• No results found

Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Woon- en Zorgcentrum Friso in Almelo op 14 augustus 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Woon- en Zorgcentrum Friso in Almelo op 14 augustus 2019"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

in Almelo op 14 augustus 2019

Utrecht, oktober 2019

V2014278

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding bezoek 3 1.2 Beschrijving Friso 3

2 Conclusie 5

2.1 Overzicht van de resultaten 5 2.2 Wat gaat goed 6

2.3 Wat kan beter 6 2.4 Wat moet beter 6 2.5 Conclusie bezoek 6

3 Wat zijn de vervolgacties 7

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Friso verwacht 7 3.2 Vervolgacties van de inspectie 7

4 Resultaten 8

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 8 4.1.1 Resultaten 8

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 9 4.2.1 Resultaten 9

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 13 4.3.1 Resultaten 13

Bijlage 1 Methode 15

Bijlage 2 Beoordeelde documenten 17

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 14 augustus 2019 een onaangekondigd vervolgbezoek aan stichting Woon- en Zorgcentrum Friso (hierna: Friso) in Almelo.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde

kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit. Als de

inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

Dit vervolgbezoek brengt de inspectie naar aanleiding van het eerdere bezoek dat zij bracht op 26 september 2018 aan Friso.

Tijdens het vorige bezoek voldeed Friso (grotendeels) aan de normen met

betrekking tot de thema’s persoonsgerichte zorg en sturen op kwaliteit en veiligheid.

Van de zes getoetste normen in het thema deskundige zorgverlener voldeed Friso (grotendeels) niet aan vijf normen. Friso moest de deskundigheid van zorgverleners beter afstemmen op de toenemende zorgcomplexiteit. Met name methodisch en multidisciplinair werken en reflecteren op goede en veilige zorg moesten verbeteren.

Ook de registratie van de bevoegd en bekwaamheden moest beter. Daarnaast moest het analyseren van de MIC verbeteren.

Na het bezoek op 26 september 2018 heeft Friso verbetermaatregelen genomen.

Hierover stuurde Friso op 8 april 2019 een resultaatverslag naar de inspectie.

De inspectie brengt nu een vervolgbezoek om de resultaten te toetsen in de

praktijk. Tijdens dit bezoek toetst de inspectie alle normen die bij het vorige bezoek op 26 september 2018 (grotendeels) niet voldeden.

Dit rapport is niet los te zien van het rapport van het bezoek op

26 september 2018. Zie hiervoor de website van de inspectie (www.igj.nl) onder publicaties.

1.2 Beschrijving Friso

Stichting Woon- en Zorgcentrum Friso levert intramurale zorg, dagopvang en thuiszorg. Friso staat in een woonwijk van Almelo en is in het jaar 2009

gerenoveerd. Het gebouw bestaat uit tweekamerappartementen voor in totaal 69 bewoners, verdeeld over drie etages. Op de begane grond bevinden zich de algemene ruimtes zoals onder andere de receptie, een kapsalon, het

restaurant/grand café, de keuken en ruimtes voor dagbesteding en therapie.

Het gebouw van Friso huisvest ook een gesloten afdeling van een andere zorgorganisatie voor 30 cliënten met een psychogeriatrische (pg) aandoening.

Cliënten van deze afdeling kunnen ook gebruik maken van het restaurant/grand café

(4)

van Friso en nemen soms deel aan door Friso georganiseerde activiteiten. Beide zorgorganisaties opereren verder onafhankelijk van elkaar.

Bewoners van het naastgelegen gebouw De Buitenhof met 44 appartementen kunnen via een inpandige doorgang gebruik maken van de faciliteiten van Friso.

Cliënten

Ten tijde van het inspectiebezoek wonen er 71 cliënten in Friso. Vijf cliënten ontvangen geen zorg. Zij verblijven in Friso omdat hun partner een indicatie heeft.

Daarnaast hebben 57 cliënten een indicatie op basis van de Wet Langdurige zorg (Wlz) zonder behandeling, heeft één cliënt zorgprofiel VV 2, één cliënt zorgprofiel VV 3, 28 cliënten zorgprofiel VV 4, zeventien cliënten zorgprofiel VV 5 en tien cliënten met zorgprofiel VV 6. Er zijn zes cliënten die op basis van de

Zorgverzekeringswet (Zvw) zorg krijgen en vijf cliënten die op basis WMO thuiszorg krijgen.

Tijdens het bezoek op 26 september 2018 ziet de inspectie dat cliënten met psychogeriatrische (pg) problemen extra dagbesteding krijgen op de afdeling

‘Bakspieker’. Inmiddels is de afdeling ‘Bakspieker’ heringericht. Hier wonen nu cliënten met een indicatie VV 5 of hoger. Friso onderhandelt met het zorgkantoor om dit behandelcomponent te mogen leveren. De verwachting is dat dit voor einde jaar 2019 mag. Vanaf dat moment gaat Friso dan gebruik maken van de

behandeldienst van een andere regionale zorgaanbieder.

Aansturing en personeel

Friso heeft een tweehoofdige raad van bestuur. Friso heeft in totaal 69

zorgverleners. Dit zijn drie zorgverleners met niveau 5 (1,7 fulltime equivalent (fte)), dertien zorgverleners niveau 4 (9,9 fte), 26 zorgverleners niveau 3 (24,9 fte) waarvan er twee de GVP-opleiding hebben gevolgd, elf helpenden (7,1 fte) waarvan een helpende plus, drie niveau 1 zorgverleners, vier activiteitenbegeleiders (2,5 fte) en negen leerlingen (6,6 fte). In de intramurale verpleegzorg is per etage een vast team van zorgverleners. Eén verpleegkundige stuurt als afdelingscoördinator een team aan.

Daarnaast zijn er ongeveer 80 vrijwilligers aan Friso verbonden. De vrijwilligers ondersteunen bij zowel groepsactiviteiten als individuele activiteiten met cliënten.

De specialist ouderengeneeskunde (SO) en paramedici worden op consultbasis betrokken van een andere regionale zorgorganisatie. Ook de verpleegkundige bereikbaarheid, voor zover dit niet binnen de diensten van de eigen organisatie past, betrekt Friso van een andere regionale zorgaanbieder.

Ontwikkelingen

Voor 2020 gaat de pg-afdeling die onlangs is ingericht officieel open.

Een behandelteam van een andere regionale zorgaanbieder, waarmee Friso al samenwerkt, gaat de behandeling bieden. Voor deze afdeling vraagt Friso een Bopz-aanmerking aan bij de inspectie.

(5)

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Woon- en Zorgcentrum Friso. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft. Een toelichting op de scores er norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft. In hoofdstuk 4 ziet u ook het oordeel op normniveau terug van het bezoek van 26 september 2018.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaand diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie Woon- en

Zorgcentrum Friso beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Vorig bezoek op 26 september 2018:

Vervolgbezoek op 14 augustus 2019:

Legenda

voldoet

voldoet grotendeels voldoet grotendeels niet voldoet niet

niet getoetst

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (5 normen)

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (5 normen)

(6)

2.2 Wat gaat goed

In Friso kunnen cliënten ervan uitgaan dat zorgverleners hen kennen. De cliënten kunnen ook rekenen op bekwame zorgverleners. De zorgverleners hebben oog voor goede kwaliteit van zorg. Ook handelen de zorgverleners volgens de gemaakte afspraken. De cliënten in Friso kunnen ook ervan uitgaan dat de verschillende zorgverleners, zoals verzorgenden en (para)medici, de geboden zorg op elkaar afstemmen. Daarbij kunnen cliënten in Friso ervan uitgaan dat, als hun

zorgbehoefte verandert, zorgverleners de zorg daarop aanpassen.

2.3 Wat kan beter

De cliënten in Friso kunnen wel meer dan een jaar geleden, maar nog niet vanzelfsprekend, erop rekenen dat alle gezondheidsrisico’s en afwegingen voor besluiten in het zorgdossier opgenomen zijn. Daarnaast kunnen cliënten in Friso nog niet vanzelfsprekend rekenen op een samenhangend cliëntendossier.

De cliënten in Friso mogen verwachten dat zorgverleners structureel blijven reflecteren op passende zorg voor cliënten.

Als een cliënt van Friso (on)vrijwillig een vrijheidsbeperkende maatregel heeft of psychofarmaca krijgt, mag hij erop rekenen dat hiervan periodiek een afweging, analyse of evaluatie navolgbaar in het cliëntdossier staan.

2.4 Conclusie bezoek

Tijdens dit vervolgbezoek op 14 augustus 2019 voldoet Friso (grotendeels) aan vier van de vijf getoetste normen. De vijfde norm is ook verbeterd ten opzichte van het vorige bezoek op 26 september 2018.

Friso voldeed tijdens het vorige bezoek aan de thema’s persoonsgerichte zorg en kwaliteit en veiligheid. Tijdens het vervolgbezoek blijkt dat Friso zich heeft verbeterd op alle normen van het thema deskundige zorgverlener. De raad van bestuur geeft de inspectie een beeld van de manier waarop zij verbeteringen monitort. Zij is transparant en open over haar handelen.

De bevindingen van het vervolgbezoek op 14 augustus 2019 komen overeen met het resultaatverslag van 8 april 2019 en de aandachtspunten die de raad van bestuur heeft.

De inspectie heeft daarom op dit moment voldoende vertrouwen in de wijze waarop Friso stuurt op de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie concludeert dat er geen vervolgtoezicht nodig is.

(7)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk leest u wat de inspectie van Friso verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Friso verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat Friso voldoet aan alle normen en verbetermaatregelen treft.

Daarnaast verwacht de inspectie dat Friso waar nodig ook verbeteringen doorvoert bij de normen die grotendeels voldoen (normen die lichtgroen zijn).

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie heeft met dit vervolgbezoek opnieuw een beeld gekregen van de

kwaliteit en veiligheid bij Friso. Zij gaat ervan uit dat de bevindingen uit hoofdstuk 4 voldoende handvatten geven om aan de normen te (blijven) voldoen. Met dit

rapport sluit de inspectie het bezoek af.

Dit betekent dat de inspectie in 2020 Friso niet opnieuw bezoekt. Als de inspectie signalen krijgt dat de kwaliteit en de veiligheid van de zorg niet op orde is, kan zij opnieuw op bezoek komen.

(8)

4 Resultaten

In dit hoofdstuk staat per thema hoe de inspectie de geleverde zorg per norm tijdens het bezoek van 14 augustus 2019 beoordeelde. Vervolgens ziet u hoe de inspectie de geleverde zorg per norm beoordeelt ten tijde van dit bezoek.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij1 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal? Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

1 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook ‘zij’.

(9)

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 1.5

Zorgverleners ondersteunen cliënten om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do-Check- Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van de gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Tijdens het vorige bezoek zag de inspectie gevonden gezondheidsrisico’s niet altijd terug in doelen en acties. Ook ontbrak het in sommige dossiers aan navolgbare professionele afwegingen.

(10)

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Friso grotendeels aan deze norm.

Tijdens dit bezoek ziet de inspectie in elk ingezien zorgdossier dat de

gezondheidsrisico’s in beeld zijn. Per doel staat een gezondheidsrisico geformuleerd.

Ook ziet de inspectie dat zorgverleners gesignaleerde problemen oppakken. Een voorbeeld is een dossier van een cliënt met onbegrepen gedrag. Het team heeft met hulp van een psycholoog een bejegeningsplan gemaakt en dit ook geëvalueerd met de familie. Daarnaast is het plan in het MDO besproken. Uitkomsten van het MDO zijn besproken met familie en er is ook een duidelijk vervolgbeleid ingezet. Dit is navolgbaar in het dossier. Bij een andere cliënt ziet de inspectie een niet-pluis- gevoel staan in de rapportage. Alle vervolgstappen en afwegingen staan navolgbaar vermeld. Ook ziet de inspectie dat er aandacht is voor het psychisch welzijn van de cliënten. De inspectie leest in alle dossiers die zij inziet welke benadering cliënten prettig vinden. Zo leest de inspectie bijvoorbeeld bij een cliënt, dat zij het prettig vindt als er maar één zorgverlener tegelijkertijd binnenkomt. Zij kan slecht tegen drukte.

Wel ziet de inspectie dat Huize Friso geen standaard vragenlijst risico-inventarisatie is. Zorgverleners kunnen de inspectie niet vertellen hoe zij potentiele risico’s

beoordelen.

Friso maakt professionele afwegingen bij de inrichting van de nieuwe

psychogeriatrie afdeling. De inspectie ziet dat er goed gekeken is naar de risico’s van de cliënten. De pg-afdeling is open. Zo ziet de inspectie dat er in de gang een

‘putdeksel’ is geplakt op de vloer. Zorgverleners vertellen de inspectie dat deze

‘putdeksel’ voor cliënten een natuurlijke hindernis vormt. Als cliënten van de

huiskamer naar hun eigen appartement willen lopen zij niet voorbij de ‘putdeksel’ in de gang. Als cliënten en bezoek naar de huiskamer willen kiezen zij de gang zonder

‘putdeksel’. Hiervoor is gekozen zodat het rustiger is op de gang met appartementen, achter de putdeksel.

Zorgverleners vertellen de inspectie dat de inrichting ondersteunt bij de huislijkheid.

De inspectie ziet dat er veel aandacht is geweest voor de inrichting. Er zijn veel herkenbare items van vroeger. Ook is er een duidelijk onderscheid in de inrichting van bijvoorbeeld de eetkeuken en de kamer die zorgverleners gebruiken voor activiteiten.

Binnen Friso zetten zorgverleners beperkt vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) in. De inspectie leest in cliëntdossiers dat cliënten vrijwillig gebruik maken van bedhekken. Ook zijn er cliënten die psychofarmaca gebruiken. De afweging, analyse en evaluatie van de VBM ziet de inspectie niet terug in het dossier. Wel ziet de inspectie getekende toestemmingsformulieren voor bijvoorbeeld gebruik van bedhekken door de cliënt of zijn vertegenwoordiger.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Bij het vorige bezoek zag de inspectie dat zorgverleners weinig op doelen

rapporteerden. Ook pakten zorgverleners signalen uit de dagelijkse zorgverlening niet altijd op. Evaluatie van de zorgdoelen tijdens het MDO zag de inspectie ook niet terug in de dossiers.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Friso grotendeels aan deze norm.

(11)

Bij dit bezoek ziet de inspectie voorbeelden van navolgbaarheid in het cliëntdossier.

Zo ziet de inspectie dat er bij een cliënt altijd volgens afspraak gewogen wordt. Eén keer gebeurt dit echter niet. Dit staat toegelicht in de rapportage. Ook is het

moment van wegen naar de volgende dag verplaatst en uitgevoerd.

De inspectie ziet ook dat zorgverleners een opdracht van een huisarts opvolgen. Ook het vervolg staat navolgbaar beschreven in het dossier.

De inspectie ziet dat de cliëntdossiers actueel zijn. Ook rapporteren zorgverleners op doelen. Zorgverleners vertellen de inspectie dat de verantwoordelijke

zorgverlener de cliëntdossiers actueel houdt en snel wijzigingen aanbrengt als dat nodig is. Zo ziet de inspectie een dossier van een cliënt die recent na revalidatie weer in Friso woont. Het zorgleefplan van deze cliënt is per die datum aangepast.

Tijdens de inzage in cliëntdossiers blijkt dat de samenhang en opvolging in het cliëntdossiers op onderdelen soms ontbreekt. Zo leest de inspectie in een

rapportage in een cliëntdossier dat de cliënt slechter lijkt te horen. Een vervolgactie of een voorstel hiervoor ziet de inspectie niet terug. Bij een cliënt die volgens de zorgverleners bedhekken gebruikt, ziet de inspectie de afspraken over de bedhekken niet terug in het zorgleefplan.

De inspectie ziet in een ander cliëntdossier een bejegeningsplan uit 2017.

Zorgverleners kunnen de inspectie niet vertellen of het bejegeningsplan nog van toepassing is. Een evaluatie van dit bejegeningsplan ontbreekt in het dossier.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldeed Friso niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Tijdens het vorige bezoek vond er geen systematische reflectie plaats op goede, veilige en persoonsgerichte zorg.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Friso grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens het gesprek met de raad van bestuur hoort de inspectie dat er

gedragsvisites gaan komen zodra de pg-afdeling voor einde jaar 2019 formeel van start gaat. De afspraken en voorbereidingen hierover zijn met het behandelteam van een andere regionale zorgaanbieder gemaakt. In dit team zit onder andere een psycholoog en een SO. Samen met bijvoorbeeld de GPV-er gaan de SO en de psycholoog dan visite lopen op de pg-afdeling. Op het moment van het bezoek vinden deze visites nog niet plaats.

De inspectie leest in de twee notulen dat er te weinig tijd is om tijdens bewonersbesprekingen te reflecteren als team over cliënten. Tijdens de

bewonersbespreking bespreken zorgverleners één in plaats van de afgesproken twee cliënten. In beide notulen geeft de notulist aan dat er te weinig tijd is. Ook leest de inspectie dat er een volgende keer meer tijd beschikbaar is voor de

bewonersbespreking. In de terugkoppeling met de raad van bestuur hoort de inspectie dat Huize Friso hier aandacht voor heeft.

Vier keer per jaar vindt er per team een bewonersbespreking plaats. Zorgverleners bespreken dan twee cliënten. Daarnaast hoort de inspectie van zorgverleners dat er veel onderling overleg is. Zorgverleners vragen regelmatig de gespecialiseerde psychogeriatrie verzorgende (GPV) in consult. Ook vragen ze advies aan de

verpleegkundige niveau 5 of de teamleiders. Zorgverleners vertellen de inspectie dat

(12)

zij op deze manier altijd oplossingen vinden voor de zaken waar ze vragen over hebben.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Registratie de bevoegd en bekwaamheid van zorgverleners was niet op orde.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Friso aan deze norm.

De inspectie hoort dat de registratie van de bevoegd- en bekwaamheden sinds het vorige bezoek veranderd is. Elke team heeft nu een map waarin de teamleider deze bijhoudt. De inspectie bekijkt een map en ziet dat de bevoegd- en bekwaamheden duidelijk staan geregistreerd.

De inspectie hoort ook dat zorgverleners elk jaar verplichte e-learning volgen.

Daarnaast zijn er e-learning die zorgverleners vrijwillig kunnen volgen. Ook de bevoegd- en bekwaamheden toetst Friso met regelmaat. Hiervoor volgen de zorgverleners ook (verplichte) scholing. Toetsing vindt plaats door de

praktijkopleider. De inspectie ziet dat Friso en zorgverleners aandacht heeft voor de toenemende complexiteit van de zorgvragers. Friso leidt op dit moment twee

zorgverleners op tot hbo-v verpleegkundige. Ook huurt Friso op dit moment externe deskundigheid in, om methodisch werken te verbeteren. Daarnaast hebben enkele zorgverleners de GVP-opleiding gevolgd en gaat één zorgverlener deze opleiding volgen.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Tijdens dit vervolgbezoek is deze norm niet getoetst.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

De zorgdoelen werden niet allemaal geëvalueerd.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Friso grotendeels aan deze norm.

(13)

Zorgverleners vertellen dat als zij willen afwijken van een protocol, zij dit

overleggen met andere disciplines, bijvoorbeeld de verpleegkundige of de huisarts.

In een ingezien dossier ziet de inspectie ook terug dat zorgverleners overleggen met een huisarts over het inbrengen/verwisselen van een katheter van een cliënt met een blaasontsteking. Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij werken met protocollen van Vilans. Deze worden ook getoetst. Zorgverleners noteren dit in het dossier.

De inspectie ziet dat het MDO plaatsvindt tussen de zorgverlener en de SO. De huisarts of de SO zit niet aan tafel met alle betrokken disciplines en cliënt

(vertegenwoordiger). Zij leveren waar nodig voor het MDO-informatie aan. De EVV of teamleider heeft voor het MDO een gesprek met de cliënt(vertegenwoordiger), om vragen te inventariseren en de doelen te evalueren. Zorgverleners vertellen de inspectie dat tijdens het MDO de doelen die aandacht nodig hebben op de agenda staan.

Ook haalt de EVV of teamleider informatie op bij de andere betrokken disciplines.

Friso wil, dat als de pg-afdeling officieel van start gaat, de cliënt

(vertegenwoordiger) en andere betrokken disciplines aansluiten bij het MDO.

De inspectie ziet en hoort in de dossiers en van zorgverleners dat er regelmatig overleg is tussen verschillende disciplines. De huisarts overlegt regelmatig met de SO en andersom. De inspectie ziet een formulier met de cliënten die de SO heeft besproken met de huisarts.

De inspectie hoort van zorgverleners dat er afstemming is tussen zorgverleners en bijvoorbeeld een fysiotherapeut of een diabetesverpleegkunde. In de cliëntdossiers die de inspectie inziet staan rapportages met bijvoorbeeld afspraken tussen de fysiotherapeut of diabetesverpleegkundige en de zorgverleners.

De inspectie ziet dat de huisarts en de SO niet zelf rapporteren in het dossier. De inspectie hoort van de raad van toezicht en zorgverleners dat de huisarts dit niet doet omdat het tijd kost. Zorgverleners die de bevindingen van de huisarts in het dossier zetten, doen dit niet altijd op een eenduidige manier. Hierdoor ziet de inspectie dat het niet altijd makkelijk is, om rapportage van bijvoorbeeld de huisarts terug te vinden.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management. Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgmedewerkers niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 3.2

De zorgaanbieder gebruikt (bijna) incidenten, (bijna) fouten en klachten voor de verbetering van de zorg.

(14)

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 3.3

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 3.4

De zorgaanbieder schept binnen de locatie en het team van zorgverleners voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldeed Friso grotendeels aan deze norm tijdens het vorige bezoek.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 3.5

Zorgverleners handelen naar de gemaakte afspraken om tot een evenwichtig samenspel te komen tussen zorgverlener, cliënt en informeel netwerk om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen leveren.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

(15)

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de door Friso geboden zorg voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de

inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Gesprekken met vijf uitvoerende medewerkers van afdeling;

- Gesprekken met twee leden raad van bestuur;

- Drie cliëntdossiers van afdeling pg en drie cliëntdossiers van de afdeling somatiek, team, huiskamer;

- Documenten, genoemd in bijlage 2;

- Een rondgang door Friso op alle afdelingen inclusief pg.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent.

De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de

leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende

huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(16)

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(17)

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

- Kwaliteitsplan (V&V)/kwaliteitsrapport (GZ).

- Interne audit Friso 71-01 versie 1

- Leerervaringen en opvallende onderwerpen na het bezoek aan een instelling uit ons lerend netwerk.

- Notulen bewonersbespreking Boshoeve (2x)

- Overzicht van ’de zorgprofielen van cliënten van de te bezoeken locatie(s);

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars op de bezochte locatie;

- Overzicht van ziekteverzuim en personeelsverloop van de te bezoeken locatie(s) van de laatste 12 maanden;

- Overzicht van scholing in de afgelopen twee jaar aan de medewerkers van deze locatie en de planning voor het lopende jaar;

- Resultaatverslag voor de IGJ

- Visie en kernwaarden van de zorgaanbieder;

- Visie op persoonsgerichte zorg;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de inspectie voldeed Hoeve Loevestein grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Hoeve Loevestein aan

Volgens de inspectie voldeed Multi Care Thuiszorg tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Multi Care Thuiszorg grotendeels aan

Volgens de inspectie voldeed De Verbinding grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.. Tijdens dit vervolgtoezicht voldoet De Verbinding grotendeels aan

Volgens de inspectie voldeed Aparte Zorg tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Volgens de inspectie voldoet tijdens dit bezoek Aparte Zorg grotendeels aan deze

Volgens de inspectie voldeed De Zonnestralen tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Zonnestralen grotendeels niet aan deze

Volgens de inspectie voldeed De Ooijman grotendeels niet tijdens het vorige bezoek niet aan deze norm.. Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst

Volgens de inspectie voldeed TVZ tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Volgens de inspectie voldoet TVZ grotendeels aan

Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van