Standaard maatregelen

~ARCADIS

MEMO

ARCADIS NEDERLAND BV Mercatorplein 1

Postbus 1018

5200 BA 's-Hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl

Infrastructuur· Water· Milieu· Gebouwen

Onderwerp:

Ecologische eindcontrole dijkwerkzaamheden Oudepolder

's Hertogenbosch, 10 oktober 2013

Projeetnummer:

B02043.000133.0300

DIVISIE MILIEU & RUIMTE

Van: Opgesteld door:

•

Ons kenmerk:

077294668:A

Kenmerk Projectbureau Zeeweringen:

PZDB-M-13320

Aan: Kopieën aan:

Inleiding

In de middag van 7 oktober 20131heeft een laatste ecologische controle van de werkzaamheden aan het dijktraject Oudepolder Sint Philipsland inclusief Sint Philipsland (hierna: Oudepolder)

plaatsgevonden. Dit jaar heeft in de middag van 20 juni en 7 augustus 20132 een veldbezoek plaatsgevonden langs het dijktraject. Het veldbezoek vond plaats in het kader van de

natuurwetgeving. In het bijzonder is gelet op de voorwaarden en maatregelen die zijn afgegeven in de Natuurbeschermingswetvergunning afgegeven door de provincie Zeeland (kenmerk

12015711/NB.12.016), Passende Beoordeling (ARCADIS, 2011, kenmerk PZDB-R-11175), Soortenbeschermingstoets (ARCADIS, 2011, kenmerk: PZDB-R-11176). Voor wijzigingen en

aanvullingen op de werkzaamheden zijn aanvullende memo' s geschreven, maar hier zijn verder geen aanvullende maatregelen uit voort gekomen. In onderstaande memo staan de resultaten van de controle van de uitvoering volgens de voorschriften en maatregelen.

Standaard maatregelen

Vóór 15 maart wordt de vegetatie op het buitentalud en kruin zeer kort gemaaid en gehouden of door schapen begraasd, om het broeden van vogels te voorkomen. Deze activiteiten vinden plaats totdat de werkzaamheden zijn afgerond. Indien ook het binnentalud gebruikt wordt (bijvoorbeeld voor opslag), dan geldt hiervoor dezelfde maatregel.

De vegetatie op de dijk was nog kort ten tijde van het veldbezoek. De werkzaamheden zijn als hier voorgeschreven uitgevoerd.

1Tijdens het veldbezoek was het laagwater.

2Tijdens deze veldbezoeken was het hoogwater.

ARCADIS

De breedte van de werkstrook bedraagt maximaal 15 meter gerekend vanuit de nieuwe waterbouwkundige teen van de dijk. De maximale breedte van de werkstrook wordt niet toegepast op:

- zandstranden (bijvoorbeeld tussen dp 694-698);

- daar waar vooralsnog geen vergraving voorzien is (dp 703+ 75 meter - 707).

- Tussen dp 657 en 661+50 meter is voorzien in een werkstrook van slechts 10 meter, vanwege de aanwezigheid van zeegras.

In de vergunning is dit beschreven als: 4. De werkstrook heeft maximaal een breedte van 15 meter bij droogvallend slik en schor, gerekend vanaf de nieuwe waterbouwkundige teen van de dijk (behoudens langs de dijkdelen zoals genoemd in voorschrift 5 en 6).

5. Om aantasting van klein zeegras te voorkomen, moet de werkstrook tussen dijkpaal657 en 661 +50 meter zodanig verkleind worden (t.o.v. de standaardbreedte van 15 meter) dat deze t. o.v. de nieuwe teen niet meer dan 10 meter bedraagt.

6. Tussen dijkpalen 694 en 698 (ter hoogte van het recreatiestrandje) en tussen dijkpalen 703+ 75 en 707 (ter hoogte van het schorretje ten oosten van St. Philipsland) is de werkstrook maximaal30 meter breed t.o. v. de nieuwe dijkteen.

Aan dit voorschrift is voldaan. De aannemer heeft de strook met piketten uitgezet en de provincie heeft dit ook geconstateerd tijdens haar bezoek.

Bij het uitvoeren van overiagingen met asfalt van de huidige dijkbekleding blijft verstoring (lees: werkzaamheden) plaatsvinden totdat het asfalt volledig is afgekoeld (wanneer deze niet volledig wordt afgestrooid). Dit om te voorkómen dat vogels vast komen te zitten in het asfalt. In de vergunning is dit beschreven als: 16 Bij het uitvoeren van overlagingswerkzaamheden blijft verstoring (bijvoorbeeld in de vorm van werkzaamheden) plaatsvinden totdat het gietasfalt of asfaltmastiek volledig is uitgehard.

Aan dit voorschrift is voldaan.

Als het voorland uit slik enlof schor bestaat: Het is belangrijk dat de situatie op de slikken niet verslechtert als gevolg van werkzaamheden. De huidige situatie wordt voorafgaand aan de werkzaamheden geregistreerd door middel van het maken van een beschrijving en door fotografie.

Naar gelang de mogelijkheden, verdeelt de aannemer na afloop van de werkzaamheden de aanwezige grond en stenen zo egaal mogelijk over een strook van 5 meter vanaf de (nieuwe) visuele teen van de dijk en niet over de gehele werkstrook.

Belangrijk hierbij is dat de situatie niet verslechtert ten aanzien van situatie van vóór de werkzaamheden. Perkoenpalen en overige vrijkomend materiaal worden verwijderd en afgevoerd. In de vergunning is dit beschreven als: 12. Indien het voorland uit slik bestaat, dienen vrijkomende grond en stenen ter plaatse van de kreukelberm verwerkt te worden en niet over de gehele werkstrook. De stenen en grond dienen zoegaal mogelijk over grote dijklengte verdeeld te worden, waardoor de ophoging zo

min mogelijk wordt. Perkoenpalen en overige vrijkomend materiaal dienen uit het Natura 2000-gebied verwijderd en afgevoerd te worden. En 13Het voorland (slik en schor) in de werkstrook dient aansluitend op de werkzaamheden op de oorspronkelijke hoogte te worden teruggebracht. Voor slik geldt dit voor de werkstrook buiten de kreukelberm, voor schor echter over de gehele breedte van de werkstrook. Eventuele kreekjes die binnen de werkstrook (en buiten de kreukelberm) zijn gelegen dienen vooraf geregistreerd, en na afloop, hersteld te worden.

Tijdens de eerder uitgevoerde veldbezoeken was het hoogwater, waardoor dit voorschrift niet goed te controleren was. Ineen hoek van de haven is echter tijdens het eerste veldbezoek gekeken, hier lag toen wel wat rommel, maar dit was geen rommel die afkomstig was van de dijkwerkzaamheden maar door recreatie in de Oosterschelde. Tijdens het tweede veldbezoek is geen rommel waargenomen langs de dijk.

•

Ons kenmerk:

077294668:A

Pagina 2/10

ARCADIS

•

Tijdens het laatste veldbezoek zijn geen onregelmatigheden geconstateerd. Rond dp 688 was het nog wat rommelig (met kuilen), maar dit vlakt naar verwachting door de getijdenbeweging nog wel uit. De werkstrook lijkt op delen (bijvoorbeeld rond) dp 688 hoger te liggen, maar vermoedelijk is dit wel op de goede hoogte teruggebracht. Deze delen lopen in ieder geval onder bij hoogwater. Aan dit voorschrift is voldaan, waarbij het wel een aandachtspunt blijft aan de westkant van het dijktraject waar nog schelpen in de

werkstrook moeten worden aangebracht.

Het voorland in de werkstrook wordt op de oorspronkelijke hoogte teruggebracht, tenzij in de locatiespecifieke maatregelen anders aangegeven. Voor slik geldt dit voor de werkstrook, voor schor echter over de gehele breedte van de werkstrook. In de vergunning is dit beschreven als: 13 Het voorland (slik en schor) in de werkstrook dient aansluitend op de werkzaamheden op de oorspronkelijke hoogte te worden teruggebracht. Voor slik geldt dit voor de werk strook buiten de kreukelberm, voor schor echter over de gehele breedte van de werkstrook Eventuele kreekjes die binnen de werkstrook (en buiten de kreukelberm) zijn gelegen dienen vooraf geregistreerd, en na afloop, hersteld te worden.

Ter hoogte van het schor was de grond reeds tijdens het eerste veldbezoek op dezelfde hoogte afgewerkt. Er is echter nog wel gereden in de werkstrook na afwerking.

Het voorland in de werkstrook ter hoogte van de slikken lijkt op dezelfde hoogte teruggebracht. Het is hoog afgewerkt, maar niet hoger dan voorheen. Het loopt ook over bij vloed. De dijkbekleding is ook al met draadalg begroeid.

Daar waar nog schelpen in de werkstrook moeten worden aangebracht is het belangrijk dat de werkstrook op gelijke hoogte als voor de werkzaamheden komt te liggen.

Aan dit voorschrift lijkt vooralsnog te zijn voldaan .

•

Rechts. rijsporen op het seizor nabij het dorp in de werkstrook. Links: werkzaamheden aan de westkant van het dzjktraject: hier moeten nog schelpen worden aangelegd.

Op slik of schor vindt geen opslag van materiaal enlof grond plaats buiten de werkstrook, ook niet in aangrenzende

dijktrajecten. Daarnaast wordt het voorland buiten de werkstrook niet be(t)reden, niet door personen noch met materieel. In de vergunning is dit omschreven als: 14 Er vindt op het slik of schor buiten de wetkstrook en in aangrenzende dijktrajecten geen opslag plaats van materiaal en/of grond.

Dit is tijdens de eerdere veldbezoeken niet waargenomen. Aan de oostzijde van het dijktraject lag tijdens de eerste veldbezoeken wel zand, maar dit lag binnen de verbrede werkstrook. Op het schor lagen nog doeken, maar er wordt vanuit gegaan dat deze voor de afronding worden opgeruimd. Aan dit voorschrift is voldaan.

I

Dit is niet aan de orde geweest tijdens de werkzaamheden. Aan dit voorschrift is voldaan.

Aanvullende maatregelen uit de vergunning

3.Om aantasting van klein zeegras te voorkomen, is het niet toegestaan om in een zone tussen dijkpaal 655 en661 +50 meter water te lozen op het voorland. In de Passende Beoordeling is dit omschreven als Loos water uit de werkstrook niet op het voorland tussen dijkpaal 655-661 + 50 meter of verder naar het westen in het aangrenzende dijktraject. Langs dit deel van het dijktraject en verder naar het westen staat klein zeegras in wisselende dichtheden op het voorland. Het lozen van water uit de werkstrook kan leiden tot vertroebeling van het water en daarmee tot het afsterven van deze planten. Voor de werkstrook tussen dp 657 - 661+ 50 meter wordt met behulp van een slang op een andere locatie buiten deze dijkpalen (oostelijk van 661+

50 meter) afgewaterd.

Aan de westzijde van het dijktraject. ongeveer ter hoogte van dp 661, is een pomp neergezet om de

__ .... i ...'h..""IitIlio ... _ .. trlll ... IIIIIIPIIII'r.... _ •

.a...

zeegras gespaard. (betrokken bij de verplantingen van zeegras in de Krabbenkreek) heeft echter geconstateerd op 27 augustus dat als

gevolg van het pompen, het zeegras toch onder een laag slib kwam te liggen. Dit kwam doordat de lozingsbuis was losgeslagen door de stroming. De aannemer heeft het lozen van water op 29 augustus gestaakt. Het water werd vervolgens in de

bestaande gleuf afgevoerd naar het zuidoosten. Op 1 september is (door echter

geconstateerd dat alsnog geloosd is op het voorland en dat hierdoor meer slib op het zeegras was terecht gekomen. De aannemer gaf echter aan dat de pomp sinds 29 augustus niet meer heeft gedraaid, dit in tegenstelling tot wat op 1 september zag. Uitvoering heeft aangegeven dat op 1 september de pomp door vandalen is aangezet. In het weekend vonden namelijk geen

dijkwerkzaamheden plaats. Om verder vandalisme te voorkomen, is de pomp 4 september verwijderd.

17. Om de (schor)vegetatie in de werkstrook tussen dijkpaal 704 en dijkpaal 707 te beschermen wordt deze voor de duur van de werkzaamheden afgedekt met doek enlof rijplaten.

Dit is tijdens de werkzaamheden gebeurd. In eerste instantie niet, maar dit is later alsnog gedaan.

Tijdens het eerste veldbezoek waren de werkzaamheden op het schor afgerond en de doeken reeds verwijderd.

Ons kenmerk 077294668:A

Pagina 4/10

•

•

•

•

ARCADIS

8. De werkzaamheden tussen dijkpaal 703+75 meter en dijkpaal 707 dienen voor 15 maart gestart te worden i.v.m. de buitendijkse broedplaats van een tureluur, zodat als de werkzaamheden voor de soort verstorend ervaren wordt. deze kan uitwijken naar een ander (broed)gebied.

De werkzaamheden zijn in maart begonnen rond het schor op Sint Philipsland en waren ten tijde van het eerste veldbezoek al grotendeels afgerond. Deze waren tijdens het tweede veldbezoek echter nog niet afgerond worden vanwege explosievenonderzoek.

Tijdens het laatste veldbezoek waren werkzaamheden afgerond en was het schor weer op oorspronkelijke hoogte teruggebracht. Aan dit voorschrift is voldaan.

9. Het gedeelte van de nieuw aan te leggen

onderhoudsstrook gelegen tussen dijkpaal 657 en dijkpaal 683 dat niet opengesteld wordt voor fietsers. moet worden afgewerkt met grof, niet-befietsbaar. nietafgewalst open steenasfalt (OSA 20/32 mm).

De onderhoudsstrook is nog niet effectief ongeschikt gemaakt omdat werkzaamheden nog niet afgerond zijn. Bij dijkpaal 683 is echter reeds de overgang van het fietspad

gerealiseerd. De rest van het onderhoudpad is reeds uitgevoerd met niet aangewalst open steenasfal t.

10. Om de groeiplaats van klein zeegras na de dijkverbetering te optimaliseren, teneinde het herstel van klein zeegras te bevorderen, dient in de (toch al vergraven) werkstrook op de groei plaats van klein zeegras, tussen dijkpaal 657 en dijkpaal 661 +50 meter. op 15 cm diepte ten opzichte van de oorspronkelijke maaiveldhoogte, een schelpenlaag (fractie 0-40 mm) aangebracht te worden met een laagdikte van 7 cm, maximaal10 centimeter. De schelpen laag dient vervolgens afgedekt te worden met een sliklaagje van 7 cm. Het overtollige slik dient buiten de zeegrasvelden verwerkt te worden. In de Passende Beoordeling is dit omschreven als: Breng ter hoogte van de 657- 661+50meter schelpen aan in de werkstrook. Graaf op de locatie van de oorspronkelijke zeegrasvelden na uitvoering van de werkzaamheden in de werkstrook 15 cm diep ten opzichte van de oorspronkelijke maaiveldhoogte (op het gedeelte waar géén kreukelberm is gerealiseerd). Breng een schelpenlaag van gebiedseigen schelpen (fractie 0-40 mm) met een laagdikte van 7 cm (max 10 cm) en dek deze af met slik in een laagdikte van 7 cm (max. 10 cm). Verwerk overtollig slik egaal ter plaatse van de kreukelberm (en niet nabij de zeegrasvelden).

Aanvul/ende randvoorwaarden zijn:

De wieldruk van materieel dat de schelplaag aanbrengt, bedraagt maximaal 2 ton/m2.

De aannemer houdt de periode dat de groeiplaatsen van klein zeegras bedolven zijn. zo kort mogelijk. Overigens is het aantal groeiplaatsen in de werkstrook zeer beperkt omdat het zeegras uit de werkstrook in het Jaarvoorde

werkzaamheden verplaatst is.

Het Projectbureau Zeeweringen is in overleg met de provincie Zeeland. Naar aanleiding van deze overleggen (en van de bevindingen van de onderzoeksgroep Zeegras) kunnen nog aanvul/ende maatregelen of aanpassingen van bovenstaande maatregelen worden voorgesteld.

Tijdens het laatste veldbezoek werden in de werkstrook nog werkzaamheden uitgevoerd. De werkstrook wordt dichtgemaakt, vervolgens moet deze nog inklinken waarna later de schelpen worden aangebracht.

11 Eventuele aanleg en gebruik van een onderwaterdepot. een tijdelijk aan te leggen loswal en/of het gebruik van een puinbreker maakt geen onderdeel uit van deze vergunning en is niet toegestaan. Het eventueel lossen van stenige materialen op de onder- en/of boventafel van de te verbeteren dijkglooiing en/of in de aangrenzende zone in de werkstrook maakt wel onderdeel uit van deze vergunning en is toegestaan.

Voor het gebruiken van een tijdelijke loswal is een losse toetsing en vergunning aangevraagd door de aannemer. Dit is buiten Zeeweringen om gebeurd. Overige voorgenoemde zaken zijn niet

waargenomen tijdens de werkzaamheden. Aan dit voorschrift is voldaan.

115 Er vindt geen betreding van het voorland buiten de werkstrook plaats, niet door personen noch met materieel, tenzij in locatiespecifieke voorschriften anders is aangegeven

Hiervoor zijn tijdens het bezoek geen aanwijzingen voor gevonden. Aan dit voorschrift is voldaan.

17 Na afloop van de werkzaamheden dient het dijktraject in ordelijke toestand te worden achtergelaten. uiterlijk per 15 november van hetzelfde jaar als uitvoering. hetgeen wil zeggen dat ten behoeve van de werkzaamheden gebruikte en/of vrijgekomen materialen en afval worden opgeruimd en uit het Natura 2000-gebied afgevoerd.

Er vinden nog wel werkzaamheden vinden plaats, maar vooralsnog lijkt aan dit voorschrift te worden voldaan.

•

118 Alle materialen en afval dienen op een zodanige wijze opgeslagen te worden dat ze niet door verwaaiing. verspoeling of op andere wijze in het Natura 2000-gebied verspreid kunnen raken.

Aan dit voorschrift is voldaan.

119 Bodem- en waterverontreinigende stoffen die ten gevolge van de vergunde activiteit in aanraking komen met de bodem of het oppervlaktewater worden onverwijld opgeruimd en naar een erkende verwerker gebracht.

Tijdens de controle zijn geen vervuilingen waargenomen. Aan dit voorschrift is voldaan.

20 Ter plaatse van de werkzaamheden oorspronkelijk aanwezige bebording. waaronder de bebording met

toegankelijkheidsverboden, die in verband met de werkzaamheden onvermijdelijk tijdelijk verwijderd moet worden. dient zo snel mogelijk en uiterlijk aansluitend op de werkzaamheden op de oorspronkelijke locatie teruggeplaatst te worden.

Dit is geen relevant voorschrift langs dit dijktraject. Toegankelijkheidsborden stonden niet langs de

dijk.

•

121 Er wordt geen geluidsapparatuur of geluid producerende apparatuur gebruikt. anders dan strikt noodzakelijk is (voor de uitvoering en in verband met communicatie of veiligheid).

Tijdens de controles is tijdens de werkzaamheden geen gebruik van hierboven beschreven geluidsbronnen waargenomen. Aan dit voorschrift is voldaan.

122 De vergunning moet aanwezig zijn op de locatie van de werkzaamheden. Medewerkers ter plaatse moeten op de hoogte zijn van de in de vergunning opgenomen voorschriften.

De vergunning is aanwezig op de locatie van de werkzaamheden. De medewerkers hebben een tooiboxmeeting gehad, waarin ze de voorschriften zijn uitgelegd en er ruimte was voor vragen. Aan dit voorschrift is voldaan.

Ons kenmerk:

077294668:A

Pagina 6/10

ARCADIS

123 U dient minimaal twee weken voor aanvang van de werkzaamheden te melden wanneer u begint met uw werkzaamheden.

U doet dit via het e-mailadres handhavinq.qroen(g)zeeland.nl onder vermelding van kenmerknummer NB.12.016.

De provincie was op de hoogte van de werkzaamheden. Ik ga ervanuit dat deze melding is gedaan.

124 Uiterlijk 2 dagen nadat de werkzaamheden zijn beëindigd wordt dit gemeld op het hierboven genoemde e-mail adres onder vermelding van kenmerknummer NB.12.016.

De werkzaamheden zijn nog niet afgerond. Dit voorschrift is pas na afloop van de werkzaamheden te controleren.

A a n v uil en de m

tige re n de m a a trege Ien

itS oorte

bese he rm ings to e ts

Controleer het werkterrein rond 1 juni 2012 op de aanwezigheid van de bijenorchis rond dp 658-669 en dp 704-706. Door een ter zake kundig ecoloog worden de locaties gecontroleerd. Indien de bijenorchis aanwezig is. maakt de ecoloog een notitie met de exacte locaties. Wanneer groeiplaatsen worden afgegraven is het noodzakelijk om de planten ruim uit te steken en te verplaatsen naar een andere geschikte locatie. Als alleen het risico bestaat dat planten betreden worden, wordt de locatie met paaltjes en lint afgezet. zodat personeel en machines de groeiplaatsen niet betreden. Het eventueel uitsteken. verplaatsen en afzetten van locaties vindt plaats in maart 2013. omdat de rozetten dan zichtbaar zijn. Dit verplaatsen is mogelijk in het kader van de gedragscode Flora- en faunawet en mag alleen worden uitgevoerd door een deskundig ecoloog.

In maart is de dijk onderzocht op bijenorchissen. Deze zijn vooral tussen dp 658 en 669 waargenomen.

Hier zijn in maart tientallen rozetten waargenomen. Tijdens het veldbezoek zijn geen bijenorchissen waargenomen. Dit kan te maken hebben met het maaibeleid van het waterschap (mogelijk te vroeg), maar de bijenorchis is een plant met zeer wisselende aanwezigheid (zie

http://www.natuurbericht.nl/?id=1445). Hoewel de soort met tientallen (mogelijk honderden)

aanwezig is op de locatie, is dit geen garantie voor bloei. Vanwege de zaadzetting willen we toch het waterschap als aandachtspunt meegeven dat het maaibeleid langs de dijk mogelijk niet aansluit op de periode waarin de bijenorchis aanwezig is.

Naar aanleiding van een mondelinge mededeling door de opzichter van de aannemer tijdens het tweede bezoek, blijkt dat het betreffende stuk van het dijktraject normaal gesproken weinig gemaaid wordt door de pachter. Tijdens de

dijkwerkzaamheden is het waterschap verantwoordelijk voor beheer. Tijdens de dijkwerkzaamheden worden extra maaiwerkzaamheden uitgevoerd naar aanleiding van een vraag van een agrariër uit de omgeving om zo verruiging tegen te gaan. Dit is ter voorkoming van de verspreiding van distels.

Tijdens het laatste veldbezoek is echter wel geconstateerd dat rond dp 669 en 667 aan de binnenzijde van de dijk is gereden. Dit is niet toegestaan omdat het hier de groeiplaats van beschermde planten betreft.

•

Plaats een paddenscherm om het depot in de Willempolder (Del Campoweg). Dit paddenscherm moet voor 15 maart zijn geplaatst en mag vanaf 1 oktober weer verwijderd worden. Onder de toegangspoort van het depot worden kunststoffiappen gemonteerd om te voorkomen dat padden er onderdoor kruipen. Het paddenscherm wordt na aanleg gecontroleerd door een ecoloog. Bij voorkeur dient een kunststof (doek of folie) scherm te worden toegepast. Dit type scherm is stevig en houdt ook kleine amfibieën tegen. De hoogte van het scherm moet minimaal 40 cm bedragen en 10 cm wordt ingegraven. Dit ingraven gebeurt het meest eenvoudig door het vooraf graven van een sleuf. Een scherm dat alleen uit gaas bestaat is niet geschikt, omdat bekend is dat rugstreeppadden hier overheen klimmen. De afrastering dient volledig sluitend te zijn, over de gehele lengte. Zie voor voorbeelden van amfibieschermen. Kruidering et al., 2005 (Leidraad faunavoorzieningen langs wegen). Het is belangrijk dat voor de duur van de werkzaamheden de schermen gecontroleerd worden op gaten. omgevallen delen en overhangende vegetatie.

Rond het depot is een paddenscherm aangebracht. Dit scherm was tijdens eerdere veldbezoeken niet goed. Het was op verschillende plaatsen omgevallen, het lag plat door puin en er waren gaten onder ontstaan door stromend water. De problematiek met schermen is bekend en de maatregel blijkt in de praktijk niet effectief te zijn (zie ook ARCADIS, 2013, Te nemen maatregelen rugstreeppadden in depot

Del Campo op basis van voortschrijdend inzicht, kenmerk: PZDB-M-130S0).

•

•

Ons kenmerk:

07729466S:A

Pagina SIlO

ARCADIS

Voorkom ondiepe plassen op het werkterrein. transportroute en depotlocatie tussen april en augustus. vooral na flinke regenbuien. Op Sint Philipsland komen op verschillende locaties rugstreeppadden voor. Door het ontstaan van ondiepe plassen te voorkomen. is uitgesloten dat rugstreeppadden het werkterrein koloniseren

Langs de dijk zelf waren tijdens de eerder uitgevoerde veldbezoeken geen plassen waargenomen tijdens de werkzaamheden. Het depot is toen ook gecontroleerd. Het was duidelijk dat hier

maatregelen zijn genomen om het depot te ontwateren. Deze inspanning heeft vruchten afgeworpen en het was duidelijk dat het depot op verschillende plaatsen ontwaterd was. Zelfs na een regenachtige dag, was er vrijwel geen water op het depot aanwezig. Toch was nog wel water aangetroffen op delen van het depot. Water op het depot bleef een aandachtspunt.

Aandachtspunten dijkt.ro ject

Alle voorschriften blijven aandachtspunten. Daarnaast staan in de onderstaande tabel een aantal aandachtspunten met bijbehorende actie kort weergegeven. Deze aandachtspunten hangen samen met een groot aantal voorschriften en voorwaarden uit de vergunning en toetsingen.

•

Bijenorchissen Voor waterschap: pas maaibeleid tussen dp 658-669 aan. Dit stimuleert mogelijk de verspreiding van de bijenorchis.

Werkstrook Bij aansluiting moet de werkstrook op gelijke hoogte worden teruggebracht. Dit geldt met name voor de delen waar nog schelpen worden aangebracht.

Rijden Het is niet toegestaan aan de binnenzijde van de dijk te rijden, in het bijzonder op de groeiplaats van de beschermde bijenorchis.

Melding bij de provincie Na afronding van de werkzaamheden moet dit gemeld worden bij de provincie.

Addendum december 2013

Op 9 december heeft aan het einde van de ochtend een laatste veldbezoek plaatsgevonden om nog twee zaken te bekijken:

Afwerking van het onderhoudspad.

• Hoogte van de werkstrook aan de westkant van het dijktraject.

Het onderhoudspad is uitgevoerd in grof asfalt. Voor fietsers vormt dit geen geschikt ondergrond om over te fietsen. Het onderhoudspad is niet afgestrooid met zand, hetgeen begroeiing wel zou

bevorderen. Als gevolg van de najaarsstormen en hoge waterstand is echter wel materiaal op het pad terecht gekomen. Naar verwachting zal het onderhoudspad op termijn wel begroeid raken met vegetatie, waardoor het uiterlijk groener zal worden dan de huidige situatie.

De aannemer heeft in de werkstrook een laag met schelpen aangebracht. Dit is conform voorschrift 10 (zie voorgaande tekst).

De werkstrook op het voorland lijkt wat hoger te liggen dan het aanliggende voorland. Het verschil is echter klein en komt mogelijk overeen met de situatie voorafgaand aan de werkzaamheden. Bij vloed spoelt het water echter over de werkstrook heen. Door verspoeling en inklinking zal de hoogte nog wat afnemen. Aanvullende werkzaamheden zijn niet noodzakelijk.

•

Ons kenmerk:

077294668:A

Pagina

10/10