• No results found

Lessons learned, over zelf onderzoek doen in de  jeugdgezondheidszorg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lessons learned, over zelf onderzoek doen in de  jeugdgezondheidszorg"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lessons learned, over zelf onderzoek doen in de 

jeugdgezondheidszorg 

De succesfactoren van promoveren door de JGZ-professionals, 

werkzaam in de JGZ praktijk 

Inleiding 

Het is van groot belang dat professionals, die werkzaam zijn in het JGZ veld,  promotieonderzoek doen. Het vergroot de kwaliteit en wetenschappelijke  onderbouwing van de JGZ uitvoeringspraktijk, en kan de toepasbaarheid van de  onderzoeksresultaten versterken vanwege de vanzelfsprekende verbinding van het  onderzoek met de alledaagse praktijk.  

Dit stuk is gebaseerd op een bijeenkomst van de Wetenschappelijke Adviescommissie  (WAC) van het NCJ in voorjaar 2019. De leden van de WAC NCJ hebben gezamenlijk  geïnventariseerd wat de succesfactoren zijn voor het laten slagen van een 

promotieonderzoek door de professionals, werkzaam in het JGZ veld. De volgende  negen succesfactoren worden door de leden van de WAC NCJ herkend. 

Negen succesfactoren 

 

1. Financiering​: financiering van ten minste een deel van de onderzoekstijd,  bijvoorbeeld door het koppelen van een promotieonderzoek aan een 

ZonMw-project, is misschien wel de belangrijkste succesfactor. Dit bevordert  tevens het projectmatig werken, de tweede succesfactor; 

2. Projectmatig werken​: een heldere projectstructuur, inclusief teamsamenstelling  en een opleidings- en promotieplan bij de start van het promotietraject, inclusief  een heldere taakomschrijving, wederzijdse afstemming van verwachtingen en  periodieke afstemming op managementniveau tussen de academische 

begeleider(s) en de primaire werkplek (hoogleraar met leidinggevende van de  JGZ-professional) zijn ondersteunend aan het succesvol afronden van een  promotieonderzoek; 

3. Beschikbaarheid onderzoeksbegeleider​:​ ​de beschikbaarheid van een dagelijkse  onderzoeksbegeleider op de primaire werkplek, dichtbij en kundig; 

4. Proeftijd​:​ ​Het instellen van een proeftijd van 1 tot 1,5 jaar, waarna er een product  (artikel) moet liggen; dit blijkt het daadwerkelijk afronden van een 

promotieonderzoek te bevorderen; 

5. Aansluiting bij interesse​:​ ​Een onderzoeksvoorstel dat goed aansluit op de praktijk  en de eigen interesse van de professional. Met andere woorden: het is wenselijk  de JGZ-professional vanaf het begin mee te nemen en te betrekken bij het  opzetten van het onderzoek; 

(2)

6. Beschikbaarheid van de data​: eigen dataverzameling vraagt veel tijd en bemoeilijkt  aanzienlijk het promotieonderzoek. Onderzoek doen met tenminste ten dele  reeds bestaande data heeft sterk de voorkeur; 

7. Inbedding in de veldorganisatie​: ​Het is van groot belang dat de onderzoeker de  verbinding met het werkveld houdt, en tevens erkend wordt vanuit de eigen  organisatie. ​De meerwaarde van promoveren wordt niet altijd gezien door het  werkveld. E​rkenning is een belangrijke incentive voor de JGZ-professional;  8. Start van een promotieonderzoek met een eerste artikel​: bij de start duidelijk 

hebben dat het een promotieonderzoek betreft kàn stimuleren, maar kan ook  verlammen. Voor sommige JGZ-professionals lijkt een geleidelijk traject beter te  werken, waarbij begonnen wordt met het uitvoeren van wetenschappelijk  onderzoek en een eerste publicatie, zonder direct te spreken over een  promotietraject. Dit kan professionals enthousiasmeren en over de streep 

trekken om later wel te beginnen met promotieonderzoek. ​De wetenschappelijke  stage tijdens de tweede fase opleiding arts M&G kan hiertoe dienen. Van belang  is dan wel dat de begeleiding hierbij van goede kwaliteit is en dat er vanaf het  begin een goede verbinding is met de Universitaire Centra en Academische  Werkplaatsen.  

9. Persoonlijke vaardigheden​:​ ​een aantal vaardigheden van de JGZ-professional,  zoals time-management, communicatieve vaardigheden en samenwerken in een  team zijn van groot belang.  

Oproep aan JGZ-professionals 

Graag vernemen wij van JGZ-professionals of deze succesfactoren herkenbaar zijn voor  hen en of zij nog aanvullingen hierop hebben. Men kan hierover contact opnemen met  Yvonne Vanneste​, adviseur van het NCJ en ambtelijk secretaris van de WAC NCJ.  

 

Dhr. prof. dr. S.A. Reijneveld, UMCG (voorzitter WAC NCJ)  Mw. prof. dr. M. Chin A Paw, VUmc 

Mw. dr. S. Detmar, TNO Child Health  Dhr. prof. dr. V.W.V. Jaddoe, Erasmus MC  Mw. prof. dr. T. J. Roseboom, AMC 

     

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De richtlijn opvoedingsondersteuning biedt een helder stappenplan voor professionals op het moment dat ouders vragen of zorgen hebben over de opvoeding. Van belang daarbij is dat

The intention of the White Paper was to give the EPGs, including the Defense Contract Auditors, a review of the completed MLU production contract negotiations and thus enable the

De jeugdverpleegkundige die het huisbezoek bij zwangerschap door de JGZ gaat uitvoeren, neemt na aanmelding contact op met het gezin, stelt zich voor, legt (nogmaals) het doel en

De uitvoering van het RVP wordt voor inwoners van de gemeente Albrandswaard momenteel al integraal uitgevoerd in samenhang met het Basispakket Jeugdgezondheidszorg door Stichting

Op de plaat  zijn ideeën getekend voor een geïntegreerde on- en offline dienstverlening door de JGZ: een  virtuele arts, jeugdigen en ouders bepalen wanneer zij een afslag naar

Hier wordt aangegeven welke organisatorische aanpassingen JGZ-organisaties nodig zijn om ervoor te zorgen dat JGZ-professionals de richtlijn kunnen uitvoeren of welke knelpunten

Afspraken maken met betrokken partijen over het in opdracht verrichten van vaccinaties Voor zowel de arts (opdrachtgever) als de betrokken medewerker (opdrachtnemer), is in de wet BIG

Betrokkenen professionals zijn de eerste- en tweedelijns verloskundige zorg, gynaecologie/obstetrie, POP-poli’s, samenwerkingsverbanden rond zwangeren en/of het gezin in