Wat zeggen de cijfers?
Ruud G.A. Vergoossen
Received 21 March 2018 | Accepted 28 March 2018 | Published 12 April 2018
In februari van dit jaar kreeg ik een brief van de Kamer van Koophandel met de volgende tekst: “Volgens onze gegevens heeft u de jaarrekening over boekjaar 2016 nog niet gedeponeerd. Volgens de wet moet (bijna) iedere rechtspersoon jaarlijks zijn jaarrekening deponeren bij de Kamer van Koophandel. Wij adviseren u dringend de jaarrekening alsnog te (laten) deponeren. Het niet (tijdig) deponeren is namelijk strafbaar als economisch delict. Het Bureau Economische Handhaving van de Belasting-dienst kan een proces-verbaal opmaken op basis waarvan het Openbaar Ministerie een geldboete kan opleggen of de zaak aanhangig kan maken bij de rechter. Als u alsnog aan de deponeringsverplichting voldoet, kan de officier van justitie dit meewegen in de beslissing rond een strafrech-telijk vervolg. Het is wetstrafrech-telijk niet mogelijk om uitstel te verkrijgen voor het deponeren van de jaarrekening.”
Ik schrok, want ik was in de veronderstelling dat ik de cijfers van mijn twee BV’s – een beheer-BV en een werk-BV – al lang had gedeponeerd. Ik ben toen gelijk de administratie ingedoken en zag dat ik op 7 september 2017 de 2016-cijfers van de beheer-BV had gedeponeerd. Voor het eerst digitaal, want BV’s in de bedrijfsklasse mi-cro en klein kunnen hun cijfers met ingang van boekjaar 2016 uitsluitend en alleen nog via internet deponeren. Daarnaast vond ik een aantekening dat het me niet was gelukt om de cijfers van de werk-BV in het systeem van
de Kamer van Koophandel in te voeren en dat ik daarover nog met haar contact ging opnemen. Dat laatste was me dus ontschoten, maar de brandbrief was genoeg reden om onmiddellijk de Kamer van Koophandel te bellen, want ‘een strafrechtelijk vervolg’ wilde ik natuurlijk voorko-men. En wat bleek? Iedere BV heeft een eigen toegangs-code en van de werk-BV had ik die nog niet. Het kon dus niet via de toegangscode van de beheer-BV wat ik – digi-beet die ik ben – ten onrechte had verwacht. Ik heb direct een toegangscode voor de werk-BV aangevraagd en op 13 februari 2018 uiteindelijk ook de 2016-cijfers van de werk-BV gedeponeerd.
Maar waar hebben we het eigenlijk over als we het hebben over de verplichting om de jaarrekening te de-poneren? Wat houdt die verplichting concreet in, heeft het enig nut en is er (nog) behoefte aan? De wet on-derscheidt grote, middelgrote, kleine en – met ingang van boekjaar 2016 ook – microrechtspersonen. In de ta-bel heb ik de criteria opgenomen aan de hand waarvan rechtspersonen worden ingedeeld: een rechtspersoon behoort tot een bepaalde groottecategorie zodra hij op twee opeenvolgende balansdata voldoet aan ten minste twee van de drie criteria. Daarnaast heb ik in de tabel bij iedere groottecategorie vermeld om hoeveel rechts-personen het gaat en (tussen haakjes) wat haar relatieve aandeel is.
Copyright Ruud G.A. Vergoossen. This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution Li-cense (CC-BY-NC-ND 4.0), which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original author and source are credited.
Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 92(3/4) (2018): 61–62 DOI 10.5117/mab.92.25169
Column
Tabel 1. Criteria voor de indeling in micro-, kleine, middelgrote en grote rechtspersonen (artikel 2:395a, 2:396 en 2:397 BW)1. Micro
654.192 (94,4%) 29.106 (4,2%)Klein Middelgroot5.544 (0,8%) 4.158 (0,6%)Groot
Waarde activa ≤ € 350.000 ≤ € 6 miljoen ≤ € 20 miljoen > € 20 miljoen
Netto-omzet ≤ € 700.000 ≤ € 12 miljoen ≤ € 40 miljoen > € 40 miljoen
Aantal werknemers < 10 < 50 < 250 ≥ 250
Grote en middelgrote rechtspersonen worden geacht de door hen opgemaakte en door een accountant ge-controleerde jaarrekening door middel van deponering (vrijwel) compleet openbaar te maken. Kleine en micro-rechtspersonen daarentegen zijn niet controleplichtig en kunnen profiteren van een groot aantal vrijstellingen
https://mab-online.nl
Ruud G.A. Vergoossen: Wat zeggen de cijfers? 62
van Koophandel heb ontvangen, wordt dan ook ten on-rechte gesproken over ‘jaarrekening’. Kleine rechtsper-sonen kunnen immers volstaan met het deponeren van een gecomprimeerde balans met toelichting en micro-rechtspersonen kunnen het – met ingang van boekjaar 2016 dus – zelfs laten bij een zeer summiere balans bestaande uit de posten vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, voorzieningen en schulden, zonder enige toelichting op de waarderingsgrondslagen die bij het opstellen van die balans zijn toegepast. Bij micro-rechtspersonen is het dus geheel onduidelijk op welke wijze de gedeponeerde cijfers zijn berekend. We hebben het dan over 94,4% van de rechtspersonen – waaron-der mijn twee bv’s – die moeten deponeren. Daar komt nog bij dat microrechtspersonen niet tegen marktwaarde mogen waarderen, terwijl waardering van bijvoorbeeld beleggingen in vastgoed of effecten tegen marktwaarde in plaats van tegen kostprijs doorgaans leidt tot een ge-trouwer beeld van de financiële positie van de rechtsper-soon. Ook kunnen microrechtspersonen de verantwoor-ding van bijvoorbeeld huurkosten afhankelijk stellen van het moment van betaling wat regelrecht in strijd is met een van de grondbeginselen van de financiële ver-slaggeving, namelijk het toerekeningsbeginsel. Dit alles in combinatie met het feit dat de cijfers over het alge-meen niet door een accountant zullen zijn gecontroleerd en vaak pas twaalf maanden na afloop van het boekjaar worden gedeponeerd, maakt de cijferopstellingen van microrechtspersonen compleet waardeloos. Dat geldt ook – zij het in mindere mate – voor de 4,2% die als kleine rechtspersoon kwalificeert.
De deponeringsverplichting voor kleine en micro-rechtspersonen kan wat mij betreft dan ook worden
afge-schaft. ‘Marktwerking’ zal ervoor zorgen dat ook zonder deponeringsverplichting de nodige informatiestromen blijven bestaan. Doorgaans is er een beperkt aantal be-langhebbenden (de huisbankier bijvoorbeeld) die de benodigde informatie rechtstreeks bij de onderneming kunnen opvragen en niet afhankelijk zijn van de gede-poneerde cijfers. De deponeringsverplichting kan zon-der meer worden beperkt tot de 1,4% controleplichtige grote en middelgrote rechtspersonen. Dit zou overigens gepaard moeten gaan met een verkorting van de maxima-le deponeringstermijn wat in het huidige digitamaxima-le tijdperk geen probleem zou moeten zijn. Want wat is nog de re-levantie van een jaarrekening die twaalf maanden na ba-lansdatum openbaar wordt gemaakt? Afschaffing van de deponeringsverplichting voor kleine en microrechtsper-sonen zou tot grote kostenbesparingen leiden. Niet alleen bij de meer dan 680.000 rechtspersonen die het betreft, maar vooral ook bij de Kamer van Koophandel en - niet te vergeten – het Bureau Economische Handhaving van de Belastingdienst. Maar voor een inperking van de depone-ringsverplichting in Nederland moet eerst de richtlijn van de Europese Unie worden aangepast waarop het Neder-landse jaarrekeningrecht is gebaseerd en helaas zit dat op dit moment niet in de pijplijn.2
Nog even terug naar mijn eigen BV’s. Voor mijn ge-voel ben ik dus bezig geweest met een zinloze exercitie toen ik de (nietszeggende) cijfers van mijn BV’s in het systeem van de Kamer van Koophandel heb ingevoerd. Nou… helemaal zinloos was het ook alweer niet. Ik heb in ieder geval ‘een strafrechtelijk vervolg’ voorkomen… althans dat hoop ik.
Prof.dr. R.G.A. Vergoossen RA is hoogleraar Externe Verslaggeving aan Nyenrode Business Universiteit en
hoogleraar International Financial Accounting aan Maastricht University.
Noten
1. Het aantal rechtspersonen per groottecategorie is een schatting op basis van berekeningen van de Kamer van Koophandel. Daarbij is uitgegaan van het totale aantal jaarstukken (693.000) dat in de periode 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014 is gedeponeerd (zie Tweede Kamer der Sta-ten-Generaal, Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening, kamerstuk 34176, nr. 3, memorie van toelichting, pag. 24). https://zoek.officielebekendma-kingen.nl/kst-34176-3