• No results found

Voorzover de tekst in dit 2 e verslag afwijkt van die in het 1 e verslag, is de tekst vetgedrukt!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voorzover de tekst in dit 2 e verslag afwijkt van die in het 1 e verslag, is de tekst vetgedrukt!"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in het faillissement van Wierdens Houthandel BV

feitelijk gevestigd te 7642 NN Wierden, aan de Rijssensestraat 136-b

Faillissementsnummer: F 2009/15 Uitspraak faillissement: 14 januari 2009 Rechter-commissaris: mr M.M. Lorist

Curator: mr S.J. de Vries te Zwolle Datum verslag: 5 mei 2009

Voorzover de tekst in dit 2

e

verslag afwijkt van die in het 1

e

verslag, is de tekst vetgedrukt!

I. Inventarisatie 1.0 algemeen

Het faillissement van Wierdens Houthandel BV is door de rechtbank Almelo op 14 januari 2009 uitgesproken, zulks op basis van een verzoekschrift daartoe van de zijde van een

crediteur, Vervor BV. Wierdens Houthandel hield zich blijkens het Handelsregister bezig met de handel in bouwmaterialen, bouten en aanverwante artikelen alsmede met

timmerwerkzaamheden. Laatstgenoemde werkzaamheden hebben betrekking op plaatsing van (inbouw-)wandkasten, blokhutten, schutten en dergelijke.

Op de datum van faillissement waren de bedrijfsactiviteiten gestaakt en de toegang tot het pand was door de Belastingdienst afgesloten na diverse gelegde executoriale beslagen. In december 2008 was er ook al een executieverkoop gepland die uiteindelijk niet is doorgegaan.

De curator heeft echter direct toegang gekregen en heeft de situatie ter plaatse op de dag van faillissement opgenomen.

De curator heeft vervolgens op 20 januari 2009 uitgebreid gesproken met de werknemers die als bedrijfsleider/assisent-bedrijfsleider met de dagelijkse gang van zaken bekend waren. Op die datum heeft de curator ook gesproken met de heer J. Flietstra, directeur.

1.1 Directie en organisatie

De aandelen van Wierdens Houthandel BV worden gehouden door IC Nederland BV. De aandelen van IC Nederland BV zijn in bezit van de heer J. Flietstra, die via IC Nederland ook de bestuurder van Wierdens Houthandel is.

(2)

Via IC Nederland is Flietstra ook eigenaar/bestuurder van Bouwbedrijf Rozenkamp BV, welke vennootschap door de rechtbank Zwolle-Lelystad op 6 januari 2009 failliet is verklaard, met aanstelling van mr S.J. de Vries tot curator.

De eveneens onder IC Nederland BV ‘hangende’ vennootschap IC Nederland Vastgoed BV is door de rechtbank Almelo op 25 februari 2009 in staat van faillissement verklaard, zulks ook met aanstelling van mr S.J. de Vries tot curator

In schema:

J. Flietstra

1.2 Omzet en winst/verlies

De curator heeft een door Accountantskantoor Pouw te Rijssen opgesteld tussentijds rapport over de periode 1 januari t/m 30 september 2007 ontvangen waaruit blijkt van de volgende cijfers over die periode:

2007

Omzet over 9 maanden: € 1.242.866,==

Resultaat over 9 maanden € 52.527,==

1.3 Balanstotaal

IC Nederland BV

IC Nederland Vastgoed BV Wierdens Houthandel BV

Rozenkamp Beheer Nieuw-Heeten BV

Bouwbedrijf Rozenkamp BV

(3)

Uit genoemd tussentijds rapport blijkt per 30 september 2009 van een balanstotaal van

€ 679.164,==.

1.4 Lopende procedures

De curator is niet bekend gemaakt met lopende procedures. Gezien de wijze waarop het faillissement tot stand is gekomen, valt niet uit te sluiten dat er incassoprocedures tegen gefailleerde gelopen hebben. De bekende crediteuren, al dan niet via postblokkade, zijn door de curator aangeschreven en de curator gaat er van uit dat thans geen sprake meer is van nog lopende procedures.

1.5 Verzekeringen

De lopende verzekeringen zijn beëindigd voorzover nog geen sprake was van royement wegens wanbetaling. Inmiddels zijn hiertoe verzoeken gedaan door de curator, waarbij is gevraagd eventuele premierestituties op de faillissementsrekening over te maken.

1.6 Huur

Het pand waarin de onderneming was gevestigd is eigendom van IC Nederland Vastgoed BV, een andere vennootschap van Flietstra. De curator heeft geen huurovereenkomst aangetroffen.

1.7 Oorzaak faillissement

Het faillissement is volgens de bestuurder veroorzaakt door een aantal factoren. De bestuurder heeft de onderneming van Wierdens Houthandel BV eind 2006 overgenomen en heeft

vervolgens een totaalconcept in de mark willen neerzetten door de combinatie van deze onderneming met een bouwbedrijf (Bouwbedrijf Rozenkamp BV) en een schildersbedrijf (Brendeke Schilderwerken).

Vanaf het begin genereerde Wierdens Houthandel te weinig cash flow voor nakoming van de forse financieringsverplichting die voor de overname waren aangegaan. Overname vond plaats zonder eigen middelen. Vervolgens is Bouwbedrijf Rozenkamp overgenomen, op nieuw zonder eigen geld en met financiering van de koopsom. Datzelfde geldt voor genoemd schildersbedrijf. In Bouwbedrijf Rozenkamp bleek vervolgens op lopende projecten sprake van verliezen, ook door gebrek aan ervaring en inzicht in de bouwsector. Deze verliezen cumuleerden met de al te forse financieringsverplichtingen in Wierdens Houthandel en daarna is er geschoven met geld tussen de onderneming. Feitelijk werd volgens de bestuurder het ene gat met het andere gedicht. Flietstra geeft aan uiteindelijk te moeten concluderen dat hij destijds te groot heeft gegokt en heeft verloren.

Uit hetgeen de curator verder heeft vernomen rijst een beeld van een bestuurder die de zaak in ieder geval niet in de grip heeft gehad.

De curator gaat er van uit dat ten aanzien van de inventarisatie geen nadere

werkzaamheden zullen worden verricht, zodat deze werkzaamheden hiermee als afgerond kunnen worden beschouwd. Dit onderdeel zal in latere verslagen dan ook niet terugkeren.

II. Personeel

2.1 aantal werknemers ten tijde van faillissement

Op datum faillissement waren 6 werknemers in dienstbetrekking voor de vennootschap werkzaam.

2.2 aantal werknemers in jaar voorafgaand aan faillissement

(4)

In het Handelsregister wordt melding gemaakt van 7 werknemers.

2.3 datum ontslagaanzegging

De werknemers is na op 15 januari 2009 verkregen toestemming van de rechter-commissaris ontslag aangezegd bij brieven dd. 16 januari 2009. De werknemers zijn vervolgens in overleg met de curator rechtstreeks door het UWV benaderd. Door het UWV is op vrijdag 23 januari 2009 een bijeenkomst belegd waar de vorderingen van werknemers zijn opgenomen.

Door het UWV is nog geen loonvordering gemeld, maar dit zal in latere verslagen onder paragraaf XI (boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging) terugkomen. De werkzaamheden ten aanzien van personeel zijn afgerond en dit onderdeel zal in latere verslagen dan ook niet terugkeren.

III. Activa

3.1 onroerende zaken n.v.t.

3.2 taxaties n.v.t.

3.3 verkoopopbrengst n.v.t.

3.4 hoogte hypotheek n.v.t.

3.5 boedelbijdrage n.v.t.

3.6 bedrijfsmiddelen

Er is sprake van bedrijfsinventaris en voorraad. Door de Belastingdienst is voor datum faillissement beslag gelegd, terwijl de toen aanwezige bedrijfsmiddelen in opdracht van de ABN AMRO Bank als pandhouder op 27 oktober 2008 zijn geïnventariseerd en gewaardeerd door het NTAB.

Na 27 oktober 2008 zijn de nodige voorraden uit het pand verdwenen. Deels zijn zaken door de bestuurder naar een locatie in Nordhorn verplaatst. In overleg met de bank heeft het NTAB ter plaatse een inventarisatie gemaakt.

Het is de vraag of er goederen zijn weggehaald in het zicht van faillissement. Dit dient nog nader door de curator te worden nagegaan.

3.7 Taxaties

Zie hiervoor. Er heeft een hertaxatie plaatsgevonden op basis van de op datum faillissement aanwezige zaken.

3.8 Verkoopopbrengst

De goodwill, inventaris en voorraad in het bedrijfspand in Wierden is verkocht voor in totaal € 77.000,==. Hiervan is na afrekening van de door de bank te betalen boedelbijdrage ad € 1.483,77 en de door de curator aan de bank bij te dragen taxatiekosten ad € 508,45 per saldo € 29.024,68 aan de bank afgedragen als opbrengst van de onder het pandrecht

vallende voorraad.

De roerende zaken die voor faillissement naar Nordhorn zijn vervoerd zijn verkocht voor een bedrag ad € 500,==. Hierbij gaat het om voorraad, zodat de opbrengst aan de bank toekomt. Betaling heeft nog niet plaatsgevonden.

(5)

3.9 Boedelbijdrage

Met de bank is afgesproken dat genoemde totaalkoopsom voor € 30.000,== betrekking heeft op voorraad, voor € 45.000,== op bodemzaken en voor € 2.000,== op goodwill. Over het aan de bank af te dragen bedrag is een boedelbijdrage betaald van € 1.483,77.

Terzake het hiervoor genoemde bedrag voor zaken in Nordhorn bestaat aanspraak op een boedelbijdrage van 10% ofwel € 50,==.

3.10 bodemrecht fiscus

Er zijn door de Belastingdienst diverse vorderingen aangemeld waarvoor het bodemrecht geldt. Jegens de pandhouder is afdracht geclaimd van de opbrengst van de bodemzaken en op die titel is de opbrengst van de inventaris ad € 45.000,== in de boedel gevloeid, uiteraard met aantekening van het voorrecht van de bank.

3.11 andere activa

Door de curator is € 7.136,69 aan kasgeld in beslag genomen en op de faillissementsrekening gestort.

Door de Belastingdienst is kort voor faillissement € 2.881,== aan kasgeld in beslag genomen.

Toegezegd is dat dit bedrag op de faillissementsrekening zal worden gestort. Betaling heeft nog niet plaatsgevonden en de curator heeft in de tweede verslagperiode dan ook

gerappelleerd.

Aan premierestituties op wegens het faillissement geroyeerde verzekeringen is in totaal een bedrag van € 1.949,46 ontvangen.

De curator heeft nog geen andere activa kunnen traceren.

IV. Eigendomsvoorbehoud

Door diverse crediteuren is aanspraak gemaakt op eigendomsvoorbehoud. De curator gaat er van uit dat deze discussies zijn afgerond. In het leeuwendeel van de gevallen konden de eigendomsaanspraken niet worden ‘hard’ gemaakt.

De curator gaat er van uit dat de werkzaamheden in dit kader zijn afgerond en dit onderdeel zal in volgende verslagen dan ook niet terugkeren.

V. debiteuren 5.1 omvang debiteuren

De curator had geen volledig zicht op de omvang van de vorderingen op faillissements- debiteuren, zulks bij gebreke van een toegankelijke administratie en bij gebreke van (een deel van) de bankafschriften van de diverse aangehouden rekeningen. Aanvankelijk leek sprake te zijn van een van debiteuren te vorderen bedrag ad € 172.272,90. Hierbij bleken betalingen sinds oktober 2008 echter niet te zijn verwerkt en alleen op basis van de wel aanwezige afschriften diende bijstelling plaats te vinden tot € 96.688,01.

In overleg met de bank heeft de curator vervolgens de debiteuren aangeschreven. Uit reacties van debiteuren (onder toezending van bewijsstukken) bleek dat ook hiervan al een zeer groot deel betaald was.

(6)

Bovendien bleek dat de bank voordien ook al tot aanschrijving was overgegaan, hetgeen de duidelijkheid niet ten goede is gekomen.

Volgens de huidige informatie van de curator zou nu nog € 42.105,23 aan faillissements- debiteuren openstaan, waarbij voor een groot deel sprake is van betwiste vorderingen. De curator dient met de bank over de verdere aanpak te overleggen.

Aan boedeldebiteuren was sprake van een te vorderen bedrag ad € 13.275,73.

5.2 inschatting incasso

De curator verwacht dat nog verdere incasso mogelijk is op de faillissementsdebiteuren.

5.3 opbrengst

Uiteindelijk is door de curator aan pré-faillissementsdebiteuren tot dusver dan ook slechts

€ 7.796,81 geincasseerd, waarvan de opbrengst na aftrek van een boedelbijdrage aan de bank zou toekomen.

Aan boedeldebiteuren is € 8.589,96 geïncasseerd na enkele terechte klachten. De curator gaat er van uit dat van deze debiteuren geen verdere betalingen te verkrijgen zijn.

5.4 boedelbijdrage

Met de bank is terzake de faillissementsdebiteuren een boedelbijdrage afgesproken van 10% voor het buitengerechtelijk traject. De curator wil hierover nog nader overleg, nu de bank voordien ook zelf al de debiteuren bleek te hebben aangeschreven en voor een deel sprake is van achteraf nodeloze werkzaamheden.

VI. Bank/financiers 6.1 Vordering van de bank

Er werden bankrekeningen aangehouden bij de Postbank, de ING Bank en de ABN AMRO Bank. Door de Postbank (thans ING) is uit hoofde van een tweetal kredieten een vordering gemeld van in totaal € 98.639,96 terwijl door de ING Bank een vordering is gemeld terzake een aan gefailleerde h.o.d.n. W-TCM BV i.o. verstrekt krediet ad € 59.700,36 voor welk krediet gefailleerde aansprakelijk is nu de vennootschap niet is opgericht.

Door de ABN AMRO Bank is een kredietfaciliteit verstrekt uit hoofde waarvan per faillissementsdatum een vordering is gemeld van in totaal € 1.234.989,80.

6.2 Lease:

Er is sprake van diverse leaseovereenkomsten voor bedrijfsauto’s. Voorzover de auto’s zijn aangetroffen heeft de curator meegewerkt aan afgifte van de auto’s.

6.3 Beschrijving zekerheden

Als zekerheid voor de ABN AMRO Bank terzake haar vordering is sprake van verpanding bedrijfsinventaris/voorraad, verpanding debiteuren, een hypotheek op het bedrijfspand en een borgstelling van de bestuurder. Gezien de datum van vestiging, gaat het hierbij om een 1e pandrecht.

Zowel door de ING-Bank als door de Postbank (thans ook ING) is eerst geruime tijd na het uitspreken van het faillissement een pandrecht geclaimd op activa, maar gezien de datum van vestiging gaat het hierbij om een 2e en of 3e pandrecht, dat geen rol speelt gezien de beperkte waarde van de activa afgezet tegen de vordering van de 1e pandhouder.

(7)

6.4 Afwikkeling separatistenpositie

In overleg met de bank heeft de curator de activa inmiddels verkocht, waarvoor wordt verwezen naar het hiervoor in paragraaf III al gestelde omtrent de (verdeling van de) opbrengst. Onderhandse verkoop als totaal is mogelijk geworden doordat IC Nederland Vastgoed BV, eigenaresse van het bedrijfspand waarin gefailleerde haar onderneming uitoefende, in de tweede verslagperiode failleerde en daarmee uitoefening van de ondernemingsactiviteiten op dezelfde plaats mogelijk werd.

6.5 Bedongen boedelbijdragen Zie Paragraaf III en IV.

VII. Doorstart/voortzetten

De ondernemingsactiviteiten waren reeds gestaakt op de datum van faillissement en zijn niet door de curator voortgezet. Door de koper van de activa wordt thans op dezelfde locatie een soortgelijke onderneming gedreven met deels hetzelfde personeel.

VIII. Administratie 8.1 toestand administratie

Door de Belastingdienst was bij gefailleerde reeds een boekonderzoek ingesteld. Dit

onderzoek richtte zich niet alleen op de gefailleerde vennootschap, maar op gelieerde (rechts-) personen. Volgens de Belastingdienst is geen sprake van een volledige administratie en de belastingdienst heeft rechtstreeks bij de bestuurder om inzage in de ontbrekende gegevens gevraagd.

De curator heeft nog geen eigen onderzoek in de administratie ingesteld, behoudens waar het gaat om de vorderingen op debiteuren.

De curator heeft wel aan de bestuurder meegedeeld in lijn met het oordeel van de

Belastingdienst te moeten constateren dat geen sprake is van een volledige administratie en heeft aangegeven dit oordeel alleen al te moeten trekken op basis van het feit dat de

rekening-courantverhoudingen tussen de diverse vennootschappen niet te traceren valt. De bestuurder heeft vervolgens getallen genoemd zonder deze te documenteren.

8.2 goedkeurende verklaring accountant N.v.t.

IX. Pauliana/verrekening 9.1 verdachte transacties

De curator heeft nog geen verdachte transacties kunnen constateren.

9.2 maatregelen n.v.t.

(8)

X. Bestuurdersaansprakelijkheid 10.1 Boekhoudplicht

Gezien de door de Belastingdienst in het kader van het boekenonderzoek gedane constateringen kan minst genomen de vraag worden gesteld of voldaan is aan de boekhoudplicht.

10.2 depot jaarrekeningen

De jaarrekening over 2007 is nog niet gedeponeerd.

10.3 stortingsverplichting aandelen Aan voldaan.

10.4 onbehoorlijk bestuur

Gezien de wijze waarop het tot een faillissement is gekomen, lijkt er verder alle aanleiding voor nader onderzoek naar bestuurdersaansprakelijkheid. Hierbij speelt een rol dat de onderneming in ieder geval vanaf oktober 2008 niet meer adequaat lijkt te zijn bestuurd.

Dit onderzoek is nog niet afgerond.

10.5 Maatregelen Niet aan de orde.

XI. Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging 11.0 boedelschulden

De boedelschulden bestaan op dit moment uit een beperkt bedrag aan materiaal dat in verband met boedeldebiteuren is betaald, de vanaf datum faillissement door het UWV overgenomen loonverplichtingen en salaris/verschotten curator.

11.1 vordering van de fiscus

Door de Belastingdienst is tot dusver een vordering aangemeld van € 96.160,93. Er is in ieder geval nog een vordering ex artikel 29 lid 2 OB te verwachten.

11.2 vordering van de UWV

Door het UWV is nog geen preferente vordering aangemeld. Er zal sowieso een vordering volgen in verband met overgenomen loonverplichtingen, waaronder ook een boedelvordering.

11.3 overige preferente vorderingen

Door de aanvrager van het faillissement is een preferente vordering van € 646,31 aangemeld, zulks uit hoofde van de kosten in verband met de faillissementsaanvraag.

XII. Crediteuren

12.1 aantal concurrente crediteuren

De crediteuren zijn door de curator aangeschreven op basis van door hem via de postblokkade ontvangen aanmaningen en een van de bestuurder en bedrijfsleider ontvangen lijst.

Tot dusver is door 51 crediteuren een vordering aangemeld.

Een lijst van de voorlopig erkende crediteuren is aan dit verslag gehecht – productie 1.

(9)

12.2 bedrag concurrente crediteuren

Het door de zich inmiddels gemeld hebbende crediteuren ter verificatie aangemelde bedrag bedraagt in totaal € 334.826,97 waarvan voorlopig € 17.400,== door de curator is betwist.

12.3 wordt het eigenlijke opheffer

De curator kan thans nog niet voorzien op welke wijze het faillissement kan worden afgewikkeld. Het lijkt er echter niet op dat een uitkering mogelijk zal zijn voor de gewone crediteuren behoudens bijzondere ontwikkelingen.

12.4 een vereenvoudigde afwikkeling Zie 12.3

12.5 wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld?

Zie 12.3

XIII. Rechtbank

13.1 toestemming afkoelingsperiode n.v.t.

13.2 toestemming voortzetting bedrijf n.v.t.

13.3 toestemming ontslag 15 januari 2009 13.4 toestemming opzegging huur n.v.t.

13.5 toestemming activatransacties 16 maart 2009 (activa Wierden) 28 april 2009 (activa Nordhorn) 13.6 toestemming procederen n.v.t.

13.7 anderszins n.v.t

13.8 termijn afwikkeling faillissement n.n.b.

13.9 plan van aanpak Incasso debiteuren, afwikkeling

seperatistenpositie, voorlopige verificatie, onderzoek onregelmatigheden.

13.10 indiening volgend verslag 5 augustus 2009

XIV. Overig

Als bijlagen is aan dit verslag een staat van baten en lasten gehecht en een kopie van het laatst ontvangen afschrift van de faillissementsrekening – productie 2. Na aftrek van het aan de bank afgedragen bedrag terzake voorraad is volgens de staat van baten en lasten aan baten gerealiseerd een bedrag van € 63.852,31. Hierin is echter nog begrepen een aan de bank terzake faillissementsdebiteuren af te dragen bedrag van maximaal € 7.017,13 (90% van het geïncasseerde bedrag).

Aan dit verslag is verder een specificatie van de in deze verslagperiode verrichte werkzaamheden gehecht - productie 3. Door de curator is aan de afwikkeling in deze verlsagperiode 21,85 uur besteed, waarmee het totale aantal bestede uren op 63,5 komt.

.

(10)

Zwolle, 5 mei 2009

mr S.J. de Vries, curator

Dit faillissement is in behandeling bij:

De Vries & Doornbos advocaten mr S.J. de Vries

Postbus 289

8000 AG ZWOLLE

telefoon: 038 – 4238348 telefax: 038 – 4238349

email: devries@devries-doornbos.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij overeenkomst van 8 juni 2010 heeft curanda tezamen met Ordinatio Flex, Ordinatio Advies en Holding Ordinatio Groep een pandrecht verstrekt op, kort gezegd, inventaris

Curanda onderhuurde naar zeggen van bestuurder bedrijfsruimten van de besloten vennootschap Gebroeders Harkema B.V te Dordrecht.. Er is geen

5.5 Eigendomsvoorbehoud: Gebleken is dat op datum faillissement in de ochtend één crediteur onder eigendomsvoorbehoud geleverde goederen op verzoek van bestuurder

De bank heeft dit overeengekomen bedrag echter niet betaald zodat het in het kader van de afwikkeling door de curator zal worden verrekend.. Inmiddels is de

De curator heeft zich in de verslagperiode vooral gericht op de verkoop van de schilderijen en de verkoop van de aandelen Mr Clipping... Bank / Zekerheden 5.1 Vordering

Voor zover aan de curator bekend zijn er ten tijde van het uitspreken van het faillissement geen door of tegen de vennootschap aanhangig gemaakte procedures.. 1.4

Door de curator zal terzake geen verdere actie worden ondernomen, hetgeen ook onderdeel uitmaakt van met KPN Mobile The Netherland gemaakte afspraken over een door de curator tegen

KPN Mobile The Netherlands zou – volgens de bestuurders ten onrechte – niet het geduld hebben gehad om de start van de verkopen en daarmee de mogelijkheid van aflossing door SF