• No results found

01-01-1998    H.J. Korthals Altes, J. Mölck, T. Woldendorp Rapportage taakgroep normering sociale aspecten van veiligheid in ondergrondse bouwwerken. – Rapportage taakgroep normering sociale aspecten van veiligheid in ondergrondse bouwwerken.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "01-01-1998    H.J. Korthals Altes, J. Mölck, T. Woldendorp Rapportage taakgroep normering sociale aspecten van veiligheid in ondergrondse bouwwerken. – Rapportage taakgroep normering sociale aspecten van veiligheid in ondergrondse bouwwerken."

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapportage taakgroep normering sociale aspecten van veiligheid in ondergrondse bouwwerken

Amsterd am, 28 mei 1998

Harm Jan Korthals Altes Julia Mölck

Tobias Woldend orp

(2)

1

2 2. 1 2. 2 2. 3

3 3.1 3. 2 3. 3 3.4

4 4.1 4. 2

5 5.1 5 . 2 5. 3 5.4 5.5

6 6. 1 6 . 2 6 . 3 6.4

Inhoudsopgave

O pdracht en werk wijze 3

Int eg rale ben aderin g ( 2. 2, 3. 1 , 3 . 1 . 3 ) 5

S amen h an g verschillen d e aspect en v an veiligheid 5

Risico -ben ad erin g: bedoeld gebruik als n orm 5

M on it o rin g van h et gebruik 6

Van crit eria n aa r p rest at i es (5 ) 8

M aat geven d e scen ario's 8

Bel evin g saspect en en i m agovormin g 9

Ben oemin g , acht ergron d en en priorit erin g v an prest at i es 1 0 S am en h an g m et an dere aspect en v an vei l i g h ei d 14

Van prest at ies n aa r n o rm erin g 1 6

K want it at i ef t e n o rmeren on derwerpen 1 6

K walit at i ef t e n ormeren on derwerpen 1 9

A an l oop t ot object specifiek e n or m en st elsels 2 2

Vooraf: st ruct u u rvoo rst e l 2 2

St at ion s 2 2

W ink el cent r a 2 2

Tunn els 2 3

P a rk eerg arages 23

H oe verder 24

Draagvlak en c o m m uni cat ie 24

In vullin g van leemt en in k enn is 24

A an s l u it in g op t raject Veilig heid Effect Rapport age 24

S amen vatt en d e con cl usies en a an bevelin gen 25

De vermeldin g en t ussen h a akjes verwijzen n aar de in houd sopgave die is opgest el d voor h et d o c u m ent waar d e bet reffen d e in fo rmat i e u itein d el ijk in wo rdt opgen o m en , d e ' bevei ligin g svisie on derg ron d se bouwwerk en '.

(3)

1 Opdracht en werkwijze

Kader

Het kader van de opdracht is het p roject N 1 20 ' ontwi kkeli ng bevei ligin gs­

co ncept on dergrondse b o u wwerken' van het mi nisterie van Bi nnenlands e Zaken en het Centrum voor Onderg ronds Bouwen.

Eind 1997 is v a n d it p roject de o ntwerpfase afgeron d . I n het 'eind rapport o ntwerpfase' is een docu ment ' wat is vei l i g ' opgenomen. Dat document was opgesteld d oor een taakgroep, die speciaal voor deze opg ave was opgericht . H et gepro d u ceerde document bevatte een aa nzet voor de norme­

ring van risico ' s en ontwerpeig enschappen voor de d i verse aspecten van veilig heid die relevant zijn in ond ergrondse bouwwerken: technische veilig­

heid (brand, explosie, overstromi ng, in storti ng), arbei ds veiligheid en soci ale veil i g h e i d .

Beg in 1 9 9 8 i s d e taakgroep gesplitst: é é n werkte d e fysieke aspecten verder u it, de a nder werkte de sociale aspecten verd er uit.

Voor u l i gt thans de eind r apporta ge van d e laatste taa kgroep : de sociale aspecten .

Te zijner tijd worden d e rapportages van d e beide taakg roepe n, tezamen met nog andere bouwste n e n, geïntegreerd tot een 'al gemeen beveiligings­

concept voor o nderg rondse bou wwerken' (z ie verder onder h et kopje ' r ap­

portage' .

Werkzaamheden

De nieuwe taa kgroep, 'no rmering sociale aspecten van veilig heid ', is als volgt s amengesteld:

Ita Luten (Bureau ES&E ) , S ander Korz (ES&E), Titia Hajonides (Bureau Zijaanzicht), Ben Boere (N S Bevei lig ing Services), Ben Theunissen (NS Beve i l i g i n g Services), A d r i Voermans (M i n i sterie van BiZa), Klaas Blits (Min isterie van Justitie) , H arm Jan Korthals Altes (Bu reau DSP) , Ju lia Mölck (B ureau D S P) , Tobias Wo l d endorp (Bureau DSP) .

De taa kg roep is i n d e periode februari-maa rt 1998 vijf ma al bijeen gekome n .

Daarnaast z i j n d oor B u r e a u ES&E werkzaam heden u itgevoerd voor een aparte on derzoeksopdracht om de facto ren in kaart te brengen die de beleving en het imago v a n onderg rondse bouwwerken bepalen . Dit o nderzoek l oopt na d e rapportagetermij n nog enige tijd door.

Rapportage

O m tot een rapp ortage te komen is eerst een concept in houdsopgave gemaakt, d ie met de opd rachtgever is besproken .

Trefwoorden v a n de b o u wstene n fase waren tot n u toe: ambitie, normering , samen h a n g , afweging e n d raagvlak. 'Normeri ng ' i s d u s maar een van de vijf trefwoorde n . Het gaat d u s ni et alleen om het neerzetten van no rmen, er m oet ook d uid elijk worden gemaakt welk ambitieniveau d aarmee wordt nag estreefd , wat de same n hang met de no rmenstelsels op and ere gebieden zou k u n n e n zijn, hoe afwe g i n gen tussen verschillende aspecten van

vei l i g heid (e n d e voorzieningen d ie daarvoor getroffen wo rden) gemaakt z o u d e n k u n n e n worden, e n hoe bij toekomstige gebru ikers draagvlak kan worden gevonden voor de norme n stelsels en de afwegingsmethod e n . G ezien deze b r e d e vraagste l l i n g w o r d t in voorliggende rapportage n o g niet d i ep op o bjectspecifieke n o rmen ingegaan. Er wordt voo ral in gegaan op n orme n d i e voor alle o bjecttypen in ongeveer gelijke mate van toepassi ng z ij n , en d an vooral op de normen die kwantificeerbaar zij n .

D i t materiaal d i ent eerst o n d e rzocht t e worden op samenhang met de n ormen voor andere aspecten van veiligheid, en op de afwegi ngsmethoden

Pagina 3 Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(4)

d i e g e h ant eerd zul l en of k unn en worden.

A I het o bject s pecifieke m at eriaal alsmede de meer kwal it at ieve n ormen worden zorg v u l d i g opges lagen t ot d e t ijd r ijp is om d it m at eriaal u it t e werken. N a d e present at i e van het al gemen e beveiligin g scon cept, d ie geplan d st a at voor sept em ber 199 8, wordt het t raject in gegaan van de vervaard i g in g van object s pecifieke n ormen st el sels.

Vraagstelling

In de e erst e t aa kg roepverg aderin g is vast gelegd wat de vr agen waren die d e t aa kg roep moest beant woorden:

1 Z ijn d e crit eria en prest at ie-eisen uit het document 'wat is vei l i g ' vol l ed ig?

2 W at i s d e acht erligg en de gedacht e achter de criteria en d e eisen?

3 W e l ke n orm- en st reefwaarden kunn en voor kwant ificeerbare eisen worden in gevuld?

4 Z ijn eisen d i e in h et st u k n i et kwant ifi ceerbaar worden geacht, well i cht t och k w ant ifi ceerbaar?

5 Z ijn eisen d i e al leen kwal it at ief t e n orm eren zijn, door t e verwijzen n aar r eferent ies, t och wat con cret er te m a ken?

6 H oe werkt d e eis, d at h et ook in d e gebrui ksfase toepasbaar moet zijn , door in h et n or m en st el sel?

7 Dekt het n ormen st elsel d e beheerfase vol doen d e af?

8 W at is d e s a m en han g t us sen beheer- en ont werp normen? En moet en ook n ormen voor het beheer t oegevoegd worden? G edifferenti eerd n a ar t ijd en

plaat s?

9 Z ijn d e n o rmen t e koppel en aan het begrip ' bedoeld gebr u i k '?

1 0 H o e m o et m et m aat regelen in beh eer en met ont werpaan p assin g en

in gespron g en worden op een sit u at ie waarin het bed oel d gebru i k veran derd bl ij kt? H o e k an m en dat het best e m on it o ren, zijn veran derin g in bedoeld g ebru i k te voorspell en of te beïn vl oeden?

Vraag 1 en 2 worden beant woord in hoofdst u k 3 . D e vragen 3 t/ m 6 worden beant woord in hoofdstu k 4.

De vragen 7 en 8 zijn opgel ost door het ont werp voor de str uct u u r van het n o rmen st elsel zodan ig t e kiezen, d at ont werpn o rmen st eeds d i rect gevolgd

worden door beheernormen. Zo kan de s amen han g opt i maal worden gewaarborg d. In hoofdst u k 3 wordt deze st ruct u ur t oegel i cht .

De vragen 9 en 1 0 worden a an de orde gesteld in parag raaf 4.5.

H et bet reft hier echter m at erie d i e in hoofdzaak op het t errein van een an dere t a a kgroep ligt, t e wet en de t aa kg roep ' M et hodie ken '.

De t u s sent ijd s e result at en van het apart uitgevoerde bel evin g son derzoek (eerder g en oemd on der h et kopje ' werkzaamheden'), z ijn opgen omen in parag r a af 3 . 2.

(5)

2 Integrale benadering

2.1 Sam enhang ver schill end e aspecten van veili gheid

Doelstellin g van het project N 1 20 is de vers chil l en de aspecten van vei lighei d met elk aar in harm on i e te bren gen. W ann eer n ormen voor een bepaald vei ligheidsaspect vastg esteld worden , moet worden n agegaan of deze n orm ook raak t aan an dere aspecten v an veiligh eid. Z o veel mogelijk wordt ervoor gezorgd dat veiligheidsm aatregelen en -voorzien in g en in dezelfde r i chtin g werk en , d. w. z. waar mogelijk teven s een g un stig effect hebben op an dere as pecten van veiligheid d an het aspect waar zij in eerste in stantie op gericht zijn, en er in elk geval geen afbreuk aan d oen.

O ok in de k osten d i e aan d i verse aspecten worden besteed i s even wicht en harmon i e het uitgan gspun t. H et k an n i et zo zijn dat er veel geld wordt uitgeg even aan vei ligheid svoorzien in g en d ie een heel k lein techn isch risico afd ekk en , als daarmee n a uwelijk s meer geld zou overbl ijven voor het afdekk en van risico's op h et gebied van veel voork omen d e cri min aliteit.

Een voorbeel d moge deze uitgan g spun ten verduidel ijk en.

Bij het on twerp van een park eerg arage on tstaat behoefte om het risico voor schade aan de con structie als gevolg van voertuig bran d te beperk en door h et a an bren g en van hitte weren d e bek l edin g. M en heeft de k euze tussen d onk ergek l eurde respectievel ijk li chtgek leurde materi alen , maar het laatste type i s i ets duurder. Voor de vei li g hei d sbel evin g worden li chte kl euren aan bevolen , van wege de betere lichtreflectie.

Bij een in tegrale afwegin g (sociale en techn ische aspecten samen gewogen) ligt h et d an voor de han d te k i ezen voor optie 2: de l i chtgek leurde

bek ledin g. Bij een n i et-in tegrale afwegin g had men mogelijk gek ozen voor het d onk ergek l eurde type en later on tdekt dat er ex tra l i chtpunten n odig zijn o m a an m in i m ale eisen van vei l i g heidsbelevin g te voldoen.

2.2 Ri sico-b en ad ering: b ed oeld geb ruik al s no rm

Voor bepaald aspecten van techn i sche vei ligheid ( bran d , ex plosie, overstro m in g , verk eerson g evallen) zijn k wan titatieve m ethodiek en van risico- an alyse on twikk eld. Daarmee k an men een probabi listische

ben aderin g van veiligheidsrisico's k i ezen: door on derzoek n aar de oorzak en en gevolgen v an on gelukk en k an men de jaarlijk se k an s berek enen op on gelukk en en rampen met verschill en de aan tal len slachtoffers.

Al s n orm k an men dan bijvoorbeeld k iezen: " d e jaarlijk se k an s op een verk eerson g eval met 1 - 1 0 doden m oet k lein er zijn d an 1: 1 000 en de jaarl ijk se k an s op een on geval dat escal eert tot een ramp van grote omvan g

( 10 0 en m eer doden) moet k lein e r zijn d an 1 : 1. 000 .000" .

Bij een zodan i g geformul eerde n orm k i est m en dus de persoon lijk e vei lig heid v an m en sen al s uitgan g spun t; u iteraard een zeer belan g rijk e in valshoek.

Echter, n aast d eze menselijk e in valshoek zal ook altijd de econ omische in valshoek van in vloed zijn op de besluitvormin g over wen selijk e vei ligheids­

maatregelen en -voorzien in g en.

M en k an d an bijvoorbeeld als n orm stellen: " d e jaarlijk se k an s op het verloren gaan van de con structie door bran d , ex plosie, aard bevin g of overstromin g m oet k leiner z ijn d an 1: 1 . 000. 000.000".

O m d i t type k ansen te berek en en moet men in zicht hebben in de verschil­

l en d e scen ar i o ' s , d. w. z. de wegen waarlan g s een (k lein) on geluk k an escaleren tot een ramp van g rote o mvang, bijvoorbeeld d oordat de hulp­

verlen in g d e pl aats van h et on geluk n iet k an bereik en , verlichting en

verbin d in g sm i ddelen u itval len , of het bouwwerk vol rook k omt te staan die

Pagina 5 Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(6)

n iet afgezogen kan wor de n . De details van d e scenar i o-m ethodiek zijn i n het kader van deze r apportage niet van bela ng; daar voor zij ver wezen naar de r appor tage "S cenar i o ' s voor on der gr o ndse bouwwer ke n" van 2 decem ber

199 7 i n de " Ei n dr appor tage ontwer pfase" van het pr oject N 1 20 . W aar het om g aat, is dat de scenar io-benader i ng norm er i ng van r isico's m ogelij k m a akt voor bepaal de typen van vei l i g heid. De gr ote vr aag is, of dit

voor alle typen vei l i g heid m ogelij k zou zijn e n of het str even er op ger icht zou m oeten z ij n om voor alle typen van vei ligheid r i sico ' s te norm er en.

H et a ntwoor d is eenduidig " nee" .

Voor sociale aspecten van veiligheid is de pr obablistische benader i ng niet toepasbaar. S cenar io ' s zijn nog wel op te stellen, bijvoor beeld voor steed s ver der g aande ver loeder i ng m et uiteindelijke sl uiting van het object tot gevolg ( een der gelijk scenar io is in de aangehaal d e r appor tage " scenar io's voor onder gr o ndse bouwwer ken" daadwer kel ij k uitgeschr even) . H et knelpunt is dat er geen casuï stiek bestaat waar aan de g egevens ontleend kunnen wor d en voor h et kwantificer en van de kans op h et optr eden van bepaalde var i anten in de gebeur tenissen, zoals dat bijvoor beeld bij br and wel kan en ook gedaan is. Dit ver schil vindt zijn oor za a k i n het feit dat ' sociale scenar io ' s ' ( bijvoor beeld ver l oeder i ng en im agover lies) zich over langer e tijd u itstrekken. Voltr e k ken technische scenar io ' s zich i n tijd van ur en en som s zelfs van m i nuten, bij sociale scenar io ' s is dat een kwestie van m aanden e n zelfs jar en . AI die tijd hebben exploitanten en toezicht­

houder s de kans om m et beheerm aatr egelen in te spr i ngen op de situatie en het tij nog te ker e n. Vr ijwel nooit laat m en het zo ver komen dat er

wer kelijk geen houden m eer aan is en s l uiting of her bestemm ing de enige m ogelijkhei d i s. Van zo'n scenari o i s slechts een handvol voor beel den te geven i n Neder l and ( het betr eft steeds onder d oor g angen van voetganger s).

Om toch tot een r i sico-benader i ng te komen die op alle typen veilig heid toegepast kan wor den, is het begr ip bedoeld gebruik g eï ntr o d u ceer d . Als norm wordt voorgesteld dat minimaal 85% van het bedoelde gebruik gehaald wordt.

M e n kan het bedoelde gebr u i k i n ver schil lende m eetee nheden uitdr u k ken, bijvoor beeld:

H et per centage bezoe ker s dat tevr eden is ( of m eer dan dat) m et de veilighei d;

De kans d at het object op een will ekeur i g waar nem i ngsm om e nt vr ij is van onbedoeld gebr ui k ( zoals dr uggebr u i k);

H et wer kelij k aantal bezoeker s a l s per centage van het ver wacht aantal bezoe ker s;

De wer kelijk behaalde om zet als per cent age van ver wachte om zet;

H et wer kelijk a antal bedr ijfsur e n als per centage van het bedoelde aantal bedr ijfsur e n;

De wer kelijke M T BF ( Mi n im um T im e Between F ai lur es) als per centage van de genormeer de M T BF.

De keuze van de m eeteenheden is in deze r appor tage n iet aan de or de, daar gaat de taakgr oep " M ethod ieken" voor stellen voor doen.

W aar het om gaat i s het inzicht, dat fluctuaties i n bedoeld gebr u i k zowel technische als sociale oor z a ken k u n nen hebben en dat het begr ip daar om br u i kbaar is als r i sico-benader i ng voor i ntegr ale veilig heid .

2.3 Monitoring van het gebruik

Noodzaak van onderzoek

H a nter i ng van ' bedoeld gebr ui k ' al s r isico-benader i ng vergt per iodiek onder zo e k . A l l e voor beelden van m eeteenheden voor h et beh alen van de norm voor h et bedoelde gebr u i k van een object ( zie par agr aaf 2. 2) zijn imm er s afgezet tegen een tijd-as. Z ij vergen het co ntinu bijhouden van gegevens of tenm i nste het per iodiek m aken van m om entopnam es. Er is dus

(7)

'm on itorin g ' n odig. Dit kan m et beh ul p van passanten en q uê tes, registratie v an in ciden ten , evaluatie v an om zetresultaten , schou wron d es, secu rity a u dits en vele an dere m eth o d en van gegeven sverzamelin g.

O o k h i er k an weer verwezen worden n aar de voorstell en d i e de taakgroep

" M eth odie ken" zal doen.

Bruikbaarheid onderzoeksgegevens voor beheerbeleid

Een m eegen om en voordeel van de m on itorin g waartoe m en zich verplich t door h et bedoeld gebru i k als n o rm te stel len , i s dat d e verkregen gegeven s d i rect bruikbaar kunn en zijn om h et beleid voor beh eer en h an dh avin g bij te stel l en , of te beslu iten tot h et a an leggen van extra veiligh eidsvoorzien in g en.

Een voorbeeld m oge dit verd uidelij ken.

Een beh eern o rm is dat verl i ch tin g die kapot is binn en 2 4 uur gerepareerd m oet zijn , of dat de M T BF v an een verlich tin gselem en t groter dan 30 dagen m oet zijn . U it de m on itor kan bl ijken of deze norm en geh aald worden.

De passan ten en q uê te h eeft bijvoorbeeld al s uit kom st dat 9 0% tevreden is ( of m eer d an dat) over h et on derh o u d van de verlich tin g. U it regi straties van uitgevoerde reparaties blijkt dat geen en kel arm atuur korter d an 5 0 dagen ach tereen gewerkt h eeft. Dan kan men con cluderen dat de norm g eh aald is. P a kken de uitkom sten ech ter negatief uit en bl ijft h et on der­

h oudsresu ltaat achter bij de n o rm , d an kan m en m aatregel en n em en in de organ isatie van h et beh eer of in de keuze van extra veiligh ei dsvoorzien in g en om de n o rm bij de volgen de m etin g wel te kunn en h al en .

Z o bl ijft de n o rm geen papie ren tijger.

Een probl eem waar de taakgroep ' M eth odieken" mee te m a ken zal krijgen is d e afba ken in g van ' bedoeld gebr u i k ' versus 'on bedoeld gebru i k ' .

W at t e zeggen bijvoorbeeld v an h et pla atsen van kios ken in een ruim te, d i e d e zich tl ijn en ern stig belemm eren en sch u ilh oeken opleveren voor

' on bedoelde gebru i kers'? En wat te den ken van straatm u zi kanten , die door een deel van h et publiek m issch i en gewaardeerd worden m aar door een an der deel n i et?

De opdrach tgever h an teert als n o rm voor ' bedoeld gebrui k ': h et ge brui k dat door de exploitan t bedoeld wordt. W ann eer de kios ken er op zijn in itiatief gepl aatst zijn , bijvoorbeeld om d e op bren g sten van h et vloerop pervl a k te verh ogen , zou h et ' bedoeld gebruik' zijn. De on twerper zal daar ech ter an ders over den ken . H ij ziet z ijn zich tl ijn enplan in duigen vallen , zijn werk voldoet alsnog n i et aan de n orm en voor overzichtel ij kh ei d .

O o k de toezich th o uders zien d e kios ken n i et graag. H et trekt on bedoel d e gebrui kers aan en levert sch u i lh oe ken op waar deze gebruikers zich bij voortd u rin g gaan o ph ouden . Dit verzwaart de taak van de toezich th ouders en brengt h et beh al en van de n orm 'm in im aal 85% bedoeld gebru i k ' in gevaar. In deze kwestie zal d u s nog een gen u an ceerde lijn bepaald m oeten worden , voordat voll edig op ' bedoeld gebruik' als risico-ben aderin g

overgesch a keld kan worden.

Pagina 7 Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(8)

3 Van criteria naar prestaties

3.1 M a atgevende scenario's

Voordat p restaties en normen worden bepaald, moet eerst uitgem aakt worden tegen welke bed rei g i ngen en scenari o ' s dit norm e nstelsel h et object m oet vrijware n .

I n h et aangeh aalde document 'S cenario's voor ondergrondse bouwwerken' is een besch ouwing gewijd aan criteria voor d e keuze van 'm aatgevende scenario ' s ' . ' M aatgeve nd' wi l zeggen dat h et s cenario voor dit s pecifi e ke o bject van toepassing wordt geach t en dat d u s m aatregelen m oeten worden g etroff e n om h et scenario te voorkom e n en/ of de gevolgen van h et scenario te beperken. De cri teri a voor de keuze van m a atgevende scenari o ' s zijn:

leerz aam, voorstelbaar en voorspel baar.

H et criterium 'voorstelbaar' is i n h et kader v a n h et norm enstelsel van belang, om dat h et u itwijst op welke s ituaties m en voorbereid m oet zij n . H et kan v a n g rote i nvloed op de norm stel ling zijn of men bijvoorbeeld een zwaar scenario zoals ' bom aanslag' al dan niet als m aatg evend besch o u wt .

E e n voorbeeld m oge dit verduidelijke n .

I n e e n o n d ergronds station m oeten bagagekluizen kom e n. Beschouwt m en h et scenario ' bom aanslag' als m aatgevend, d a n is een belangrijke norm: h et

g edeelte waar de klu izen zi ch bevi nden i s een apart c om partim e nt, dat af te s ch eiden is van de rest van h et station zodat bij een bomm elding h et com p artim ent afges loten kan worden en de rest van h et economi sch bolwerk gewoon door kan d raai e n .

Besch ou wt m e n h et scenario ' bom aanslag' niet a l s m a atgevend, dat zou de norm zijn dat m en de kluisruim te juist niet in een afg esch eiden

com partim ent plaatst, m aar bij voorbeeld op een overzich telijke plaats als i ntegrerend deel van een wachtruim te, waar m en altijd i n de nabijh ei d van anderen is en m e n zich vei l iger voelt dan i n een afgesch eiden ruim te.

Voorlopig is d e keuze gemaakt om h et norm e nstelsel o o k op zware scenari o ' s bere kend te laten zijn. In con creto betekent d it dat d e h ele l ijst van generi eke scenari o ' s op pag i n a 7 van d e rapportage "S ce nario's voor o ndergrondse bou wwer ken", voorzover deze alth ans raken aan sociale aspecten van veiligh eid, ma atgeve nd m oeten zijn voor h et norm enstelsel.

I n concreto betreft h et dan de volgende scenario's:

G ifaanslag

Bom aa nslag

Vandalism e

K aping

O neigenlijk gebru i k

P a n i e k

Bed reig i ng

(S eksu eel) geweld

Diefstal/ roof

O nveil igh ei d sgevoel

O n beh agen

Im agoverlies

Verm ijding/ o nderbenutting

S l uiti ng/f u n ctieveranderi ng

I n de praktijk h ebben veel voorkom e nde scenario's zoals vandalism e, bed rei gi ng, d iefstal, onvei l igh eid sgevoel, o n beh agen en im agoverlies h et gr ootste gewich t g eh ad bij de ontwerp van h et norm en stelsel .

H et is zinvol om tegen de tijd dat o o k bekend is h oe d e norm e nstelsels voor tech ni s ch e veiligh eid en arbeidsvei ligh ei d zich verh o uden tot h et ontworpen norm en stelsel (m issch i en levert deze vergelij k i n g en weging nog belang rijke

(9)

aanvullingen en correcties op) o o k systematisch na te g aan of h et dan verkregen normenstelsel vol doende toegesneden is op d e z waardere scenario ' s ui t h et bovensta a nde rijtje.

D ez e oefening z ou tot een tweede seri e wijz i gi ngen van h et norm enstelsel kunnen leiden; waarsch ijnlijk voornamelijk tot een verz wari ng van de verei ste maatreg elen e n voorz ieningen.

H et is o p dez e pl aats van b el an g erop te wijz en dat er drie typen maatreg elen denkbaar z ij n om een scenario te voorkomen:

'A bsol uut-voorkomen' maatregel;

K a nsbeperkende maatregel;

G evolgbeperkende m aatreg elen.

T reft men h et eerste type maatregel , dan z ij n h et 2 e en h et 3 e type niet meer a a n de orde.

I s dit n iet h et geval, dan kiest men maatregelen van h et 2 e en/ of 3 e type.

E e n voo rbeeld van een absoluut voorkomen maatregel is h et verbieden van vervo er van gevaarl ij ke stoffen door een tunnel ( en h et h andh aven van d i t verbod): h et scenario ' g rote b r a n d ' kan d aarmee absoluut voorkomen worden.

E e n krasser voorbeeld van een abso l u ut voorkomen maatregel i s: h et op bepaalde tijden buiten gebru i k stel l en van h et obj ect, h et ni et o ndergronds bouwen van h et object of z elfs h et geh eel afz i en van h et bouwen van h et object.

H et leeuwendeel van h et normenstelsel betreft echter kans- en g evolg­

beperkende maatregelen. D a a rbij z ij opgemerkt dat de ef fectiviteit van de maatregelen omg ekeerd eve n redig wordt geach t aan d e z waarte van h et scenari o. Hoe z waarder h et scenario, h oe moei l ij ker h et is de kans van optreden met ma atregelen i n o ntwerp en beh eer onder controle te h ouden.

A l s voorbeeld alweer h et scenario ' bo m aanslag'. H et is niet te voorkomen dat iemand di e een bom wil pl aatsen i n een obj ect, daar ergens i n h et obj ect een geschi kte plek voor vi ndt. M e n kan h ooguit de gelegenh ei d i ets minder ma kkelijk maken ( bijvoorbeeld d oor h oeken van m u ren af te ronden;

een o n beh eerd pak ketje of bag agestu k valt dan eerder o p) of d e gevolgen beperken ( bijvoorbeeld door bom-gevoelige objecten z oal s prullenbakken niet te pl aatsen waar regelmatig grote co ncentraties mensen aan wez ig z ij n).

W a n neer men h et bouwwerk wil ontwerpen op een z waar scenario z oals ' bomaanslag ' , dan is h et den kbaar dat men gebieden m arkeert waar h et scenario wèl m aatgevend is en gebied waar h et niet m aatgevend is. M e n h oeft dan niet h et h ele bouwwerk op h et scenario voor t e berei den, maar

alleen de gedeelten die i n de pra ktij k aanslag gevoel ig z ij n (wach truimten e n bagagekl u isruimten bijvoorbeeld).

3.2 Belevingsaspecten en imagovorming

O m meer g r i p te krijgen op m aatreg elen en voorz ieni ngen die scenario's z oals ' o nbeh agen' en ' i m agoverli es' k u nnen voorkomen, h eeft d e opdracht­

gever een apart onderz oek naar specifieke prestati es en normen voor ruimtebeleving en imagovorming aan besteed ( eerder genoemd in h oofdstu k 1) .

O p h et moment van opstell e n van d e concept- rapportage is dit onderz oek nog ni et afgero nd. D e tu ssentijdse resu ltaten h ebben ech te r reed s h et belangrijke i nz ich t opgeleverd , dat er voor beleving en i m ago geen specifieke prestaties gelden ten opz i ch te van d e prestaties die voor de veiligh ei dsbeleving van toepassing z ijn. W el k u nnen d e belevi ngs- e n imago- aspecten leiden tot h et verschuiven van prioriteiten in d e geh a nteerde ' prestaties en tot h et h anteren v a n andere ( strengere) normen voor d ez e prestati es. I n d e volgende parag raaf wordt d i t aan de h a nd van e n kele voorlopige voo rbeelden toegelich t.

E e n ander belang rij k i nz ich t is dat h et van bel ang is om i n een v roeg

Pagina 9 Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(10)

stad ium (zelfs al voor de oplevering) aan 'i mage bui l d i n g ' te doen bij een breed publiek van potentiële gebruikers, tenei nde neg ati eve imagovormi ng d e kop i n te dru kken d ie i n d e pers zou kunnen ontstaan als gevolg van een i n cident d a t o nd a n ks alle veilig heidsma atregelen toch optreedt i n een vroege fase van het gebru i k . Dit gel d t echter onder d e voorwaarde, dat het o bject ook werkelijk vei lig is, dat wil zeggen ruimschoots voldoet aan de vereiste mi nimumnormen.

De Ka naaltun nel e n de brand d i e daarin optrad ( 1 7 november 1 9 96) mo ge als voorbee l d d i enen . Dit i n cident had voorgoed een ernstige d e u k in het imago van dit toen pas kort in gebru i k gestelde object kunn en bete kenen, wan neer de ontwerpers en hulpverl eners met het incident door d e mand waren gevallen omd at uit o nderzoek g ebleken was dat de tunnel en/of de hu l pverlening niet op het i n cident berekend waren geweest. Het

tegengestelde was echter het geva l . Er was alleen materiële schade. Het manag eme nt kon a a ntonen dat zonder de vele vei ligheid svoorzieningen de gevolgen v a n deze brand veel erger h a dden k u n nen zij n . Mede d aardoor her stel de h et vertrouwen van het pu bliek in de veil igheid van d e tunnel zich binnen enkele maanden en bleef het effect van het i n ci d ent op d e passa­

g i ersaantallen binnen de perke n . In het omgekeerde geval had het incident een faillissement v a n de explo itant e n mogelijk zelfs defi nitieve sl uiting van het obj ect tot gevolg kunnen hebbe n .

3.3 Benoeming, achtergronden en prioritering van prestaties

Benoeming

Als toetsi n g s kader voor sociale aspecten van veiligheid i n het ontwerp van een object d i ent het proefs chrift ' Sociaal vei lig ontwerpen' van Van der Voordt e n Van Wegen, dat verscheen i n 1 9 9 1 .

Dit kader bestaat uit 8 criteri a : 1 Aanwezi g heid van daders 2 Aanwezig heid van soci ale ogen 3 Zichtbaarheid

4 Betro kkenheid 5 Toeg a n kelijkheid 6 Attractiviteit

7 Aantrekkelij kheid van potenti eel d o elwit 8 Fys ieke kwets ba a rheid potentieel d oelwit

Voorgesteld wordt d it stelsel van criteria terug te brengen tot 4 criteri a : 1 Zien e n gezien worden

2 Toegan kelijkheid 3 Attractiviteit 4 M arkering territoria

Met dit ko rte rijtje zij n overlappingen eruit gehaald, zij n criteri a d i e bij een voo rafg aande risico-analyse horen eruit gehaald, en zijn alle criteria als 'p restaties' g eformu leerd, d at wil zeggen een 'ja' score betekent : ' goed gedaan ontwerp ( st)er' .

Het verkorte rijtje i s makke lijk te onthouden en te hanteren door zowel toetsers als o ntwerpers .

De red u ctie geschiedde soms door s amenvoeging (de criteria

'Zichtbaarheid' e n ' s ociale o g e n ' zij n s ameng evoegd tot 'zie.n e n gezien worden ' ) , soms d oor het verschuiven van een criterium naar d e risico­

anal yse, d i e voorafgaand a a n de toetsing uitg evoerd zou moeten worden (de criteria ' A a n wezig heid van dader s ' , 'Aanwezigheid potentieel doelwit' en 'Fysieke k wets baarheid doelwit' ) .

(11)

Pagina 11

Risico-analyse

D e risi co- a nal yse levert randvoorwaarden op voor de pri oriteit v a n prestati es e n de toegel aten marges v o o r de h a ntering v a n normen. H o e g roter de d reigi n g , h o e strenger d e normen geh an teerd m oeten worden.

H et normenstel sel geeft stra ks g renswaarden (de absolute bodem) en streefwaarden (h et opti m u m). Bij een laag risico is het beh al en van de grenswaarden voldoende. H o e h oger h et risico, h oe meer men naar de streefwaarde toe moet werken al s minimum norm.

E e n risi co-analyse bestaat minimaal uit:

een a nalyse van gebrui kspatro nen ( bijvoorbeel d de verwach te d ru kte op routes) ;

een a nalyse van de pl aatsen waar z i ch kwets bare personen e n g oederen bevinden;

een analyse van dreig i ngen, waar bij criminal itei tsaantre kkende functies i n de o mgevi ng en eventu eel in h et obj ect z elf i n kaart worden gebrach t;

een i n s ch atti ng van h et effect op de veil igh eidssituatie i n en o m h et object d i e de voorg aande drie a n alyses i n samenh ang met el kaar h ebben.

Hoe g roter de omvang, d e complexiteit en de p u blieks d i ch th ei d van h et object, h o e noodz a kel ij ker een gedegen risico-analyse. D aa rtoe k a n gebr u i k gemaakt worden v a n de h a ndlei d i n g d i e i n ontwi kkel i ng i s v o o r h et

i nstrument ' veiligh eid effect rapportage '; i n h et sloth oofdstuk wordt hi er iets dieper op i ngegaan.

Verdeling prestaties naar schaalniveau

I n h et docum ent ' W at is vei l i g ' van november 199 7 was reed s een

uitspl itsing van toetsing scriteria naar sch aal niveau gemaa kt: bestem mings­

plan, h oofdconcept bouwwerk, detaill eri n g e n beh eer.

D ez e onderverd eling is i n voorl i ggende rapportage doorgez et, z ij h et dat ' bestem m i ngsplan' nu ' context' wordt genoemd (om a a n te geven dat in de omgeving van h et bouwwerk lang niet al tijd meer een 'plan' a a n d e orde is) en dat de s ch aal nivea u ' s 'h oofdco ncept' en 'detaill eri n g ' z ij n s am e ngevoegd tot 'ontwerp'.

Bij h et bepal en van de normen voor ' beh eer' is mede gebru i k g e m aakt van h et onderz oe k e n begrippenkader van P. M ayh ew en R. V. G. Cl arke.

G rotendeels berust dit op h etz elfde gedach tengoed als d e criteria bij Van der Voordt en Van W egen, h et g a at niet o m nieuwe prestaties of i nz ich te n.

M ayh ew en C l arke h a nteren 'target h ardening' en 'target remova l ' als criteria waarmee h et beh eer kan i n s pri ngen op h et scenario ' va n d al isme'.

D ez e begrippen z ij n onder te brengen bij de criteria 'aanwezi gh ei d van daders ' , ' a a nwez igh eid van potentieel doelwit' en 'fys ieke kwets baarh ei d doelwit'. D aarmee versch u iven z e naar de voo rafg aande risico- a n al ys e.

O o k h a nteren M ayh ew en C l arke h et stellen van regels alsmede d e h a ndh aving daarvan door p rofessionele toez i ch th ouders a l s criteria.

Di t valt onder d e ui twerking van h et criteri um 'z ien en g ez ie n worden'. D e beh eernormen bij d ez e prestatie bepal en onder meer d e m a nier w aarop h et p rofessi o neel toez i ch t geregeld is. H et kenbaar maken v a n 'h u isregels' e n h et h andh aven daarvan door d e toez i ch th o u ders valt onder d i e u itwerki ng.

'S tructureel en i ntegraal overleg ' z al o nderdeel z ijn van d ez e normen.

'S tru ctu reel ' betekent 1 x per week of per maand, op een vaste t ij d en m et een vaste agenda. ' I ntegraa l ' bete kent alle typen toez i ch th ouders, z owel d e u itvoerende fu ncties a l s h et managem ent. Bij h et toez i ch t o p d e veiligh eid van stations h eeft NS Beveil ig i n g ervaren dat dergelijk structureel e n i ntegraal overleg een nuttige fu n ctie vervul t.

Bij 'z ien en gez ien worden' kan d i t i ntegraal overleg aan normen gebonden

worden. '

8eheer- en ontwerpnormen als communicerende vaten

E ssentieel is h et i nz i ch t dat met h et negeren van normen voor e e n sociaal vei l i g ontwerp een z ware wissel getro kken wordt op h et beh ee r. E e n

Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(12)

p a rkeer g arage vol kolommen en nissen is veilig te m a ken wan neer men i n al die s ch u i lh oe ken een camera z et; evident i s dat dit h et beh eer in de pra ktij k tot een o n m ogelij ke taa k z al make n.

O m gekeerd i s h et moeilij k een ontwerp voll edi g te toetsen op (sociale) vei l i gh ei d w a nneer er nog geen idee i s over d e beh eer- en exploitatiewijz e.

I d eali ter li g t er op h et moment van toetsing o o k al een exploitatiemodel op tafel.

H et erkennen van de nauwe samenh a ng tussen o ntwerpveili gh ei d en be­

h eervei l i gh ei d (h oe meer van h et éé n , h o e m i nder van h et ander; en omge­

keerd) betekent dat in h et o ntwerp proces com m u n i catie tussen o ntwerpers e n toekomstige beh eerders eigenlijk net zo min gemi st kan worden als i n de beh eerfase h et h ierboven genoemde ' stru ctu reel e n i n tegraal overleg' tussen de versch ill ende beh eerders .

Dez e c o m m u n i catie (of beter nog: peri odieke toetsi ng en d iscussi e) bij elke m ijlpaal in h et ontwer p) kan geregeld worden v i a een ' veil igh eidsconve nant' d at p ar tijen i n de i niti ati effase van h et project met elkaar af z ouden k u n n e n s l u i ten. E e n h a ndleiding voor h et opstellen e n afsl uiten van e e n de rgelij k convenant z al deel uitmaken van h et eerder genoemde i n strument ' ve i l i gh ei d s effect r apportage' (z ie verder paragr aaf 6.3) .

Uitdieping achtergrond ontwerpprestaties

De criteria van Van der Voordt en Van W egen berusten op een studi e v a n d oor d e r d e n u itgevoerd onderz o e k e n o p r es u ltaten van e i g e n onderz o e k.

Bij h et o n d erz oek door derden is O scar Newman, een ar ch itect uit New V or k , een pr omi nente maar ook o mstreden f i g u u r. Dat maakt z ij n gedach t e n goed ( begin jaren 7 0 o ntwi kkeld e n gepubli ceerd) , dat bekend staat o n d er d e naam 'defe nsible s p ace' (te vertal e n als: ' control eerbare r u i mte') e r ni et m i nder i nteressant o m.

H ij h a nteert als ontwerp- en toetsi ngscriteria:

1 Z i ch t ba a rh eid 2 T errito rial iteit 3 I m a g o en m i lieu

4 Veiligh ei d aangrenz ende gebieden

T wee cr iteria z ij n door Van der Voordt e n Van W egen letterlij k

overg e n o m e n . H et derd e criterium is door h e n vertaald a l s ' attractiviteit' e n h et vier d e i s i n h et criteri um ' aanwez i gh ei d v a n dader s ' o ndergebrach t.

N e w m a n trach t met statistisch e pr o cedures d e r el atie a a n te tonen tussen o n twerp kenmerken en cri minal iteitscijfers . M et name bij d e criteria 'z i ch t­

baarh ei d ' e n ' territorial iteit' levert d i t sig n ificante ver s ch i l l en op. W oon­

complexen d i e slech t scoren op z ichtbaarh ei d e n/ of territorialitei t verto nen h ogere cr i m inali teitscijfers dan comp lexen d i e d aar goed op scoren. J u i st

o m d at N e w m ans o nderzoek meth odologisch o m streden i s , h ebben Van d er Voordt e n V a n W egen ook eigen o nderz oe k gedaan, waaruit onder meer bleek dat de factor 'z ichtbaarh ei d ' h et niveau van veiligh eidsgevoelens en v a n d a l i s m e mede bepaalde.

'Z i ch t b a a rh ei d ' d u i kt steeds weer o p als belangrijke factor die onveiligh ei d s­

gevoelen s ver klaart, welk onderz oe k men o o k leest. Daar naast z ij n v l u ch t­

mogelij kh ed e n en a a nwez igh eid van mensen op z ich t- of h oorafstand v a n bel a n g . H et g aat steeds om h etz elfd e centr a le begr i p: d e beh eersbaarh ei d v a n de situ atie, h et gevoel d a t m e n h et n o g z elf onder contr o l e h eeft.

W a n neer d a t g evoel onder een bepaald ni veau z a kt slaan a ngstgevoel ens toe. Men redeneert: wat z ou ik kunnen doen als i k iemand tegen kwam die k w a a d w il: word i k gezi en, word i k geh oord, k a n i k weg komen?

Voor h et verklaren van patro nen i n d e werkelijk optred ende cr imi na liteit i s ech te r m eer n o d i g dan zich tbaarh ei d en v l u ch tmogelij kh eden. Dat z ij n d a n m e t n a m e d e cri ter i a waar v a n n u voorgestel d w or dt d ez e naar d e

voorafg a a n d e risi co-ana lyse t e sch u iven. O nd erz oeken n a ar z edendelicten i n o n d e r m e er U trech t ( I . R oh d e) , e n Ei ndh oven ( C. H o g er vorst) toonden a a n d at d ez e d e l i cten i nderd aad op stille e n o n overz i ch telijke pl aatsen met

(13)

weinig vl uch tmog elijkh eden pl aatsvonden, maar dat h et patroon o o k

samenh a ng vertoonde m e t d e aan wezi gh eid van publie kstre k kende functies i n de omtrek z oals z ie kenh u iz e n e n stations. Bij h et d e li ct w o n i n g i nbraak z ij n samenh a ngen a a ngetoond met de woonp laats en u itgaansp atro nen van

potentiële woni n g i n brekers ( H. J. K o rth als A ltes en P. V a n S oomeren, 19 89 en 199 8).

D ez e bevi n d i ngen tonen a a n h oe belang rij k d e context i s als factor d i e potenti ële daders e n potentiële slach toffers ' p roduceert'.

E r is voor g ez orgd dat dit i nzi ch t d oorwerkt i n h et norm enstelsel voor ondergrondse bouwwerken, door bij elke prestatie niet al leen ontwerp en beh eer, maar o o k d e context aan normen te bi nden. D ez e normen z ij n van belang voor d e situering van h et o ndergrondse object ( e n d e i n -/ ui tgangen daarvan). W a nneer di e situering een gegeven i s (niet m eer veranderbaar) , kan d it betekenen d a t de normen voor ontwerp en beh eer strenger

g eh anteerd m oeten wor d e n. De context-normen fi g u r eren d a n i n de risi co­

analyse.

Prioritering

'Z ien en g ez i en worden' is i n alle gevallen een bel ang rij ke p restatie en i n sommige gevallen z elfs de belang rij kste. 'Z ien en g ez i e n worden' i s d e eerste voorwaarde o m mensen h et gevoel te geven d a t z ij h u n situatie beh eersen. E r z ij n i n ondergrondse bou w wer ken twee situati es waarin voorgesteld wordt 'zi en e n g ez i en worden' op de tweede pl aats te z etten:

entreegebieden en commerciële rui mten.

Ui t h et belevi ngsond erz o e k i s gebleken dat h er kenbaarh ei d e n leesbaarh ei d v o o r d e g ebruiker d e bel ang rijkste bepalers van de w a a r d e r i n g en h et imago z ijn. M et name aan e ntreegebieden en ontsluitingsg a n g e n worden door de

gebrui ker h oge ei sen gesteld. De ori ëntatie kan bij n a n i et h elder genoeg z ij n , entrees k u n n e n bij n a ni et uitnodigend genoeg z ijn. D e entreeg ebi eden vormen bovendi e n h et keuz ep u nt, waar de potenti ë l e gebruiker nog kan bes lu iten h et o bject te mij d e n e n een bovengrondse ro ute te nemen.

D e prestati e 'toeg a n kelijkh ei d ' ( waarvan oriëntati e een o nderdeel is) komt i n d i e situaties d u s op n u m m e r 1 .

D e andere uitz o ndering z ij n r u i mten met een commerci ële fu nctie. Voor d i e ruimten i s d e vraag 'h oe vei l i g i s v e i l i g g e n o e g ' eigenli j k n i e t d e juiste vraag.

Vanuit de taakgroep ' M eth od i eken' is in een verkennende voorstudie aangegeven dat men dez e vraag beter kan vervangen door 'h oe

aantrekkelijk is a a ntrekkelijk genoeg'. De prestatie ' attractiviteit' komt daar d u s o p n u m mer 1 . D oor daar z waar op i n te z etten t r e kt een rui mte ( w i n kel­

centrum of station) meer bez oekers e n zal d e norm voor bed oeld gebru i k m a k kelijker g eh aald worden. A l s d at teve ns leidt tot v e rh oo g d e vloer­

opbrengsten verdi e n e n i nvesteri ngen in veiligh ei d e n attracti vitei t z i chz elf terug e n blijft er wellich t n o g geld over o m iets ext r a ' s te doen voor veiligh ei d , bijvoorbeeld i n de sfeer van service e n toez i ch t.

D e prestatie ' m arkeri ng territoria' wordt voor onderg r o n d se bou wwerken als l aagste geprioriteerd. Dez e p restatie i s vooral in woo n g ebieden van belang.

E e n goede s ch ei d i n g van openbaar en privé i s een voorwaarde om sociale controle een kans te g even. V a n e l ke rui mte is dan d u i d elij k o n der wiens verantwoordel ij kh ei d d i e valt. Bouwwerken met een p u bl i e ksfu ncti e kennen per definitie een ope nbaar kara kter. S ch ei d i n g van open baar e n privé is er m i nder aan de orde. H et ' al l es i s van iedereen e n niets i s v a n iemand' kara kter is daar bijna niet te vermijden, berg i ngsgangen e n d i e nstruimten ui tgez o n derd. Er z ij n ech te r u itz onderingen, waarin d e p restati e wè l toe- pasbaar i s. .

Voorbeeld: h oreè aterrassen i n een w i n kel- of stationsh a l. D oo r terrassen duidelij k bij d e aangrenz en d e h oreca-ondernemi ng t e trekken e n te o m ge­

ven met pl antenbakken wordt h et territorium van h et terras duid elijk gemar keerd. D aarmee h elpt men tasjesroof (weg g rissen v a naf een tafel) en o n bedoeld gebru i k door z we rvers te voorkomen. D e m a r kering g eeft

Pagina 13 Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(14)

de gebrui kers van h et terras r u g d e k ki n g e n d a armee een veilig gevoel.

3.4 Samenhang m et andere aspec ten van veiligheid

D e p restatie 'toeg a n keli j kh ei d ' h eeft de sterkste raakvl a k ken met andere typen onvei ligh ei d , met name d e brand vei ligh ei d. D e v l u ch twegen bij brand en de toegan kelij kh ei d van p u b l i e k s r u i mten voor de h ul pverle n i n g z ij n van g root bel ang e n z u llen z e ker bij o ndergrondse bouwwerken aan strenge normen gebo nden worden. D ez e normen z ij n e r nog niet, maar z odra dat h et geval is z al er een vergelij k i n g e n weging m oeten worden gemaa kt.

D a arbij z al blijken dat d atgene wat h et z waarst weegt, h et z waarst genormeerd z a l word e n . De h oo g ste norm g el d t dan.

E e n voo rbeeld moge di t verd u i d e lijke n .

D e maatvoeri ng van o ntsluiti n g s g an g e n v a n onderg rondse bou wwerken z ul l e n uit oogpunt van sociale veil i gh eid aan normen gebonden worden.

O m el kaar veilig en plez ierig te k u n n e n p asseren, geldt een bepaalde m i ni m umbreedte (z ie par. 4.1). M og el ij k z al voor h et probleeml oos ku nnen laten vluch te n van een m e n igte p u bl ie k uit h et bouwwerk e n/ of de toeg ankelij kheid ervan voor d e h u lpverlen i n g een g rotere m aat nodig z ij n. D an geldt d i e g ro otste m aat a l s m i ni m u m.

I n d it voo rbeeld geldt d u s , d at d e overeenste m m i ng tussen de normen­

stelsels nog niet berei kt k a n worden o m d at de normen v a n d e a ndere typen veil igh ei d nog niet bekend z ij n.

E e n voorbeel d van h et o m g ekeerde i s o o k te g even. I n d e wereld van brand­

preventiedes kundigen wordt gewerkt met h et begri p 'veilige plaats'. In de regelgeving voor brandvei l i gh ei d is e e n ' veilige pl aats' een brand- e n rook­

vrije ruim te. Di e moet door m i ni m aal 85 % van h et p u b l i e k binnen 30 secon­

den bereikt k u n nen worden , h etgeen i n d e pra ktijk bete kent dat vanuit el k pu nt i n een ruimte de afsta nd tot d e d e u r naar d e vei l i g e pl aats niet g roter dan 3 0 meter mag z ij n.

I n h et normenstelsel voor sociale a specten v a n veiligh ei d kan op h et beg rip 'veilige plaats ' worden a a ngeh aa kt. Voor de definitie v a n h et begrip 'veilige pl aats' wordt voorgesteld o m een p l aats al s ' veilige pl aats' aan te mer ken wanneer aan éé n of meer v a n d e volgende voorwaarde n wordt voldaan:

vanuit mini m aal 2 woningen z i ch t b a a r;

gebru i ksfrequentie z a kt o p gebru i ks u ren nooit onder de 3 passanten per m i n u ut;

er i s professioneel toez i ch t o p g e b r u i ksuren, dat d o o r eigen aanwez i g­

h ei d of via cameram o nitoring zi ch t h eeft o p wat z i ch i n de rui mte af­

speelt, en dat bi n nen 2 m i nuten na optreden van een i ncident ter plaatse kan z ij n;

er i s een voorz ie ni ng o m contact te m a ke n m et h u l pverlen i n g sdi e nsten e n die h u lp kan binnen 2 m i n uten ter pl aatse z ijn.

Bij d it defi nitievoo rstel beh oren twee p u nten v a n toe l i ch t i n g:

D e voorwaarden weerspiegelen d e g ed a ch t e dat z owel met p rofessi o neel als m et niet- professio neel toez i ch t g e ko m e n kan worden tot een 'vei l ige p l aats'. De eerste twee voorwaarden leunen op de g e d ach t e , d at bewo­

ners en passanten tot o p z e kere h oogte een sociaal controlerende f u n c­

tie k a n worden toegedich t. D e l a atste twee voorwaarden g a a n van p ro­

fess i o nele toezi ch th o uders u i t .

Voor o nderg rondse bouwwerken l ij kt z i ch tbaarh eid vanuit woningen ni et v a n toepassing. M eestal z al d a t o o k h et geval z ij n , m a a r er z ij n bel a n g rij­

kè u i tz o nderi ngen, z oa l s een voet g a n gers- of fietse rstun nel. W an neer er aan weerskanten v a n d e t u n nel w o ni ngen rech t tegenover d e t u n nel­

m o n d mond staan v a n waaruit d e t u n nel tot mi ni m a al de h el ft van z ij n lengte z ich tbaar i s , k a n d e betreffende tunnel in z ij n g eh eel a l s vei lige pl aats worden aangemerkt. Voo rgesteld wordt om dan als s pecificatie

(15)

een maximale zicht-as lengte van 50 meter als norm te hanteren; boven de 50 meter wordt het moeilijk o m te zien wat zich in de open bare ruim­

te afspeelt e n neemt ook het gevoel van betrokken heid van bewo ners bij de openbare r u i mte af. Ten overvloede wordt opgemerkt dat de t u nnel ook aan verli chti ngseisen zal moeten voldoen om zichtbaarheid mo gelijk te make n ; dit komt in het volgende hoofd stu k aan de orde.

Voorgesteld wordt om voor d e bereikbaarheid van de 'veilige pl aats' de 30 seconden norm te hanteren, conform de brand regel gevi n g .

Pagina 15 Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(16)

4 Van prestaties naar normering

4.1 Kwantitatief te normeren o n derwerpen

Vooraf

I n het onde rstaande worden per prestatie voorstellen gedaan voor

normering van o n d erdelen in h et nomenstelsel, die zich voor kwa ntitatieve normering lenen .

Tussen haakjes wordt aangegeven op welk schaalniveau deze norm ingedeeld behoort te worden (co ntext, o ntwerp, beheer) .

H et gaat om generieke normen, d . w . z . toepasbaar op e l k type ondergronds bou w werk .

De gegeven normen zijn streefwaarden; te zijner tijd, wan neer h et tot uit­

werking van objectspecifieke no rme nstel sels komt, zullen ook grenswaar­

den aang egeven worden, d . w . z . d e absolute bodemnorm. Het is bel ang rijk om eerst te kijken in hoeverre e r al draagvl a k is voor de streefwaarden (ook gezien no rmen die v a n u i t a ndere veilig heids hoeken gesteld worden ) . Blijkt d at draagvlak er te zijn, d a n hoeven d e g ren swaarden straks n i et al te ver o n d er d e streefwaarden gelegd t e worden.

Pres ta tie 'Zien en gezien worden '

O nderdee l : zi chtlij n e n (schaalnive a u : o ntwerp)

Wa nden zo v l a k mogelij k . I nd i e n g e kozen wordt voor haakse geveIversp rin­

g i n g e n (of wanneer d eze constructief dan wel voor in stal laties niet te ver­

mijden z ij n : verspri n g i n g e n < 30 cm. Een golvende wand geldt niet als verspri nging; dit d oet aan de zi chtbaarheid nauwelijks iets af e n kan voor de score op d e prestatie' attractiviteit' een pré zij n .

Doorsnede kolommen < 5 0 cm.

Uit wendige hoeken afgerond, r ad i u s> 1 m.

Ki os ken en obstakels i n de ru i mte: O.

Bij zeer g rote ru imten (> 100 m . hoogte of breedte) kios ken o f andere o bjecten als rustp u n t plaatsen voor het oog, echter zon der d at hi ertussen n a u we open bare r u i mten o ntstaa n .

O nderdee l : l i cht e n co ntact met open l u cht (schaalniveau: o ntwerp) : gezien de g rote waarde d i e toetre d i n g van dagl icht en het k u n nen waarne­

men van d e actuele weerso msta ndig heden heeft voor de

veilig heidsbelevi n g , wordt voorgesteld hier d e (vrij zware) arbo-norm over te nemen als streefno rm: d a g l ichtopeningen > 5% van het vloeroppervlak.

Voordeel is dat dan tevens werkplekken zijn toegestaan i n de betreffende ru i mte .

Dagli chttoetre d i n g is uiterst f u n ctio neel o m de oriëntatie te structureren, d . w . z . bij de in - e n uitg a n g e n . H et omg e keerd e geldt o o k . Zou men de pl aatsen waar geen trap zit (of a l l een een noodtrap) van dagli cht voorzien en d e wer kelij ke stijpu nte n relatief d o nker l aten, dan i s dagl ichttoetred ing zelfs mis leiden d .

Kunstli cht:

Verl ichtingssterkte > 100 lux ( h o rizontaal), oplopend tot 800 lux i n arbeidsru i mten (afh ankelijk v a n h e t type a rbeid) .

Voorko ming a ccomo d atieproblemen bij het beweg en van de ene ruimte naar de a ndere : verlichti n g s sterkten in aan elkaar grenzende ru imten <

factor 20 verschil .

Gelij kmatighei d s i nd e x v a n d e verlichting i n een bepaalde ru imte> 0,75

(17)

L i ch t inv alsrich tin g en (ter v o o r komin g v an h in derlijke/ an g staanjagen d e s ch a d u wwerkin g en) : v erticale v erlich tin gssterkte ov eral > 0 , 2 * h o riz on ­ tal e v erlich t in g ssterkte.

L u m in an ti ev e rh o u d in g en < 1 0: 3: 1 ( d i recte taak : d i recte omgev in g : periferie) .

K le u rweergav e-in dex v an d e v erlich tin g (mogelijkh ei d om kleu ren te h er k enn en): > 80 (categorie ' g oed').

Noodv e rlich tin g: > 1 0 l u x (h oriz on taal).

P l aatsing v e rl ichtin g: m in i maal 3 meter v an af de v loer, in dien lager:

v erz on ken in wan d of plafon d (= m oeil ijk berei kbaar v oor v an d alisme).

On derd eel: on derh oud v erlich t in g (sch aaln iv eau: beh eer) In spectie v an h et geh ele systeem elke werkdag.

Bij m e l d in g/ on tdek kin g defecte v erlich tin g binn en 2 u u r actie (= start reparatie) .

On derd eel: toez i ch t ( s ch aaln iv e a u : beh eer)

In ste l l in g v an profession eel toez i ch t in h et bou wwerk ( a l d an n iet v i a

cameram on itorin g) i s afh an kelij k v an d e v raag o f h et bouwwerk u i t oog punt v an sociale v ei l igh e i d een 'v eilige pl aats' i s. In h et eerder gen oemde v oor­

beeld v an de v o etg an g ers-/ fietserstunn el is dit h et gev al wann eer de t unn el te ov e rz ien is v an ui t won in g en en/ of de passan ten stroom z o g root is d at er con t in u men sen in h et bouwwerk z ijn , ook op stille u ren en op de open bare pl aatsen buiten de h oofdroutes. Z i e ook de defin itie v an h et begrip 'v eilige plaats' in h et v oorgaan d e.

Norm: a antal passan t en > 3 per m in u ut tijden s open in g s u ren.

Bij contin ue open stel l in g geldt a l s meetperiode:

o p werkdagen tussen 6. 00 en 0 1.00 uur;

in h et wee ken d tussen 8. 00 en 0 1. 00 uur.

d aa r b u iten m a g h et stiller z ijn , tenz ij de contin u e open stel lin g aanz ienl ij k e v ei l i gh eidsrisico's m et z i ch mee bren g t; dan m oet reg ulerin g v an d e

open in g stijden ov erwogen worden , h etg een i m pl i ceert d at e r een altern atiev e ro ute a an wez i g m oet z ijn.

E en altern ati ef is:

In z ijn geh eel een v ei l i g e plaats, of toegerust met z o d an ige voorz i en in gen dat v an u i t el k p un t binn en 3 0 m eter con tact gemaakt kan worden met h u lpv erlen in g (z ie p a r. 3. 4).

M aximaal 1,5 m aal z o l an g als v i a d e kortste route.

On derdeel: on derh ou d C C T V ( s ch a aln iv eau: beh eer)

B ij storin g v an h et systeem of delen d aarv an binn en 2 u u r actie (= start reparatie) .

On derdeel: in tegraal ov erleg toez i ch th oud ers (sch aaln iv eau: beh eer) M in im aal 1 x per m aan d integraal ov erleg tussen toez i ch th ouders die d e betreffen d e m a an d werkz aa m z ijn (geweest) in h et object.

Prestatie 'Toeganke/ijkheid'

On derdeel: routes en r i ch t in g en ( s ch aaln iveau: con text en on twerp).

G an gen en tunn els v olgen d e rich t in gen v an h et assen stel sel in de

omrin g en d e stedelijke structu u r. In d i en dit een gridstructuur is, wordt h et grid on dergron d s v o ortgez et. G een flauwe boch ten of h oeken. H oe ken z ijn 9 0 g raden; waar een d i ag on aa l z inv ol i s kunn en h oeken v an 45 graden toegepast worden.

W aa r in h et stedelij ke patroon een h oofdrich tin g te on dersch eiden is, wordt dez e in h et on dergron ds e stelsel doorgez et. G an gen in d e h oofdrich tin g z ijn in dat g ev a l 1,5 maal z o breed a l s in d e n ev en ri chtin g.

Pagina 1 7 Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(18)

O nde rdeel : breedte onts l u itingsg angen/routes (schaal niveau: ontwerp) M i n i m ale breedte bij normale materialen voor wandbekled i n g : 6 meter . D eze norm i s gebaseerd o p een gewenste passeerafsta n d tussen personen o nderling van 4 m eter e n een gewenste afstand van deze personen tot de m u u r van 1 mete r .

Bij toepassing van transparante wandbekledi ngsmaterialen kan de afstand 5 meter zijn (de ruimte l ij kt dan breder, men kan d ichter l a n gs de wand lopen zonder zich onprettig te voelen) .

Prestatie 'A ttractiviteit '

O nderdee l : maatvoering rui mten (schaal niveau: ontwerp)

D e ideale hoogte/breedte verhouding voor een (o nderg ro ndse) g ang of r u i mte is 1 : 1 ,6 . Een 6m brede g ang is dan 3,75m hoog . Bij een cilinder­

vormige ruimte is 3,75m de hoog ste maat, d . w . z . naar de randen toe m ag h et lager worden .

O n d erdeel : onderhoud (schaal nivea u : beheer)

M i nimaal 85% van d e bezoekers tevreden over de n etheid i n het object.

Reparatie van ka pot straatmeubilair, verwijdering van gr affiti : actie (= start reparatie) binnen 24 uur na meldi ng /ontde k ki n g .

Onde rdee l : a koesti e k (schaal niveau: ontwerp)

N agalmtijd

· in tunnel s : < 1 ,5 seconde

· in hal: < 3 seconde

Omgevingsgel u i d : < 65 d b (A)

O nderdeel: kleurtoepassing (schaalniveau: ontwerp)

H elderheid van kleuren wand- vloer- en plafondoppervl a kken: > 60 o p ACC schaal (ACC = een veel ge bruikte kleurordeningsschaal, gebaseerd op de S i kkens Colour Collection 303 1 ) .

Voor decoratievl a k ke n < 1 vierkante meter geldt deze beperking niet.

O nderdeel : luchtbeweg ing (schaal nivea u : ontwerp)

Toevoer frisse l u cht per kubieke meter per uur:

· In tunnels voor gemotori seerd verkeer: 1 20

· I n ruimten waar gerookt wordt: 60

· I n overige situ aties: 1 ,5 .

Tocht: l u chtbeweging < 0,25 m/sec.

Pres tatie 'Markering territoria '

O n d erd eel : afsch e r m i ng terrassen (schaalniveau: ontwerp)

D e o p e n bare ruimte i s erop i n geri cht het publiek i n bewe g i ng te houden.

Aanleidingen om te g aan z itten of hangen zijn afwez i g .

Zitgelegenheid i s g e con centreerd op terrassen d i e o n d er de bevoegd heid van een ho reca-o n d erneming vallen.

D e terrassen zijn afgeschermd door bijvoorbeeld een ' m u ur' van pl anten­

bakken van 1 meter hoog e n 1 meter breed . Deze ' m u u r ' is zodanig o ntworpen d at erop hangen of zitte n zo goed als uitgesloten i s .

O n d erdeel : afscherming k wetsbare berg ingen e n dienstru imten (schaal­

nive a u : ontwerp)

Toegangsdeu ren tot kwets bare berg i ngen en d ienstruimten liggen niet d irect a a n h et ope nbare g e bied, er zit minim aal 1 sluis tussen waar een beperkte g roep toe g e autoriseerd is .

(19)

4. 2 Kwal itatief te n ormeren onderwerpen

Vooraf

I n het docume nt ' wat is veilig' dat in d e 'ei nd rapportage ontwerpfase' van het project N 1 20 i s opgenomen, is een tabel getoond waaruit blij kt dat op dat m o ment nog ongeveer tweederde van d e te normeren onderwerpen zich niet voor kwantitatieve normering l e nen, bijvoorbeeld omdat deze

onderwerpen te afhankelijk zijn van de context .

Dit was vooral h et geval bij toetsi ng scriteria zoals ' aanwezigheid van daders' e n ' a antrekkelijkheid potentieel doelwit', criteri a waarvan voorg esteld wordt om ze naar de voorafg aande risi co-analyse te versch uiven (zie p aragraaf 3 . 3 ) .

Bij de overblijvende criteria, die daadwerkelij ke ontwerp- e n beheer­

strategiën vormen, is de k wantificering in de meeste gevallen wel mogelij k . Desondanks zijn er nog o nderwerpen d i e kwalitatief en soms context­

afhankelijk benaderd moeten word e n . D aarvan volgt in het onderstaande een overzi cht.

Pres ta tie 'Zien en gezien worden '

Onderdee l : zichtlij nenplan (schaalnivea u : o ntwerp)

Om te laten zien dat het object werkelijk vanuit d e strategie 'zien en gezien word e n ' is o ntworpen, is h et voor de toetsers gewenst o m over een zichtlij n e n p l a n te beschi kken; een thematische kaart, o nd ersteu nd door doorsneden, w a arop de arch itect aang eeft hoe de z ichtlijnen lopen in een rui mte, van de ene rui mte naar de andere, en van het ene belang rijke punt naar h et and ere .

Ook kan ( o p doors n eden) a angegeven worden waar dagli cht invalt en welke ruimten dit bereikt.

Voor h et berei ken van optimale z i chtlijnen en diepe doordringing van d ag l icht in h et o bject dienen de volgende ( kwalitatieve) normen:

Vides ( l i chtg aten) toepassen, waardoor vanaf de lag ere verd iepingen contact i s met hog ere verdiepingen e n/of de buiten wereld o p maaivel d .

Trapgaten l aten doorlopen over de hele l engte van de trap, d . w . z . vanaf de eerste trede kan men al recht naar boven i n de ruimte van de

verd i e p i n g ( e n ) d aarboven kij ken .

Liften v a n transp arant m ateri aal, zodat men vanuit d e l ift de omgeving in kan kij ken, e n er vanuit de o mgeving kan worden gezien wat zich i n de lift afspeelt. Referenti e : Heuvelg alerie, Eind hove n .

Een apart aand achtspunt i n het zichtlijnenplan wordt g evormd door de entreegebied e n . H ier dient ook aa ngeg even te worden of er zicht vanuit woningen op d e e ntrees is. Streefnorm : minim aal 5 woningen binnen maxi m a a l 50 meter van d e entree .

O n derdeel : rook- en geurd etectie (schaaln iveau: ontwerp)

Er is behoefte a a n het voorzien van de kli maatinstallatie van een 'early warni n g ' systeem, dat m i n i maal rook en koolmonoxide herkent .

Er zijn o o k verfij nd ere systemen, maar nooit zo dat a l l e stoffen herkend z u l l e n worden (een volkomen reukloos gifgas bijvoorbeeld) . Hoe meer stoffen het systeem herke nt, hoe beter.

Presta tie 'Toegankelijkheid '

O nderdee l : orië n tatieplan (schaal nivea u : o ntwerp)

Vergelijkbaar met het hi ervoor genoemde 'zi chtlijn enplan' is een 'orië ntatie­

plan' g e wenst, waarin i s a a ngegeven hoe door het a a n brengen van

hiërarchie in rui mten (groter voor belangrijk, kleiner voor minder bela ngrijk) ,

Pagina 19 Rapportage taakgroep normering sociale aspecten DSP - Amsterdam

(20)

di fferentiatie v a n r u i mtevo rmen en eventuele andere ontwerpmi ddelen basis-ori ëntatie geboden word t . I n het plan kan teve ns worden aa ngegeven hoe met een u n i form en helder leesbaar beweg wijze ring ssysteem

ondersteu n i n g wordt gegeven aan deze basis-oriëntatie.

Neg atieve referenti e : winkelcentrum Neue M itte in Ob erhausen.

De winkelgalerij loopt i n een fl auwe bocht van forum naar fo r u m . Alle fora zijn even g root e n gelijk van vorm. Alleen door raad pleging van pl atte­

g ronden kan men bepalen waar men is en waar men naar toe moet . Basisori ëntatie wordt hier d u s totaal ni et geboden . De o ndersteunende beweg wijzering is afwezig of niet opvallend genoeg .

O nderdeel : regulering van toegangsbe heer tot niet-pu blieke r u i mten (schaal­

niveau ' s : ontwerp en beheer)

Bij bepaalde o bjecttypen valt te overwegen of ligt het zelfs voor de hand om het object geheel of g edeeltelij k af te sluiten voor o n bevoeg den . Er moet d a n een toegang sbeheersysteem komen met tourniqu ets, pasjes­

controle of dergelijke voorzieni ngen.

De bes lissing tot het al d a n niet regul eren van de toegang moet i n een zo vroeg mogelijk stad i u m genomen word en, aangezien het implicaties kan hebben voo r het ontwerp. Volledig centraliseren van de toegan gssituatie kan d a n bijvoorbeeld een keuze worden, die ing rijpe nde gevolgen heeft voor de rest van het ontwe r p .

Verder moet men een keuze m a ken voor een toeg angs beheersysteem e n zorgen d a n men de mensen e r v o o r heeft o m dit beheer ook zo veel mogelijk waterdicht te doen z ij n . Algemene normen hie rvoor zijn niet te geve n; deze keuzes zijn o bject- en contextafh ankelij k .

Prestatie 'A ttractiviteit '

O nderdeel : a antrekkel ijkheid o mgevi ng entreeg ebied en (schaal nivea u : co ntext) .

Het is wenselij k de entreegebieden van het ondergrondse bouwwerk uit te laten komen in een plezierige o mgeving, bijvoorbeeld een woonbuurt en dan een buurt met een goed tot n eutraal imago. Bij aansluiting van de entrees o p een industriegebied of in een buurt met een s lecht imago kan het fu nctioneren van het g e hele object in gevaar komen; de norm voor bedoeld gebruik is moeilijk te halen, al m aakt men het object intern optimaal vei l i g . M aatregelen om dit t e voorkomen kun nen zij n :

Vers chuiving van d e e ntrees naar een betere plek;

Verschuivin g van h et hele o bject;

(in het u iterste gev a l : ) G eh eel afzien van bo u w van h et object.

Bij toets ing van het o n twerp is het meestal te laat o m d eze m aatreg elen nog te ku nnen toepassen; er m oet dus i n de voo rafgaande risico-an alyse (zie parag raaf 3 . 3) veel aa nd acht aan dit o nderwerp worden geschonken.

O nderdeel: aflei d i n g van o n bedoelde g ebruikers (schaaln iveau : co ntext) Als bekend is d at er een school in de buurt is (context) k u n ne n hangende schoolkinderen verwacht word e n . Eén mogelij kheid ze niet i n het

ondergrondse bouwwerk ( w i n kelcentru m , station, t u n n el) te hebben is elders in de b u u rt een JOP ( h a ngplek) te creëren .

O nderdeel : opeenvolging g rootte klassen (schaal nivea u : ontwerp)

Het is go ed o m met geleidelijk oplopende g roottes te werken, waarbij de sprongen niet te groot e n ni et te klein zij n . Te kleine s p rongen zijn voor het oog niet waarneembaar en veroorzaken slechts onrust. Te g rote sprongen veroorzaken d is h armonie e n desoriëntatie.

Bij de overg angsgebieden van bu iten naar binnen is het g oed om

met verlopende of verspri ngende groottes te werk e n : dit werkt u itnodig end .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• De route van en naar Julianapark krijgt volop de ruimte en kan een belangrijke fietsverbinding worden tussen station en Watergraafsmeer. Voor het station wordt

Bevindingen over aspecten van binding, die tijdens de vergadering en eerder naar voren zijn gekomen zijn gebundeld en door DSP aan de taakgroep Binding doorgegeven

Deze zijn met name op het verbeteren van de veiligheid in de buurt gericht omdat volgens de vertegenwoordigers van het stadsdeel opvalt dat er meer klachten

Kenmerkend voor deze module is dat deze overdag veel door studenten wordt bezocht maar bij donker leeg is.. De gebouwde structuur kent veel nissen en anoniem

Indien de waterplas gerealiseerd wordt zal op detailniveau aan aspecten van sociale veiligheid en beheerbaarheid gestudeerd moeten worden; een intensief beheer

Om het voordeel van scenario's optimaal te benutten moet men zich niet beperken tot het door-exerceren van 'zomaar' één of twee scenario's, maar moet een reeks

Het plangebied bestrijkt de inmiddels gerealiseerde nieuwbouw van het woonzorgcomplex 'Waterwiel' , de locatie Rijnlandflat ( Piet Heinflat) , de locatie

verbetering doorgaand karakter als in fluwelen scenario met als als in zilveren scenario maar oost-west route in verlengde extra: de routes vormen binnen dan