Vraag nr. 87 van 6 februari 2004
van de heer CARL DECALUWE
Voetbalclubs We s t-Vlaanderen – Gemeentelijke uit-gaven
Uit de antwoorden op de schriftelijke vragen van collega Walter Vandenbossche (Bulletin van V r a-gen en Antwoorden nr. 2 van 19 oktober 2001, b l z . 3 4 2 , en Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 1 van 3 oktober 2003, b l z . 79) blijkt dat de uitgaven die de gemeenten/steden doen voor hun lokale voetbalclub sterk verschillen van gemeente/stad tot gemeente/stad.
Toenmalig minister Johan Sauwens was van oor-deel dat het de gemeentebesturen zelf zijn die moeten bepalen in hoeverre zij zich inlaten met t o p v o e t b a l . Hij vroeg de administratie wel om nauwlettend toe te zien op de tegemoetkomingen die gemeenten/steden doen ten voordele van hun voetbalclubs.
Bovenvermelde vragen behandelen voornamelijk ploegen van eerste nationale, maar de aan de orde gestelde problematiek doet zich allicht verhou-dingsgewijze net zo goed voor in de lagere divisies. Vandaar volgende vragen.
1. Hanteert de minister dezelfde beleidsvisie ter-zake als gewezen minister Johan Sauwens ? Kan hij die visie toelichten ?
2. Komen dergelijke verschillen ook voor bij klei-nere gemeenten ?
3. Kan de minister meedelen wat de uitgaven zijn van de betrokken gemeenten voor de We s t-Vlaamse clubs SW Ingelmunster-H a r e l b e k e, KV Oostende, KSV Roeselare, SV ZultWa r e-g e m , Torhout 1992 KM, KSK Wevele-gem City en KV Kortrijk ?
4. Hoe meer financiële middelen, des te meer een club kan investeren om zich naar de top te lood-s e n . Kunnen we hier niet lood-spreken van competi-tievervalsing ?
5. Acht de minister bijkomende initiatieven nood-zakelijk ?
Antwoord
Mijn ambtsvoorganger, de heer Johan Sauwens, was van oordeel dat het gemeentebestuur in eerste
instantie zelf moet oordelen of het zich met top-voetbal inlaat en in welke mate het dit doet (cfr. Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 2 van 19 oktober 2001, b l z . 3 4 2 ) . In mijn antwoord op de schriftelijke vragen van Vlaams volksvertegen-woordiger Vandenbossche (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 1 van 3 oktober 2003, b l z . 77 e. v. ) gaf ik reeds aan dat er voorlopig geen initiatieven overwogen worden om, in overleg met de andere g e w e s t r e g e r i n g e n , tot een algemene regelgeving in-zake deze materie te komen.
Aan de gouverneur van de provincie We s t-V l a a n-deren wordt de opdracht gegeven om gegevens be-treffende de uitgaven voor het voetbal bij de ver-schillende gemeenten op te vragen. Zodra ik deze gegevens heb gekregen, zal ik een definitief ant-woord verstrekken over de uitgaven van de betrok-ken gemeenten en over eventuele verschillen die geconstateerd kunnen worden.
De beperkte cijfergegevens waarover ik beschik betreffende de gemeentelijke uitgaven voor top-voetbal laten geen éénduidige uitspraken toe om-trent de exacte gemeentelijke ondersteuning van v o e t b a l c l u b s. Zo deelden sommige gemeenten uit-gaven mee zonder opgave te doen van de door hen verleende waarborgen, doorgeefleningen en derge-lijke meer. Uitgaven voor politie en brandweer werden evenmin door alle gemeenten volledig doorgerekend in de opgevraagde cijfers.