Zeegrasmitigaties Oosterschelde – kort verslag werkbezoek april 2009 Ministerie van Verkeer & Waterstaat – Nr. ZLD 6606
Wim Giesen - Radboud Universiteit Nijmegen correspondentie: wim.giesen@mottmac.nl
Aanvulling op verslag van veldbezoek 27 april – 1 mei 2009 - Wim Giesen, 11 mei 2009
In het eerste veldverslag over het monitoringsbezoek van 27 april – 1 mei 2009 werden de eerste resultaten gepresenteerd van de tellingen van het gemiddeld aantal scheuten per plot. Uit deze eerste analyse bleek dat:
KKN (205 scheuten) > KZ07 (60) > RH (55) > DM07 (20) > KZ08 (20) >DM08 (10).
Deze gegevens zijn nu verder geanalyseerd en de resultaten zijn gepresenteerd in figuren 1 en 2. Hieruit blijkt een groot verschil tussen plots met een schelpen- behandeling en de controleplots (figuur 1) – de schelpenplots hebben gemiddeld 150% meer scheuten dan de controleplots. Dit beeld is bijna gelijk voor alle locaties.
De netbehandeling van KZ07 ligt qua aantal scheuten precies tussen controle en schelpenbehandeling in.
Verder blijkt er nauwelijks verschil te bestaan tussen kansrijke en veilige plots – op de scheutrijke locaties (KN, KZ07, RH) is dit duidelijker dan op de andere locaties (figuur 2).
Er zijn te weinig data (vwg. lage dichtheden scheuten) om gecombineerde analyses uit te voeren.
0 50 100 150 200 250 300
KKN KKZ RH DM0 KKZ DM0
gem. # scheuten per plot
Av. onbehandeld Av. schelpen
Figuur 1: Behandeling en aantal scheuten, weergegeven per locatie.
Zeegrasmitigaties Oosterschelde – kort verslag werkbezoek april 2009 Ministerie van Verkeer & Waterstaat – Nr. ZLD 6606
Wim Giesen - Radboud Universiteit Nijmegen correspondentie: wim.giesen@mottmac.nl 0
50 100 150 200 250
KKN KKZ RH DM0 KKZ DM0
gem. # scheuten per plot
Av. kansrijk Av. veilig
Figuur 2: Opstelling en aantal scheuten, weergegeven per locatie.