• No results found

POll TrEK',

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "POll TrEK',"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

. --' , ,_,

/-;-"-POll

TrEK',

\ /

!EH, ....

.

c: •

···.)CliLTU/UR

0 . ~- ~ .

J

riLu~i;t~n

.eB

,dê

partij

.v~ he~; nieu~~bpe

·•

. r

ontwikkeling

~án d~ ~SOWjet·~~ts~h,apPii

.·,.

,

:Soci~listisch ~perspectief

·en ·

Amerikaa~se

· •.. · î '

overheersing ---

·

;J

Maart .... 952

- Handel ·met het Oosten l:trengt

l.,..,..~mertKitaniJe.l:tilsls V~,Jor aanval · w~~vaart, W. Stuit -; • . · · · • · • ·: 1 31 (

Ai-pei · • • · •

> ·

102 -._TheundeVrlesschrljftvoorNederland, _,

aft~••n~•*""• en.

de

aanbidder$ van '; G. Geèl~oed. • ... ". \· · • ~ • ·• . ~ 136

rt~••ansa~ereldh--rschappij1 · • 1

_ '. . . , \. . . : ; . ro9 All~' ~.ell komt uit ~'r~~~a, !~B.

. ;

140. Hetf geheim ·van •het eiland Oen Do;

lrina Wo.lk. 1 • , • • :· • • • • 142,

97

• 118

(2)

! , ·

·.

' \ . ' / / _ / ' I ·_.;._,. -.. ,.

r----:.-Binnenkort

v~rschijnf

een

nie\lwe,~herzi;ne

druk

vari:, .·

. ' · ' ' ~·- _.J\' -' - .· <' . . ·.· .: l

~enins be~oe~de

brochtfe \ ·..

·· , ·, _

·

. . ' . :• . .·· . ' :. I

1

"':De

:i

lütkóe· ,;

~t~o~lncj,

'?en

·~ . ' . ' ' . ' l .

>

·kinderziekte

baft

Jtety

·. . . :· . • . . . IJ

COitUtt(,(h

L~fft~

' I \

! ' ' · ' ' ' '•, .'_ . ~~ • ' ·.t. . ', I ·' /f/:, · .. \_

. . Pit boek~e, dat. door _Le:rQn. ih: 1920, werd g~schre~ . ven, bèva.t uiterst belangrijM<äaJi:wij$1~gjh1 · v6or

Jeder'e ~Ómmunistische partij.'

L

''

He~' leerde de comm:unistische paxtijeni te str)J'den . . voor de juiste ' polÏÜeke lijn ,en . hèt. heeft a.Js .. s::. \ ' . ·' _,. J / : . • ·.zo~ '~< • .

.. ~allig _ee':l .. [?:eer. belan~}te"'~ól -~~spe~141: b~~~~ . , , · vo~mtng-;",vat'l.

:de·

pàrtijen op. ill.8J'~is~isc'h-leni~'i~';· , .

. tlsche grondslag. . . . . 1

-; •

.In Nederland is het beZit van deze Je'errijke l:)ro-\

t:h'Ure ·i~ · 'onmis~Mrs, .vooiar _n~ 'l:).'ét ver.9chijrt~ .

van het ,;Leetb<ielj: voor .de arbeidersbeweging", 3e aflevering.·'1 · ''- ':

116 pa.g., prijs 1

o.ss;

. . . / \ • • : · > ~ • • • /

. ,Béstellirigën te richten aan;r .

. _.---. '_. ' .' ' i '

' . . \ .

~e àfdel~agen,derC.P•N·

•• /_ / -,; ._ • J ( /

·en ..

boekhandel Pegas_us, Le~dsestraat _ 25 '

'- -- ~ . "

(

·

:Am,~t~rdiliJl•

·

~PO~ITIEK EN CULTUUR trèT$chijnt _'t't\Mndelij~s,. l1ij

Uit·.

geve-rij

f'M1asus,(Leidsestr-aat

25,

Amsterdam..,Ç.,

(Tè't \35951; /

: gi'fófèkening

173127).

De /abonnementsprijs per

àaar

is {3,50,(

-pet halfjaar {1)75. Losse nummE7rs: 30

cent."' , · · ·· .

Çorrespondentie óver' betali?tgen . -en. d'é

v~rkoop. d~ént;

n_l!:ar qe · .

. ·Jadmmittrtrtie

p.á •

.PegaStf,s gezo-hdén:

te

worden. ·Alle/

correspon-. dè'lttie, over· de inho31<d mtarcorrespon-.J;i,et ted;acJié:correspon-.;-àdres:

K~i~J~sgTachf3241

Amsterdam-C. .

1 • .· • r • ·• "'· • · · ~ ·•

(3)

7e JAARGANG (Nieuwe reeks) No. 3

.

-Politie/a

e•• Cultuur

MAART 1952

Maandblad gewijd aan d" thPorie en pmctijk van het marxisme-leninisme Hoofdredacteur: J. Schalker

Maandoverzicht

M

ET snelle sprongen is de werkloosheid in de laatste maand

gestegen. Het aantal geregistreerde werklozen van 175.000 is reeds ruim 8% van het aantal werkende arbeiders. Daarbij komen de niet geregistreerde of de z.g. onzichtbare werklozen,

wiens aantal zeker op 50.000 geschat mag worden.

Voor de bevolking komt deze vloedgolf van werkloosheid als een donderslag bij heldere hemel. Immers: de toestand van vóór de oorlog zou niet terug keren! Daarvoor stonden de Unie-leiders en de P.v.d.A.-ministers borg.

Alle maatregelen, die steeds neerkwamen op evenzoveel

ver-slechteringen, werden dan ook aanvaardbaar gemaakt en gemoti-veerd met de noodzaak om werkloosheid te voorkomen. Met deze stelling probeert men zelfs nu nog verslechteringen aanvaardbaar te maken. Was het niet minister Albregts, die onlangs verklaarde dat deze werkloosheid geaccepteerd moest worden om nog gro-tere werkloosheid te ontgaan?

De werkelijke oorzaken zijn niet meer te verdoezelen. De

Ame-rikaanse oorlogs-politiek, waarvan de Nederlandse regering een gewillige handlangster is, gaat ten koste van het economisch leven van ons land, ten koste van het levenspeil der werkende bevolking. Een van de gevolgen daarvan is een groeiend aantal faillissementen van kleine en middelgrote middenstanders.

Met het versterken van de actie krijgt het toenemend verzet van de arbeiders tegen de onvrijwillige werkloosheid

onmiddel-lijke steun uit de kringen van de middenstand, en op het

platte-.Zand ook de steun van de kleine boeren, die door de planmatige sanering van minister Mansholt mede gedupeerd worden.

In enige gemeenten in ons land, zoals Houtigehage en Tilburg krijgt het verzet van de werklozen dan ook een nationaal karak-ter. Naast de steun van de middenstand en kleine boeren, ver-klaarden ook in de gemeente Smallingerland, waartoe Houtige-hage behoort, de arbeiders uit het N.V.V. en C.N.V. zich solidair met de actie. In verschillende afdelingen van het N.V.V. komt trouwens de onwil tot uitdrukking om zich neer te leggen bij het "stenen kloppen". Na de N.V.V.-bouwvakarbeiders uit

(4)

dam, hebben zich ook de fabrieksarbeiders in Apeldoorn in het N.V.V. door middel van een motie uitgesproken voor maatrege-len tegen de werkloosheid, n.l. voor een absoluut ontslagverbod en voor een gedwongen 4%-lening ten behoeve van de woning-bouw. Ook in Grouw werd door de N.V.V.-houtbewerkers een motie aangenomen tegen de werkloosheid.

Het is toe te juichen, dat de werklozen in gaan zien dat alleen wanneer zij zich georganiseerd gaan te weer stellen, een einde

gemaakt kan worden aan hun werkloos bestaan en aan de grote

tekorten in hun gezinnen. Dat ze dit gaan inzien bewijst het feit dat in tal van plaatsen van ons land werklozen-actie-comité's tot stand komen, waarin arbeiders van allerlei politieke en godsdien-stige richtingen zitting nemen. Deze comité's stellen terecht de eis: omhoog met de steun!

Na de oorlog verkeren de werklozen in een veel slechtere

posi-tie dan vóór de oorlog. De koopkracht is belangrijk minder en

" daalt nog steeds. Wij wijzen slechts op de verhoging van de prijs van het graan en de daarmede verbonden verhoging van de

broodprijs. De minister heeft erkend dat dit tot verdere

prijsver-hogingen van levensmiddelen aanleiding zal geven.

In enige plaatsen hebben de werklozen omstreeks Kerstmis actie gevoerd voor een uitkering ineens en daarmee succes weten te boeken. Dit is een bewijs dat actie voor steunverhoging tot resultaat kan leiden.

Het aantal werklozen zal in de komende maanden nog

belang-rijk toenemen, ondanks verzoeken en klaagzangen van de

Unie-bestuurders. De taak van de communisten is om met alle kracht

mee te werken aan het tot stand brengen van werklozen-actie-comité's, welke de belangen van de werklozen kunnen beharti-gen door middel van actie.

Opgemerkt moet nog worden, dat men de arbeiders niet van werk kan voorzien door het uitvoeren van enige cultuur-techni-sche werken, al of niet in D.U.W.-verband.

Een einde maken aan de politiek van oorlogsvoorbereiding van

de Amerikaanse knechten in ons land, kan werk en welvaart

scheppen.

En aan deze politiek zal een einde gemaakt worden. De

oorlogs-pblitiek van Amerika leidt nederlaag op nederlaag. De

weer-spiegeling hiervan is in zijn eigen rijen merkbaar. Want we kun-nen in het kamp van de oorlogszuchtige Amerikaanse imperia-listen allerlei stemmen waarnemen, die ook de oorlog willen

voorbereiden, maar op een andere manier. De redevoering van

Hoover is hier een voorbeeld van. Joseph Kennedy, voormalig

gezant in Engeland hield op 17 December 1951 een rede voor de

Economische Club in Chicago, waarin hij aantoonde dat de inter-nationale positie van de Verenigde Staten slechter was dan in 1946, d.w.z. dat de volken de oorlogspolitiek meer en meer door-zien en zich er tegen verzetten.

De leiders van de tegenwoordige oorlogspolitiek willen daarom

(5)

t t e :-n

s

e

·-~­ i-m .i-m rt 'S- r- n- a-m :m .ig

ie

~T­ in IT-lm

deze politiek in een versneld tempo doorvoeren en oefenen o.a. een grotere druk op de West-Europese regeringen uit. Daarom moet ook een snellere fascisering van het staatsapparaat plaats vinden. Derhalve werd door de regering-Vrees het ambtenaren-verbod afgekondigd. De interpellatie van Gerben Wagenaar in de Tweede Kamer heeft openlijk bewezen dat de gronden, waar-op dit geschiedde, leugenachtig waren. Vanzelfsprekend kon geen enkel bewijs voor de regeringsargumentatie naar voren worden gebracht. Daarom ook de grondwetsherziening, waarvan het voornaamste punt het instellen van de "Derde Kamer", de worg-kamer zoals Paul de Groot deze betitelde, was. Uitvoerig heeft de algemeen-secretaris van onze partij aangetoond; dat de be-doeling voorzat om de weg te openen tot een gemakkelijk

ver-anderen van de Grondwet en daardoor het volk weerloos te

maken, dus de weg naar het fascisme te effenen. Romme ver-wachtte, dat deze Derde Kamer er zeker door zou komen. Hij kwam daarom met een motie om de inzet van het debat te ver-doezelen en het volk bang te maken- een motie, die geen enkele werkelijke inhoud had en de regering tot niets verplichtte. Deze verzocht de regering nog eens te overwegen om het verbod van bladen en de verwijdering van "revolutionnaire volksvertegen-woordigers" in de grondwetsherziening op te nemen. Maar Romme wist drommels goed, dat dit alles met de Derde Kamer bereikt kon worden. De debatten vonden plaats, terwijl in geheel Europa

deining was over de herbewapening van Duitsland! De leiders

van de P.v.d.A. zijn in principe vóór de verandering van de Grondwet, die onze onafhankelijkheid volkomen uitlevert en van de Grondwet alleen de naam overlaat. Immers op 30 Januari '52

schreef Het Vrije Volk:

"De steeds verdergaande erkenning van de voorrang der inter-nationale rechtsorde boven de inter-nationale, di~ hieruit (het voorstel tot het aangaan van internationale overeenkomsten met bepalingen die afwijken van de grondwet - red.) gebleken is, levert ook een nieuw bewijs voor de verminderde betekenis van grondwetten als min of meer "sacrale" (heilige - red.) instellingen, waarvan de wijziging met extra-voorzorgen dient te geschieden."

Ondanks deze instelling werd het voorstel van de worgkamer verworpen, met ook de stemmen van de P.v.d.A.-fractie tegen, behalve die van twee leden, n.l. v. d. Goes van Naters en Frans Goedhart. Dezen stemden voor. Dat dit in zo'n belangrijke kwestie gebeurt duidt op tegenstellingen, die er binnen de

boe-zem van de P.v.d.A. bestaan. De verwerping van het voorstel van

de Derde Kamer is een regeringsnederlaag. Maar vooral ook voor Romme, met zijn streven naar invoering van het fascisme. In het licht van de gebeurtenissen in Europa met betrekking tot de her-bewapening en de onwil hierover, ook in haar eigen rijen, heeft de P.v.d.A. tegengestemd. Van buitengewoon belang is, dat hier-mee tegelijkertijd is aangetoond dat de massa op basis van dé eenheid in de strijd, een andere politiek kan afdwingen.

H~t verbod van de herdenking op Zondag 24 Februari van de

(6)

Februari-staking-1941 in ons land en van de Februari-dagen van 1934 in Frankrijk, toont aan dat de Amerikanen en hun willoze satellieten niets kunnen velen, dat de eenheid van de massa in de strijd tegen fascisme en oorlog tot uitdrukking brengt. In Frank-rijk heeft dit verbod tot een 24-uurs-staking geleid.

De kranten willen het doen voorkomen alsof deze stahng mis-lukt is. Niets is minder waar. De staking, die om een politieke eis ging, heeft juist het grote politieke bewustzijn der Franse arbeiders aangetoond. Maar het is duidelijk waarom de Neder-landse kranten dit doen. Zij zijn bang, dat de waarheid over deze staking een grote stimulans voor onze Februari-herdenking zal

zijn. De misleiding van B. en W. van Amsterdam rondom dit

verbod toont de zwakke positie d~r autoriteiten aan. Ook hier

is geen enkel argument voor dit verbod. Dit verbod is slechts een

Amerikaanse maatregel in de gehele keten, welke ter voorbe-reiding van de oorlog dient.

De herbewapening van West-Duitsland is de wil van de

Ame-rikaanse regering. Prof. C. W. de Vries zei in zijn rede op 28/1/52:

"Als wij de vraag stellen wie dan de herbewapening van Duits-land wil doordrijven, dan moet geantwoord worden, dat dit uit-sluitend Amerika is".

Amerika wil Duitsland hierdoor tot de leidende factor in West-Europa maken. Het is de aanvulling en de bekroning van het

Schumanplan. Dit geschiedt onder leiding van de Amerikaanse

imperialisten, die nauw met de Duitse monopolisten verbonden zijn. In Duitsland schat men de Amerikaanse particuliere

be-leqqinqen op circa 330 minioen dollars. De Duitse staaltrust, de

Vereinigte Stahlwerken, wordt grotendeels door Dillon Read

gefinancierd. De olie-industrie wordt door de Standard Oil

(Rockefeller) beheerst; bij de electra-technische industrie van

A.E.G. en C. Lorenz is de General Electric van Morgan sterk

qe-interesseerd, de motorindustrie wordt door twee trusts beheerd, die in het bezit van Amerika zijn, Opel ( General Motors) en Ford, die tezamen meer dan de helft van de auto's in West-Duitsland produceren. Dat het Europees leger de vorm is van de

herbewa-pening van West-Duitsland en ~jn opperheerschappi? wordt

steeds duideliiker ingezien. Dit dringt ook in onze vloot- en legerkringen door. De Saarkwestie en de eisen, door Adenauer en de zijnen gesteld in verband met de herbewapening,

verster-ken de ongerustheid in alle bevolkingslagen. Zo schreef de

N.R.C. op 9 Februari 1952:

"De aanvankelijke reserve in het gesproken en het geschreven woord zijn verdwenen en de taal, welke over onze Oostelijke gren-zen komt, is weer die van de Duitsers, die het in Europa voor het zeggen menen te hebben."

De regeringen van West-Europa hebben echter in wezen reeds

besloten de herbewapening van West-Duitsland goed te keuren.

De conferentie van Lissabon moet daarvan de bekroning vormen.

Dit geldt ook voor onze regering. Hoewel de minister van

(7)

landse Zaken, W. Boetzelaer, in een nota aan het parlement van

14/1/47 met betrekking tot Duitsland schreef: ~

"Ter voorkoming van Duitse agressie in de toekomst is een duurzame ontwapening van Duitsland noodzakelijk."

heeft de minister een lange verklaring ten gunste van het Euro-pese leger aan het parlement voorgelezen. Met uitzondering van de communisten volgt dit parlement, dat in genen dele de wil van het volk vertolkt, slaafs deze Amerikaanse politiek. Zeer terecht

merkt de Groene van 16/2/52 op, dat de publieke opinie in

Neder-land eigenlijk niet weet waarom het gaat.

Dit behelst, schrijft dit blad, "daarom tevens en vooral een vernietigende critiek op de wijze waarop onze politieke partijen en haar leiders zich kwijten van wat een hunner duurste plichten is: Ons volk te doordringen van het besef, dat het ten aanzien van levens-vragen als waarom het hier gaat, zichzelf een mening dient te vormen. Voor dat volk in klare en voor ieder bevattelijke vraagstellingen de mogelijkheid te openen zich voor of tegen de voorgestelde oplossingen uit te spreken."

Hiermee wordt nog eens datgene bevestigd, wat in ons ontwerp Beginselprogram staat, dat dergelijke belangrijke beslissingen in wezen buiten het volk om genomen worden. Maar toch staat

de conferentie te Lissabon op een wankele bodem.

De volken beseffen steeds meer de waarheid van de woorden van StaZin over de vrede. Zij nemen de zaak in eigen handen. In West-Duitsland neemt de volksbeweping tegen de herbewa-pening, die de dienstplicht voor de West-Duitsers inhoudt, steeds grotere vormen aan. In alle West-Duitse steden vinden stakingen plaats. Wij noemen hier enige: Stuttgart, Gelsenkirchen, Wetzlar, Karlsruhe, Ludwigsburg enz.

Vrij Nederland schrijft over de kracht, waarmee de Duitse be:

volking zich tegen de herbewapening richt, het volgende:

"De vakverenigingen hebben dat het eerst bespeurd. Enkele leiders, die zich een week of drie geleden in beginsel voor West-Duitslands deelneming aan de West-Europese defensie uitspraken, hebben een orkaan van protest ontketend. Het West-Duitse vak-verbond heeft op slag een enorm aantal leden verloren; een nog veel groter aantal leden weigert contributie te betalen; op het jongste vakverenigingscangres in Zuid-Duitsland, waar een mil-Hoen leden vertegenwoordigd was, werd met a I g e me n e stem~

men een motie tegen de· herbewapening aangenomen. Aan ettelijke kleine proteststakingen namen vakverenigingen deel, en in Manu-heim kozen de metaalarbeiders voor het eerst een in hoofdzaak uit communisten bestaand bestuur."

De stakingen zijn van veel groter omvang als Vrij Nederland

hier schrijft. Het is begrijpelijk, dat door deze machtige volks~

(8)

"Notgemein-..

schaft für den Frieden Europas". Het behoeft geen betoog, dat de positie van Adenauer wankel is.

De kracht van de strijd van de Franse bevolking tegen de

her-bewapening van Duitsland en dus tegen het Europese leger is in de parleme!ttsdebatten tot uitdrukking gekomen. De rechtse socialisten hebben een compromis-voorstel ingediend om. de Franse regering te redden. Een doorzichtig parlementair spel volgde, de regering kreeg haar volmachten, maar zij kreeg niet de goedkeuring van het Franse volk voor de herbewapening van West-Duitsland.

De volksbeweging in Europa doet alle regeringen wankelen. Laten wij alle krachten inspannen om het eensgezinde front tegen de bewapening en de herbewapening nog te verbreden, zodat er een eind komt aan deze Amerikaanse oorlogspolitiek en wij in vrede de welvaart van ons volk kunnen verzekeren.

,-APAN- AMERIKAANSE BASIS VOOR

AANVAL OP AZIE

J

APAN, dat verslagen was in de tweede wereldoorlog, was het recht op een leger, marine en luchtmacht en op_het produceren van wapens ontnomen. Fascisten, militairisten en uiterst reac-tionnairen werden van het politieke leven uitgesloten.

Artikel 9 van de nieuwe Japanse grondwet- aangenomen in 1946- stelde zelfs vast, dat het Japanse volk "voor altijd de oor-log verwerpt" en zweert; dat "land-, zee- en luchtmacht, zowel als ander oorlogspotenHeel nooit in stand gehouden zullen wor-den."

Onder bescherming en druk van de Verenigde·Staten, die elke inter-geallieerde overeenkomst van de tweede wereldoorlog heb-ben verbroken, zijn de Japanse fascisten en militairisten uit de gevangenis en afzondering gekomen en teruggekeerd naar hun oude baantjes.

Meer dan 200.000 mannen, voor het merendeel vroegere offi-cieren van de Japanse invasie-strijdkrachten in Azië, dienen als "particulieren" in een leger, dat doorzichtig gecamoufleerd is met de naam "politie-reserve", een leger, dat tot snelle uitbrei-ding in staat is.

De Japanse Maritieme Veiligheidsraad (schuilnaam voor ma-rine), heeft meer dan 200 gewapende schepen.

(9)

De Nakajima, Kawasaki, Fuji en andere oorlogsvliegtuigen-fabrieken zijn door de Amerikanen aangewezen om geschut en machines voor gevechtsvliegtuigen en bommenwerpers te maken. Veel industriële bedrijven maken tanks: een er van in Akabana heeft een productieschema van een honderd 45-tons tanks per maand.

De Nippon Seika-fabrieken in Hokoido leveren zware artillerie. Fabrieken in Oetsoenomija en Hiroshima zijn veranderd om op grote schaal machine-geweren te kunnen produceren.

De onmenselijke, brandstichtende wapens, de napalmbommen, worden in grote hoeveelheid geproduceerd. Talloze andere voor-beelden zouden aangehaald kunnen worden.

De samenwerking der agre~sors

Enkele van de wapens, die illegaal vervaardigd worden in Japan, zijn op Amerikaans bevel reeds gebruikt op het Aziatische vasteland in Korea.

Al de wapens zijn voor het gebruik tegen de een of andere Aziatische natie bestemd. De volken van Azië strijden voor vrij-heid, onafhankelijkheid en een beter leven. De Amerikaanse im-perialisten en de Japanse fascisten, die nu V.S.-satellieten ge-worden zijn, denken er anders over. Zij bereiden systematisch een oorlog voor, met het doel om de landen van Azië in V.S.-kolonies te veranderen, om de overwinningen van het volk van Azië in bloed te verdrinken, om de millioenen mensen van Azië op de oude imperialistische wijze uit te buiten en de buit te delen.

Het afzonderlijke ,,Vredespact met Japan". dat door de VS. en Groot-Brittannië in San Francisco werd bekokstoofd zonder de deelname van China, India en Birma en ondanks de ernstige en herhaalde waarschuwingen van de Sowjet-Unie, diende als "legale" camouflage om deze roverssamenzwerin~ te dekken. Het"daaronvolQ'ende "VeiligheidsPact" tussen Washington en Tokio "legaliseert" de Amerikaanse bezetting en het gebruik van bases in Japan- bedoeld voor een aanval op Azië.

V.S.-pacten met Australië en Nieuw Zeeland scheppen posities in de flanken en leveren depots voor dezelfde oorlogsstrategie, ze proberen in de Pacific het agressieve Atlantische oorlogspact te reproduceren en betekenen een nieuwe stap in de drijfjacht van de Amerikaanse imperialisten om de wereld in een nieuw bloed-bad te storten.

Waarom de V.S. Japan herbewapent

Evenals de opzet om het reactionnaire West-Duitsland te her-bewapenen, is de V.S.-samenzwering om Japan te herbewapenen niet nieuw. Het is een onderdeel van de drijfjacht der Ameri-kaanse imperialisten om een nieuwe oorlog te ontketenen.

(10)

Het weerspiegelt verder het feit, dat de krachten van de volken over de gehele wereld zijn gegroeid tot zulke proporties, dat het V.S.-imperialisme niet kan hopen met deze krachten zelf af te rekenen; daarom probeert het zijn vroegere fascistische rivalen, die nu zijn bondgenoten zijn, nieuw leven in te blazen.

Na de tweede wereldoorlog bleek dat in Azië de ernstigste hinderpaal voor de ambitie van de V.S. verrezen was.

Het Chinese volk was zegevierend te voorschijn gekomen na lange strijd tegen buitenlandse agressors, en ons land is een mach-tige vesting geworden voor de verdediging van de vrede in Azië.

In een aantal andere Aziatische landen namen de nationale vrijheidsbewegingen in kracht toe.

Reeds in 1946 flapte MacArthur er uit, dat hij Ja pan zag als een V.S.-"springplank naar de toekomst", d.w.z. als een basis voor een toekomstige oorlog.

Eén van de redenen waarom de Verenigde Staten Ja pan daar-voor uitkozen is zijn aardrijkskundige ligging.

Terwijl de Pacific-kustlijn van de V.S. 5000 mijl van het vaste-land van Azië af is, ligt Japan direct tegenover de Sowjet- en Chinese kusten. Amerika kon niet hopen om zelfstandig een offensief op het kolossale slagveld van Azië te ontketenen, in ver-band met de lengte van de vereiste aanvalslinies en zijn eigen beperkte krachten.

De herbewapening van Japan, als instrument, was de mis-dadige weg, die ze koos om deze tekorten aan te vullen.

Een andere reden is, dat Japan, lange tijd het enige imperialis-tische land in Azië, grote oorlogsindustrieën en militaire instel-lingen had, die grotendeels door de oorlog gespaard zijn gebleven.

Het verslag van de Amerikaanse commissie met Clarence B. Strike aan het hoofd (in 1947) schatte, dat Japan spoedig de productie van 10 millioen ton staal en 8 millioen ton ruw ijzer per jaar kon hervatten.

Ergens anders in Azië was geen daarmee te vergelijken indu-striële basis voor agressie beschikbaar voor de V .S.

In de derde plaats had het imperialistische Japan in de tweede wereldoorlog meer dan 7 millioen soldaten gemobiliseerd en ge-traind- bijna 1/10 vaR zijn gehele bevolking- die over een uit-gestrekt slagveld verspreid waren geweest van Noord-Oost-China tot Indonesië en de India-Burmese grens.

Geen ander land in Azië kon de V.S.-agressors van zulke reser-ves voorzien aan kanonnenvoer en officieren, die ervaring in oorlogvoeren hadden aan menig· Aziatisch front.

De doeleinden van de tweede wereldoorlog nietig verklaard Toen die oude en ervaren koloniale slager, generaal Douglas MacArthur aangewezen was om de leiding te nemen van de V.S.-bezetting van Ja pan, voerde hij eerst een "harde politiek" tegen-over de Japanse fascistische regeerders.

(11)

nemen, inclusief de hoofdmisdaçl.iger Tojo, die inderdaad veroor-deeld en opgehangen werd, en om beruchte reactionnairen hun burgerrechten te ontnemen.

Kort daarna vroeg het V.S. Pauley-verslag om verdere ont-manteling van de Japanse oorlogsindustrie.

De V.S.-hulp bij deze maatregelen diende echter slechts om de Japanse reactionnairen een proefje van de zweep te geven en om hen te laten zien wie de baas was- een noodzakelijke inleiding om hen tot gehoorzame instrumenten te maken voor het Ameri-kaanse :Plan tot agressie.

Dat de V.S.-regeerders besloten hadden tot de herbewapening van Japan werd een publiek geheim in de eerste twee jaren van de bezetting. Terwijl Japan zijn traditionele bron van ruw mate-riaal verloren had, n.l. de imperialistische plundering van Azië en zijn traditionele markten, de koloniale landen waarover Tokio had gedomineerd, gingen de industrieën van het land snel een bankroet tegemoet.

De enlge weg uit de crisis was om het politieke en economische leven van Japan volledig te hervormen, om de verbruikscapaciteit van zijn eigen mensen te verhogen en de basis te leggen voor gelijke en vriendschappelijke betrekkingen tussen een democra-tisch Ja pan en een democrademocra-tisch Azië.

De Amerikaanse bezettingsautoriteiten begonnen integendeel de Japanse industrie te doen herleven op een zuiver militaire basis, deze voedend met orders, die niets te maken hadden met vrede of de behoeften van het volk, maar alles met het bouwen van V.S.-oorlogsbases op Japanse bodem.

Het Japanse militairisme herleeft

Logisch volgend op het herstel der oorlogsindustrieën, ondanks zijn internationale verplichtingen, pleegde het hoofdkwartier van generaal MacArthur de nog schandaliger verdragsschending van de wederopbouw van de Japanse gewapende krachten.

In Juli 1947 instrueerde MacArthur de Japanse regering om zijn gemilitariseerde "politie-reserve" uit te breiden van 93.000 tot 125.000, een getal dat het dubbele is van de vooroorlogse fas-cistische politiemacht.

Het herstel van de Japanse vlootsterkte onder de dekmantel van de "Maritieme Veiligheidsraad" begon in 1948. In Maart van hetzelfde jaar verlaagde de Amerikaanse commissie, geleid door Clarence B. Strike, eenzijdig de herstelbetalingen van Japan aan zijn slachtoffers uit de tweede wereldoorlog, tot slechts 15% van hetgeen oorspronkelijk was aanbevolen door het Pauley-rapport. MacArthur's hoofdkwartier begon ook al vroeg de voornaam-ste oorlogsmisdadigers op grote schaal te bevrijden.

Onder hen die vóór November 1948 werden losgelaten, waren generaal Masoeao Nishio, vroeger bevelhebber van de Japanse expeditiekrachten in China, en de ex-gouverneur Joshisoehe Ajoehawa van de Mansjoerin Zware Industrie Coöperatie.

(12)

het Chinese volk, werd door de verrader Tsjang Kai-sjek toege-staan om naar Ja pan terug te keren en hij werd onmiddellijk onder bescherming van MacArthur geplaatst.

Thans zijn bijna alle oorlogsmisdadigers vrijgelaten. Kolonisatie voor agressie

In 1949 kwamen de Amerikaanse imperialisten onder druk van de groeiende economische crisis in de Verenigde Staten zelf naar voren om de Aziatische markten in beslag te nemen.

Een nieuwe economische missie met de Amerikaanse 'bankier J oseph D. Dodge aan het hoofd, beval aan om de lonen der Ja-panse arbeiders verder te verlagen en hen te dwingen langer en tegelijk harder te werken.

Het doel was om de Japanse herbewapening onafhankelijker van de subsidies derVerenigde Staten te maken en om deze alleen te financieren met het zweet van het Japanse volk.

Tegelijkertijd baanden de verlaagde lonen de weg voor kolo-niale super-winsten voor het Amerikaanse monopolie-kapitaal, dat in Japanse corporaties is geïnvesteerd.

Aangetrokken door dit vooruitzicht vloeiden dadelijk geldbe-leggingen uit de V.S. het land binnen en deze hadden spoedig de controle over de Japanse olie, electra, rubber en andere indu-strieën.

Het is opmerkelijk, dat deze Amerikaanse penetratie hoofd-zakelijk geconcentreerd was in industrieën, die verband houden met oorlog. Zo heeft Strike's politiek Japan zowel tot een V.S.-kolonie als tot een V.S.-militaire voorpost gemaakt.

De Japanse staalproductie verdubbelde zich en bereikte 2 mil-Hoen ton in 1949.

In 1949 konden de Amerikanen aankondigen dat directe subsi-dies aan Japan niet meer zouden worden gegeven. Door Japan in een oorlogsbasis te veranderen waren de Verenigde Staten in " staat om de agressie tegen Korea in Juni 1950 te ontplooien.

Springplanken voor invasie

De Koreaanse oor log heeft de Japanse productie verder in de greep gebracht van de V.S.-militaire machine.

Orders voor militaire goederen bij fabrieken in Japan uit de V.S. na de oorlog bedragen meer dan 320 millioen dollar- een som, die gelijk is aan bijna de helft van Japans jaarlijkse cijfer van export op het ogenblik.

Door Ja pan worden geleverd: artillerie, munitie, spoorweg-loco;motieven, rijdend materiaal en rails, verplaatsbare bruggen, zware trucks, landingswerktuigen en lichte werktuigen.

Tegelijk met de herleving van de oorlogsindustrie werd ge-durende de laatste drie jaar een groot aantal nieuwe V.S.-bases in Japan gebouwd.

(13)

dat zich uitstrekt van het noordelijkste eiland Jesso tot het zui-delijkste eiland Kioesjioe.

De grootste van deze is het Misawa-terrein op het eiland Hons-jioe. Veel nieuwe marinebases dienen eveneens de zeestrijdkrach-ten van de Verenigde Stazeestrijdkrach-ten. Deze installaties zijn het uitgangs-punt voor de Amerikaanse oorlogsvoorbereiding in Korea en elders in Azië.

Vanuit Misawa vertrekken de Amerikaanse luchtvloten om hun moordende last boven Koreaanse steden uit te gooien.

Jokosoeha is de thuishaven en herstelbasis, van waaruit de V.S.-vloot zijn rovers-aanvallen op de Koreaanse kust uitvoert: Japanse soldaten, piloten en hulppersoneel op elk gebied zijn altijd aanwezig op het Koreaanse slagveld, waar zij reeds ver-liezen van duizenden doden en gewonden leden.

Het Japanse volk betaalt

Terwijl deze ontwikkeling het Japanse oorlogspotentieel nieuw leven in heeft geblazen en hoge winsten heeft gebracht aan zijn monopolisten, heeft ze ook zijn koloniale slavernij verscherpt en de rampspoedigste gevolgen gehad voor het bestaan van het Japanse volk.

De Japanse arbeiders zwoegen langere uren voor minder loon om de Amerikaanse oorlog tegen Korea en het agressieve plan tegen geheel Azië te betalen. ·

Zij betalen hogere belastingen en ondergaan veel inflaties. Zij betalen hogere prijzen voor alles wat ze kopen, en sommige dage-lijkse levensbehoeften kunnen helemaal niet meer gekocht wor-den.

,.. Tienduizenden Japanse arbeiders maken buitensporige over-uren tegen lage tarieven, alleen om de eindjes aan elkaar te kun-nen knopen. De boeren betalen hogere belastingen, die nu 25% van hun oogst bedragen. Terwijl de Japanse kooplieden des doods grote winsten maken, wordt de middenstand in de malaise ge-stort en duizenden kleine ondernemingen zijn bankroet gegaan.

De toenemende kolonisatie van Japan en de omvang waarin de Verenigde Staten er in geslaagd zijn om de last van hun oorlog van de schouders van het eigen volk op die van de Japanners over te brengen, blijkt uit het feit, dat de Japanse groothandelsprijzen in het eerste jaar van de Koreaanse oorlog met 48% omhoog gingen.

In dezelfde periode stegen de Amerikaanse groothandelsprijzen met 16%.

Omdat zij elk Aziatisch volk, ook het Japanse, met bloedbaden en armoede bedreigen, staat het Amerikaanse imperialisme al-gemeen bekend als ons aller vijand.

Zijn plannen kunnen niet slagen, omdat het Chinese volk, de Sowjet-volken en de volken van Azië, die hun bloed hebben ge-geven om het Japanse fascisme in de tweede wereldoorlog te ver-nietigen, het niet zullen toestaan.

(14)

alle andere vredelievende volken, heeft getoond, dat het Ameri-kaanse imperialisme niet meer is, dan een papieren tijger,

waar-voor niemand bang hoeft te zijn.

Ondanks de dubbele onderdrukking door de Amerikaanse be-zettingskrachten en de eigen reactionnairen, is het Japanse volk niet bereid om nogmaals de vernederende rol te aanvaarden van kanonnenvoer, dat in de strijd gedreven wordt om zijn Aziati-sche broeders aan te vallen en te onderdrukken.

Ondanks het bijna volledige verlies van de vrijheid van spreken en van de pers, ondanks de wijdverbreide arrestaties en terreur, hebben meer dan 5 millioen Japanners de Oproep van de Wereld-vredesraad voor het Pact tussen de Grote Vijf getekend en 4.600.000 tekenden protesten tegen het afzonderlijke "vredes-verdrag", gedicteerd door de V.S.

De volken van Azië maken zich op om voor nationale onafhan-kelijkheid, democratie en vrede te strijden.

Samen met alle Japanse patriotten vernietigen de volken van de andere Aziatische landen, met de Chinese en de Koreaanse in de voorhoede, vastberaden Washington's program om de oorlog over het grote werelddeel uit te breiden.

Zij zijn er volledig van overtuigd, dat iedere agressor die Azië

probeert aan te vallen, daar zijn graf zal vinden.

(People's China, 1 Dec. 1951)

Tekening van Sjitsoe Tsjao, een bekende Chinese kunstenaar.

(15)

Dei soeialis10e en de aanbidders

van Amerikaanse wereldheer•

sehappij

D

E bedoeling van dit artikel is, enkele principes te bespreken, die aan het nieuwe ontwerp-beginselprogram van de C.P.N. ten grondslag liggen en deze te confronteren met de strekking van het plan, dat door de P.v.d.A.-leiding onder de naam "De weg naar vrijheid" onlangs aan het publiek is voorgelegd.

Reeds dadelijk rijst een vraagstuk, dat enkele opmerkingen ver-dient. Het ontwerp-beginselprogram heeft niet de pretentie een uitgewerkt plan voor te leggen, een "blauwdruk" voor de weg naar het socialisme in Nederland. Een dergelijke onderneming is in strijd met de principes van het marxisme-leninisme en zou ons terugbrengen naar de tijd van Frederik vanEedenen zijn utopi-sche voorgangers van de vorige eeuw. Het doet niet mèèr dan de ontwikkelingslijnen laten zien en de hefbomen van de actie aan-geven, die onder de geaan-geven, speciale omstandigheden van Ne-derland naar het socialisme zullen leiden.

Als voornaamste hefboom wordt in dit program de strijd voor de verovering van de onafhankelijkheid op de Amerikaanse over-heersers aangegeven.

Op het eerste gezicht kan het lijken, alsof "De weg naar vrij-heid" eveneens een soort program is, waarvan wij het doel even in het midden laten. Het boek draagt immers als ondertitel de woorden "Een socialistisch p e r s p e c t i e f". Maar dit is gezich ts-bedrog. Want in het voorwoord, ondertekend o.a. door een "plan-commissie", wordt gezegd, dat de opdracht was een "plan" uit te werken, waarin de "doelstellingen van de Partij op economisch en sociaal gebied" nader geconcretiseerd worden.

Dus toch een "plan", een "meer-jaren-plan", een plan "op lan-gere termijn". Dat staat ongetwijfeld prachtig, sinds de vijfjaren-plannen van de Sowjet-Unie een dergelijke, onweerstaanbare aantrekkingskracht op de uitgebuite en onderdrukte massa in de rest van de wereld bleken te hebben, dat (te beginnen met Goering's "Vier-jarenplan") een ware plan-rage over de wereld is gegaan, die door Truman tot de hoogste bloei is gebracht.

De lezer heeft nu dus de keuze uit de begrippen "weg", "pers-pectief", "plan" en zelfs "program", hetgeen hem vanzelf tot de wetenschappelijk verantwoorde conclusie moet brengen: het een of het ander! Daar het niet het één én het ander kan zijn, zal het geen van beide zijn en tenslotte gerangschikt moeten worden onder het begrip "propaganda".

(16)

perspectief" gaat, slaan wij pag. 13 op, waar als voornaamste doelstelling wordt aangegeven: "bestaanszekerheid bij een be-hoorlijk levenspeil en redelijke verdeling van het inkomen." Onderzoeken wij echter, wat met dit "socialistisch perspectief" concreet bedoeld is, dan vinden wij op pag. 123 het antwoord. Het perspectief blijkt dan te zijn, dat het verbruik van voedings- en genotmiddelen in 1955 even groot (of klein) zal moeten zijn als in 1950. Nu zijn twee dingen mogelijk: àf het socialisme was in

1950 reeds zo ver gevorderd, dat een "socialistisch perspectief" overbodig is. Hierop duidt het zoëven aangehaalde doel: het ver-bruik van voedingsmiddelen moet op het peil blijven, waarop het staat; àf er is een "socialistisch perspectief" nodig, hetgeen men uit het feit moet concluderen, dat de P.v.d.A. een "plan" heeft gepubliceerd.

Het samenstellen en publiceren van "De weg naar vrijheid, een socialistisch perspectief" houdt immers de erkenning in, dat het in onze maatschappij niet zo is als het behoort te zijn en dat men naar een· betere maatschappij moet streven. Waarvoor hebben wij echter een "plan" nodig, als het plan is, op het oude plan te blijven staan?

Het antwoord moet men eens de e 1 s zoeken in de eigenaar-dige opvattingen die de P.v.d.A.-leiders er over het begrip "socia-lisme" op na houden. Het duidelijkste heeft Varrink zich hier-over uitgelaten. In zijn tijdens de oorlog onder het pseudoniem "Spectator" verschenen brochure, verklaart hij op pag. 30, dat de "oorspronkelijke taak der S.D.A.P. tegenover de arbeidersklasse" "veryuld" is. "Haar sociale roeping tegenover de arbeidersklasse kan in grote lijnen als voltooid worden beschouwd", schreef hij. Alleen het ouderdomspensioen ontbrak toen nog. Maar sinds we inmiddels ook een surrogaat van dit ouderdomspensioen ge-kregen hebben, kan dus volgens Varrink gevoegelijk de strijd voor het socialisme als beëindigd worden beschouwd. Het "socia-listisch perspectief" is dan dus op z'n best, dat alles blijft zoals het is.

Dit is echter een voorbarige conclusie. Want we krijgen in aan-sluiting op het boven neergeschreven "eensdeels" ook nog een "anderdeels". Ir. Vos heeft dit op het "plancongres" der P.v.d.A. in Dec. 1951 voldoende duidelijk uiteengezet.

Hij verklaarde toen:

"De verdediging van de vrijheid, een menselijke internationale solidariteit met de millioenen verslaafden en hongerigen... staan en blijven op de agenda der komende jaren,"

Dit kan zo overgeschreven zijn uit een van de nieuwjaarsbood-schappen van Truman en het is dat ook. Als men weet, dat een felle aanval op het communisme er onmiddellijk aan vooraf gaat en een liefdesverklaring aan "punt vier van Truman's program" erop volgt, wordt onmiddellijk duidelijk wat met deze "verdedi-ging van de vrijheid" eigenlijk is bedoeld.

(17)

Het is bekend, dat het hoofd-argument van het anti-commu-nisme is, dat onder het commuanti-commu-nisme geen vrijheid bestaat.

"Van de zijde van hun tegenstanders," aldus staat in het ont-werp Beginselprogram van de CPN te lezen, "wordt de commu-nisten vaak toegevoegd, dat weliswaar hun economische en sociale doelstellingen tot welvaart voor het volk leiden, en boven het ka-pitalistische stelsel te verkiezen zijn, doch dat zij aan deze mate-riële waarden de geestelijke waarden zouden opofferen, nl. de vrijheid van de persoon en de ·vrijheid van denken.

Deze beschuldiging kan de toets ener onbevooroordeelde critiek niet doorstaan en is in de mond van verdedigers van het huidige bewind in ons land niets dan huichelarij.

De vrijheid, die de PvdA-leiding bedoelt, is het glasharde egoime van de Amerikaanse "businessman" en van zijn politieke hand-langers, die vóór alles vrij willen zijn om zichzelf te "ontplooien", d.w.z. hun eigen belang te dienen. Er is daarbij geen enkele winstmaker of politieke huurling, die niet bereid is dit eigen belang voor "dienst aan de gemeenschap" uit te geven.

Werkelijke vrijheid moet voor allen gelijk zijn. Dit betekent, dat zij niet verwezenlijkt kan worden zonder een grondige ver-andering van de sociale, economische en politieke grondslagen van onze huidige staat, waarin "materiële nood en onrecht" het deel zijn van de overgrote meerderheid van de bevolking.

Evenzeer als sociale rechtvaardigheid zijn vrijheid en demo-cratie onverenigbaar met de verouderde kapitalistische economie.

Werkelijke vrijheid veronderstelt voor de werkende mens nieuwe rechten, n.l.: recht op arbeid, vrij van de bedreiging met werk-loosheid; recht op volledige betaling van zijn arbeid, vrij van

ka-pitalistische uitbuiting; recht op cultuur, welke eerst door

be-staanszekerheid en voorspoed - bij vrede - voor allen gedijen kan. In de huidige tijd is de vrijheid alleen mogelijk door het socia-lisme ... en door het vormen van een klasseloze gemeenschap van werkers, die uitsluitend van hun eigen arbeid leven - in solidari-teit met elkaar, naar de richtaijn: één voor allen, allen voor één." Waar deze passage aan duidelijkheid niets te wensen overlaat, en er overigens nog gelegenheid zal zijn tot nadere toelichting in dit tijdschrift, laten wij haar thans voor zich zelf spreken. Ir. Vos, die de argumenten, in het ontwerp Beginselprogram naar voren gebracht, natuurlijk ook wel kent, had waarschijnlijk reeds langer ingezien, dat de platvloerse anti-communistische campagne niet voldoende is. Omdat de massa er niet meer in gelooft, trachtte hij deze een "wetenschappelijke", een ideologi-sche basis te geven. Hiervoor gebruikt hij de strijd in de boezem van de S.D.A.P., die in 1909 tot afscheiding van de S.D.P. heeft geleid. Volgens hem was de inzet van deze strijd het principe van het "democratisch socialisme", de "strijd tussen de rechten van de mens en de eisen der partijmachine" en met een lonkje naar de geschiedenis voegde hij er olijk aan toe:

(18)

anti-commu-nisme ongetwijfeld sinds vele tientallen jaren de grondslag van de politiek der sociaaldemocratische leiders is geweest.

De argumentatie van Ir. Vos echter is een flauwe grap. Men behoeft slechts naar de houding van de toenmalige S.D.A.P.-leiders te zien, om dat te begrijpen. Worden wij niet tot de con-clusie gedwongen, dat zij tijdens de eerste wereldoorlog om beur-ten de verwezenlijking van het democratisch socialisme, of zoals Vos zegt "de rechten van de mens" trachten te bevechten door een bondgenootschap met het Duitse imperialisme onder leiding van Wilhelm' II (zoals Vliegen en andere kopstukken) of met het Brits-Franse imperialisme van die dagen, zoals de rest van de toenmalige S.D.A.P.-leiding wilde?

D

E omschrijving van de nieuwe vrijheden, in het hierboven aangehaalde citaat uit het ontwerp Beginselprogram van de C.P.N., volgt rechtstreeks uit de opvattingen der communisten over het wezen van de kapitalistische maatschappij.

Dit stelsel houdt in, dat

"1. de macht in het land aan de kapitalisten toebehoort;

2. de productiemiddelen in handen van de uitbuiters zijn gecon-centreerd;

3. de verdeling van het volksinkomen niet in het belang. van de verbetering van de materiële toestand der arbeiders plaats-vindt, maar! in het belang van de verzekering van een maxi-mum aan winst voor de uitbuiters;

4. de kapitalistische rationalisatie en de snelle toe neming van de productie, die het verzekeren van hoge winsten aan de kapitalisten ten doel hebben, op de hinderpaal stoten van de ellendige toestand en de v e r 1 a g i n g van de materiële wel-stand van de millioenenmassa's der werkers, die zelfs niet aL tijd in de mogelijkheid verkeren, hun behoeften, beperkt tot het uiterste minimum, te bevredigen - hetgeen noodzakelijker-wijze het terrein schept voor onafwendbare crises van over-productie, voor de groei van werkloosheid, enz. ;

5. de arbeidersklasse een klasse van uitgebuitenen is, die niet voor .zichzelf werkt, maar voor een vreemde klasse, voor de klasse der uitbuiters.'' (Stalin, Beginselen vari het Leninisme, Pe-gasus 1938, pag.

573/74).-Zonder aan deze grondslagen van het kapitalisme een einde te maken, zijn de nieuwe vrijheden onbestaanbaar.

Worden in het "Socialistisch Perspectief" van de P.v.d.A.-leiding middelen aangegeven, om daartoe te geraken?

Geenszins! Om aan deze "moeilijkheid" te ontkomen, zoeken de ontwerpers hun toevlucht tot een nieuwe theorie.

Wij lezen in "De weg naar vl1jheid", dat er

"een ontwikkeling gaande (is), waarbij de NV wordt tot een instituut met een eigen vermogen, dat niet langer samenvalt met het vermogen der aandeelhouders".

(19)

Het is nodig hierbij even stil te staan. Reeds bij J. A. Hobson, wiens beroemd boek "Imperialism" in 1902 gepubliceerd werd, kan men lezen dat de naamloze vennootschap het onontbeerlijke organisatorische instrument was van het opkomende financiers-kapitaal, om de spaarpenningen van de kleine bezitters te ge-bruiken voor de opbouw van hun nieuw wereldrijk. Het "ver-mogen" van de naamloze vennootschap is dus nimmer samen-gevallen met dat der "aandeelhouders", uitgezonderd "dé" aan-deelhouders, d.w.z. de eigenlijke leiders achter de schermen. Lenin heeft deze .kwestie nader onderzocht en kwam tot de con-clusie, "dat het voldoende is, veertig procent van de aandelen te bezitten, om het in de zaken van een naamloze vennootschap voor het zeggen te hebben". (Imperialisme, Uitgave Pegasus, 1935, 'pag. 40). Latere onderzoekers, zoals de Amerikanen Berle en Means en vele anderen, kwam nog tot heel wat verdergaande conclusies, en de Duitse kapitalist Siemens verklaarde eens, dat het één-pond-aandeel (in Duitsland waren toen slechts aandelen van tenminste duizend Mark toegestaan) "de basis van het Britse imperialisme" is, juist omdat het de financiers in staat stelde, reusachtige bedragen in hun bedrijven te beleggen en het risico daarvoor aan de kleine spaarder over te laten.

Wat Vos en de zijnen ons als het nieuwste snufje der weten-schap trachten voor te toveren, is dus zo oud als het imperialisme zelf.

Maar zij hebben deze bewering voor iets anders nodig. Zij schrijven:

"In de wereld dev ,bezitters• is een verschuiving gaande, waarbij de macht, zoals reeds werd aangegeven, voor een groter deel naar de bedrijfsdirecties overgaat, terwijl de aandeelhoudersmacht aan betekenis heeft verloren." (pag. 106)

Dit houdt dus in, dat het eigenlijk geen zin meer heeft, tegen het grote financierskapitaal te strijden, want niet dit oefent de macht in de bedrijven uit, maar (zoals de geestelijke vader van deze "theorie" verklaart) een "nieuwè klasse", die der "managers", der bedrijfsleiders. Het is duidelijk, dat zulk een diepzinnige gedachte niet in het brein van Vos, Ruygers en de andere medewerkers aan het P.v.d.A.-plan ontsproten kan zijn. Zij is afkomstig van de Amerikaanse trotskist en ideoloog van de Amerikaanse wereldheerschappij, J ames Burnham.

Deze "theorie", die op zo gemakkelijke wijze de beheersers der grote trusts buiten spel laat, heeft Burnham in 1941 het licht doen zien. Hij verklaarde toen, dat de Sowjet-Unie en .... nazi-Duitslandvoorbeelden voor de "heerschappij der managers" zijn, alleen met dien verstande dat de Sowjet-Unie (vanzelfsprekend) ten ondergang was gedoemd en nazi-Duitslandeen glorieuze toe-komst tegemoet ging.

Deze Burnham is de leverancier van het materiaal voor de boeken van De Kadt en hij was ook de leverancier voor Vos.

(20)

Unilever, Philips, Olie enz. niet meer beheersenen als zij door "de nieuwe klasse der managers" (of der "producenten" zoals Vos ze noemt, in navolging van de officiële katholieke theorie) beheerst worden - dat het dan niet van pas komt de nationali-satie van deze trusts te bepleiten. Dat wordt dan ook in het "socia-listisch perspectief" van de hand gewezen.

Hoe ver de "leer" van de ideoloog van het Amerikaanse impe-rialisme in de geesten van de P.v.d.A.-leiders reeds is doorge-drongen, kon men onlangs nog zien in een commentaar van Het Vrije Volk op een rede die de machtige man van de Unilever, Rijkens, voor journalisten heeft gehouden. Het blad schreef op 25 Jan. j .1.:

"Een andere belangrijke gedachte in de rede van dr. Rijkens was deze: Men moet een onderscheid maken tussen de leiders van de ondernemingen en de eigenaars-kapiba.listen. De bedrijfsleiders moe-ten vaak de belangen van de kapitaalbezitters verdedigen tegen-over de arbeiders, maar ook wel de belangen van de arbeiders tegenover de kapitaalbeZitters."

" ... De scheiding tussen bedrijfsleiders en kapitaal-bezitters is er inderdaad en ze zet steeds verder door," schrijft het blad. ,.Er ontstaan verschillen in belangen en mentaliteit (tussen bedrijfs-leiders en kapitaalbeZitters)"

Ook dit is woordelijk overgeschreven uit het boek van Burn-ham ("The Managerial Revolution"), in wiens grenzenloze fan-tasie "het verschil in belangen en mentaliteit tussen bedrijfs-leiders en kapitaalbezitters" reeds ontaardt in een ware "klassen-strijd om de macht in de staat"!

Een man als Rijkens behoort kennelijk reeds niet meer tot de "kapitaalbezitters", maar hij is door een wonderbaarlijke ge-daanteverwisseling "bedrijfsleider" geworden, die soms de "be-langen der arbeiders" tegen de kapitaalbezitters verdedigt. Nog een stapje verder .... en Rijkens wordt "kampioen van het socia-lisme" en erelid van de P.v.d.A.

In de opvattingen van Burnham is een "nieuwe élite" ontstaan (waartoe zich ook De Kadt rekent), aan wie krachtens de door hem eigenhandig ontdekte ontwikkelingswetten de macht in de staat en de wereld toekomt. Burnham zelf is voor nationalisatie, maar zijn "nationalisatie" heeft het voordeel, dat zij in een staat plaatsvindt, waarin de bedrijfsleiders (Rijkens) aan de macht zijn. Eenvoudiger gezegd: de grootbedrijven komen aan de staat, en de staat- dat is Burnham, Rijkens & Co. Of nog eenvoudiger gezegd: wat Burnham (en Vos) onder nationalisatie verstaan, is in werkelijkheid de onverhulde dictatuur van het kapitaal.

(21)

D

E zielsverwantschap tussen Vos & Co. en Burnham gaat ech-ter nog verder. Dit komt vooral tot uitdrukking in dat deel van "De weg naar vrijheid", die aan de vraagstukken van de buitenlandse politiek is gewijd.

Een van de boeken van Burnham, die na de oorlog verschenen zijn, heet "De strijd om de wereldheerschappij" (The Struggle for the World).

Daarin zegt hij o.m.:

"De werkelijkheid is, dat het enige alternatief voor een com-munistisch wereldrijk een Amerikaans rijk is, dat in staat zal zijn... een doorslaggevende contröle in de wereld uit te oefenen. Het positieve, of o f f e n s ie v e, stadium van een rationele po-litiek der Verenigde St.laten kan niets minder dan dit zijn. Met de schepping van dit Rijk zou noodzakelijk het terugbrengen van het litieke redenen dan belangeloze edelmoedigheid" (pag. 196). Zuid-Amerika, Canada, Japan, de eilanden in de Atlantische en de Stille Oceaan, de delen van Europa en Afrika, waar Ame-rikaanse militaire bases gevestigd zijn, worden gemakshalve reeds tot dit wereldrijk in wording gerekend (pag. 183/84).

In zijn overwinningsroes vertelt Burnham wat de kern van de Amerikaanse politiek eigenlijk is. Hij schrijft, dat

"het doelmatig voor Amerika is, zoveel als in zijn vermogen ligt bij te dragen tot de materiële vooruitgang van de minder ontwiK-kelde delen der wereld. Hiervoor heeft het meer dwingende po-litieke redenen dan belangloze edelmoedigheid" (pag. 196). En op pag. 184 verklaart hij:

"In de strijd om de macht gaan de werkelijke feiten schuil onder een korst van pseudo-morele gemeenplaatsen, waarmee de Ame-rikaanse burgers en leiders zichzelf trachten te overtuigen, dat

zij zich altijd laten leiden door de meest menslievende en ideële motieven."

Dat is duidelijk. Vanzelfsprekend vindt men in "De weg naar vrijheid" deze onverbloemde uitspraak van de geestelijke in-spirator niet; daarentegen staat het juist vol van deze "pseudo-morele gemeenplaatsen", waarmee Vos de lezers van de "mens-lievende en ideëele motieven" van Truman tracht te overtuigen. Het punt vier van Truman's program, waarin de "achterlijke gebieden" met echt Amerikaanse "belangeloze edelmoedigheid" hulp wordt beloofd, vormt het kernstuk van het laatste deel van het boek, waarin over de buitenlandse politiek wordt gehandeld. Dit "punt vier" is de practische toepassing van de door Burn-ham gepredikte Amerikaanse strijd om de macht. Vos en de zijnen willen, zoals elders uitvoeriger is uiteengezet (men zie de bro-chure "Weg naar Vrijheid of naar oorlog?"), Amerika hierbij een handje helpen.

Wat men in het boek zelf niet zo duidelijk kan lezen, dat heeft Ruygers op het "plan-congres" echter duidelijk uitgesproken.

Sprekend over punt vier van Truman's program, vroeg hij: "Heeft Egypte het recht om het Suezkanaal, een .hartader van het wereldverkeer, als louter binnenlandse aangelegenheid te be-schouwen ... "

(22)

Wij stellen ons voor, dat een West-Duitse Ruygers straks infor-meert: "Heeft Nederland het recht, de Rijnmonding, een hart-ader van het wereldverkeer, als louter binnenlandse aangelegen-heid te beschouwen?"

En voorts vroeg Ruygers:

"Is het voor het Westen onverschillig of Mossadeq de Perzische olie naar believen aan Rusland of het Westen verkoopt? Kan het Westen aanvaarden, dat er in Marokko een chaos zou ontstaan?" De apologeten van het imperialisme hebben nimmer om argu-menten verlegen gezeten. In vroegere tijden werd de noodzaak tot kolonisatie gemotiveerd met het gevaar, dat de zielen der "heidenen" bedreigde.

De "ethische school" van onze Nederlandse imperialisten, waarvan Schermerhorn een leerling is, motiveerde het verder verblijf in Indonesië en de afwijzing van onafhankelijkheid met de bewering, dat het Indonesische volk tot onafhankelijkheid "opgevoed" moest worden. Ruygers is reeds openhartiger. Het Suezkanaal behoort niet aan Egypte en de Perzische olie niet aan Perzië, maar aan het Westen.

En niet te vergeten:

"Het zijn juist de minder ontwikkelde gebieden", aldus zei hij op het congres, "die... voor het Westen in de huidige wereldpoli-tieke situatie een vitale betekenis hebben. De Verenigde Staten bijv. betrekken op het ogenblik 77% van hun tin-import, 85% van hun mangaan-erts en 100% van hun natuurrubber uit deze minder ontwikkelde gebieden."

Is het toevallig, dat Ruygers zich zo bezorgd maakt over de Amerikaanse grondstoffenvoorziening? Of moest men hierin niet veeleer het volgzame napraten onderkennen, van hetgeen Burn-ham gezegd heeft?

Burnham verklaart: "Vrede kan niet de hoogste practische doelstelling der politiek zijn" (224) en voorts zegt hij, dat het "huidige Sowjet-regime" omvergeworpen moet worden en hij zegt ook:

"Het zijn de volken in de Sowjet-sfeer die het meest hulp nodig hebben. Als zij zich van hun communistische meesters ontdaan hebben- en alleen dan- zullen wij het makkelijk genoeg vinden om het nu onoplosbare raadsel op te lossen, n.l. hoe wij met Rus-land moeten samenleven." (pag. 230)

En thans verzoeken wij onze lezers, nauwkeurig de volgende zin te lezen:

"Dat de geschetste hulpverlening zich bij beëindiging van de huidige bedreiging van het Westen, door de Sowjet-Unie, in gelijke maue zou dienen uit te strekken tot Rusland en de thans onder-horige staten in Oost- en Zuid-Oost-Europa, behoeft geen betoog." Men zal moeten toegeven, dat deze zin een merkwaardige over-eenkomst vertoont met de inhoud en zelfs de woordkeus van Burnham's uitspraak. Men vindt deze zin op pag. 383 van "De weg naar vrijheid".

(23)

moet thans herzien worden. Ook de "linkse" Vos, Vorrink, Ruy-gers, Goedhart, Voskuil c.s. zijn dit.

Burnham (en in navolging van hem de samenstellers van "De weg naar vrijheid") zien de oplossing van de huidige interna-tionale politieke vraagstukken in de schepping van een Ameri-kaans wereldrijk door agressieve oorlogen (een van de hoofd-stukken in het laatst genoemde boek van Burnham is getiteld: "Doel van de Amerikaanse politiek: het offensief"), en door mid-del van het àanstichten van burgeroorlogen.

Het principe van de communisten, opnieuw vastgelegd in het ontwerp Beginselprogram, is echter:

"De communisten zijn van mening, dat, naar het woord van Marx en Engels, geen volk vrij kan zijn, dat andere volken on-derdrukt. Er is geen democratie denkbaar, die gepaard gaat met onderdrukking en koloniale uitbuiting ... "

Het "democratisch socialisme" blijkt niets anders te zijn dan .,een korst van pseudo-morele gemeenplaatsen", waarachter de dienst aan de Amerikaanse strijd om wereldheerschappij schuil gaat.

Daartegenover staat het communistische program, gebaseerd op de vrijheid van de volken, de afschaffing van de uitbuiting van het ene volk door het andere, van de ene mens door de andere -principes die de waarlijk verheven weg naar vrijheid openen.

Pont 4 van Truman's program

("Hulp aan achte-rlijke gebieden")

(24)

OM BET LENINISME

Naar aanleiding van het artikel "Tegen het linkse en rechtse opportunisme" {n het November-nummer van P. en C. ontvingen

wij van pgt Knuttel het onderstaande schrijven, waarin hij zijn

stem wil "laten horen tegen historisch onjuiste beschowwingen over de eerste fazen van onze partij ••• Nu een in menig opzicht

onjuiste kijk op de feiten de officiële dreigt te worden", zoals

hij 'in een begeleidend briefje schrijft.

Annie Averink heeft voor ons een antwoord op pgt Knuttels uitlatingen geschreven. De redactie.

Als een van de weinige nog levenden, die de periode van de S.D.P. en C.P.H. geheel hebben meegemaakt en daarhij in geregeld persoonlijk contacrt hebben gestaan met Wijnkoop en Van Ravesteyn, moet ik, zeer in het kort, enkele bezwaren laten horen tegen !het artikel van A. Averink in Politiek en Cultuur van November.

Mijn voornaámste grief richt zich tegen het onhlstorisdhe van haar !beschou-wing. Wel schrijft zij (blz. 514): "Om op het juiste spoor te komen moest de Partij deze ontwikkeling doormaken", maar in wat vooraDgaat welkt zij de

in-druk, dat de trage ontwikkeling van S.D.P. en C.P.H. veroorzaakt is door de

f o u t e n v a n hu n 1 e i d e rs. (De spatiëringen in dit artikel zijn dOOJf' ons aangebracht. - De red.).

'Dat wil zeggen, dat de mogelijkheden die zic!h later voordeden, van de aan-vang af bestaan hebben, zij !het dan in wat zwakkere mate. Zij rept in het geheel niet van de b e s 1 is se n d e

rol

van de ontwikkeling der productie-verhoudingen.

Het is niet waar, dat de al'lbeidersklasse in de eel'lste periode van onze partij de wil had te komen tot revolutionnaire strijd en slechts uitzag naar de goede leiding. Hoe was de toestand vóór de eerste wereldoorlog?

De strijd van de avbeiders, waarvoor de situatie zeer ,gunstig was, omdat de moderne industrie niet met ,gepauperiseeroe al'lbeidem kon werken, ihad in

ongeveer een ,generatie de levensstandaam zeer voelbaar omhoog gebracht. Bij de grote meerderheid, ook der 'klasselbewuste ar:beiders, was daardoor

de illusie ge.sahapen, dat deze ontwikkeling rou doorgaan en leiden tot een ingroeien in het socialisme. Zij !hadden !het volste vertrouwen in !het reformisme. iDit is geen ooroeel uit de studeerkamer, maar de ervarin~ van veeJvul.d~ge

de.batver.gaderingen, colportage en vel'Sipreiding aan fabriekspool'lten, huisbe-zoek en straatvergaderingen.

Men vond oos wel te heftig en te machteloos, nooit te weinig doortastend.

De felle strijd waarmee een eind is ~gekomen aan mijn samenwerking met Wijnkoop en Van Ravesteyn maakt mij heus niet geporteero het voor hen op te nemen. Maar tel§en enkele !beweringen van A. A. moet i'k tocth met beslist-heid opkomen.

Het gaat niet aan, uit het feit dat W. en v. R. !.bepaalde fouten gema.akt heb-ben, te concluderen dat zij geen marxisten waren.

iDan zijn Plechanow en RJosa LuxembUl'lg het ook niet geweest! J a, d a n was Lenin de eerste marxist!

Het marxisme is nu eenmaal geen ,;Sesam, open u", dat a ~ 1 e rp r o b 1 e-m en op 1 o s t. Juist het oordeel van A. A. zweemt hier naar dogmatisme. Bovendien waren de routen niet ro groot als het op grond van de uitlating (van v. R.?) in de 'fri.bune l~ikt.

(25)

propaganda voor de ietwat goedkope leuze ,,Indonesië los van Holland, nu!", niet in de weg.

Van het eerste internatiO!ll.ale optreden van Lenin af, was hij voor W. en v. R. dè man en uit vele partic<uli.ere gesprek:ken herinner ik mij, hoe bij alle opdoemende strijdvragen aller eerstnaar zijn !houding werd u i t-gekeken.

Daarmee werd de Nederlandse strijd meteen in het licllt van de wereld-verhoudingen 'gesteld. Reeds op het Amsterdamse rongres der Internati~e van 1904 (dat ik heb meegemaakt), zaten wij midden in het wereldgebeuren.

In Nederland gelbeurde !heus niet genoeg om ons gees-telijk in lbesla,g te nemen.

DeSD.P.hing wel degelijk de ~euze aan "zet de imperialistische oorlog om in een 'burge:roorlog, vóór de nederlaag van de eigen bOUl'geoisie", .... maar Nederland was toen niet in de oorlog •betroûclren. Bij politieke debatten i.n de Leidse gemeenteraad na <fe oorlog vormde juist onze aanvaarding van de bur-geroorlog het punt waarop wij ihet scherpst werden aangevallen.

De uitglijdingen van v. R. werden wel als zodanig gevoeld. Maar wij hielden hem (ten onrechte) voor onvervangbaar.

Zie •eohteT niet over ihet 'hoofd, dat a 11 e en D u i t s 1 a n d een beckeiging vormde voor ons zelfstandig volksbestaan. De arbeiders waren meer anti-Duitsdan de bourgeoisie, die grof aan Duitsland verdiende. Als de S.D.P. niet de strijdl:lare 'Voorhoede 'Van ihet proletariaat was (inderdaad meer een tirail-leursgroep), dan was er .geen!

Maar wat men van Wp. mag zeggen, passivisme od' pessimisme heeft hij nooit gepreddkt. En ziet A. A. de activiteit <van Louis de Visser niet geiheel O'Ver het hoofd? Voor de de~lden van Henr.IRoland · Hiolst, altijd een lastig en onverantwoordelijik element, kon eigenlijk nooit de partij aansprakelijk worden gesteld, gelijk Verhey in De Waarheid van 19 NO'V. gedaan heeft.

De S.D.P. en aanvankelijk ook nog de C.P .H. heeft geleden onder het feit dat haar oprichting geforceerd was door een handvol marxistisc!h geschoolden, dat zij niet geboren was uit actie van het proletariaat.

Maar in politieke rijpheid maakte rzij tussen de partijen van West-Europa geen s!ooht figuur.

Critiek heeft zij volop verdiend, maar .geen smaad.

J. A. N. KNOTrEL Antwoord aan

pgt

Knuttel

H

ET onderwerp van het derde leerboekje is "de partij van het nieuwe type", de Leninistische leer van de revolutionnaire partij van de arbeidersklasse.

De politieke en organisatorische richtlijnen voor zulk een revo-lutionnaire partij zijn door Lenin ontwerpen en vormen een ge-heel nieuwe theoretische· bijdrage en verrijking van de leer van Marx en Engels. Zonder zulk een revolutionnaire partij is de over-winning van het proletariaat onmogelijk.

In Rusland ontstond onder leiding van Lenin het eerst zulk een revolutionnaire partij. Hoe is dit gebeurd?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wel hielp het toegediende bloed om haar leven te verlengen, maar op 3 maart 1987 ging onze 6 jaar oude Jenny naar huis om bij haar Heer te zijn.. Op haar grafsteen staan

Zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft Zijn woord u gegeven. Lof zij de Heer die uw huis en uw haard heeft gezegend, lof zij de hemelse liefde die over ons regent. Denk

• De zij-instromer volgt niet de reguliere opleiding, maar volgt – als het goed is - alleen die onderdelen bij de pabo die hij of zij volgens het geschiktheidsonderzoek nodig heeft

Ouders van gezinnen met een beperkt inkomen nemen deel aan de vergaderingen van de stuurgroep, aan de bijeenkomsten van de werkgroepen, ontwerpen en voeren de acties en

(Psalm 88 : 16). Menigmaal drukte de donkere wolk van Zijns Vaders gramschap zwaar op Hem, totdat Hij eindelijk op Golgótha de laatste adem uitblies. Niets was er in de

Groot dromen om mooie stappen te zetten Ik heb, mede door het grote succes van de conferentie, namens Nederland vier jaar in het internationale bestuur van IIA Inc.. Het

Het vervelende was, dat in de praktijk vooral het primair en voortgezet onderwijs met de fusietoets te maken kreeg, of liever gezegd er heel veel last van kreeg, terwijl de

Looy- schelder: ‘Dat zijn bevoegde leerkrachten die een eigen bedrijf zijn gestart, bijvoorbeeld een coachingspraktijk, maar nog een paar da- gen per week in het onderwijs