• No results found

Bijlage 1: Behandeling van zienswijzen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1: Behandeling van zienswijzen"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1: Behandeling van zienswijzen

Bijlage bij besluit 103310_1/ 43.

1. De NMa heeft van 10 partijen een zienswijze ontvangen naar aanleiding van de terinzagelegging van het tarievenvoorstel van TenneT voor het jaar 2010. Van de terinzagelegging is mededeling gedaan in de Staatscourant1.

2. De NMa merkt op dat de gewezen terinzagelegging geen zienswijzenprocedure in de zin van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betreft. Het feit dat een zienswijze hieronder inhoudelijk wordt behandeld impliceert dan ook niets over eventuele

belanghebbendheid in de zin van artikel 3:15 Awb van een partij bij onderhavig tarievenbesluit.

3. De NMa heeft op de volgende data schriftelijke zienswijzen ontvangen van: • Liander N.V. (hierna: Liander), 29 oktober 2009;

• Endinet Regio Eindhoven B.V. (hierna: Endinet), 3 november 2009; • Nyrstar Budel B.V. (hierna: Nyrstar), 3 november 2009;

• Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW), 3 november 2009; • Corus Staal B.V. (hierna: Corus), 4 november 2009;

• Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: NAM), 4 november 2009; • ProRail B.V. (hierna: ProRail), 4 november 2009;

• Stedin B.V. (hierna: Stedin), 4 november 2009 en

• Westland Infra Nebeheer BV (hierna: Westland), 4 november 2009; • Vereniging voor Marktwerking in Energie (hierna: VME), 5 november 2009.

4. Corus en ProRail hebben in hun zienswijzen onder meer aangegeven zich aan te sluiten bij de zienswijze van VEMW.

5. De NMa heeft de ingebrachte zienswijzen per onderwerp geclusterd, samengevat en

genummerd. Per zienswijze wordt eerst de inhoud weergegeven en vervolgens de wijze waarop de NMa deze heeft betrokken bij de vaststelling van de tarieven.

(2)

Zienswijze 1: Inzicht in onderbouwing tarievenvoorstel

6. Corus, Liander, NAM, Nyrstar, ProRail, Stedin, VME en VEMW geven aan dat het tarievenvoorstel van TenneT zonder onderbouwing van en toelichting op de voorgestelde (stijging van de) tarieven ter inzage is gelegd en verzoeken de NMa om alsnog de informatie beschikbaar te stellen die nodig is om de voorgestelde tarieven te kunnen beoordelen.

Reactie Raad

7. Naar aanleiding van deze zienswijze zal de NMa overgaan tot openbaarmaking van het

integrale tarievenvoorstel, inclusief onderbouwing, met uitzondering van die gegevens die gelet de uitzonderingsgronden op openbaarmaking genoemd in de Wet openbaarheid van bestuur als vertrouwelijk moeten worden aangemerkt.

Conclusie Raad

8. De NMa is voornemens het tarievenvoorstel met weglating van vertrouwelijke gegevens openbaar maken.

Zienswijze 2: De door Tennet voorgestelde tarievenstijging is niet aanvaardbaar

9. Corus, Endinet, NAM, Nyrstar, VEMW, ProRail, Stedin en Westland stellen dat de door TenneT voorgestelde stijging van de tarieven, gelet op de omvang daarvan, onaanvaardbaar is en hen onevenredig belast. VEMW en Nyrstar merken hierbij op dat de voorgestelde tarievenstijging drastische negatieve effecten heeft op de concurrentiepositie van en werkgelegenheid bij ondernemingen die zijn aangesloten op de hoogspanningsnetten. ProRail merkt op dat de voorgestelde tarievenstijging direct gevolgen heeft voor de exploitatiekosten.

Reactie Raad

10. De NMa begrijpt de uit de zienswijze blijkende zorgen over de kosten die een stijging van de tarieven van TenneT meebrengt voor afnemers. In reactie hierop merkt de NMa ten eerste op dat met de tarieven die hij in dit besluit vaststelt, de stijging van die tarieven aanzienlijk is beperkt ten opzichte van het tarievenvoorstel van TenneT. De redenen hiervoor zijn

weergegeven in hoofdstuk 7 van dit besluit. Ten tweede merkt de NMa op dat de resterende stijging van deze tarieven voortvloeit uit de toepasselijke reguleringssystematiek, zoals neergelegd in de artikelen 41 tot en met 41e van de E-wet, de TarievenCode2 en het

methodebesluit3. De stijging van de vastgestelde tarieven ten opzichte van 2009 is immers

grotendeels het gevolg van de nacalculatie van tariefinkomsten 2007 (zie Bijlage 2 van dit besluit), de uitbreiding van systeemtaken (zie Bijlage 2 van dit Besluit), de overgangsregeling 2009 (zie aanpassing 6 in hoofdstuk 7 van dit besluit) en een lagere afzetverwachting in 2010 (zie herberekening van tarieven in hoofdstuk 7 van dit besluit).

(3)

11. Nu de stijging van de tarieven hiervan het gevolg is en de tarievenstijging voldoet aan het uitgangspunt van kostenoriëntatie, ziet de NMa binnen het gegeven reguleringskader geen gronden om de tarievenstijging verder te beperken. Daarbij merkt de NMa op dat hij het, gelet op het in artikel 41d, tweede lid van de E-wet neergelegde uitgangspunt van omzetregulering, niet wenselijk acht om bij de vaststelling van de tarieven voor 2010 niet reeds rekening te houden met de geactualiseerde afzetgegevens die TenneT heeft verkregen uit opgaves van de aangeslotenen. Zou de NMa dit niet doen, dan dient de NMa op grond van deze bepaling de tariefinkomsten die TenneT als gevolg van een afzetdaling in 2010 misloopt, in daaropvolgende jaren alsnog in de tarieven te verrekenen. De afzetgegevens hebben namelijk geen invloed op de tariefinkomsten van TenneT, maar enkel op de tariefhoogte. Voorzover een tariefstijging wordt veroorzaakt door een lagere afzet is er dus gemiddeld genomen geen effect op de factuur van een afnemer.

12. De transporttarieven voor afnemers op EHS-netten dalen op basis van dit besluit met 1% ten opzichte van 2009. Dit is mede het gevolg van de doelmatigheidskorting (x-factor) die de NMa aan TenneT heeft opgelegd. De tarievenstijging voor eindverbruikers op HS-netten komt uiteindelijk neer op 31% in plaats van 69% volgens het tarievenvoorstel. In combinatie met de 25% lagere afzet die de op HS-netten aangesloten eindverbruikers hebben opgegeven aan TenneT (ten opzichte van de rekenvolumina voor het jaar 2009) zullen gemiddeld genomen de inkoopkosten voor transport voor een eindverbruiker per saldo minder stijgen dan de

transporttarieven. Voor regionale netbeheerders is de resterende tarievenstijging 19% in plaats van 44% volgens het tarievenvoorstel. In combinatie met de 14% lagere afzet die de op HS-netten aangesloten regionale netbeheerders hebben opgegeven aan TenneT zullen gemiddeld genomen de inkoopkosten voor transport voor een regionale netbeheerder per saldo minder stijgen dan de transporttarieven. Tot slot stijgt het systeemdienstentarief met 6% in plaats van 15% op grond van het tarievenvoorstel.

Conclusie Raad

13. Met de door de NMa vastgestelde tarieven wordt de stijging van de tarieven ten opzichte van de tarieven die TenneT heeft voorgesteld aanzienlijk beperkt. Voor een verdergaande beperking van de stijging ziet de NMa binnen het gegeven reguleringskader geen grond. Zienswijze 2 heeft daarmee niet geleid tot een andere beoordeling van het tarievenvoorstel door de Raad.

Zienswijze 3: De voorgestelde tarievenstijgingen staan haaks op andere besluiten van de NMa en zijn onverklaarbaar

14. Liander stelt dat de voorgestelde tarievenstijging haaks staat op de ontwikkeling die de NMa vorig jaar in gang heeft gezet met de vaststelling van x-factoren voor de regionale

(4)

Reactie Raad

15. Zoals in het besluit uiteengezet, stelt de NMa de tarieven 2010 vast met inachtneming van de voor TenneT vastgestelde x-factor, de cpi als bedoeld in artikel 41b, eerste lid van de E-wet en de voor 2010 vastgestelde rekenvolumina. Als gevolg van nacalculaties, aanmerkelijke investeringen of aangepaste rekenvolumina kunnen de tarieven, ondanks de

doelmatigheidskorting, stijgen.

16. In reactie op zienswijze 2 heeft de NMa uiteengezet dat met de vastgestelde tarieven de stijging aanzienlijk wordt beperkt ten opzichte van de door TenneT voorgestelde wijziging. Welke oorzaken ten grondslag liggen aan de resterende stijging van de vastgestelde tarieven, wordt in Bijlage 2 van dit besluit uiteengezet. Daaruit blijkt ook waarom de vastgestelde tarieven voor de HS-netten stijgen, terwijl de tarieven voor EHS-netten juist licht dalen.

Conclusie Raad

17. De stijging van de vastgestelde tarieven voor 2010 ten opzichte van de tarieven 2009 staat niet haaks op de door de wettelijke en in het methodebesluit neergelegde reguleringssystematiek. In het besluit wordt uiteengezet welke oorzaken aan de stijging van de vastgestelde tarieven ten grondslag liggen. Zienswijze 3 heeft daarmee niet geleid tot een andere beoordeling van het tarievenvoorstel door de Raad.

18. Corus merkt op dat de voorgestelde tariefverhoging volgens TenneT voor het overgrote deel kan worden toegeschreven aan kosten van TenneT die voortvloeien uit de overdracht van de HS-netten door de regionale netbeheerders. Doordat TenneT deze kosten in één keer in de tarieven verrekent, strookt het tarievenvoorstel volgens Corus niet met de wetsgeschiedenis bij de Wet Onafhankelijk Netbeheer (waarin juist van kostenbesparingen in verband met het integraal beheer van de transportnetten wordt uitgegaan) en de gedachte achter de overgangsregeling die in het tarievenbesluit TenneT 2009 is neergelegd.

Reactie Raad

(5)

Conclusie Raad

20. Nu de NMa om de redenen genoemd in hoofdstuk 7 van dit besluit niet de voorgestelde nacalculatie inkomsten transporttarieven 2008 verwerkt in de tarieven 2010, heeft zienswijze 4 niet geleid tot een andere beoordeling van het tarievenvoorstel van TenneT.

Zienswijze 5: Een eventuele tarievenstijging moet worden gespreid over meerdere jaren

21. Corus, Stedin, VEMW en Liander verzoeken de NMa om voor zover de toename van de toegestane tariefinkomsten van TenneT, en daarmee de stijging van de tarieven, gerechtvaardigd is, deze toename over meerdere jaren te spreiden, opdat de jaarlijkse tarievenstijging voor afnemers in 2010 beperkt blijft en er sprake is van een gematigde tariefontwikkeling. Corus stelt in dat verband dat het doorvoeren van de voorgestelde tarievenstijging in een jaar in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel.

Reactie Raad

22. De NMa ziet geen aanleiding om de resterende stijging van de tarieven over meerdere jaren uit te spreiden. Ten eerste acht de NMa dit niet opportuun omdat op basis van de

investeringsplannen van TenneT rekening moet worden gehouden met een structurele toename van de kosten die met de tarieven gedekt moeten worden. Hierin verschilt de huidige stijging van de tarieven van de situatie waarvoor de NMa bij de vaststelling van het

tarievenbesluit 2009 voor TenneT een overgangsregeling heeft vastgesteld, waarbij immers sprake was van een tarievenstijging voor eindverbruikers die niet werd veroorzaakt door een toename van de toegestane tariefinkomsten, maar door het harmoniseren van de tarieven van eindverbruikers met de tarieven voor regionale netbeheerders4.

23. Daar komt bij dat ook de nacalculatie over de tariefinkomsten 2008, die de NMa om redenen genoemd bij aanpassing 4 in hoofdstuk 7 van dit besluit niet bij de tarieven voor 2010 betrekt, mogelijk tot een stijging van toekomstige tarieven leidt. In het methodebesluit heeft de NMa aangegeven dat de NMa kan besluiten nacalculaties en verrekeningen gelijkmatig te verwerken in de transporttarieven voor meerder jaren, indien het verwerken daarvan in de

transporttarieven voor één jaar tot sterke tariefschommelingen leidt5. Nu als gezegd echter

rekening moet worden gehouden met structureel hogere tarieven, verwacht de NMa niet dat met de tarieven die met dit besluit worden vastgesteld, sprake zal zijn van sterke

tariefschommelingen. Ten eerste is de tariefstijging minder sterk dan op basis van het

tarievenvoorstel verwacht. De stijging van de tarieven ten opzichte van het tarievenvoorstel van TenneT wordt aanzienlijk beperkt met dit besluit, zie randnummer 12. Ten tweede is pas van een tariefschommeling sprake als na een tariefstijging zich een tariefdaling voordoet. En tot slot is het uitstellen van de nacalculatie over de tariefinkomsten 2008 de facto een vorm van spreiding.

(6)

24. Van strijd met het rechtzekerheidsbeginsel is naar het oordeel van de NMa ten slotte geen sprake, nu uit het stelsel van de wet volgt dat tarieven jaarlijks door de NMa worden

vastgesteld en de resterende stijging van de tarieven ten opzichte van de tarieven 2009 volgt uit de gegeven reguleringssystematiek, als neergelegd in de wet, de TarievenCode en het methodebesluit.

Conclusie Raad

25. Met de door de NMa vastgestelde tarieven wordt de stijging van de tarieven ten opzichte van de tarieven die TenneT heeft voorgesteld aanzienlijk beperkt. De resterende stijging zal de NMa niet over meerdere jaren spreiden. Zienswijze 5 heeft daarmee niet geleid tot een andere beoordeling van het tarievenvoorstel door de Raad.

Zienswijze 6: Bijzondere omstandigheden leiden tot onevenredige benadeling

26. Corus stelt dat de vaststelling van de tarieven conform het voorstel van TenneT voor haar onevenredig nadelig is in verhouding tot het doel van de tariefvaststelling, nu Corus slechts gebruik maakt van maximaal 50 meter van het hoogspanningsnet. Vaststelling van de tarieven conform het voorstel zou volgens Corus daarom strijd opleveren met artikel 3:4, tweede lid van de Awb, wat slechts zou kunnen worden ondervangen voor Corus door het onevenredige nadeel te compenseren.

Reactie Raad

27. In reactie hierop merkt de NMa ten eerste op dat, zoals hiervoor uiteengezet, met de tarieven die hij in dit besluit vaststelt, de stijging van die tarieven aanzienlijk is beperkt ten opzichte van het tarievenvoorstel van TenneT. Van de door Corus bedoelde onevenredigheid is daarom naar het oordeel van de NMa geen sprake. Voorts merkt de NMa op dat de reguleringssystematiek, zoals neergelegd in de artikelen 41 tot en met 41e van de E-wet, de TarievenCode6 en het

methodebesluit7, geen ruimte laat voor het vaststellen van afwijkende tarieven voor individuele

afnemers op basis van bijzondere omstandigheden. Mede gelet op het voorgaande is de NMa van oordeel dat het tarievenbesluit niet in strijd is met artikel 3:4, tweede lid van de Awb. Bovendien treedt de NMa met dit besluit niet in de overeengekomen tarieven tussen TenneT en haar afnemers.

Conclusie Raad

28. Aangezien de NMa op gronden vermeld in hoofdstuk 7 van dit besluit de tarieven niet vaststelt conform het tarievenvoorstel van TenneT en de tarievenstijging bijgevolg aanzienlijk beperkt, heeft zienswijze 6 niet geleid tot een andere beoordeling van het tarievenvoorstel van TenneT.

(7)

Zienswijze 7: Verrekening stijging inkoopkosten in tarieven regionale netbeheerders

29. Liander, Endinet, Stedin en Westland hebben verzocht om, in het geval de vastgestelde tarieven een stijging inhouden ten opzichte van de tarieven van 2009, deze stijging te verrekenen in de vaststelling van de tarieven 2010 voor de regionale netbeheerders.

Reactie Raad

30. Omdat deze zienswijze in wezen betrekking heeft op de vaststelling van de tarieven 2010 voor de regionale netbeheerders, heeft de NMa deze zienswijze betrokken bij de besluitvorming over die tarieven. In de besluiten waarmee deze tarieven zijn vastgesteld, heeft de NMa gemotiveerd waarom hij dit verzoek niet honoreert.8

Conclusie Raad

31. De NMa heeft de zienswijze betrokken bij de vaststelling van de tarieven 2010 voor de regionale netbeheerders en verwijst voor een inhoudelijke reactie op de zienswijze naar de besluiten waarmee deze tarieven zijn vastgesteld. Zienswijze 7 wordt derhalve niet betrokken bij dit besluit.

Zienswijze 8: Invloed lopende bezwaarprocedure tegen tarievenbesluit Tennet 2009

32. VEMW stelt dat de uitkomst van de lopende bezwaarprocedure tegen het tarievenbesluit TenneT 2009 van groot belang is voor de door de NMa vast te stellen tarieven 2010. In dat verband verzoekt VEMW om de gronden die zij heeft aangevoerd in de bezwaarprocedure als zienswijze bij de vaststelling van de tarieven voor 2010 te beschouwen en om geen

tariefaanpassingen voor TenneT door te voeren, zolang niet in laatste instantie is beslist over de door VEMW ingediende bezwaren.

Reactie Raad

33. De NMa merkt op dat hij bij de vaststelling van het tarievenbesluit niet oordeelt over bezwaren of beroepen tegen onderliggende besluiten. Zolang bedoelde bezwaar- of beroepsprocedures niet zijn afgewikkeld, ziet de NMa geen aanleiding om het tarievenvoorstel van TenneT met andere inzichten te beoordelen. Uit oogpunt van de werking van de elektriciteitsmarkt acht de NMa het bovendien onwenselijk om, hangende de bedoelde bezwaar- of beroepsprocedures, het tarievenbesluit uit te stellen.

Conclusie Raad

34. De NMa ziet geen reden om zienswijze 8 in zijn beoordeling van het tarievenvoorstel te betrekken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

akkoord, met dien verstande een pilot vorm te geven op de locatie van het sportpark in Borkel en Schaft en daartoe z.s.m.. een voorstel voor

Ingevolge artikel 41, eerste en tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 stelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) de methode vast voor

jaar

De gemeente Bergen werkt mee aan jaarrond exploitatie van strandpaviljoens die binnen de ‘ja, mits’ zone vallen, zoals is vastgesteld door de provincie Noord-Holland.. Dit

De beantwoording van de zienswijzen wordt nu aan u voorgelegd alsmede het verzoek aan uw raad voor een verklaring van geen bedenkingen (bijlage 3).. De pinbox wordt immers

Omdat de woningbouwontwikkeling in de Reitdiepzone na de ontwikkeling van de Brivec-locatie en Woldring snel gaat en het er nu naar uitziet dat hier meer dan 2.000 woningen

In het tarievenbesluit 2012 heeft de ACM de prognose van de kosten van de bedrijfsvoering van de NorNed kabel, zoals opgenomen door TenneT in het tarievenvoorstel 2012

TenneT stelt in haar tweede zienswijze dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) ACM niet volgt in haar betoog dat het gebruikte model in STENA2012 robuust