmy-award voor haar werk in Orange is the New Black (Netflix,
2013-heden), is misschien wel het bekendste voorbeeld. Cox stond in hetzelfde jaar op de cover van
Time, begeleid door de tekst ‘The Transgender Tipping Point: America’s next civil rights
frontier’.
5Haar collega Ruby Rose is ondertussen uit de kast als genderfluid, iemand die zich
geen man of vrouw voelt, maar een combinatie van beide. In haar korte film Break Free
transformeert Rose geleidelijk van keurig opgemaakte, kortgerokte, hooggehakte vrouw tot
angry young man, met slordig zwart piekhaar, een sigaret in de mondhoek en armen vol
tattoo’s. Zo visualiseert ze haar steeds veranderende genderidentiteit. De video werd in een
week tijd vijf miljoen keer bekeken.
6Ondertussen staat de YouTubeteller op ruim 25
miljoen.
7Cox, Rose en andere publieke personen met een niet-traditionele genderidentiteit
worden alom bewonderd en geven anderen de moed om openlijk over hún identiteit te
praten. Er lijkt, kortom, steeds meer acceptatie en waardering te ontstaan voor mensen wier
genderidentiteit anders is dan die van de meeste anderen.
De media spelen een belangrijke rol in het vormen en beïnvloeden van het beeld van
de sociale werkelijkheid.
8Deze invloed geldt ook voor het denken over gender. Hoewel er al
zeer veel is geschreven op het gebied van gender in de media, is tot nog toe weinig onderzoek
verricht naar het beeld van transgenders en andere niet-traditionele genders in de media. In
mijn scriptie wil ik hier daarom dieper op ingaan.
Ik onderzoek hoe in twee veelgelezen Amerikaanse kranten, The New York Times en
The New York Daily News, wordt geschreven over niet-traditionele genderidentiteit. Als
casus gebruik ik de zeer publieke gendertransitie die oud-Olympiër en realityster Caitlyn
5 IMDb [online]. Beschikbaar via: http://www.imdb.com/name/nm1209545/bio [Bekeken 8 februari
2017].
6 Jarvis 2014 [online]. Beschikbaar via:
https://www.theguardian.com/world/2014/jul/25/ruby-rose-video-break-free-gender [Bekeken 9 februari 2017].
7 YouTube [online]. Beschikbaar via: https://www.youtube.com/watch?v=EFjsSSDLl8w [Bekeken 9
februari 2017].
5
(voorheen Bruce) Jenner doormaakte in het voorjaar van 2015. Jenner maakte zelf de
transitie wereldkundig: in een televisie-interview met het nieuwsprogramma 20/20 (ABC)
werd bekend dat Jenner zich van binnen vrouw voelde, en in een interview in het blad Vanity
Fair later dat jaar presenteerde Jenner voor het eerst haar vrouwelijke uiterlijk en voornaam.
De gendertransitie werd in de nieuwsmedia breed uitgemeten, en functioneerde daarnaast als
aanleiding om in meer algemene zin over genderkwesties te publiceren.
De vraag die ik in dit onderzoek stel en beantwoord, valt dan ook in twee delen uiteen.
In het algemeen onderzoek ik welk beeld van transgenders en andere niet-traditionele
genderidentiteiten wordt gegeven in de berichtgeving van de New York Times en New York
Daily News. Daarnaast zal ik specifiek voor Caitlyn Jenner de vraag beantwoorden hoe de
kranten haar gendertransitie weergeven, en welk beeld er van haar als transvrouw geschetst
wordt in het nieuws. Om deze vragen te beantwoorden, voer ik een kritische discoursanalyse
uit van een selectie van artikelen die naar aanleiding van Caitlyn Jenners gendertransitie zijn
gepubliceerd.
Wat is niet-traditioneel gender?
De (academische) aandacht voor het afwijken van traditionele genderidentiteit is een relatief
nieuwe ontwikkeling, die pas serieus begint rond de jaren negentig van de vorige eeuw
9.
Bovendien is het terrein van niet-traditionele genderidentiteiten continu in beweging. Op
blogs en sociale media ontstaan bijna dagelijks nieuwe concepten, ideeën en termen, om met
nóg meer nuance de identiteit en ervaringen te beschrijven van mensen die zich man noch
vrouw voelen.
Beide bovenstaande factoren maken niet-traditioneel gender tot een lastig te
definiëren concept. Ook worden in het alledaagse discours soms woorden door elkaar
gebruikt die in werkelijkheid zeer verschillende concepten en categorieën aanduiden, zoals
transgender en crossdresser, of gender, sekse en geaardheid.
Om onduidelijkheid te voorkomen wordt hier alvast kort benoemd op welke groep dit
onderzoek zich toelegt, en welke groepen buiten beschouwing blijven. In hoofdstuk 1 zal ik
hier uitgebreider op terugkomen. Wat voor nu van belang is, is dat de focus van dit onderzoek
ligt op gender en dus niet op geaardheid; anders gezegd, op ‘who you go to bed as’ in plaats
van ‘who you go to bed with’. Ik onderzoek de mediarepresentatie van mensen die een ander
soort genderidentiteit hebben dan het lichamelijk bepaalde mannelijke of vrouwelijke gender
dat we vanuit de heersende, westerse genderopvattingen gewend zijn.
Mensen die een andere geaardheid hebben dan de heteroseksuele (die bijvoorbeeld
homo-, bi- of aseksueel zijn), vallen derhalve buiten de focus van dit onderzoek. Ook cross
dressers blijven buiten beschouwing; weliswaar presenteren zij zich van tijd tot tijd op een
6
manier die niet bij hun fysieke sekse past, maar ze identificeren zich doorgaans wel met het
gender dat volgt uit hun fysieke sekse en hen bij de geboorte is toegewezen.
De casus: Caitlyn (Bruce) Jenner
Ter afsluiting van deze inleiding introduceer ik de persoon die voor dit onderzoek als
casestudy dient: Caitlyn, voorheen Bruce, Jenner.
Vooraf acht ik het belangrijk om mijn gebruik van persoonlijke voornaamwoorden
met betrekking tot Jenner toe te lichten. Op Jenners eigen verzoek is tot en met het
20/20-interview van 24 april 2015 in de media gebruik gemaakt van de mannelijke persoonlijke
voornaamwoorden ‘he’, ‘him’ en ‘his’. Vanaf de bekendmaking van de nieuwe voornaam
Caitlyn, in het Vanity Fair-interview van 4 juni 2015, wordt ‘she’ en ‘her’ gebruikt. Zelf zal ik
daarom in mijn analyse naar Jenner verwijzen met ‘hij’, ‘hem’ en ‘zijn’ wanneer het gaat over
de periode vóór 4 juni 2015. Daarna, als de naam Bruce is ingewisseld voor Caitlyn, verwijs ik
naar Jenner met ‘zij’ en ‘haar’.
Caitlyn Marie Jenner werd op 28 oktober 1949 geboren als William Bruce Jenner,
zoon van een huisvrouw en een boomverzorger. Ze heeft twee oudere zusters en had een
jongere broer, die niet meer leeft.
10Dyslexie zorgde ervoor dat Jenner als jongetje moeite had met leren en onzeker was,
11maar hij ontdekte in de loop van zijn schooltijd dat hij goed was in sport: hij was snel, deed
aan basketbal en football. Jenner studeerde met een footballbeurs aan Graceland College in
Iowa. Een knieblessure betekende het einde van zijn footballcarrière. Op aanraden van een
universiteitscoach, die dacht dat de tienkamp wel wat voor hem zou zijn, switchte hij daarna
naar atletiek.
12De tienkamp wordt door Buzz Bissinger in Vanity Fair omschreven als ‘the ultimate in
he-man-ism’ en ‘the most grueling event of the Olympics’.
13Inderdaad is het een fysiek en
mentaal zwaar evenement: verspreid over twee dagen moeten deelnemers tien
atletieknummers volbrengen. De eerste dag bestaat uit honderd meter sprint, verspringen,
kogelstoten, hoogspringen en vierhonderd meter sprint. Op de tweede dag vinden de 110
meter hordenlopen, discuswerpen, polsstokhoogspringen, speerwerpen en de vijftienhonderd
meter hardlopen plaats. Bij elk onderdeel kunnen de atleten punten verdienen en degene met
het grootste puntentotaal wint de tienkamp.
14Om te kunnen winnen moet een atleet dus over
een groot uithoudingsvermogen beschikken en trainen op uiteenlopende onderdelen, in
10 Bissinger 2015 [online]. Beschikbaar via:
http://www.vanityfair.com/hollywood/2015/06/caitlyn-jenner-bruce-cover-annie-leibovitz [Bekeken 11 december 2016].
11 Ibid.
12 Jenner 1999: 45.
13 Bissinger 2015 [online]. Beschikbaar via:
http://www.vanityfair.com/hollywood/2015/06/caitlyn-jenner-bruce-cover-annie-leibovitz [Bekeken 11 december 2016].
7
plaats van zich op één onderdeel te kunnen toeleggen. Sinds 1912 krijgt de Olympisch
kampioen tienkamp daarom de symbolische titel ‘World’s Greatest Athlete’.
15Jenner deed voor het eerst mee aan de Olympische Spelen in 1972 en behaalde op weinig
opvallende wijze een tiende plaats. In de jaren die volgden, trainde Jenner acht uur per dag.
Op verschillende atletiektoernooien over de hele wereld won hij prijzen en vestigde hij
records. Op de Olympische Spelen van 1976 behaalde Jenner persoonlijke records op zeven
van de tien nummers en een wereldrecord op de totale tienkamp.
16Zijn overwinning maakte Jenner in één klap tot nationale held, niet alleen omdat hij
een record had gevestigd, maar ook omdat hij – midden in de Koude Oorlog – had weten te
winnen van een regerend kampioen uit de Sovjetunie. Jenner maakte gebruik van die roem
om verscheidene reclamedeals aan te gaan. De meest bekende is ongetwijfeld zijn optreden
als het gezicht van Wheaties, een ontbijtgranenmerk met de slogan ‘The Breakfast of
Champions’ (zie foto). Vanaf de jaren ’50 van de vorige eeuw maakt Wheaties reclame door
endorsements van succesvolle sporters.
17Jenner verscheen in die tijd ook veel op
tijdschriftcovers, bijvoorbeeld die van Playgirl (zie foto).
Ondertussen leidde hij een weinig stabiel privéleven. Hij scheidde in 1981 van zijn eerste
vrouw Chrystie Crownover, met wie hij twee kinderen heeft. Ook zijn daaropvolgende
huwelijk met Linda Thompson liep na twee kinderen op de klippen in 1986. Van 1991 tot en
15 Donovan 2016 [online]. Beschikbaar via:
http://now.howstuffworks.com/2016/08/11/olympic-decathlon-winner-best-athlete-in-world [Bekeken 11 december 2016].
16 Markazi 2015 [online]. Beschikbaar via:
http://www.espn.com/olympics/story/_/id/13346959/bruce-jenner-became-olympic-icon-exactly-39-years-ago [Bekeken 11 december 2016].
17 Wheaties.com 2016 [online]. Beschikbaar via:
8
met 2013 was hij getrouwd met Kris Kardashian. Zij had al vier kinderen uit een eerder
huwelijk en kreeg er met Jenner nog twee.
18In 2007 startte tv-zender E! een realityserie rondom de familie, Keeping Up With The
Kardashians, die nog altijd loopt. De serie is een hit en de familie staat er volop door in de
paparazzi-aandacht. Vooral de dochters en stiefdochters van Jenner lijken zich dat graag te
laten aanleunen, wat hun de twijfelachtige reputatie heeft opgeleverd dat ze moedwillig hun
privéleven opofferen in ruil voor bekendheid, geld en kijkcijfers. Jenner zelf zocht, toen hij
nog aan het programma deelnam, de persaandacht minder op en had doorgaans een
underdog-rol in relatie tot zijn veel dominantere vrouw en (stief)dochters.
19In de loop van 2013 begonnen paparazzi te merken dat Jenners uiterlijk geleidelijk
veranderde. Hij onderging plastische chirurgie, onder andere aan zijn neus. Toen bekend
werd dat hij zijn adamsappel zou willen laten verkleinen, barstte in de roddelpers hevige
speculatie los over de vraag of Jenner misschien transgender was en bezig was een vrouw te
worden.
20Jenner zag van de adamsappeloperatie af, ontkende de geruchten en ging verder
op geen enkele manier op de speculaties in.
Begin 2015 werd bekend dat Jenner een interview zou geven in een speciale
uitzending van het televisieprogramma 20/20 (ABC). Zoals algemeen werd verwacht vertelde
hij tijdens het interview dat hij zich een vrouw voelde, al van jongs af aan. In juni van
datzelfde jaar volgde een lang verhaal in het magazine Vanity Fair, geïllustreerd met foto’s
door Annie Leibowitz. In dat verhaal maakte Jenner bekend voortaan Caitlyn te heten en als
vrouw door het leven te zullen gaan.
21Caitlyn Jenner houdt zich bezig met de emancipatie van LHBT’ers en had haar eigen
docu-serie, I am Cait, die ook door televisiezender E! uitgezonden werd. Na twee seizoenen is
de serie gestopt. Er werd geen expliciete reden voor gegeven, maar waarschijnlijk lag het aan
de snel dalende kijkcijfers.
22
18 Bissinger 2015 [online]. Beschikbaar via:
http://www.vanityfair.com/hollywood/2015/06/caitlyn-jenner-bruce-cover-annie-leibovitz [Bekeken 11 december 2016].
19 Brady 2016: 116.
20 TMZ 2013 [online]. Beschikbaar via:
http://www.tmz.com/2013/12/12/bruce-jenner-adams-apple-nose-job-laryngeal-shave-surgery/ [Bekeken 11 december 2016].
21 Bissinger 2015 [online]. Beschikbaar via:
http://www.vanityfair.com/hollywood/2015/06/caitlyn-jenner-bruce-cover-annie-leibovitz [Bekeken 11 december 2016].
22 Perez Hilton 2016 [online]. Beschikbaar via:
9
Hoofdstuk 1. Ideologie en discours
In dit hoofdstuk licht ik twee theoretische concepten toe die van groot belang zijn voor het
onderzoek naar gender en de weergave daarvan in taal. Ten eerste sta ik stil bij het fenomeen
ideologie, een stelsel van ideeën dat het denken over de sociale werkelijkheid reguleert. Het
westerse denken over gender is namelijk onderhevig aan een bepaalde ideologie, die dicteert
wat mogelijk en acceptabel is en wat niet. Ik zet uiteen welke aspecten van de westerse
genderideologie het belangrijkst zijn voor het huidige onderzoek. Ook bespreek ik de kritiek
op de heersende ideologie en introduceer ik enkele alternatieve zienswijzen.
Ook gaat dit hoofdstuk in op het concept discours, een specifieke opvatting van taal
als sociale actie in plaats van neutrale beschrijving, en op de basisbeginselen van
discoursanalyse. Discoursanalyse is een methode voor kwalitatief tekstonderzoek. Het valt als
zodanig binnen het gebied van de taalkunde, maar heeft ook elementen in zich van sociale
wetenschappen, met name sociologie en antropologie.
Discoursanalyse is geen eenduidige, vastomlijnde methode: ze is eerder een
verzameling min of meer verwante manieren om een tekst te benaderen, die een aantal
basisaannames gemeen hebben, maar onderling ook behoorlijk verschillen.
23In dit hoofdstuk
zal ik ingaan op de theorie, doelstellingen en toepassingen die de methode karakteriseren, in
het bijzonder voor de kritische benadering van discoursanalyse die in dit onderzoek wordt
gevolgd. De precieze operationalisatie van de methode zal uitgebreider worden besproken in
het methodologiehoofdstuk.
1.1.1. Ideologie en gender
Ideologie is een vaak gebruikte term met vele verschillende negatieve en positieve
connotaties en definities. Hieronder zal ik zo helder mogelijk uiteenzetten wat ideologie
inhoudt in de context van dit onderzoek. Daarnaast bespreek ik het werk van Antonio
Gramsci over hegemonie.
Ideologie wordt vaak geassocieerd met politiek en machtsstrijd, met name door het
gebruik ervan door Karl Marx in Die Deutsche Ideologie (1845). De notie is echter breder
toepasbaar, zoals blijkt uit de definitie van Hamilton (1987):
A system of collectively held normative and reputedly factual ideas and beliefs and attitudes
advocating a particular pattern of social relationships and arrangements, and/or aimed at justifying a particular pattern of conduct, which its proponents seek to promote, realise, pursue or maintain.24
10
Belangrijk hierbij is dat de ideologie ‘collectively held’ is, dus wordt aangehangen door een
collectief; dat het gaat om een systeem van ideeën die zowel normatief zijn als vermeend
(‘reputedly’) feitelijk; en dat dit systeem van ideeën erop gericht is om bepaalde praktijken te
rechtvaardigen.
Deze werking van ideologie wordt door Antonio Gramsci beschreven in zijn Prison
Notebooks (1948). Gramsci, die lid was van de communistische partij in Italië, was in
navolging van Marx van mening dat de heersende klasse het gedachtegoed van een bepaalde
tijd en samenleving bepaalt.
25Maar terwijl dit fenomeen in Marx’ werk slechts een bijproduct
is van de economische macht die de heersende klasse bezit, was het voor Gramsci cruciaal
voor het creëren van hegemonie.
26‘The concept of hegemony is really a very simple one,’ schrijft Bates: ‘It means
political leadership based on the consent of the led, a consent which is secured by the
diffusion and popularization of the world view of the ruling class.’ Gramsci vond in
hegemonie een verklaring voor het feit dat grote groepen mensen systematisch worden
onderdrukt en achtergesteld door de groep die dominant is, maar niet tegen die
onderdrukking in opstand komen. De reden voor hun passiviteit ligt erin dat de dominante
groep zijn gedachtegoed (of, anders gezegd, zijn ideologie, hoewel Gramsci zelf weinig met
die term ophad) presenteert als hét beste, juiste, ware gedachtegoed, als common sense,
natuurlijk en onvermijdelijk. Zo verklaarde Gramsci dat de revolutionaire communistische
bewegingen, die in het interbellum in Europa ontstonden, nooit écht van de grond kwamen:
in het bewustzijn van de onderdrukte arbeiders won de ‘good sense’, het progressieve denken,
het nooit van de ‘common sense’, het denken van de kapitalistische klasse dat hen via
onderwijs, media en propaganda was ingeprent.
27Het concept van ideologie is op veel meer terreinen toepasbaar dan alleen het
sociaal-economische. Ook gender kan beschouwd worden als een ideologische structuur, stelt Lazar:
From a feminist perspective, the prevailing conception of gender is understood as an ideological structure that divides people into two classes, men and women, based on a hierarchical relation of domination and subordination, respectively. Based upon sexual difference, the gender structure imposes a social dichotomy of labour and human traits for women and men, the substance of which varies according to time and place.28
Een belangrijk onderdeel van de ideologie waarop Lazar hier de aandacht vestigt, is
dat gender in de common sense wordt beschouwd als een ‘sociale dichotomie’: iemand is of
11
mannelijk of vrouwelijk, en dit wordt bepaald door verschillen in fysieke sekse.
29Bovendien
worden, op basis van deze veronderstelde dichotomie, verschillende eigenschappen aan
mannen enerzijds en vrouwen anderzijds toegedicht, de zogenoemde genderrollen.
30Die
neiging ligt ten grondslag aan de welbekende stereotype grappen over mannen (die niet
zouden kunnen omgaan met emoties) en vrouwen (die niet zouden kunnen inparkeren),
maar ze kan ook ernstiger gevolgen hebben. Wanneer mannelijke slachtoffers van
vrouwelijke geweldplegers niet serieus worden genomen, bijvoorbeeld – want mannen horen
vrouwen toch makkelijk fysiek de baas te kunnen? Of wanneer een sterke vrouwelijke
leidersfiguur wordt weggezet als een kil manwijf – want vrouwen horen toch vriendelijk en
zachtaardig te zijn?
Het denken over gender als een strikte dichotomie en over ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’
als intrinsiek verschillende, biologisch bepaalde categorieën kan, in Gramsciaanse termen,
‘common sense’ worden genoemd. In de afgelopen jaren is dit denken bekritiseerd met wat
we in Gramsciaanse termen ‘good sense’ zouden kunnen noemen. Hieronder beschrijf ik kort
de belangrijkste kritiek en alternatieve zienswijzen.
1.1.2. Kritiek op de traditionele genderideologie
Het is binnen de context van genderstudies en feministische wetenschap al enige tijd
gebruikelijk om genderidentiteit niet te zien als een natuurlijk, aangeboren gegeven, maar als
een vorm van aangeleerd gedrag: een sociaal construct, dat afhankelijk van tijd, plaats en
culturele context verschillend wordt ingevuld. Befaamd is het citaat van Simone de Beauvoir
in The Second Sex (1949): ‘One is not born, but rather becomes a woman’.
31Dit idee wordt verder uitgewerkt door Butler.
32Zij ziet gender als het resultaat van
bepaalde handelingen, en niet als iets dat vaststaat. De term die zij hiervoor introduceert is
performativity. Het feit dat gender performative is, betekent dat er niet zoiets bestaat als
aangeboren vrouwelijkheid of mannelijkheid. Het individu heeft dus een zekere mate van
vrijheid om zijn of haar eigen genderidentiteit in te vullen. De vrijheid is echter niet
onbeperkt, zoals Salih (2002) illustreert middels een vergelijking met een klerenkast:
If gender is “a regulated process of repetition” taking place in language, then it will be possible to repeat one’s gender differently, as drag artists do (and you might also recall my wardrobe analogy—the ripped clothes and the sequins representing my attempts to “do” my gender in subversive and
unexpected ways). As I argued previously, you cannot go out and acquire a whole new gender wardrobe for yourself, since, as Butler puts it, “[t]here is only a taking up of the tools where they lie,
29 Talbot 1999: 109; Pieper 2015: 187. 30 Carter 2011: 365.
12 where the very ‘taking up’ is enabled by the tool lying there” (GT: 145). So you have to make do with the “tools,” or in my example, the “clothes” that you already have, radically modifying them in ways which will reveal the “unnatural” nature of gender.33
Talbot (1999) kritiseert een ander aspect van de heersende genderideologie: de rigide
bipolariteit van mannelijk en vrouwelijk als enige mogelijke categorieën. Ze stelt dat deze
bipolariteit geen noodzakelijk, natuurlijk gegeven is, maar het gevolg van de invloed van taal
en de ‘clear-cut categories’ waarin taal de werkelijkheid indeelt. Ze haalt Bing en Bergvall
(1996) aan, die aantonen hoe problematisch een dergelijke strikte indeling eigenlijk is via het
voorbeeld van de woorden ‘dag’ en ‘nacht’. ‘We cannot identify precisely when it stops being
daytime and becomes night. Day and night are bipolar categories that language imposes; the
reality is a continuum.’
34Evenals dag en nacht moeten, volgens Talbot, ook mannelijkheid en vrouwelijkheid
eerder als punten op een continuüm worden gezien dan als bipolaire begrippen, zoals de
traditionele gendernorm voorschrijft.
Dat genderrollen en de dichotomie ertussen ten diepste het gevolg zijn van
sociaal-culturele factoren en niet van natuurlijke orde, blijkt uit het feit dat in andere sociaal-culturele
contexten dan de Westerse wereld van de 21
eeeuw – bijvoorbeeld in niet-westerse
samenlevingen, of in periodes in het verleden – meer dan twee genderidentiteiten worden
gekend en geaccepteerd. Herdt (1994) gebruikt de termen ‘third gender’ en ‘third sex’ om
genderidentiteiten aan te duiden die noch mannelijk, noch vrouwelijk zijn. Voorbeelden van
zulke third genders zijn onder andere te vinden in Polynesië,
35India,
36en onder de
oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika.
37In westerse samenlevingen zijn dergelijke fenomenen echter lange tijd beschouwd als
een afwijking van de normale orde der dingen, en als zodanig doodgezwegen. Deze normale
orde der dingen ontstond rond het begin van de negentiende eeuw, als resultaat van de vele
epistemologische, sociaal-politieke en wetenschappelijke ontwikkelingen van de Verlichting.
Uit die tijd stamt de overtuiging dat ‘man’ en ‘vrouw’ twee compleet en essentieel
verschillende categorieën mens zijn; wie geboren is met mannelijke seksekenmerken, hoort
per definitie in de mannelijke categorie, en wie geboren is met vrouwelijke seksekenmerken,
hoort per definitie in de vrouwelijke categorie.
38Zoals eerder opgemerkt is in de laatste jaren een ontwikkeling te zien waarbij het
afwijken van deze gendernormen meer geaccepteerd wordt; mensen met een niet-traditionele
13
genderidentiteit kunnen in toenemende mate openlijk uitkomen voor en spreken over hun
gender.
De meest algemene en bekendste term voor iemand met zo’n niet-traditioneel gender
is transgender. De definitie van een transgender persoon die ik in dit onderzoek hanteer, is
gebaseerd op het werk van transgender wetenschapper Susan Stryker en luidt als volgt:
iemand die breekt met het gender dat hem of haar bij de geboorte is toegewezen, omdat hij of
zij zich niet thuis voelt in dit gender
39.
Het ‘breken’ met het toegewezen gender uit zich in de transitie naar een ander gender:
in plaats van man wordt iemand vrouw, of andersom. Er zijn echter ook mensen die ervoor
kiezen om helemaal buiten de hokjes ‘man’ of ‘vrouw’ te treden. Deze personen hebben een
non-binaire genderidentiteit. Ze identificeren zich – bijvoorbeeld – als iets tussen man en
vrouw in (androgyn), of ze ervaren hun gender als continu veranderend, nu eens mannelijk,
dan eens vrouwelijk (genderfluid).
40Niet zelden voelen deze personen zich slecht op hun
gemak bij de standaard persoonlijke voornaamwoorden ‘hij’ en ‘hem’ of ‘zij’ en ‘haar’; ze
worden liever aangesproken met een genderneutraal, soms zelfbedacht, alternatief (zoals
‘s/he’ en ‘hir’ in het geval van Leslie Feinberg).
41Een algemeen bekend en toepasbaar
genderneutraal persoonlijk voornaamwoord bestaat echter (nog) niet.
42Volgens Strykers definitie hierboven kan non-binair gender worden gezien als een
vorm van transgenderisme. Aangezien kinderen bij de geboorte vrijwel altijd één van de
binaire genders toegewezen krijgen, betekent identificatie met een non-binair gender
automatisch ook breken met het toegewezen gender.
Niet alle transgender personen kunnen echter non-binair worden genoemd. Iemand
die bij de geboorte het vrouwelijke gender toegewezen krijgt, en de transitie maakt naar het
mannelijke gender, heeft strikt genomen nog steeds een binaire genderidentiteit. Een
zogenaamde binaire transgender vormt dus geen bedreiging voor de traditionele opvatting
dat er slechts twee genders bestaan. Een binaire transgender wijkt wél op een andere manier
af van de traditionele ideologie, namelijk door een andere genderidentiteit aan te nemen dan
op basis van zijn of haar fysieke sekse wordt aangenomen.
Samengevat: transgender personen wijken af van de heersende genderideologie, die
stelt dat wie geboren is met vrouwelijke seksekenmerken, vrouw is, en wie geboren is met
mannelijke seksekenmerken, man is. Het is mogelijk om binair transgender te zijn, waarbij
de transitie wordt gemaakt van het ene binaire gender naar het andere, maar iemand kan ook
39 Stryker 2008: 1.
40 Deze en andere non-binaire identiteiten zijn te vinden in een index op de website nonbinary.org.
Beschikbaar via: http://www.nonbinary.org/wiki/List_of_nonbinary_identities
14
non-binair transgender zijn, wat betekent dat gekozen wordt voor een genderidentiteit die
volledig buiten de categorieën ‘man’ en ‘vrouw’ valt.
Het hierboven beschreven alternatieve perspectief op gender – waarbij er geen binaire
categorieën zijn, maar een spectrum, en waarbij gender sociaal-cultureel bepaald is in plaats
van biologisch vastgesteld – biedt een alternatief voor de hegemonische opvatting ervan en
geeft ruimte aan mensen wier identiteit niet past bij de norm die de standaardideologie
voorschrijft. Het wint de laatste jaren steeds meer terrein, zoals te zien is aan de toenemende
acceptatie van transgenders en mensen met een genderidentiteit die anders is dan man of
vrouw.
Maar dat wil niet zeggen dat de alternatieve zienswijze volledig ingeburgerd en
algemeen geaccepteerd is. Net als andere ideologieën is ook die van gender diep in het
collectieve bewustzijn ingesleten en niet zomaar te uit te vlakken. Zoals Gramsci al
signaleerde, spelen mediateksten een belangrijke rol bij het in stand houden van ideologische
structuren. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de ideologische rol die
taal en tekst kunnen spelen, en op de manier waarop tekstonderzoek hier aandacht op kan
vestigen.
1.2.1. Discours: taal als sociale actie
De term ‘discours’ wordt sinds het eind van de twintigste eeuw veelvuldig toegepast in
tekstonderzoek. De manier waarop auteurs het concept toepassen en interpreteren varieert
aanzienlijk, wat op zichzelf geen probleem is – verschillend onderzoek vraagt om
verschillende benaderingen, nuances en accenten. Het heeft er echter toe geleidt dat het
haast ondoenlijk is om een eenduidig antwoord te geven op de vraag wat discours precies is;
sommige onderzoekers specificeren zelfs überhaupt niet wat zij onder discours verstaan.
43Ik beschrijf hieronder de aspecten van discours waarover enige consensus bestaat in
de literatuur. Een groot deel van deze en de volgende paragraaf is, soms indirect, gebaseerd
op het werk van Norman Fairclough en Teun van Dijk, die beiden toonaangevende theoretici
zijn op het gebied van (kritische) discoursanalyse.
44Allereerst wordt discours gezien als taal die iets doet, in plaats van beschrijft.
45Overigens moet ‘taal’ hier in de breedst mogelijke zin van het woord worden opgevat. Niet
alleen geschreven teksten zijn discours, maar ook alledaagse mondelinge interacties, de
43 Jørgensen en Phillips 2002: 1; Richardson 2006: 21; Bryman 2012: 539-540. 44 Jørgensen en Phillips 2002: 60; Carvalho 2008: 162.
45 o.a. Fairclough 2003: 8, Richardson 2006: 23-24; Bryman 2012: 531; Bednarek & Caple 2012: 2;
15
beeldtaal van film, televisie en fotografie, en de lichaamstaal van een spreker vallen in de
categorie discours.
46Het concept discours als een vorm van sociale actie is geworteld in een
constructivistische opvatting van de sociale werkelijkheid en de plaats van taal hierin.
‘Constructionism’, legt Bryman uit, ‘is an ontological position (...) that asserts that social
phenomena and their meanings are continually being accomplished by social actors.’
47Het zet zich daarmee scherp af tegen een andere ontologische positie, het
objectivisme, dat diezelfde sociale fenomenen ziet als feiten, die een ‘eigen’ bestaan hebben
onafhankelijk van sociale actoren.
48Voor objectivisten is taal pure representatie: een neutraal middel om de feiten in de
sociale werkelijkheid te beschrijven. Bepaalde teksten zijn volgens hen dan ook in staat om de
realiteit objectief te beschrijven, precies zoals ze is.
49Discours, daarentegen, is in de
constructivistische opvatting nadrukkelijk niet slechts een neutrale beschrijving van een
externe sociale werkelijkheid. Discours is zelf een vorm van sociale actie, die de werkelijkheid
waarin we leven creëert.
50Dat betekent natuurlijk niet dat er überhaupt geen realiteit buiten discours om
bestaat, nuanceren Jørgensen en Phillips (2002). Ze geven het voorbeeld van een rivier die
na hevige regenval buiten zijn oevers treedt, met een desastreuze overstroming tot gevolg.
Die overstroming is een waargebeurd feit, onafhankelijk van wat erover wordt gezegd of
geschreven. Het is de betekenis van de overstroming die vorm krijgt in discours:
Some would draw on a meteorological discourse, attributing the rise in the water level to an unusually heavy downpour. Others might account for it in terms of the El Niño phenomenon, or see it as one of the many global consequences of the ‘greenhouse effect’. Still others would see it as the result of ‘political mismanagement’, such as the national government’s failure to commission and fund the building of dykes. Finally, some might see it as a manifestation of God’s will (…)51
Voor gender vervult discours een zelfde functie. Het is een vaststaand feit dat mensen
verschillende genders hebben, maar de betekenis van termen als ‘man’, ‘vrouw’, ‘non-binair
gender’ en ‘transgender’, en de relaties personen van verschillende genders, worden
gecreëerd in het discours over gender.
16
Discoursanalyse onderzoekt de manier waarop teksten betekenissen creëren en het
sociale effect dat ze bereiken.
52In de onderstaande opsomming heeft Matheson het over
discoursanalyse van mediateksten, maar ze geldt net zozeer voor analyse andere tekstgenres:
It analyses which representations of the social world predominate. It analyses what kind of
interactions media texts set up between people and the world and between the powerful and the rest. And it analyses how meaning is made differently in different media texts, and therefore what different ways of seeing and thinking tend to be found there.53
Discours kan, zoals ik tot nog toe heb gedaan, in abstracte zin gebruikt worden om te
verwijzen naar het fenomeen ‘taal als sociale actie’. Maar de term kan ook meer concreet
worden gebruikt voor een aantal specifieke teksten die samen een discours vormen.
54Zo kan
in abstracte zin gezegd worden dat in de uitingen van de Partij voor de Vrijheid racistisch
discours voorkomt, maar er kan ook worden gesproken van een concreet en specifiek
PVV-discours, waarvan bijvoorbeeld verkiezingsprogramma’s, campagnespotjes en toespraken
deel uitmaken.
Het is belangrijk om hierbij op te merken dat discours zowel ‘constitutive’ als
‘constituted’ is.
55Een journalist die een artikel schrijft over een transgender persoon is geen
‘blanco’ actor die in een sociaal-cultureel vacuüm opschrijft wat hij wil. Het discours dat hij
produceert wordt beïnvloed door de context waarin hij werkt. De doelgroep van zijn krant, de
hoeveelheid paginaruimte die hij heeft voor het stuk, de verwachtingen van zijn
hoofdredacteur, de maatschappij waarin hij woont en werkt, zijn afkomst, geslacht en
levensbeschouwing: al deze factoren beïnvloeden de tekst die hij uiteindelijk maakt. Discours
wordt dus, net als alle andere soorten sociale actie, gevormd door de sociale werkelijkheid
waarvan het deel uitmaakt, én vormt tegelijkertijd zelf ook die sociale werkelijkheid.
1.2.2. Kritische discoursanalyse
Nu een beeld is gegeven van de manier waarop discoursanalytische benaderingen de sociale
werkelijkheid en de plaats van taal daarbinnen beschouwen, zal ik dieper ingaan op de
benadering die ik in dit onderzoek zal volgen.
Kritische discoursanalyse ontstond in de jaren ’70 van de vorige eeuw, en met name in
continentale academische context.
56Het kritische perspectief op discours is voor een groot
deel geïnspireerd op het werk van Michel Foucault. In verschillende van zijn boeken (o.a.
52 Matheson 2005: 1; Bryman 2012: 529. 53 Matheson 2005: 1.
54 Fairclough 2003: 4.
17
1978, 1991) betoogt hij dat het discours dat een samenleving produceert, deel uitmaakt van
een netwerk van macht en identiteit.
57‘Texts aren’t to be interpreted, to be puzzled over (…)
but should be studied as part of the ongoing oppression, prejudice, struggle to gain power by
knowledge and so on in society’.
58De methode is tevens beïnvloed door kritisch-marxistische theorie, iets wat met name
tot uiting komt in de manier waarop gedacht wordt over de relatie tussen discours en
hegemonie.
59Discours speelt een belangrijke rol bij het verspreiden van een bepaalde,
dominante ideologie. Door deze als natuurlijk en common sense te presenteren, wordt het
lezerspubliek ertoe aangezet om de dominante ideologie als de enige juiste en wenselijke te
beschouwen.
60Kritische discoursanalyse streeft ernaar om de ideologische elementen in een
tekst expliciet te maken en te problematiseren, in het bijzonder met betrekking tot ongelijke
machtsrelaties. Dit streven is het kritische van critical discourse analysis, schrijft Fowler:
[By critical analysis], I mean a careful analytic interrogation of the ideological categories, and the roles and institutions and so on, through which a society constitutes and maintains itself and the
consciousness of its members (...) All knowledge, all objects, are constructs; criticism analyses the processes of construction and, acknowledging the artificial quality of the categories concerned, offers the possibility that we might profitably conceive the world in some alternative way.61
Net zoals de andere vormen van discoursanalyse kan kritische discoursanalyse in
principe op teksten in alle soorten en maten worden toegepast, van mondelinge gesprekken
tot reclamefolders. Maar in de praktijk richt kritische discoursanalyse zich vaak op discours
dat wordt geproduceerd door instituten: overheden, onderwijsinstellingen en bovenal de
nieuwsmedia. Deze onderzoeksfocus kan verklaard worden door de interesse van kritische
onderzoekers in het verband tussen discours en macht: instituten met een zeker aanzien en
een groot maatschappelijk bereik spelen een grotere rol in het verspreiden en legitimeren van
de dominante ideologie dan individuele personen.
62Vooral de invloed van nieuwsmedia op
het publieke bewustzijn is groot, aangezien journalisten er prat op gaan onpartijdig, objectief
en feitelijk verslag te doen. Doordat objectiviteit zo hoog in het vaandel staat in de
professionele ideologie van de journalistiek,
63heeft nieuwsdiscours – meer dan discours
vanuit andere instituten – een reputatie van waarheid en feitelijkheid.
57 Matheson 2005: 9. 58 Ibid.
59 Carvalho 2008: 162.
60 Jaworski en Coupland 1999: 495; Bucholtz 2003: 57 61 Fowler 1981: 25.
18
Hoewel kritische discoursanalyse begon als nadrukkelijk socialistisch tekstonderzoek,
is de methode in de afgelopen decennia ook steeds vaker toegepast op teksten waarin andere
vormen van ongelijkheid naar voren komen. Van Dijk (1992) betoogt bijvoorbeeld dat het
nieuwsdiscours over etnische minderheidsgroepen bijdraagt aan hun marginalisering, onder
andere doordat etnische minderheden amper zelf aan het woord worden gelaten in het
nieuws, en doordat ze vooral als ‘probleem’ worden geframed.
64Ook in het geval van gender is er in mediadiscours sprake van ongelijkheid en van
‘wij’ (mannen) tegen ‘zij’ (vrouwen, in het bijzonder feministen).
65Feministisch-kritische
discoursanalyse onderzoekt hoe deze ongelijkheid in taal tot uiting komt. Het heeft tot doel
om kritiek te leveren op discours dat patriarchale verhoudingen in stand houdt en mannen
een machtspositie geeft over vrouwen.
66
19
Hoofdstuk 2. Gender en de media
Nu een beeld is geschetst van de ideologie over gender, en de rol die mediateksten kunnen
spelen bij het in stand houden van deze ideologie, zal in dit hoofdstuk verder worden
ingegaan op de specifieke manier waarop genderrollen en –verhoudingen te zien zijn in
verscheidene soorten mediateksten.
Allereerst wordt besproken hoe feministisch geïnspireerde media-analyse heeft geleid
tot kritiek op en groter bewustzijn van de aanwezigheid van stereotype genderrollen in de
media.
Vervolgens wordt specifiek stilgestaan bij het onderzoek dat tot nu toe verricht is naar
de weergave van niet-traditionele genderidentiteiten in de media. Dat is nog beduidend
schaarser dan media-onderzoek naar gender in het algemeen. Van de studies die al wel zijn
verricht, wordt stilgestaan bij de belangrijkste bevindingen, om zo een beeld te vormen van
de mediaweergave van transgenders in het recente verleden.
2.1. Feministische media-analyse en de kritiek op stereotypering
De opkomst van academisch onderzoek naar de relatie tussen media en gender viel min of
meer samen met de tweede feministische golf. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw
ontstonden zowel interesse in als onvrede over de weergave van mannen en vrouwen in
nieuws, fictie en reclames. Vrouwen zouden ten opzichte van mannen een nogal bescheiden
plek innemen, en bovendien vaak worden gereduceerd tot stereotypes.
67De belangrijkste motivatie voor dit soort onderzoek is de uit kritische discoursanalyse
afkomstige opvatting dat mediabeelden ons gedrag en ons perspectief op de werkelijkheid
beïnvloeden. De manier waarop de media omgaan met gender heeft dus invloed op onze
eigen denkbeelden over gender. ‘Considerable research shows that images do affect us’,
schrijft Meyers;
68Gill stelt dat ‘representations matter’.
69Bevatten die representaties dus
genderstereotypen, dan beïnvloeden die stereotypen ons denken over gender, schrijft Gaye
Tuchman in haar essay ‘The Symbolic Annihilation of Women by the Mass Media’ (1978). Ze
vergelijkt de massamedia met de kerk en het gezin: mensen worden er in zekere zin door
opgevoed en gesocialiseerd, ze vormen hun denkbeelden gebaseerd op wat ze in de media
krijgen voorgeschoteld.
70Het onderzoek naar mediabeelden, in de beginfase grotendeels in de vorm van
inhoudsanalyses, bevestigt het vermoeden van ongelijkheid in de weergave van mannen en
67 Gill 2007: 9. 68 Meyers 1999: 3. 69 Gill 2007: 7.
20
vrouwen. Zo beschrijft Gill (2007) een onderzoek door de National Organization of Women
(NOW) in 1972, waarbij een groep willekeurig gekozen Amerikaanse vrouwen ruim 1200
televisiereclames codeerde. In meer dan een derde van de onderzochte reclames bleken
vrouwen te worden neergezet als ‘domestic agents who were dependent on men’, en dat
‘nearly half portrayed women as ‘household functionaries’’. Verder waren vrouwen in de
spotjes vaak onintelligent en werden ze gepresenteerd als decoratieve objecten.
71Het boek Hearth and Home, waarvan ‘The Symbolic Annihilation’ de inleiding is,
presenteert onderzoek naar het beeld van vrouwen in verschillende massamedia, zoals de
krant, de televisie en vrouwenmagazines. Over de hele linie concluderen de auteurs dat
vrouwen ondervertegenwoordigd zijn ten opzichte van mannen, en dat ze seksistisch en op
stereotype wijze worden afgebeeld.
Een paar voorbeelden hiervan: in primetime televisieseries worden vrouwen vaak
gedomineerd door mannen en komen ze vaker voor binnen een huishoudelijke context dan
daarbuiten;
72first ladies worden in het nieuws grotendeels afgeschilderd als ideale
huisvrouwen, die zelf weinig ondernemen en uitsluitend in dienst van hun echtgenoot
staan;
73vrouwen komen zelden voor in de krant, en als ze wel een rol spelen in een
nieuwsverhaal, zijn ze lustobjecten of golddiggers.
74Deze stereotypering wordt door
Tuchman als kwalijk beschouwd, want:
…stereotypes are confining. Sex-role stereotypes are set portrayals of sex-appropriate appearance, interests, skills, behaviors, and self-perceptions. They are more stringent than guidelines in suggesting persons not conforming to the specified way of appearing, feeling, and behaving are inadequate as males or females. A boy who cries is not masculine and a young woman who forswears makeup is not feminine.75
Hearth and Home is ondertussen bijna veertig jaar oud. Zowel de media als het onderzoek
ernaar zijn in die tijd veranderd, en ‘compared with the certainty and confidence of early
critique, today’s feminist media scholar is more tentative, less certain’.
76Dat kan deels
worden verklaard door ontwikkelingen binnen het veld van de mediastudies (zoals de
opkomst van het poststructuralisme en audience studies, en Halls model van encoderen en
decoderen), maar ook ontwikkelingen buiten de wetenschap spelen een rol. De maatschappij
en de massamedia zijn door de jaren heen meer en meer geëmancipeerd, en allerlei noties die
tijdens de tweede feministische golf nog bevochten moesten worden, zoals het recht om te
21
werken of anticonceptie te gebruiken, gelden nu als normaal. Gill (2007) stelt: ‘Today,
feminist-inspired ideas burst forth from our radios, TV screens and print media (…). Indeed,
it is probably fair to say that most feminism in the West now happens in the media (…).’
77Dat betekent echter niet dat de huidige massamedia vrij zijn van potentieel
schadelijke invloeden. Nog steeds hebben beelden die in de media te zien zijn een aanzienlijk
effect op de werkelijkheid. Het heersende schoonheidsideaal – zo dun als maar kan, met
vollen borsten en billen – is hier een sprekend voorbeeld van.
78Mediabeelden van ‘ideale’
lichamen blijken een negatief effect te hebben op het zelfbeeld van vrouwen, met psychische
en soms zelfs eetstoornissen tot gevolg.
79Ook de seksistische en stereotyperende tendensen die in Hearth and Home werden
besproken zijn nog steeds aan te wijzen in hedendaags nieuws en entertainment. Ze
verschijnen tegenwoordig echter vaak subtieler, verpakt in een discours dat op het eerste
gezicht progressief lijkt.
Dat concludeert bijvoorbeeld Lazar (2002) uit een discoursanalyse van een
grootscheepse reclamecampagne in Singapore, die bedoeld was om het geboortecijfer te laten
stijgen. Uit haar analyse bleek dat – hoewel de vrouwen in de spotjes erg geëmancipeerd
leken, met een baan en een eigen leven – de campagne een beeld gaf van vrouwen als
uiteindelijk ultiem gericht op anderen en voor hun geluk afhankelijk van anderen. Ze zijn, in
de terminologie van Lazar, ‘other-centered’: Aanvankelijk gericht op hun man, daarna gericht
op hun kinderen. Deze ‘other-centeredness’ wordt neergezet als de juiste manier om vrouw te
zijn.
80Een soortgelijk fenomeen ziet Nicole Cox (2012) in de realityserie Police Women of
Broward County (TLC, 2009-2011). Cox gaf haar analyse van de serie de toepasselijke titel
‘Kicking Ass... With Lip Gloss’. Police Women of Broward County volgt een aantal
vrouwelijke politieagenten in hun werk, en vooral ook hun privéleven. Want hoewel de
premisse van PWOBC – het volgen van vrouwen in een mannenberoep – uiterst feministisch
lijkt, bevestigt het programma bij nadere analyse juist de conservatieve genderpatronen. De
hoofdrolspeelsters worden geregeld geseksualiseerd; ze gaan bijvoorbeeld schaars gekleed
undercover als prostituees, of worden uitgebreid in beeld gebracht in badkleding.
81Ook
wordt zware nadruk gelegd op de relaties die de vrouwen hebben met hun partners en
kinderen, waardoor ze allereerst als moeder en echtgenote worden neergezet, en pas daarna
als agent.
82
77 Ibid.
78 Hendriks 2002: 118-119.
79 Irving 1990: 230; Stice & Shaw 1994: 836; Botta 1999: 36-37. 80 Lazar 2002: 124-125.
22
Niet alleen in reclame en reality-tv, maar ook in de nieuwsmedia is dergelijk subtiel
seksisme zichtbaar. Media-aandacht voor vrouwelijke politici blijkt veel vaker persoonlijk
gericht te zijn (uiterlijk, familierelaties, privéleven et cetera) dan beleidsgericht, terwijl dit bij
mannen andersom is.
83En als de berichtgeving over vrouwelijke kandidaten dan wel over
politieke kwesties gaat, zijn het meestal ‘compassion issues’ zoals gezondheidszorg,
onderwijs, sociale zekerheid en familie; mannen worden juist in verband gebracht met
onderwerpen als defensie en financiën.
84De mediarepresentatie van Kathleen Blanco, die in 2003 deelnam aan de
gouverneursverkiezingen in Louisiana, is hiervan een duidelijk voorbeeld. Major en Coleman
(2008) concludeerden dat haar vrouwelijkheid expliciet in de verslaggeving naar voren kwam
door het gebruik van woorden als ‘wife’, ‘mother’ en ‘grandmother’.
85Daarnaast werd er
nadruk gelegd op haar deskundigheid op typisch ‘vrouwelijke’ gebieden als gezondheidszorg
en educatie – terwijl Blanco juist veel meer ervaren was op ‘mannelijke’ gebieden als
economie.
86In haar RuG-afstudeerscriptie Wonderman en hockeybabe (2011) toont Manon
Harms aan dat gender ook van invloed is op de sportverslaggeving, zowel in tekst als beeld.
Terwijl mannelijke sporters vaak in actie worden gefotografeerd, blijken vrouwelijke sporters
vaak te poseren en ook vaker lachend op de foto te staan. In artikelen over hen komen vaker
aspecten naar voren die niets met sport te maken hebben (uiterlijk, privéleven, emoties) dan
in artikelen over mannen; tevens is er vaak sprake van ‘trivialisatie’, waarbij de sporters
worden omschreven met termen als ‘meiden’ of ‘hockeybabes’.
87Stereotypering en seksisme zijn niet (meer) expliciet aanwijsbaar in mediateksten op
de manier waarop ze dat veertig à vijftig jaar geleden wel waren. Maar ze zijn ook niet
verdwenen, zo valt op te maken uit de analyse van mediateksten en -beelden: onder een
feministisch sausje schuilen nog steeds dezelfde traditionele genderopvattingen, dezelfde
frames, dezelfde rolverdeling. Deze zijn zo diep in het westerse denken ingebed dat ze maar
moeilijk door alternatieven te vervangen zijn.
De voortschrijdende emancipatie van mensen met een niet-traditioneel gender stelt
de media dan ook voor een uitdaging. Hoe moet iemand geframed worden op wie de
klassieke mannelijke of vrouwelijke genderstereotypen slecht toepasbaar zijn? In de volgende
paragraaf bespreek ik een aantal voorbeelden van relevant onderzoek dat hier tot nu toe naar
is verricht.
83 Campus 2013: 41. 84 Ibid.
23
2.2. Niet-traditioneel gender in het nieuws
Dat mensen met een niet-traditioneel gender steeds zichtbaarder worden in de samenleving
(en daar steeds meer vrijheid toe hebben), betekent dat ook nieuwsmedia steeds minder om
hen heen kunnen.
Er is echter nog niet veel academisch onderzoek gedaan naar de weergave van
transgender en non-binair gender in de media, zeker in vergelijking met het vele onderzoek
naar gender en de media in het algemeen. Een voor de hand liggende oorzaak hiervan is het
feit dat transgender studies als wetenschapsgebied pas ontstond in de jaren ’90 en dus nog
zeer jong is.
88Ook het doordringen van niet-traditioneel gender in mainstream discours is
een recente ontwikkeling.
Stryker (2004) verwacht dat de huidige leegte wat betreft kritisch onderzoek naar
transgender de komende jaren steeds meer zal worden gevuld.
89Ik sluit me bij haar
hypothese aan. De emancipatie van non-binaire genderidentiteiten is immers nog steeds in
volle gang, en een groeiende groep mensen stelt de rigiditeit van een binair gendersysteem
ter discussie. Met de maatschappelijke interesse voor deze kwestie zal hoogstwaarschijnlijk
ook de wetenschappelijke interesse groeien.
Bovendien is kritische discoursanalyse bij uitstek geschikt om de representatie van
transgender personen te onderzoeken. Zoals in het theoretisch kader aan bod is gekomen,
dagen transgender en non-binaire personen de dominante genderideologie uit. Soms doen ze
dit expliciet, maar het simpele feit van hun bestaan is in zichzelf al een bedreiging voor een
ideologie die dicteert dat gender binair en biologisch bepaald is.
De eerste transgender ‘beroemdheden’ dateren al uit de jaren ’30 van de vorige eeuw:
de Duitse Dora (voorheen Rudolf) Richter en de Deense Lilli (voorheen Einar) Elbe
ondergingen beide onder grote publieke belangstelling operaties om vrouwelijk te worden.
90De vroegst bekende geslachtsverandering die door Amerikaanse kranten breed werd
uitgemeten, dateert uit 1952 en betrof Christine Jorgensen. Jorgensen, die werd geboren als
George en in het Amerikaanse leger had gediend, werd door een combinatie van operaties en
hormoontherapie fysiek een vrouw. ‘EX-GI BECOMES BLONDE BEAUTY’, kopte The New
York Daily News.
91Jorgensen was een sensatie, zoals bovenstaande kop doet vermoeden, en de
media-aandacht maakte van haar in korte tijd een beroemdheid. Dat betekent echter niet dat ze door
het grote publiek werd omarmd: in latere nieuwsverhalen werd ze bijvoorbeeld afgedaan als
een gecastreerde man in plaats van een ‘echte vrouw’, en ‘[she] was held to the standard (...)
88 Stryker 2004: 213. 89 Ibid.
90 Stryker 2008: 38; 52.
91 Christinejorgensen.org 2006 [online]. Beschikbaar via:
24
that anyone who experienced confusion about their sexual identity and their gender role was
a "sex pervert"’.
92Daarnaast riep Jorgensens transformatie ‘profound anxieties about
masculinity and sexuality’ op, temeer daar ze niet zomaar een man was geweest, maar een
militair: ‘(...) if a macho archetype such as “the soldier” could be transformed into a “blonde
bombshell”, what did that mean for the average man?’
93Jorgensens geval is illustratief voor het algemene publieke discours over
gendernon-binariteit. Impliciet of expliciet worden transgender personen vaak neergezet als een
afwijking van wat normaal en gewenst is, en als iemand die iets anders probeert te zijn dan
hij of zij werkelijk is. Een flagrant voorbeeld van deze neiging vond plaats 1993, meer dan
veertig jaar nadat Christine Jorgensen als ‘blonde beauty’ op voorpagina’s stond.
Deze keer betrof het Brandon Teena, een 21-jarige man die vanuit Lincoln, Nebraska,
verhuisde naar Falls City in dezelfde staat. Hij raakte er bevriend met andere mannen en
kreeg een vriendin. Maar toen zijn vrienden erachter kwamen dat Brandon Teena vroeger
Teena Brandon heette en, hoewel hij zich identificeerde als man, fysiek een vrouw was,
werden ze daar zo woedend over dat ze hem verkrachtten en vermoordden.
Zowel lokale als nationale media besteedden uitgebreid aandacht aan de zaak, veelal
op een sensationele manier.
94Sloop (2000) voerde een discoursanalyse uit van artikelen uit
onder andere Playboy, New York Times, The Guardian en The Omaha World Herald (de
grootste krant in Nebraska). Hij signaleert een aantal discursieve strategieën, die er stuk voor
stuk voor dienen om het binaire gendersysteem en de dominantie van heteroseksualiteit (die
in deze zaak beide door Brandon op losse schroeven werden gezet) te herbevestigen.
Allereerst spreekt de verslaggeving consequent van een vorm van bedrog, liegen of
doen-alsof (‘deception’, ‘deceit’, ‘charade’, ‘deceiver’).
95Brandon wordt gezien als iemand die
eigenlijk een vrouw was, maar loog door zich als man voor te doen. Zijn wederwaardigheden
in Falls City krijgen hierdoor iets achterbaks: er rijst een beeld op van een vrouw die
moedwillig onschuldige, onbedorven meisjes uit midwestern Amerika om de tuin leidt.
96De claim dat Brandon eigenlijk een vrouw is, wordt steevast gemotiveerd met het feit
dat hij de lichamelijke kenmerken van een vrouw had. Sloop noemt dit de ‘sex-as-gender
ideology’.
97Iemands ‘ware’ gender wordt volledig bepaald door zijn of haar lichaam, ongeacht
of zijn of haar zelfidentificatie daarmee overeenkomt.
Bovendien schrijven de media Brandons identificatie als man toe aan een afwijking of
fout.
98Ze wijzen bijvoorbeeld op de hormonen die Brandons moeder toegediend kreeg
25
tijdens haar zwangerschap, of impliceren dat Brandons transgenderisme het gevolg is van
seksueel misbruik in zijn kindertijd.
99Met andere woorden: Brandons transgenderschap
wordt gezien als een ongewenste omstandigheid die voorkomen had kunnen worden.
In plaats van stil te staan bij de ‘gender trouble’ die Brandon veroorzaakte, en de
heersende denkbeelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid ter discussie te stellen, zorgen
de media dat het verhaal van Brandon Teena keurig binnen de kaders van de traditionele
genderideologie blijft.
100Iets soortgelijks gebeurde in het geval van Mike Penner in 2007.
Penner was sportjournalist voor The Los Angeles Times en kondigde in april 2007 in een
column aan dat hij ‘a transsexual sportswriter’ was, en vanaf nu als Christine Daniels door
het leven zou gaan.
101De column ontlokte reacties bij vele andere Amerikaanse media en
Christine Daniels was in één klap beroemd. Ze bleef voor de LA Times over sport schrijven en
begon daarnaast een blog, Woman in progress, over haar ervaringen als transvrouw. Na acht
maanden verdween het weblog echter, en zonder enige verdere uitleg nam Christine Daniels
opnieuw de naam Mike Penner aan in de krant. In november 2009 pleegde Penner
zelfmoord.
102Uit een analyse van de mediareacties op Penners/Daniels’ transitie, retransitie en
zelfmoord komen twee heel verschillende beelden naar voren. Enerzijds waren er de
mainstream media, die hevige nadruk legden op de mannelijkheid van de sportwereld waarin
Penner/Daniels werkte, en die consequent mannelijke persoonlijke voornaamwoorden
bleven gebruiken, ook in de tijd dat Penner zich Christine noemde.
103Anderzijds waren er
alternatieve media, speciaal gewijd aan LHBT-kwesties, die Christine Daniels onmiddellijk
tot transgender heldin bombardeerden, en haar coming-out beschouwen als een keerpunt
tussen Mike Penners vreselijke leven als man, en Christine Daniels’ zielsgelukkige leven als
vrouw.
104Beide benaderingen zorgen volgens Pieper voor een karikaturaal, eendimensionaal
beeld van Mike Penner/Christine Daniels. Ze concludeert:
The mainstream presses sought to showcase gender rigidity through masculinity, while the alternative presses demanded gender malleability with femininity. Through the dualistic splintering,
Penner/Daniels was symbolically annihilated. Because of the intolerance for gender ambiguity and dependence on dichotomy, P.D. had no place to exist.105
99 Ibid.
100 Sloop 2000: 171.
101 Penner 2007 [online]. Beschikbaar via:
http://articles.latimes.com/2007/apr/26/sports/la-sp-oldmike26apr26 [Bekeken 26 september 2016].
26
Verscheidene van de hierboven beschreven discursieve patronen ben ik zelf tegengekomen in
mijn analyse van de gendertransitie van regisseur Lana (voorheen Lawrence) Wachowski, die
ik in januari 2015 uitvoerde voor het vak Media en Journalistieke Cultuur II aan de RUG.
Wachowski verscheen in 2012 voor het eerst als vrouw in het openbaar, bij de première van
een van haar films.
De door Sloop beschreven sex-as-genderideology is ook in de nieuwsverhalen over
Lana Wachowski terug te vinden: er werd veelvuldig gespeculeerd over hoe ver haar transitie
nu precies was gegaan en of de regisseur geslachtsoperaties had ondergaan.
Opvallend genoeg volgt de mainstream verslaggeving over Wachowski min of meer
dezelfde patronen als de alternatieve verslaggeving over Penner/Daniels die Pieper (2015)
signaleert. In artikelen over Wachowski ná haar coming-out wordt consequent naar haar
verwezen met ‘she’ en ‘her’. Ook wordt haar coming-out geframed als een soort
wedergeboorte (sommige artikelen noemen het letterlijk een ‘rebirth’) die een einde maakt
aan haar getroebleerde bestaan als man en haar fantastische bestaan als vrouw inluidt. Tot
slot wordt ze expliciet toegejuicht als een inspiratie voor andere transgender personen. Maar
waar Penner/Daniels min of meer door de media in de rol van inspirerend voorbeeld werd
gedwongen,
106neemt Wachowski deze rol ook zelf op zich, door zich actief in te zetten voor de
LGBT-gemeenschap. Nog een belangrijk verschil met Penner/Daniels is dat de media
Wachowski zélf veelvuldig aan het woord lieten om haar visie op haar genderidentiteit
kenbaar te maken. Wachowski heeft die gelegenheid aangegrepen om stevige kritiek te uiten
op de binaire genderideologie. In een interview met The Sunday Times zegt ze bijvoorbeeld:
The pathology lies in a culture that wants to see gender as a binary thing, whereas it's a spectral thing. The projection onto people like me is this convention that you want to make everyone fit. In the same way that some people look at the movie and get upset because it doesn't fit into a conventional mould, people get angry because I represent something that transcends their limited definition of what gender is. (Mueller 2013)
In de nieuwsverhalen over Wachowski wordt de heersende genderideologie dus wél
bekritiseerd, vooral omdat Wachowski zelf de kans krijgt om haar perspectief te verwoorden,
iets wat bij Penner/Daniels en Brandon Teena amper of niet het geval was.
De verandering past bij de trend die Stryker (2008) signaleert met betrekking tot de
mediarepresentatie van transgenderisme in de 21
eeeuw. Transgender personen worden
steeds vaker gezien in de massamedia, en bovendien vaker positief en minder bevooroordeeld