Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en het Wetboek van Strafrecht in verband met de vervanging van de term «hetero- of
homoseksuele gerichtheid» door «seksuele gerichtheid» en toevoeging aan het Wetboek van Strafrecht van de discriminatiegronden genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de term hetero- of homoseksuele gerichtheid in de Algemene wet gelijke behandeling en in het Wetboek van Strafrecht wordt vervangen door de term seksuele gerichtheid, en dat de
discriminatiegronden genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken aan een aantal discriminatiedelicten in het Wetboek van Strafrecht worden toegevoegd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
De Algemene wet gelijke behandeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt «hetero- of homoseksuele gerichtheid» vervangen door
«seksuele gerichtheid».
B
In artikel 5, derde lid, onder b, wordt «hetero- of homoseksuele gerichtheid» vervangen door «seksuele gerichtheid».
C
In artikel 7, derde lid, onder b, wordt «hetero- of homoseksuele gerichtheid» vervangen door «seksuele gerichtheid».
Artikel II
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 137d tot en met 137f, en artikel 429quater wordt «hetero- of homoseksuele gerichtheid» telkens vervangen door «seksuele gerichtheid».
B
In artikel 137c, eerste lid, wordt na «hun godsdienst of levensovertuiging,» ingevoegd
«hun geslachtskenmerken, genderidentiteit of genderexpressie,» en wordt «hetero- of homoseksuele gerichtheid» vervangen door «seksuele gerichtheid».
C
Artikel 137e, eerste lid, onderdeel 1°, komt te luiden:
1°. een uitlating openbaar maakt die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of
levensovertuiging, hun geslachtskenmerken, genderidentiteit of genderexpressie, hun seksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke
handicap beledigend is, of aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun seksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap;
Artikel III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle
ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
drs. K.H. Ollongren
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Ferd Grapperhaus