Bijlagen
Bijgaand treft u de volgende bijlagen:
Bijlage I: Analyse van de economische gegevens ... 75
Bijlage II: Beeld van de bedrijfstak ... 76
Bijlage III: Conjunctuurgevoeligheid hotelsector……… 77
Bijlage IV A: Vraagpuntenlijst diepte-interviews met vijf hoteliers……… 78
Bijlage IV B: Checklist soorten succesfactoren ... 81
Bijlage IV C: Toelichting op de checklist ... 83
Bijlage V A: Vragenlijst enquête ... 84
Bijlage V B: Toelichting op de vragenlijst... 91
Bijlage VI: Verantwoording van de gebruikte SPSS toetsen ... 93
Bijlage VII: Respondentenprofiel... 94
Bijlage VIII: Frequenties van de gebruikte succesfactoren ... 96
Bijlage IX: Frequenties van metingen ... 97
Bijlage X: Frequenties van bijstuuracties ... 99
Bijlage XI: Significante verbanden naar grootteklasse ... 101
Bijlage XII: Significante verbanden naar relatievorm ... 103
Bijlage XIII: Significante verbanden naar exploitatieduur... 107
Bijlage XIV: Significante variabelen naar leeftijd... 108
Bijlage XV: Significante verbanden naar horecaopleiding ... 109
Bijlage XVI: Significante verbanden naar laatst genoten opleiding ... 111
Bijlage I: Analyse van de economische gegevens
In de hoogconjunctuur van de jaren ‘95-’00 zijn de omzetten met mooie groeicijfers gestegen.
Daarentegen zijn er kostenverhogende bedrijfsaanpassingen nodig geweest vanwege diverse wettelijke verplichtingen (hygiëne, Arbo-wet en milieu). Daarnaast zijn de lasten van gemeentelijke overheden gestegen. De krapte op de arbeidsmarkt was merkbaar in een stijging van de loonkosten.
Het netto effect gedurende de periode ’95-’00 is een verbetering van het gemiddelde netto bedrijfsresultaat.
Het jaar 2001 stond in het teken van winstwaarschuwingen. De afnemende groei had veel te maken de algehele economische stemming. In 2001 zijn er geen grote internationale toeristentrekkers geweest. Integendeel, de tegenslagen in Europa (MKZ) en de VS zorgden voor een afname van de mobiliteit. De omzetstijging van 4% is volledig toe te schrijven aan de doorberekening van de hogere kosten. Het netto bedrijfsresultaat in 2001 (0,75%) lag beduidend lager dan de inflatie (4,5%).
In 2002 heeft de degressieve lijn in de omzetontwikkeling zich verder doorgezet. De omzetstijging van 2,5% wordt veroorzaakt door een prijsstijging van 6%. Een deel onverkochte producten maakt dat het inkoopvolume hoger lag dan het verkoopvolume. Daarbij gold dat er relatief veel personeel aanwezig was. De prijsstijging van inkoop en lonen was minder, waardoor per saldo de inkoopkosten en loonkosten minder zijn gestegen dan de omzet. Dit compenseert de sterker gestegen overige
exploitatiekosten. In 2002 is ten gevolge van de prijsstijging de winstgevendheid enigszins verbeterd.
Het eerste kwartaal van 2003 liet een weinig positief beeld zien. De koopbereidheid van de consumenten was laag. Dit wordt vooral veroorzaakt door de oorlog in Irak, de economische tegenvallers en de dalende koopkracht van gezinnen. De ervaring uit het verleden leert dat horeca bestedingen over het algemeen vertraagd reageren op conjunctuurbewegingen. De verwachting is dat de omzetcijfers van kwartaal tot kwartaal verbeteren, maar gemiddeld op jaarbasis niet boven nul zullen uitkomen.
Bijlage II: Beeld van de bedrijfstak
Verdeling bedrijven 2002
18735
9976 9969
2900 4051
drankensec tor fas tfoodsector restaurantsec tor hotels ec tor catering
Omz etverdeling 2001 (in miljard)
2,9
2,3
3,9 3
2 1
drankensector fastfoodsector restaurantsector hotelsector catering
verblijfsrecreatie
Verdeling werknemers
89500
53.200 90.700
58.200
drankensector fastfoodsector restaurantsector hotelsector
Bijlage III: Conjunctuurgevoeligheid hotelsector
-6 -4 -2 0 2 4 6 8 10 12
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 kw03-1
% omzetgroei
hotelsector horeca totaal
Bijlage IV A: Vraagpuntenlijst diepte-interviews met vijf hoteliers
1.Inleiding/ introductie Voorstellen
Uitleggen achtergrond en doel van het onderzoek Kort de procedure van het interview toelichten
Vragen of geïnterviewde bezwaar maakt dat het interview wordt opgenomen op een bandopname. Benadrukken van anonimiteit waarborging.
2.Persoons- en bedrijfskenmerken geïnterviewde Persoonskenmerken:
Naam Leeftijd
Horeca opleiding Laatste opleiding
Bedrijfsgegevens:
Grootte van het bedrijf in aantal medewerkers/ loonsom Relatie vorm
Startdatum
3.Houding ten opzichte van beheersing
Hoe kijkt u tegen prestatiemeting in een organisatie aan? Argumentatie!
Vindt u prestatiemeting van belang voor uw organisatie? Argumentatie!
Bij 2 verschillende antwoorden, doorvragen!
Vindt u dat het belang van prestatiemeting is toegenomen? Argumentatie!
4. Beoordeling van beheersing?
Hoe beoordeelt u de prestatiemeting in uw organisatie?
Doorvragen!
5. Strategie
Wat is de strategie van uw organisatie?
Geen duidelijke strategie, doorvragen naar oorzaken. Door andere vraagformulering komen tot een duidelijker beeld.
Is de strategie op meerdere vlakken uitgewerkt?
6.Structuur
Welke verschillende afdelingen zijn er?
Waarvoor is de afdeling………verantwoordelijk? Toelichten!
Wie van deze afdeling is de verantwoordelijke?
Wat zijn zijn/ haar bevoegdheden? Toelichten!
De laatste 3 vragen herhalen totdat alle afdelingen besproken zijn.
7.Beoordelingsmaatstaven
Hoe beoordeel je of het proces goed verloopt?
Probeer duidelijkheid te krijgen in: op basis van gevoel, gekwantificeerd of anders Welke maatstaven worden gebruikt om te beoordelen of het proces goed verloopt?
Doorvragen totdat geen nieuwe informatie meer verkregen wordt.
Nadat respondent geen informatie meer kan verschaffen checklist afgaan met verschillende soorten maatstaven en vragen of hij/zij deze gebruiken.
Checklist maatstaven bijlage 2b
Waarom worden deze maatstaven gebruikt?
Vervolgens de vier onderstaande vragen behandelen, waarbij steeds dezelfde gebruikte gekwantificeerde maatstaf genoemd wordt
Hoe vaak wordt <gekwantificeerde maatstaf noemen> dit gemeten?
Welke acties worden ondernomen bij een verschil?
Waarom deze acties?
Wie is hier verantwoordelijk voor?
Hoe wordt de norm/ standaard vastgesteld?
Wie doet dat?
Doorvragen totdat alle gekwantificeerde maatstaven behandeld zijn
Is er een beloning gekoppeld aan het behalen van een maatstaf? Argumentatie Geen beloning >> ga door naar onderstaande vragen
Waar is de beloning aan gekoppeld?
Doorvragen naar de reden
Wie stelt de hoogte van de beloning vast?
Wie komen voor de beloning in aanmerking?
8. Beoordeling
Is uw oordeel over de manier waarop u met beheersing omgaat verandert?
9.Afsluiting
Vragen of er nog vragen of opmerkingen zijn De respondent bedanken voor de tijd en moeite
Benadrukken dat bandopnamen naar verwerking vernietigd worden
Bijlage IV B: Checklist soorten succesfactoren
Indicatoren Financieel Werknemers
Budget Kengetallen Tevredenheid Productiviteit Verloop
Respondent 1a
Respondent 1b
Respondent 2
Respondent 3a
Respondent 3b
Indicatoren Innovatie Proces
Opleidingsgraad Betrokkenheid Efficiency Kwaliteit Tijd
Respondent 1a
Respondent 1b
Respondent 2
Respondent 3a
Respondent 3b
Indicatoren Klant Tevredenheid Respondent 1a
Respondent 1b Respondent 2 Respondent 3a Respondent 3b
Bijlage IV C: Toelichting op de checklist
Voor het identificeren van de relevante succesfactoren is gebruik gemaakt van het onderzoek van Brotherton en Shaw (1996) en de management accounting literatuur. Brotherton en Shaw hebben onderzoek gedaan naar het gebruik en de relatieve prioriteiten van kritische succesfactoren in hotels in Engeland.
Per succesfactor zal kort ingegaan worden op de definitie, de relevantie voor de hotelsector en de significante verbanden met andere succesfactoren.
Financieel Budget
In het budget wordt een overzicht gegeven van de verwachte opbrengsten en kosten over een bepaalde periode. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar paragraaf 4.5
Kengetallen
In paragraaf 4.6 is ingegaan op de verschillende kenmerken van een dienst, onder andere het niet in voorraad kunnen houden. Als een hotel in de maand juni een bezettingsgraad heeft van 80%,
betekent dit dat 1 kamer die maand gemiddeld 24 dagen gebruikt is. De omzet van de 6 overgebleven dagen ben je voor altijd kwijt. Gelet op dit kenmerk zal er een onderscheid gemaakt worden tussen werkelijk gebruik en de beschikbare capaciteit. Beiden worden hier onder de categorie kengetallen opgenomen.
Medewerkers
Werknemertevredenheid
Hoppeck omschreef in 1935 in zijn werk ‘Job Satisfaction’ werknemertevredenheid als: any combination of psychological, physiological and environmental circumstances that cause a person thruthfully to say “I am satisfied with my work’ (Ganguli, 1994: p. 15). Ganguli concludeert hieruit dat tevredenheid kan worden omschreven als een verbale uiting van een werknemer over zijn werk.
De oorzaken van tevredenheid zijn tweeledig. Tevredenheid kan veroorzaakt worden door
persoonsgebonden kenmerken en omgevingskenmerken. Satisfactietheorieën verschillen van elkaar in de mate waarin van het bestaan van ‘needs’ wordt uitgegaan dan wel uitsluitend situationele kenmerken in ogenschouw worden genomen.
Het groeiende belang van satisfactietheorieën heeft ertoe geleid dat onderzoekers verschillende werkaspecten en hun contributie tot productiviteitsverbeteringen over een lange tijdsperiode hebben onderzocht. Schliesinger (1991 en Zornitsky (2001) hebben aangetoond dat werknemertevredenheid significant gerelateerd is aan werknemerbetrokkenheid, werknemers verloop en arbeidsproductiviteit.
Dienhart en Gregoire (1993) hebben onderzoek gedaan naar de invloed van werknemerstevredenheid op de klanttevredenheid in de hotelsector. Zij hebben aangetoond dat er een significante positieve relatie is tussen beide variabelen.
Werknemersverloop
Een hoog verlooppercentage beïnvloedt de kwaliteit van de geleverde diensten (Johnson, 1981, p:34).
Uitstroom van medewerkers leidt tot verlies van kennis en ervaring. Extra kosten moeten gemaakt worden voor werving, scholing en training van nieuwe medewerkers.
Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit vormt eigenlijk een onderdeel van de financiële kengetallen, maar gezien de relevantie voor de horeca is deze apart opgenomen. Arbeidsproductiviteit kan omschreven worden als: de efficiëntie waarmee de productiefactor arbeid bijdraagt aan de productie van toegevoegde waarde (ofwel omzet minus inkoop). Het geeft in wezen aan wat een uur arbeid waard is.
Voor bedrijfstakken met een hoge arbeidsintensiteit is het dan ook van belang om hier op te letten.
In paragraaf 3.2 is naar voren gekomen dat de arbeidsproductiviteit in de horeca ver onder het gemiddelde ligt. Een oorzaak kan gevonden worden in het kleinschalige karakter van de horeca. Het grootbedrijf (100 medewerkers of meer) kent over het algemeen een hogere gemiddelde
arbeidsproductiviteit dan middelgrote en kleine bedrijven. Efficiëntere productiemethoden die samenhangen met schaalvoordelen, kunnen hieraan ten grondslag liggen.
Klant
Klanttevredenheid
Zeithaml en Bitner (2000, p.75) definiëren klanttevredenheid als: tevredenheid is de evaluatie van klanten over of het product/ dienst voldaan heeft aan behoeften en verwachtingen.
In de praktijk wordt het begrip klanttevredenheid vaak verward met de kwaliteit van de dienstverlening.
Proces
Kwaliteit van dienstverlening
Zeithaml en Bitner (1996, p. 117) verstaan onder kwaliteit van dienstverlening: ervaren kwaliteit van dienstverlening is de totale discrepantie tussen de verwachtingen van een klant omtrent een dienst en zijn/ haar percepties van de prestatie.
Zij zijn van mening dat het bredere begrip tevredenheid wordt beïnvloed door percepties van de kwaliteit van dienstverlening en andere antecedenten zoals prijs (oftewel ervaren waarde) en situationele en persoonlijke factoren (bijvoorbeeld emoties).
Efficiency
Het gaat hier om de efficiëntie waarmee de diensten geleverd worden. Oftewel de hoeveelheid middelen die verbruikt wordt om een bepaald doel te bereiken
Tijd
Hierbij gaat het om de tijd hoe lang het duurt voordat gasten geholpen worden, hun drankjes krijgen geserveerd en dergelijke.
Brotherton en Shaw hebben in hun onderzoek aangetoond dat de factor tijd, voor de hotelsector van minder belang is. Voor de volledigheid zal het echter wel meegenomen worden.
Innovatie
Door de kleinschaligheid van de bedrijfstak en het gebrek aan tijd en middelen, maar ook de sterke concentratie op de problemen van alledag, staat innovatie niet hoog op het aandachtslijstje van veel horecaondernemers.
Aantal proces en productintroducties
De innovaties zijn met name gericht op verbetering van de producten en bedrijfsprocessen. In de hotelbranche wordt verbetering in het proces vaak genoemd naast toepassing van ICT-technologie.
Productverbeteringen zijn belangrijk bij restaurants.
Opleidingsgraad van de medewerkers
Innoveren of veranderen kan op tal van gebieden betrekking hebben, van apparatuur tot
werkmethoden, van concept tot managementstijlen. Opleiden, trainen, ontwikkelen is gericht op het verhogen van het niveau van kennis en vaardigheden. Hierdoor is men beter in staat het werk te verrichten, breder inzetbaar in het bedrijf of beter in staat de producten en diensten voor het voetlicht te brengen bij de klant en daarmee de waarde voor de klant verhogend.
Bijlage V A: Vragenlijst enquête
Interview nr. Tijdstip: Datum:
Zelf van tevoren invullen (bij twijfel navragen aan geïnterviewde) 1a. Naam hotel:
1b. Grootteklasse in fte.
1c. Relatievorm
1d. Jaar begin exploitatie 19… 20…..
2 a. Wat is uw leeftijd? …. Jaar 2 b. Heeft u een horecaopleiding genoten?
1 nee
2 ja 9 wn/gm
2 c. Wat is uw laatst (afgeronde) opleiding?
- Aangeven wie je wil spreken (naam uit bestand, bij afwezigheid, vragen of je mag terugbellen en tijdstip terugbellen)
- Aangeven onderwerp van het onderzoek+ korte toelichting aanleiding - Benadrukken dat het slechts enkele minuten van de tijd in beslag neemt
3 a. Hoe waardeert u de prestatiemeting in uw organisatie?
1 Lagere school 2 LB0
3 MAVO 4 MBO
5 HAVO/ VWO 6 HBO 7 WO 9 wn/gm
1 slecht 2 niet goed 3 gemiddeld
4 wel goed
5 goed
9 wn/gm
1 20-29 wn 2 30-39 wn. 3 40-49 wn.
1 zelfstandig 2 keten
3 franchise 4 samenwerking
De volgende drie vragen gaan over de richting die u met uw onderneming in de toekomst op wil.
5 a. Waarin wilt u zich onderscheiden van de concurrent?
1 kwaliteit 2 kosten
9 gm/wn
5 b. Wordt de strategie op meerdere perspectieven uitgewerkt?
1 nee 2 ja
5 c. Wie zijn de beslissingsnemers met betrekking tot de te bepalen strategie?
1 ondernemer/general manager 2 hoofdkantoor
3 anders,……….
9 wn/gm
De volgende vragen gaan over de wijze hoe u tegen prestatiemeting aankijkt 4 a. Prestatiemeting in een organisatie is:
4 b. Prestatiemeting is in onze organisatie:
4 c. Resultaten van de maatstaven van organisatieleden worden openlijk
gecommuniceerd waardoor medewerkers op de hoogte blijven van de status van de organisatie.
4 d. Organisatieleden worden gestimuleerd om hun resultaten te verbeteren m.b.v. het systeem
1 niet van belang 2 nauwelijks van belang 3 neutraal
4 wel van belang 5 zeer belangrijk 9 wn/ gm
1 niet van belang 2 nauwelijks van belang 3 neutraal
4 wel van belang 5 zeer belangrijk 9 wn/ gm
1 niet van belang 2 nauwelijks van belang 3 neutraal
4 wel van belang 5 zeer belangrijk 9 wn/ gm
1 niet van belang 2 nauwelijks van belang 3 neutraal
4 wel van belang 5 zeer belangrijk 9 wn/gm
De volgende vragen gaan over de verschillende afdelingen en de verantwoordelijkheden.
6 a. Welke afdelingen zijn er?
6 b. Wat is de verantwoordelijkheid van de keuken?
………
………
………
6 c. Per verantwoordelijkheidsgebied ingaan op de bevoegdheden van de keuken
………..
………..
6 d. Komen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden overeen?
1 nee 2 ja
3 gm/wn
6 e. Wat is de verantwoordelijkheid van de bediening?
………
………
………
6 f. Per verantwoordelijkheidsgebied ingaan op de bevoegdheden van de bevoegdheden
………
………
6 h. Komen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden overeen?
1 nee 2 ja 9 gm/wn
6 i. Wat is de verantwoordelijkheid van de huishouding?
………..
………..
6 j. Per verantwoordelijkheidsgebied ingaan op de bevoegdheden van de bevoegdheden
………
………
6 k. Komen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden overeen?
1 nee 2 ja 9 gm/wn
6 l. Wat is de verantwoordelijkheid van de receptie?
………
………
6 m. Per verantwoordelijkheidsgebied ingaan op de bevoegdheden van de bevoegdheden
………
………
6 n. Komen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden overeen?
1 nee 2 ja 9 gm/wn
6 o. Wat is de verantwoordelijkheid van de overige afdeling(en)?
………
………
6 p. Per verantwoordelijkheidsgebied ingaan op de bevoegdheden van de bevoegdheden
………
………
1 Keuken 2 Bediening 3 Huishouding
4 Receptie 5 Overig 6 Gm/wn
Vervolgens wil ik u graag enkele vragen stellen over de gebruikte maatstaven.
Maakt u gebruik van:
7 a. Financiële maatstaven 7 b. Niet-financiële maatstaven 7 c. Budgetten
7 d. Kengetallen
7 e. Welke?………..
7 f. Werknemerstevredenheid 7 g. Hoe?………..
7 h. Werknemers verloop
7 i. Hoe?.. ……….
7 j. Arbeidsproductiviteit
7 k. Hoe?………
7 l. Klanttevredenheid
7 m. Hoe?……….
7 n. Doelmatigheid proces?
7 o. Hoe?………..
7 p. Kwaliteit proces
7 q. Hoe?………..
7 r. Tijd/ snelheid
7 s. Hoe?……….
7 t. Opleidingsgraad
7 u. Hoe?………...
7 v. Aantal proces en productintr.
7 w. Hoe?……….
7 x. Anders, ………..
………
………
7 y. Dient de strategie als uitgangs- punt bij het bepalen van de gebruikte maatstaven?
Nee 1
1 1 1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Ja, gevoels- matig
2
2 2 2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Ja, gekwan- tificeerd
3
3 3 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
wn/ gm 9
9 9 9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
1 2 3 9
De volgende vragen gaan over de frequentie van de metingen Hoe vaak meet u:
8 a. verschilanalyse budget
8 b. (gemiddelde meting) Kengetallen
8 c. Werknemerstevredenheid
8 d. Werknemersverloop
8 e. Arbeidsproductiviteit
9 f. Klanttevredenheid
8 g. Efficiency
8 h. Kwaliteit
8 i. Tijd
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kwartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
8 j. Opleiding
8 k. Aantal proces- en productintroducties 1 per jaar
2 per half jaar 3 per kartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
1 per jaar 2 per half jaar 3 per kartaal 4 per maand
5 per week 6 per dag 8 n.v.t 9 wn/gm
Vervolgens nog een aantal vragen over het gebruik van beloningen 9 a. Zijn er beloningen gekoppeld aan de prestatiemeting?
1 nee >> ga door naar vraag 11 a.
2 ja 9 wn/ gm
9 b. Zo ja, wanneer krijgt een medewerker een beloning?
………
………
9 c. Waarom wordt er aan deze maatstaven een beloning gekoppeld?
………
………
9 d. Is de beloning gekoppeld aan de richting die u met uw bedrijf op wil?
1 nee 2 ja 9 gm/ wn
Vervolgens enkele vragen over de acties die u onderneemt als u denkt dat het proces niet goed verloopt.
10 a Welke acties onderneemt u als blijkt dat de werkelijke omzet ver achterblijft (meerdere antwoorden mogelijk)
10 b. Werkelijke acties onderneemt u als blijkt dat de werkelijke kosten stukken hoger liggen dan begroot?
10 c. Wat doet u als blijkt dat de werkelijke werknemerstevredenheid ver onder de standaard ligt?
10 d. Wat doet u als de werknemersverloop hoger ligt dan standaard?
10 e. Wat doet u als de arbeidsproductiviteit ver onder de standaard ligt?
10 f. Wat doet u als de klanttevredenheid ver onder de standaard ligt?
10 g. Wat doet u als de doelmatigheid ver beneden standaard ligt?
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met het personeel 4 kijken bij anderen/ branchegeg.
5 omzetgegevens uitpluizen
6 meer adverteren 7 anders
8 n.v.t 9 wn/gm
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met het personeel 4 kijken bij anderen/ branchegeg.
5 kosten uitpluizen
6 bezuinigen 7 anders 8 n.v.t.
9 wn/ gm
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met het pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm 1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm
Tot slot, een aantal vragen over het belang van verdere informatie.
11 a. Zou u het nuttig vinden om meer informatie over prestatiemeting te krijgen?
1 Nee 2 Ja 9 wn/gm
11 b. Waarover zou u meer informatie willen hebben?
……….
……….
……….
11 c. Aan welke voorwaarden moet de informatie voldoen?
………
………
………
De ondernemer bedanken voor zijn/ haar medewerking
Eindtijd enquête: ….uur…. min
10 h. Wat doet u als de kwaliteit ver onder de standaard ligt?
10 i. Wat doet u als de tijd ver beneden standaard ligt?
10 j. Wat doet u als de opleiding ver onder de standaard ligt?
10 k. Wat doet u als het aantal product- en procesintros ver onder de standaard ligt?
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm
1 niets
2 weet niet, nog niet gebeurt 3 overleggen met pers.
4 kijken bij anderen 5 uitpluizen
7 anders 8 n.v.t.
9 wn/gm
12 a. Heeft u verder nog op- of aanmerkingen over dit onderwerp?
………..
………..
Bijlage V B: Toelichting op de vragenlijst
Vraag 1b
Fte staat voor fulltime eenheden, oftewel het aantal medewerkers, teruggerekend naar 38 uur in de week. Bij onduidelijkheid kan ook gebruik worden gemaakt van de loonsom van het bedrijf.
Aantal medewerkers Loonsom in euro’s 20-29 500.000-725.000 30-39 750.000-975.000 40-49 100.000-1.225.000 Vraag 1c
Bij de relatievorm zijn er vier verschillende typen onderscheiden. Een hotel is aangesloten bij een keten als de keten eigenaar is van het vastgoed, of de exploitatie / beheer tot de
verantwoordelijkheden van de keten behoren. Enkele grote ketens voeren meerdere brands teneinde op verschillende marktsegmenten (van budget tot luxe) een rol te spelen. Ter verduidelijking, de Formule 1 hotels, Sovitel hotels, Novotel hotels, Mercure hotels en tot slot het Ibis hotel, behoren allen tot de in Frankrijk gevestigde Accor keten.
Bij franchise is sprake als de eigenaar van de horecaonderneming (franchise-nemer) tegen betaling gebruikt maakt van commerciële formule van de franchise-gever. De Golden Tulip Hotels, Inns &
resorts is een voorbeeld van een franchisebedrijf in eigendom.
Een samenwerking wordt gekenmerkt doordat de exploitatie volgens eigen productformule binnen bepaalde algemene (kwaliteits)eisen verloopt en met eventueel gebruikmaking van centrale diensten, zoals inkoop, reservering en promotie. De Holland Hotels Hartverwarmend, is een voorbeeld van een samenwerkingsverband, waarin een kleine honderd vooral landelijke familiehotels zijn verenigd.
Vraag 3
De vraag naar de beoordeling van de prestatiemeting is aan het begin van de enquête geplaatst. Op deze manier wordt voorkomen dat de inhoud van de gestelde vragen het oordeel van
de respondent kan beïnvloeden.
Vraag 4a en 4b
Hierbij moet goed onderscheid gemaakt worden tussen belang van prestatiemeting in het algemeen en tussen het specifieke belang voor de organisatie. De reden waarom voor deze opdeling is gekozen, is omdat uit het kwalitatieve onderzoek naar voren is gekomen dat vooral kleine
ondernemers prestatiemeting wel van belang vinden, maar in hun eigen organisatie als nauwelijks van belang typeren. Met andere woorden om de invloed van de grootteklassen op prestatiemeting te bepalen, is er een opdeling aangebracht.
Vraag 5a
In paragraaf 3.6 is behandeld dat ondernemers de strategie veelal niet geëxpliciteerd hebben. Daarom wordt er hier gebruik gemaakt van een strategie typologieën. Er zijn een aantal strategie typologieën te onderscheiden. Simons (1987) hanteert de door Miles en Snow (1978) ontworpen defender- prospector typologie. Ik hanteer de typologie van Porter (1980) te weten: kostenleiderschap en kwaliteit (differentiatie).
Vraag 5b
Onder verschillende perspectieven versta ik: financieel perspectief, klant perspectief,
werknemersperspectief, proces perspectief en innovatie perspectief. Wanneer de strategie is
uitgewerkt in 1 van de perspectieven dan is code 1 het goede antwoord. Is de strategie uitgewerkt in 2 of meerdere perspectieven dan is code 2 het goede antwoord.
Vraag 5c
General manager is gelijk gesteld aan een ondernemer, aangezien in ketens de general manager de eindverantwoordelijke voor het hotel is.
Vraag 6
Gezien het belang van de vragen 6 d,h,k en n is ervoor gekozen om de twee vragen inzake
verantwoordelijkheden en bevoegdheden open te houden. Als je werkt met antwoordmogelijkheden, ben je snel geneigd om bij elke verantwoordelijkheid een bijbehorende bevoegdheid te formuleren.
Het gevaar bestaat dat ondernemers geneigd zijn om een wenselijk antwoord te geven.
Vraag 6a
Onder overige afdelingen versta ik onder andere de technische dienst, sales en het management.
Vraag 7
De vraag naar het identificeren van maatstaven, is wetenschappelijk gezien niet goed geformuleerd, aangezien het kritische succesfactoren en prestatie- indicatoren moeten zijn. Uit de bevindingen van het kwalitatieve vooronderzoek kwam naar voren dat de respondenten de begrippen kritische
succesfactoren en prestatie-indicatoren maar moeilijk konden plaatsen. Het begrip maatstaf sprak ze meer aan.
Het is gezien de tijdsrandvoorwaarden1 niet wenselijk om in een enquête de vele verschillende prestatie-indicatoren op te nemen. Het gevaar bestaat dat je als onderzoeker te veel voorschrijft en dat niet alle gebruikte indicatoren geïdentificeerd worden. Daarom is ervoor gekozen om de vragen e,g,i,k,m,o,q,s,u en w op te nemen, zodat de ondernemer zelf kan aangeven welke indicator hij gebruikt voor elke succesfactor.
Uit het kwalitatieve interview is naar voren gekomen dat ondernemers veelal sturen op basis van gevoel. Om een zo waarheidsgetrouw beeld te kunnen geven van de besturing in de hotelsector, is deze optie opgenomen.
Vraag 8
Als er niet op een succesfactor gestuurd wordt, dan betekent dit automatisch dat een vraag betreffende de frequente van de meting niet van toepassing is. Daarnaast is het moeilijk om aan te geven, hoe vaak je iets meet als dit op basis van gevoel gebeurt.
Vraag 8b
Voor vraag 8b geldt dat er veelal meerdere kengetallen gebruikt worden, waardoor de frequentie van meten per kengetal zal verschillen. Daarom wordt er hier uitgegaan van de gemiddelde frequentie.
1aan een telefonische enquête is een tijdslimiet verbonden. Er wordt over het algemeen vanuit gegaan dat een enquête niet langer dan 10 minuten mag duren (Baarda en de Goede, 1997: p. 148)
Bijlage VI: Verantwoording van de gebruikte SPSS toetsen
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van categorische variabelen (nominale en ordinale variabelen).
De mogelijke antwoorden op de categorische varabelen zijn discreet. De mogelijke antwoorden zijn van nominaal niveau, oftewel eindig (nauwelijks van belang, niet van belang) dan wel van ordinaal niveau, wat inhoudt aftelbaar oneindig (opleidingsniveau). In dit onderzoek is veelvuldig gebruik gemaakt van nominale variabelen. Gelet op de willekeurige codering van deze variabelen is het uitrekenen van gemiddelde en andere locatie- en spreidingsmaatstaven weinig zinvol.
Daarnaast is er gebruik van kwantitatieve variabelen op ratio niveau (leeftijd en exploitatieduur). Door de exacte leeftijd van de ondernemer in te delen in klassen, gaan we van ratio naar ordinaal niveau.
In dit onderzoek wordt de relatie tussen variabelen symmetrisch verondersteld. Oftewel er wordt geen causaal verband aangenomen. We kunnen ‘slechts’ zeggen dat variabelen samenhang (een verband) vertonen. De Pearson’s X² toets gaat uit van een symmetrische relatie tussen variabelen. De nadelen van deze toets zijn:
afhankelijkheid van het aantal waarnemingen;
afhankelijkheid van de grootte van de tabel;
er is geen vaste bovengrens.
Wanneer bij deze toets sprake is van significante verbanden, kan met 95% zekerheid worden gesteld dat het niet op toeval berust. De categorie weet niet/ geen mening is niet meegenomen in de toets.
Gelet op de afhankelijkheid van de X² toets op de grootte van de tabel (het aantal rijen en kolommen) is het wetenschappelijk onjuist om met deze toets tabellen van verschillende groottes met elkaar te vergelijken. Om aan deze bezwaren voor een deel tegemoet te komen wordt er in dit onderzoek gebruik gemaakt van de aangepaste associatiemaat Cramer’s V. Deze waarde is afgeleid van X² en de waarde ligt altijd tussen 0 en 1. Naarmate de waarde dichter bij 1 ligt, is het verband significanter.
De toets op onafhankelijkheid bepaalt de al dan niet aanwezigheid van een verband tussen variabelen. Als onafhankelijkheid wordt verworpen is de volgende vraag waar het verband in de kruistabel in het bijzonder wordt waargenomen en hoe de samenhang daarbij kan worden
omschreven (positief dan wel negatief)? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van de aangepaste gestandaardiseerde residuen. Als een residu voldoende positief is dan is het feitelijk aantal waarnemingen in de betreffende cel groter dan verwacht: het verband in de cel is positief.
Bijlage VII: Respondentenprofiel
Grootteklasse
35 55,6 55,6 55,6
19 30,2 30,2 85,7
9 14,3 14,3 100,0
63 100,0 100,0
20-29 30-39 40-49 Total Valid
Frequency Percent Valid Percent
Cum ulative Percent
Juridisch
47 74,6 74,6 74,6
10 15,9 15,9 90,5
3 4,8 4,8 95,2
3 4,8 4,8 100,0
63 100,0 100,0
zelfstandig ondernemer keten
franchise
samenwerkingsverband Total
Valid
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative Percent
Exploitatie
1 1,6 1,6 1,6
25 39,7 39,7 41,3
17 27,0 27,0 68,3
10 15,9 15,9 84,1
6 9,5 9,5 93,7
4 6,3 6,3 100,0
63 100,0 100,0
2000-heden 1990-1999 1980-1989 1970-1979 1960-1969 1950-1959 Total Valid
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative Percent
Leeftijd
7 11,1 11,1 11,1
21 33,3 33,3 44,4
17 27,0 27,0 71,4
14 22,2 22,2 93,7
4 6,3 6,3 100,0
63 100,0 100,0
<30 31-40 41-50 51-60
>61 Total Valid
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative Percent
Horecaopl
25 39,7 39,7 39,7
38 60,3 60,3 100,0
63 100,0 100,0
nee ja Total Valid
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative Percent
laatste opl
7 11,1 11,1 11,1
2 3,2 3,2 14,3
6 9,5 9,5 23,8
28 44,4 44,4 68,3
3 4,8 4,8 73,0
16 25,4 25,4 98,4
1 1,6 1,6 100,0
63 100,0 100,0
lagere school lbo
mavo mbo havo/vwo hbo wo Total Valid
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative Percent
Bijlage VIII: Frequenties van de gebruikte succesfactoren
Perspectief Financieel Succesfactor Budget Kengetallen
aantal % aantal %
Niet 0 0 0 0
Ja, gevoel 2 3 2 3
Ja, gekwantificeerd 61 97 61 97
geen mening/ weet niet 0 0 0 0
N 63 100 63 100
Perspectief Werknemer
Succesfactor tevredenheid verloop productiviteit
aantal % aantal % aantal %
Niet 46 73 55 87 46 81
Ja, gevoel 14 22 5 8 0 0
Ja, gekwantificeerd 3 5 3 5 12 19
geen mening/ weet niet 0 0 0 0 0 0
N 63 100 63 100 63 100
Perspectief Klant
Succesfactor tevredenheid
aantal %
Niet 6 10
Ja, gevoel 30 48
Ja, gekwantificeerd 27 43 geen mening/ weet niet 0 0
N 63 100
Perspectief Proces
Succesfactor Efficiency Kwaliteit Tijd
aantal % aantal % aantal %
Niet 48 76 49 78 50 79
Ja, gevoel 5 8 12 19 1 2
Ja, gekwantificeerd 10 16 2 3 12 19
geen mening/ weet niet 0 0 0 0 0 0
N 63 100 63 100 63 100
Perspectief Innovatie
Succesfactor Opleiding Betrokkenheid
aantal % aantal %
Niet 62 98 59 94
Ja, gevoel 0 0 3 5
Ja, gekwantificeerd 1 2 1 2
geen mening/ weet niet 0 0 0 0
N 63 100 63 100
Bijlage IX: Frequenties van metingen
Perspectief Financieel Succesfactor Budget Kengetallen
aantal % aantal %
Per jaar 1 2 0 0
Per half jaar 14 26 2 3
Per kwartaal 25 43 20 35
Per maand 20 29 27 45
Per week 0 0 6 17
Per dag 0 0 1 2
Niet van toepassing 0 0 0 0
geen mening/ weet niet 0 0 0 0
N 63 100 63 100
Perspectief Proces
Succesfactor Doelmatigheid Kwaliteit Tijd
aantal % aantal % aantal %
Per jaar 0 0 1 2 0 0
Per half jaar 13 21 2 3 2 3
Per kwartaal 4 6 3 5 1 2
Per maand 0 0 0 0 0 0
Per week 0 0 0 0 0 0
Per dag 0 0 0 0 0 0
Niet van toepassing 45 71 56 89 59 94
geen mening/ weet niet 1 2 1 2 1 2
N 63 100 63 100 63 100
Perspectief Klant
Succesfactor tevredenheid
aantal %
Per jaar 6 10
Per half jaar 18 29
Per kwartaal 1 2
Per maand 0 0
Per week 0 0
Per dag 0 0
Niet van toepassing 37 59 geen mening/ weet niet 1 2
N 63 100
Perspectief Werknemer
Succesfactor tevredenheid verloop productiviteit
aantal % aantal % aantal %
Per jaar 0 0 0 0 0 0
Per half jaar 5 8 4 6 7 11
Per kwartaal 0 0 0 0 3 5
Per maand 0 0 0 0 2 3
Per week 0 0 0 0 0 0
Per dag 0 0 0 0 0 0
Niet van toepassing 58 92 59 94 50 79
geen mening/ weet niet 0 0 0 0 1 2
N 63 100 63 100 63 100
Perspectief Innovatie
Succesfactor Opleiding Betrokkenheid
aantal % aantal %
Per jaar 0 0 0 0
Per half jaar 1 2 1 2
Per kwartaal 1 2 0 0
Per maand 0 0 0 0
Per week 0 0 0 0
Per dag 0 0 0 0
Niet van toepassing 60 95 61 96
geen mening/ weet niet 1 2 1 2
N 63 100 63 100
Bijlage X: Frequenties van bijstuuracties
budget aantal % kengetallen aantal %
niets 2 3 niets 2 3
overleggen met personeel 2 2 overleggen met personeel 5 8 kijken bij anderen 9 14 kijken bij anderen 8 13 gegevens uitpluizen 12 19 gegevens uitpluizen 45 71
meer adverteren 35 56 bezuinigen 26 41
anders 2 2 anders 0 0
niet van toepassing 0 0 niet van toepassing 0 0
weet niet 1 2 weet niet 0 0
N 63 100 N 86 136
Werknemer-
tevredenheid aantal % verloop aantal %
niets 0 0 niets 0 0
overleggen met personeel 19 30 overleggen met personeel 8 13 kijken bij anderen 0 0 kijken bij anderen 0 0 gegevens uitpluizen 3 5 gegevens uitpluizen 3 5
anders 0 0 anders 0 0
niet van toepassing 40 64 niet van toepassing 55 87
weet niet 2 3 weet niet 0 0
N 63 100 N 66 105
Arbeidsproductiviteit aantal % Klanttevredenheid aantal %
niets 0 0 niets 0 0
overleggen met personeel 18 29 overleggen met personeel 30 48 kijken bij anderen 0 0 kijken bij anderen 0 0 gegevens uitpluizen 5 8 gegevens uitpluizen 28 44
anders 0 0 anders 0 0
niet van toepassing 46 73 niet van toepassing 6 10
weet niet 2 3 weet niet 2 3
N 71 113 N 66 105
Efficiency aantal % Kwaliteit aantal %
niets 0 0 niets 0 0
overleggen met personeel 28 44 overleggen met personeel 20 32 kijken bij anderen 2 3 kijken bij anderen 5 8 gegevens uitpluizen 10 16 gegevens uitpluizen 3 5
anders 0 0 anders 0 0
niet van toepassing 32 51 niet van toepassing 26 41
weet niet 2 3 weet niet 9 14
N 63 100 N 63 100
Tijd aantal % Opleidingsgraad aantal %
niets 0 0 niets 0 0
overleggen met personeel 10 15 overleggen met personeel 1 2 kijken bij anderen 2 4 kijken bij anderen 0 0 gegevens uitpluizen 1 2 gegevens uitpluizen 0 0
anders 0 0 anders 0 0
niet van toepassing 50 79 niet van toepassing 62 98
weet niet 0 0 weet niet 0 0
N 63 100 N 63 100
Aantal proces en productin. aantal %
niets 0 0
overleggen met personeel 3 6 kijken bij anderen 0 2 gegevens uitpluizen 1 2
anders 0 0
niet van toepassing 59 94
weet niet 0 0
N 63 100
Bijlage XI: Significante verbanden naar grootteklasse
Leeswijzer: grootteklasse is significant gerelateerd aan het belang van beheersing in de eigen organisatie. Ondernemers in de grootteklassen 20-29 medewerkers beschouwen het belang van beheersing in een organisatie als niet van belang of nauwelijks van belang.
Significante verbanden naar grootteklassen
x² toets Cramer's V variabelen positief verband met:
20-29 0,03 0,347 belang van beheersing niet van belang en nauwelijks van belang 30-39 in eigen organisatie neutraal en wel van belang
40-49 wel van belang en zeer belangrijk
20-29 0,02 0,436 communicatie niet van belang, nauwelijks van belang en neutraal
30-39 neutraal en wel van belang
40-49 wel van belang en zeer belangrijk
20-29 0,03 0,426 stimuleren niet van belang en nauwelijks van belang
30-39 neutraal en wel van belang
40-49 wel van belang en zeer belangrijk 20-29 0,02 0,44 operationaliseren 1 perspectief
30-39 meerdere perspectieven
40-49 meerdere perspectieven
20-29 0,027 0,341 financiële maatstaven gevoelsmatig
30-39 gekwantificeerd
40-49 gekwantificeerd
20-29 0,019 0,306 niet- financiële niet en gevoelsmatig
30-39 maatstaven gekwantificeerd
40-49 gekwantificeerd
20-29 0,011 0,379 Budget gevoelsmatig
30-39 gekwantificeerd
40-49 gekwantificeerd
20-29 0,015 0,365 Kengetallen gevoelsmatig
30-39 gekwantificeerd
40-49 gekwantificeerd
20-29 0 0,609 werknemerstevredenheid niet
30-39 gevoelsmatig
40-49 gekwantificeerd
20-29 0,02 0,572 verloop niet
30-39 niet
40-49 gevoelsmatig en gekwantificeerd 20-29 0,02 0,445 arbeidsproductiviteit niet en gevoelsmatig
30-39 niet en gevoelsmatig
40-49 gevoelsmatig en gekwantificeerd
20-29 0,01 0,387 doelmatigheid niet
30-39 gevoelsmatig
40-49 gekwantificeerd
20-29 0 0,451 kwaliteit niet
30-39 gevoelsmatig
40-49 gevoelsmatig en gekwantificeerd
Vervolg significante verbanden naar grootteklasse
Significante verbanden naar grootteklassen
x² toets Cramer's V variabelen positief verband met:
20-29 0,047 0,311 Opleidingsgraad niet
30-39 niet
40-49 gekwantificeerd
20-29 0,04 0,348 Betrokkenheid niet
30-39 niet
40-49 gevoelsmatig en gekwantificeerd
20-29 0 0,487 Frequentie budget per half jaar en per kwartaal
30-39 per half jaar en per kwartaal
40-49 per maand
20-29 0,01 0,626 Frequentie kengetallen per kwartaal
30-39 per kwartaal en per maand
40-49 per week
20-29 0,04 0,719 Frequentie Werknemers niet
30-39 tevredenheid niet
40-49 gevoelsmatig en gekwantificeerd
20-29 0,04 0,348 Frequentie Verloop niet van toepassing
30-39 niet van toepassing
40-49 per half jaar en per kwartaal
20-29 0,04 0,447 Frequentie niet van toepassing 30-39 Arbeidsproductiviteit niet van toepassing
40-49 per half jaar, per kwartaal en per maand 20-29 0,04 0,392 Frequentie niet van toepassing en per jaar
30-39 Klanttevredenheid per jaar en per half jaar
40-49 per half jaar en per kwartaal
20-29 0,01 0,391 Frequentie Doelmatigheid niet van toepassing
30-39 niet van toepassing en per half jaar
40-49 per half jaar en per kwartaal
20-29 0,02 0,41 Frequentie Kwaliteit niet van toepassing
30-39 per jaar en per kwartaal
40-49 per half jaar en per kwartaal
20-29 0,03 0,361 Frequentie Tijd niet van toepassing
30-39 per kwartaal
40-49 per half jaar
20-29 0,02 0,676 Beloningen niet
30-39 niet
40-49 ja
20-29 0,03 0,486 Maatstaven komen overeen niet
30-39 met strategie niet en gevoelsmatig
40-49 gevoelsmatig en gekwantificeerd
20-29 0,02 0,345 Maatstaven komen overeen niet
30-39 Met beloningen niet
40-49 gekwantificeerd
Significante verbanden naar grootteklassen
x² toets Cramer's V variabelen positief verband met:
20-29 0,047 0,311 bijstuuracties niets, kijken bij anderen en adverteren 30-39 omzet adverteren en uitpluizen, kijken bij anderen 40-49 uitpluizen en overleggen met personeel 20-29 0,03 0,412 bijstuuracties niets, kijken bij anderen en bezuinigen
30-39 kosten uitpluizen
40-49 uitpluizen en overleggen met personeel 20-29 0,02 0,355 bijstuuracties niet van toepassing
30-39 werknemers niet van toepassing en overleggen personeel 40-49 tevredenheid overleggen personeel en uitpluizen
20-29 0,02 0,55 bijstuuracties niet van toepassing
30-39 verloop niet van toepassing en overleggen personeel
40-49 overleggen personeel en uitpluizen
20-29 0,04 0,719 bijstuuracties niet van toepassing
30-39 arbeidsproductiviteit niet van toepassing en overleggen personeel 40-49 overleggen personeel en uitpluizen
20-29 0,04 0,348 bijstuuracties niet van toepassing 30-39 doelmatigheid overleggen personeel
40-49 uitpluizen en overleggen personeel
20-29 0,04 0,442 bijstuuracties niet van toepassing 30-39 kwaliteit overleggen personeel
40-49 uitpluizen en overleggen personeel 20-29 0,03 0,492 bijstuuracties niet van toepassing
30-39 opleidingsgraad niet van toepassing
40-49 overleggen personeel
20-29 0,01 0,391 bijstuuracties niet van toepassing 30-39 betrokkenheid niet van toepassing
40-49 overleggen personeel en gegevens uitpluizen 20-29 0,03 0,41 beoordeling niet goed en gemiddeld
30-39 beheersing gemiddeld en wel goed
40-49 wel goed en goed
Bijlage XII: Significante verbanden naar relatievorm
Significante verbanden naar relatievorm
x² toets Cramer's V variabelen positief verband met:
zelfstandig 0,34 0,329 belang van beheersing Neutraal keten voor een organisatie zeer belangrijk
franchise wel van belang en zeer belangrijk
samenwerking wel van belang
zelfstandig 0,05 0,385 belang van beheersing niet van belang, nauwelijks van belang en neutraal keten voor eigen organisatie wel van belang en zeer belangrijk
franchise wel van belang en zeer belangrijk samenwerking nauwelijks van belang en neutraal zelfstandig 0 0,531 operationaliseren 1 perspectief
keten meerdere perspectieven
franchise meerdere perspectieven
samenwerking 1 perspectief
zelfstandig 0,011 0,363 niet-financiële maatstaven niet en gevoelsmatig
keten Gekwantificeerd
franchise Gekwantificeerd
samenwerking Gevoelsmatig
zelfstandig 0 0,472 werknemers tevredenheid Niet
keten Gekwantificeerd
franchise gevoelsmatig en gekwantificeerd
samenwerking Gevoelsmatig
zelfstandig 0,01 0,418 verloop Niet
keten Gekwantificeerd
franchise gevoelsmatig en gekwantificeerd
samenwerking Gevoelsmatig
zelfstandig 0,02 0,422 arbeidsproductiviteit Niet
keten Gekwantificeerd
franchise Gekwantificeerd
samenwerking Niet
zelfstandig 0,01 0,475 doelmatigheid niet en gevoelsmatig
keten Gekwantificeerd
franchise Gekwantificeerd
samenwerking Gevoelsmatig
zelfstandig 0,034 0,329 kwaliteit niet
keten Gekwantificeerd
franchise Gekwantificeerd
samenwerking Niet
zelfstandig 0 0,568 opleidingsgraad Niet
keten Gekwantificeerd
franchise Niet
samenwerking Niet
zelfstandig 0,041 0,323 betrokkenheid Niet
keten gekwantificeerd en gevoelsmatig
franchise Niet
samenwerking Niet
Significante verbanden naar relatievorm
x² toets Cramer's V variabelen positief verband met:
zelfstandig 0,01 0,453 frequentie budget n.v.t., per half jaar en per kwartaal
keten per maand
franchise per maand
samenwerking per half jaar
zelfstandig 0,01 0,422 frequentie kengetallen n.v.t , per half jaar en per kwartaal
keten per maand en per week
franchise per maand en per week
samenwerking per half jaar en per kwartaal zelfstandig 0 0,578 frequentie niet van toepassing
keten werknemers- per half jaar
franchise tevredenheid per half jaar samenwerking niet van toepassing zelfstandig 0,011 0,511 frequentie verloop niet van toepassing
keten per half jaar
franchise per half jaar
samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,02 0,377 frequentie niet van toepassing
keten arbeidsproductiviteit per half jaar, per kwartaal en per maand
franchise per maand
samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,01 0,418 Frequentie niet van toepassing en per jaar keten klanttevredenheid per half jaar en per kwartaal
franchise per half jaar
samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,02 0,493 frequentie niet van toepassing
keten doelmatigheid per half jaar en per kwartaal franchise per half jaar en per kwartaal samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,01 0,475 frequentie kwaliteit niet van toepassing en per jaar
keten per half jaar
franchise per kwartaal
samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,034 0,329 beloningen niet
keten wel
franchise wel
samenwerking niet
zelfstandig 0,02 0,577 maatstaven komen niet
keten overeen met strategie gevoelsmatig en gekwantificeerd
franchise gevoelsmatig en gekwantificeerd
samenwerking niet
zelfstandig 0,02 0,577 maatstaven komen niet
keten overeen met gekwantificeerd
franchise beloningen gekwantificeerd
samenwerking niet
Significante verbanden naar relatie vorm
x² toets Cramer's V variabelen positief verband met:
zelfstandig 0,03 0,345 bijstuuracties omzet niets, adverteren en vergelijken met anderen keten overleggen met personeel, adverteren
franchise uitpluizen en adverteren
samenwerking adverteren
zelfstandig 0,03 0,422 bijstuuracties kosten vergelijken met anderen, bezuinigen
keten uitpluizen en overleggen personeel
franchise uitpluizen en bezuinigen
samenwerking overleggen met personeel zelfstandig 0,02 0,578 bijstuuracties niet van toepassing
keten werknemerstevredenheid overleggen personeel en uitpluizen
franchise overleggen personeel
samenwerking niet van toepassing zelfstandig 0,011 0,511 bijstuuracties verloop niet van toepassing
keten overleggen personeel en uitpluizen
franchise overleggen personeel
samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,02 0,377 bijstuuracties niet van toepassing
keten arbeidsproductiviteit overleggen personeel en uitpluizen
franchise overleggen personeel
samenwerking niet van toepassing zelfstandig 0,01 0,418 bijstuuracties niet van toepassing
keten klanttevredenheid overleggen personeel en uitpluizen
franchise overleggen personeel
samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,02 0,493 bijstuuracties niet van toepassing
keten doelmatigheid overleggen personeel en uitpluizen
franchise overleggen personeel
samenwerking niet van toepassing zelfstandig 0,02 0,345 bijstuuracties niet van toepassing
keten kwaliteit overleggen personeel en uitpluizen
franchise overleggen personeel
samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,02 0,329 bijstuuracties niet van toepassing
keten opleidingsniveau overleggen personeel en uitpluizen
franchise overleggen personeel
samenwerking niet van toepassing zelfstandig 0,02 0,577 bijstuuracties niet van toepassing
keten betrokkenheid overleggen personeel en uitpluizen
franchise overleggen personeel
samenwerking niet van toepassing
zelfstandig 0,03 0,45 beoordeling beheersing niet goed en gemiddeld
keten wel goed en goed
franchise wel goed en goed
samenwerking gemiddeld
Bijlage XIII: Significante verbanden naar exploitatieduur
Significante verbanden naar exploitatieduur
x² toets Cramer's V variabele positief verband met:
2000-heden 0,03 0,312 strategie kosten
1990-1999 kosten
1980-1989 kwaliteit
1970-1979 kwaliteit
1960-1969 kwaliteit
1950-1959 kwaliteit
Bijlage XIV: Significante variabelen naar leeftijd
Significante verbanden naar leeftijd
x² toets Cramer's V variabelen positief verband met:
<30 0,18 0,435 budget gevoelsmatig
31-40 gekwantificeerd
41-50 gekwantificeerd
51-60 gevoelsmatig
>61 gevoelsmatig
<30 0,044 0,337 frequentie per kwartaal en niet van toepassing 31-40 budget per half jaar en per kwartaal
41-50 per half jaar en per maand
51-60 niet van toepassing en per kwartaal
>61 niet van toepassing en per half jaar
Bijlage XV: Significante verbanden naar horecaopleiding
Significante verbanden naar horecaopleiding x² toets Cramer's V variabelen nee 0,02 0,572 belang van beheersing voor neutraal
ja een organisatie wel van belang en zeer belangrijk nee 0,011 0,454 belang van beheersing niet van belang, nauwelijks en neutraal ja in eigen organisatie wel van belang en zeer belangrijk nee 0,05 0,35 operationaliseren 1 perspectief
ja meerdere perspectieven
nee 0,029 0,275 financiële maatstaven gevoelsmatig
ja gekwantificeerd
nee 0,02 0,507 niet-financiële maatstaven niet en gevoelsmatig
ja gekwantificeerd
nee 0,02 0,338 budget gevoelsmatig
ja gekwantificeerd
nee 0,034 0,454 kengetallen gevoelsmatig
ja gekwantificeerd
nee 0,031 0,431 arbeidsproductiviteit niet
ja gekwantificeerd
nee 0,01 0,382 klanttevredenheid niet en gevoelsmatig
ja gekwantificeerd
nee 0,342 0,25 kwaliteit niet
ja gevoelsmatig en gekwantificeerd
nee 0,03 0,466 frequentie budget niet van toepassing en per half jaar
ja per kwartaal en per maand
nee 0,02 0,354 frequentie per half jaar
ja kengetallen per kwartaal en per maand nee 0,18 0,403 frequentie niet van toepassing
ja arbeidsproductiviteit per half jaar en per maand en per kwartaal nee 0,015 0,41 frequentie niet van toepassing en per jaar
ja klanttevredenheid per jaar, per half jaaer en per kwartaal nee 0,016 0,365 frequentie doelmatigheid niet van toepassing
ja per half jaar en per kwartaal
nee 0,023 0,346 strategie komen overeen niet
ja met maatstaven gevoelsmatig en gekwantificeerd nee 0,042 0,234 bijstuuracties niets en kijken bij anderen
ja kosten uitpluizen en met personeel overleggen nee 0,047 0,342 bijstuuracties omzet niets en kijken bij anderen
ja uitpluizen en met personeel overleggen nee 0,036 0,045 bijstuuracties niet van toepassing
ja arbeidsproductiviteit uitpluizen en met personeel overleggen nee 0,031 0,043 bijstuursecties niet van toepassing
ja doelmatigheid uitpluizen en met personeel overleggen nee 0,04 0,342 beoordeling van belang gemiddeld
ja wel goed
Bijlage XVI: Significante verbanden naar laatst genoten opleiding
Significante verbanden naar laats genoten opleiding x² toets Cramer's V variabelen
Lagere school 0,01 0,826 belang van beheersing neutraal
Lbo in een organisatie neutraal
Mavo neutraal
MBO wel van belang
Havo neutraal en wel van belang
VWO Neutraal en wel van belang
HBO zeer belangrijk
WO zeer belangrijk
Lagere school 0,02 0,703 Belang van beheersing neutraal Lbo In eigen organisatie neutraal
Mavo neutraal
MBO neutraal en wel van belang
Havo neutraal en wel van belang
VWO neutraal en wel van belang
HBO zeer belangrijk
WO zeer belangrijk
Lagere school 0,01 0,778 financiële maatstaven gevoelsmatig
Lbo gevoelsmatig
Mavo gevoelsmatig
MBO gekwantificeerd
Havo gekwantificeerd
VWO gekwantificeerd
HBO gekwantificeerd
WO gekwantificeerd
Lagere school 0,01 0,579 niet- financiële maatstaven niet
Lbo gevoelsmatig
Mavo niet en gevoelsmatig
MBO gekwantificeerd
Havo gevoelsmatig
VWO gekwantificeerd
HBO gekwantificeerd
WO gekwantificeerd
Lagere school 0,02 0,831 budget gevoelsmatig
Lbo gevoelsmatig
Mavo gevoelsmatig
MBO gekwantificeerd
Havo gekwantificeerd
VWO gekwantificeerd
HBO gekwantificeerd
WO gekwantificeerd
Vervolg relevante verbanden naar laatst genoten opleiding
Significante verbanden naar laatst genoten opleiding x² toets Cramer's V variabelen
Lagere school 0,02 0,34 kengetallen gevoelsmatig
Lbo gevoelsmatig
Mavo gevoelsmatig
MBO gekwantificeerd
Havo gekwantificeerd
VWO gekwantificeerd
HBO gekwantificeerd
WO gekwantificeerd
Lagere school 0,136 0,371 werknemerstevredenheid niet
Lbo niet
Mavo niet
MBO gevoelsmatig
Havo gevoelsmatig
VWO gevoelsmatig
HBO gevoelsmatig en gekwantificeerd
WO gevoelsmatig
Lagere school 0,042 0,34 arbeidsproductiviteit niet
Lbo niet
Mavo niet
MBO gevoelsmatig
Havo gevoelsmatig
VWO gevoelsmatig
HBO gekwantificeerd
WO gekwantificeerd
Lagere school 0,03 0,43 kwaliteit niet
Lbo niet
Mavo gevoelsmatig
MBO niet
Havo gevoelsmatig
VWO gevoelsmatig en gekwantificeerd
HBO gevoelsmatig en gekwantificeerd
WO gevoelsmatig en gekwantificeerd
Lagere school 0,02 0,512 frequentie budget niet van toepassing
Lbo niet van toepassing
Mavo niet van toepassing
MBO per half jaar en per maand
Havo per half jaar en per kwartaal
VWO per half jaar en per kwartaal
HBO per maand en per kwartaal
WO per maand
Vervolg relevante verbanden naar laatst genoten opleiding
Significante verbanden naar laatst genoten opleiding x² toets Cramer’s V variabelen
Lagere school 0,03 0,431 frequentie niet van toepassing Lbo kengetallen niet van toepassing
Mavo niet van toepassing
MBO per half jaar, per kwartaal en per maand
Havo per kwartaal, per maand en per week
VWO per kwartaal en per maand
HBO per maand en per week
WO per maand en per week
Lagere school 0,04 0,354 frequentie niet van toepassing Lbo klanttevredenheid niet van toepassing
Mavo per jaar en per half jaar
MBO per jaar en per half jaar
Havo niet van toepassing
VWO per half jaar
HBO per half jaar
WO per half jaar en per kwartaal
Lagere school 0,046 0,396 Frequentie kwaliteit niet van toepassing
Lbo per half jaar
Mavo per jaar
MBO per half jaar
Havo per half jaar
VWO per jaar en per half jaar
HBO per half jaar en per kwartaal
WO per half jaar en per kwartaal
Lagere school 0,043 0,357 beloningen niet
Lbo niet
Mavo niet
MBO wel
Havo niet
VWO niet
HBO wel
WO wel
Lagere school 0,046 0,036 strategie komen niet
Lbo overeen met niet
Mavo maatstaven gevoelsmatig
MBO niet
Havo gevoelsmatig
VWO gevoelsmatig
HBO gevoelsmatig en gekwantificeerd
WO gevoelsmatig
Vervolg relevante verbanden naar laatst genoten opleiding
Significante verbanden naar laatst genoten opleiding x² toets Cramer's V variabelen
Lagere school 0,043 0,335 bijstuuracties adverteren
Lbo omzet weet niet, met personeel overleggen
Mavo adverteren en bij anderen kijken
MBO adverteren en bij anderen kijken
Havo adverteren
VWO adverteren en uitpluizen
HBO uitpluizen en overleggen met personeel
WO uitpluizen en overleggen met personeel
Lagere school 0,03 0,445 bijstuuracties kosten weet niet
Lbo weet niet
Mavo bezuinigen
MBO bezuinigen, bij anderen kijken
Havo uitpluizen en overleggen met personeel
VWO uitpluizen
HBO uitpluizen en overleggen met personeel
WO uitpluizen
Lagere school 0,04 0,334 bijstuuracties niet van toepassing Lbo werknemerstevredenheid niet van toepassing
Mavo niet van toepassing
MBO niet van toepassing
Havo uitpluizen
VWO uitpluizen en overleggen met personeel
HBO uitpluizen en overleggen met personeel
WO uitpluizen en overleggen met personeel
Lagere school 0,03 0,243 bijstuuracties niet van toepassing Lbo arbeidsproductiviteit niet van toepassing
Mavo niet van toepassing
MBO niet van toepassing
Havo uitpluizen
VWO uitpluizen en overleggen met personeel
HBO uitpluizen en overleggen met personeel
WO uitpluizen en overleggen met personeel Lagere school 0,03 0,43 beoordeling gemiddeld
Lbo beheersing gemiddeld
Mavo gemiddeld
MBO wel goed
Havo gemiddeld
VWO wel goed
HBO goed
WO goed