• No results found

ADVIES Nr 07 / 2005 van 4 mei 2005

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ADVIES Nr 07 / 2005 van 4 mei 2005"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AD 07 - 2005 - 1 / 4

ADVIES Nr 07 / 2005 van 4 mei 2005

O. Ref. : SA2 / A / 2005 / 004

BETREFT : Wetsontwerp houdende oprichting van een centraal strafregister van rechtspersonen alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het wetboek van strafvordering

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29 ;

Gelet op de adviesaanvraag van 8 maart 2005 vanwege de Minister van Justitie ;

Gelet op het verslag van dhr. Frank Schuermans ;

Brengt op 4 mei 2005 volgend advies uit :

KONINKRIJK BELGIE

COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER

Brussel,

Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel

Tel. : +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacy.fgov.be Fax.: : +32(0)2/213.85.65 http://www.privacy.fgov.be/

(2)

AD 07 – 2005 - 2 / 4

1. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG ---

Het wetsontwerp beoogt een Centraal Strafregister voor rechtspersonen op te richten. Het sluit logisch aan bij de wet van 8 augustus 1997 betreffende het centraal strafregister en bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen. De relevante bepalingen van het wetboek van strafvordering worden aangepast.

De rechtspersonen worden gelijkgesteld met de natuurlijke personen, zowel voor wat de beslissing betreft, als voor de mededeling van de gegevens.

Elke beslissing in strafzaken genomen zal in het centraal strafregister worden geregistreerd, of het nu gaat om een natuurlijke of een rechtspersoon.

Ook op het vlak van het eerherstel in strafzaken wordt er voorzien in een regeling voor de rechtspersonen, ter aanvulling van de bestaande regeling voor de natuurlijke personen.

Het ontwerp bevat 3 luiken :

- de aanpassing van de bepalingen van het wetboek van strafvordering inzake het centraal strafregister aan de strafbaarstelling van rechtspersonen (art 2 tot en met 8),

- enkele kleinere wijzigingen, zowel met betrekking tot de rechtspersonen, als de natuurlijke personen (art 4 en 5),

- de aanpassing van de bepalingen van het wetboek van strafvordering inzake herstel in eer en rechten (art 9 tot en met 13),

2. ONDERZOEK VAN DE ADVIESAANVRAAG --- 2.1. Algemeen

De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens is van toepassing op de gegevens van natuurlijke personen.

De gegevens van de rechtspersonen, in de mate dat zij niet verwijzen naar hun vertegenwoordigers of aangestelden, vallen niet onder het toepassingsgebied van de wet.

Over de bepalingen die enkel betrekking hebben op de rechtspersonen, en in zoverre dat het om een gelijke behandeling met de persoonsgegevens van de natuurlijke personen gaat, maakt de Commissie dan ook geen opmerkingen.

De wijzigingen aan de bepalingen met betrekking tot persoonsgegevens van natuurlijke personen maken wel het voorwerp uit van dit advies.

(3)

AD 07 – 2005 - 3 / 4

2.2. Wijzigingen met betrekking tot het centraal strafregister

De artikelen 2 en 3 voorzien in een loutere gelijkschakeling van de rechtspersonen aan de bepalingen voor de natuurlijke personen en roepen geen commentaar op in hoofde van de Commissie.

Het huidige artikel 591 van het wetboek van strafvordering regelt de toegang van een aantal diensten tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Artikel 4 van het ontwerp wijzigt deze bepaling, en maakt de toegang tot de gegevens ook mogelijk voor "alle griffiers", daar waar voorheen enkel de hoofdgriffiers, en de diensthoofden toegang verkregen hebben. Voor zoveel als nodig merkt de Commissie op dat zij geen bezwaar heeft tegen het voormelde gebruik van het rijksregisternummer.

Aangezien voorheen reeds voorzien was in een mogelijkheid tot delegatie van deze toegang, verzet de Commissie zich niet tot de uitbreiding van de toegang tot de griffiers.

Deze maatregel sluit logischerwijze aan bij de vroegere standpunten van de Commissie, waarin zij steeds heeft aangedrongen dat de toegang tot het rijksregister op een functionele basis gebeurt.

De Commissie vestigt er evenwel de aandacht op, met verwijzing naar haar advies nr.

19/95 van 27 juni 1995 in verband met het centraal strafregister, dat een dergelijke delegatie, die in het ontwerp behouden wordt, niet systematisch en op algemene wijze mag verleend worden.

Daarenboven wordt de delegatie uitgebreid. Waar voorheen enkel een delegatie mogelijk was aan de personen die ermee worden belast de gegevens in het strafregister in te voeren, valt deze specificatie in het huidige ontwerp weg. De bepaling dat de delegatie met redenen omkleed moet zijn en verantwoord voor de behoeften van de dienst, blijft wel behouden. De Commissie kan hiermee akkoord gaan, mits de lijst van personen welke over een toegang beschikken ter beschikking wordt gesteld van de Commissie .

Artikel 5 van het ontwerp voorziet dat de beslissingen inzake rechtspersonen overgemaakt worden aan het strafregister door de griffiers van de rechtbank. Daarnaast moeten ook de secretarissen van commissies beslissingen overmaken aan het strafregister. Volgens de Memorie van Toelichting betreft het de secretarissen van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling, ingesteld door de wet van 18 maart 1998. Het past om dit niet alleen in de Memorie van Toelichting te verduidelijken, doch tevens in artikel 5 van het ontwerp.

In de artikelen 6 en 7 wordt het verkrijgen van een uittreksel, evenals het recht tot mededeling van gegevens aangepast, zodat ook rechtspersonen hierop een beroep kunnen doen.

Tenslotte wordt in artikel 8 de toezending aan het algemeen rijksarchief van de gegevens met betrekking tot rechtspersonen na de afsluiting van de vereffening of van de ontbinding geregeld. De Commissie heeft geen bemerkingen met betrekking tot deze artikelen.

(4)

AD 07 – 2005 - 4 / 4

2.3. Wijzigingen met betrekking tot het herstel in eer en rechten

De artikelen 9 tot 13 passen de huidige bepalingen inzake herstel in eer en rechten aan de rechtspersoon aan.

Aangezien deze bepalingen enkel gewijzigd worden op het vlak van de specifieke situatie van de rechtspersoon, heeft de Commissie hier geen opmerkingen op.

OM DEZE REDENEN,

Brengt de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer een gunstig advies uit over het wetsontwerp.

De administrateur, De voorzitter,

Jo BARET Michel PARISSE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- De verplichting voor de verantwoordelijke voor de verwerking of de intermediaire organisatie die de codering verricht om de betrokkenen specifieke informatie 6 te

Dit artikel voorziet dat het CODA een of meer gegevensbanken mag oprichten waarbij de finaliteit, de categorieën gegevens en informatie die er in worden verwerkt, de duur van hun

54. Verder werd in overweging 60 het risico vermeld dat druk zou worden uitgeoefend op de betrokken organen om de salarissen op een laag peil te houden voor personen die

BETREFT : Advies met betrekking tot artikel 80 § 2 van het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake

Tegenwoordig moet een huwelijksbureau wel de schriftelijke toestemming van de klant verkrijgen over de wijze waarop precieze persoonsgegevens aan derden zullen worden medegedeeld

Bij wijze van preliminaire opmerking wenst de Commissie te onderstrepen dat het initiatief zelf van een code met gedragsregels waaraan de personeelsleden van de diensten van de Franse

Het tweede ontwerp van koninklijk besluit (hierna ‘het tweede ontwerp kb’) dat door de Minister van Justitie aan de Commissie voor advies wordt voorgelegd, heeft tot doel te

Evenwel, daarop aansluitend benadrukt de memorie van toelichting dat ingevolge de voorgestelde aanpassing van artikel 5 “De verdere verwerking van de gegevens die de