• No results found

Het college stelde echter ook vast dat andere aspecten dan toegang de ontwikkeling van de concurrentie kunnen beperken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het college stelde echter ook vast dat andere aspecten dan toegang de ontwikkeling van de concurrentie kunnen beperken"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Openbaar

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

R.N. Barker MSc. OPTA/AM/2011/202076 070-3153530

Datum Onderwerp Bijlage(n)

27 september 2011 Onderzoek concurrentie op de postmarkt 1

Geachte heer Bleker,

Hierbij stuurt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) u zijn onderzoek ‘Concurrentie op de postmarkt’.

Dit onderzoek is mede op uw verzoek uitgevoerd en borduurt voort op het eerder door het college gepubliceerde evaluatieonderzoek met betrekking tot artikel 9 van de Postwet 2009.1 Op basis van dit artikel kunnen concurrenten toegang krijgen tot het netwerk van PostNL. In genoemd

evaluatieonderzoek concludeerde het college dat deze toegang tot het netwerk van PostNL (destijds TNT Post) slechts een beperkt effect heeft op de concurrentie in de Nederlandse postmarkt. Het college stelde echter ook vast dat andere aspecten dan toegang de ontwikkeling van de concurrentie kunnen beperken. Er is op de postmarkt immers sprake van een ongelijk speelveld en PostNL voelt slechts in een deel van die markt concurrentiedruk.

Het college heeft toentertijd aangegeven dat het wenselijk zou zijn om nader onderzoek te doen naar de problemen met betrekking tot de verdere ontwikkeling van de concurrentie en naar de instrumenten waarmee deze problemen afdoende kunnen worden aangepakt.2 Dit nadere onderzoek, waarvan het bijgevoegde rapport het resultaat vormt, dient mede te worden bezien tegen de achtergrond van de discussies in de Kamer over dit onderwerp3 en het advies van de heer Vreeman betreffende de postmarkt4.

1Kenmerk: OPTA/AM/2010/201170.

2Kenmerk: OPTA/AM/2010/201110.

2Kenmerk: OPTA/AM/2010/201110.

3 Kamerstukken II, 2010-2011, 30 536, nr. 125 en Kamerstukken II, 2010-2011, 29 502, nr.58.

4 Kamerstukken II, 2010-2011, 29 502, nr. 49, bijlage.

De staatsecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie De heer dr. H. Bleker

Postbus 20101

2500 EC 'S-GRAVENHAGE 2500EC20101

(2)

Openbaar

Potentiële mededingingsproblemen

Het college heeft in dit onderzoek de nationale retailmarkt voor brievenpost geanalyseerd. Daarbij heeft hij vooral beoogd om de in potentie aanwezige problemen met betrekking tot de verdere ontwikkeling van de concurrentie en de hiervoor passende maatregelen in kaart te brengen. Ten behoeve hiervan zijn verschillende marktsegmenten afgebakend. In een aantal van deze

marktsegmenten is in een bepaalde mate sprake van concurrentie. In andere marktsegmenten is er geen sprake van concurrentie en verwacht het college ook niet dat concurrentie zal ontstaan. Het gebrek aan concurrentie leidt tot een aantal (risico’s op) mededingingsproblemen.

Een aantal van de mogelijke mededingingsproblemen hangt samen met de omstandigheid dat in een monopoliesituatie hoge tarieven kunnen worden gerekend. Dit heeft tot gevolg dat eindgebruikers hogere tarieven betalen of lagere kwaliteit ontvangen dan in een concurrerende markt het geval zou zijn. Hierdoor kan PostNL voordelen behalen die zij kan gebruiken om op andere marktsegmenten (selectief) lage tarieven te rekenen. Daarnaast heeft PostNL de mogelijkheid om de concurrentie te beperken door het toepassen van prijsdiscriminatie, koppelverkoop of beperkende contractuele voorwaarden. Hierdoor kunnen concurrenten op termijn uit de markt worden gedreven, waarna vervolgens monopolietarieven kunnen worden gerekend.

Passende maatregelen

Het college heeft in zijn onderzoek aangegeven op welke wijzen de geconstateerde potentiële mededingingsproblemen geremedieerd kunnen worden. Zo acht het college het passend om de huidige transparantie- en non-discriminatieverplichting van artikel 9 van de Postwet 2009 uit te breiden. Dit betekent dat de daadwerkelijk gehanteerde tarieven, voorwaarden en kortingen vooraf transparant moeten zijn en op de website moeten verschijnen, zodat een klant aan de hand daarvan in alle gevallen inzicht heeft in zijn tarief. Verder behelst dit een verbod op selectieve prijsdifferentiatie, koppelverkoop en andere kortingen die de overstapkosten van eindgebruikers verhogen.

Voorts constateert het college dat de voorzieningen in de Postwet 2009, die gericht zijn op het realiseren van kostengeoriënteerde tarieven, aangescherpt dienen te worden om de

mededingingsproblemen van buitensporig hoge prijzen en kruissubsidiëring te voorkomen. Hierbij is het gewenst dat keuzes over de toerekening van kosten en opbrengsten, boekhouding en de (financiële) rapportage ter goedkeuring aan het college worden voorgelegd. Tevens acht het college een expliciet verbod op kruissubsidiëring gewenst.

(3)

Openbaar

Hiernaast stelt het college voor om kwaliteitsnormen in aanvulling op de al aanwezige normen in de wet op te nemen. Dit ten behoeve van het waarborgen van het door de wetgever beoogde

kwaliteitsniveau. Deze aanvullende normen zouden wat het college betreft in ieder geval betrekking moeten hebben op beschadigde en zoekgeraakte post. Dit wordt met de huidige wetgeving beperkt geadresseerd.

Randvoorwaarden voor effectief functioneren maatregelen

De verplichtingen in de Postwet 2009 zijn van toepassing op de verlener van de universele postdienst.

Met de inwerkingtreding van de Postwet 2009 is niet langer PostNL N.V. (voorheen TNT N.V.), maar PostNL B.V. (voorheen TNT Post B.V.) de als verlener van de universele postdienst aangewezen rechtspersoon. Nu PostNL N.V. de postvervoeractiviteiten van PostNL B.V. heeft ondergebracht in aparte juridische entiteiten, koopt PostNL B.V. de feitelijke postale activiteiten voor de uitvoering van de universele postdienstverlening in bij andere bedrijfsonderdelen van PostNL N.V.. Hierdoor zijn veel van de huidige wettelijke verplichtingen die bedoeld zijn om kostengeoriënteerde tarieven van de universele postdienst te waarborgen in feite betekenisloos geworden. Het college adviseert daarom om duidelijk in de Postwet op te nemen dat de verplichtingen en aanwijzingen van toepassing zijn op die rechtspersoon of rechtspersonen en hun groepsmaatschappijen die daadwerkelijk de handelingen verrichten waarmee de universele postdienst wordt uitgevoerd en niet alleen op PostNL B.V..

Om de toezichtstaak op een effectieve wijze uit te kunnen voeren, dient de toezichthouder te allen tijde alle informatie die hij voor het toezicht redelijkerwijs relevant acht van betrokkenen te kunnen vorderen. In dat verband acht het college het wenselijk om artikel 39, eerste lid, van de Postwet 2009 te herformuleren overeenkomstig het bepaalde in artikel 18.7, eerste lid, van de

Telecommunicatiewet.

Advies

Indien de in deze onderzoeksrapportage geïdentificeerde (potentiële) mededingingsproblemen van dien aard worden geacht dat deze effectief dienen te worden geremedieerd, dan kunnen de door het college voorgestelde maatregelen in de wet worden opgenomen, of kan hem de mogelijkheid worden gegeven om deze maatregelen op te leggen. Het kunnen opleggen van de voorgestelde maatregelen kan daarbij afhankelijk gemaakt worden van vastgestelde dominantie op een marktsegment. Het college is van oordeel dat met de in deze rapportage genoemde maatregelen de concurrentie wordt gestimuleerd en de eindgebruiker wordt beschermd. Daarom adviseert hij u om in aanpassing van wet- en regelgeving met het hierboven genoemde rekening te houden.

(4)

Openbaar

Voorts acht het college het niet uitgesloten dat alternatieve postvervoerders in de toekomst – als gevolg van de krimpende markt – om hun postdiensten te kunnen blijven aanbieden, afhankelijker worden van de dienstverlening door PostNL. Het college is dan ook van mening dat het aanbeveling verdient om alert te blijven op de wenselijkheid van verbreding van de huidige wholesaleregulering. Zo zouden wholesaletarieven zodanig gereguleerd kunnen worden, dat postvervoerders marge kunnen behalen op van toegang afhankelijke dienstverlening.

Het college heeft in dit onderzoek informatie gebruikt die hij heeft ontvangen in het kader van de Marktmonitor Post 2010, zijn oordeelsvorming over het postvestigingenbeleid en de kwaliteit van het postvervoer en de tariefswijziging voor de universele postdienst. De desbetreffende drie documenten worden aan u toegezonden op het moment dat deze beschikbaar komen.

Uiteraard is het college bereid om de resultaten van dit onderzoek nader toe te lichten.

Volledigheidshalve wijst het college u erop dat het rapport vertrouwelijke gegevens bevat en dat hij u zo spoedig mogelijk een openbare versie zal doen toekomen.

Hoogachtend,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

Plv. voorzitter

w.g.

prof.dr. M.W. de Jong

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door verwonding, bodemverdichting of het tijdelijk verlagen van het grondwaterpeil kan de conditie van bomen verslechteren of ze worden instabiel, waardoor ze niet gehandhaafd

1 Als je gemakkelijk je antwoorden kan inscannen of op een andere manier kan digitaliseren, dan mag je ook al tijdens de paasvakantie je antwoorden per mail bezorgen. Dit zou

De expertmeeting heeft ook de vraag naar boven gebracht of een aantal gedragspatronen uit de code moeten worden omgezet in wettelijke regels die bindend zijn voor alle

In het wetsvoorstel van Myriam Vanlerberghe (SP.A) van 28 oktober 2010 werd het volgende criterium voor- gesteld: ‘zich niet meer bewust zijn van zijn eigen persoon, zijn mentale en

De schrijver vraagt zich af of er geen bodemverschraling plaatsvindt door deze praktijken. Is deze persoon al geantwoord en zo ja, wat was

3 Worden verzoeken voor bijzondere bijstand die het Loket niet schriftelijk indient, wel geregistreerd zodat in kaart gebracht wordt hoe groot de behoefte aan bijzondere bijstand

Belangrijkste conclusie aan de tafel is dat aan het raadsbesluit betreft het openhouden van het zwembad de komende 20 jaar niet moet worden getornd en dat de wethouder de ruimte

Terwijl alle religies gericht zijn op de mens die redding wil bereiken door middel van zijn eigen werken, is het bij genade zo dat ze enig soort van menselijke werken of