• No results found

Vels dialect

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vels dialect"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vels dialect

Vels wordt gesproken in de wijk Velle, die behoort tot de gemeente Temse maar waarvan het dialect meer neigt naar dit van het naburige Haasdonk.. Dit woordenboek Vels bevat 55 gezegden, 363 woorden en 0 opmerkingen.

55 gezegden

∙ als het lukt... - as 't lukt kalft den os

∙ bijlange niet mooi genoeg - schoeën van vaar moar vaar van schoeën

∙ dat is allemaal hetzelfde - d'as ene pot nat

∙ dat is niet te geloven - da's te zot om los te leepen

∙ dat is te duur voor mij - das gieen spek veur mijnen bek

∙ dat is volledig verkeerd - da's konte verkeeird

∙ dat was nip - da schilde geen haor

∙ duidelijk zichtbaar - blak en blooit

∙ een gek zou het raden - ne zot zou 't graun

∙ een grote hoeveelheid - een Beverse moat

∙ er is zwaar weer op komst - ze zijn een schip aun 't lauen

∙ er slecht uitzien - 't is precies een elfurenlijk

∙ geen besef hebben van - gieen verzau ein van

∙ geen sprake van - da ziede van ier

∙ gezegd is gezegd - gezeet is gezeet

∙ helledonker - zo donker as in d'el

∙ herhaal dat eens - zegtanogeeis

∙ het regent pijpenstelen - 't regent bloskens

∙ het schaap is... - het schaup is de preut af

∙ hij heeft een nieuw gebit - ij eeden nuf itkommer

∙ hij is overleden - hij is den os gaan kammen

∙ hij is zo arm als job - hij hee giene noagel om in zijn gat te kraun

∙ hij kan niet stilzitten - ij ee gieën zittend gat

∙ hij kan niet volgen - hij zit in 't achtergat

∙ iemand flikken - iemand een pee stoven

∙ iemand uitvragen - iemand 't aa uit zijn gat vroagen

∙ ik heb het vlaggen - 'k emmet aon mijne schreper

∙ ik heb het zitten - 'k eint au mij zieel

∙ ik stop ermee - ik schieen d'r mee uit

∙ je hebt me onrecht aangedaan - geddin mijn roapen gescheten

∙ loop naar de maan - bolletaf

∙ met de grove borstel - mee de grovven bussem

∙ niet al te slim - van lotje getikt

∙ niet goed gezind zijn - in zij gat gebeten

∙ onbeduidend, de moeite niet - een scheet in een fles

∙ ruilers komen niet... - mangeleirs kommen niet in den hemel

∙ tegen uw .... - tegen au frak / ziep

∙ twee keer niets - e flutsje van ne ceins

∙ van alles ondereen - ne gieele annekensneist

∙ veel geluk hebben - oeresjans ein

∙ we zijn nog niet aan... - we zijn nog nie aon de vroege petetten

∙ zo bang als een wezel - zo benaud as ne wezel

∙ zo dom als ... - zozo stom as 't achterste van een vaaren

(2)

∙ zo doof als... - zo doof as ne pot

∙ zo gekend als... - zo gekend as ne slechte frang

∙ zo heet als... - zo hieet as petetfriet

∙ zo klaar als... - zo kleir as pompwater

∙ zo maar iets zeggen - iet uit z'n voeten slaugen

∙ zo nat als... - zo nat as ne messing

∙ zo nuchter als... - zo nuchter as een kalf

∙ zo slap als ... - zo slap as een vodde

∙ zo stijf als... - zo stijf as een bart

∙ zo versleten als... - zo versleten as een au klieed

∙ zo vol als ... - zo vol as een aa

∙ zo zat als... - zo zat as een kanon

363 woorden

∙ aalbessen - troskensbezen

∙ aalput - beirput

∙ aalschop - beirloet

∙ aangezicht - wezen, muil, bakkes

∙ aanrecht - pompsteen

∙ aansmeren - opsolferen

∙ aardappelen - petetten

∙ aardappelmesje - petetschelder

∙ aardappelpuree - gestampte petetten

∙ aardbei - eirebees

∙ aardig - oaërich

∙ absoluut niet - abbagedommeneet

∙ achteruit gaan - daazen

∙ af en toe - alfantijd

∙ afdingen - afbieën

∙ aftrappen (voetbalterm) - seinteren

∙ afzink - afbarig

∙ altijd - alzeleven

∙ andersom - auverechs

∙ anjer - zjenoffel

∙ appelspijs - appeltrut

∙ arme vrouw - sloor

∙ autobumper - baarsjok

∙ autoped - trottinet

∙ babbelaarster - kommeer

∙ bal - kètsebal

∙ bang zijn - benaud zijn

∙ bangerik - broekschijter

∙ bankroet - gerinneweert

∙ bedevaart - beeweg

∙ beetnemen - ne kloot aftrekken

∙ bepotelen - bepaumpelen

∙ bericht krijgen - teink krijgen

∙ beroerte - gerokthaat

∙ besef - verzaa

∙ betasten - bepampelen

∙ bewaarschool - papschool

(3)

∙ bijna - ost, bekan, iezenoar

∙ blaffen - bassen

∙ blauw oog - blau sie

∙ bliksem - hemellicht

∙ bloedworst - bulling

∙ blootsvoets - barrevoets

∙ bobbel - oebel

∙ boekentas - kannasjijr

∙ boer (kaartspel) - zot

∙ boezem - vanveuren

∙ bonestaak - boeënkodde

∙ bontjas - peilsefrak

∙ boomgaard - boogoart

∙ bord - talloor

∙ borst - buist

∙ braken - spaugen

∙ brandnetel - tingel

∙ brievenbus - boat

∙ bromvlieg - roonker

∙ brugje over akkergracht - mennegat

∙ brutaal persoon - ne lomboarse

∙ bundel sprokkelhout - pijnshoard

∙ chicorei - pardaf

∙ compost- of mesthoop - messing

∙ confituur - zjelaa

∙ crack, uitblinker - erkuul

∙ daar - ginter

∙ dakgoot - kornis

∙ damesfiets - damsvello

∙ deken of bedsprei - soazie

∙ denappel - sparepop

∙ deurlijst - chambrang

∙ dewelke - d'oekerste

∙ dikkopje - oekedoel

∙ dikwijls - dikkels

∙ dobbelsteen - teirling

∙ domme vrouw - loompe kal

∙ dommerik - stieënezel

∙ doornat - messing

∙ dopen - doppen (in de koffie)

∙ dorsmolen - dusmeulen

∙ droogstoppel - droogzieëker

∙ druipnat - zjekend- of kletsnat

∙ drukkend (weer) - doef

∙ duimspijker - pienijs

∙ duizelen - zweinselen

∙ eclair - sjoeke

∙ eend - einzie

∙ eigenlijk - aagelek

∙ eigenwijs iemand - aagezinnegoart

∙ enkel - knoesel

∙ ergens - ievranst

∙ etenstijd - schoftijt

(4)

∙ eventjes - efkes

∙ examen - kampstrijd

∙ fietsrem - frein

∙ fietsstuur - giedong

∙ fietsvork - foersj

∙ flesopener - aftrekker

∙ fluisteren - fezelen

∙ fluiten - schuffelen

∙ fornuisketel - fenaas

∙ gatlikker - bazepoeper

∙ gebaat - genoddert

∙ gebroken nek - 't fas af

∙ gebruiken - bezen

∙ gedroogde schelvis - booning

∙ geklungel - kloeëterij

∙ geld - galetten

∙ geldverspiller - deurjager

∙ geluksvogel - sjanseur

∙ gemene vent - schurfterik

∙ geperste kop - gruust

∙ gerookt rundsvlees - ossenaunk

∙ gierig zijn - steeg van afgaun

∙ gierigaard - urk, krèbbenbijter

∙ glijbaan - schuifaf

∙ goed zichtbaar - blak-en-bloeët

∙ grauw - graud

∙ grimlachen - gremelen

∙ groot verlies - rinnewoasie

∙ gulp - spriet

∙ gulzigaard - schoefel, fretkop

∙ gymnastiek - zjemmenas

∙ haag - weir

∙ Haasdonk - Ostong

∙ haken - krosjeteren

∙ handschoenen - waunten

∙ handtas - chakos

∙ handvol - aufel

∙ hard regenen - zjakken

∙ hark - reif

∙ helemaal alleen - kluit allieën

∙ helemaal vol - boemmestevol

∙ hersenen - âssens

∙ herseninfarct - geroktaat

∙ hesp - heps

∙ hommel - bombie

∙ hoogstwaarschijnlijk - vantiennegen

∙ hooizolder - schelft

∙ houten vloer - plansjee

∙ hovaardige vrouw - stik stroont

∙ huilen - kajieten

∙ ieders vriend - allemanswies

∙ iemand die niet nnar huis kan - plakploster

∙ iemand die vlug weent - schreelep

(5)

∙ ijsje - krimglas

∙ ijsschaats - schofferdijn

∙ immers - ommest

∙ inbeelding - manzjenie

∙ intussen - swenst

∙ jaloers - zjaloezechaterij

∙ jas - frak

∙ jazeker - abajaut

∙ jeuk - uksel

∙ jicht - pooitje

∙ jongste - kakkenestje

∙ jullie - gulder

∙ kaalhoofdige - pletskop

∙ kalf - mutten

∙ kameel - kemel

∙ kapoen - kastaar

∙ karwei - krawei

∙ kauwgom - tutefruut

∙ kermis - karremis

∙ kers - kauzebees

∙ kikker - puit

∙ kikkervisje - oekedoel

∙ kittigaard - buzzeke vlooin

∙ kleefpleister - spannendrap

∙ kleinigheid - eileniet

∙ kletsnat - zeekend nat

∙ kleuterschool - kakschool

∙ klevertje - lakkerke

∙ klungenaar - moeëskloojt

∙ knikker - marrebol

∙ knoedel - kneutel

∙ knutselaar - fottereiër

∙ kookvuur - kwieseneir

∙ koortsblaas - kusseblaus

∙ koprol - kunstlabaarg

∙ kort daarna - kursnadien

∙ kortademig - deimpich

∙ kuren - karrèssen

∙ kus - toot

∙ kussenovertrek - kusflawijn

∙ kwade vrouw - pieketijn

∙ lang haar - kallot

∙ lenen of gebruiken - bezen

∙ leugen - foef

∙ libel - sinksepeird

∙ lies - ieëkenis

∙ ligzetel - sjèslong

∙ lopende neus - snotkeijs

∙ luidspreker - oparluir

∙ luierik - lampoep

∙ luierik - lamzak

∙ lukraak - opgoevallentuit

∙ magneet - trekijzer

(6)

∙ man - mannemeins

∙ meid - masen

∙ meikever - bomboart, meuleneir

∙ middenin - talvenin

∙ mier - murezjieker

∙ minnaar - aunoar

∙ mond - bakkes

∙ morgen - maren

∙ muntstukje - seins

∙ naakt - padder

∙ naargelang - nauvenant

∙ nauwelijks, amper - nog nie bekan

∙ neusverkoudheid - sneuvering

∙ nietsnut - flierefluiter,leegganger, bietskoemer

∙ nieuwsgierig - kreus

∙ nochtans - pertang

∙ noppes - baud zjemmenas

∙ om de haverklap - allegedurigen

∙ om de twee dagen - alooveraunderendag

∙ omelet - aakoek

∙ onbeschofte - asgranterik

∙ onbestaande kleur - appelblauzieegroen

∙ onderjurk - kombieniezon

∙ ongeduldig - kittech

∙ ongeveer - doaërovontreint

∙ onhandige - kloefkapper

∙ onkruid - rauchaat

∙ onnauwkeurig - alfzijgat

∙ onnozelaar - annewuiten, kloeëtzak

∙ onontwanbare knoop - knossel

∙ ontsteltenis - alteroaësie

∙ ooit - vazzeleven

∙ opgeblazen - opgepoeft

∙ opnieuw - opnuuf

∙ optooien - optalloeëren

∙ overbrugging beek - kanduit

∙ overgordijnen - drapperies

∙ overjas - pardessu

∙ paardenbloem - pisblom, , molsaloau

∙ paardevlieg - daus

∙ pak slaag - poefing

∙ pantoffels - sletsen

∙ parkiet - perruus

∙ peer - flip

∙ peperkoek - pomkoek

∙ perzik - paus

∙ pier - pielewuiter

∙ pissebed - vaarkensluis

∙ plantrekker - karrottentrekker

∙ plichtplegingen - servetuten

∙ postzegel - tember

∙ praatvaardig - klapsommech

∙ praatzieke - tettergat of -kont

(7)

∙ profiteur - opuitichoaërt

∙ ragebol - kopjauger

∙ rare snuiter - kwiestenbiebel

∙ razend - oeërendul

∙ redeneren - rizzeneren

∙ regulator klok - riggelateur

∙ roddelaarster - klappei

∙ rolluik - persjin

∙ rommel - bucht

∙ rozijnenkoek - bezekoek

∙ rubber - katsjoe

∙ ruilen - mangelen

∙ ruïneren - verinneweren

∙ ruzie - ruus, bazaar

∙ schaduw - lommerte

∙ scheeflopen - nevest de pot pissen

∙ schommel - bijs

∙ schommelpaard - bijzepeiert

∙ schroevendraaier - toernavies

∙ schrokken - boefen of fretten

∙ seringen - zjuzemienen

∙ sintels - seindels

∙ slaag - guts of poef

∙ slabbetje - bavet

∙ slagboom - barieel

∙ slechte kaarter - plansierkoaërter

∙ slechte waar - kammelot

∙ slenteren - dreevelen

∙ slippers - teensletsen

∙ slordig gekleed - aungestisselt

∙ smid - maschaul

∙ snars - knijt

∙ snoever - blageur

∙ spartelen - klawieteren

∙ spatbord - gardeboe, spieëtlap

∙ spiegelei - peirdenooig

∙ spitsmuis - piepedolleke

∙ spitten - spetten

∙ splinter - spleinter

∙ spuwen - spuchelen

∙ step - trottinet

∙ stijfsel - stissel

∙ stok - klipper

∙ stomdronken - poepeloerezat

∙ stommerik - mutten

∙ stootkarretje - pierewiet

∙ stortregenen - zjakken

∙ stotteren - akkelen

∙ straks - sebiet

∙ stuipen - sèskens

∙ sukkelen - zjoompelen

∙ sul - zjoeben

∙ t -

(8)

∙ teenslippers - tieensletsen

∙ tegenwoordig - sinnewoarig

∙ ten hoogste - oeëp-en-al

∙ terwijl - binst

∙ tintelen - singelen

∙ tobbe - bassing

∙ toch niet waar zeker - allatoe

∙ tuk op - scheutig

∙ turnen - zjumenas

∙ uiteindelijk - ommenduur

∙ uiteraard - vanaages

∙ uitlaat - sjapmeint

∙ uurwerk - loozie

∙ vals spelen - oaërzakken

∙ veiligheidsspeld - toespel

∙ vensterluik - blaffetuur

∙ vergiet - stramijn

∙ verloofde - koeketien

∙ veroorloven - permeteren

∙ verschillende - tefreinte

∙ verstoppertje - katjeverstoppertje

∙ verzekeren - verassereren

∙ vest - ziep

∙ veter - neisteling

∙ vleermuis - floermuis

∙ vleien - mauvaugen

∙ vlinder - mottevijver

∙ voetpad - plansier

∙ volle gas - gaas planchee

∙ vooruitgaan - avveseren

∙ vooruitgang - avans

∙ vork - verket

∙ vrijgevig - rijaul

∙ vrouw - vrameins

∙ vuilaard - mottigoard

∙ vuile vrouw - plodde

∙ vuiligheid - drets

∙ waarlijk - permeintelijk

∙ wasknijper - outespel

∙ waterdicht tafelkleed - twoalseree

∙ WC / toilet - 't gemak of 't huske

∙ weerom - verdrom

∙ weigeren - riffeseren

∙ wesp - weps

∙ windhoos - beirlavrau

∙ woonwagenbewoner - brakman

∙ worst - wuist

∙ wrat - wurt

∙ zeemvel - zjemelap

∙ zenuwpees - buzzeke vloo'n

∙ zeurder - biebaur

∙ zeurderig - flamijnich

∙ zeuren - kneuten

(9)

∙ zigeuner - bojeemer

∙ zijn best doen - zijn devoren doen

∙ zijspan - sietekaar

∙ zo dom als ... - zo stom as 't achterste van een vaaren

∙ zoethout - kalissenhout

∙ zolder - 't opperste

∙ zon en regen - duvelkeskarmis

∙ zorgdragen - goarslaugen

Dit woordenboek 'Vels' is samengesteld door bezoekers van www.mijnwoordenboek.nl. Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En dat is met name fi jn voor de teams met de twee linkerhanden en deelnemers, vooral recreantenteams, die het ieder jaar veel drukker hebben met het thema, de outfi t,

Aangezien Saki en Conejo heel groot zijn, gaan we vandaag iets spelen wat zij graag doen?. We doen megaspelen, alles in het

Wij heten alle nieuwe leerlingen die deze week op onze school zijn begonnen, van harte welkom en wensen ze een fijne tijd op onze school.. HIEP HIEP HOERA De jarigen van deze

Wanneer een veel voorkomend klein bouwwerk niet aan de toetscriteria voldoet of wanneer er sprake is van een bijzondere situatie, waarbij twijfel bestaat aan de toepasbaarheid van

Het regioteam richt zich niet alleen op het oplossen van knelpunten en het behartigen van de belangen van de leden van het Watersportverbond, maar richt zich ook op de belangen van

Erecode voor Wadliefhebbers De Erecode voor Wadliefhebbers is een set van gedragsregels om zo de natuur van het Waddengebied te beschermen en te behouden?. Zo kunnen dieren

Als er in totaal 8 verschillende vlippo’s zijn, dan zou het natuurlijk leuk zijn als je die alle 8 hebt na het kopen van precies 8 zakken knabbelchips.. De kans dat zoiets gebeurt,

1 uit een geactiveerde B-lymfocyt ontstaan grote hoeveelheden plasmacellen die allemaal hetzelfde immunoglobuline produceren;.. 2 B-lymfocyten verplaatsen zich vanuit het beenmerg