• No results found

Jezus die mens werd (vervolg deel 8) Onderricht van de grote Meesteres van de Engelen, Maria

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jezus die mens werd (vervolg deel 8) Onderricht van de grote Meesteres van de Engelen, Maria"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

44

Op haar troon gezeten in de wolk, omgeven door de koren van engelen, open- baarde de koningin des hemels zich aan de H. Jakobus. De koningin deed voor haar bewonderenswaardige schoonheid en haar afstraling de schoon- heid van de engelen verbleken. De gezegende apostel wierp zich op de grond en vereerde met de diepste eerbied de moeder van zijn Schepper en Verlos- ser. Tegelijkertijd werden hem het beeldje en de pilaar, door de handen van de engelen vervaardigd, getoond. De liefdevolle koningin gaf hem haar zegen in de naam van haar goddelijke Zoon en zei:

“Jakobus, dienaar van de Allerhoogste, gij zijt gezegend door zijn rechter- hand. Moge Hij u opheffen en u het licht van zijn goddelijk gezicht laten zien

“.

Alle engelen antwoordden: ”Amen”.

De koningin des hemels vervolgde:

“Mijn zoon Jakobus. Deze plaats heeft de allerhoogste en almachtige God van de hemel bestemd om door u op deze aarde gewijd te worden tot een tempel en een huis des gebeds waar Hij, onder mijn bescherming en naam, verheer- lijkt en aanbeden wil worden. De schatten van zijn rechterhand zullen uitge- deeld worden en alle barmhartigheden beschikbaar komen door mijn tussen- komst, indien daarom gevraagd wordt in waar geloof en ernstige godsvrucht.

In de Naam van de Almachtige beloof ik hen grote gunsten en liefdevolle wel- daden en mijn bescherming en hulp, want dit wordt mijn huis en tempel, mijn erfenis en mijn bezit. Een borg voor deze waarheid en van deze belofte zal deze pilaar zijn met mijn beeltenis daarop geplaatst. In de tempel die gij voor mij zult bouwen, moeten deze dingen bewaard blijven tezamen met het heilig geloof, tot aan het einde der tijden. Gij zult onmiddellijk beginnen met het bouwen van deze tempel van God en nadat gij dit werk volbracht hebt, moet gij naar Jeruzalem vertrekken, want het is de wens van mijn goddelijke Zoon, dat gij het offer van uw leven brengt op dezelfde plaats, waar Hij het zijne offerde voor de redding van de mensheid “.

1

Jezus die mens werd (vervolg deel 8) Onderricht van de grote Meesteres van de Engelen, Maria

(2)

Mijn dochter, geen menselijke woorden kunnen in dit sterfelijk leven ooit erin slagen om de afgunst van Lucifer en zijn trawanten tegen de mensen te beschrijven, noch de boosaardigheid, de sluwheid, het bedrog en de kunst- grepen, waarmee hij ze in zonde wil laten vallen en later in de helse afgron- den wil laten verdwijnen, in volle omvang neer te schrijven. Hij tracht alle goede werken te verminderen en degenen die reeds verricht zijn, tracht hij tot niets terug te brengen of hun effect te verminderen. Alle boosaardigheid waartoe zijn eigen geest in staat is, tracht hij over te hevelen in de zielen.

Tegen deze aanvallen verschaft God bewonderenswaardige bescherming, indien de mensen slechts willen meewerken en van hun kant Zijn bescher- ming beantwoorden. Daarom raadt de Apostel hen aan, voorzichtig te zijn te midden van al deze conflicten; niet gelijk de dwazen, maar als verstandigen, die de hun toegemeten tijd goed gebruiken omdat de dagen van het sterfelijk leven slecht zijn en vol gevaren (Ef 5:13). Verder maant hij hen aan, om voortdurend goede werken te verrichten omdat hun werk niet tevergeefs ver- richt wordt in het oog van God (1 Kor 15:38). Onze vijand kent de waarheid hiervan, hij is daar bevreesd voor; daarom tracht hij met de meest grote boosaardigheid, verslagenheid in de zielen te zaaien bij het bedrijven van een zonde, opdat zij zich uit wanhoop zouden ruineren en zich ver zouden hou- den van alle goede werken; want op deze wijze verwerpen zij de wapens waarmee de Engelen hen tegen de duivels kunnen verdedigen. Hoewel deze werken, door de zondaars verricht, geen liefdeleven in zich hebben en niets betekenen om genade of glorie te verdienen, zijn ze toch zeer bruikbaar.

Soms komt het voor, dat wegens de gewoonte om goede werken te doen, de goddelijke barmhartigheid efficiënte hulp verschaft om deze werken met grotere liefde of met berouw over eigen zonden en met naastenliefde te ver- richten, waardoor de ziel rechtvaardiging geniet.

Door al onze goede daden, als schepselen verricht, verschaffen zij de zaligen de middelen ter onzer verdediging en om voor ons de goddelijke barmhartig- heid te vragen op ons neer te zien en ons van de zonde weg te rukken. De Heiligen voelen zich verplicht, degene te hulp te komen die hen ernstig aan- roepen als zij in gevaar verkeren en hen met bijzondere devotie vereren.

“Heilig, heilig, heilig, Heer God Sabaoth, hebt medelijden met de arme kin- deren van Eva. U is de glorie, U de macht, U de majesteit. Gij alleen zijt hei- lig, de Allerhoogste en de Heer van alle hemelse legers en de hele schepping”.

De engelen antwoordden dan wederom op deze gezangen van de maagd, die de Heer zo lieflijk in de oren klonken. Op deze wijze voortgaande kwamen ze ongeveer te middernacht in Zaragossa aan. De allergelukkigste apostel H.

Jakobus kampeerde met zijn leerlingen buiten de muur, die langs de oever van de rivier de Ebro loopt. Teneinde zich terug te trekken in gebed had hij zich op enige afstand van zijn metgezellen teruggetrokken. Enige van zijn leerlingen waren in slaap gevallen, anderen waren in gebed; geen van hen verwachtte een vreemde gebeurtenis. De processie van de engelen spreidde zich wat uit en de serafijnen zongen steeds luider, zodat niet slechts de H.

Jakobus, maar ook de leerlingen het gezang konden horen. Degenen die slie- pen, werden wakker en allen werden vervuld van innerlijke rust en verwon- deren, met hemelse troost die hen sprakeloos maakte en tot vreugdetranen bewoog. Zij zagen in de lucht een schitterend licht, stralender dan de4 zon, maar het verspreidde zich niet overal heen, bleef beperkt tot een bepaalde plaats; het had de vorm en het aanzien van een lichtgevende bol. In bewonde- ring en vreugde stonden zij daar stil te kijken, totdat hun leraar hen riep.

Door de wonderbaarlijke effecten die zij in zich voelden, wilde de Heer hen voorbereiden op wat hen geopenbaard zou worden over dit grote mysterie.

De heilige engelen plaatsten de troon van hun koningin en vrouwe in het zicht van de apostel, die nog steeds in verheven gebed verzonken was, maar meer van de muziek hoorden en duidelijker de hemelse muziek hoorde dan zijn leerlingen. De engelen droegen met zich een kleine kolom mee, gemaakt van jaspis en een niet al te groot beeldje van hun koningin, gemaakt uit een ander materiaal. Dit beeld werd door de engelen onder grote eerbied gedra- gen. Gedurende die nacht hadden de engelen hun vaardigheid in het maken van dingen uit natuurlijke materialen de vrije loop gelaten en dit alles voor deze gelegenheid gereed gemaakt.

Vervolg pagina 44

(3)

bescherming van uw machtige arm aan allen te beloven en dat deze heilige plaats deel moge uitmaken van mijn nalatenschap, ten gebruike van allen die uw heilige Naam met eerbied aanroepen en die mij vragen, mijn tussenkomst te verlenen bij hun aanvraag van uw barmhartigheid”.

Christus, onze Verlosser, antwoordde haar:

“Mijn moeder, waarin Ik mijn welbehagen heb gesteld. Ik geef u mijn konink- lijk woord, dat Ik met bijzondere barmhartigheid zal neerzien op allen, die met devotie en nederigheid een beroep doen op Mij door uw tussenkomst en dit in de toekomst in die Kerk zullen doen. Ik zal hen zegenen. In uw handen heb Ik al mijn schatten neergelegd en ze aan u toevertrouwd. Als mijn moe- der, die mijn plaats bekleedt en mijn macht kan uitoefenen, kunt gij die plek onderscheiden door daarin uw rijkdommen neer te leggen en uw gunsten te beloven, want alles zal vervuld worden volgens uw wil en welbehagen”.

De gezegende Maria dankte haar Zoon en God opnieuw voor deze belofte.

Toen vormden, op bevel van de Heer, een groot aantal engelen die haar ver- gezelde, een koninklijke troon van een schitterende wolk en zij plaatsten haar daarop als de koningin en meesteres van de hele schepping. Christus, de Hei- land, gaf hen zijn zegen en steeg met de rest van de engelen ten hemel op. De zuivere moeder, gedragen op de handen der serafijnen en omstuwd door haar duizend engelen en vele anderen, vertrok met lichaam en ziel naar Zaragossa in Spanje. Hoewel deze reis in zeer korte tijd gemaakt had kunnen worden, beval de Heer de engelen onder het zingen van hymnen en lofgezangen hun koningin in koren van de zuiverste harmonie plechtig te begeleiden.

Enige van hen zongen het ”Ave Maria ”, anderen het ”Salve sancta Parens ” en ”Salve Regina ”; wederom anderen het ”Regina caeli laetare” enz. waarbij het ene koor het andere beantwoordde in zo n harmonie van overeenstemming van klanken, als geen menselijke kunst ooit bereiken kan. De grote vrouwe beantwoordde dit alles vanuit een nederig hart des te deemoediger naarmate het geheel meer verheven werd, door de Heer te loven met de woorden van Jesaja:

Vervolg pagina 4 Als de Heiligen in hun menslievendheid zo geneigd zijn de zielen bij te staan in hun gevaarlijke gevechten met de duivels, zult gij dan niet verbaasd zijn, mijn liefste, dat Ik barmhartig ben met de zondaars die hun toevlucht zoeken in Mijn goedertierendheid, want Ik verlang oneindig meer naar hun redding dan zijzelf. Ontelbaar zijn de zielen die Ik gered heb van de helse draak, om- dat ze een grote devotie hadden tot Mij, zelfs indien ze slechts één Weesge- groet hebben gezegd of slechts één woord ter Mijner ere hebben geuit. Zo groot is Mijn liefde voor hen, dat geen van hen verloren zou gaan, indien ze zich slechts op tijd en ernstig tot Mij zouden richten. Maar de zondaars en de goddelozen doen dit niet, omdat de wonden van de zonde niet lichamelijk zijn en hen niet verontrusten. Hoe meer ze bedreven worden, des te minder verdriet of spijt veroorzaken ze. De tweede zonde is gelijk aan het verwonden van een dood lichaam, dat geen vrees, geen verdediging en geen gevoel meer kent.

Het gevolg van de in slaap gesuste gevoeligheid voor de eeuwige verdoemenis en voor het bedrog van de duivels om deze voor de mensen, in gereedheid te hebben, is vreselijk. Zonder te weten waarop hun valse zekerheid is geba- seerd, worden de zondaars in slaap gesust en zijn ze helemaal op hun gemak gesteld tegenover de hen bedreigende ondergang, terwijl ze terecht van vrees bevangen moesten zijn voor de snel naderende eeuwige dood, of tenminste hulp moesten zoeken door de Heer, Mij of de Heiligen om hulp te vragen., Maar zelfs dit, dat hen zo weinig moeite kost, weten ze niet meer op te bren- gen, totdat de tijd, waarin de voorwaarden voor hun redding gerealiseerd zouden kunnen worden, reeds lang verstreken is. Indien Ik voor enigen van hen tijdens hun doodsstrijd nog redding vermag te verschaffen, dan geldt dit privilege zeker niet voor allen. Zo gaan vele kinderen van de Kerk verloren die in hun ondankbaarheid en dwaasheid de vele en machtige hulp die hen door de goddelijke barmhartigheid op het juiste moment gegeven wordt, in de wind slaan. Daarom zal het ook hun verwarring groter maken als ze zien, dat ze, ondanks de barmhartigheid van God, Mijn eigen tedere wensen om hen te helpen en de naastenliefde van de Heiligen, God hebben beroofd van de glorie van hun bekering, en noch Mij,

(4)

noch de Engelen of Heiligen de vreugde geschonken hebben van hen te red- den in antwoord op de aanroeping van uit hun deemoedig hart.

Het is Mijn wens, o dochter, u nog een ander geheim mee te delen. Gij weet reeds, dat Mijn Zoon en Heer in het Evangelie zegt, dat de Engelen in de He- mel zich verheugen wanneer een zondaar berouw toont en zich bekeert tot de weg van het Leven door zijn rechtvaardiging (Lc 15:10). Hetzelfde gebeurt als de rechtvaardigen werken verrichten van ware deugd en nieuwe gloriegraden bereiken. Dat wat zich afspeelt onder de Hemelbewoners bij de bekering van zondaars en bij de vermeerdering van verdiensten van de rechtvaardigen, heeft zijn tegenhanger in wat gebeurt met de duivels bij de zonden van de rechtvaardigen en de grotere val van de zondaars, want er wordt geen zonde door de mensen bedreven, waarover de duivels zich niet verheugen en zij die de verleiding van de stervelingen uitvoeren, melden onmiddellijk hun suc- cessen aan de duivels in de eeuwige kerkers. Daar hebben ze er vreugde over en ze boekstaven ze voor verder gebruik, om hun aanspraken voor de godde- lijke Rechter door te drukken en opdat hun uitgebreid rijk en jurisdictie over de zondaars, in overeenstemming met de mate van de bedreven zonden, pu- bliekelijk bekend worden. Op deze wijze tonen ze hun verraderlijke haat voor de mensen, telkens wanneer ze slagen een mens tot een zonde te verleiden door enig voorbijgaand plezier. Maar de Allerhoogste, die rechtvaardig is in al Zijn werken, heeft besloten, dat ook de bekering van de zondaars en de goede werken van de rechtvaardigen hun weerslag zouden hebben op de kwellingen van de afgunstige duivels, die zich zozeer verheugen over de on- dergang van de mensen.

Dit soort kastijding veroorzaakt daarom grote kwellingen aan alle duivels;

omdat ze niet alleen beschaamd en gekweld worden in hun dodelijke haat tegen de mensen, maar ook door de overwinningen van de Heiligen en de bekering van zondaars beroofd worden van een groot deel van hun macht over degenen, die zij tot zonde gebracht hebben met hun complotten. De nieuwe kwellingen die zij wegens deze zaken moeten ondergaan, trachten zij af te reageren op de vervloekten in de hel; en juist zoals er nieuwe vreugde in

onuitsprekelijke majesteit en vergezeld van ontelbare engelen uit alle koren en hiërarchieën. Met het hele Hof trad de Heer binnen in h et bidvertrek van zijn allergezegendste moeder. De nederige, toegewijde maagd aanbad Hem met de grootste eerbied vanuit de diepste diepten van haar zuivere ziel. Toen sprak de Heer tot haar en zei:

“Mijn allerliefste moeder, van wie Ik het menselijk bestaan mocht ontvangen voor de redding van deze wereld. Ik weet wat uw smekingen en heilige wen- sen inhouden; zij zijn Mij een vreugde. Ik zal mijn apostelen en mijn Kerk verdedigen en Ik zal hun Vader en Beschermer zijn, zodat zij niet ten onder zullen gaan en de poorten van de hel haar niet zullen overweldigen (Matt 16:18). Zoals gij reeds weet, is het nodig voor mijn glorie, dat de apostelen werken onder mijn genade en dat zij Mij tenslotte moten volgen op de weg van het kruis en naar de dood., die4 Ik voor het hele menselijk geslacht heb ondergaan. De eerste die mij daarin zal navolgen is mijn trouwe dienaar Ja- kobus. Het is mijn wens, dat hij het martelaarschap in de stad Jeruzalem zal ondergaan. U moet hem in Spanje gaan bezoeken en hem meedelen, dat hij hierheen moet komen. Ook voor andere redenen wil ik, mijn moeder, dat gij naar Zaragossa gaat waar hij het evangelie predikt in mijn Naam. Maar voor- dat hij die stad verlaat moet hij een kerk bouwen in uw naam en titel, waar gij zult vereerd worden en aanroepen voor het welzijn van dat land, voor mijn glorie en welbehagen en dat van de allergezegendste Drie-eenheid “.

De grote koningin des hemels ontving deze opdracht van haar goddelijke Zoon met grote vreugde van haar ziel. En met warme dankbaarheid ant- woordde zij:

“Mijn heer en ware God, laat uw heilige wil zich in uw dienares en moeder tot in alle eeuwigheid voltrekken en laten alle schepselen U prijzen voor de be- wonderenswaardige werken van liefde, die Gij in uw dienaren bewijst. Ik, O Heer, zegen en verheerlijk U in deze daden uit naam van de hele Kerk en in mijn eigen naam. Sta mij toe, mijn Zoon, dat in de tempel, die Gij uw dienaar Jakobus opgedragen hebt te bouwen, het mij gegeven zal zijn, de bijzondere

Vervolg pagina 42

(5)

Efeze, waarover de Heer haar gesproken had, goed te doen. Ik zal nu verhalen hoe de gezegende Maria, in gehoorzaamheid aan de wil van haar Zoon, onze Heiland, naar Zaragossa in Spanje kwam om de H. Jakobus te bezoeken. Jaar en dag waarop dit geschiedde en wat er bij die gelegenheid plaatsvond zal ik vertellen.

Alle zorgzaamheid van onze grote moeder en vrouwe was gericht op de groei en de bloei van de H. Kerk, de bijstand aan apostelen, leerlingen en gelovigen en op hun verdediging tegen de vervolgingen en aanvallen, die voorbereid werden door de helse draak en zijn trawanten. Voordat zij uit Jeruzalem ver- trok om haar intrek te nemen in Efeze, regelde zij in haar onvergelijkbare naastenliefde vele zaken, hetzij zelf, hetzij door haar engelen om zoveel als mogelijk alles voor de Kerk, in haar afwezigheid, in orde te maken, want te dien tijde wist zij niet, hoelang zij weg zou blijven en wanneer zij wederom naar Jeruzalem zou terugkeren. De meest probate dienst die zij de gelovigen kon geven, was haar voortdurend gebed om hen de hulp van de oneindige macht van haar Zoon te verzekeren, die de apostelen en de gelovigen moest beschermen tegen de trotse en snoevende complotten van Lucifers boosaar- digheid. De allervoorzichtigste moeder wist dat onder de apostelen, Jakobus de eerste zou zijn, die zijn bloed voor Christus, onze Heiland, zou geven en omdat zij hem op bijzondere wijze liefhad, bad zij meer voor hem dan voor de andere apostelen.

Toen de hemelse moeder op de vierde dag voordat zij naar Efeze zou vertrek- ken, in gebed verzonken was, voelde zij in haar allerzuiverst hart nieuwe en tedere gevoelens opkomen, een zeker teken, dat zij op het punt stond, een uitzonderlijke gunst te ontvangen. Deze tekenen worden woorden genoemd in de taal van de H. Schrift. Daarop ingaande, als de meesteres van de heilige wijsheid, zei de allergezegendste vrouwe:

“Heer, wat wilt Gij dat ik doe? Wat verwacht U van mij? Spreek Heer, want uw dienares luistert “.

Terwijl zij deze woorden herhaalde, zal zij haar goddelijke Zoon persoonlijk

neerdalen om haar te bezoeken. Hij was gezeten op een troon van Vervolg pagina 6

zo is er om dezelfde reden nieuwe verwarring en nieuw ongeluk in de hel door de goede werken van de rechtvaardigen. Bij zo n gelegenheden verzinnen de duivels onder het uiten van wanhoopskreten nieuwe kwellingen voor al- len, die in deze kerkers van ontzetting en gruwel leven. Zo ondervinden tege- lijk Hemel en hel de weerslag van de bekering en de rechtvaardiging van de zondaar, zij het in tegenovergestelde zin. Wanneer de zielen zich rechtvaardi- gen door de sacramenten, in het bijzonder door een berouwvolle biecht, dan komt het voor, dat de duivels gedurende lange tijd niet voor de penitent dur- ven verschijnen, zelfs gedurende vele uren niet eens naar hem kijken, indien hijzelf hen niet aanmoedigt, door de goddelijke genade te verliezen en terug te keren naar gelegenheden en gevaren tot zonde, want dan neemt de vrees van de duivels, die ware boete en rechtvaardiging hen inboezemt, snel af.

In de Hemel kan geen smart of lijden bestaan; maar indien dit zou kunnen, dan zouden de Heiligen dit door niets zo zwaar ondervinden als door het zien van rechtvaardigen, die terugvallen in de zonde en de genade verliezen en bij het zien van de zondaar, die verder en verder wegzakt en zich ontoegankelijk maakt voor de goddelijke genade. Zonde is van nature even machtig om de Hemel tot smart en lijden te bewegen als boete en berouw voor de hel kwel- ling betekenen. Overweeg dan, mijn liefste, in wat voor gevaarlijke onkunde de mensen gewoonlijk leven, de Hemel de vreugde van de rechtvaardiging van de zielen ontzeggen, de uitwendige glorie die daarmee gepaard gaat ver- hinderen, evenals de straffen die de duivels toekomen verhinderen en hen, integendeel, de vreugdevolle triomf van de val en ondergang van de mens aanbieden. Het is Mijn wens, dat gij, als een trouwe en voorzichtige dienares, wordt geleid door uw hogere kennis en aan het werk gaat om dit kwaad te compenseren. Zie toe dat gij steeds het sacrament van de Biecht met warmte ontvangt, er eerbied en verering voor hebt en verdriet hebt over uw zonden.

Want dit sacrament boezemt de draag grote schrik in en hij spant zich in om de zielen door zijn bedrog te beïnvloeden om dit sacrament lauw tegemoet te treden, het in sleur te ontvangen, zonder smart en niet met de juiste instel- ling. Hij is zo voortvarend in deze geschiedenis, niet alleen omdat hij het ver- lies van zielen beoogt,

(6)

maar ook omdat hij de kwellingen wil ontlopen die ware boete en rechtvaar- diging van zijn ontsnapte slachtoffers voor hem als gevolg hebben.

Buiten dit alles, mijn vriendin, wil Ik u herinneren dat, hoewel de helse dra- ken inderdaad de scheppers en meesters van leugens zijn en hoewel zij slechts met de mensen omgaan om hem te misleiden en verloren te doen gaan door hun bedrog, zij toch, in hun bijeenkomsten, als zij spreken over het misleiden van mensen, gedwongen zijn enige waarheden toe te geven, die zij kennen en niet kunnen ontkennen. Zij begrijpen ze, maar ze geven ze niet in goed vertrouwen aan de mensen door, maar verduisterd en gemengd met hun eigen dwalingen en leugens, met de bedoeling hun eigen boosaardige plannen te verwezenlijken.

Tezamen met andere uitroepen, waarvoor de helse draken op de vlucht slaan.

Soms worden ze daarbij teruggeworpen in de hel, maar keren zij, met nieuwe haat terug naar de strijd.

De helse vijanden streven er met al hun kracht naar de mensen over te halen hun zonden te vermenigvuldigen, opdat de maat van hun zonden des te eer- der vol is en hun tijd van boetedoening en van hun leven tot een eind komt, want zouden de duivels in staat gesteld worden om hen naar de eeuwige kwellingen te voeren. Maar de Engelen die zich verheugen als een zondaar zich bekeert (Luc 8:17), zelfs indien het hun niet mogelijk is zich helemaal te verbeteren, werken ijverig om de gelegenheden tot zonden minder te maken en het aantal zonden te verhinderen, of ze helemaal te beletten. En indien het hun, ondanks al hun inspanningen niet mogelijk is hen terug te brengen van de zonden dan wenden zij zich tot de allerheiligste Moeder van God, aan wie ze vragen hun Middelares of Voorspreekster te zijn bij de Heer en Haar hulp aan hen te willen verlenen tegen de duivels. Om Haar barmhartige liefde zo snel mogelijk te verkrijgen sporen ze de zielen aan om enige bijzonder devo- tie in praktijk te brengen of enige dienst te verrichten ter ere van de grote Vrouwe. Hoewel het waar is, dat alle goede werken die verricht worden in staat van zonde, dode en zeer zwakke wapens zijn tegen de duivel, houden ze toch een soort goede gerichtheid aan, wegens het goede doel,

verheerlijken, lijkt de stad Efeze mij het meest geschikt toe. Gij zult daar vruchten van het geloof kunnen voortbrengen, die in Jeruzalem niet verwacht kunnen worden. Ik wilde, dat ik een van de engelen was, die de troon van de H. Drie-eenheid bewaken, zodat ik u waardig zou kunnen bijstaan op deze reis, maar ik ben slechts een nietig wormpje van deze aarde. De Heer zal ech- ter bij ons zijn. Gij zult in Hem een u welgezinde Helper hebben als uw God en uw Zoon “.

Na tot deze reis besloten te hebben, was het nog nodig de gelovigen in Jeru- zalem daarvan in kennis te stellen en ze goede raad te geven. De grote vrouwe trok zich terug in haar bidvertrek en bad als volgt:

“Allerhoogste en eeuwige God. Deze nederige dienares werpt zich in uw ko- ninklijke tegenwoordigheid op de grond en vanuit de grond van mijn hart smeek ik u, mij te leiden in uw toenemend welbehagen en volgens uw wil. Ik zal deze reis ondernemen uit gehoorzaamheid aan uw dienaar Johannes, in vervulling van zijn wil, die ik tot de mijne maakt. Het is niet juist dat uw die- naar Johannes, in vervulling van zijn wil, die ik tot de mijne maak. Het is niet juist dat uw dienares en moeder, die zo begiftigd is door de rechterhand enige stap zou ondernemen, die niet tot groter glorie en verheerlijking van uw Naam zou leiden. Geef acht, O Heer, op mijn wensen en gebeden, opdat ik op de meest passende en gerechte wijze moge handelen”.

De Heer antwoordde haar en sprak:

“Mijn duive en liefste bruid. Ik heb deze reis naar mijn grootste welbehagen geregeld. Gehoorzaam Johannes en ga naar Efeze, want daar zal Ik, als de tijd daartoe rijp is, door uw meditatie en aanwezigheid, mijn barmhartigheid aan enige zielen bewijzen”.

Door dit antwoord van de Heer was de allergezegendste Maria getroost door de kennis van de goddelijke wil. Zij vroeg de zegen van de Heer en zijn toe- stemming om alles in gereedheid te brengen tot vertrek op het uur, dat door de apostel was vastgesteld. Vol van het vuur van haar naastenliefde, werd zij ontvlamd met het verlangen aan zielen in

Vervolg pagina 40

(7)

Toen we kinderen waren in de school van onze Leraar en Heer, gedroegen wij ons als kinderen. Maar nadat Hij ons verrijkt heeft met de heilige Geest en in ons het liefdesvuur heeft aangewakkerd, hebben wij onze lafheid achter ons gelaten en verlangen we de weg van het kruis te gaan, zoals Hij ons door de goddelijke kracht en uw bescherming wij de overwinning over onze vijanden mogen verwerven en voor de eer van de Allerhoogste over allen mogen triom- feren. Maar indien deze stad, Jeruzalem, de spits moet afbijten van deze ver- volging, lijkt het mij raadzaam, vrouwe, dat gij die niet hier afwacht, opdat de woede van de hel, door de boosaardigheid in de mensen aan te wakkeren, niet enigerlei onwaardigheid zou begaan aan het tabernakel van God”.

De grote koningin en vrouwe van de hemel zou, vervuld als zij was van liefde en medelijden met de apostelen en andere gelovigen, het liefst in Jeruzalem zijn gebleven. Zij was onbevreesd en zou haar tijd hebben doorgebracht met het bezoeken, troosten en bemoedigen van allen, nu de vervolgingen voor de deur stonden. Maar haar voorkeur, die uit heilige overweging was geboren, werd voor de H. Johannes verborgen gehouden. Daar dit de keus van haar hart was, vond zij het beter deze niet op te volgen maar in nederige gehoor- zaamheid de wensen van de apostel, die zij als haar geestelijke verzorger en overste beschouwde, in te willigen. Zij gaf geen direct antwoord in haar on- derwerping, maar dankte de evangelist voor zijn moedig verlangen om te lij- den en te sterven voor Christus. Wat betreft het vertrek uit Jeruzalem, droeg zij hem op alles te regelen zoals hij dit wenste, want het was haar wens, hem in alles te gehoorzamen, Zij vroeg de Heer, hem te leiden met zijn goddelijke Licht in overeenstemming met zijn glorie en zijn welbehagen. Na deze toe- stemming van de gezegende moeder verkregen te hebben [waarin wij een groot voorbeeld kunnen zien en een berisping voor onze ongehoorzaamheid], stelde de evangelist voor, naar Efeze, aan de grens van Klein-Azië te gaan. Hij sprak de allerheiligste Maria als volgt toe, toen hij haar deze reis voorstelde:

De duivel bij de menswording van Jezus door Maria deel 13

“Mijn vrouwe en moeder, nu wij het best Jeruzalem kunnen verlaten en el-

ders gelegenheid moeten zoeken om de naam van de Allerhoogste te Vervolg pagina 8

waarop ze gericht zijn, waardoor de zondaar minder afkering komt te staan tegenover de genade dan zonder dat hij deze werken verricht had. Daarenbo- ven bezitten deze werken, indien ze aangeboden worden door de Engelen en in het bijzonder door de hemelse Moeder, in de ogen van de Heer, een zeker leven, of wat daar op lijkt, geheel verschillend van wat er aan gegeven werd door de zondaars, en daarom beantwoordt Hij ze ondanks het feit dat Hij daartoe niet gebonden is, uitsluitend wegens de persoon die dit vraagt.

(De 7 werken van barmhartigheid)

Op deze verschillende manieren komen oneindig veel zielen terug van hun zondige wegen en worden ze weggerukt van de draak. En aangezien er onein- dige veel zielen zijn, die tot een dergelijke staat vervallen zijn, bemiddelt de allerheiligste Koningin telkens, wanneer de Engelen falen in hun verdedi- ging. De duivels worden wreed gekweld door hun eigen toedoen, wanneer ze gewaar worden, dat een zondaar zich tot zijn Koningin richt of Haar hulp inroept. Zij weten hoe liefderijk zij de zondaars ontvangt

(8)

en hoe Zij zich vereenzelvigt met hun moeilijkheden. Zonder hoop of zin tot tegenstand geven de duivels zich onmiddellijk op als verslagen en overwon- nen. Het gebeurt vele keren dat indien God een bijzondere bekering tot stand wenst te brengen, de Koningin Zelf de duivels met beslistheid beveelt zich terug te trekken van deze ziel en in de afgrond terug te trekken. En Haar be- velen worden steeds geëerbiedigd. Bij andere gelegenheden staat God hen toe de mysteries, de kracht en de heiligheid van Zijn Moeder te zien en deze nieu- we kennis, die hen met verwarring en ontreddering vervult, jaagt hen op de vlucht. Indien de ziel beantwoordt aan de genade, die voor haar verkregen is door de hemelse Koningin, wordt ze bevrijd van de aanvallen van de duivels.

Vervolg pagina 38

Mijn God en Zoon. Het was uw wens, dat uw dienaar Johannes uw plaats innam als mijn metgezel en verzorger en ik ben hem tegemoet gekomen als mijn geestelijke bedienaar en overste. Zijn wil en mijn wens worden door mij opgevolgd, zodra ze mij bekend zijn, omdat ik, uw nederige dienares, moge leven en geleid worden door gehoorzaamheid aan U. Geef mij verlof hem in te lichten over mijn zorgen, als dit uw wens zou zijn”.

Zij voelde direct het fiat van de goddelijk wil; zij viel op haar knieën aan de voeten van de H. Johannes, vroeg hem zijn zegen en kuste zijn handen. Na zijn verlof tot spreken ontvangen te hebben, zei zij:

“Mijn meester, heer, de smarten die mijn hart doorboren, berusten op feiten, want de Allerhoogste heeft mij de vervolgingen getoond, die over de Kerk zullen komen en wat al haar kinderen, in het bijzonder de apostelen zullen lijden. In voorbereidingen en tot uitvoering van deze schanddaden hier op aarde heb ik de helse draak met ontelbare scharen slechte geesten uit de hel- lekrochten zien komen, allen vervuld van onverzoenlijke haat en lust tot ver- nietiging van de Kerk. Deze stad, Jeruzalem, zal het eerste en grootste doel- wit zijn van hun aanvallen. Daarin zal één van de apostelen zijn dood vinden;

anderen zullen in de gevangenis terechtkomen en op instigatie van de duivel gekweld worden. Mijn hart wordt vervuld van medelijden en smart bij het zien van deze rebellie van deze vijanden tegen de verheerlijking van de heilige naam van God en de redding van de zielen.”.

Door deze inlichting werd de apostel evenzeer bedroefd en min of meer in verwarring gebracht. Maar uit de kracht van de goddelijke genade antwoord- de hij de koningin, zeggende:

“Mijn moeder en vrouwe, uw wijsheid kan niet over het hoofd zien, dat de Allerhoogste uit deze beproevingen en bezoekingen grote vruchten zal pluk- ken voor zijn Kerk en voor zijn getrouwe kinderen en dat Hij hen in hun lij- den zal bijstaan. Wij apostelen zijn bereid, ons leven voor de Heer, die zijn eigen leven voor het hele menselijk ras heeft gegeven, te geven. Wij hebben

(9)

die U ontving, droeg en voedde aan haar borst. Door deze weldaad werd ik rijk en welvarend, in het bezit van de grootste schat van de hemel en aarde.

Mar zonder uw koninklijke aanwezigheid is uw moeder, mijn meesteres, ver- laten en alleen. Voor uw afwezigheid kunnen mensen, noch engelen, laat staan ik, een lage worm en slaaf enige compensatie geven. Mijn God en Hei- land van de wereld, ik zie haar nu smartelijk, die U menselijke vorm gaf en die de vreugde is van uw volk. Her is mijn wens haar te troosten en haar smart te verminderen, maar ik weet dat ik daartoe niet in staat ben. Mijn ver- stand en mijn liefde sporen mij aan, maar eerbied en zwakte weerhouden mij. Geef mij, Heer, licht en geest om te doen wat U behaagt en uw moeder ten dienste is”.

Na dit gebed overlegde de heilige enige tijd met zichzelf of hij de grote mees- teres naar de oorzaak van haar verdriet zou vragen. Enerzijds spoorde zijn liefde hem daartoe aan, anderzijds werd hij weerhouden door zijn heilige vre- ze en zijn eerbied voor haar. Drie keren naderde hij de deur van haar bidver- trek, maar werd evenveel keren door zijn eerbied weerhouden haar deze vraag te stellen. De hemelse moeder wist alles wat Johannes deed en wat er door zijn hart ging. Respect voor hem als priester en bedienaar van de Heer deed haar het gebed afbreken en naar hem toe gaan, zeggende: ”Meester, zeg mij wat gij van uw dienares vraagt ”.

Ik heb reeds gezegd, dat de vrouwe de priesters en bedienaren van haar Zoon meesters noemde. De evangelist was gerustgesteld en bemoedigd door deze woorden, antwoordde hij haar, zij het enigszins aarzelend:

“Mijn vrouwe, mijn ambt en wens om u te dienen hebben veroorzaakt, dat ik uw smart opmerkte en ik ben zeer geschikt over uw verdriet, dat ik gaarne wil verlichten “.

De H. Johannes voegde hier geen woorden meer aan toe, maar de koningin kende zijn verlangen om ingelicht te worden over haar problemen en in di- recte gehoorzaamheid vervulde zij zijn wensen, -als waren ze geuit door een overste- zelfs nog voor hij ze uitsproken had. De allerheiligste Maria keerde

zich tot de Heer en sprak : Vervolg pagina 10

Maar hoewel de tussenkomst van de grote Koningin en Haar macht een groot effect heeft op de duivels en hoewel de Allerhoogste geen genaden op de Kerk of de zielen doet neerkomen zonder Haar, zijn er toch vele gelegenheden waarbij de mensheid van het Mensgeworden Woord zelf voor ons vecht en ons tegenover Lucifer verdedigt, samen met Zijn Moeder, waar Hij zich openlijk aan Haar zijde schaart bij het vernietigen en overwinnen van de dui- vels. Zijn liefde voor de mensen en voor alles wat met hun welzijn te maken heeft, is zo groot, dat dit niet alleen voorkomt als de duivels direct de deug- den van Christus en Zijn verdiensten door de werking van de Sacramenten in de zielen duidelijk voor hun ogen geplaatst worden, maar ook in andere won- derbaarlijke bekeringen, waarbij de Heer ze met bijzonder inzicht begiftigt in het een of ander mysterie, waardoor de verwarring bij de duivels toeneemt en zij op de vlucht slaan. Zo n soort bekering was die van de H. Paulus, van Maria Magdalena en andere Heiligen, of wanneer het nodig is een Katholieke Koninkrijk of de Kerk te vrijwaren voor de misleiding en de boosaardigheid van de hel. Bij zo n gelegenheden treedt niet slechts Zijn heiligen menselijk- heid op, maar zelfs de oneindige Godheid, gewapend met de almacht van de Vader. De helse horden worden tegemoet getreden, vervuld met kennis van de mysteries en van Zijn almacht, waardoor Hij hen overweldigt en voor- komt, dat zij hun geplande veroveringen uitvoeren.

Wanneer de Heer tussenbeide komt met zo n machtige hulp, dan worden de helse horden en de hele hel van verwarring met vrees bevangen en neerge- smakt in de hellekrochten, waar ze voor vele dagen onder gebrul en wan- hoopskreten moeten verblijven totdat de Heer hen opnieuw verlof geeft om tevoorschijn te komen. Maar zodra ze toestemming verkregen hebben, ko- men ze met dezelfde woede terug en werken zij zich op de zielen. Hoewel het niet in overeenstemming lijkt met hun trots en hoogmoed om opnieuw een gevecht aan te gaan met Degene die hen overwonnen heeft, is hun angst dat zij tot het genieten van God zullen komen en hun gloeiende wens om dit te voorkomen zo groot, dat zij hun vervolging tot het einde van ons leven blij- ven voortzetten. Mij werd te kennen gegeven dat, indien de barmhartigheid van God niet zo schandelijk misbruikt werd,

(10)

Hij veelvuldiger Zijn goddelijke almacht tot onze verdediging zou inzetten.

Dit zou Hij in het bijzonder doen ter verdediging van het Mystiek Lichaam van de Kerk en van bepaalde Katholieke regeringen, waardoor de raadgevin- gen uit de hel, die slechts kunnen leiden tot de ruïne van het Christendom in deze tijd, tot niets zouden ineenschrompelen. Wij verdienen deze verdediging door de oneindige Macht niet, omdat wij allen verenigd zijn in het opwekken van de goddelijke toorn en de hele wereld samenwerkt met de helse vijanden, in welke macht zij gevallen is wegens het blinde najagen van het kwaad.

Bij de bekering van de H. Paulus is de tussenkomst van de Allerhoogste zeer duidelijk, want Hij had hem reeds in de schoot van zijn moeder uitverkoren als Apostel en als vat van uitverkiezing. Hoewel zijn leven van vervolging van de Kerk een serie gebeurtenissen was, die de duivels op het verkeerde been zette, juist zoals de duivels in zoveel andere zielen bedrogen uitkomt, sloeg God hem vanaf het moment van zijn ontvangenis gade, regelde zijn natuurlijk karakter en de mate van zorg, die de Engelen in zijn verdediging en bescher- ming moesten gebruiken. Daardoor nam de haat van de duivel toe en zijn wens om hem reeds in het eerste jaar van zijn leven de dood te berokkenen nam ook toe. Toen de Engelen daarin niet slaagden en later zagen, dat de Paulus de Kerk vervolgde, waren ze erop uit om zijn leven te behouden. Toen de Engelen zich machteloos voelden om Paulus uit zijn dwaling te trekken, waaraan hij zich helemaal gegeven had, trad de machtige Koningin in het strijdperk en nam het voor Paulus op. Door Haar zette Christus en de eeuwi- ge Vader Zijn goddelijke hulp in en rukten hem uit de greep van de draak. In één ogenblik werden, bij het verschijnen van de Heer, alle duivels, die de H.

Paulus op de weg naar Damascus vergezelden in de afgrond geslingerd.

Maar, o droevig ongeluk, dat er zo weinig zijn die tot de jaren van verstand (leeftijd van 7 jaar)zijn gekomen, die niet de genaden van het Doopsel zijn verloren en geen gemene zaak maakten met de duivel tegen God. Met het oog hierop zou het rechtvaardig zijn, dat wij ontriefd en afgesneden worden van de bescherming van Zijn Voorzienigheid en van Zijn H. Engelen. Hij echter doet dit niet. Integendeel, tegen de tijd, dat wij er onwaardig aan worden,

Vervolg pagina 36 vervolgingen haar ziel, omdat ze gericht waren tegen de apostelen en de gelo- vigen die zij van ganser harte liefhad. Deze smart zou haar vele malen van het leven beroofd hebben indien de Heer dit niet op wonderbaarlijke wijze be- waard had. En waarlijk, alle gerechte zielen die volmaakt zijn in goddelijke liefde, zouden bewogen moeten zijn bij het zien van de woede en de boosaar- digheid van dit grote aantal duivels, die met vaart en sluwheid de weinige gelovigen in hun zwakke en broze toestand en belast met zoveel soorten eigen ellende, overvielen.

De allergezegendste Maria overwoog hun gevaar, vergat alles wat haarzelf betrof en was bereid om elke mogelijke kwelling te ondergaan voor de be- scherming en vertroosting van haar kinderen. Zij vermenigvuldigde haar zuchten en tranen, haar inspanningen en gebeden voor hun veiligheid. Apos- telen en leerlingen trachtte zij met adviezen en aansporingen opnieuw te be- moedigen. Vele malen weerhield zij de duivels door haar soeverein bevel als koningin en ontrukte aan zijn klauwen ontelbare zielen, die zij bezig waren te bedriegen en te bederven, waardoor zij hen van de eeuwige dood redde. Op andere momenten voorkwam zij grote wreedheden, bestemd voor de diena- ren van de Kerk, want Lucifer stond de apostelen naar het leven, zoals hij voordien reeds gedaan had door Saulus. En dit alles geschiedde ook aan de leerlingen, die het geloof verkondigden.

Hoewel de hemelse meesteres haar innerlijke vrede en rust bewaarde en haar uitwendige gelijkmoedigheid en ernst intact bleef, was toch de smart van haar hart, haar moederlijke bezorgdheid en liefderijke zorgenlast enigszins op haar gezicht te zien. En aangezien de H. Johannes haar bijstond met de waakzame toewijding van een zoon, kon de lichte verandering in haar voor- komen niet aan het arendsoog van deze ziener ontsnappen. Hij was diep ge- schokt en na tevergeefs gevochten te hebben tegen zijn ongerustheid, keerde hij zich tot de Heer, vroeg om Licht en sprak:

“Mijn Heer en God, Redder van de wereld. Ik weet dat ik U veel verschuldigd ben, omdat Gij mij zonder mijn verdiensten en uit zuivere neerbuigendheid haar tot moeder hebt gegeven, die uw eigen moeder is,

(11)

leerlingen en volgelingen van het geloof, waar tegenover zij zouden moeten optreden. Anderen stelde hij aan als boodschappers om hem op de hoogte te houden over wat er gebeurde of voor de overbrenging van zijn orders tot voortzetting van de oorlog tegen de Kerk. Lucifer wees hen ook ongelovige, godslasterlijke, slechte en lage mensen aan, die ze moesten prikkelen en aan- zetten tot uitzonderlijke, afgunstige woede tegen de volgelingen van Christus.

Daaronder waren Herodes en vele Joden, die de Gekruisigde verafschuwden en zijn Naam uit het land der levenden wilden uitwissen. Zij verzamelden ook de meest verlaagde heidenen en degenen, die zich het meest overgaven aan afgoderij. Zij selecteerden uit deze mensen de slechtsten en meest trouwelo- zen, die moesten dienen als helpers en instrumenten van hun boosaardig- heid.

Op deze wijze begonnen ze de vervolging van de Kerk en zij gingen voort om zich opeenvolgende eeuwen gelijksoortige duivelse kunsten voor de vernieti- ging van de deugd, van de vruchten van de verlossing en het bloed van Chris- tus te bewerkstelligen. In de primitieve Kerk veroorzaakte de duivel grote verwoestingen onder de gelovigen, die zij overvielen met verschillende soor- ten bekoringen, die ons niet bekend zijn, hoewel we weten dat wat de H. Pau- lus in zijn Hebreeënbrief (Heb 11:37) schrijft over de vervolging van de oude heiligen, herhaald werd in de heiligen van het nieuwe testament. Buiten deze uitwendige vervolgingen plaagden de duivels alle rechtvaardigen, de aposte- len, leerlingen en gelovigen met verborgen bekoringen, suggesties, voorspie- gelingen en boosaardige voorstellen, zoals hij ook nu nog steeds doet tegen allen die de goddelijke wet en Christus willen volgen en trouw wensen te blij- ven aan onze Verlosser en Meester.

Maar niets van dit alles bleef verborgen voor de grote moeder van wijsheid, omdat in de helderheid van haar verheven kennis alle geheimen van de hel, die verborgen waren voor de rest van de wereld, aan haar duidelijk werden.

Hoewel slagen en wonden ons minder schade toebrengen, indien wij erop voorbereid zijn en hoewel de allervoorzichtigste vrouwe zo sterk stond tegen- over de komende moeilijkheden van de heilige Kerk en daar zeker niet door

verrast zou kunnen worden, verwondde het vooruitzicht van deze Vervolg pagina 12

treedt Hij ons met groter liefde tegemoet om in ons de rijkdommen van Zijn oneindige Goedheid te openbaren. Woorden kunnen niet beschrijven hoe de geslepenheid en de voortvarendheid van de duivel hem doet optreden om de mensen te gronde te richten, hen zonden doet bedrijven tot zij tot de jaren van verstand zijn gekomen. Want dit wordt door de duivel indirect voorbe- reid door hen te wennen aan zondige daden gedurende de kinderjaren door hen te doen horen en te doen zien hoe hun ouders zich misdragen, hun ver- zorgers en oudere metgezellen zich uitleven en door de ouders geen maatre- gelen te doen nemen om de invloed van dit kwaad tegen te gaan. Want gedu- rende deze jeugdjaren laten alle zinnelijke indrukken diepe sporen na, waar- door de duivels de gelegenheid krijgen de neigingen en hartstochten van de kinderen te beïnvloeden; en het is bekend dat de volwassen mens gewoonlijk deze neigingen en hartstochten blijft nastreven, tenzij hij er door bijzondere invloeden ervan weerhouden wordt. Zo zullen deze kinderen, die tot de jaren van verstand zijn gekomen, de neigingen en hartstochten wat betreft de zin- nelijke vreugden, waarmee hun voorstellingsvermogen en hun fantasie ge- vuld zijn, blijven volgen. Zodra zij enige zonden bedrijven, neemt de duivel onmiddellijk bezit van hun zielen, waardoor hij nieuwe rechten en macht ver- krijgt om hen in andere zonden te doen storten.

(12)

De ijver en de zorg van de H. Engelen, waarmee zij trachtten de schade te voorkomen en ons te beschermen is niet minder actief. Zij fluisteren de ou- ders veelvuldige heilige gedachten in, sporen hen aan om de opvoeding van hun kinderen nauwlettend te bewaken, ze te onderwijzen in Gods wetten, ze aan te zetten tot goede werken en devoties hen af te houden van het kwaad, en zich te oefenen in de deugden. Dezelfde goede gedachten houden zij de kinderen voor als zij opgroeien, overeenkomstig het licht dat hen door God geschonken wordt inzake Zijn bedoelingen met hun zielen. Bij het regelen van deze verdediging hebben zij omvangrijke twistgesprekken met de duivels, want deze boosaardige geesten voeren alle zonden van de ouders tegen de kinderen aan en de evenzo verkeerde daden van de kinderen zelf; want indien zij niet schuldig zijn, dan stellen de duivels, dat hun handelingen het resul- taat zijn van zijn eigen activiteit, en dat hij daarom het recht heeft ze op te volgen in hun zielen. Indien het kind, op het moment dat hij zijn verstand gaat gebruiken, begin te zondigen, beginnen ze een groot gevecht om de goe- de Engelen ervan af te houden de zielen te beschermen De goede Engelen voeren alle deugden van de ouders aan en voorvaders, en de goede daden van de kinderen zelf. Zelfs indien dit niet meer is dan ooit de naam van Jezus of Maria te hebben uitgesproken zoals hen dat geleerd is door hun ouders, dra- gen de Engelen dit toch voor als verdediging, omdat zij begonnen zijn de naam van hun Heer en Moeder te eren, of, indien zij een bepaald devotie in praktijk brengen, hun Christelijke gebeden kennen en zeggen, dan voeren de Engelen dit eveneens aan. De Engelen maken van dit alles als nuttige wapens gebruik, want met elke goede daad beroven wij de duivels van enig recht dat hij over ons verkregen heeft door de erfzonde en nog meer door onze eigen zonden.

Vervolg pagina 34 De heiligheid van de gezegende moeder, de goddelijke gunsten en bescher- ming geschonken aan de gelovigen, zoals het geval was met de H. Stefanus en de H. Paulus en alle andere gebeurtenissen na de dood van de Heiland, die alle ter kennis van de duivel kwamen, hadden zijn woede tot grote hoogte en tot onvoorstelbare sterkte opgevoerd. Daarom vestigde hij zich in Jeruzalem om persoonlijk zijn geschut te richten op de vesting van geloof en alle helse bataljons te kunnen dirigeren, want de duivels houden een bepaalde mate van orde aan, als het gaat om oorlog te voeren tegen de mensen; in alle ande- re zaken heerst tweedracht en verwarring. De Allerhoogste heeft hun nimmer toegestaan hun afgunst totaal uit te leven, want in een ogenblik zouden zij de hele wereld verwoest hebben. Hij gaf hun echter een bepaalde vrijheid, opdat de Kerk onder de bezoekingen diepe wortels zou kunnen schieten in het bloed en de verdiensten van de heiligen en wel zo, dat in de vervolgingen en de kwellingen de wijsheid en de kracht van de loods die het kleine schiep van de Kerk leidde, zou blijken.

Lucifer beval onmiddellijk zijn trawanten de hele aarde af te schuimen en na te gaan, waar de apostelen en leerlingen bezig waren met het prediken van de Naam van de Heer. De draak zocht in Jeruzalem de plaatsen op, die het verst verwijderd waren van de plaatsen, die gewijd waren door de geheimen en het bloed van de Heer, want hij en alle duivels met hem vreesden die plaatsen en hoe dichter ze deze naderden, des te zwakker en des te gekwelder voelden zij zich door de goddelijke kracht. Deze effecten voelen zij nu nog steeds en zul- len ze blijven voelen tot het einde van de wereld. Her is smartelijk, dat dit heiligdom van de gelovigen, wegens de zonden van de mensen nu in handen is van de heidenen en gelukkig zijn de kinderen van de Kerk helaas weinig in aantal die binnen haar wallen verwijlen, zoals de zonen van onze grote vader en hervormer van de Kerk, de H. Franciscus!

Uit de inlichtingen die de duivels verschaften, vernam Lucifer de toestand van de gelovigen in alle plaatsen, waar het geloof van Christus gepredikt werd. Hij vaardigde nieuwe orders uit voor de vervolging van Christenen, stelde krachtige en minder krachtige duivels aan, in overeenstemming met de

(13)

Hoewel de evangelist dit na de komst van de H. Paulus naar Jeruzalem ver- meldt, gebeurde dit ver daarvoor, want de komst van de H. Paulus naar Jeru- zalem gebeurde meer dan 5 jaar na zijn bekering en de H. Lucas vermeldt de komst van de H. Paulus naar Jeruzalem voor dat hij zijn bekering bespreekt.

Dit komt veel voor bij de evangelisten, die de gewoonte hadden, vooruit te lopen op geschiedkundige feiten om hun these meer kracht bij te zetten, want het lag niet in hun voornemen, alle voorvallen in een geschiedenisverhaal samen te vatten, hoewel ze in het algemeen de loop van de gebeurtenissen volgden, zoals ze zich voordeden.

De samenkomst van Lucifer in de Hel na de bekering van de H. Paulus bleef enige tijd voortduren en de helse draak met zijn duivels werkte meerdere complotten uit op onderscheiden punten, voor de vernietiging van de Kerk en om de grote koningin te belasteren en haar uit haar hoge positie van ver- maarde heiligheid te stoten. Maar de onkunde van de slang over haar was oneindig veel kleiner dan zijn kennis over de grote vrouwe. De dagen van vre- de, die de Kerk genoten had, waren voorbij. De prinsen van de duisternis be- gonnen uit hun krochten te komen om hun boosaardige plannen, die ze daar uitgewerkt hadden, in praktijk te brengen. Voorop schreed Lucifer. Hij ver- dient de aandacht, dat de woede en verontwaardiging van dit bloeddorstige beest tegen de Kerk zo groot was, dat hij meer dan tweederde van alle duivels in de hel met zich naar de aarde bracht. Hij zou ongetwijfeld de hele hel leeg hebben gehaald, ware het niet dat de achterblijvers nodig waren voor de kwellingen van de verdoemden. Want de verdoemden branden niet slechts in de vuren die aangestoken zijn door de goddelijke gerechtigheid, maar de draak staat niet toe, dat de afwezigheid van alle duivels hen zou ontheffen van de aanblik en het gezelschap van hun kwelduivels. Hoewel Lucifer zo ge- brand is op de vernietiging van de stervelingen op aarde, is hij juist zo gekant tegen het verlichten van de kwellingen van de verdoemden in de hel en daar- om zal hij de hel nooit helemaal ontdoen van duivels. De ongelukkige zon- daars op aarde, die deze duivelse, onmenselijke en wrede meester blijven die- nen op aarde, moeten zich dit zeer bewust zijn.

Vervolg pagina 14 De duivel bij de menswording van Jezus door Maria deel 9

De Allerheiligste Maria doorziet de bedoelingen van de duivel tot vervolging van de Kerk. Zij roept de goddelijke bijstand in, voor de troon van de Allerhoogste in de Hemel.

Toen Lucifer en de helse opperhoofden na de bekering van de H. Paulus ver - gaderen over de wraak die zij zouden uitoefenen op de allerheiligste Maria en de kinderen van de Kerk, zoals in het laatste hoofdstuk beschreven werd, wa- ren zij niet op de hoogte van het feit, dat de kennis van deze grote Koningin en Meesteres van de wereld de meest duistere en diepte hellekrochten door- drong en zich uitstrekte over de verborgen geheimen van hun kwalijke raads- vergaderingen. De bloeddorstige draken waren daardoor misleid en achtten hun overwinning en de volledige uitvoering van hun samenzwering tegen Haar en de leerlingen van Haar Zoon al bijna zeker. Maar vanuit Haar toe- vluchtsoord kende de gezegende Moeder met de helderheid van Haar hemels inzicht al hun besluiten en begreep Zij alle complotten van deze vijanden van het licht. Zij doorzag al hun doelstellingen en de middelen, die zij zouden ge- bruiken; hun woede tegen God en tegen Haar en hun dodelijke haat tegen de Apostelen en de rest van de gelovigen. Hoewel de zeer voorzichtige Vrouwe wel wist, dat de duivels niets konden uitrichten zonder verlof van de Heer, wist Zij ook dat dit gevecht in het sterfelijk leven niet vermeden kon worden en aangezien Zij de zwakte van de mensen kende en hun algemeen verbreide onkunde van de duivelse geslepenheid en de op hun ondergang gerichte boosaardigheid, werd Zij vervuld met grote zorg en smart over dit eensgezin- de besluit van deze afgunstige vijanden voor de vernietiging van de gelovigen.

Buiten deze kennis en de naastenliefde, die rechtstreeks van de Heer afstraal- de, was Zij begiftigd met een ander soort nimmer aflatende activiteit, gelijk aan die van de Godheid, die voortduurt als één zuivere handeling, zonder onderbrekingen. De zeer actieve Moeder werd zonder ophouden bewogen door Haar liefde en zorg voor de glorie van de Allerhoogste en de troost en bescherming van Haar kinderen. Tegelijkertijd overwoog Ze in Haar allerzui- verste Hart de bovenaardse mysteries,

(14)

het verleden met het tegenwoordige en beiden met de toekomst vergelijkende en voor deze laatste alles met meer dan menselijke discretie en overleg. Haar allervurigste wens om allen te redden en Haar moederlijk medelijden voor hun zwoegen en gevaren bracht Haar ertoe, al hun bezoekingen en gevaren als de Hare te beschouwen en in zo verre het Haar liefde betrof zou Zij, in- dien dit mogelijk was, deze kwellingen graag gedragen hebben, terwijl de rest van de volgelingen van Christus in de Kerk zou kunnen blijven werken, zon- der enige hindernis te ondervinden, in vreugdevolle vrede, genade en het eeuwig leven voor henzelf verdienend en aan Haar alleen alle smarten en be- zoekingen overlatend. Hoewel dit niet mogelijk was in de rechtvaardige voor- zienigheid van God, staan wij toch in de schuld bij de allerheiligste Maria voor dit uitzonderlijke en schone teken van liefde. Het komt veel voor dat Haar zorgzame, rusteloze liefde voor ons grote weldaden verdient, die de Al- machtige verleent om aan Haar smachtend verlangen naar onze redding te voldoen.

Zij wist bij deze gelegenheid niet wat de bijzonderheden waren van de be- raadslagingen van de helse vijanden, want Zij had slechts in het algemeen begrepen, dat hun woede op speciale wijze tegen Haar gericht was. De godde- lijke Voorzienigheid verborg enige van hun plannen voor Haar, opdat Haar triomf, die Zij over de hel zou behalen, later des te rijker vaan glorie zou zijn.

Het was ook niet nodig Haar voor te bereiden op bekoringen en vervolgingen, zoals dit was toegestaan aan andere gelovigen, die Zij ver overtrof in Haar geestesinstelling en over wier bezoekingen en bekoringen Zij duidelijke ken- nis bezat. Overeenkomstig Haar gewoonte in alle dingen nam Zij Haar toe- vlucht tot het gebed. Zij vroeg aan God raad voor de gelovigen in navolging van het voorbeeld en de leer van de Her. Tot dit doel trok Zij zich terug; viel met bewonderenswaardige eerbied en liefde neer op de grond en sprak Hem als volgt toe:

”Allerhoogste Heer en eeuwige God, heilig en onbegrijpelijk, zie hier voor U Uw nederige dienares en laag wormpje van de aarde, die Haar smekingen tot U, eeuwige Vader, door Uw Eniggeboren Zoon en Mijn Heer Jezus Christus,

In Handelingen van de Apostelen 8 verhaalt de H. Lucas over de vervolging, door de Hel opgewekt, tegen de Kerk na de dood van de H. Stefanus. Hij noemt dat een grote vervolging, omdat door de ijverige pogingen van de H.

Paulus vόόr zijn bekering, de duivels erin slaagde ze tot grote hoogte op te voeren. De vijand van God had niet bij de pakken blijven neerzitten en had zichzelf niet volledig verslagen achtte om niet opnieuw de strijd met de Kerk en de allergezegendste vrouwen aan te binden. Uit wat H. Lucas zelf in zijn 12de hoofdstuk zegt over de gevangenneming van de H. Petrus en H. Jakobus door Herodus, is het duidelijk, dat deze vervolging verslagen achtte om niet opnieuw de strijd met de Kerk en de allergezegendste vrouwe aan de binden.

Uit wat H. Lucas zegt over de gevangenneming van H. Petrus en H. Jakobus door Herodes, is het duidelijk, dat deze vervolging opnieuw begon na de be- kering van H. Paulus, zelfs zonde in overweging te nemen wat hij zegt over Herodes, die soldaten zou gezonden hebben om enige van de gelovigen van de Kerk te vervolgen. Deze vervolgingen werden alle bedacht en geregeld door de duivels, door boosaardige mensen te beïnvloeden. En omdat de god- delijke Voorzienigheid soms de duivels deze toestemming gaf en bij andere gelegenheden deze terugtrok, waardoor ze in de Hel werden gesmeten, zoals bij de bekering van de H. Paulus en bij andere gelegenheden het geval was, kwam het dus voor, dat de primitieve Kerk soms vrede en rust had, maar soms ook, als deze wapenstilstand verbroken was, gemolesteerd en vervolgd werd. En dit is het lot van de Kerk door alle eeuwen heen.

Vrede was gunstig voor de bekering van de gelovigen en vervolging vermeer- derde hun verdienstenen deugdpraktijken. Deze soort variatie was door de goddelijke Voorzienigheid zo geregeld en zal steeds zo gehandhaafd worden.

Zo genoot de Kerk, na de bekering van de H. Paulus enige maanden van vre- de, namelijk van het moment waarop Lucifer en zijn metgezellen (Hand.

9:31) overwonnen, in de hel werden geslingerd tot hun terugkeer op de aarde.

Over deze tijd van rust spreekt de H. Lucas in het 9de hoofdstuk, waar hij na de bekering van de H. Paulus, zegt dat de Kerk vrede had door heel Judea, Galilea en Samaria en dat zij toenam en de weg des Heren bewandelde onder de vertroosting van de H. Geest. Vervolg pagina 32

(15)

Uw motieven gelijk zijn aan de Onze, in alles wat Wij voor Onze heilige Kerk beslissen “.

De Allerhoogste was op onuitsprekelijke wijze heer en meester van Mijn wil, waardoor ze geheel werd gevormd naar de Zijne en er niets in de Kerk ge- schiedde zonder dat Ik daartoe besloten had, steeds geheel in overeenstem- ming met het besluit van de Heer, aangezien Hij de juiste en gepaste redenen en motieven voor elk van de decreten van Zijn eeuwige raadsbesluiten wist.

Ik zag in, dat het Mij onmogelijk was alle lijden en bezoekingen van de Kerk en in het bijzonder die van de Apostelen op Mij te nemen, zoals Ik dit ge- wenst had. Deze liefdevolle wens was geen afwijking van de goddelijke wil, hoewel ze niet ingewilligd kon worden, maar was Mij ingegeven door God als een teken en getuige van grenzeloze liefde, waarmee Ik Hem beminde. Want het was juist wegens de liefde van de Heer voor de mensen, dat Ik wenste de bezoekingen en het lijden van alle mensen op Mij te nemen. En omdat van Mijn kant deze liefde waar was en Mijn hart bereid was, deze liefdedienst te bewijzen en daar Ik werkelijk verdriet had, omdat Ik niet voor allen kon lij- den, was dit zo aanvaardbaar in de ogen van de Heer en beloonde Hij Mij alsof Ik inderdaad dit alles geleden had. Daaruit kwam Mijn medelijden voor het martelaarschap en de kwellingen van de Apostelen en de anderen, die vervolgd werden om Christus. In hen allen en met hen allen werd Ik bezocht en gekweld en op bepaalde wijze deelde Ik in hun dood. Zo groot was de lief- de, die Ik had voor Mijn trouwe kinderen, en het lijden uitgesloten- is het nu nog steeds zo, hoewel de Christenen niet vermoeden of weten, hoezeer Mijn liefde hun dankbaarheid verdient.

De duivel bij de menswording van Jezus door Maria deel 12 Lucifer zet een nieuwe vervolging in tegen de Kerk en tegen de al- lergezegendste Maria. Zij meldt dit aan de H. Johannes en besluit op zijn advies naar Efeze te gaan. Haar goddelijke Zoon verschijnt haar en beveelt haar, de H. Jakobus in Zaragossa een bezoek te gaan brengen.

Vervolg pagina 16 zij worden U aangeboden vanuit de diepste diepten van Mijn ziel en zijn ge- richt op Uw oneindig grote liefde, verenigd met dat, wat uit de oven van Uw eigen liefde aan Uw slavin door U werd geschonken. In de naam van Uw H.

Kerk, van Uw Apostelen en Uw trouwe dienaren, bied Ik U aan, O Heer, het offer van het Lijden en de Dood van Uw Eniggeborene; dat van Zijn sacra- menteel Lichaam, de meest aanvaardbare smekingen en gebeden, die Hij U opdroeg gedurende de periode van Zijn sterfelijk en vergankelijk leven; de liefde die Hij opbracht voor de Verlossing, door het vlees aan te nemen in Mijn schoot, Zijn besloten-zijn daarin en Zijn voeding aan Mijn borst, dit al- les bied Ik U aan om toestemming te verkrijgen, U te vragen om dat wat Gij in de wens van Mijn hart kunt lezen”.

De duivel bij de menswording van Jezus door Maria deel 10 Gedurende dit gebed werd de grote Koningin opgericht in goddelijke extase, waarin Zij Haar Eniggeborene aan de rechterhand van de Eeuwige Vader zag zitten. De Vader vroeg Hem alle smekingen van Zijn allergezegendste Moeder toe te staan en Hij stelde nogmaals, dat Zij Zijn ware Moeder was, geheel aangenaam in de ogen van Godheid en waard aanhoord te worden in al Haar gebeden. Zij zag ook ,dat de Eeuwige Vader instemde met dit verzoek en dat Hij, terwijl Hij Haar aanzag zei:

“Maria, Mijn Dochter, kom hogerop “.

Bij dit verzoek van de Allerhoogste daalde een ontelbare menigte Engelen van verschillende hiërarchieën uit de Hemel; zij omringden Haar en richtten Haar op van de aarde, waarop Zij neerlag. Daarna droegen zij Haar met ziel en lichaam naar de hoogste Hemel en zetten Haar neer voor de troon van de allerheiligste Drie-eenheid, Die Zich aan Haar openbaarde in een zeer verhe- ven, niet intuïtief maar imaginair visioen. Zij wierp Zich voor de troon en aanbad God in de drie Personen met de meest diepe nederigheid en eerbied, terwijl Ze tegelijkertijd Haar goddelijke Zoon dankte voor het doorgeven van Haar smeking aan de Eeuwige Vader en Hem vroeg Hem terug, dit nogmaals te doen. De goddelijke Heer, gezeten aan de rechterhand van Zijn Vader,

(16)

erkende Haar als Zijn waardige Moeder en Koningin van de Hemel. Hij wilde de gehoorzaamheid, die Hij Haar bewezen had op aarde, niet vergeten, (Lc 2:51) maar hernieuwde in het bijzijn van alle hovelingen in de Hemel de er- kenning van Zijn kinderlijke verplichtingen en bood opnieuw de wensen en gebeden aan de Vader aan van Zijn allergezegendste Moeder. De Eeuwige Vader antwoordde in deze woorden:

“Mijn Zoon, in wie Mijn wil de volheid van genoegdoening aantreft, Mijn oren luisteren nauwlettend naar de smekingen van Uw Moeder en Mijn barmhartigheid is Haar wensen en petities goedgezind “.

Daarna keerde Hij zich naar de allergezegendste Maria en zei: ”Mijn liefste Dochter, naar Mijn welbehagen gekozen uit talloze vrouwen. Gij zult het in- strument van Mijn Almacht en de Schatkamer van Mijn liefde zijn. Wees ge- rust en zeg Mij, Dochter, wat Gij vraagt, want Uw wensen en petities zijn hei- lig in Mijn ogen en Mijn wil is deze goed gezind.”.

Na op deze wijze verlof te hebben ontvangen, antwoordde Maria :

“Mijn eeuwige Vader en allerhoogste God, Die de Schepper en Bewaarder zijt van de hele wereld. De H. Kerk is het voorwerp van Mijn zorgen en gebed.

Herinner U in Uw beminnelijkheid dat ze het werk is van Uw Eniggeborene, die mens werd, Haar verwierf van plantte door Zijn eigen bloed (Hand 20:28). Opnieuw staan de helse draak en al Uw vijanden, zijn medestanders, op tegen haar en trachten ze de ondergang en verdoemenis van alle gelovigen te bewerkstelligen; van degenen die de vruchten zijn van de Verlossing van Uw Zoon. Verijdel de kwaadaardige raadsbesluiten van de oude slang en ver- dedig Uw dienaren, de Apostelen en de andere gelovigen van Uw Kerk. Opdat zij bevrijd zullen zijn van de aanvallen en de woede van deze vijanden, ver- zoek Ik U al hun aanvallen tegen Mij te willen richten, indien dit mogelijk is.

Ik, Mijn Heer, ben slechts een arm schepsel en Uw dienaren zijn veel in aan- tal; laat hun Uw gunsten en Uw vrede genieten, zodat ze Uw verheerlijking en Uw glorie zullen kunnen verhogen en laat Mij de bezoekingen ondergaan die hen belagen. Laat Mij vechten tegen Uw vijanden en Gij, door de kracht van

Uw arm, zult hen verslaan en hun boosaardigheid in verwarring doen Vervolg pagina 30

daar nederzetten, terwijl Ik nog in het menselijk vlees was, wens Ik, dat gij een meer intieme kennis van dit mysterie krijgt dat zonder enige twijfel één van de meest verheven wonderen was die in Mij door de goddelijke Almacht gewrocht werden en de grootste verwondering teweegbracht in Engelen en Heiligen. Het is Mijn wens dat gij uw eigen bewondering laat leiden naar een grote zorg en een allerlevendigst verlangen om Mij na te volgen in de deug- den, waardoor Ik deze uitverkiezing genoot.

Overweeg dan, Mijn liefste, dat Ik niet slechts eenmaal, maar vele malen werd opgeheven naar de troon van de allerheiligste Drie-eenheid, in sterfelijk vlees, in de periode tussen de nederdaling van de H. Geest en Mijn Opname ten Hemel. Elke keer dat de machtige rechterhand van de Allerhoogste Mij deze gunst verleende, ondervond Ik zeer overvloedige effecten aan genaden en gaven, in overeenstemming met de verschillende facetten van de goddelij- ke Almacht en in overeenstemming met Mijn onuitsprekelijke, grenzeloze capaciteit tot deelname in de goddelijke volmaaktheden. Soms zei de Eeuwi- ge Vader Mij, terwijl Hij Mij deze genaden deed toekomen:

“Mijn Dochter en Bruid, Uw liefde en trouw verbindt Ons hechter aan U dan aan welk ander schepsel en vervult Ons met volledige genoegdoening. Stijg op naar Onze troon, zodat Gij geabsorbeerd wordt in de afgrond van Onze Godheid en in deze Drie-eenheid de vierde plaats kunt bezetten, voor zover dit mogelijk is aan een gewoon schepsel. Neem bezit van Onze Heerlijkheid, waarvan Wij de schatten in Uw hand plaatsen. De Hemelen, de aarde en alle spelonken zijn van U. Geniet in dit sterfelijk leven van alle privileges van de zaligen, voller en groter dan ze door alle Heiligen genoten worden. Laat alle naties en schepselen, die Wij tot het bestaan geroepen hebben, U dienen; la- ten de machten der Hemelen U gehoorzamen; laat de hoogste serafijn aan U ondergeschikt zijn en laat alle weldaden naar U toevloeien in Onze Raadska- mer. U wordt geïnstrueerd door de grote raadsbesluiten van Onze Wijsheid en goddelijke wil en neem deel aan Onze decreten, want Uw wil is zeer recht- vaardig en getrouw. Dring door in de redenen van alles wat Wij in rechtvaar- digheid en heiligheid besluiten; en laten Uw wil en

(17)

28

nadat hij alle provincies van Spanje doorkruist had, naar Zaragossa te bren- gen. De honderden Engelen begonnen aan de opdracht, die hun Koningin hen gegeven had, terwijl de rest Haar terugbracht naar Jeruzalem. In dit He- melse gezelschap en met deze lijfwacht reisde de H. Jacobus veiliger door het hele Spaanse Rijk dan de Israëlieten door de woestijn. In Granada liet hij eni- ge van zijn leerlingen achter, die later het martelaarschap ondergingen; en met de anderen en degenen die hij later verwierf, vervolgde hij zijn missiereis in vele delen van Andalusië. Later, na korte reizen te hebben gemaakt naar verschillende plaatsen, arriveerde hij in Rioja, waarna hij via Lograno en Tu- dela in Zaragossa aankwam. Tijdens zijn rondzwervingen liet de H. Jacobus in verschillende Spaanse steden leerlingen als bisschop achter, die het geloof brachten en de godsdienst instelden. Zo groot en verbazingwekkend waren de wonderen, die hij in dit koninkrijk verrichtte, dat degenen waarover wij be- richten hebben niet uitzonderlijk genoemd kunnen worden in vergelijking met degenen, waarover wij niets weten, want die zijn nog veel wonderbaar- lijker. De vrucht van zijn prediking in Spanje was omvangrijk in verhouding tot de korte tijd van zijn verblijf. Het zou een grote fout zijn, als wij het aantal bekeringen dat hij maakte, gering achtten, want in alle plaatsen waar hij heen ging, vestigde hij het geloof en consacreerde hij vele bisschoppen om de kin- deren, die hij voor de Kerk van Christus in dit koninkrijk verwekte, te bestu- ren.

Onderricht van de Koningin van de Hemel, de allerheiligste Maria Mijn dochter, het wonder van Mijn verheffing naar de soevereine troon van God door de goddelijke macht, opdat Ik daar kon spreken over de decreten van Zijn goddelijke Wijsheid en wil, is zo groot en uitzonderlijk, dat het men- selijk bevattingsvermogen in dit leven daartoe niet toereikend is. Slechts in de eeuwige heerlijkheid en in het zalig schouwen zullen de mensen dit sacra- ment met bijzondere vreugde en de daarbij horende glorie onderkennen.

Daar deze weldaad, dit wonderschone privilege, het effect en de beloning was voor de allervurigste liefde, waarmee Ik het hoogste Goed bemind had en bemin en voor de nederigheid, waarmee Ik Mij als Zijn slaaf beschouwde, en daar deze deugden Mij waarlijk op de troon van de Godheid brachten en Mij

17

Vervolg pagina 18 verkeren “.

De Eeuwige Vader antwoordde: ”Mijn Bruid en Geliefde, Uw wensen zijn aanvaardbaar in Mijn ogen en Ik zal Uw gebed, voor zo ver mogelijk, verho- ren. Ik zal Mijn dienaren verdedigen in alles wat juist en dienstbaar is voor Mijn glorie en hen toestaan te lijden in wat noodzakelijk is voor hun kroon.

Opdat Gij de geheimen van Mijn wijsheid, waardoor deze geheimen vervul- ling krijgen, zult begrijpen, zal Ik U omhoog heffen tot Mijn troon, waar Uw vurige liefde U een plaats verdiend heeft in het consistorie (raadskamer) van onze grote raadsvergaderingen en in de deelname aan onze goddelijke ver- mogens. Kom, Mijn Geliefde, Gij zult onze geheimen inzake het bestuur van de Kerk, haar groei en bloei begrijpen; en U zult Uw wil, die nu ook de Onze is, volgen en aan U geopenbaard zien “.

Door de kracht van deze lieflijke woorden, voelde Maria Zich opgeheven tot de troon van de Godheid en geplaatst aan de rechterhand van Haar Zoon tot bewondering en vreugde van alle zaligen, die de stem en de wil van de Al- machtige erkenden. En waarlijk, het was prachtig en nieuw voor de Engelen en Heiligen om een Vrouw te zien in sterfelijk vlees, geroepen en opgeheven tot de troon en de raadszaal van de gezegende Drie-eenheid om daar ingelicht te worden omtrent de voor de anderen verborgen geheimen, die besloten zijn in het Hart van God en betrekking hebben op het bestuur van de Kerk.

(18)

Aan de ene kant begon moeder Eva, in haar onwetendheid met het vernieti- gen van het paleis van deze wereld, dat God bouwde, en aan de andere kant door de allergezegendste Maria, die vol wijsheid was, de Moeder van Wijs- heid, werd het terug opgebouwd en door Haar onvergelijkelijke voorzichtig- heid herbouwd. Daarom werd Zij waardig bevonden om de raadsvergaderin- gen van de allerheiligste Drie-eenheid, waar deze herbouw aan de orde was, bij te wonen.

Daar werd Haar nogmaals gevraagd, welke gunsten Zij vroeg en wenste voor Haarzelf, de Kerk en in het bijzonder voor de Apostelen en leerlingen van de Heer. De allervoorzichtigste Moeder herhaalde Haar vurigste wensen voor de glorie en de verheerlijking van Gods H. Naam en voor terugdringing van de vervolging, die de vijanden van de Heer zouden ondernemen tegen de gelovi- gen. Hoewel de Drie Personen van de allerheiligste Drie-eenheid al Haar wensen kenden, bevalen Ze toch de grote Vrouwe om deze aan Hen voor te leggen, om Hun goedkeuring en vreugde uit te lokken en Haar meer geschikt te maken voor nieuwe geheimen van Hun goddelijke wijsheid en de voorbe- schikking van de uitverkorenen. Tot uitleg van hetgeen mij getoond werd van dit sacrament, wil ik slechts zeggen dat, omdat de wil van de allerheiligste Maria zeer rechtvaardig, heilige en in alle dingen aangenaam en gelijk was aan die van de allergezegendste Drie-eenheid, het scheen dat God niet iets wilde, dat in tegenspraak was met deze allerzuiverste Vrouwe; want Hij werd in de richting van Haar heiligheid gebogen en werd gewond door het haar en de ogen van zulk een geliefde Bruid (Hoogl 4:9), zo uitzonderlijk onder alle schepselen. En aangezien de Vader op Haar neerzag als op Zijn Dochter, de Zoon als Zijn Moeder en de H. Geest als Zijn Bruid en aangezien alle Drie Haar de Kerk in vol vertrouwen in bewaring hadden gegeven, wensten de drie Personen geen besluiten te nemen, zonder, als het ware, de wijsheid en het welbehagen van de Koningin van de Schepping te hebben geraadpleegd.

Opdat de wil van de Allerhoogste, in deze decreten, zou overeenstemmen met die van de allergezegendste Maria, was het nodig dat de grote Vrouwe een nieuwe mate van kennis en inzicht in de meest verborgen raadsbesluiten van

Vervolg pagina 28 vielen ter aarde en bleven daar, zonder enig gevoel in hun ledematen, uren liggen. De duivels die hen begeleid en opgejaagd hadden, werden in de diepe krocht gedreven, zodat de H. Jacobus en zijn metgezellen in vrijheid achter- bleven en de Almachtige voor deze weldaad dankten. De Apostel dankte op de meest vurige wijze de Hemelse Moeder en deed dit in grote nederigheid en met jubel in zijn hart. Zijn leerlingen begrepen het wonder, hoewel zij de Ko- ningin van de Engelen niet gezien hadden. De Apostel lichtte hen in over eni- ge bijzonderheden, waardoor hun geloof, hoop en liefde voor de allergeze- gendste Maria bevestigd werd.

De Hemelse Koningin breidde deze gunst nog meer uit, want Zij behoedde niet slechts de H. Jacobus voor een dreigende dood, maar wenste dat geheel Spanje zou profiteren van zijn prediking en onderricht. Zij beval hem, zijn reis van Granada af te vervolgen, dirigeerde honderden Engelen om hem te vergezellen, zijn weg te effenen van de ene plaats naar de andere, hem en zijn leerlingen te verdedigen tegen alle gevaren en hem uiteindelijk,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In PANNERDEN bestaat de Raad eveneens uit 7 katholieke leden. Ook hier is er geen wijziging. Er waren toen dus blijkbaar bijkans 400 vacantiegangers, die in Putten

Met een ter post aangetekende zending van 16 juni 2017 wordt verzoekende partij uitgenodigd voor een hoorzitting betreffende een verlenging van de preventieve schorsing..

Maar wie deze liefde van God, door Jezus Christus getoond aan het kruis, afwijst gaat voor eeuwig verloren.. Welnu, beste lezer of leze- res, kies, maar

Verdergaande centralisatie van aanvraag- en toekenningsprocedures Het College begrijpt het voorstel zo, dat de toekenning van andere – meer algemene - voorzieningen benodigd

Als we kijken naar onze wereld vandaag, zien we dan de wereld gevuld met de goedheid van de mens (vrede op aarde, geen oorlogen, rechtvaardige bestuurders, iedereen heeft zijn

3p 28 Geef in de figuur op de uitwerkbijlage de verwerkers, instellingen en verbindingen aan die nodig zijn voor

Eind 2021 moeten alle gemeenten aangeven hoe de warmtevoorziening op hoofdlijnen wordt geregeld en in welke wijken we starten.. De jaren erop worden concrete plannen voor wijken

Op grond van de voornoemde wetgeving is het College van de rechten voor de mens (hierna: ‘het College’) bevoegd om te oordelen op schriftelijke verzoeken en te onderzoeken of in