• No results found

D GENERALISTISCH VAKMANSCHAP EN DE SOCIALE DELTAWERKEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "D GENERALISTISCH VAKMANSCHAP EN DE SOCIALE DELTAWERKEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

D

e omwentelingen die zich in de afgelopen jaren en de komende tijd in het sociaal domein voltrekken, zijn zowel in aard als in omvang van ongekende betekenis. Je kunt rustig spreken van

‘Sociale Deltawerken’ (Sprinkhuizen & Scholte, 2014). Er zijn enorme bedragen mee gemoeid, zo’n 8 miljard euro, circa 50 procent van het gemeentefonds. Maar in tegenstel- ling tot de ‘echte’ Deltawerken wordt er niet doordacht de tijd genomen om het tij te keren. De uitgaven in het sociale domein zijn per 1 januari in één klap veruit de belangrijkste post in het lokale beleid. De overheveling van taken en bevoegdheden van het Rijk en de provincies naar de lokale overheid gaat daarbij niet alleen gepaard met forse bezuinigingen (van zo’n 10 procent gemiddeld), maar ook met de dwang om op een andere manier te organiseren en werken. Alle veranderingen op het gebied van de zorg (AWBZ naar WLZ), de zorg voor de jeugd (Jeugdwet, Passend onderwijs), beschutte arbeid en activering (Participa- tiewet) en maatschappelijke ondersteuning in brede zin (Wmo 2015) zijn sterk inhoudelijk ingekleurd. Ze geven nadrukkelijk richting aan de wijze waarop ondersteuning van burgers, waar- onder de meest kwetsbaren, vorm moet krijgen. Trefwoorden en motto’s als eigen kracht, burgerkracht, ‘op de handen leren zitten’, ‘van zorgen voor, naar zorgen dat’ geven treffend weer welke richting deze veranderingen nemen.

Zij zijn tegelijkertijd een indicatie voor de vaak simplistische beleidsretoriek waarmee wordt gesuggereerd dat er blijkbaar tot nu toe werd gewerkt aan afhankelijke burgers, met een samenle- ving die in de touwen hing, waar sociale professionals voortdu- rend alle eigen initiatief de kop indrukten en alles overnamen.

Het is een karikatuur die kwalijke gevolgen heeft. Zo wordt er in de aanloop naar 1 januari 2015 fors ingegrepen in de eerste

lijn van welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Het is de op één na grootste bezuinigingspost bij de lokale overheid, na het ambtelijk apparaat. In bijna de helft van de gemeenten die sociale teams inrichten, gaat deze herordening direct gepaard met een bezuinigingsopgave.

SOCIAAL WERK IN DE KERN

De retoriek in het sociale domein die ‘alles moet anders’ uitstraalt, miskent het feit dat juist sociaal werk van oudsher het vakmanschap beheerst om grote omslagen te schragen. Zo vormt een ‘empoweren- de’ en activerende grondhouding feitelijk de kern van het professione- le handelen van sociaal werkers. Bovendien lijkt de gebezigde retoriek een kloof te slaan tussen professionals, en de vermaledijde ‘instituties’

aan de ene kant en de civil society of gemeenschap aan de andere kant.

Zij zouden elkaar in de weg zitten.

Het is echter goed te onderbouwen dat juist in het gezamenlijk op- trekken van civil society, professionals, lokale overheden en instituties de sleutel ligt voor een bestendige samenleving waarin adequate zorg, solidariteit, bekommernis, rechtvaardigheid en sociale stabiliteit als waarden zijn gezekerd (zie ook Tonkens, 2014).

Het is ook deze rol die bijvoorbeeld in internationaal gehanteerde definities van het social work wordt benoemd: ‘The social work profession promotes social change, problem solving in human rela-

OVER ONONTKOOMBAAR INVESTEREN IN SOCIAAL WERK IN TIJDEN VAN TRANSITIE

Eigen kracht, burgerkracht en zelfredzaamheid bieden niet zomaar oplossingen voor complexe problematiek van kwetsbare burgers of herstelwerkzaamheden aan de veerkracht ‘in de buurt’. De ‘Sociale Deltawerken’ vragen het uiterste van het generalistisch vakmanschap van sociaal werkers. Daar moet dan ook ontegenzeggelijk

in worden geïnvesteerd.

DOOR ARD SPRINKHUIZEN

GENERALISTISCH VAKMANSCHAP EN DE SOCIALE DELTAWERKEN

Het vraagt om hernieuwde beroepstrots

2 MAATWERK VAKBLAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK

(2)

vakmanschap

>

tionships and the empowerment and liberation of people to enhance well-being. Utilizing theories of human behaviour and social systems, social work intervenes at the points where people interact with their environments. Principles of human rights and social justice are funda- mental to social work.’

TAAIE VRAAGSTUKKEN

Het is verbluffend hoe ‘de maakbare samenleving’ in het beleid haar rentree heeft gemaakt. Met de decentralisaties zouden ‘de’ problemen nu echt eens worden opgelost. Het beleid kwam namelijk dichter bij de leefwereld, en zette in op ‘eigen kracht’ in allerlei varianten. Maar schuldenproblematiek, werkloosheid, ongezonde voedingspatronen, opvoedingsproblemen, schooluitval, sociaal isolement, een verpau- perde en onveilige leefomgeving, je niet thuis voelen in een etnisch gemengde buurt; het zijn problemen waar al decennia lang geen makkelijke antwoorden op zijn. Soms is er sprake van bestendige, intergenerationele overdracht van armoedeproblematiek of huiselijk geweld. Soms ook is de problematiek op gebiedsniveau geconcen- treerd, waardoor een onveilige omgeving ontstaat. Vaak hanteren mensen ingesleten, niet-adequate oplossingsstrategieën waardoor zij zich niet zelfstandig aan problemen weten te ontworstelen.

Daar komt bij dat de samenleving de afgelopen decennia sterk ver- anderd is: zij is met name complexer geworden. Door processen als individualisering, informatisering en internationalisering hebben zich op microniveau, in de ‘overstijgende werkelijkheid van het alledaagse leven’, grote veranderingen voltrokken, waardoor veel mensen de greep op het eigen leven in enige mate kwijt zijn geraakt. Een deel kan deze fundamentele onzekerheid – baanonzekerheid, inkomensonze- kerheid, opvoedingsonzekerheid, relationele onzekerheid, zingevings- onzekerheid – een plaats geven of gedijt er zelfs goed bij. Het deel van de bevolking dat zich bevindt in de hoek waar de klappen vallen, kan

dat niet. Het ongemak om in deze sociale complexiteit een uitweg te vinden, speelt behoorlijk wat burgers parten. Paradoxaal genoeg wordt deze onzekerheid vanuit het beleid beantwoord met een beroep op eigen kracht (en dus ‘eigen controle’ en zelfbeschikking) en op de sociale omgeving, terwijl de grip daarop sleets is geraakt (Van Ewijk, 2014; Boutellier, 2011).

TAAIE OPLOSSINGEN

Voor deze taaie problemen, internationaal ook wicked problems ge- noemd, zijn vaak alleen maar ‘taaie oplossingen’. Het zijn oplossingen ook waar het helemaal niet gaat over het ‘oplossen’ van problemen, maar over het beheersbaar en hanteerbaar maken, bijvoorbeeld van schulden, verslavingen en armoede, in een context die weerbarstig is, cliënten die onwillig zijn, en achterliggende oorzaken die verschuiven en van karakter veranderen. Kortom, in al die gevallen waar de vaste grond onder de voeten ontbreekt.

De twee belangrijkste oplossingsstrategieën die onder het beleid worden geschoven – eigen kracht en burgerkracht – zijn daarom ook eerder te typeren als wicked solutions, taaie oplossingen, dan als panacee waarmee we eindelijk het sociale ongemak uit de samenle- ving wegnemen.

Het wordt steeds duidelijker dat de maatschappij niet bestaat uit harmonieus samenlevende groepen en individuen, maar eerder wordt gekenmerkt door hardnekkige uitsluitingsmechanismen. Het zijn pro- fessionals en de (lokale) overheid die voor het overbruggende kapitaal zorgen: zij zijn het bridging capital. De civil society alleen is daar niet toe in staat. En zeker niet op plaatsen waar mensen leven in de rafel- randen. Het is aardig als kapitaalkrachtige en bureaucratisch vaardige en goedgebekte burgers een ‘stadsdorp’ in de stad inrichten, of een groep buren collectief zonnepanelen installeert. Het wordt ingewik- kelder als licht verstandelijk beperkten collectief een vuist maken om

THINKSTOCK

NUMMER 6, DECEMBER 2014 3

(3)

zich aan het strakke regime van schuldhulpverlening te ontworstelen.

Zo zal de eigen kracht en burgerkracht snel tegen grenzen aanlopen.

Er kan dan wel hoog van de toren worden geblazen over de kracht van new communities die zich bekommeren om kwetsbaren, maar zolang

die vooral worden gedragen door ontslagen of gepensioneerde sociale professionals, of door burgers die zich 60 uur per week de benen uit het lijf lopen, is dit waarschijnlijk niet de manier om een stabiele en (vol)waardige participatiesamenleving te onderhouden. Sterker, dit waren ooit redenen om te bouwen aan een verzorgingsstaat.

AMBACHTELIJKE KERN

Het is in deze complexe contexten, die onvermijdelijk normatief ge- kleurd zijn, dat het generalistisch vakmanschap van het sociaal werk bij uitstek tot z’n recht komt. Het sterk geprotocolleerd diagnosticeren en handelen in veel gespecialiseerde vormen van zorg en hulpverle- ning, past het sociaal werk niet. Het is juist het improviserend hande- len, het telkens opnieuw een uitweg zoeken in de weerbarstige sociale materie, dat het vakmanschap kenmerkt. Hierin komen ambachtelijk- heid, belichaming en fingerspitzengefühl of tacit knowledge samen met brede en uitgebreide praktijkkennis van maatschappijwetenschappen, van getoetste methoden en jarenlange praktijkervaring. In het idioom van Donald Schön heet het dat sociaal werkers bij uitstek geschikt zijn om in het moeras te werken. Hij schrijft over swampwork. Moeras- werkers zijn altijd bezig met die taaie vraagstukken en taaie oplossin- gen. Juist door hun kennis, kunde, kunst, houding en vaardigheden dichtbij burgers, in het scharnier tussen leefwereld en systeemwereld, kunnen zij vanuit een aansluitende houding ondersteuning bieden in de complexe omstandigheden die het sociale domein vraagt.

STEVIGE POSITIONERING

Of het nu gaat om het activeringsparadigma of om het empower- mentparadigma, het is deze generalistische basis die de kern van het vakmanschap van de sociaal werker vormt, en die terugkeert in het hart van de beroepen in het sociale domein (Sprinkhuizen & Scholte, 2014). Dat geldt voor maatschappelijk werk, voor sociaal-cultureel werk, voor opbouwwerk en voor veel van de afsplitsingen die in de afgelopen decennia zijn ontstaan.

Het is echter evenzeer een karikatuur als ‘burgerkracht’ en ‘eigen kracht’ om te veronderstellen dat deze ‘professionele kracht’ zomaar aanwezig is. Sterker nog, keer op keer blijken de gretigheid en het elan er wel te zijn. Maar dat betekent nog niet dat het professionele ver- mogen ook voldoende kwalitatief en kwantitatief voorhanden is. Het betekent dat er intensief moet worden geïnvesteerd in het vakman- schap van sociaal werk.

Zo wordt het hoog tijd dat sociaal werkers, van welke bloedgroep dan ook, zich bewust worden van het feit dat zij met hun vak en vakman- schap in het hart van het sociale domein staan. Dat vraagt om stevige positionering. Het vraagt om bundeling in een stevige beroepsorga- nisatie die ook staat voor de kern van sociaal werk. En het vraagt om

hernieuwde beroepstrots, gedragen door de branche en de opleidin- gen. Maar vooral door sociaal werkers zelf.

Het is dan ook bevreemdend dat langs de lijn van de nieuwe Jeugdwet uitsluitend jeugdzorgwerkers een beroepsregistratie nodig hebben.

De essentie van de herordening in het sociale domein is dat dit soort schotten zijn opgeheven. Ook de opbouwwerker, de wijkverpleeg- kundige, de coördinator van de brede school en de maatschappelijk werker in het sociaal wijkteam zijn onverbrekelijk onderdeel van de keten. Dat betekent dat het onvermijdelijk is om een kwaliteitssysteem voor sociale professionals in de breedte in te richten waarin vakman- schap geborgd is.

Daarbij speelt vertrouwen een rol. Gemeenten gedragen zich nu steeds vaker als ‘professionele’ in plaats van ‘bureaucratische’ organi- saties. Zorg dan dat het beleidsinstrumentarium daarop toegesneden raakt, dus: open, flexibel, op basis van vertrouwen, in plaats van geprotocolleerd, star en controlerend (Kolner & Sprinkhuizen, 2014).

Of, blijf de scheidslijn tussen het bureaucratische en professionele regime koesteren. Laat het echter een bewuste keuze zijn.

AMBITIEUZE TRAAGHEID

Een omvangrijke en ongekende omwenteling in het sociale domein als deze ‘Sociale Deltawerken’ vergen een meerjarig, zorgvuldig opge- bouwd en kwalitatief hoogwaardig implementatie- en uitvoeringspro- gramma, gestut door experimenten, onderzoek en kennisuitwisseling en ondersteund door het Rijk en de branche. In Sociaal werk op solide basis van de Gezondheidsraad is dit naar analogie van de medische beroepsgroepen uitgewerkt. Ook de Gezondheidsraad schrijft dat het investeringen van Rijk, werkgevers, werknemers, beroepsverenigin- gen en opleidingen vergt. En het vraagt om een ambitieuze traagheid, waarin zorgvuldigheid het sleutelwoord is. Momenteel halen we ondoordacht te veel overhoop, ten koste van de (kwetsbare) burgers waar het om zou moeten gaan. Dat kunnen sociaal werkers niet laten passeren.

Ard Sprinkhuizen is associate lector maatschappelijk werk aan de hogeschool Inholland.

Bronnen

• Boutellier, H. (2011). De improvisatiemaatschappij. Over de sociale ordening van een onbegrensde wereld. Den Haag: Boom Lemma.

• Ewijk, H. van (2014). Omgaan met sociale complexiteit. Profes- sionals in het sociale domein. Amsterdam: SWP.

• Gezondheidsraad (2014). Sociaal werk op solide basis. Den Haag:

Gezondheidsraad; publicatienr. 2014/21.

• Kolner, C. & Sprinkhuizen, A. (2014). Uit het Doolhof. Observaties en reflecties bij de ontwikkeling van sociale teams in Noord Hol- land. Amsterdam/Haarlem: Kenniscentrum Wmo en Wonen Noord Holland/lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland.

• Sprinkhuizen, A. & Scholte, M. (2014). Knooppunten. Over sociaal werk en generalistisch vakmanschap in tijden van transitie.

Haarlem/Utrecht: lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland/Sociaal Werk in de Wijk.

• Tonkens, E. (2014). De participatiesamenleving inhumaan?, Socra- teslezing 2014. Amsterdam: Humanistisch Verbond.

&

Dat kunnen sociaal werkers niet laten passeren

<

4 MAATWERK VAKBLAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de bestaande litcratuur blijkt dat C'en van de mechanismen waardoor.slachtoffers van geweld het gebeurde verwerken is, dat zij Cr eon zinvolle bctekenis aan geven. De

Dat het werk van de financial verandert staat niet ter discussie, maar wat dat betekent voor het werk en het vakmanschap van deze professionals, is minder duidelijk. In dit artikel

We onderscheiden hr-inbreng rond de toekomst van de organisatie, de randvoorwaarden voor goed werk en het behouden van vakmanschap in een markt waarin sprake is van een tekort aan

Met een lengte van 3 meter en een binnenmaat van 150x150mm is de Pipe Tube uitermate geschikt voor het transporteren van glaslatten, elektrabuis

Vaak is er sprake van een ongefundeerd geloof in eigen kunnen: ‘Oh, dat kan ik wel.’ Zo’n militair vindt het functione- ren van zijn iPhone belangrijker dan dat van zijn radio..

Een daarvan is bijvoorbeeld dat docenten samen met wetenschappers nieuw materiaal zijn gaan ontwikkelen.’ Volgens Coppen draait het bij de samen- werking tussen school en

Je ontvangt deze e-mail, omdat je toestemming hebt gegeven voor het ontvangen van nieuws en meer informatie over Envedder, de groeibeweging voor onze Drentse jeugd. Wil je

Dergelijke opleidingen vragen om de inrichting van een leeromgeving en curriculum die gevoed wordt door een pluralistische visie op diversiteit, waarin het niet alleen gaat