Aanvullende statische berekening
Datum : 16-11-2016
Bouwplan Plan voor het verbouwen van een boerderij aan de Heitrak 20 te Neerkant
Constructeur : Van Gerven Advies Voor Bouwconstructies Rosheuvelsedijk 15
5521 PZ Eersel tel: 06-54338041
e-mail: info@vangervenabc.nl Ontwerper : Van Empel bouwadvies
Postelseweg 135 5521 RD Eersel tel: 06-51731853
e-mail: info@vanempelbouwadvies.nl Opdrachtgever : Pascal Jonkers en Danielle Merkx
Heitrak 20 te Neerkant Projectnr : C16054
C16054 Aanvullende constructieberekening
1
INHOUDSOPGAVE.
INHOUDSOPGAVE. --- 1
ALGEMENE GEGEVENS. --- 2
STABILITEIT --- 2
GEBOUWCLASSIFICATIE --- 2
COMBINATIE FACTOREN --- 2
PARTIELE FACTOREN --- 2
BELASTINGEN --- 3
CONSTRUCTIESCHEMA’S. --- 4
RENVOOI --- 4
KAPPLAN --- 5
VERDIEPINGSVLOER --- 6
FUNDERING --- 7
GORDINGEN ALTERNATIEF. --- 8
SLAPER. --- 9
T.P.V. DOORBRAAK BIJ ENSUITE --- 9
STALEN LIGGERS EN KOLOMMEN. --- 10
LIGGER T.P.V. VERDIEPINGSVLOER BOVEN KEUKEN --- 10
LIGGER T.P.V. VERDIEPINGSVLOER BOVEN WOONKAMER --- 11
KOLOMMEN --- 12
BEREKENING FUNDERING. --- 13
STROKEN NIEUW --- 13
AANSTORTINGEN NIEUW --- 13
AANSTORTINGEN NIEUW T.P.V. STALEN KOLOMMEN --- 13
ALGEMENE RICHTLIJNEN UITVOERING GRONDVERBETERING. (VLGS NEN6740) --- 14
C16054 Aanvullende constructieberekening
2
ALGEMENE GEGEVENS.
Stabiliteit
Blijft ongewijzigd (geschoorde) spanten, schijfwerking van vloeren en wanden.
Gebouwclassificatie
Gebouwfunctie: eengezinswoning
Ontwerplevensduur: klasse 3: 50 jaar
Gevolgklasse: CC1
Betrouwbaarheidsklasse: RC1 kFI = 0,90
Combinatie factoren
Uiterste grenstoestand: Bruikbaarheids grenstoestand:
- evenwicht: - karakteristiek (onomkeerbaar)
- fundamenteel: - frequent (omkeerbaar)
- bijzonder: - quasi-blijvend (lange termijn)
Partiele factoren Groep A:
Toets EQU 6.10: blijvend: 1,10 veranderlijk: 1,50 + 1,50 x ii>
blijvend gunstig: blijvend: 0,90 veranderlijk: 1,50 + 1,50 x ii>
Groep B:
Toets STR/GEO 6.10a: blijvend: 1,35 xkFI veranderlijk: 1,50 x ii≥xkFI
blijvend gunstig: blijvend: 0,90 veranderlijk: 1,50 x ii≥xkFI
Toets STR/GEO 6.10b: blijvend: 1,35 x ξ xkFI veranderlijk: 1,50 xkFI + 1,50 x ii> xkFI
blijvend gunstig: blijvend: 0,90 veranderlijk: 1,50 xkFI + 1,50 x ii> xkFI
Reductie blijvende belasting: ξ = 0,89 volgens de nationale bijlage
Blijvende belasting 6.10a: g xkFI = 1,35 x 0,90 = 1,22 / g
6.10b: g x ξ xkFI = 1,35 x 0,89 x 0,90 = 1,08 / g
Veranderlijke belasting: 6.10a/b: qxkFI = 1,50 x 0,90 = 1,35 Groep C:
Toets STR/GEO 6.10: blijvend: 1,00 veranderlijk: 1,30 + 1,30 x ii>
C16054 Aanvullende constructieberekening
3
Belastingen
FUNDERING: In de berekening wordt uitgegaan van een fundering op staal. Er moet minimaal een vaste laag van 1500mm aanwezig zijn, In het werk te controle met handsondeer- apparaat, waarde > 4 MPa op 800 – Peil gemeten met een conus van 1 cm2. toelaatbare gronddruk: stroken: frd = 125 kN/m2 (rekenwaarde)
poeren: frd = 135 kN/m2 (rekenwaarde) Kap:
permanente belasting: dakhelling a = 47
pannendak, dakplaten, en gordingen = 0,70 kN/m2
= kN/m2
gk/cos a = 1,03 kN/m2
(sneeuw, wind en regen zie verder) qk = 0,00 kN/m2
Platdak:
permanente belasting:
mastiek, isolatie dakplaat en balklaag = 0,36 kN/m2
plafond = 0,20 kN/m2
gk = 0,56 kN/m2
opgelegde belasting NEN-EN1991 tabel 6.1 (sneeuw, wind en regen zie verder)
qk = 1,00 kN/m2
Verdiepingsvloer:
permanente belasting:
afwerkvloer = 1,40 kN/m2
systeemvloer (broodjes vloer o.g.) = 3,50 kN/m2
stucwerk = 0,20 kN/m2
= kN/m2
gk = 5,10 kN/m2
opgelegde belasting NEN-EN1991 tabel 6.2 = 1,75 kN/m2
lichte scheidingswanden 0/0,5/0,8/1,2 = 0,80 kN/m2
qk = 2,55 kN/m2
Wanden e.d.:
1/2 steens 100 mm dikte = 2,00 kN/m2
tussen wanden 140 mm dikte = 3,00 kN/m2
spouwmuur en steens = 4,40 kN/m2
C16054 Aanvullende constructieberekening
4
CONSTRUCTIESCHEMA’S.
Renvooi
STAALWERK:
- constructiestaal S235 - lassen amin = 5mm
- voetplaten min. t=12mm + 4 ankers M12-4.6
- liggers en lateien minimaal 150mm opleggen bij openingen tot maximaal 1500mm - liggers en lateien minimaal 200mm opleggen bij openingen groter of gelijk aan 1500mm - hoekstalen in buitenblad thermisch verzinken- hoekstalen in buitenblad thermisch verzinken - verbindingen volgens tekening en berekening staalleverancier
- metselwerk verankeren aan kolommen met ankers rond 5 hoh 400mm - staalwerk onder maaiveld doeltreffend behandelen tegen corrosie
- tekening en berekening ter controle naar hoofdconstructeur en bouw- en woningtoezicht METSELWERK
- volgens NEN-EN-1996-1-1 versie 2010: steenconstructies
- baksteen f'm=10N/mm2 en mortel M5 voor zuigende bakstenen en M10 voor niet zuigende stenen.
- dragende wanden: poriso of kalkzandsteen f’m ≥ 15N/mm2 (of gelijkwaardig) HOUTWERK:
- standaard kaphout C18
- houtwerk daken verankeren tbv opwaaien BEGANE GRONDVLOER:
- beton op zand, h=100mm - beton C20/25, milieuklasse: XC2, dekking onder: 70mm
- wapening: # rond 6-150 FUNDERING:
- beton C20/25, dikte stroken en poeren 300mm, tenzij anders aangegeven - milieuklasse XC2, dekking: stroken en poeren: 35mm
- wapening: #rond8-150
- aanlegdiepte: 800-P of bestaand, tenzij anders aangegeven GRONDWERK:
- fundering op vaste grondslag, in het werk te controleren m.b.v. handsonderingen en waar nodig grondverbetering of nader grondonderzoek toepassen, e.e.a. in overleg met de hoofdconstructeur en Bouw- en Woningtoezicht.
Dit alles geldt tenzij het anders is aangegeven.
C16054 Aanvullende constructieberekening
8
GORDINGEN ALTERNATIEF.
overspanning (m): : 4,00 sterktekl.: C18
h.o.h. (m) : : 1,90
dakhelling a : : 47 bebouwd: j
ontwerplevensduur: : 50 klimaatkl.: 1
belastingen :
eigengewicht : gk = 0,70 kN/m2 , sneeuw:
u1 = 0,8*( 60-a/30) = = 0,34666667
Sk = 0,70 kN/m2 ,
s=u1.Ce.Ct.Sk = = 0,24 kN/m2
wind: CsCd =1 Cpi=+/- 0,3, Cpe;dr = 0,7
qp = 0,48 kN/m2 ,
Cs.Cd.(Cpe+Cpi).qp = = 0,48 kN/m2
belasting gevallen :
B.G. 1 e.g.= h.o.h.*gk*cos a = = 0,91 kN/m * 1,22= 1,11 kN/m
B.G. 2 sn.= h.o.h.*qsk*cosa^2= = 0,21 kN/m * 1,35= 0,29 kN/m
B.G. 3 wind= h.o.h. * qwk = = 0,91 kN/m * 1,35= 1,23 kN/m
belastingcombinaties : [1] = B.G.1 + B.G.2, [2] = B.G.1 +B.G.3
maatgevende combinatie = qd maatg.= 2,34 kN/m
sterktecontrole : b = 71mm h = 221mm Wy = 577952 mm3 Iy = 63863677,58 mm4
fm;0;d = fm;0;k / 1,3 *Kmod*Kh = = 9,0 Nmm2
Kh = (150/h)^0,2 < 1,3 = 0,92542195
Kmod = 0,7 accept.
MEd = 1/8 * qd maatg. * L^2 = = 4,68 kNm
sigma;m;0;d = MEd / Wy = = 8,09 Nmm2
doorbuiging :
E mean = 9000 N/mm2
E mean;def = E mean/(1+Kdef) K def = 0,6 w net,fin =w inst +w creep-w c
U inst;G = 5 / 384 * gk * L^4 / E mean * Iy = = 5,3 mm
U inst;Q = 5 / 384 * qk * L^4 / E mean * Iy = = 5,3 mm
U onmidd.=Uinst G = 5,3 mm
U fin G = U inst G.(1+Kdef) = = 8,4 mm
=
U fin Q= U inst Q.(1+psi.Kdef) = = 5,3 mm
psi = 0
Ueind = U fin - zeeg = 13,7 mm < 0,004 * L
16 mm
Utot = Ueind VOLDOET
Ubij = U fin - U inst G = 8,4 mm < 0,004 * L
16 mm
C16054 Aanvullende constructieberekening
9
SLAPER.
t.p.v. doorbraak bij ensuite
overspanning (m): : 3,20 sterktekl.: C18
h.o.h. (m) : : 4,00
dakhelling a : : 47 bebouwd: j
ontwerplevensduur: : 50 klimaatkl.: 1
belastingen :
eigengewicht : gk = 0,70 kN/m2 , sneeuw:
u1 = 0,8*( 60-a/30) = = 0,34666667
Sk = 0,70 kN/m2 ,
s=u1.Ce.Ct.Sk = = 0,24 kN/m2
wind: CsCd =1 Cpi=+/- 0,3, Cpe;dr = 0,7
qp = 0,48 kN/m2 ,
Cs.Cd.(Cpe+Cpi).qp = = 0,48 kN/m2
belasting gevallen :
B.G. 1 e.g.= h.o.h.*gk*cos a = = 1,91 kN/m * 1,22= 2,33 kN/m
B.G. 2 sn.= h.o.h.*qsk*cosa^2= = 0,45 kN/m * 1,35= 0,61 kN/m
B.G. 3 wind= h.o.h. * qwk = = 1,92 kN/m * 1,35= 2,59 kN/m
belastingcombinaties : [1] = B.G.1 + B.G.2, [2] = B.G.1 +B.G.3
maatgevende combinatie = qd maatg.= 4,92 kN/m
sterktecontrole : b = 71mm h = 221mm Wy = 577952 mm3 Iy = 63863677,58 mm4
fm;0;d = fm;0;k / 1,3 *Kmod*Kh = = 9,0 Nmm2
Kh = (150/h)^0,2 < 1,3 = 0,92542195
Kmod = 0,7 accept.
MEd = 1/8 * qd maatg. * L^2 = = 6,30 kNm
sigma;m;0;d = MEd / Wy = = 10,90 Nmm2
doorbuiging :
E mean = 9000 N/mm2
E mean;def = E mean/(1+Kdef) K def = 0,6 w net,fin =w inst +w creep-w c
U inst;G = 5 / 384 * gk * L^4 / E mean * Iy = = 4,5 mm U inst;Q = 5 / 384 * qk * L^4 / E mean * Iy = = 4,6 mm
U onmidd.=Uinst G = 4,5 mm
U fin G = U inst G.(1+Kdef) = = 7,3 mm
=
U fin Q= U inst Q.(1+psi.Kdef) = = 4,6 mm
psi = 0
Ueind = U fin - zeeg = 11,8 mm < 0,004 * L
12,8 mm
Utot = Ueind VOLDOET
Ubij = U fin - U inst G = 7,3 mm < 0,004 * L
12,8 mm
C16054 Aanvullende constructieberekening
10
STALEN LIGGERS EN KOLOMMEN.
Ligger t.p.v. verdiepingsvloer boven keuken
overspanningslengte (L) : 4,00 m
q b / h
permanente belasting:
uit kapconstructie; 1,03 x 0,00 = 0,00 kN/m1
uit platdak dakkapel 0,56 x 2,00 = 1,12 kN/m1
uit wand 1 e verd. 2,00 x 2,40 = 4,80 kN/m1
uit verdiepingsvloer; 5,10 x 4,50 = 22,95 kN/m1
0,00 x 0,00 = 0,00 kN/m1
uit eigen gewicht; = 0,60 kN/m1
gk;tot. = 29,47 kN/m1
gd;tot.= 29,47 x 1,22 = 35,95 kN/m1
Fp uit spant, 1,03x4x5,5 22,7 kN
veranderlijke belasting:
uit kap; 0,00 x 0,00 = 0,00 kN/m1
uit verdiepingsvloer; 2,55 x 4,50 = 11,48 kN/m1
0,00 x 0,00 = 0,00 kN/m1
0,00 x 0,00 = 0,00 kN/m1
qk;tot. = 11,475 kN/m1
qd;tot.= 11,48 x 1,35 = 15,49 kN/m1
qk;tot.= 29,47 + 11,475 = 40,95 kN/m1
qd;tot.= 35,95 + 15,49 = 51,44 kN/m1
F vb spant, 0,43x0,7x4x5,5 6,7 kN
M Ed = 1/8 * q;rek;tot. * L^2 = 102,89 kNm
MF = 1/4 * F rek* L = 9,18475 kNm
N Ed = 0,5 * q;rek;tot. * L = 102,89 kN N Ed F= 0,5 *(1,22X22,7+1,35X6,7= 18,3695 KN
N E d tot.: = 121,26 kN
KEUZE:
HEB-200 Wy = 570x 10^3 mm3
Iy = 5696x 10^4 mm4
met plaat minimaal 360x10 mm b = 200 mm
met ketting las 5x200 verspringend 200 mm
sigma Ed = M Ed tot/ Wy = 197 Nmm2 < 235 N/mm2 VOLD
U fin = 5 / 384 * qk;tot * L^4 / E * Iy = 11,4 mm < 0,004 * L 16 mm U fin 2 = 1 / 48* Fk;tot * L^3 / E * Iy = 3,3 mm
keuze koker 2 zie verder
sigma'd / 1,0 = N Ed * 1000 / 1,0 * b * l = 2,6 N / mm2 < fk / 1,7= 3,1 N / mm2 steensoort fb=15 N/mm2 en mortel M5 fk = K. fb^ fm^ = 5,2
minimale opleglengte (l) bedraagt: 200mm
C16054 Aanvullende constructieberekening
11
Ligger t.p.v. verdiepingsvloer boven woonkamer
overspanningslengte (L) : 5,50 m
q b / h
permanente belasting:
uit kapconstructie; 1,03 x 0,00 = 0,00 kN/m1
uit platdak dakkapel 0,56 x 0,00 = 0,00 kN/m1
uit leuning 1 e verd. 0,50 x 1,00 = 0,50 kN/m1
uit verdiepingsvloer; 5,10 x 2,00 = 10,20 kN/m1
0,00 x 0,00 = 0,00 kN/m1
uit eigen gewicht; = 0,60 kN/m1
gk;tot. = 11,30 kN/m1
gd;tot.= 11,30 x 1,22 = 13,79 kN/m1
Fp uit spant, 1,03x4x5,5 22,7 kN
veranderlijke belasting:
uit kap; 0,00 x 0,00 = 0,00 kN/m1
uit verdiepingsvloer; 2,55 x 2,00 = 5,10 kN/m1
v.b. leuning 1,00 x 1,00 = 1,00 kN/m1
0,00 x 0,00 = 0,00 kN/m1
qk;tot. = 6,1 kN/m1
qd;tot.= 6,10 x 1,35 = 8,24 kN/m1
qk;tot.= 11,30 + 6,1 = 17,40 kN/m1
qd;tot.= 13,79 + 8,24 = 22,02 kN/m1
F vb spant, 0,43x0,7x4x5,5 6,7 kN
M Ed = 1/8 * q;rek;tot. * L^2 = 83,27 kNm MF = 5/5,5 * F rek* 0,5 = 16,699545 kNm N Ed = 0,5 * q;rek;tot. * L = 60,56 kN N Ed F= 5/5,5 *(1,22X22,7+1,35X6,7)= 33,399091 KN
N E d tot.: = 93,96 kN
KEUZE:
HEA 240 Wy = 542x 10^3 mm3
met weggeslepen bovenflens Iy = 5822x 10^4 mm4
b = 240 mm
sigma Ed = M Ed tot/ Wy = 184 Nmm2 < 235 N/mm2 VOLD
U fin = 5 / 384 * qk;tot * L^4 / E * Iy = 17,0 mm < 0,004 * L 22 mm U fin 2 = 0,25 * 1 / 48* Fk;tot * L^3 / E * Iy = 2,1 mm
keuze: koker 1 zie verder
sigma'd / 1,0 = N Edtot * 1000 / 1,0 * b * l = 2,0 N / mm2 < fk / 1,7= 3,1 N / mm2 steensoort fb=15 N/mm2 en mortel M5 fk = K. fb^ fm^ = 5,2
minimale opleglengte (l) bedraagt: 200mm
C16054 Aanvullende constructieberekening
12
Kolommen
Project : Verbouwing te Neerkant Onderdeel : Kolom 1
Datum : 15/11/2016 Eenheden : kN/m/rad
Toegepaste normen volgens Eurocode met Nederlandse NB
Belastingen NEN-EN 1990:2002 C2:2010 NB:2011(nl) NEN-EN 1991-1-1:2002 C1:2009 NB:2011(nl) Staal NEN-EN 1993-1-1:2006 C2:2009 NB:2011(nl)
Knikstabiliteit. (S)
Profielnaam : K80/80/5CF Doorsnedeklasse : 1 Gewalst/gelast (1/2) : 1 Vloeispanning [N/mm2]: 275 Omega-kip : 1.000
-- Geschoord in het vlak -- -- Geschoord uit het vlak -- L-systeem [m] : 2.70
Kniklengte gesch. [m] : 2.70 Kniklengte gesch. [m] : 2.70 Moment begin [kNm] : 3.80 Moment midden [kNm] : 1.90 Moment eind [kNm] : 0.00 Normaalkracht [kN] : -94.00 Aanpend.belasting [kN] : -94.00 Belastingfactor : 1.00 Resultaten
Toegepast artikel : 6.3.3 Omega-buc/e* : 0.524 Unity-check y-as : 0.739 Unity-check z-as : 0.454
Project : Verbouwing te Neerkant Onderdeel : Kolom 2
Datum : 15/11/2016 Eenheden : kN/m/rad
Toegepaste normen volgens Eurocode met Nederlandse NB
Belastingen NEN-EN 1990:2002 C2:2010 NB:2011(nl) NEN-EN 1991-1-1:2002 C1:2009 NB:2011(nl) Staal NEN-EN 1993-1-1:2006 C2:2009 NB:2011(nl)
Knikstabiliteit. (S)
Profielnaam : K100/100/5CF Doorsnedeklasse : 1 Gewalst/gelast (1/2) : 1 Vloeispanning [N/mm2]: 275 Omega-kip : 1.000
-- Geschoord in het vlak -- -- Geschoord uit het vlak -- L-systeem [m] : 2.70
Kniklengte gesch. [m] : 2.70 Kniklengte gesch. [m] : 2.70 Moment begin [kNm] : 6.05 Moment midden [kNm] : 3.03 Moment eind [kNm] : 0.00 Normaalkracht [kN] : -215.00 Aanpend.belasting [kN] : -215.00 Belastingfactor : 1.00 Resultaten
Toegepast artikel : 6.3.3 Omega-buc/e* : 0.656 Unity-check y-as : 0.934 Unity-check z-as : 0.649
C16054 Aanvullende constructieberekening
13
BEREKENING FUNDERING.
Uitgangspunt toelaatbare gronddruk minimaal = 125 kN/m2 (rekenwaarde)
Grondslag in het werk te controleren en waar nodig grondverbetering toepassen of nader
grondonderzoek verrichten. Dit alles in overleg met de constructeur en bouw- en woningtoezicht.
Stroken nieuw
Maximale grondspanning = 125 kN/m2 Keuze stroken praktisch:
- dragend metselwerk /h.s.b. o.g.: 500 x 300mm Wapening: # ø8-150 [onderin]
Aanstortingen nieuw
Keuze aanstortingen praktisch:
- buitenblad metselwerk: 300 x 500mm
- koppelen aan bestaande fundering met inboorstekken M10-300 O/B Wapening: # ø8-150 [onderin en bovenin]
Aanstortingen nieuw t.p.v. stalen kolommen
Keuze aanstortingen praktisch:
- t.p.v. gevel kolom 80.80.5 k1 verbreden aan de binnen zijde LxBxH 1000x500x500 mm - koppelen aan bestaande fundering met inboorstekken M10-300 O/B
- wapening: # ø8-150 [onderin en bovenin]
- kolommen vastzetten met voetplaat / kopplaat 15 mm dikte en 4 M16 O/B
- t.p.v. tussen kolommen K2 100.100.5 verbreden aan twee zijden LxBxH 1500x500x500 mm En 200 mm over bestaande fundering (samen met vloer) waarin de ankers gestort worden!
- koppelen aan bestaande fundering met inboorstekken M10-300 O/B - wapening: # ø8-150 [onderin en bovenin]
- kolommen vastzetten met voetplaat / kopplaat 15 mm dikte en 4 M16 O/B
C16054 Aanvullende constructieberekening
14
ALGEMENE RICHTLIJNEN UITVOERING GRONDVERBETERING.
(vlgs NEN6740) Zandaanvulling.Nadat tot de geadviseerde diepte is ontgraven, moet tot de onderkant van de fundering, en in het geval dat de vloeren op staal worden gefundeerd tot onderkant vloer, een goed verdicht zandpakket worden aangebracht.
De grondverbetering moet tenminste worden aangebracht binnen een gebied waarin de belasting onder 45 spreidt.
Voor de uitvoering dienen de volgende richtlijnen te worden gevolgd:
het ontgravingsvlak moet worden verdicht wanneer dat tijdens de graafwerkzaamheden verstoord is. Dit is alleen mogelijk wanneer zich onder het ontgravingsniveau niet cohesieve grond bevindt.
het aanvulmateriaal moet laagsgewijs mechanisch worden verdicht door middel van trilapparatuur. Het is niet toegestaan een grondverbetering uit te voeren, waarbij aanplempen of inwateren van zand wordt toegepast.
de laagdikte dient tijdens het verdichten bij voorkeur beperkt te blijven tot 0.3m. Bij grondverbetering van kleine afmetingen moet afhankelijk van de toegepaste verdichtingsapparatuur de laagdikte worden beperkt.
Naastliggende gebouwen:
Nagegaan moet worden of de noodzakelijke ontgravingen zonder risico voor de belendingen kunnen worden uitgevoerd.
Kwaliteitseisen:
Als aanvulmateriaal moet goed te verdichten zand worden gebruikt. Dit moet aan de volgende eigenschappen voldoen:
de korrelfractie kleiner dan 0.063mm dient bij voorkeur lager te zijn dan 5 gewichtsprocenten, maar mag niet hoger zijn dan 10 gewichtsprocenten.
de gelijkmatigheidscoëfficiënt D60/D10 moet tenminste 2 zijn. D60 = korreldiameter met een zeefdoorval van 60 gewichtsprocenten. D10 = korreldiameter met een zeefdoorval van 10 gewichtsprocenten.
het humusgehalte mag ten hoogste 2 gewichtsprocenten bedragen.
de korrelvorm dient bij voorkeur enigszins rechthoekig te zijn.
over het algemeen wordt een goede verdichting verkregen bij een vochtpercentage van ongeveer 6 à 12%. het optimale vochtpercentage is door middel van proctorproeven nauwkeurig te bepalen.
in plaats van zand kan desgewenst ook goed te verdichten stolgrind worden toegepast. Hierbij geldt echter een gelijkmatigheidscoëfficiënt D60/D10 van tenminste 2.
Indien zand wordt toegepast dat niet geheel aan bovengenoemde eisen voldoet dan kan, ten koste van meer verdichtingsenergie en/of mogelijke vertraging bij ongunstige weersomstandigheden, toch nog het gewenste resultaat worden bereikt.
Verdichting:
Het verdichten van de zandaanvulling moet laagsgewijs, zoveel mogelijk in kruislings gerichte gangen, worden uitgevoerd. In onderstaande tabel zijn ter indicatie gegevens verstrekt voor de aan te wenden verdichtingsappa- ratuur. Eén en ander af te stemmen op de kwaliteit van het zand en het te verdichten oppervlak.
Gew. Trilplaat [kN] Centrifuge kracht [kN] Capaciteit [m2/uur] Laagdikte [m]
1,5 à 2,0 15 200 0.15
2,0 à 3,5 30 300 0.20
3,5 à 5,0 40 400 0.30
Controle verdichting :
Controle op de grondverbetering kan worden verricht middels sonderingen. Als maatstaf kan uitgegaan worden van een sonderingsweerstand van globaal 5 Mpa (laagbouw) tot 10 Mpa (hoogbouw) op een diepte van 0.5m. Eén en ander afhankelijk van de funderingsdrukken en vervormingsgevoeligheid van het bouwwerk. Tussen de bovenkant grondverbetering en 0.50m hieronder moet de conusweerstand gelijkmatig toenemen.
C16054 Aanvullende constructieberekening
15
Grondwater/bemaling:
Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden voor de grondverbetering moet het grondwaterniveau zonodig worden verlaagd, zodanig dat de bodem van de put droog is en de grondwaterstand zich buiten de invloedssfeer van de verdichtingsapparatuur bevindt. Wanneer de grondwaterstand te hoog is, kan afhankelijk van de
waterdoorlatendheid van het toegepaste zand, de ondergrond en de gebruikte verdichtingsapparatuur, een
“drijfzand”situatie ontstaan. Eén en ander heeft tot gevolg dat verdichting onmogelijk wordt. Over het algemeen zal een verlaging van het grondwaterniveau met hulp van een bemaling tot 0.5m onder de putbodem het gewenste resultaat opleveren
In voorkomende gevallen is het mogelijk een kwalitatief goede grondverbetering te realiseren door de juiste afstemming van ontgravingsdiepte, laagdikte, grondwaterniveau en verdichtingsapparatuur.
De grondwaterspiegel mag niet meer worden verlaagd dan voor een goede uitvoering van de grondverbetering noodzakelijk is. Ook de bemalingsduur moet zoveel mogelijk worden beperkt.